VAN YONKE INTO IGALA KUM NAAR HET BEGINT BIJ MIJ.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VAN YONKE INTO IGALA KUM NAAR HET BEGINT BIJ MIJ."

Transcriptie

1 VAN YONKE INTO IGALA KUM NAAR HET BEGINT BIJ MIJ. Onderzoeksverslag geschreven door Tessa van Dongen in opdracht van Hogeschool Rotterdam en TriviumLindenhof.

2 Een onderzoek naar het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME. Titel Van yonke into igala kum naar het begint bij mij. Onderzoeker Tessa van Dongen Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) Instituut Sociale Opleidingen (ISO) Studiejaren Opdrachtgever TriviumLindenhof Van Speykstraat VJ Rotterdam Begeleiding vanuit TriviumLindenhof Stéphanie Kwakman Begeleiding vanuit Hogeschool Rotterdam Jan Veldkamp Beoordelaar Jan Veldkamp Nienke Boerdijk (Tweede beoordelaar) 1

3 Voorwoord Met veel trots presenteer ik u Van yonke into igala kum naar het begint bij mij, een afstudeeronderzoek naar het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME. Yonke into igala kum is Xhosa, een taal die wordt gesproken in Zuid-Afrika. Het staat voor het begint bij mij, een slogan die kenmerkend is voor de interventie Proud2b ME. Dit onderzoek is geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening aan Hogeschool Rotterdam. In opdracht van TriviumLindenhof, een organisatie die specialistische jeugd- en opvoedhulp biedt aan kinderen, jongeren en hun ouders, is onderzoek gedaan naar Proud2b ME. Dit omdat TriviumLindenhof als één van de eerste organisaties in Nederland deze Zuid-Afrikaanse interventie zal implementeren. Dankzij dit onderzoek heb ik niet alleen kunnen laten zien dat ik op een zelfstandige, onderzoekende en ondernemende manier een bijdrage kan leveren aan de beroepspraktijk. Ik heb daarnaast ook veel inspiratie opgedaan dankzij de positiviteit en het enthousiasme van alle Proud2b ME-medewerkers die ik heb leren kennen tijdens het onderzoek. Het is mooi om te zien hoeveel enthousiasme zij steken in deze interventie, wat aanstekelijk werkte op mij en mijn onderzoek. Hierdoor heb ik met veel plezier gewerkt aan het onderzoek. Graag wil ik via deze weg een aantal mensen bedanken. Allereerst mijn afstudeerbegeleider vanuit Hogeschool Rotterdam Jan Veldkamp en mijn afstudeerbegeleidster vanuit TriviumLindenhof Stéphanie Kwakman voor de tijd en energie die zij beiden hebben gestoken in de begeleiding van het onderzoek. Verder wil ik een aantal medestudenten bedanken voor de fijne samenwerking en het geven van feedback: Demi Bakhuizen, Zoé Bartels, Evelien Boer, Lisa Bout, Lois Beunder, Tessa van den Burgt, Lisa Dijkers en Wafae Doughlay. In het bijzonder wil ik mijn medestudente Mieke Dekker bedanken, want dankzij haar ben ik in aanraking gekomen met het onderwerp Proud2b ME. Bedankt voor de fijne samenwerking! Verder wil ik Adele Grosse en Berthe Peerenboom bedanken voor het feit dat ik hen heb mogen interviewen. Daarnaast gaat mijn dank uit naar de Proud2b ME trainers voor het afnemen van een vragenlijst. Mede dankzij hun medewerking is dit onderzoek in deze vorm tot stand gekomen. Als laatste wil ik mijn ouders en vriend bedanken. Het is hun gelukt om mij altijd gemotiveerd te houden, ook al zat het even tegen. Bedankt voor de lieve, wijze woorden en het goede advies. Veel leesplezier toegewenst! Tessa van Dongen Rhoon, mei

4 Inhoud Voorwoord... 2 Samenvatting... 5 Summary... 6 Hoofdstuk 1. Inleiding Aanleiding Context en aansluiting van het onderzoek Onderzoeksorganisatie... 9 Hoofdstuk 2. Probleemanalyse Hoofdstuk 3. Onderzoeksdoel en de onderzoeksvragen Onderzoeksdoel Onderzoeksvraag en deelvragen Onderzoeksvraag Deelvragen Operationalisering Hoofdstuk 4. Onderzoeksmethodologie Onderzoekvorm Dataverzameling Validiteit en betrouwbaarheid Internationaal perspectief Hoofdstuk 5. Resultaten Deelvraag Deelvraag Deelvraag Deelvraag Deelvraag Hoofdstuk 6. Conclusies Conclusies per deelvraag Antwoord op de hoofdvraag Hoofdstuk 7. Aanbevelingen Hoofdstuk 8. Discussie Literatuurlijst

5 Bijlage Bijlage 1. Vragenlijst diepte-interview Adele Grosse Bijlage 2. Uitwerking diepte-interview Adele Grosse Bijlage 3. Labeling diepte-interview Adele Grosse Bijlage 4. Vragenlijst diepte-interview Berthe Peerenboom Bijlage 5. Uitwerking diepte-interview Berthe Peerenboom Bijlage 6. Labeling diepte-interview Berthe Peerenboom Bijlage 7. Vragen en horizontale vergelijking trainers Proud2b ME Bijlage 8. De analyseresultaten per deelvraag Bijlage 9. Beroepsproduct: Adviesrapport

6 Samenvatting Een nieuw product op de markt brengen is altijd een uitdaging, maar een nieuw product op de markt van de jeugdzorg brengen, neemt nog meer uitdagingen met zich mee. Zeker gekeken naar de actuele ontwikkelingen wat betreft de transitie en de transformatie binnen de jeugdzorg. TriviumLindenhof, een organisatie die specialistische hulp biedt aan kinderen, jongeren en hun ouders, durft dit aan. In 2014 hebben zij de eerste stappen gezet om Proud2b ME te introduceren binnen de Nederlandse jeugdzorg. Proud2b ME is een Zuid-Afrikaanse interventie gericht op ouderschap, opgroeien en opvoeden. Er wordt gewerkt aan het versterken van eigen kracht van de jeugdige, de ouders en (secundaire) opvoeders en het activeren van diverse kracht- en steunbronnen in de directe sociale omgeving van het gezin (Westering, 2014). Een interventie die mooi aan zou kunnen sluiten op de transitie en de transformatie. Het onderzoek komt niet zo zeer voort uit een praktijkprobleem, maar meer uit een onderzoekbehoefte. Een nieuw product kan niet zomaar geïntroduceerd worden. Daar gaat een langdurig aanpassingsproces aan vooraf, zeker als het product is ontwikkeld in het buitenland. Het is namelijk nog maar de vraag of deze interventie binnen de Nederlandse samenleving hetzelfde effect zal hebben als dat het in Zuid-Afrika heeft onder andere in verband met verschillende waardeoriëntaties (Hopman, 2011). Dit onderzoek heeft als doel om meer zicht te krijgen op het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie. Het is een beschrijvend onderzoek, waarbij de focus vooral ligt op welke stappen er binnen het aanpassingsproces genomen zijn. Door middel van literatuuronderzoek en het afnemen van diepteinterviews zal antwoord gegeven worden op de onderzoeksvraag en de bijbehorende deelvragen. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Hoe is het aanpassingsproces verlopen van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Uit de informatie, verkregen door het afnemen van diepte-interviews en een vragenlijst, blijkt dat er een aantal stappen zijn genomen binnen aanpassingsproces die overeen komen met de stappen die beschreven staan in de literatuur. Er is begonnen met een oriëntatie en vraagherkenning, om te kijken of er daadwerkelijk vraag was naar Proud2b ME in Nederland. Daarna heeft er een intensieve samenwerking plaatsgevonden met de Zuid-Afrikaanse oprichtster van Proud2b ME om de aanpassing zo goed mogelijk te laten verlopen zonder dat de kernelementen van de interventie verloren zouden gaan. Dit proces heeft langer geduurd dan gepland. Aan het begin van de samenwerking is verteld dat het contextualiseren van het basismateriaal ongeveer vijf dagen zou duren, dit bleek echter niet het geval. Het basismateriaal was niet voldoende vertaald en aangepast naar de Nederlandse situatie, waardoor er veel tijd gestoken is in het vertalen en aanpassen van het materiaal. Hierdoor heeft het aanpassingsproces veel vertraging opgelopen en is het proces nog niet zo ver als gehoopt was. De aanbevelingen die voortkomen uit de conclusie richten zich op verder onderzoek. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden door het Erasmus MC in samenwerking met het Kenniscentrum Jeugd van de gemeente Rotterdam. Aanbevolen wordt om dit onderzoek te richten op de effectiviteit van de aanpassingen die gemaakt zijn tijdens het aanpassingsproces, maar ook op de effectiviteit in zijn algemeenheid van Proud2b ME hier in Nederland. Als antwoord op deze aanbevelingen is een adviesrapport geschreven waarin beschreven staat welk soort vervolgonderzoek het Erasmus MC in samenwerking met het Kenniscentrum Jeugd kan uitvoeren. 5

7 Summary To introduce a new product on the market is always challenging, but to introduce a new product onto the market of the youth care, is even more so. Especially when you look at the current development concerning the transition and the transformation of youth care in Holland. TriviumLindenhof, an organisation that offers recondite help to children, young people and their parents, dare to take that step. In 2014, they have taken the first steps to introduce Proud2b ME here in Holland. Proud2b ME is an South-African intervention focused on parenthood, education and growing up. The people of Proud2b ME work on reinforcing individual strength of the young, their parents and their (secondary) educators and help to activate several support sources within the social network of the family (Westering, 2014). This is an intervention that could fit into transition and transformation of the youth care in Holland beautifully. This research does not arise from a current practical problem, but more from the need to conduct the research itself. Obviously, a new product is not so easily introduced onto the market. It takes a long process of adaption, especially when the product is developed in a foreign country. It is questionable whether this intervention will have the same effect in Dutch society as it has in South Africa because of the difference between the values (Hopman, 2011) for instance. This research aims to get more clarity on the adaption process of the South-African intervention Proud2b ME to the Dutch situation. It is a descriptive research, with a focus on the steps taken within the adaption process. Through literature research and interviews the main question will be answered. The main question in this research is: How did the adaption process from the South-African intervention Proud2b ME to the Dutch situation elapse? From the information, obtained by interviews that were conducted, it appears that there are made some steps during the adaption process who reconcile to the steps described in the literature. Starting with the orientation and exploration whether there was a demand for Proud2b ME in the Netherlands. After the orientation and exploration there has been an intensive association with the South-African founder of Proud2b ME to unsure that the adaptations should run smoothly without losing the essence of the intervention. This process took longer than expected. The people in Holland who would be responsible for the contextualisation of the material were told that it took about five days to contextualize the material. But it turned out that the translation of the material was not sufficient wherefore they have to spend more time in the translation and adaption of the material. Because of that there were some delays during the adaption process and the process is not as far as had been hoped. The recommendations that proceed from the conclusions focus on further research which will be realised by the Erasmus MC in cooperation with the Kenniscentrum Jeugd in Rotterdam. It is recommended to do research on the effectiveness of the adaptions made during the adaption process, but also to do research on the effectiveness in general of Proud2b ME here in Holland. There is developed a consultancy as a response to the recommendations. It describes which type of further research the Erasmus MC in cooperation with the Kenniscentrum Jeugd in Rotterdam should execute. 6

