Voorwoord. Tevens wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor alle steun en vertrouwen de afgelopen 4 jaren!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord. Tevens wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor alle steun en vertrouwen de afgelopen 4 jaren!"

Transcriptie

1 5

2 Voorwoord Deze opdracht is uitgevoerd in het kader van een afstudeerproject in het 4 e jaar aan de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein studierichting Bos- en Natuurbeheer. Het onderwerp van mijn afstudeerproject is ontstaan doordat zowel het werkterrein van de natuurbeheerder als het werkterrein van de brandweer mijn persoonlijke interesse heeft. De basis hiervan ligt bij het feit dat ik een aantal jaren bij het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding en bij Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe heb gewerkt. Daarnaast heb ik stage gelopen bij Staatsbosbeheer. Een ideale uitgangspunt om een dergelijk onderzoek op te starten. De volgende personen zou ik graag willen bedanken voor hun bijdrage aan de totstandkoming van dit rapport: Hans Hazebroek Hulpverlening Gelderland Midden, afd. rampenbestrijding, extern begeleider George Borgman Borgman adviesbureau, extern begeleider Giel Bongers Hogeschool Larenstein, docent, intern begeleider Gerard Koppers Nibra, bibliothecaris, steun en toeverlaat literatuurstudie Peter Verhallen Nibra, hoofd afdeling onderzoek, advies bij opstellen projectplan Eric Stalenhoef Hulpverlening Gelderland Midden, hoofd bureau operationele voorbereiding, advies Marijke Bentvelzen Hulpverlening Gelderland Midden, afd. rampenbestrijding, interview Arie Kleyer Koninklijke Landmacht ISK, interview en informatie bosbrandbestrijdingsvoertuigen Gerard Brouwer Brandweer Regio Utrecht, afdeling preventie, interview Herman van Dijk Brandweer Regio Utrecht, informatie oefeningen Bart Boers Nationaal Park De Hoge Veluwe, senior beleidsmedewerker, interview Willem van Ark Staatsbosbeheer, Boswachterij UgchelenHoenderloo, opzichter, interview Harald van den Akker Vereniging Natuurmonumenten, Nationeel Park Veluwezoom, interview Marcel Dellink Vereniging Natuurmonumenten, Montferland, boswachter toezicht en recreatie interview Ron Blom Landgoed Twickel, beheerder Gelderse Bezittingen, interview Ronald Kling Gemeente Arnhem, milieuhandhaving, advies praktijksituatie Christa van Kolfschoten CVK Fotografie, vormgeving en foto s Tevens wil ik mijn familie en vrienden bedanken voor alle steun en vertrouwen de afgelopen 4 jaren! Velp, mei 2005 Ester Stalenhoef-Willemsen 6

3 Samenvatting Tot de jaren 70 was natuurbrandbestrijding vooral in handen van de eigenaren van natuurgebieden. De communicatielijnen rond natuurbrandbestrijding waren kort. Verschuiving van verantwoordelijkheden van natuurbrandbestrijding in deze periode heeft tot specialisatie van zowel de beheerder als de brandweer geleid. Dit resulteerde in een complexere samenwerking rondom natuurbrandbestrijding. Met het huidige natuurbeheer zijn de verschillende natuurbeheerders niet in de gelegenheid om aan alle preventieve wensen van de brandweer tegemoet te komen. Er worden wettelijke maatregelen geëist die niet reëel zijn binnen het huidige bos- en natuurbeheer en niet bijdragen aan de brandpreventie. In dit onderzoeksrapport staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Op welke wijze kan de communicatie tussen natuurbeheerders en brandweer voor, tijdens en na een natuurbrand, geoptimaliseerd worden? Om deze vraag te beantwoorden zijn er interviews afgenomen bij diverse natuurbeherende instanties en bij de brandweer. Verder zijn er diverse oefeningen bijgewoond en heeft er een literatuuronderzoek plaatsgevonden. Uit het onderzoek is gebleken dat geïnvesteerd moet worden in communicatie. Niet alleen op management (landelijk) niveau, maar ook en misschien juist, op de werkvloer. Dit betekent dat de reeds ingeslagen weg Overleg Veluwe Massief enerzijds uitgewerkt moet worden naar een landelijk overkoepelend orgaan en anderzijds moet worden geïnvesteerd in een laagdrempelig overleg tussen de beheerders en de leiding van lokale brandweerkorpsen. Op landelijk niveau moeten onderstaande zaken verder worden uitgewerkt; Een gezamenlijk gedragen norm voor natuurbrandbestrijding. Les- en leerstof, waarin naast inzet techniek en tactiek van de brandweer ook aandacht moet zijn voor relevante zaken uit de bosbouw. Bevoegdheden beschrijven van natuurbeheerders rond natuurbrandbestrijding. Op lokaal niveau (bij voorkeur op het niveau van veiligheidsregio) moet vooral gecommuniceerd worden over zaken als; Calamiteitenplannen Bereikbaarheid Oefenen Aanschaf materieel Uitgangspunt bij het opstellen van deze nieuwe communicatiestructuur is dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de deskundigheid van alle betroken organisaties. Descriptoren - natuurbrandbestrijding - bosbrand - beheerbrand 7

4 Inhoudsopgave Voorwoord... 6 Samenvatting... 7 Inhoudsopgave Onderzoekskader Probleemanalyse Probleemstelling Onderzoeksvragen Werkwijze HISTORIE NATUURBRANDBESTRIJDING inrichting/organisatievormen Van groen naar rood DE MATERIE VUUR Eigenschappen van vuur Omschrijving van verschillende soorten natuurbrand Beheerbrand WETGEVING Wetgeving natuurbrandbestrijding met betrekking tot de organisatie van de natuurbeheer Wetgeving natuurbrandbestrijding met betrekking tot de organisatie van de brandweer Beheer Beheerderscategorieën Invloed van geïntegreerd bos- en natuurbeheer op natuurbrandbestrijding Belangen Organisatie natuurbrandbestrijding vanuit de natuurbeheerders Maatregelen Veiligheid en recreatie Externe communicatie Pro-actie Preventie Preparatie Repressie Nazorg Veiligheid CONCLUSIES AANBEVELINGEN Bijlagen 1 Interviews 2 Natuurbrand 3 Kaart Ecologische Hoofdstructuur 4 Onderzoek detectie TNO 5 Organogram brandweerinzet 6 Artikel inzet blushelikopter Luchtmacht 7 Kaart indeling brandweerregio s 8 Literatuurlijst 8

5 1 INLEIDING In dit hoofdstuk zal worden toegelicht wat de aanleiding van mijn onderzoek is geweest. Verder zal de opzet en structuur van het onderzoek nader worden verklaard. Wanneer er in het onderzoeksrapport wordt gesproken over communicatie dan wordt in eerste instantie bedoeld het communiceren tussen verschillende partijen. Op communicatie in de vorm van verbindingen/middelen zal niet nader worden ingegaan in dit rapport. 1.1 Onderzoekskader Er moet een optimale natuurbrandbestrijding door structurele uitwisseling van informatie tussen deskundigen tot stand gebracht worden. Binnen de natuurbeheerders organisaties en de organisatie van de brandweer zal niemand deze stelling tegenspreken. Uit de geschiedenis blijkt dat expertise op het gebied van natuurbrandbestrijding hoofdzakelijk wordt ontwikkeld in de jaren nadat een grote bosbrand heeft plaatsgevonden. Toch zijn er de laatste jaren wijzigingen doorgevoerd. Enkele voorbeelden hiervan zijn; het tot stand komen van risicokaarten, de aanschaf van modern materieel, afspraken met boeren voor de inzet van giertanks met water, een eenduidig aanspreekpunt aan de zijde van de natuurbeheerder en het regelmatig gezamenlijk oefenen. Ondanks verschillen in belangen kan optimalisering van de communicatie, structureel uitwisselen van kennis en het ontwikkelen van wederzijds begrip, een positieve invloed hebben op de kwaliteit van natuurbrandbestrijding (zie probleemanalyse). Mijn bekendheid met beide werkvelden leidde tot het beeld dat er een aantal zaken theoretisch goed geregeld zijn, maar praktisch niet optimaal werken. Dit onderzoek zal dienen als praktische vormgeving van deze veronderstelling, met als doel helderheid te verschaffen over verantwoordelijkheden van alle betrokkenen voor, tijdens en na natuurbrandbestrijding. 1.2 Probleemanalyse Tot de jaren 70 was de bosbrandbestrijding nog in handen van één organisatie (zie hoofdstuk 2) en was er nauwelijks sprake van verschillende belangen, de communicatielijnen waren kort. Pas na de jaren 70 bleek dat communicatie over natuurbrandbestrijding niet zo van zelfsprekend was als men tot dusver gewend was. Doordat de verantwoordelijkheid voor natuurbrandbestrijding in deze periode was overgedragen aan de zojuist opgerichte regionale brandweerkorpsen veranderde dit evenwicht in belangen. Op het gebied van samenwerking tussen natuurbeheerder en brandweer hebben er de laatste jaren diverse ontwikkelingen plaatsgevonden. Ofschoon deze ontwikkelingen een positieve bijdrage leveren aan de samenwerking tussen natuurbeheerder en brandweer kunnen er signalen van verschil in communicatie worden opgepikt. Er lijkt sprake te zijn van een gebrek aan inzicht in elkaars organisatie rond natuurbrandbestrijding en er ontbreekt een structurele samenwerking. 9

