Definitief Inspectierapport KDV Fun4Kids K.P.C. de Bazelweg DJ HEERHUGOWAARD Registratienummer

Transcriptie

1 Definitief Inspectierapport KDV Fun4Kids K.P.C. de Bazelweg DJ HEERHUGOWAARD Registratienummer Toezichthouder: GGD Hollands Noorden In opdracht van gemeente: HEERHUGOWAARD Datum inspectie: Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Personeel en groepen...5 Veiligheid en gezondheid...6 Inspectie-items...7 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 11

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Fun4kids is een organisatie voor kinderopvang met vestigingen in Schagen en Heerhugowaard. In Heerhugowaard is het kinderdagverblijf (kdv) gevestigd in een ruim pand op een bedrijventerrein. De ruimtes zijn open zodat er zicht is op de gang, de buitenruimte en de beide groepen. Er worden, in twee horizontale groepen, kinderen opgevangen van 0 tot 4 jaar. Inspectiehistorie: Het laatste onderzoek vond plaats in februari Er is toen een overtreding geconstateerd met betrekking tot de beroepskracht-kindratio. De houder heeft voor de definitieve vaststelling van het inspectierapport aangetoond dat de tekortkoming werd hersteld. Inspectie: Sinds 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing, is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achter in het inspectierapport staan de verschillende inspectie- items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de pedagogische praktijk, het aantal beroepskrachten op de groepen en hun diploma s en verklaringen omtrent het gedrag. Er is een gesproken met de locatieverantwoordelijke, er zijn documenten ingezien en er is een pedagogische observatie uitgevoerd. Conclusie: Aan de meeste getoetste voorwaarden worden voldaan. Er wordt niet voldaan aan enkele voorwaarden met betrekking tot de uitvoering van het beleid gezondheid en de kennis van de meldcode kindermishandeling. Zie hiervoor de toelichting bij het betreffende item. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 11

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De houder heeft een pedagogisch beleid waarin de visie op de kinderopvang staat beschreven. Pedagogische praktijk Voor het beoordelen van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van een observatie instrument. Tijdens het inspectiebezoek waren de beide groepen geopend. In de peutergroep werd samen aan tafel wat gegeten en gedronken. Het tafelmoment werd door de beroepskrachten benut om contact met de kinderen te maken, maar ook om met elkaar te spreken. De kinderen zouden vervolgens naar buiten gaan maar vanwege de regen werd besloten om binnen te gaan kleien. Volgens de beroepskrachten wordt zodra het kan, buiten gespeeld, dit vinden zij een belangrijk onderdeel van het dagprogramma. In de babygroep worden de kinderen gevolgd in hun eigen eet- en slaapritme. De iets grotere kinderen gingen samen aan tafel voor de lunch. Daarbij werden de kleintjes in hun wipstoel bij de tafel geplaatst zodat ze erbij werden betrokken. Er werd eerst nog een boekje voorgelezen en gezongen. Voorbeeld uit observatie instrument voor emotionele veiligheid: "De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen; ze geven complimentjes, maken grapjes, knuffelen, hebben oogcontact en treden bemoedigend op als een kind dat nodig heeft." Praktijkvoorbeeld: De kinderen aan tafel in de babygroep krijgen een complimentje als ze goed gegeten of gedronken hebben. Daarbij is oogcontact en een aai over de wangen. Voorbeeld uit observatie instrument voor persoonlijke ontwikkeling: "Er is (zowel binnen als buiten) voldoende spelmateriaal voor alle verschillende ontwikkelingsgebieden. Er is naast gesloten spelmateriaal ook open spelmateriaal waar kinderen zelf mee kunnen ontdekken en fantaseren." Praktijkvoorbeeld: Er zijn veel verschillende speelhoeken en -speeltoestellen aanwezig zowel binnen als buiten. In de baby/dreumesgroep bijvoorbeeld een afgescheiden deel voor de baby's, een zacht speelkleed met daaraan vastgemaakte vormen om te ontdekken, en een speelauto. In de peutergroep een bouwhoek, klimtoestel met glijbaan, speelboot en verkleedhoek. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 4 van 11

5 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft in een steekproef de verklaringen omtrent gedrag (vog) beoordeeld. De medewerkers uit de steekproef beschikken over een geldige vog. Deze gaan mee in de continue screening die vanaf 1 maart 2013 is ingegaan. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef de diploma s van de beroepskrachten beoordeeld. Iedereen in die steekproef beschikte over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er zijn twee stamgroepen: de Bezige Bijtjes met maximaal 14 kinderen van 2 en 3 jaar, en de babygroep met maximaal 9 kinderen van 0 en 1 jaar. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 11

6 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn in maart 2014 opnieuw uitgevoerd. Het hieruit volgende plan van aanpak is digitaal in te zien. Omdat daartoe eerst een inlogcode moet worden opgevraagd bij een medewerker op het hoofdkantoor, en de computer op het kantoortje van de locatie staat, wordt er weinig gebruik gemaakt van de documentatie. Beroepskrachten en stagiaires moeten eenvoudig kunnen nazien welke afspraken er zijn gemaakt met betrekking tot beleid veiligheid en gezondheid. In de praktijk bleek dat enkele richtlijnen rond hygiëne niet werden nageleefd. Dit is besproken met de beroepskrachten. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Meldcode kindermishandeling De meldcode kindermishandeling voldoet aan de voorwaarden. Het gedeelte waarin de informatie wordt vermeld over de te nemen stappen bij een vermoeden dat een medewerker dader is, ontbrak tijdens de inspectie. Dit gedeelte is alsnog vanuit het hoofdkantoor naar de locatie doorgestuurd. De beroepskrachten waren niet op de hoogte van deze stappen en de functie van de vertrouwensinspecteur. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Vierogenprincipe De ruimtes van de groepen zijn in open verbinding met de gang en haaks op elkaar, zodat de medewerkers elkaar kunnen zien en horen. Er zijn minimaal twee volwassenen aanwezig in het pand. Tevens wordt gebruik gemaakt van cameratoezicht. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling Pedagogisch beleidsplan 6 van 11

7 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 11

8 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 8 van 11

9 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 11

10 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Fun4Kids Aantal kindplaatsen : 42 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Fun4Kids Adres houder : Harmenkaag 4 Postcode en plaats : 1741 LA SCHAGEN Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hollands Noorden Adres : Postbus 324 Postcode en plaats : 1740 AH SCHAGEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevrouw A. Veldhuis Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HEERHUGOWAARD Adres : Postbus 390 Postcode en plaats : 1700 AJ HEERHUGOWAARD Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Hoor- en wederhoor : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 11

11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11