8 Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Voor het afstudeeronderzoek is contact gelegd met TriviumLindenhof, een organisatie die specialistische jeugd- en opvoedhulp biedt aan kinderen, jongeren en hun ouders. Vanuit TriviumLindenhof is de vraag gekomen om onderzoek te doen naar Proud2b ME, een interventie die ontwikkeld is in Zuid-Afrika en door TriviumLindenhof geïmplementeerd zal worden in Nederland. Proud2b ME is een interventie gericht op ouderschap, opgroeien en opvoeden. Er wordt gewerkt aan het versterken van eigen kracht van de jeugdige, de ouders en (secundaire) opvoeders en het activeren van diverse kracht- en steunbronnen in de directe sociale omgeving van het gezin (Westering, 2014). Het onderzoek zal zich richten op het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie naar de Nederlandse situatie. TriviumLindenhof zal deze nieuwe interventie implementeren en uitvoeren, maar het is van belang dat er ook onderzoek gedaan wordt naar het aanpassingsproces om te kijken of de interventie daadwerkelijk binnen de Nederlandse situatie uitgevoerd kan worden. Het is daarom voor TriviumLindenhof van groot belang dat er onderzoek gedaan wordt naar Proud2b ME om te kijken of deze interventie werkelijk aan kan slaan in Nederland. De reden dat er gekozen is om onderzoek te doen naar Proud2b ME is omdat het iets nieuws en onbekends is in Nederland, wat het onderzoek niet alleen interessant maakt, maar ook spannend. Spannend, omdat nu nog niet duidelijk is of de interventie zal aanslaan in Nederland. De resultaten van het onderzoek zullen daarom veel opleveren voor de Zuid-Afrikaanse oprichtster van de interventie, Adele Grosse. Maar daarnaast zullen de resultaten ook voor TriviumLindenhof iets opleveren, omdat deze organisatie als eerste organisatie medewerkers heeft laten opleiden tot Proud2b ME trainers en daarmee actief betrokken is bij het aanpassen en implementeren van de interventie. TriviumLindenhof vervult daarmee een belangrijke rol als ambassadeur van Proud2b ME binnen het jeugddomein. De uitkomsten van dit onderzoek dienen tevens ook als vooronderzoek voor de Erasmus MC en het Kenniscentrum Jeugd van de gemeente Rotterdam die later in het jaar ook onderzoek zullen gaan doen naar Proud2b ME. 1.2 Context en aansluiting van het onderzoek Context Op 1 januari 2015 is de transitie en transformatie binnen de Jeugdzorg van start gegaan. Deze transitie houdt in dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de huidige provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg (Movisie, 2015). Door deze transitie is ook de Jeugdwet in werking getreden. In deze wet staat dat de hulp en ondersteuning aan jongeren dichterbij, op maat en integraal georganiseerd wordt. Gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van de Jeugdwet. Kinderen en hun ouders kunnen bij hun gemeente terecht voor hulp en ondersteuning bij opgroei- en opvoedproblemen. De gemeenten zijn verantwoordelijk geworden voor preventie, alle vormen van (laagdrempelige) jeugdhulp en jeugdbescherming, kortdurend verblijf, alle vormen van specialistische hulp, de jeugdreclassering, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en de huidige AWBZ-begeleiding. Daarnaast zijn gemeenten ook verantwoordelijk geworden voor advies en meldingen over kindermishandeling en huiselijk geweld. De gemeenten hebben een jeugdhulpplicht, wat inhoudt dat zij jeugdigen die hulp aanbieden die zij nodig hebben (Nederlands Jeugd Instituut [NJI], 2014). 7

9 De verantwoordelijkheid voor veilig en gezond opgroeien, ligt ten eerste bij de ouders en de jeugdigen. Er wordt binnen de nieuwe Jeugdwet uitgegaan van de eigen kracht van de ouders en de jeugdigen. Er wordt vooral gekeken naar wat mensen zelf kunnen doen en wat hun sociale netwerk voor hen kan doen. Dit vraagt een andere benadering van de beroepskrachten. Zij gaan niet meer zelf de problemen oplossen, maar helpen mensen om hun eigen mogelijkheden meer te gebruiken (NJI, z.d.). Volgens Huibregtsen (2012) moeten de beroepskrachten de ouders en jeugdigen meer zien als opdrachtgevers, als vertrekpunt van de hulp die nodig is. Proud2b ME sluit erg aan bij deze nieuwe manier van werken, omdat de focus binnen deze interventie ook op de eigen kracht van de cliënt ligt. Het onderzoek naar Proud2b ME zal zich afspelen binnen Stichting TriviumLindenhof. De interventie zal ingezet worden binnen de wijkteams in Rotterdam Rijnmond en Zuid Holland Zuid. Aansluiting van het onderzoek Het onderzoek sluit mooi aan bij de eerder beschreven veranderingen die op 1 januari 2015 hebben plaatsgevonden. De transformatie binnen de jeugdzorg is nu volop aan de gang. Belangrijke elementen binnen deze transitie zijn verantwoordelijkheid van ouders, jongeren en andere opvoeders om zo een veilige opvoedomgeving te bieden aan kinderen. Daarnaast gaat de transitie gepaard met een verandering in het sociale domein. Het inzetten van het eigen netwerk komt steeds meer naar voren. Proud2b ME sluit hier perfect op aan door de duurzame verandering die de interventie in de samenleving veroorzaakt. TriviumLindenhof is er van overtuigd dat juist nu de tijd daar is om Proud2b ME te introduceren en implementeren in Nederland, omdat Proud2b ME door een mensgerichte benadering het in zich heeft om waarde toe te voegen aan het Nederlandse jeugdbeleid (Westering, 2014). Van 2010 tot 2012 liep het programma Welzijn Nieuwe Stijl, een programma van het ministerie van VWS, de Vereniging van Nederlands Gemeenten en de MOgroep Welzijn&Maatschappelijke dienstverlening. Dit om de professionaliteit en kwaliteit van het (jeugd)welzijnswerk te verbeteren (NJI, z.d.). Proud2b ME vindt aansluiting bij alle bakens, met een aantal bakens in het bijzonder. De eerste baken waar Proud2b ME op aansluit gaat over de vraag achter de vraag. De vraag van de burger wordt als uitgangspunt genomen en er wordt breder gekeken naar het probleem, omdat er vaak meer achter zit dan één vraag. De tweede en derde baken die aansluiten op de interventie draaien om de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk. Er wordt gekeken naar wat de burger zelf kan en wat zijn sociale netwerk kan beteken. Proud2b ME legt de focus ook op zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid en zet een sociaal netwerk in voor verdere ondersteuning. Een andere baken die aansluit bij Proud2b Me is de baken over het balans van collectief en individueel. Proud2b ME werkt namelijk met een collectieve aanpak, in groepen. 8

10 1.3 Onderzoeksorganisatie Het onderzoek is gestart vanuit Hogeschool Rotterdam en zal in opdracht van TriviumLindenhof in samenwerking met Stichting Proud2b ME Nederland uitgevoerd worden. De contactpersoon vanuit de Hogeschool Rotterdam is Jan Veldkamp, vanuit TriviumLindenhof is dit Stéphanie Kwakman en vanuit Stichting Proud2b ME Nederland zal dit Joost Kadijk zijn. Stichting TriviumLindenhof Stichting TriviumLindenhof is een organisatie die specialistische jeugd- en opvoedhulp biedt, als opgroeien en opvoeden niet meer vanzelf gaan, aan kinderen, jongeren en hun ouders. TriviumLindenhof biedt ambulante hulp, dagbehandeling en 24-uurs zorg. Kenmerkend voor de werkwijze van TriviumLindenhof is dat de draagkracht van de cliënten in hun eigen leefomgeving versterkt wordt. TriviumLindenhof biedt hulp aan die het beste bij de cliënt aansluit. De kernwaarden van TriviumLindenhof zijn inclusie en participatie. Het doel staat voorop dat alle mensen zo volwaardig als binnen hun vermogens ligt, mee kunnen doen in de maatschappij. Volwaardig meedoen betekent volgens TriviumLindenhof dat mensen zich verbonden voelen met hun sociale omgeving en zich daarnaast gerespecteerd en gewaardeerd voelen. Eigen kracht staat centraal binnen TriviumLindenhof. Hun missie is een antwoord op de vragen waarom bestaan wij? en waar staan we voor? : De hulp van TriviumLindenhof is erop gericht dat alle kinderen, jongeren en de gezinnen waarvan ze deel uitmaken zo volwaardig mogelijk deel kunnen nemen aan het gewone leven in de eigen sociale omgeving (TriviumLindenhof, 2015). De drie rode draden binnen de hulpverleningstrajecten zijn oplossingsgericht werken, systeemgericht werken en competentiegericht werken. Binnen het competentiegericht werken wordt uitgegaan van een evenwichtige ontwikkeling. Voor deze evenwichtige ontwikkeling is een goede balans tussen de ontwikkelingstaken en vaardigheden die daarvoor nodig zijn van groot belang. Als de ontwikkelingstaken voor kind of ouder te zwaar zijn of er zijn te weinig vaardigheden aanwezig, dan raakt de balans uit evenwicht en ontstaan er achterstanden in de ontwikkeling van het kind. Op basis van een pedagogische analyse wordt hulp op maat geboden, om het evenwicht weer te herstellen. Gezien de veranderingen die de transitie met zich mee brengt, heeft TriviumLindenhof hier ook flexibel op moeten inspelen. Een aantal grote residentiele groepen zijn omgebouwd naar kleinschalige hulp. Veel medewerkers zijn nu werkzaam binnen verschillende wijkteams. Zo sluit TriviumLindenhof aan bij één van de uitgangspunten van de transitie: laagdrempelige hulp dicht bij huis (TriviumLindenhof, 2015). Proud2b ME sluit mooi aan bij de visie, missie en de werkwijze van TriviumLindenhof. Stichting Proud2b ME Nederland Het bestuur van Stichting Proud2b ME Nederland bestaat uit drie vrijwilligers die allen werkzaam zijn in de openbare gezondheidszorg. Het enthousiasme van oprichtster Adele Grosse is op hen overgeslagen en zij hebben daarom ook als missie om Proud2b ME in Nederland tot een groot succes te maken (Hellema, z.d.). Het bestuur bestaat uit: Voorzitter Berthe Peerenboom; Secretaris Yvonne van Westering; Penningmeester Joost Kadijk. 9