6 Wanneer het gaat om belangen rondom natuurbrandbestrijding lijkt er een verschil in belangen aanwezig te zijn; Voor de natuurbeheerder lijkt het belang van natuurbrandbestrijding veel meer verbonden met de natuurwaarde die in betreffend gebied heerst. Voorbeeld: belang van perceel inlandse eik meenemen in reddingsoperatie van mens en dier Voor de brandweer lijkt dat belang in hoofdzaak verbonden met de veiligheid van mens en dier. Aansluitend op het voorgaande voorbeeld: het wel of niet ingrijpen in een brandend perceel inlandse eik hangt voor de brandweer onder meer af van het risico dat de belendende bewoonde percelen lopen Deze verschillende invalshoeken hebben zowel hun invloed op de beheersmatige/ organisatorische kant als op de repressieve kant en zouden goed gecommuniceerd moeten worden om een betere afstemming mogelijk te maken. 1.3 Probleemstelling Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Op welke wijze kan de communicatie tussen natuurbeheerders en brandweer voor, tijdens en na een natuurbrand, geoptimaliseerd worden? Dit onderzoek gaat in op, preventie, preparatie, repressie en nazorg in de huidige situatie. Ook zullen er enkele aanbevelingen worden gedaan die leiden naar een duurzame samenwerking met wederzijds respect en begrip voor elkaars belangen. 1.4 Onderzoeksvragen In het onderzoeksrapport zullen de onderstaande drie vragen worden behandeld die tot doel hebben het formuleren van praktische oplossingen ter verbetering van de communicatie tussen natuurbeheerder en brandweer: met als doel zoveel mogelijk kwalitatief hoogwaardige natuur te behouden met minimale inspanningen. 1. Hoe liggen de belangen rond natuurbrandbestrijding en wat zijn de wensen/ eisen vanuit de brandweer en vanuit de natuurbeheerder voor een optimale natuurbrandbestrijding? 2. Hoe is de informatievoorziening tussen natuurbeheerder en brandweer geregeld in de huidige situatie? 3. Hoe kan de communicatie tussen beide werkvelden worden geoptimaliseerd zodat de brand effectief bestreden kan worden zonder onnodig verwoesting van het gebied / onnodige inzet van materieel brandweer? Dit onderzoeksrapport zal zich vooral richten op informatievoorziening en communicatie tussen natuurbeheerder en brandweer. Onderwerpen die betrekking hebben op techniek en tactiek zullen inhoudelijk enkel ter onderbouwing worden behandeld. 10

7 1.5 Werkwijze Om inzicht te creëren in de huidige situatie van samenwerking tussen beheerder en brandweer op het terrein van natuurbrandbestrijding, heeft er literatuurstudie plaatsgevonden, zijn er interviews gehouden en oefeningen bijgewoond. Op basis van de verkregen informatie worden er aanbevelingen gedaan voor de toekomstige ontwikkelingen binnen dit segment met als hoofddoelstelling een optimale communicatie tussen beheerder en brandweer. Figuur I: natuurbrand Koningsweg 1976 Via de interviews die zijn afgenomen binnen de groep beheerders en de brandweer wordt aangetoond hoe momenteel de samenwerking in de praktijk is en hoe deze er optimaal uit ziet. De interviews zijn, volgens van te voren opgestelde vragenlijsten afgenomen en verdeeld in een onderzoek naar gedragscode versus praktijk van de verschillende natuurbeheerders (bijlage 1A) en die van de brandweer (bijlage 1B) voornamelijk rond de Veluwe. In dit rapport wordt diverse keren verwezen naar relevante literatuur, meer details hierover zijn te vinden in de literatuurlijst in de laatste bijlage. Uiteindelijk zal het onderzoeksrapport worden gepresenteerd tijdens een colloquium in juni

8 2 HISTORIE NATUURBRANDBESTRIJDING Al sinds mensenheugenis wordt er brand gemaakt en bestreden. Naarmate de bevolking toenam, werd ook de organisatie van brandbestrijding omvangrijker. Evenals de verandering in beheer van natuurgebieden is ook de brandbestrijding in natuurgebieden door de jaren heen aan verandering onderhevig. Deze verandering in natuurbrandbestrijding varieert van ontwikkeling in materieel, verandering in communicatiestructuur tot het dragen van verantwoordelijkheden. 2.1 inrichting/organisatievormen Er is in het verleden vanuit de overheid veel aandacht besteed aan het heropvoeden van de mens wanneer het gaat om brandgevaar. Bosbouwtechnisch gezien had de beheerder tot taak om jong bos af te zonderen door aanleg van brandsingels, traa s, akkers of grasland wanneer deze aan andere brandbare bossen of heidevelden grensden. De bedrijfsregeling voor dennenbossen bestond in vele gevallen uit een vorm van inrichting, waarbij ouderdomsklassen elkaar zoveel mogelijk in niet te grote complexen afwisselden. Een voorname taak die bij de beheerder (destijds houtvester genoemd) vooral in het voorjaar en zomer lag, was een grote waakzaamheid, zodat hij samen met zijn personeel, wandelaars kon waarschuwen. De houtvester had de leiding in de bestrijding van de bosbrand (bron: Bosbrand, M. de Koning) Figuur II: de boswachter in zijn rol van brandwacht 12

9 Er werden diverse brandtorens geplaatst en werd er gebruik gemaakt van verrekijker, kaarten, windroos en telefoons waarmee ze in verbinding stonden met de woning van de beheerder/houtvester. (bron: Nederlandsche Heidemaatschappij) Figuur III: houtvesterswoning in Utrecht Vanaf 1930 was de preventie van branden in natuurterreinen opgedragen aan de Regionale bosbrandweerorganisaties. De Veluwse, De Utrechtse, De Noord- Brabantse en De Overijsselse werden opgericht, waaraan gemeenten (soms met een bosbrandweer), eigenaars of gebruikers van bos en heide deelnamen. In sommige gemeenten werd de plaatselijke bosbrandweer opgenomen als onderdeel van de gewone brandweer. Politie, boswachters, jachtopzieners van landgoederen of buitenplaatsen werden zoveel mogelijk ingeschakeld. WOII heeft veel veranderd. De bezetters lieten uit eigen belang alle Nederlandse natuurgebieden gedetailleerd in kaart brengen. Met dit kaartmateriaal werden er brandbestrijdingsplannen gemaakt om te voorkomen dat de verspreid door het land aanwezige munitiedepots gevaar liepen om verloren te gaan tijdens een natuurbrand (bron: Nibra bibliotheek). Na de oorlog heeft de hoofdafdeling Bosbouw van de Stichting Landbouw de taak gekregen om binnen het hele land meer eenheid te brengen in de organisatie van de bosbrandweer en om de werkzaamheden te coördineren. Zij voerden het logo van de rode haan (bron: M. de Koning). 13

10 2.2 Van groen naar rood Communicatie was niet een echt hot item tot de jaren 70 doordat de natuurbrandbestrijding tot die tijd in handen was van de bosbrandweerverenigingen bestaande uit groen personeel. De kennis over het natuurgebied werd hierdoor optimaal benut tijdens de natuurbrandbestrijding en tijdens de voorbereidingen. Vanaf de jaren 70 zijn de taken rond de inzet van natuurbrandbestrijding volledig overgedragen aan de brandweer. In deze tijd werd de regionale brandweer opgericht en kreeg de verantwoordelijkheid voor natuurbrandbestrijding. De rol en positie van de regionale brandweer ging ten koste van de bevoegdheden van de bosbrandcomités. Met deze verandering rond natuurbrandbestrijding verdween de vanzelfsprekende inbreng aan informatie van de beheerder en verdween de korte communicatielijn. Sindsdien richten de bosbrandweerorganisaties hun aandacht op terreinbewaking, signalering en melding van branden. Aan het eind van de jaren 70 is men in de beboste regio s overgegaan op vliegtuigsurveillance. Deze manier van surveillance is echter een kostbare aangelegenheid. Om deze reden wordt er gezocht naar een andere moderne oplossing in de vorm van optische en geautomatiseerde systemen, als aanvulling op de dagelijkse surveillance door de boswachter in droge perioden. 14

11 3 DE MATERIE VUUR Om inzicht te verschaffen in soorten natuurbrand waar de brandweer én natuurbeheerder mee te maken kunnen krijgen, volgt hieronder een beknopte uitleg over de eigenschappen/werking van vuur, specifiek natuurbrand gerelateerd. (bron: bosbrand, Commissie Voorlichting en Propaganda Bosbrandweer en Bosschap) 3.1 Eigenschappen van vuur Figuur IV Figuur V: vergelijking aantal branden met hoeveelheid neerslag Gedurende het voorjaar en zomer valt er weinig neerslag en is er sprake van een relatief lage luchtvochtigheid, door de wind droogt alles sneller uit. De vegetatie is droog omdat de sapstroom nog niet op gang is gekomen en de strooisellaag op de bodem droogt uit. De heide is in deze periode een aaneenschakeling van hele droge vegetatie, welke laat in het voorjaar pas uitloopt. Daarnaast bestaat een groot deel van de heidevegetatie de laatste jaren, door verzuring, uit dor gras. Er komen statistisch gezien in Nederland jaarlijks meer natuurbranden voor in heide met vergrassing als bosbranden. (bron: Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe) 15

12 Een heidebrand ontwikkelt zich in hoofdzaak in de richting van de wind en minder snel zijwaarts en slechts in geringe mate tegen de wind in. Bij compleet windstil weer zal het vuur zich in een cirkel ontwikkelen, dit komt in de praktijk nauwelijks voor. De rook van brandende heide is lichtgrijs van kleur; wanneer er op de heide vliegdennen voorkomen, is de rook op die plaatsen donker en zwart door het verbranden van hars en etherische oliën. Bij zwakke wind zal, door de grote hitte die ontwikkeld wordt, een opstijgende luchtstroom ontstaan. Dit heeft tot gevolg, dat uit de omgeving lucht naar de brand toe wordt gezogen. Dit verschijnsel kan gepaard gaan met plotselinge verandering van windsterkte en windrichting, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan en het bluswerk meer moeite kost. Bij bossen geldt hetzelfde, in naaldbos zal dit fenomeen echter eerder plaatsvinden dan in loofbos. In naaldbos is er sprake van weinig ondergroei, maar de strooisellaag is veel brandbaarder (verteerd minder snel en bevat veel, zeer brandbare, hars). In jong dennenbos dragen de stammen van de bomen veel droge takjes (Zie bijlage 2 voor meer details over brandbaarheid). De ontwikkeling van een bosbrand, gekenmerkt door donker gekleurde rook, kan afhankelijk van houtsoort, leeftijd, stamaantal en ondergroei of dood materiaal op de grond, zeer variëren. In jonge aanplant met nog enige ondergroei verloopt de brand als in een heideveld. In bos ouder dan 10 jaar waar al een gesloten bosvegetatie is ontstaan, kan het vuur hoog en fel oplaaien. Een brand in bossen ouder dan 25 jaar, waarin al enige dunningen zijn uitgevoerd en de stammen over 3 à 5 meter lengte vanaf de grond takvrij zijn, kan snel uitgewoed zijn via de ondergroei, de bomen blijven vaak gespaard. Figuur VI: Oorzaken van brand 16