11 Hoofdstuk 2. Probleemanalyse Binnen dit afstudeeronderzoek is er niet echt sprake van een praktijkprobleem, maar meer van een onderzoekbehoefte. Omdat de interventie is ontwikkeld in Zuid-Afrika, is het belangrijk dat er onderzoek gedaan wordt naar het aanpassingsproces en hoe dit geïmplementeerd kan worden in Nederland. Het is iets nieuws, maar het is de vraag of het in de Nederlandse samenleving hetzelfde effect zal hebben als dat het in Zuid-Afrika heeft. Het draait binnen het onderzoek daarom meer om de vraag hoe kan voorkomen worden dat deze interventie niet aanslaat in Nederland?. Het is belangrijk dat er onderzocht wordt of Proud2b ME aanslaat bij zowel de cliënten als de jeugdzorgwerkers. Ieder land heeft volgens Hopman (2011) te maken met eigen waardeoriëntaties. In Nederland ligt de nadruk bijvoorbeeld op eigen keuzevrijheid en onafhankelijkheid. Deze waardeoriëntaties zijn van invloed op de ontwikkeling van jeugdzorginterventies. Als een interventie uit een ander land komt, gebaseerd op hun eigen waardeoriëntaties, kan het zijn dat de effectiviteit in Nederland minder is omdat het niet aansluit bij de Nederlandse waardeoriëntaties (Hopman, 2011). Het is daarom van belang dat er onderzoek gedaan wordt naar het aanpassingsproces van de interventie om zo te voorkomen dat het in een later stadium een probleem kan worden, bijvoorbeeld omdat Proud2b ME niet aanslaat in Nederland. Deze onderzoekbehoefte komt vanuit TriviumLindenhof en Stichting Proud2b ME Nederland die verantwoordelijk zijn voor de aanpassing en uitvoering van de interventie in Nederland. Daarnaast hebben de professionals die getraind zijn de interventie uit te voeren binnen de gezinnen, ook behoefte aan dit onderzoek. Maar de gezinnen mogen ook zeker niet vergeten worden. Zij zijn gebaat bij een goed werkende interventie (Van Yperen & Van der Steege, 2010). Als laatste, komt de onderzoekbehoefte ook vanuit oprichtster Adele Grosse, zij vindt het namelijk erg belangrijk dat Proud2b ME op een goede manier wordt uitgevoerd. Zij heeft een aantal standaard eisen die volgens haar verwerkt moeten zijn in de interventie. Het is echter de vraag of deze eisen terug te zien zijn in de aangepaste interventie en of haar (Zuid-Afrikaanse) manier en eisen aansluiten op de Nederlandse samenleving. De onderzoekbehoefte is ontstaan vanuit TriviumLindenhof, omdat zij willen weten of Proud2b ME aanslaat in Nederland. Er treedt op dit moment nog geen probleem op, maar het zou een probleem kunnen worden als er geen onderzoek gedaan wordt naar de interventie. Volgens Daamen (2013) heeft een implementatieproces grote invloed op de effectiviteit van de geïmplementeerde jeugdzorginterventie. Wanneer de jeugdzorginterventie goed is geïmplementeerd, kan dit volgens haar zelfs de effectiviteit verdubbelen. Stals, Van Yperen, Reith en Stams (2008) vullen hierop aan dat een effectieve en duurzame implementatie van jeugdzorginterventies van belang is om tot effectieve jeugdzorg te komen. De afgelopen jaren is er veel aandacht besteed aan kwaliteitsverbetering (Veerman & Van Yperen). Men wil weten wat goede interventies zijn en of de hulp die geboden wordt wel effectief genoeg is. Onderzoek wijst echter uit dat op effectiviteit getoetste interventies niet altijd worden geaccepteerd en opgenomen in het dagelijks handelen van de hulpverleners. Wat problematisch is, omdat het bekend is dat interventies die slecht geïmplementeerd zijn en uitgevoerd worden, minder effect hebben of zelfs averechts werken(stals et al., 2008). Het is dus van belang dat een interventie goed geïmplementeerd wordt. Maar voordat een interventie geïmplementeerd kan worden, moet er gekeken worden of de interventie aansluit op een aantal determinanten, waaronder de maatschappelijke context. Deze context kan namelijk invloed hebben op de effectiviteit van de interventie (Daamen, 2013). Om dit te voorkomen, is het belangrijk om vooraf goed te onderzoeken of de interventie aansluit op de maatschappelijke, politieke en culturele context (Miller, Hubbard & Camacho, 2012) en hoe het aanpassingsproces verder is verlopen. 10

12 De Graaf (2014) heeft daarom een implementatiemodel ontwikkeld waarin gekeken wordt naar verschillende aspecten. Dit model bestaat uit drie fasen: de voorbereidende fase, uitvoerende fase en de borgingsfase. Het onderzoek zal zich richten op de eerste fase waarin onderzocht wordt of de stappen uit de voorbereidende fase wel daadwerkelijk gezet zijn. Tijdens de voorbereidende fase wordt er eerst gekeken naar de vraagverkenning en de relevantie van een interventie. De huidige situatie en het huidige aanbod wordt in beeld gebracht om te bepalen of er daadwerkelijk een verandering ingezet moet worden. Daarnaast wordt de relevantie van de interventie bepaald. De tweede stap is het kijken naar de toepasbaarheid van de interventie voor implementatie. Er worden voorwaarden beschreven voor een succesvolle implementatie op basis van kennis, financiën en draagvlak. Op basis hiervan wordt een definitief besluit voor een go of no-go genomen. Als dit rond is, wordt de projectstructuur ingericht. Er worden verantwoordelijkheden en taken in beeld gebracht en er wordt een implementatie-planning gemaakt. Verder worden er samenwerkingsafspraken gemaakt over voorwaarden en deelnamen aan de interventie tussen bijvoorbeeld gemeenten en de desbetreffende instellingen. Als laatste wordt gekeken naar de afstemming van de interventie op de desbetreffende doelgroep (de Graaf, 2014). Als er onderzocht wordt hoe het aanpassingsproces verlopen is, kan waarschijnlijk de conclusie getrokken worden of de interventie wel of niet geschikt is voor de Nederlandse samenleving. Het kan een probleem worden, omdat op dit moment nog niet duidelijk is of Proud2b ME daadwerkelijk aansluit op de Nederlandse situatie. Hypothetisch gezien zou het goed kunnen dat de interventie goed werkt in Nederland, omdat de kern van Proud2b ME mooi aansluit op de transitie, maar dit kan pas bewezen worden als er daadwerkelijk onderzoek naar is gedaan. Het aanpassingsproces is nu al in werking. Tijdens het onderzoek zal dus teruggekeken worden op dit proces en op welke stappen er genomen zijn tijdens het aanpassingsproces. 11

13 Hoofdstuk 3. Onderzoeksdoel en de onderzoeksvragen 3.1 Onderzoeksdoel Het doel van het onderzoek is om zicht te krijgen op het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie. Het zal een beschrijvend onderzoek (van der Donk & van Lanen, 2011) worden waar de focus ligt op welke stappen er genomen zijn in de aanpassing van het materiaal. Op basis van dit onderzoek zullen aanbevelingen gedaan worden over het aanpassingsproces en deze aanbevelingen zullen worden meegenomen in het onderzoek naar Proud2b ME van het Erasmus MC in samenwerking met het Kenniscentrum Jeugd van de gemeente Rotterdam. 3.2 Onderzoeksvraag en deelvragen Onderzoeksvraag Hoe is het aanpassingsproces verlopen van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Deelvragen Wat komt er in het algemeen kijken bij een aanpassingsproces van een buitenlandse interventie naar de Nederlandse situatie? Welke stappen zijn er genomen in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Welke knelpunten zijn er geweest in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Wat zijn de eisen vanuit de oprichtster van Proud2b ME en zijn deze terug te zien in de aangepaste interventie? Sluit Proud2b ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Operationalisering Proud2b ME Proud2b ME is een interventie die in 2003 ontwikkeld is in Zuid-Afrika en mooi aansluit bij de transitie. De interventie is gericht op ouderschap, opgroeien en opvoeden en versterkt de eigen kracht van de jeugdige (tot 18 jaar), de ouders en (secundaire) opvoeders. Proud2b ME heeft als einddoel een uitdagende en veilige opvoedomgeving voor de jeugdige en het activeren van diverse kracht- en steunbronnen in de directe sociale omgeving van het gezin. Voorbeelden van deze krachten steunbronnen kunnen zijn een buurman of buurvrouw, iemand uit de familie of uit de vriendenkring. Zo wordt op een duurzame manier het sociale netwerk rondom het gezin verstevigd, iets wat erg aansluit op de nieuwe Jeugdwet. In de basis is de interventie mensgericht en geeft het de jeugdige, ouders en (secundaire) opvoeders concrete handvatten voor nieuwe vaardigheden en ander gedrag. Hun motto Het begint bij mij! maakt de deelnemers bewust van hun aandeel in het opgroei- en opvoedproces. Proud2b ME heeft verschillende programma s ontwikkeld voor verschillende doelgroepen: onder andere ouders, jongeren en vaders. De interventie die in Nederland geïmplementeerd zal worden, zal zich richten op ouders. Het bestaat uit vijf bijeenkomsten die elk drie á vier uur duren. Tijdens deze bijeenkomsten worden vier pijlers behandeld, namelijk: Pijler 1: Mijn rol en verantwoordelijkheid als ouder; Pijler 2: Zelfvertrouwen en zelfbeeld; Pijler 3: Effectieve communicatie; Pijler 4: Normen, waarden en regels. 12

14 De laatste bijeenkomst dient als terugblik. Er wordt een certificaat uitgereikt en een supportgroep samengesteld. Om ook hier het duurzame effect te verstevigen wordt vanuit iedere wijk of sociale gemeenschap een supportgroepsleider aangesteld, die na de vijf sessies actief in verbinding blijft met de groep. Zo kunnen groepsleden elkaar blijven ontmoeten onder leiding van deze supportgroepsleider. Deze supportgroepsleider wordt ondersteund vanuit de Proud2b MEorganisatie. Hierdoor is Proud2b ME uitermate geschikt om in te zetten binnen de wijkteams (Westering, 2014). Later in het jaar zal ook het programma gericht op jongeren gecontextualiseerd en geïmplementeerd worden in Nederland. Interventie Volgens Van Yperen en Bakker (2008) zijn interventies programma s voor preventie, ontwikkelingsstimulering of behandel- en trainingspakketten. Richtlijnen voor het handelen van professionals als er sprake is van risico s of problemen zijn vertaald in een pakket met concrete handelingsinstructies. Dit uit zich in een vastgelegde methodiek of protocol, trainingen, materialen voor de uitvoering en soms kwaliteitssystemen. Interventies zijn onder te verdelen in drie varianten: Type 1: Een interventie als privaat product. Deze heeft een beschermd eigendom, waarvan het gebruik onder strikte voorwaarden over te nemen is. Het eigendom is niet bedoeld als commercieel belang, maar meer ter bescherming van de kwaliteit van het product. Voorbeelden hiervan zijn Triple P en Taakspel. Type 2: Een interventie als academisch product. De kennis en het gebruik zijn vrij toegankelijk, maar zonder commerciële doelen. De ontwikkelaar geeft vaak aan niet de behoefte te hebben om zelf eigenaar te zijn en blijven van de interventie. Voorbeelden hiervan zijn Opstandig en Minder Boos. Type 3: Een interventie als product van een zorgaanbieder. Hieronder vallen de interventies die van bekende interventies afgeleid zijn of die zijn doorontwikkeld door een (collectief van) zorgaanbieder(s). Hieronder vallen ook de buitenlandse interventies die door een (collectief van) zorgaanbieder(s) naar Nederland zijn gehaald. Deze worden voor de toepassing in ons land bewerkt, onderzocht en geïmplementeerd. De mate waarin hier sprake is van commercieel belang, strikt eigendom of vrije toegankelijkheid is wisselend. Proud2b ME is een mooi voorbeeld van een type 3 interventie, met een type 1 karakter. De levensloop van een interventie kent verschillende fasen, namelijk: Ontwikkeling en daaraan verbonden onderzoek; Brede implementatie met daarvoor benodigde materialen; Het onderhouden van de interventie. Bij de type 1 programma s is de ontwikkelaar verantwoordelijk voor de activiteiten die aansluiten bij de bovenstaande fasen. Bij de andere twee typen ligt dit anders. Dan geeft de ontwikkelaar aan dat het niet zijn taak is om de implementatie op zich te nemen. Dit kan er toe leiden dat een interventie wel breed beschikbaar is, maar er verder geen voorzieningen zijn om de interventie goed te implementeren, te onderhouden en de uitvoeringskwaliteit te monitoren (Van Yperen & Bakker, 2008). Het onderzoek zal zich richten op de eerste fase van de levensloop van een interventie. 13