13 3.2 Omschrijving van verschillende soorten natuurbrand Natuurbrand is een algemene term voor de verschillende typen brand die er in de natuur kunnen plaatsvinden. Hieronder volgt een omschrijving van de verschillende wijzen waarop het vuur zich binnen een natuurgebied kan voortplanten. Grondvuur verplaatst zich onder de oppervlakte van de bodem in de humuslaag. Bij brand in bossen met een dikke turfachtige strooisellaag, kan het vuur als het ware ondergronds voortwoeden. Het vuur gloeit onder de oppervlakte verder door, terwijl het aan de oppervlakte geblust lijkt, omdat het vuur op de rook na niet zichtbaar is. Ook in veenachtige gronden, waarin bij droogte scheuren ontstaan, kan het vuur soms lang doorsmeulen en is vaak zeer hardnekkig en moeilijk te blussen. Bekend waren voorheen de veenbranden in de Peel en Drenthe. Ook het smeulende vuur van een met zand gedoofd kampvuur kan dagen later door de wind weer ontbranden. Het kan uren, soms dagen duren voordat het vuur uit is en de bodem weer is afgekoeld. Loopvuur verplaatst zich over de bodem en vindt brandstof in het strooisel, soms met fijn takhout, heide en grassen. Het kan zich bij krachtige wind snel verplaatsten. Loopvuur kan zich ontwikkelen tot een kroonvuur als de onderste takken van de bomen laag genoeg zijn en de hitte opbouw hoog genoeg. Ook moet de brand een verblijfsduur hebben onder de bomen die lang genoeg is om de dikkere takken te laten ontbranden, dood hout verhoogt deze verblijfsduur. De lucht die over de brand strijkt wordt heet en droogt de aarde ervoor uit. Vooral tegen een helling op kan het vuur zich snel uitbreiden. Boven de brand stijgt de warm geworden lucht op, het gevolg is dat de brand lucht aanzuigt waardoor meer wind ontstaat. Gedurende een felle brand wisselt daardoor de windrichting nog wel eens en daarmee ook de richting waarin de brand zich uitbreidt. Wanneer er sprake is van een zeer droge periode en er veel wind staat, waaien er vanuit het loopvuur vonken op. Die vonken kunnen (vooral in naaldbossen, maar ook wel in loofbossen met berk) het vuur doen overslaan naar de kronen. Kroonvuur wordt vooraf gegaan door een loopvuur, waardoor de kronen worden verwarmd. Bij kroonvuur in naaldhoutbossen ontstaat steeds een zwarte rook, die bij een matige of sterke wind de verkenning en de bestrijding van het vuur vanaf de grond bemoeilijkt. Onder deze omstandigheden laait het vuur hoog op en wordt een regen van vonken meegevoerd, waardoor zelfs op grote afstand van de brand nieuwe vuurhaarden kunnen ontstaan. In oudere bossen kan het voorkomen, dat het vuur zich door de kronen voortplant, terwijl het brandbare materiaal op de bodem niet ontvlamd. Onder deze omstandigheden kunnen zelfs brede wegen niet voorkomen dat het vuur naar naast gelegen percelen overslaat. Kronenvuur zorgt vaak voor nieuwe vuurhaarden wat de bestrijding erg moeilijk maakt. Vliegvuur is potentieel de meest gevaarlijke vorm van bosbrand. Vliegvuur verspreidt zich via brandende of gloeiende sintels die op grote afstand weer neer komen en een nieuwe brand stichten. Al deze kleine brandjes komen weer samen en vormen zo een nog grotere brand. De afstand die de sintels af kunnen leggen is groot (50 tot wel 350 meter). 17

14 Een vuurstorm komt alleen voor onder extreme omstandigheden. In Nederland is hiervoor vaak de luchtvochtigheid te hoog en de windsnelheid te laag. Verder kunnen de beginnende natuurbranden meestal niet groot genoeg worden om tot een vuurstorm aan te wakkeren. Onderzoek (bron: Nibra publicatiereeks 2001) heeft uitgewezen dat er in Nederland per jaar gemiddeld slechts tien dagen zijn met zodanige omstandigheden dat er een risico is dat een zich uitbreidende brand onbeheersbaar wordt. 3.3 Beheerbrand De verschillende natuurbeheerders hebben ieder hun eigen visie op natuurbrandbestrijding. In de praktijk blijkt dat de meeste beheerplannen uiteindelijk worden gestuurd door de publieke opinie. Uit de interviews (zie bijlage 1) blijkt bijvoorbeeld dat meerdere beheerders interesse hebben in beheerbranden. Een vegetatiedeskundige kan onderbouwen dat natuurbrand niet ongunstig hoeft te zijn voor de natuur. Zonder gedegen voorlichting zal de publieke opinie er echter voor blijven zorgen dat selectief laten afbranden tijdens een natuurbrand of zelfs geplande beheerbranden niet haalbaar zijn. En dat terwijl een beheerbrand juist zeer gunstig kan zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de natuur. Bovendien biedt de uitvoering van een beheerbrand een uitstekende oefening tot samenwerking van beheerder en brandweer. Op dit moment streven de Nederlandse natuurbeheerders allen echter het zelfde doel na als de brandweer: Het zo snel mogelijk blussen van het vuur. (bron: bezoek aan National Park New Forrest voorjaar 2004, gesprek met beheerder). Zelfs tijdens de bestrijding van een natuurbrand kan er gestuurd worden op natuurbeheer, mits de communicatie tussen beheerder en brandweer optimaal is. Hierbij staat ten allen tijden de veiligheid voorop. Indien zich de situatie voordoet kan er bijvoorbeeld besloten worden voor het selectief laten afbranden van een bepaald deel, met een relatief lage natuurwaarde. Zo ontstaat er meer tijd om het vuur elders door middel van een stoplijn van blusvoertuigen op te wachten en blijft kostbare natuur gespaard. Figuur VII: Beheerbranden in New Forrest 18

15 4 WETGEVING In dit hoofdstuk zal de wetgeving met betrekking tot natuurbrandbestrijding worden beschreven. Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) is verantwoordelijk voor het bos en bosbeleid in Nederland. De brandweer is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de voorbereiding op rampen en zware ongevallen (bron: brandweerwet 1985) waaronder natuurbrandbestrijding. Om deze reden is dit hoofdstuk opgedeeld in een deel dat betrekking heeft op de organisatie van de natuurbeheerder en een deel op de organisatie van de brandweer. Dit alles wordt vooraf gegaan door een korte uiteenzetting over de verandering in maatschappelijk denken. Verandering maatschappelijk denken In de afgelopen decennia is het maatschappelijk denken over natuurontwikkeling drastisch gewijzigd. Tot de jaren 70 was het natuurbeleid in Nederland vooral gericht op instandhouding van een stabiel en kleinschalig mozaïek van natuurgebieden en leefmilieus voor wilde flora en fauna. Er was echter geen sprake van uitbreiding, wel van inkrimping en afbrokkeling door stedenbouw en uitbreiding industrie. De laatste jaren is de belevingswaarde van bos gestegen voor wat betreft natuur en recreatie minstens zo belangrijk (bron: Provincie Gelderland). Bos vormt de hoofdmoot van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur (EHS) (zie bijlage 3). De beleidsvormers hebben de doelen in kaart gebracht en uitgewerkt in concrete natuurgebiedsplannen. De visie op Ruimtelijke Ordening, Milieu en Recreatie bestaat uit; vergroting van het oppervlakte natuurgebied, tegengaan van versnippering door het creëren van ecologische verbindingszones en het creëren van natuurgebieden die zichzelf zoveel mogelijk kunnen reguleren. Door ecologische verbindingszones ontstaan er weer grotere aaneengesloten natuurgebieden waar de natuur meer de vrije hand krijgt. Er wordt gestreefd naar een gemengd bos met een Potentieel Natuurlijke Vegetatie (PNV), een vegetatie die van oudsher op deze bodems voorkomt. Deze manier van beheer heet geïntegreerd bos- en natuurbeheer. Doordat bosgebieden waar geïntegreerd beheer wordt toegepast, in omvang toenemen, zal het aandeel houtakkers met monoculturen afnemen. Er wordt binnen geïntegreerd bos- en natuurbeheer gestreefd naar meer staand en liggend dood hout in het bos. Door gaten in het kronendak te maken van ongeveer anderhalf keer de boomhoogte worden verjongingsvlakten gecreëerd voor spontane verjonging. Er zal tevens meer openheid zijn door meer overgangszones van open terrein naar bos. Het herstellen van oude stuifzanden en heideterrein valt ook onder deze wijze van beheer. 19