15 Hoofdstuk 4. Onderzoeksmethodologie 4.1 Onderzoekvorm Zoals eerder vermeld, zal het een beschrijvend onderzoek worden. Het doel van een beschrijvend onderzoek is niet om een fenomeen te verklaren, maar om iets te beschrijven. Op grond van een beschrijvend onderzoek kunnen er nieuwe ideeën ontstaan bij de onderzoeker. Een nadeel van een beschrijvend onderzoek is de beperkte generaliseerbaarheid, waardoor de resultaten van het onderzoek niet aansluiten bij iedereen. Aan de andere kant heeft beschrijvend onderzoek een groot voordeel doordat de onderzoeker zich veel verder in het onderwerp kan verdiepen, omdat er vaak gewerkt wordt met een kleinere doelgroep (Baarda, 2014). Bij een beschrijvend onderzoek wordt een thema of praktijksituatie in kaart gebracht. Er wordt onderzoek gedaan naar hoe iets in elkaar zit. De uitkomsten van een beschrijvend onderzoek kunnen aanleiding zijn voor het maken van bepaalde keuzes of het startpunt zijn van een vervolgonderzoek (van der Donk & van Lanen, 2011). 4.2 Dataverzameling Het gaat om een kwalitatief onderzoek, omdat er gewerkt wordt met een brede verscheidenheid aan gegevens die met elkaar gemeen hebben dat ze niet zo makkelijk te verwerken zijn (Harinck, 2006). Met deze kwalitatieve gegevens worden gegevens uit de literatuur, uit interviews en uit open enquêtevragen bedoeld. Per onderzoeksvraag zullen verschillende onderzoeksactiviteiten plaatsvinden gericht op het verzamelen, analyseren en rapporteren (van der Donk & van Lanen, 2011) van de data. Er zal binnen het onderzoek gebruik worden gemaakt van verschillende databronnen, namelijk: Literatuur De gevonden literatuur zal gebruikt worden om antwoord te kunnen geven op de eerste deelvraag. Daarnaast dient het ter onderbouwing en/of aanvulling op de uitkomsten van de interviews die gehouden zullen worden. Verder zal de literatuur bruikbaar zijn voor het beantwoorden van de vijfde deelvraag. Voor de literatuur is gezocht naar actuele literatuur. Er is gebruik gemaakt van primaire en secundaire literatuur (van der Donk & van Lanen, 2011). Artikelen, informatiefolders en factsheets vallen onder secundaire literatuur. Onder de primaire literatuur valt die literatuur die verslag doet over theoretisch of empirisch wetenschappelijk werk. Het Nederlands Jeugd Instituut is een instelling die zich verdiept in empirisch wetenschappelijk onderzoek en is voor dit onderzoek benaderd voor het verkrijgen van relevante en actuele vakliteratuur en onderzoeksrapporten. De thema s van het onderzoek zijn vanuit verschillende perspectieven bekeken, wat tot triangulatie leidt. Documenten Om meer verdieping te vinden in de interventie Proud2b ME wordt er gebruik gemaakt van verschillende documenten van de Stichting. Hieronder vallen onder andere factsheets, het werkmateriaal en hun theoretisch kader. Individuele personen Een aantal personen zullen benaderd worden voor diepte-interviews. Deze individuele, gestructureerde diepte-interviews zullen gehouden worden om antwoord te geven op een aantal deelvragen. Een diepte-interview is een kwalitatieve onderzoeksmethode, die gericht is op het achterhalen van motivaties en gedachten over een bepaald onderwerp. Hierdoor is de informatie die verkregen is door het interview diepgaander dan door een kwantitatieve methode (Huypens, 2009). 14

16 De personen die geïnterviewd zullen worden, zijn Berthe Peerenboom en Adele Grosse. Berthe Peerenboom is één van de personen die verantwoordelijk is voor het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie. Door deze persoon te bevragen, kan er antwoord gegeven worden op de tweede, derde, vierde en vijfde deelvraag. Adele Grosse is de oprichtster van Proud2b ME en kan vooral antwoord geven op de vierde deelvraag en verder zorgen voor aanvulling op de andere deelvragen. Beide interviews zullen gebeuren aan de hand van een gestructureerde vragenlijst aan de hand van verschillende thema s. Hierdoor is er een duidelijk overzicht van de thema s die aan bod moeten komen tijdens het interview. Zodra de interviews zijn afgenomen, zal de data geanalyseerd worden aan de hand van categorieën, ook wel labelen genoemd (van der Donk & van Lanen, 2011). De categorieën zullen gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag en/of deelvragen en zullen ieder een eigen kleur krijgen. Bij het labelen van de interviews zijn dezelfde categorieën gebruikt, om tijdens de analyse direct overeenkomsten en verschillen op te sporen. Verder zijn een veertiental personen gevraagd een korte vragenlijst in te vullen. Zij zijn de eerste veertien personen die de training tot Proud2b ME trainer gevolgd hebben en hun feedback op het proces kan zeer waardevol zijn. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van een online vragenlijst die zij allen anoniem kunnen invullen. Uiteindelijk hebben zeven van hen gereageerd. De uitkomsten van deze vragenlijst zullen aan de hand van een horizontale vergelijking (van der Donk & van Lanen, 2011) geanalyseerd worden. Samenvattend: er wordt gebruik gemaakt van verschillende dataverzamelingstechnieken om informatie te verkrijgen uit de bovenstaande databronnen. Ten eerste zullen vakliteratuur en onderzoeksrapporten bestudeerd (van der Donk & van Lanen, 2011) worden. Omdat het een beschrijvend onderzoek is, wordt het thema vanuit meerdere perspectieven bekeken door gebruik te maken van verschillende tekstbronnen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de dataverzamelingstechniek bevragen (van der Donk & van Lanen, 2011). Dit gebeurt ten eerste door het afnemen van gestructureerde diepte-interviews, maar daarnaast ook door het afnemen van een aantal open enquêtevragen. 4.3 Validiteit en betrouwbaarheid Validiteit Bij validiteit wordt gekeken of dat wat er onderzocht moet worden, wel daadwerkelijk onderzocht wordt. Dit houdt in dat de onderzoeksresultaten zo min mogelijk systematische verstoringen bevatten (van der Donk en van Lanen, 2011). Er zal daarom gezocht worden naar bruikbare literatuur met een onderwerp wat relevant is voor het onderzoek. De informatie die er niet toe doet, zal buiten beschouwing gelaten worden. Om het onderzoek valide te houden, zullen er tijdens het onderzoek verschillende contactmomenten plaatsvinden met de opdrachtgever, om na te gaan of er werkelijk datgene onderzocht wordt wat onderzocht moet worden. De verzamelde data dient als onderbouwing voor het praktijkprobleem. Door om de week tijdens de afstudeerbijeenkomsten het onderzoeksplan, onderzoeksactiviteiten en het onderzoek zelf te bespreken en hier vragen over te stellen, wordt tevens ook de validiteit verhoogd. Daarnaast zal door interviews af te nemen bij mensen die actief betrokken zijn bij het aanpassingsproces van Proud2b ME zowel de validiteit, als de betrouwbaarheid verhoogd worden. 15

17 Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid wordt gewaarborgd door middel van het gebruik van boeken, artikelen, onderzoeken en andere (internet)bronnen en van stappen die navolgbaar zijn. Er wordt gebruik gemaakt van relevante en actuele literatuur die tevens ook voor triangulatie zullen zorgen. Het betreft data uit verschillende bronnen die wel allemaal over hetzelfde onderwerp gaan en (vaak) dezelfde conclusies hebben, wat zorgt voor brontriangulatie (van der Donk & van Lanen, 2011). De data die geselecteerd is voor het onderzoek, is zowel geselecteerd op onderwerp als op auteur. Een aantal bronnen zijn geschreven door dezelfde auteur, wat de betrouwbaarheid verhoogd. Er is verder gekozen voor zoveel mogelijk actuele literatuur, hiermee wordt literatuur bedoeld die niet ouder dan tien jaar is. De interviews worden individueel afgenomen. Hiervoor is gekozen zodat de geïnterviewden elkaar niet kunnen beïnvloeden en de uitkomsten van de interviews goed met elkaar vergeleken kunnen worden. Als blijkt dat twee personen hetzelfde zeggen, maar dit niet van elkaar weten, verhoogt dit de betrouwbaarheid van de uitkomsten van de interviews. De interviews worden uitgewerkt en ter bevestiging opgestuurd naar de geïnterviewden. Om de validiteit en betrouwbaarheid optimaal te waarborgen, is er gebruik gemaakt van een viertal richtlijnen (van der Donk & van Lanen, 2011). Ten eerste is er gezorgd voor triangulatie. Er is gebruik gemaakt van data uit verschillende bronnen en deze data zijn op verschillende manieren verzameld, zowel door het bestuderen als het bevragen. Een andere richtlijn om validiteit en betrouwbaarheid te waarborgen is het communiceren over het praktijkonderzoek. Tijdens het onderzoek zullen er contactmomenten plaatsvinden met de opdrachtgever, maar daarnaast zal er ook gesproken worden met medestudenten en docenten om het onderzoek te voorzien van tussentijdse feedback. Verder wordt er gebruik gemaakt van verdieping in het praktijkprobleem. Door middel van een vooronderzoek is er geconstateerd dat er daadwerkelijk sprake is van een praktijkprobleem, in dit onderzoek benoemd als onderzoekbehoefte. Wat verder ook bijdraagt aan de waarborging van validiteit en betrouwbaarheid is het gebruik van vakliteratuur en de verdieping in verschillende perspectieven. 4.4 Internationaal perspectief Het onderzoek wordt op verschillende manieren in een internationaal perspectief geplaatst. Ten eerste omdat er gebruik gemaakt wordt van zowel binnenlandse als buitenlandse literatuur. Het onderzoek wordt hierdoor vanuit een gedifferentieerd perspectief beschouwd. Daarnaast is het onderzoek in opdracht van TriviumLindenhof die in samenwerking met de Stichting Proud2b ME Nederland actief samenwerken met de Zuid-Afrikaanse partners van Proud2b ME. Tijdens het onderzoek zullen er contactmomenten plaatsvinden met Adele Grosse uit Zuid-Afrika, de oprichtster van de interventie Proud2b ME. 16

18 Hoofdstuk 5. Resultaten 5.1 Deelvraag 1. Wat komt er in het algemeen kijken bij een aanpassingsproces van een buitenlandse interventie naar de Nederlandse situatie? Interventie met potentie Zoals eerder in het onderzoek beschreven is, zijn interventies programma s voor preventie, ontwikkelingsstimulering of behandel- en trainingspakketten (van Yperen & Bakker, 2008). Een goede beschrijving en theoretische onderbouwing maken van een interventie is volgens Van Yperen, Bijl en Veerman (2008) van groot belang voor de interventie om deze potentieel effectief te laten zijn. Omschrijving en theoretische onderbouwing geven aan waarom men denkt dat de interventie zal werken. Daarnaast geven omschrijving en theoretische onderbouwing informatie over de keuze van de interventie als de meest geschikte ingreep voor een bepaalde doelgroep. De basiselementen van een interventie met potentie zijn: De naam van de interventie; Het doel van de interventie; De doelgroep van de interventie; De aanpak van de interventie; De context en overige randvoorwaarden; De uitvoerende organisaties; Overeenkomsten met andere interventies. Bij de beschrijving van een interventie hoort een goede bronvermelding, om ervoor te zorgen dat relatieve buitenstaanders de mogelijkheid hebben de aangehaalde literatuur zelf te raadplegen (van Yperen et al., 2008). Daarnaast heeft Van Yperen (2003) een vijftal kenmerken opgesteld die de kans op een succesvolle implementatie vergroten. Het is van belang dat er tijdens het aanpassingsproces rekening gehouden wordt met onderstaande kenmerken: Het verwachte voordeel van een interventie Als professionals denken dat de interventie hen kan helpen, zijn zij eerder geneigd zich deze interventie eigen te maken. Zij wegen opbrengsten en risico s (soms onbewust) af. Hoe meer kennis er is over de interventie, des te groter de kans dat de professionals willen werken met de interventie. Passend bij de waarden, overtuigingen, geschiedenis en behoefte van de gebruiker Als een interventie past bij de waarden, normen en huidige werkwijze van de professionals, zijn zij sneller geneigd de interventie eigen te maken. De mate van complexiteit van de interventie Wanneer de interventie geen ingewikkelde processen omvat en hij eenvoudig uit te voeren is, zullen de professionals sneller instemmen met de interventie. Uitprobeerbaarheid Daarnaast zullen zij sneller instemmen met de interventie als zij eerst op kleine schaal kunnen oefenen en de tijd en ruimte krijgen om de interventie zich eigen te maken. Observeerbaarheid Professionals zijn eerder geneigd te willen werken met de interventie als zij, door te observeren bij collega s, al kennis hebben mogen opdoen over de interventie. 17

19 Implementatiemodel Volgens de Graaf (2014) is het belangrijk dat nog voordat het implementatieproces van start gaat, er onderzocht moet worden of er daadwerkelijke vraag is naar de interventie. Als dit het geval is, wordt er gekeken naar een aanpak of implementatiemethode. Op basis van bestaande theorieën, praktijkervaringen en gesprekken met implementatiedeskundigen heeft de Graaf (2008) een implementatiemodel ontwikkeld dat gebruikt kan worden voor de implementatie van een interventie in een gemeente of instelling. Het model is opgebouwd in drie fases, namelijk de voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Alleen de eerste fase van het implementatiemodel is toepasbaar op het aanpassingsproces van een buitenlandse interventie naar de Nederlandse situatie. De voorbereidende fase bestaat uit: Vraagverkenning en relevantie van de interventie bepalen; Toepasbaarheid van de interventie voor implementatie; Inrichten projectstructuur; Implementatie-planning; Formulieren samenwerkingsafspraken; Afstemming interventie. Er wordt in de voorbereidende fase veel belang gehecht aan het bepalen van de vraag en relevantie, het verzamelen van informatie over de interventie en daarnaast het in kaart brengen van belemmerende en bevorderende factoren die effect kunnen hebben op (het succes van) de interventie. Uit onderzoek (de Graaf, 2008) blijkt dat er te weinig tijd gestoken wordt in deze activiteiten, maar volgens haar is dit wel de basis voor het hele implementatieproces. Vraagverkenning en analyse Dankzij de vraagverkenning en de analyse wordt duidelijk hoe complex de verandersituatie is. Dit wordt aangegeven als eerste-, tweede- of derde orde verandervraagstukken. Bij iedere orde hoort een bepaalde benaderingswijze. Door dit onderscheid te maken, wordt duidelijk welke veranderingsstrategie of implementatiemethode het beste past bij het verandervraagstuk. Eerste orde verandervraagstukken zijn vraagstukken met een technisch instrumenteel karakter, zoals het invoeren van een nieuwe versie van een Word programma. Hier past de ontwerpbenadering het beste bij. Bij tweede orde verandervraagstukken, welke complexer zijn dan de eerste orde verandervraagstukken, past eerder een ontwikkelbenadering met een procesmatig karakter. Bij tweede orde verandervraagstukken gaat het om vraagstukken vanuit een organisatie, bijvoorbeeld over de cultuur of de structuur van de organisatie. Het invoeren van een interventie als Proud2b ME valt onder tweede orde verandervraagstukken. Veranderingen worden dan geleidelijk gerealiseerd en de organisatieleden worden betrokken bij alle fasen van verandering. De ontwikkelbenadering is het meest effectief als het gaat om het realiseren van verbeteringen binnen een bestaande context. Er is aandacht voor de verandering van structuur, cultuur en het individueel gedrag (Boonstra, 2000). Bij derde orde verandervraagstukken speelt vooral dynamiek en onzekerheid een rol, bijvoorbeeld de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. De benadering van lerend vernieuwen past het beste bij deze ongestructureerde orde vraagstukken. Determinanten Het proces om jeugdinterventies te kunnen implementeren kan ingewikkeld zijn. Er spelen zowel bevorderende als belemmerende factoren mee, die ook wel determinanten genoemd worden. Deze zijn onder te verdelen in vier categorieën: a) de interventie, b) de doelgroep, c) de organisatie en d) de (maatschappelijke) context (Daamen, 2013). Concreet betekent dit dat het van belang is dat er tijdens de voorbereidende fase van het eerder genoemde implementatieproces een determinantenanalyse wordt uitgevoerd op deze vier gebieden. Daarop aansluitend vindt een selectie plaats van de meest passende implementatie strategieën. 18

20 Uit onderzoek (Barwick et al., 2005) blijkt dat het voor een succesvol implementatieproces van belang is dat er eerst een determinantenanalyse plaatsvindt voordat de daadwerkelijk implementatie van start gaat. Tijdens deze determinantenanalyse moet volgens Barwick en collega s (2005) gekeken worden welke determinanten op de vier eerder genoemde gebieden (interventie, doelgroep, organisatie en maatschappelijke context) van invloed zijn en daarop gebaseerd worden de implementatieactiviteiten afgestemd. Om een goede determinantenanalyse tot stand te brengen, kan gebruik gemaakt worden van Het MeetInstrument voor Determinanten van Innovaties (Fleuren, Paulussen, Van Dommelen & Van Buren, 2012). Hoewel Daamen (2013) spreekt over de determinanten interventie, doelgroep, organisatie en (maatschappelijke) context, spreken Fleuren et al. (2012) over innovatie, de toekomstige gebruiker, de organisatie en de sociaal-politieke omgeving. Beiden bedoelen hetzelfde. Het MeetInstrument van Fleuren et al. (2012) kan gebruikt worden door onderzoekers om in kaart te brengen welke determinanten het daadwerkelijke gebruik van een in te voeren interventie kunnen beïnvloeden. Op basis van deze inzichten kan een gerichte invoeringsstrategie ontworpen worden. Hoewel er in totaal 29 verschillende determinanten, verdeeld over de vier gebieden, geanalyseerd kunnen worden, is het aan de onderzoeker zelf om te bepalen welke determinanten er wel en niet aan bod komen. Aanpassing internationale interventie Om een interventie wat afkomstig is uit een ander land te implementeren in Nederland, is het volgens de Graaf (2009) van belang dat er een analyse wordt gemaakt van mogelijke fundamentele culturele verschillen tussen de instellingen die de interventie aanbieden, de doelgroep en het gezondheidszorgsysteem. Het implementeren van een programma uit een ander land is complexer. Er moeten eerst een aantal aanpassingsstappen doorlopen worden. Ten eerste is een culturele overdracht onmisbaar om potentiele fundamentele verschillen vast te stellen. Verder moet het materiaal vertaald worden. Deze taak moet zorgvuldig uitgevoerd worden, omdat de kernelementen van de interventie niet veranderd mogen worden. Door van Daamen (2013) wordt dit programma integriteit genoemd: de interventie wordt uitgevoerd zoals dit bedoeld is. Het is niet zozeer van belang dat de interventie precies zo wordt uitgevoerd als dat deze bedoeld is, maar meer dat de werkzame factoren van de interventie wél uitgevoerd worden zoals deze bedoeld zijn. Daarom is het bij de start van een implementatieproces belangrijk om zicht te hebben op de werkzame factoren van de interventie (Daamen, 2013). Daarnaast verschillen de organisaties van elkaar. Het is belangrijk dat er contact blijft vanuit de organisatie die de interventie wil implementeren met de internationale oprichter(s) van de interventie. Communicatie hierin is van groot belang voor een succesvolle implementatie. Het is belangrijk dat de voorwaarden voor samenwerking aanwezig zijn om een samenwerking op lange termijn te garanderen (de Graaf, 2009). Omdat een internationale interventie volgens Cuijpers, de Graaf en Bohlmeijer (2005) nog te weinig systematisch wordt aangepast, hebben zij een aantal basisstappen ontwikkeld. Nog voordat een interventie geïmplementeerd kan worden, adviseren zij dat er gekeken wordt naar de meest relevante gebieden en/of regio s binnen de volksgezondheid, om eventueel een pilot project te starten. De eerste stap die daarna volgt is de identificatie van potentiele effectieve interventies door bijvoorbeeld literatuurstudie, met daaropvolgend de tweede stap die zich richt op het aan een deskundig onderzoek onderwerpen van de interventie. Daarna speelt tijdens de derde stap de vraag of de resultaten van de onderzoeken gegeneraliseerd kunnen worden naar de nationale situatie een rol. Er moet gekeken worden naar de culturele verschillen op drie verschillende gebieden: de professional die de interventie zal gaan uitvoeren, de doelgroep en de context binnen de gezondheidszorg. Pas dan kan de vierde stap plaats vinden, met de centrale vraag of de interventie geïmplementeerd kan worden in de nationale situatie (Cuijpers et al., 2005). 19

21 5.2 Deelvraag 2. Welke stappen zijn er genomen in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Vraagherkenning Uit de interviews met Adele Grosse en Berthe Peerenboom (bijlage 2 en bijlage 5) blijkt dat er tijdens het aanpassingsproces is begonnen met de vraagherkenning. Tijdens een conferentie in 2010 is er kennis gemaakt met de interventie Proud2b ME en werd gedacht dat dit een interventie zou zijn die in Nederland zou passen. De volgende stap was het oriënteren en toetsen of dit daadwerkelijk zo is, of er op de markt vraag naar is. Dit is gebeurd door de oprichtster Adele Grosse uit te nodigen in Nederland voor een viertal inspiratiebijeenkomsten op verschillende locaties voor bestuurders en medewerkers van verschillende instellingen. Hieruit bleek dat er veel enthousiasme voor en vraag naar de interventie ontstond. Contextualisering Nadat duidelijk werd dat er vraag was naar de interventie, is volgens geïnterviewde Berthe Peerenboom (bijlage 5) de Stichting Proud2b ME Nederland opgericht. Medewerkers van deze Stichting zijn toen met de oprichtster Adele Grosse in gesprek gegaan over de voorwaarden die nodig zouden zijn om de interventie in Nederland uit te kunnen voeren. Er is een licentieovereenkomst getekend en het basismateriaal van Proud2b ME is bekeken, vertaald en aangevuld met beschrijvingen, voorbeelden en filmpjes die meer passen in de Nederlandse samenleving, zodat deze meer herkenbaar zouden zijn voor zowel de professionals als de cliënten die zullen gaan werken met Proud2b ME. Volgens van Yperen (2008) wordt er tijdens de aanpassing van een ontwikkelde (internationale) interventie opzettelijk iets veranderd, waardoor er een nieuwe variant ontstaat die veel op het origineel lijkt. Dit kan gezien worden als een poging om de interventie toe te snijden op een specifieke aanpassing. Hier zitten zowel positieve als negatieve kanten aan. De positieve kant is dat er door die aanpassing maatwerk wordt gerealiseerd. Daarnaast vermindert aanpassing de weerstand bij professionals en instellingen tegen implementatie. De negatieve kant is dat het niet duidelijk is of de bewezen effectiviteit van de oorspronkelijke interventie net zo geldt als voor de aangepaste variant. Daarnaast moet er bij zo n degelijke aanpassing wederom stil gestaan worden bij de verantwoordelijkheid van de kwaliteit, de implementatie en het onderhoud van de interventie. De vraag of de aanpassingen een negatief effect kunnen hebben op de kwaliteit van interventie wordt tijdens het interview verworpen. Dat je dan een filmpje laat zien en daarop reflecteert doet niks af aan de oefening, maar het filmpje wat je kiest sluit beter aan bij wie die trainer is, maar ook bij die groep mensen die je voor je hebt. En wij geloven wel heel erg dat hoe meer iemand zich daar in herkent, hoe beter het werkt (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). Ook bleek uit het interview met Berthe Peerenboom (bijlage 5) dat naast het vertalen en aanpassen van het materiaal, er ook een handboek is ontwikkeld voor de trainers waarin de achtergrond van de oefeningen van Proud2b ME theoretisch onderbouwd is, zodat de trainers naslagwerk hebben en de gedachtegang achter een oefening kunnen opzoeken. Op dit moment wordt er een share point ontwikkeld, waarop trainers hun materiaal kunnen delen met andere trainers ter inspiratie. Dit materiaal wordt door de Stichting Proud2b ME Nederland eerst gescreend of het wel voldoet aan de kwaliteit van Proud2b ME en of het daadwerkelijk een toevoeging is aan de interventie. 20