16 4.1 Wetgeving natuurbrandbestrijding met betrekking tot de organisatie van de natuurbeheer Historisch gezien zijn er diverse wetgevingen geweest die direct of indirect te maken hebben gehad met natuurbrandbestrijding. Enkele voorbeelden hiervan zijn; De spoorwegwet van 1875, met één van de eisen het isoleren van de spoorbaan en het planten van niet brandbare houtsoorten op gronden die tot de spoorweg behoren; De Boswet van 1922, met als eis dat er in bossen en andere houtopstanden gelegen in de nabijheid van een spoor-, of tramweg voorzorgsmaatregelen werden genomen. De ondernemer van een spoor-, of tramdienst was verplicht tot vergoeding van de schade veroorzaakt door brand in bossen en andere houtopstanden gelegen in de nabijheid van de spoor-, of tramweg; in de gemeentewet werd de bevoegdheid van de burgemeester bij brand vastgesteld, hij voerde het opperbevel; Het Besluit bos-, heide- en veenbranden van 12 juni 1941 en de beschikking bosbrandweer van 23 april 1946 regelde onder meer de organisatie en intercommunale samenwerking (bron: Bosbrand, M. de Koning). Na de oorlog heeft de Overheid zich bij het bosbeleid gericht op het aangeven van toetsbaar beleid op hoofdlijnen. Hierbij wordt momenteel gebruik gemaakt van een aantal wetten, zoals: de Boswet, Natuurbeschermingswet, Wet Openluchtrecreatie, Natuurschoonwet, Landinrichtingswet en de Flora & Faunawet. Daarnaast zijn er een aantal algemene wetten van toepassing, als: Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet Milieubeheer, Ontgrondingswet en de Wet op de Waterhuishouding. Het Structuurschema Groene Ruimte geeft met betrekking tot het onderwerp bos enkele beleidsuitgangspunten aan. Eén daarvan is het uitgangspunt dat het beleid gericht is op het instandhouden van bestaand bos, door bescherming via de Boswet (1961) en via planologische veiligstelling (houtlevering en recreatie). Alle houtopstanden buiten de bebouwde kom vallen hieronder. Vanuit de Boswet, is op grond van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, het Bosschap ingesteld. Bij het Bosschap staan alle ondernemingen geregistreerd met een beboste oppervlakte > 5 ha. Het Bosschap is bevoegd om nadere regels betreffende de bosbouw vast te stellen. Vanuit deze bevoegdheid heeft het Bosschap dan ook een Bosbrandverordening vastgesteld waarin regels zijn opgenomen met betrekking tot de inrichting van bosgebieden. 20

17 De Wet Openlucht Recreatie bevat op dit moment nog directe en indirecte regelgeving ten aanzien van het nemen van preventie en preparatieve maatregelen. Het doel is om risico s op en vanaf een kampeerterrein in of nabij een bosen natuurgebied zo klein mogelijk te houden en de gevolgen van een eventuele brand te beperken. Op grond van de Boswet zijn er geen brandpreventieve maatregelen af te dwingen. De boswet zal eerder brandpreventieve maatregelen in de weg staan of bemoeilijken. Voorschriften die voortkomen uit nationale regelgeving gericht op brandpreventieve maatregelen, kunnen door de hogere wetgeving zoals de Habitatregeling worden tegengehouden. Zeker wanneer deze de bescherming van de belangen van wilde flora en fauna nadelig zouden kunnen beïnvloeden. bron: Regelgeving in relatie tot brandpreventie, natuurbrandbestrijding en recreatieve voorzieningen, onderzoek Gemeente Arnhem febr. 02 In het Bosbeleidsplan heeft de overheid aangegeven hoe men tot 2020 wil omgaan met bossen en bosbouw. In de figuur hieronder staat uitgebeeld hoe het bosbeleid zich verhoudt tot overig beleid. In het Bosbeleidsplan (1994) wordt als hoofddoelstelling van het bosbeleid genoemd; het bevorderen dat het bos in Nederland naar kwaliteit en omvang zo goed mogelijk tegemoet komt aan de in de samenleving bestaande wensen ten aanzien van de functievervulling van het bos. Figuur VIII: Bosbeleid 21

18 4.2 Wetgeving natuurbrandbestrijding met betrekking tot de organisatie van de brandweer Historisch gezien zijn er diverse wetgevingen geweest die direct of indirect te maken hebben gehad met natuurbrandbestrijding zoals genoemd in 4.1. De brandweer werkt momenteel in hoofdzaak met een wetgeving die speciaal voor de brandweer is opgesteld de Brandweerwet Volgens de Brandweerwet is de brandweer verantwoordelijk voor de voorbereiding op rampen en zware ongevallen waaronder natuurbrandbestrijding. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is onder meer verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in Nederland. Dit omvat onder andere de verantwoordelijkheid voor de organisatie van de brandweer, de bestrijding van rampen en zware ongevallen. Hier komen 3 wetten uit voort: de Brandweerwet, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen en zware ongevallen. Deze drie wetten zijn gebaseerd op het principe dat de verantwoordelijkheid bij de gemeenten ligt. De gemeente is wettelijk verplicht tot samenwerking op regionaal niveau. Naast het verlenen van bijstand zijn de regionale brandweerkorpsen belast met de organisatie van coördinatie van de bestrijding van rampen en zware ongevallen. In de Brandweerwet wordt niet specifiek ingegaan op natuurbrandbestrijding als zodanig. Naast de Brandweerwet maakt de brandweer wanneer het gaat om natuurbrandbestrijding ook gebruik van een aantal andere wetgevingen. Een aantal voorbeelden hiervan zijn; Het Bouwbesluit, de Bouwverordening, de Algemene plaatselijke verordening en de Brandbeveiligingsverordening. Het Bouwbesluit bevat geen directe regels aangaande het voorkomen van brand in bos- en natuurgebieden. De Model-bouwverordening bevat geen directe regelgeving ten aanzien van brandpreventieve maatregelen in bos- en natuurgebieden. wel indirecte regelgeving die toeziet op het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van een brand op particuliere en commerciële erven nabij of in bos- en natuurgebieden. de bouwverordening kan per gemeente afwijken. Middels de Algemene plaatselijke verordening zijn er preventieve maatregelen af te dwingen. Het college kan daarnaast aanvullend voorschriften opnemen in de APV die een directe werking hebben op brandpreventie. De APV blijft een plaatselijke verordening, per gemeenten kunnen er verschillen ontstaan. Dit komt eenduidigheid en daardoor de duidelijkheid voor de burger niet ten goede. Indirect kan er regulerend worden opgetreden bij droppings en overige evenementen middels het opnemen van extra voorschriften in de vergunningen en ontheffingen ten tijde van droogte. De Brandbeveiligingsverordening bevat directe regelgeving aangaande het nemen van brandpreventieve maatregelen in bos- en natuurgebieden hoewel de regelgeving niet eenduidig/actueel is. De regelgeving kan per gemeente afwijken. bron: Regelgeving in relatie tot brandpreventie, natuurbrandbestrijding en recreatieve voorzieningen, onderzoek Gemeente Arnhem feb

19 4.3 Wetgeving en samenwerking In de bestaande wetgeving staat vermeld dat zowel natuurbeheerders (veiligheid) als de brandweer (brandweerwet) verantwoording moet dragen voor natuurbrandbestrijding. Een reden temeer voor een optimale samenwerking tussen beide partijen. Theoretisch gezien lijkt een samenwerking tussen natuurbeheerder en brandweer goed op elkaar afgestemd. Hulpverlening Gelderland Midden is bezig met de ontwikkeling van protocollen natuurbrandbestrijding. Men is begonnen met het ontwikkelen van het operationele gedeelte en zal dit de komende periode aan gaan vullen met praktische zaken zoals structurele overlegvormen op verschillende niveau s. Naast het overleg van het Veluwe Massief voeren de beheerders en de brandweer in de preparatieve en preventieve fase nog géén structureel overleg met elkaar (zie bijlage 1). Voorheen was dit overleg er wel via het Veluws Bosbrandweer Comité. De bestaande wetgeving is echter niet afgestemd op naleving van de eisen die gesteld worden voor natuurbrandbestrijding aan het inrichten van natuurterreinen. Afstemming van inrichting gebeurt dus voor een groot deel op vrijwillige basis van de natuurbeheerder en vergt daarom een optimale communicatie tussen beheerders en brandweer. Ook de gemeente en provincie zullen actief deel moeten nemen aan het promoten van een samenwerking van o.a. beheerders en brandweer. Een voorbeeld hiervan is het rapport Veluwe 2010 met hierin het natuurbeleid voor de komende jaren, dat tot stand is gekomen zonder inbreng van de brandweer (bron: afdeling rampenbestrijding HGM). 23

20 5 WERKWIJZE NATUURBEHEERDER In dit hoofdstuk zal de voor natuurbrandbestrijding relevante werkwijze binnen de organisaties van de verschillende Nederlandse natuurbeheerders worden besproken. Om een beter beeld te krijgen van de denkwijze, visie, beleid en doelstellingen van de verschillende natuurbeherende instanties rondom natuurbrandbestrijding zijn er interviews afgenomen aan de hand van vooraf opgestelde vragenlijsten. Er is gekozen voor interviews met zo veel mogelijk verschillende eigenaarcategorieën, zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Landgoed Twickel en Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Uit deze interviews is informatie gedestilleerd welke o.a. is verwerkt in dit hoofdstuk (zie bijlage 1A). 5.1 Beheer Beheer kan worden opgevat als: het tot stand brengen van randvoorwaarden die nodig zijn om de functievervulling van het bos aan te passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen. Al eeuwen geleden ontstonden er door overbegrazing van schapen in de bossen en struwelen, plaggen en ontbossing (van met name eiken) op de huidige Veluwe woeste gronden bestaande uit heidegronden en zandverstuivingen. Het zand vormde een bedreiging voor de omliggende dorpen. In de 19 e eeuw werden grote delen van de zandgronden door de Heidemaatschappij geschikt gemaakt voor landbouwgronden. Eind 19 e eeuw heeft de overheid door oprichting van Staatsbosbeheer, ervoor gezorgd dat die delen van de woeste gronden die niet meer geschikt waren voor de landbouw, werden vastgelegd door middel van aanplant van o.a. grove den. Deze grove den werd gebruikt voor de mijnbouw. De structuur van de aangeplante percelen was rechtlijnig om het hout eenvoudig af te kunnen voeren. Sinds de jaren 70 is de wijze van beheer van natuurgebieden sterk veranderd. Vooral in gebieden waar houtproductie niet langer de primaire doelstelling is, wordt zowel vanuit kostenoogpunt als uit het oogpunt van de vergroting van natuurwaarden, het menselijk ingrijpen tot een minimum beperkt. Door modern terreinbeheer en geïntegreerd bosbeheer in het bijzonder, verandert de samenstelling en diversiteit van natuurgebieden. Met het toelaten van meer inheems loofhout (PNV=potentieel natuurlijke vegetatie) zal de natuurwaarde aantoonbaar groter worden. 24

21 Geïntegreerd bosbeheer Het Nederlandse bos is aan het begin van deze eeuw aangelegd met de opvattingen van toen. Dit bos beantwoordt niet meer aan de wensen van de boseigenaar en de maatschappij. Met de keuze voor de beheersmethode geïntegreerd bosbeheer zal het bos een hoge natuurwaarde krijgen en tevens interessant zijn voor de recreatie en de houtproductie. Geïntegreerd bosbeheer is de nieuwe bosbeheersvorm voor Nederland. Deze richt zich op het vergroten van de natuurwaarden en het verbeteren van de recreatiekwaliteit van het bos, in combinatie met een daarop afgestemde en economisch interessante houtproductie. Natuurlijke processen zijn uitgangspunt voor geïntegreerd bosbeheer, wat resulteert in kleinschalige ingrepen en zoveel mogelijk gebruik maken van natuurlijke verjonging. Met geïntegreerd bosbeheer komen grote kaalslagen niet meer voor. Eind 19 e eeuw, eerste helft 20 e eeuw was het doel van het bosbedrijf overwegend economisch bepaald en werd het bos dan ook vanuit die invalshoek beheerd. geld verdienen met houtproductie was toen het motto. Het bos werd daartoe aangelegd in monocultuur (één soort), die in één keer werd gekapt. Dit type kaalslagbedrijf wordt in het grootste deel van het Europese bos nog steeds toegepast (bijvoorbeeld in de Ardennen en in het Zwarte Woud). Hoewel geïntegreerd bosbeheer al veel langer bekend is als beheersvorm, pasten slechts weinig boseigenaren het aanvankelijk toe. Er ontstond bij de boseigenaren echter een groeiende onvrede over kaalkapbossen vanwege het feit dat dit maar één product opleverden en dat deze gevoelig waren voor calamiteiten als windworp en bosbrand. Bovendien begon de Nederlandse bevolking de bossen in de jaren 60 en 70 saai te vinden en vroeg ze om meer aandacht voor de natuurkwaliteit en de recreatie mogelijkheden ervan. Het maatschappelijke debat hierover eind jaren 80 resulteerde erin, dat de overheid en het bosbedrijfsleven zich voorstander verklaarden van geïntegreerd bosbeheer, waar in de verschillende functies van het bos op een evenwichtige wijze worden verweven. Met de invoering van geïntegreerd bosbeheer zal het Nederlandse bos de komende decennia gaan veranderen van een bos bestaande uit opstanden van één boomsoort en één leeftijd, naar een kleinschalig en gevarieerd bos waarin inheemse boomsoorten het beeld bepalen en individueel gemengd voorkomen. Karakteristiek zullen ook de leeftijdsverschillen zijn en de grotere variatie in bosstructuur. Bron: Nederlands bos in beeld, Stichting Probos,

22 5.2 Beheerderscategorieën Door middel van het bosbeleidsplan wordt door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) het beheer van de natuurgebieden vastgelegd. Het beheer van de natuurgebieden in Nederland is in handen van diverse natuurbeherende instanties zoals ; overheden, natuurbeschermende organisaties, particulieren enz. Zij hebben allemaal een verschillende visie en hiermee samenhangende doelstellingen wanneer het gaat om natuurontwikkeling, houtproductie en recreatie (zie figuur IX). Staatsbosbeheer Andere Overheden, zoals; Provincie en Gemeenten Natuurbescherming Organisaties Overige particuliere bezittingen Totaal oppervlak aan bos in Nederland ha ha ha ha ha Figuur IX: Overzicht eigendom Nederlandse bossen Doordat er relatief weinig bos in Nederland is (zie figuur X ), worden er vaak multifunctionele functies aan toegekend zoals: - Recreatie - Natuurwaarden: bescherming van rode lijstsoorten flora&fauna (zeldzame en beschermde soorten), streven naar potentieel natuurlijke vegetatie, opbouw van zoveel mogelijk ecosystemen - Houtproductie: vooral bij particuliere eigenaren belangrijke bron van inkomsten - Landschappelijk element: overgangsgebieden - Milieufactor: erosie voorkomen, drinkwater, opvang overtollig water dat richting rivier dreigt te stromen, zuivering vervuilde lucht enz. Loofhout Naaldhout Heide/zandverstuivingen Totaal landoppervlak van Nederland Figuur X: Overzicht oppervlakte natuurterrein in Nederland ha ha ha ha 26

23 5.3 Invloed van geïntegreerd bos- en natuurbeheer op natuurbrandbestrijding De multifunctionele functies die tegenwoordig worden toegekend aan het bos, leiden ertoe dat ook de natuurbrandbestrijding anders moet worden georganiseerd. Binnen bossen met geïntegreerd natuurbeheer ligt en staat er meer dood hout dan binnen bos waar sprake is van traditioneel beheer. Het risico op natuurbrand binnen bossen met geïntegreerd bosbeheer neemt enerzijds toe doordat dood hout extra brandstof vormt. Doordat de mens hier minder ingrijpt zullen er ook diverse paden minder vrij worden gehouden. Anderzijds neemt dit risico de komende jaren af door meer menging met het veel minder brandbare loofhout. Het dood hout wordt tijdens het rottingsproces vochtiger en dus minder brandbaar. Op korte termijn is er binnen het totale natuurgebied sprake van een min of meer gelijkblijvende kans op het ontstaan van brand (bron: A.J. van Maren). In sommige landen, waarvan Engeland er één is, wordt brand op kleine schaal gebruikt als beheermaatregel. Natuurbranden kunnen ecologisch gezien een vitaliserend effect hebben op de vegetatie (zie 3.3). Gezien de beperkte omvang van natuurgebieden in Nederland én de grote recreatiedruk, wordt er al snel gekozen voor: het zo snel mogelijk blussen van het vuur. 5.4 Belangen Ondanks het feit dat de belangen van de beheerders onderling verschillen door het nastreven van eigen doelstellingen, staat bij allen de veiligheid centraal gebaseerd op de interviews (zie bijlage 1A). Wanneer de veiligheid van mens en dier echter niet in gevaar zou zijn, treedt direct het belang van de natuurwaarde naar de voorgrond. In natuurgebieden waar geïntegreerd bos- en natuurbeheer wordt toegepast zal het veiligheidsrisico wellicht groter zijn dan in gebieden waar traditioneel beheer plaatsvindt. Wanneer het enkel gaat om natuurbeheer is er een duidelijk verschil in belangen waar te nemen tussen beheerder en brandweer (zie voorbeeld inlandse eik in 1.2). 5.5 Organisatie natuurbrandbestrijding vanuit de natuurbeheerders Als resultaat uit de diverse interviews is gebleken dat de verschillende beheerders binnen hun organisatie schriftelijk of mondeling afspraken hebben gemaakt betreffende natuurbrandbestrijding. Ook intern zijn er afspraken gemaakt over verantwoordelijkheid van betreffende medewerkers als aanspreekpunt en gidsen. Binnen alle organisaties wordt er gewerkt met piketfuncties. Men is van mening dat opschaling geen probleem is, eventueel door middel van inzet van medewerkers uit collega organisaties. Een aantal voorbeelden van de verschillen in afspraken binnen de organisaties van de beheerders (zie bijlage 1A) zijn bijvoorbeeld; het nemen van preventieve maatregelen - zoals het aanleggen van waterwinpunten, organiseren van vooruit geschoven waterwinplaatsen of de aanwezigheid van geschikt kaartmateriaal - de inzet tijdens een incident of de nazorg. Deze verschillen zijn te herleiden naar de verschillende doelstellingen die worden nagestreefd. 27

24 Alle beheerders zien het belang in van het gezamenlijk oefenen met de brandweerkorpsen uit hun gebied. Op dit moment wordt het terrein regelmatig door de brandweer gebruikt voor verkenningsoefeningen. Doordat er vooraf geen overleg plaatsvindt met de beheerder wordt er vaak onnodig schade aanrichten aan het terrein. Figuur XI: vastgelopen voertuig Zo n tweemaal per jaar vindt er een grotere natuurbrandbestrijdingsoefening plaats. Hierbij zijn de natuurbeheerders uitgenodigd, maar de initiatiefnemer is de brandweer. Oefeningen op aangeven van de natuurbeheerder zijn er momenteel niet of weinig. Op dit moment ontbreekt er op dit gebied nog een goede afstemming over kaartgebruik en automatisering. 5.6 Maatregelen Om te kunnen voldoen aan de eisen van de brandweer zouden er diverse preventieve maatregelen in het gebied moeten worden getroffen door de beheerder. Enkele van deze maatregelen zijn; het vrijhouden van wegen en paden, het opsnoeien van bomen en struiken tot een zekere hoogte om grote blusvoertuigen doorgang te kunnen garanderen, toegang tot het gebied door diverse ingangen open te houden, waterwinplaatsen, dood hout verwijderen enzovoorts (zie hoofdstuk 4). In de praktijk blijkt vaak dat dit niet langer past binnen de belangen die voortkomen uit de doelstellingen van de beheerder. Wettelijk opgelegde preventieve ingreep die in de praktijk anders uitpakt Het kappen van een strook van anderhalf keer de boomhoogte om een brandgang te creëren. Dit leidt ten eerste tot het ontstaan van een verjongingszone, waardoor het effect van preventie snel verdwenen is. Ten tweede heeft het kappen van minimaal drie keer de boomhoogte daadwerkelijk effect op het voorkomen van overslag van brand. De natuurlijke successie zorgt ervoor dat deze ingreep al snel veel onderhoud met zich meebrengt. 28