22 Theoretisch kader Daarnaast is er volgens geïnterviewde Berthe Peerenboom (bijlage 5) een onderzoek gedaan naar Proud2b ME en wat de kans van slagen theoretisch gezien is hier in Nederland. Dit onderzoek dient als theoretisch kader van de interventie. Er is onderzoek gedaan naar wat een interventie effectief maakt en of deze aspecten terug te zien zijn in Proud2b ME. Verder staat in het theoretisch kader aan de hand van verschillende theorieën beschreven waarom bepaalde aspecten wel werken en waarom andere niet. Daarnaast speelt volgens haar ervaring ook een grote rol binnen het aanpassingsproces. Alle medewerkers die actief zijn binnen het aanpassingsproces van Proud2b Me werken al tien tot vijftien jaar binnen de jeugdzorg en hebben met eigen ogen kunnen zien wat wel en niet werkt. Deze ervaringen zijn ook meegenomen met de contextualisering en aanpassing van de interventie. Je neemt zo verschrikkelijk veel mee wat je hebt gezien, wat je hebt gehoord, wat je zelf hebt ervaren. En dat is van onschatbare waarde. Dus zo n onderzoek is wel behulpzaam, maar daarmee red je het niet (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). Accreditatie Naast dat er tijdens het aanpassingsproces aandacht is besteed aan de aanpassing en contextualisering van het basismateriaal, bleek uit het interview met Berthe Peerenboom (bijlage 5) dat er ook aandacht is besteed aan accreditatie. Via accreditatie wordt zowel de kwaliteit van scholingen beoordeeld als de mate waarin deze scholingen bijdragen aan het professioneel handelen van de professional (Bosscher & Zwikker, 2012). Dit betekent dat de professionals die de training volgen, om deze vervolgens later zelf ook te geven, punten krijgen voor het registratiesysteem. Inmiddels is de training voor ouders en mede-opvoeders geaccrediteerd en zodra de training voor de jongeren af is, zal deze ook geaccrediteerd worden. Aandeel Adele Grosse Uit de interviews met Adele Grosse en Berthe Peerenboom (bijlage 2 en bijlage 5) blijkt dat tijdens het aanpassingsproces oprichtster Adele Grosse vooral gefungeerd heeft als vraagbaak. Zij en Stichting Proud2b ME Nederland zijn voortdurend met elkaar in gesprek gegaan over datgene wat aangepast zou worden en hoe dat aangepast zou worden. Daarnaast fungeert zij als coach naar de trainers toe. De eerste groep professionals is opgeleid tot Proud2b ME trainer, maar zij kunnen altijd met hun vragen terecht bij Adele Grosse. Zij beantwoordt deze vragen door middel van , Skype of het opnemen van een mentorshipvideo. 21

23 5.3 Deelvraag 3. Welke knelpunten zijn er geweest in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Binnen het aanpassingsproces zijn volgens geïnterviewde Berthe Peerenboom (bijlage 5) een aantal aspecten goed gegaan, zoals de oriëntatiefase, met de vraagherkenning en de inspiratiesessies. Hierdoor zijn een aantal instellingen direct enthousiast geworden. Zij hebben mensen geleverd die mee hebben gedacht tijdens de contextualisering. Zoals bij ieder project, is er ook sprake geweest van knelpunten. Door middel van niet opgeven, heel veel tijd erin steken en elkaar te blijven motiveren, is er gewerkt aan deze knelpunten. De knelpunten zijn vooral ervaren binnen Proud2b Me Nederland, want uit gesprek met oprichtster Adele Grosse (bijlage 2) bleek dat zij het vooral een heel leerzaam proces heeft gevonden en niet echt knelpunten is tegengekomen. Licentieovereenkomst Eén van de knelpunten binnen het aanpassingsproces is volgens geïnterviewde Berthe Peerenboom (bijlage 5) geweest dat de Stichting Proud2b ME Nederland een licentieovereenkomst heeft moeten tekenen en een commitment hebben moeten afleggen nog voordat zij het materiaal in mochten zien. Er is toen getekend met de mededeling dat het materiaal al vertaald aangeleverd zou worden en het contextualiseren van het basismateriaal ongeveer vijf dagen zou kosten. Echter bleek de vertaling niet goed genoeg, waardoor iemand anders dit opnieuw heeft moeten doen. En daarnaast bleek dat er heel veel zaken die noodzakelijk zijn, als jij niet Adele bent, om een training te kunnen geven gewoon niet goed beschreven waren of zelfs niet voldoende, goed onderzocht waren en wij hadden zoiets ja dat is wel noodzakelijk dat je weet waarom je iets doet en niet alleen maar iets doet omdat je denkt dat het goed is. Dus wij willen wel gewoon een.. ja, de theorie daar achter hebben. ( ) Dat moest allemaal nog echt gewoon goed uitgezocht worden en beschreven worden. En daarnaast bleek dat heel veel materiaal nog niet af was, terwijl de boodschap was dat het wel af was. Dus dat heeft heel veel vertraging opgeleverd (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). Kosten Doordat het product niet volledig af is geleverd door Proud2b ME Zuid-Afrika is de tijdsinvestering van vijf dagen naar twee dagen in de week, voor twee jaar lang, gegaan. En het proces is nu nog niet helemaal klaar, waardoor de tijdsinvestering op blijft lopen. Er is volgens Adele Grosse en Berthe Peerenboom (bijlage 2 en 5) veel tijd gestoken in Proud2b ME. De Stichting Proud2b ME Nederland heeft ervoor gekozen om geen subsidie aan te vragen, waardoor alles gefinancierd wordt door een persoonlijke lening. Dit met de gedachte dat de Stichting deze lening binnen een paar jaar zou hebben terugverdiend aan het geven van de trainingen. Doordat het proces langer duurt dan gepland, lopen de kosten op. Denk aan kosten voor licentie, kosten om Adele Grosse naar Nederland te halen voor inspiratiesessies, kosten om een vertaler in te huren, hostingskosten, kosten voor het maken van een website en share point. Ook het onderhouden van de trainers en het ontwikkelen van een toolkit kost geld. Een deel daarvan kan nu betaald worden door de eerste training die gegeven is, maar een groot deel wordt nog steeds betaald door de persoonlijke investering. Heel veel tijd erin gestoken, echt heel veel tijd (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). It s going to take a bit longer for the process of Proud2b ME reaching people sooner than later (A. Grosse, persoonlijke mededeling, 21 april 2015). 22

24 Marketing Een ander knelpunt is volgens geïnterviewde Berthe Peerenboom (bijlage 5) het meerdere malen moeten uitstellen van een training, omdat het materiaal nog niet af was of er onduidelijkheid was over de inhoud van de training. Hierdoor werd het product continue aangepast, waardoor de Stichting telkens met een ander verhaal op de markt komt. Dat is naar de klanten toe niet goed. Het is voor Stichting Proud2b ME Nederland lastig om te marketen, omdat ze niet goed weten wat zij moeten marketen. En dat is gewoon niet goed, want dan haken nieuwe mensen wel af (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). Transitie Nog iets wat als knelpunt wordt ervaren is de transitie. Zowel Berthe Peerenboom als oprichtster Adele Grosse hebben dit aangegeven (bijlage 5 en bijlage 2). De transitie heeft een grote invloed op de markt, want die staat op dit moment nog niet open voor nieuwe interventies. Het is niet zozeer de interesse in Proud2b ME die mist, maar het is er de tijd nog niet voor. Instellingen en wijkteams zijn, los van hun enthousiasme, nog niet klaar om met een nieuwe methodiek aan de slag te gaan. Dus daar waar je nu dingen wilt vermarkten, is de markt uhm.. op dit moment bezig met nieuwe teams vormen en überhaupt werkprocessen bedenken. ( ) Dit jaar is de markt met hele andere dingen bezig en dat heeft wel een grote impact op het tempo waarmee wij dingen kunnen doen. (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). I think the transformation process in Holland with the youth care uh was a challenge because a lot of workers then and in the moment.. uh a lot of their energy is going into internal issues with organisations (A. Grosse, persoonlijke mededeling, 21 april 2015). 23

25 5.4 Deelvraag 4. Wat zijn de eisen vanuit de oprichtster van Proud2b ME en zijn deze terug te zien in de aangepaste interventie? Trainers en organisaties Uit het interview met Berthe Peerenboom (bijlage 5) blijkt dat de oprichtster van Proud2b ME, Adele Grosse, voornamelijk eisen stelt aan de mensen die getraind worden en de organisaties waar deze getrainde mensen werken. Wat betreft de trainers vindt Adele Grosse het vooral belangrijk dat zij zich houden aan het programma en dat zij hier niet vanaf wijken. Daarnaast moeten de trainers volgens haar minimaal twee, drie keer per jaar een intervisiebijeenkomst bijwonen en ervoor zorgen dat ze altijd up to date zijn en het meest recente materiaal gebruiken. Aan de organisaties is de eis gesteld dat zij ervoor zorgen dat het meest actuele materiaal daadwerkelijk beschikbaar is. Verder is het wat betreft de organisaties voor Adele Grosse van belang dat de organisaties faciliteren dat mensen daadwerkelijk de interventie kunnen uitvoeren. De organisatie dient verantwoordelijkheid te nemen en de kosten te dragen voor intervisie en supervisie. Bovenstaande eisen zijn binnen de Nederlandse variant van Proud2b ME terug te zien. Op dit moment wordt er een contract ontwikkeld waarin alle eisen zijn verwerkt en die trainers en organisaties eerst moeten ondertekenen voordat zij de samenwerking met Stichting Proud2b ME Nederland aangaan. Materiaal Verder blijkt uit het interview met Berthe Peerenboom (bijlage 5) dat Adele Grosse eisen stelt aan het materiaal. Daarmee wordt niet alleen de kwaliteit van het materiaal bedoeld, maar ook de layout. Het gebruik van dezelfde kleurcodes, de juiste logo s en de juiste lay-out. Hier heeft zij voor gekozen zodat alle verschillende organisaties wel met hetzelfde product naar buiten komen. Stichting Proud2b ME Nederland gaat met deze eisen mee, maar heeft wel wat veranderingen ingevoerd. Zo heeft Stichting Proud2b ME Nederland een template ontwikkeld. Een template is een vaststaand sjabloon waarin de opmaak, indeling en teksten van bijvoorbeeld het trainingsmateriaal van Proud2b ME in gezet kan worden. Deze template wordt nu ook door Zuid-Afrika ook gebruikt. Onze eisen zijn hoger dan die van hen. Dus ook daar zie je een wisselwerking dat wij het materiaal kregen en zeiden van ja, dit kan echt niet hier ( ) dat wordt bij ons als onprofessioneel ervaren want dat moet je allemaal netjes bij elkaar zetten. Maar als je niet weet hoe dat moet dan gaat het natuurlijk alle kanten op springen (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). Veranderingen Hoewel veel van de eisen zijn doorgevoerd in de Nederlandse variant van Proud2b ME blijkt uit de interviews met Adele Grosse en Berthe Peerenboom (bijlage 2 en 5) dat er vanuit de Stichting Proud2b ME Nederland ook wat aanpassingen hebben plaatsgevonden. Zo was vanuit de oprichtster de eis om de basistraining tien dagen te laten duren en heeft Stichting Proud2b ME Nederland deze training verkort tot zes dagen. Dit omdat zij werken met professionals uit het werkveld die genoeg basiskennis hebben over opvoedstijlen, methodieken ect. waardoor de training in een kortere versie uitgevoerd kan worden. Ook het aantal intervisiesessies is aangepast. Waar Adele Grosse akkoord ging met twee a drie per jaar, vindt Stichting Proud2b ME Nederland dat te weinig en pleiten zij voor meer intervisiesessies per jaar. Adele Grosse kon zich wel vinden in deze verandering. Zij gaat wel helemaal mee in de verandering. Ze zijn ook heel blij met onze input (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). I am very satisfied ( ) It s wonderful to get the feeling, to see what s happening. And to get people acknowledging how the program is changing and helping them transform their old ways into new ways (A. Grosse, persoonlijke mededeling, 21 april 2015). 24