25 De doelstelling van geïntegreerd bosbeheer zorgt er juist voor dat er minder door de mens wordt ingegrepen waardoor er diverse wegen in het natuurgebied bewust worden afgesloten. De overige wegen in dit gebied zullen in verval raken en daarbij zal het aantal toegangen tot het gebied afnemen, wat grote gevolgen heeft voor de bereikbaarheid van de hulpverleningsdiensten. Belangrijk is duidelijkheid te verschaffen betreffende beheermaatregelen die wettelijk opgelegd zijn/worden (zie hoofdstuk 4) in het belang van natuurbrandbestrijding, versus beheermaatregelen die vanuit het oogpunt van de natuurbeheerder in de praktijk daadwerkelijk haalbaar zijn. Bij preventieve ingrepen moet er ook rekening worden gehouden met de rol die het gebied vervult binnen de ecologische hoofdstructuur (zie bijlage 3 EHS), denk aan natuurreservaten waar geen ingreep van mens is toegestaan. 5.7 Veiligheid en recreatie De recreatiedruk op de Veluwe is vooral hoog tijdens de zomermaanden. In de droge periode van het voorjaar is het rustiger. De beheerders van recreatieterreinen en de beheerders van natuurterreinen dragen echter gedurende het gehele jaar de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de bezoekers. De risico s op het gebied van veiligheid nemen toe door een grote recreatiedruk en verminderde bereikbaarheid van hulpverleningsdiensten door geïntegreerd natuurbeheer. 5.8 Externe communicatie Binnen de diverse natuurbeherende organisaties bestaan er verschillende werkwijzen rondom natuurbrandbestrijding. Om deze reden ontbreken er momenteel uniforme communicatielijnen naar de brandweer. Het is bovendien voor de natuurbeheerder niet altijd duidelijk wie aan te spreken van de brandweer tijdens een incident. Voor de brandweer is het op dit moment niet geheel duidelijk wat de rol van de natuurbeheerder is wanneer het gaat om natuurbrandbestrijding. Enkele voorbeelden van belangrijke informatie uitwisseling zijn Wanneer een beheerder qua beheer kiest voor het nastreven van selectief afbranden zou hij richting brandweer met concrete plannen moeten komen. Ook andere doelstellingen zoals bewuste keuze voor geïntegreerd bosbeheer of natuurreservaten kunnen door middel van structureel overleg worden kortgesloten met de brandweer, zodat de consequenties voor natuurbrandbestrijding voor beiden steeds duidelijk blijven. Organisaties met houtproductie (monoculturen grove den/douglas) als belangrijkste doelstelling zouden baat hebben bij directe communicatie met brandweer. 29

26 Binnen de groep beheerders/eigenaren bestaan verschillende visies en doelstellingen en hiermee samenhangende belangen op het gebied van natuurbrandbestrijding. Grofweg zijn er twee mogelijkheden: - Men kan als afzonderlijke beheerder zorg dragen voor afstemming met de betrokken brandweerkorpsen van belangrijke beheermaatregelen. Deze maatregelen komen voort uit de visie en doelstellingen en die van invloed zijn op natuurbrandbestrijding specifiek in dit gebied. Consequentie hiervan kan zijn dat er door de brandweer moeilijk structuur in deze manier van communiceren is te vinden. - Een andere mogelijkheid is meer eenheid te creëren voor wat betreft de visie op natuurbrandbestrijding van de diverse natuurbeherende instanties. Op deze manier kunnen de wensen en de mogelijkheden van de verschillende natuurbeherende instanties naar buiten toe inzichtelijk gemaakt worden en als basis dienen voor informatie waar de brandweer voor een groot deel van afhankelijk is. Consequentie hiervan kan zijn dat er frictie ontstaat binnen de natuurbeherende organisaties en het beeld niet strookt met de werkelijke situatie. 30

27 6 WERKWIJZE BRANDWEER Zoals al eerder is vermeld is ieder (gemeentelijk) korps zelf verantwoordelijk voor de (natuur) brandbestrijding. Aangezien de meeste natuurgebieden gemeentegrens overschrijdend zijn, zijn de meeste afspraken tussen de brandweer en natuurbeheerder(s) regionaal gemaakt. In dit hoofdstuk wordt de organisatie van de natuurbrandbestrijding van de brandweer in de regio Gelderland Midden beschreven. De beschrijving zal worden gedaan volgens de verschillende fasen uit de veiligheidsketen. Om een beter beeld te krijgen van de denkwijze, visie, beleid en doelstellingen van de brandweer rondom natuurbrandbestrijding zijn er interviews afgenomen aan de hand van vooraf opgestelde vragenlijsten. Er is gekozen voor interviews met Hulpverlening Gelderland Midden, Brandweer Regio Utrecht, Ministerie van Defensie en Het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding. Uit deze interviews is informatie gedestilleerd welke o.a. is verwerkt in dit hoofdstuk (zie bijlage 1B). De brandweer heeft als primaire taak het redden van mens en dier (bron: brandweerwet 1985). De werkvelden lopen zeer uiteen en zijn onder te vedelen in: Brandbestrijding Hulpverlening Bestrijding ongevallen met gevaarlijke stoffen Rampenbestrijding Het aantal operationele brandweerlieden in Nederland bedraagt , waarvan beroeps en vrijwilligers (bron: ). De Nederlandse brandweer kent drie organisatievormen; beroeps, vrijwillig en gecombineerd. De brandweer is gemeentelijk georganiseerd met de burgemeester als eindverantwoordelijke. Ofschoon de verschillende brandweer korpsen in Nederland autonoom opereren, zijn ze verplicht samen te werken in regionaal verband (bron: brandweerwet 1985). Binnen de brandweer is de veiligheidsketen een begrip. De veiligheidsketen beschrijft het volledige werkproces van de brandweer. Bij de brandweer gaat het om het bestrijden van incidenten, dit heet repressie. Om in verschillende situaties daadkrachtig te kunnen optreden, moet iedereen weten wat ze moeten doen. Daar gaat een voorbereiding aan vooraf. Dat heet preparatie: men prepareert zich op deze taken. Om zo veel mogelijk te voorkomen dat er zich incidenten voordoen, worden preventieve maatregelen genomen: preventie. Een stap verder terug, veiligheidsmaatregelen nemen voorbeeld vóór de bouw van industrie of wegen en tunnels wordt pro-actie genoemd. En ná een incident ervoor zorgen dat men weer snel kan terugkeren naar de normale situatie, daar is nazorg voor nodig. Al deze elementen samen worden de veiligheidsketen genoemd (zie figuur XII). 31

28 Figuur XII: veiligheidsketen 6.1 Pro-actie Bij omvormingsbeheer van bijvoorbeeld landbouwgrond naar bos, of andere nieuw aan te leggen natuurgebieden, kan er al in een vroeg stadium rekening worden gehouden met de aanleg van bijvoorbeeld waterwinpunten op strategische punten, toegangswegen e.d. Ingrijpende veranderingen in toekomstig beheer die van invloed zijn op de bestrijding van natuurbrand kunnen pro-actief worden afgestemd met de brandweer. 6.2 Preventie Natuurbrandpreventie bestaat uit alle acties die er op gericht zijn om de totale hoeveelheid branden in natuurgebieden te verminderen. Dit is mogelijk door middel van voorlichting naar het publiek toe, of door een serie maatregelen bij de beheerders en brandweer, die al dan niet wettelijk vastgelegd zijn (zie hoofdstuk 4). Voorlichting Met een gedegen opgezette voorlichtingscampagne kan de burger gewezen worden op de gevolgen van argeloos handelen. Hierbij moet niet alleen worden ingegaan op de gevolgen voor de natuur maar ook, en misschien juist voor de mens zelf. Wel moet er hierbij rekening gehouden worden met de negatieve neveneffecten, zoals het op een idee brengen van pyromanen. Vanwege deze nadelige neven effecten is er door Hulpverlening Gelderland Midden voor gekozen om tijdens de brandgevaarlijke perioden geen enkele vorm van communicatie te voeren richting publiek over het fenomeen natuurbrand. Preventieve maatregelen Naast een effectieve communicatie kan het bosbedrijf zelf een aantal preventieve maatregelen nemen; het aanleggen van brandsingels, brandgangen of brandstroken, het vrijhouden van wegen, het creëren van brandvrije bermen door opsnoeien, begrazingsprojecten of maaien, plaatsen van peukdovende bakken langs de randen van het gebied of parkeerplaatsen, bewaking en surveillance. Niet alleen de beheerder van een natuurgebied is in staat preventieve maatregelen te nemen, ook de brandweer/gemeente/overheid kan haar steentje bijdragen op het gebied van preventie: stookverbod in droge periodes, het detecteren van brand, zodat de brand in een vroeg stadium geblust kan worden en erger voorkomen kan worden. Een aantal van deze zaken is wettelijk vastgelegd (bron: brandweerwet 85), maar sluiten zeker niet altijd aan op de huidige beheervisie zoals de ontwikkeling van bosranden-beheer (overgang van open gebied naar bos) versus het kaalkappen van brandvrije bermen of stroken. Het opstellen van calamiteitenplannen zou mogelijk meer duidelijkheid verschaffen richting beheerders en brandweer over bestaande regelgeving en de uitwerking hiervan in relatie tot natuurbrand. Deze duidelijkheid zal ten goede komen aan de communicatie tussen beheerders en brandweer. 32

Het Bosschap voor bos en natuur

Het Bosschap voor bos en natuur Het Bosschap voor bos en natuur Ir. G.J.P. Jansen secretaris www.bosschap.nl Kerngegevens Bosschap Opgericht in 1954 Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Verplichte registratie voor bos- en natuurbedrijven:

Nadere informatie

Vakkennis natuurbrandbestrijding

Vakkennis natuurbrandbestrijding Vakkennis natuurbrandbestrijding Oefenkaart 461B Lesstof Bevelvoerder, Soorten Incidenten, hoofdstuk Natuurbranden Overige bronnen Syllabus Natuurbrand, maatwerkproduct voor VRBZO Inleiding Deze achtergrondinformatie

Nadere informatie

Strategie en tactiek bij natuurbrand

Strategie en tactiek bij natuurbrand Strategie en tactiek bij natuurbrand Oefenkaart 464C 464D 465C 465D Lesstof Bevelvoerder, Soorten Incidenten, hoofdstuk Natuurbrand Overige bronnen Syllabus Natuurbrand, maatwerkproduct voor VRBZO Inleiding

Nadere informatie

Vakkennis natuurbrandbestrijding

Vakkennis natuurbrandbestrijding Vakkennis natuurbrandbestrijding Oefenkaart 463B 464B 465B Lesstof Bevelvoerder, Soorten Incidenten, hoofdstuk Natuurbranden Overige bronnen Syllabus Natuurbrand, maatwerkproduct voor VRBZO Inleiding Deze

Nadere informatie

Douglas: niet alles goud dat er blinkt

Douglas: niet alles goud dat er blinkt Douglas: niet alles goud dat er blinkt P. R. Hilgen Landbouwuniversiteit Wageningen De laatste decennia is de douglas uitgegroeid tot een van de belangrijkste boomsoorten van de Nederlandse bosbouw. Volgens

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering Pina Dekker Gemeente Ooststellingwerf, beleidsmedewerker en ondersteunend lid van de werkgroep Es van Tronde. Deze notitie

Nadere informatie

F O D I Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën. Zorgvuldig winnen. Gedragscode Flora- en faunawet voor natuurbewust ontgronden

F O D I Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën. Zorgvuldig winnen. Gedragscode Flora- en faunawet voor natuurbewust ontgronden F O D I Federatie van Oppervlaktedelfstoffenwinnende Industrieën Zorgvuldig winnen Gedragscode Flora- en faunawet voor natuurbewust ontgronden Zorgvuldig In Nederland is in het verleden veel zand, grind,

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid gemeente Eindhoven Dienst Brandweer en Rampenbestrijding Raadsbijlage nummer xa Inboeknummer oxroox64r Beslisdatum Blkw 22 januari 2002 Dossiernummer 204.104 Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van

Nadere informatie

Natuurbranden. Communicatie over preventieve maatregelen DE NATUURLIJKE BOODSCHAP

Natuurbranden. Communicatie over preventieve maatregelen DE NATUURLIJKE BOODSCHAP Natuurbranden Communicatie over preventieve maatregelen DE NATUURLIJKE BOODSCHAP Natuurbrandgevaar Brandpreventie Harderwijk Oldebroek Apeldoorn Veluwe massief Ede Arnhem Communicatie Gedragsbeïnvloeding

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) i.o.

Nadere informatie

1. ecologische functie

1. ecologische functie Criteria voor geı ntegreerd natuurbeheer samenvatting 1. ecologische functie criterium 1.1: kwaliteit van het natuurlijk milieu over heel het terrein indicator 1.1.1: - natuurlijke waterhuishouding niet

Nadere informatie

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er? Nederlands bos In het dichtbevolkte Nederland heeft bos meerdere functies. Naast de productie van hout zijn de natuur-, landschap- en recreatiefunctie van groot belang. Boswet, bosbeleid en regelgeving

Nadere informatie

De beleidsopgave vanaf 1990

De beleidsopgave vanaf 1990 1 De beleidsopgave vanaf 1990 Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten.

Nadere informatie

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND 2005 Beleidsnota Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Doelen...3 3 Uitgewerkte randvoorwaarden op juridisch en beleidsinhoudelijk vlak...4 3.1 Europees beleid...4

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen Raadsbesluit Jaar./../.. Zaaknummer:Z18-006564 Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van

Nadere informatie

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017 Workshop bosbeheer Beheerteamdag 2017 Consulent bosbeheer Bosbeheer Elke boom heeft de functie om gekapt te worden Natuurwaarde bos? Wat bepaalt de natuurwaarde? Wat bepaalt de natuurwaarde van een bos?

Nadere informatie

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming tekst anita nijboer beeld piet struijk Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming De natuurbeschermingswetgeving heeft in de loop der tijd nogal wat veranderingen doorgemaakt. De eerste wet

Nadere informatie

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007

K a n s e n. voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t. Onderzoeksrapport. Mei 2007 K a n s e n voor particulier natuurbeheer i n B r a b a n t Onderzoeksrapport Mei 2007 Opdrachtgever: Uitvoerenden: In samenwerking met: Provincie Noord-Brabant Brabants Landschap Brabants Particulier

Nadere informatie

Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan

Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Natuurbrandverspreidingsmodel Het Stappenplan Een natuurbrandverspreidingsmodel berekent aan de hand van een aantal parameters de verspreiding van het vuurfront in de tijd. Hoe snel en op welke manier

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap.

Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap. NATUURVERBINDING HOORNEBOEG GOOIS NATUURRESERVAAT Productiebos maakt plaats voor oorspronkelijk heidelandschap. PRODUCTIEBOS MAAKT PLAATS VOOR OORSPRONKELIJK HEIDELANDSCHAP TEN ZUIDEN VAN HILVERSUM LIGGEN

Nadere informatie

Op Kroondomein Het Loo

Op Kroondomein Het Loo N A T U U R V O L G E N D B O S B E H E E R Op Kroondomein Het Loo 1 Kroondomein Het Loo V R O E G E R, N U E N Een boom wordt pas geoogst als buurbomen Kroondomein Het Loo omvat uitgestrekte I N D E T

Nadere informatie

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij

De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming. Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij De blik vooruit: De nieuwe Wet natuurbescherming Anne Reichgelt, Annelies Blankena en Evelien Verbij 1. Intro Wet Natuurbescherming Doel: natuurwetgeving vereenvoudigen en nauwer aan laten sluiten bij

Nadere informatie

Mei 2016. Erf & landschap. Wat zijn uw mogelijkheden?

Mei 2016. Erf & landschap. Wat zijn uw mogelijkheden? Mei 2016 Erf & landschap Wat zijn uw mogelijkheden? Erf & landschap Wat zijn uw mogelijkheden? Peel en Maas is een mooie en uitgestrekte plattelandsgemeente met veel ruimte voor groen. We streven naar

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense d Werkstuk door een scholier 1890 woorden 30 oktober 2004 7 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde De Loonse en Drunense D A. Tot welk landschapstype behoort het

Nadere informatie

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven)

Verkavelingspatroon Regelmatige blokverkaveling (door houtwallen omgeven) 4.5 Landduinen Landschapskenmerken Reliëfvorm Mozaïek van hogere zandduinen meestal bebost en lager en vlakker gelegen vennen en schrale graslanden Water Lage grondwaterstanden Bodem Zandgronden Wegenpatroon

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; 07.0003314 De raad van de gemeente Son en Breugel; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel

Nadere informatie

Specialisten van de VRU. Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht

Specialisten van de VRU. Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht Specialisten van de VRU Natuurbrandbestrijding: snelheid en slagkracht In de natuurrijke gebieden in het oosten van de provincie Utrecht zijn natuurbranden in droge tijden een reëel risico. Het is een

Nadere informatie

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.

Nadere informatie

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING CVDR Officiële uitgave van Hardenberg. Nr. CVDR2572_1 28 februari 2017 VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING De raad van de gemeente Hardenberg; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van

Nadere informatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING BRANDWEER PARKSTAD LIMBURG 2005 Het Algemeen Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg,

Nadere informatie

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet

Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet Compensatieaanpak N794 Heerderweg i.r.t EHS en Boswet (dd 12 mei 2014) Samenvatting Het plan N794 Heerderweg heeft als doel verhogen van de verkeersveiligheid van fietsers en automobilisten door de aanleg

Nadere informatie

Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel

Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel Notitie Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 18 mei 2017 Kenmerk N004-1233768BJF-evp-V04-NL Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel Inrichting en beheer van het compensatiegebied nabij Gortel ter

Nadere informatie

PRAKTIJKADVIES OMGAAN MET PERS EN MEDIA BIJ CALAMITEITEN IN BOS EN NATUUR

PRAKTIJKADVIES OMGAAN MET PERS EN MEDIA BIJ CALAMITEITEN IN BOS EN NATUUR PRAKTIJKADVIES OMGAAN MET PERS EN MEDIA BIJ CALAMITEITEN IN BOS EN NATUUR Praktijkadvies voor eigenaren en beheerders van bos en natuur 1. Inleiding Het Bosschap heeft het Praktijkadvies risicobeheersing

Nadere informatie

Speech van Minister van Economische Zaken, Henk Kamp, Jaarvergadering van de Federatie Particulier Grondbezit, Driebergen, 25 mei 2013

Speech van Minister van Economische Zaken, Henk Kamp, Jaarvergadering van de Federatie Particulier Grondbezit, Driebergen, 25 mei 2013 Speech van Minister van Economische Zaken, Henk Kamp, Jaarvergadering van de Federatie Particulier Grondbezit, Driebergen, 25 mei 2013 Versie 20 mei 2013 Alleen het gesproken woord geldt 1 Dames en heren,

Nadere informatie

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1 Concept Versie 21 juni 2018 Werkplan bosbeheer AWD 2018-2019: werkblok 1 Willem Stuulen Martijn van Schaik Inleiding Dit is het werkplan bosbeheer van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) voor 2018-2019.