26 5.5 Deelvraag 5. Sluit Proud2b ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Uit interviews blijkt dat Proud2b ME goed kan aansluiten binnen de Nederlandse samenleving. Hoewel er in de Nederlandse variant geprobeerd wordt zo veel mogelijk van waarden en normen af te blijven. Zo blijkt uit het interview met Berthe Peerenboom (bijlage 5) dat er tijdens de aanpassing van het materiaal veel aandacht is besteed aan het nuanceren van het materiaal wat betreft de normen en waarden. Dat is overigens wel een uitdaging in zo verre dat wij merken dat in het Engelse materiaal veel wordt gesproken over moet en feit is dat en dat hebben wij er zoveel mogelijk uitgehaald nu, in de loop van de afgelopen periode, omdat wij dit niet zo stellig zien (B. Peerenboom, persoonlijke mededeling, 6 mei 2015). Er is in de aanpassing van het materiaal geprobeerd zo min mogelijk op te leggen, omdat Stichting Proud2b ME Nederland van mening is dat het aan het gezin zelf is om te bepalen, welke normen en waarden zij belangrijk vinden en na willen streven. Het is dan de taak van de trainer om hen hierin te begeleiden, maar verder geen oordeel te vellen. In de aanpassing van het materiaal wordt gekozen om niet de waarden en normen voor te schrijven, maar het gezin te motiveren zelf een keuze hierin te maken. Dit uitgangspunt is echter wel iets wat aansluit op de Nederlandse opvoedingswaarden- en normen. Het niet oordelen, respect hebben voor een ander en het ondersteunen bij het zelf maken van keuzes zijn gedachten die binnen de Nederlandse samenleving een rol spelen en waarbij Proud2b ME mooi aansluit. Volgens van Keulen, van Beurden en Pels (2010) is autonomie en verantwoordelijkheid verreweg het meest belangrijke doel dat ouders in Nederland nastreven. Uit afgenomen vragenlijst onder de trainers van Proud2b ME (bijlage 7) blijkt dat zij Proud2b ME redelijk goed vinden aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden- en normen. Zij geven hier een gemiddeld cijfer voor van een 7,4. Antwoord Antwoorden Ratio 1/ ,3% 2/10 0 0% 3/10 0 0% 4/10 0 0% 5/10 0 0% 6/10 0 0% 7/10 0 0% 8/ ,1% 9/ ,3% 10/ ,3% Gemiddelde score 7,4 14,3% van de ondervraagden (bijlage 7) vindt het moeilijk om antwoord te geven op bovenstaande vraag, omdat er volgens hen niet één bepaalde visie is op de Nederlandse opvoedingswaarden. Er zit volgens hen verschil in regio, geloof, leeftijd, opleidingsniveau etc. maar Proud2b ME is volgens hen een interventie die maatwerk kan bieden, waardoor het wel kan aansluiten. Daarentegen zijn de normen en waarden die besproken worden binnen Proud2b ME volgens 28,6% van de ondervraagden normen en waarden die bij verschillende culturele achtergronden passen, dus ook bij de Nederlandse cultuur. De andere 57,1% vindt dat Proud2b ME goed aansluit op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen, onder andere omdat het zelf verantwoordelijk zijn voor keuzes iets is wat binnen de Nederlandse samenleving speelt. 25

27 Hoofdstuk 6. Conclusies 6.1 Conclusies per deelvraag Uit de analyseresultaten van de eerste deelvraag blijkt dat er veel komt kijken bij een aanpassingsproces. Een goede omschrijving en theoretische onderbouwing maken van een interventie is van groot belang voor de interventie om deze potentieel effectief te laten zijn (Van Yperen et al., 2008). Er zijn een vijftal kenmerken opgesteld die de kans op een succesvolle implementatie vergroten. Daarnaast is er een implementatiemodel ontwikkeld door De Graaf (2014) bestaande uit de voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Dit onderzoek richt zich op de voorbereidende fase. Tijdens de voorbereidende fase moet stilgestaan worden bij de vraagherkenning om daarop een benaderingswijze af te stemmen, maar ook moet er tijdens de voorbereidende fase een determinantenanalyse gedaan worden om te kijken welke factoren belemmerend en bevorderend kunnen werken (Daamen, 2013). Bij de aanpassing van een internationale interventie is het belangrijk dat er een analyse wordt gemaakt van mogelijke culturele verschillen, het materiaal moet zorgvuldig vertaald worden zodat de kernelementen aanwezig blijven, er moet goed contact zijn met de oprichter van de interventie (Cuijpers et al., 2005). De resultaten van de tweede tot en met de vijfde deelvraag zijn verkregen door het afnemen van diepte-interviews en een vragenlijst (bijlage 2, 5 en 7). Uit de analyseresultaten van de tweede deelvraag blijkt dat er tijdens het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie ten eerste is stilgestaan bij de vraagherkenning. Eerst is onderzocht of er daadwerkelijk vraag was naar de interventie. Daarnaast is er een onderzoek geweest om een theoretisch kader te ontwikkelen. Tijdens de contextualisering hebben er voortdurend gesprekken plaatsgevonden over de voorwaarden, het materiaal en de aanpassingen. Het materiaal is aangepast en aangevuld en binnen dit proces heeft oprichtster Adele Grosse een groot aandeel gehad. De analyseresultaten van de derde deelvraag laten de knelpunten van het aanpassingsproces zien. Eén van de knelpunten binnen het aanpassingsproces is geweest dat er een licentieovereenkomst is getekend nog voordat Stichting Proud2b ME Nederland het materiaal in mocht zien. Hierdoor hebben zij niet kunnen zien dat het materiaal nog niet af was. Omdat het materiaal niet af was, is de tijdsinvestering omhoog geschoten en daarnaast schieten de kosten ook omhoog, omdat Proud2b ME Nederland alles financiert vanuit een persoonlijke lening. Verder zijn de trainingen een aantal keer uitgesteld, omdat er teveel onduidelijkheid was. Dit is niet goed voor de marketing. Een ander knelpunt wat ook invloed heeft op de markt, is de transitie omdat wijkteams op dit moment nog niet open staan voor een nieuwe interventie. Daarnaast is er tijdens het aanpassingsproces rekening gehouden met bepaalde eisen vanuit oprichtster Adele Grosse. Zij stelt voornamelijk eisen aan de mensen die getraind worden en de organisaties waar deze getrainde mensen werken. Daarnaast worden er eisen gesteld aan het materiaal. Zowel aan de inhoud van het materiaal, als wel de lay-out. Hoewel oprichtster Adele Grosse een aantal eisen heeft gesteld, liggen die van Stichting Proud2be ME Nederland nog hoger, waardoor er wat aanpassingen hebben plaatsgevonden. Adele Grosse is met alle aanpassingen akkoord gegaan. Uit de analyseresultaten van de vijfde deelvraag, die zich richt op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen, blijkt dat zowel de meerderheid van de trainers als de geïnterviewden (bijlage 2, 5 en 7) vinden dat Proud2b ME past bij de Nederlandse opvoedingswaarden- en normen. Er is in de aanpassing van het materiaal geprobeerd zo min mogelijk waarden en normen op te leggen, omdat het aan het gezin zelf is om te bepalen wat zij willen nastreven. Deze gedachtegang sluit echter wel aan bij algemene waarden en normen die in Nederland belangrijk zijn zoals respect, niet oordelen, eigen keuzes maken. Uit de afgenomen vragenlijst blijkt dat 14,3% het niet vindt aansluiten tegenover 85,7% die Proud2b ME wel vinden aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen. 26

28 6.2 Antwoord op de hoofdvraag Hoe is het aanpassingsproces verlopen van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Uit de interviews (bijlage 2 en 5) blijkt dat er in 2010 voor het eerst kennis gemaakt is met de interventie Proud2b ME. Er is toen gestart met de vraagherkenning en oriëntatie of Proud2b ME een interventie zou zijn die in Nederland zou kunnen werken. Tijdens de oriëntatie is rekening gehouden met bevorderende en belemmerende factoren, ook wel determinanten genoemd (Daamen, 2013). Dankzij de vraagherkenning wordt volgens Boonstra (2000) duidelijk hoe complex de verandersituatie is. Proud2b ME valt onder tweede orde verandervraagstukken, waarbij een ontwikkelbenadering past met een procesmatig karakter. Veranderingen worden geleidelijk gerealiseerd en organisatieleden worden bij het gehele proces betrokken (Boonstra, 2000). Zo ook tijdens het aanpassingsproces van Proud2b ME. In 2012 is de Stichting Proud2b ME Nederland opgericht die het aanpassingsproces en het contextualiseren op zich genomen heeft. Niet alleen de organisatieleden van deze Stichting zijn actief betrokken bij het aanpassingsproces, maar ook de organisatieleden van Proud2b ME Zuid-Afrika. Er heeft een intensieve samenwerking plaatsgevonden, iets wat Cuijpers et al. (2005) zien als een belangrijke voorwaarde voor het aanpassingsproces van een internationale interventie. Nadat duidelijk werd dat er vraag was naar Proud2b ME in Nederland, is een licentieovereenkomst ondertekend en zijn de voorwaarden besproken die nodig zijn om de interventie in Nederland uit te voeren. Er kon begonnen worden met het aanpassingsproces, ook wel de voorbereidende fase genoemd van het implementatiemodel van De Graaf (2014). Verder is er een goede omschrijving en theoretische onderbouwing van de interventie gemaakt, iets wat volgens Van Yperen et al. (2008) van groot belang is om de interventie potentieel effectief te laten zijn. Door onderzoek te doen naar de kans van slagen van de interventie in Nederland en theoretische onderbouwingen te beschrijven voor Proud2b ME is het theoretisch kader ontwikkeld. Daarnaast is er gewerkt aan een vertaling van het basismateriaal en aangevuld met beschrijvingen, voorbeelden en filmpjes die meer aansluiten op de Nederlandse situatie. Tijdens deze vertaling is rekening gehouden met het in tact houden van de werkzame factoren en kernelementen van Proud2b ME, wederom iets wat Cuijpers et al. (2005) zien als een belangrijke voorwaarden voor het aanpassingsproces van een internationale interventie. Daarnaast is er een handboek ontwikkeld voor de trainers met een theoretische onderbouwing van de oefeningen van Proud2b ME. Tijdens de aanpassing van het basismateriaal is er wel rekening gehouden met de eisen die gesteld werden vanuit oprichtster Adele Grosse. Zij stelde voornamelijk eisen aan de trainers, maar ook aan de organisaties waar deze trainers werken. Op dit moment wordt er een contract ontwikkeld waarin alle eisen vanuit Adele Grosse zijn verwerkt en die trainers en organisaties eerst moeten ondertekenen voordat zij de samenwerking met Stichting Proud2b ME Nederland aangaan. Verder stelde zij eisen aan de kwaliteit en de lay-out van het materiaal, zodat iedere organisatie met hetzelfde product op de markt komt. Stichting Proud2b ME Nederland heeft hiervoor een format ontwikkeld die gebruikt wordt voor al het materiaal, de toolkit enzovoorts. Hoewel er tijdens het aanpassingsproces rekening is gehouden met de eisen vanuit Adele Grosse, blijkt uit de interviews (bijlage 2 en 5) dat Stichting Proud2b ME Nederland ook wat eisen vanuit hen hebben doorgevoerd, maar Adele Grosse gaat wel mee in deze veranderingen. Verder is er tijdens het aanpassingsproces rekening gehouden met de Nederlandse situatie, waarden en normen. Zo zijn een aantal beschrijvingen, voorbeelden en filmpjes aangepast om meer aansluiting te vinden met de Nederlandse cultuur, blijkt uit het interview (bijlage 5). 27