Nadere informatie

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000. Rienk-Jan Bijlsma Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura 2000 Rienk-Jan Bijlsma Onderwerpen Habitatkaart bossen Veluwe Kwaliteitsverbetering habitattypen bos Oppervlaktevergroting habitattypen bos Habitatkaart: typen en criteria

Nadere informatie

Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren. (deel afvalstoffen is ingetrokken)

Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren. (deel afvalstoffen is ingetrokken) Beleidsregels voor het ontsteken van vreugdevuren (deel afvalstoffen is ingetrokken) Beleidsregels voor verbranden van afvalstoffen en vreugdevuren Vastgesteld door het college d.d. 11 september 2007 Publicatie

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING

HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALING Nr 5A05 De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene Wet Bestuursrecht noodzakelijk is om de verordeningen en regelingen aan te passen aan deze wet;

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening Raadsbesluit nummer : Rb2009/05 Onderwerp : Verordening Brandveiligheid en hulpverlening De raad der gemeente Hulst gelet op; 1. artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, 2. artikel

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1416 woorden 27 oktober 2004 5,3 30 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk 1 Het ontstaan van diversiteit

Nadere informatie

BESLUIT VERLENING OMGEVINGSVERGUNNING

BESLUIT VERLENING OMGEVINGSVERGUNNING Postbus 1 19 7120 AC Aalten T (0543) 49 33 33 E gemeente@aalten.nl www.aalten.nl BESLUIT VERLENING OMGEVINGSVERGUNNING Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) GEMEENTE AALTEN besluitdatum:

Nadere informatie

I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot

I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot I n t r o d u c t i e Bosvisie Groeiende toekomst `Waar staan we met de gedragscode? Slot Biodiversiteit en zorgvuldig

Nadere informatie

Deel 1 Toen en nu 13

Deel 1 Toen en nu 13 Deel 1 Toen en nu 13 14 Historie Het huidige typisch Nederlandse landschap met polders en dijken kent een lange historie. Na de laatste grote ijstijd, ongeveer 10.000 jaar geleden, werd door een stijgende

Nadere informatie

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER Het ontwerp Sturen met water van het Veenweide Innovatiecentrum Zegveld (VIC) zet in op actief, dynamisch grondwaterbeheer

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland

Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Op wegen en paden De openstelling van natuur in Nederland Wegen_paden.indd 1 04-05-2006 17:22:48 Wandelen, genieten en verwonderen Wandelen, hardlopen en fietsen. Of gewoon tot rust komen en vol verwondering

Nadere informatie

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen

De das in de nieuwe wet natuurbescherming. Beleven, benutten en beschermen De das in de nieuwe wet natuurbescherming Beleven, benutten en beschermen Integratie van bestaande natuurwetten Natuurbeschermingswet 1998 gebieden hoofdstuk 2 Flora- en faunawet soorten hoofdstuk 3 Boswet

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006 CVDR Officiële uitgave van Nuth. Nr. CVDR54254_2 4 oktober 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006 Ongestructureerd artikel Gem. reg. nr.

Nadere informatie

Bos en klimaatverandering

Bos en klimaatverandering Bos en klimaatverandering 19/08/2009 De mondiale trend van klimaatverandering brengt vele klimaateffecten met zich mee. Temperatuurstijging, de verandering van regenvalpatronen, hiervan kunnen we in Suriname

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 mei 2011 Betreft Beleidsreactie natuurbranden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 mei 2011 Betreft Beleidsreactie natuurbranden > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Nationale Veiligheid Fysieke Veiligheid Schedeldoekshaven 200 2511

Nadere informatie

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam

VNG. 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam VNG 9 maart 2017 T.E.P.A. Lam Kerntaken provincies Duurzame ruimtelijke ontwikkeling (o.a. waterbeheer) Milieu, energie en klimaat Vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden Regionale

Nadere informatie

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota BOS IN SINT-TRUIDEN Nota Ir. Koenraad Van Meerbeek 12/03/2012 1. Wat is bos? Wanneer we over bos spreken, is er een duidelijke definitie nodig van een bos. Iedereen moet immers over hetzelfde praten. Een

Nadere informatie

De Boswet in de nieuwe Wet natuurbescherming. Hoofdstuk Houtopstanden

De Boswet in de nieuwe Wet natuurbescherming. Hoofdstuk Houtopstanden De Boswet in de nieuwe Wet natuurbescherming Hoofdstuk Houtopstanden Door Anne Reichgelt, 29 november, 1 december, 6 december, 8 december 2016 De Boswet: even opfrissen Een simpele wet uit 1961 met als

Nadere informatie

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk? Conclusie Er zijn veel ontwikkelingen in het natuurbeleid sinds 2010 Er zijn aanpassingen doorgevoerd of noodzakelijk Natuurbeleid in

Nadere informatie

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, t.a.v. mevrouw D.W. Vreugdenhil, wethouder, Postbus 9022, 6710 HK Ede.

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, t.a.v. mevrouw D.W. Vreugdenhil, wethouder, Postbus 9022, 6710 HK Ede. Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, t.a.v. mevrouw D.W. Vreugdenhil, wethouder, Postbus 9022, 6710 HK Ede. Ede, 4 november 2015. betreft: vierde advies van de begeleidingsgroep

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk. Anne Reichgelt en Evelien Verbij

De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk. Anne Reichgelt en Evelien Verbij De nieuwe Wet natuurbescherming in de praktijk Anne Reichgelt en Evelien Verbij 1. Intro Wet Natuurbescherming Doel: natuurwetgeving vereenvoudigen en nauwer aan laten sluiten bij Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn

Nadere informatie

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Heidebeheer en fauna Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009 Inleiders: Jap Smits (Staatsbosbeheer) en prof. dr. Henk Siepel (Alterra-WUR) De Strabrechtse Heide is een

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

RECREATIE & NATUUR EN STARING ADVIES

RECREATIE & NATUUR EN STARING ADVIES RECREATIE & NATUUR EN STARING ADVIES In een groot deel van de Nederlandse bos- en natuurgebieden wordt veel gerecreëerd; op land, op het water en in de lucht. In de meeste gevallen kunnen de natuurfunctie

Nadere informatie

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept a Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Colofon Deze samenvatting

Nadere informatie

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009) NOTITIE Aan : Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie T.a.v. : De heer S. van der Meulen Van : Drs. R. Felix Datum : 19 september 2012 Ons kenmerk : 12-125 Uw kenmerk : 3001528 Onderwerp : QS

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR398867_1. Beleidsregels paasvuren gemeente Raalte

CVDR. Nr. CVDR398867_1. Beleidsregels paasvuren gemeente Raalte CVDR Officiële uitgave van Raalte. Nr. CVDR398867_1 8 mei 2018 Beleidsregels paasvuren gemeente Raalte Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte; gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10 Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Wat verandert er voor de verzekeraars Ad Durinck

Wat verandert er voor de verzekeraars Ad Durinck Het nieuwe bouwbesluit Wat verandert er voor de verzekeraars Ad Durinck Bouwbesluit 2012 Wat weten wij van de wijzigingen? Verschillen tussen bouwbesluit 2003 en 2012 Historie: Oudste tot dusver gevonden

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005 CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR10487_1 12 juli 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005 Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Hendriksbosch. Het Hendriksbosch is bezit van de gemeente Nunspeet. Het dennenbos ligt op een steenworp afstand van het station.

Hendriksbosch. Het Hendriksbosch is bezit van de gemeente Nunspeet. Het dennenbos ligt op een steenworp afstand van het station. Hendriksbosch door Peter Kwant Het Hendriksbosch is bezit van de gemeente Nunspeet. Het dennenbos ligt op een steenworp afstand van het station. In het Hendriksbosch gaan natuur en recreatie samen. Het

Nadere informatie

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen REDD+ een campagne voor bewustwording van suriname over haar grootste kapitaal Wat is duurzaam gebruik van het bos: Duurzaam

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Tijdelijke Natuur : win-win

Tijdelijke Natuur : win-win Utrecht - 21 februari 2016 Tijdelijke Natuur : win-win Albert Vliegenthart Green Deal Tijdelijke Natuur Ontheffing Flora en Faunawet: voor het laten ontstaan en weer verwijderen van beschermde soorten

Nadere informatie

Bomen over de Wet natuurbescherming

Bomen over de Wet natuurbescherming Bomen over de Wet natuurbescherming Boominfodag 2016 9 juni 2016, Mirjam Broekmeyer, Alterra WUR Wet natuurbescherming wat en waarom? 2 Wetgeving niet eenvoudig... 3 Proces Wetsvoorstel Natuurbescherming

Nadere informatie

05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417).

05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417). 05-09-2006 Beknopte notitie over varianten Ecologische verbinding over de Utrechtse weg (N417). Aanleiding Stichting Goois Natuurreservaat, Rijkswaterstaat en de gemeente Hilversum zijn voornemens de Utrechtse

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO

SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO SAMENVATTING VISIE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ONTWERP BESTEMMINGSPLAN TONSELSE VELD 2014 GEMEENTE ERMELO 20 oktober 2015 SAMENVATTING 1 WAAROM DE BEWONERSGROEP TONSELSE VELD ER IS De Bewonersgroep Tonselse

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon 4. De landbouwer als ICT-opdracht ehorizon Bedrijf: Steven Vanhecke - Oude Burkelslag 10-9990 Maldegem 4.1 Richtlijnen voor de begeleidende leerkracht Een belangrijk doel in de derde graad van het secundair

Nadere informatie

Oppassen voor kroonbrand Het bosbrandseizoen is weer aangebroken

Oppassen voor kroonbrand Het bosbrandseizoen is weer aangebroken foto Brandweer Apeldoorn Brand bij Nunspeet Oppassen voor kroonbrand Het bosbrandseizoen is weer aangebroken De brandweer maakt zich zorgen. Door het moderne bosbeheer is naar hun zeggen het risico op

Nadere informatie

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Op den Bosch 3, Maashees. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 mei 2007 Aanleiding Op het perceel Op den

Nadere informatie

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014 NATUURPUNT vzw Een onafhankelijke organisatie gedragen door vrijwilligers grootste natuurbeschermingsorganisate in Vlaanderen eind 2001 opgericht

Nadere informatie