29 Daarnaast is er in de Nederlandse variant van Proud2b ME geprobeerd zo veel mogelijk van waarden en normen af te blijven, maar dit bij de gezinnen zelf te laten. Het is volgens Stichting Proud2b ME Nederland aan de gezinnen zelf om te kiezen welke waarden en normen zij belangrijk vinden en willen nastreven. Deze gedachtegang sluit mooi aan bij een aantal Nederlandse waarden en normen, zoals respect hebben voor elkaar, niet oordelen over elkaar en een ieder stimuleren in het maken van eigen keuzes. Uit de afgenomen vragenlijst (bijlage 7) blijkt dat 14,3% Proud2b ME niet vindt aansluiten tegenover 85,7% die vindt dat Proud2b ME wel aansluit binnen de Nederlandse situatie. Zoals (bijna) ieder proces, heeft ook het aanpassingsproces van Proud2b ME een aantal knelpunten ervaren. Uit de interviews (bijlage 2 en 5) blijkt dat één van deze knelpunten is het tekenen van de licentieovereenkomst is en het aangaan van een commitment, zonder dat het materiaal was in gezien. Hierdoor heeft Stichting Proud2b Me Nederland te weinig zicht gekregen op de stand van zaken. Het basismateriaal is namelijk niet met voldoende kwaliteit afgeleverd, waardoor de tijdsinvestering veel meer is geworden dan eerst gedacht werd. Vanuit Zuid-Afrika werd aangegeven dat het contextualiseren van het basismateriaal ongeveer vijf dagen zou duren. Omdat de kwaliteit van het materiaal niet op dezelfde lijn zat als de Stichting, heeft Stichting Proud2b ME Nederland veel tijd en kosten moeten steken in het vertalen en aanpassen van het materiaal. Er was gekozen om de contextualisering en het opstarten van de interventie in Nederland te financieren door een persoonlijke lening, in de veronderstelling dat dit binnen een jaar terug verdiend zou kunnen worden met het geven van trainingen. Doordat het materiaal niet van voldoende kwaliteit was, heeft het aanpassen en het contextualiseren veel vertraging opgelopen, waardoor ook de kosten oplopen. Door deze vertraging zijn de trainingen ook meerdere malen uitgesteld. Een ander knelpunt is de transitie, want door de veranderingen van 1 januari 2015 hebben veel instellingen geen tijd en energie voor het implementeren van een nieuwe interventie. Inmiddels is de training voor ouders en mede-opvoeders wel geaccrediteerd en zodra de training voor de jongeren af is, zal deze ook geaccrediteerd worden. Hierdoor kunnen trainers punten behalen voor het registratiesysteem wat per 1 januari 2015 van start is gegaan. Oprichtster Adele Grosse heeft tijdens het aanpassingsproces vooral de rol als vraagbaak op zich genomen. Zij stond altijd open voor vragen en het bespreken van aanpassingen. Zij geeft in het interview (bijlage 2) ook aan dat zij er heel veel van geleerd heeft. Hoewel het aanpassingsproces, met bijbehorende knelpunten, veel langer duurt dan in eerste instantie gedacht blijven Adele Grosse en Stichting Proud2b ME Nederland positief. Zij zijn dit proces gestart en allebei nog steeds gemotiveerd om het af te maken, omdat beide partijen van mening zijn dat Proud2b ME een mooie toevoeging is aan het werkveld van de Nederlandse jeugdzorg. 28

30 Hoofdstuk 7. Aanbevelingen Grootschalig onderzoek naar de effectiviteit van de interventie Proud2b ME in zijn algemeenheid. Dit onderzoek heeft zich gericht op het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME naar de Nederlandse situatie. Aan de hand van de verkregen resultaten blijkt dat het aanpassingsproces van de Zuid-Afrikaanse interventie Proud2b ME via een aantal stappen is verlopen die overlappen met de literatuur over implementatie. Daarnaast is er onderzocht of de interventie zou passen binnen de Nederlandse samenleving. Echter is er geen onderzoek gedaan of de aanpassingen die binnen de interventie zijn gemaakt daadwerkelijk aansluiten op de Nederlandse samenleving en of deze de effectiviteit van de interventie aantasten. Het is raadzaam om een grootschalig onderzoek te starten naar de effectiviteit van de aanpassingen. Tijdens de probleemanalyse kwam naar voren dat het belangrijk is om een interventie uit het buitenland niet letterlijk over te nemen, omdat er binnen beide landen andere waarden en normen gelden. Tijdens het aanpassingsproces is rekening gehouden met de Nederlandse situatie. Het materiaal is aangepast met de gedachte dat het meer zou aansluiten binnen de Nederlandse samenleving. Nu is echter de vraag of dit daadwerkelijk zo is. Aanbeveling is om in het grootschalige onderzoek, wat door het Erasmus MC in samenwerking met het Kenniscentrum Jeugd van de gemeente Rotterdam zal worden afgenomen, deze vraag mee te nemen. Tevens onderzoek doen of Proud2b ME door de aanpassingen daadwerkelijk meer aansluiting vindt binnen de Nederlandse samenleving en of de aanpassingen effect hebben op de kernelementen van Proud2b ME. Een andere aanbeveling voor de langere termijn is om effectonderzoek te doen naar Proud2b ME, dit om de interventie Evidence Based te maken. Evidence Based methodieken dragen bij aan een snellere en effectievere hulpverlening (Hopman, 2013). Echter speelt niet alleen het feit dat de interventie bewezen effectief is een rol in de kwaliteit van de jeugdzorg, maar moet er ook gekeken worden naar algemeen werkzame factoren (van Yperen & van der Steege, 2010). Kort samengevat luiden de aanbevelingen als volgt: - Grootschalig onderzoek naar de effectiviteit van de aanpassingen. - Grootschalig onderzoek naar de effectiviteit van Proud2b ME in zijn algemeenheid. Als antwoord op deze aanbevelingen zal een adviesrapport geschreven worden die handvatten kan bieden voor het Erasmus MC en het Kenniscentrum Jeugd voor een grootschalig onderzoek. Deze is te vinden in bijlage 9 van dit onderzoek. 29

31 Hoofdstuk 8. Discussie Er wordt positief en met trots teruggekeken op het onderzoeksproces en het uiteindelijke resultaat. Om het onderzoek goed te laten verlopen, is veel aandacht besteed aan de betrouwbaarheid en validiteit, door middel van een aantal richtlijnen. Ten eerste is er tijdens het onderzoek gezorgd voor triangulatie. De triangulatie is zowel terug te vinden in de literatuur als in de interviews. Voor de literatuur is gezocht naar verschillende auteurs die allemaal over hetzelfde onderwerp schrijven en ook vaak onderzoeken samen doen. Hierdoor is er vanuit verschillende perspectieven naar het onderwerp gekeken. Om de validiteit te verhogen, is gebruik gemaakt van bruikbare literatuur en is alleen relevante informatie beschreven. Daarnaast is de validiteit verhoogd door contactmomenten met de opdrachtgever, om te toetsen of datgene wordt onderzocht wat onderzocht moet worden. Tussendoor feedback vragen aan de opdrachtgever, begeleider vanuit de Hogeschool Rotterdam en studiegenoten heeft ervoor gezorgd dat het onderzoek in de goede richting bleef. Alle data is eerst verzameld, voordat er betekenis aan gegeven is. Het verzamelen van data is gebeurd door middel van kwalitatieve methoden. Er is begonnen met een literatuurstudie waarin gezocht is naar bruikbare en relevante literatuur. Dit door middel van zelfstudie, maar ook door het bevragen van mensen uit het werkveld die veel te maken hebben met implementatie. Zij hebben tips gegeven over bruikbare literatuur. Tijdens het literatuuronderzoek is dieper ingegaan op de gevonden literatuur. Er zijn verbanden gevonden tussen verschillende bronnen. Verder zijn er gestructureerde interviews en een vragenlijst afgenomen. Er is uitgebreid aandacht besteed aan het analyseren van alle data. Door het labelen van de interviews en de vragenlijst, maar ook het uitschrijven van de belangrijkste topics uit het literatuuronderzoek is een helder overzicht ontstaan van de verzamelde resultaten, waardoor er een heldere conclusie getrokken kon worden. Deze combinatie van literatuur- en praktijkonderzoek heeft het onderzoek in zijn algemeenheid ten goede gedaan, omdat de resultaten uit het literatuuronderzoek de resultaten uit het praktijkonderzoek ondersteunden. Er wordt met dubbele gevoelens teruggekeken naar de afgenomen interviews en vragenlijst. Wat een zeer sterk punt is geweest, is dat er eerst verdieping in de literatuur heeft plaatsgevonden voordat de interviews werden afgenomen. Hierdoor kwamen de gevonden resultaten uit het literatuuronderzoek ter sprake tijdens het interview en dit zorgde voor meer diepgang. Een ander sterk punt is geweest om oprichtster Adele Grosse te interviewen, omdat zij het hart en brein is achter de interventie en haar perspectief op het proces te zien tegenover het perspectief van Berthe Peerenboom. Een puntje van kritiek, is dat het verschil van deze twee perspectieven tijdens de uitwerking van de resultaten meer naar boven had mogen komen. Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te verhogen, zijn de interviews opgenomen en uitgewerkt. Deze uitgewerkte interviews zijn teruggestuurd naar de geïnterviewden om te bevestigen dat wat er in staat daadwerkelijk gezegd is. Achteraf gezien hadden er meer diepte interviews mogen plaatsvinden, maar dit was wegens tijdsgebrek binnen Stichting Proud2b ME Nederland helaas niet mogelijk. Daarnaast is het jammer dat maar zeven van de veertien respondenten hebben gereageerd op de vragenlijst. Hierdoor is de respons van 50% behaald, wat op zich een goede opkomst is, maar het had een grotere meerwaarde geweest als iedereen had gereageerd. Hierdoor is de vijfde deelvraag maar minimaal beantwoord. Er heeft een beschrijvend onderzoek plaatsgevonden. Een nadeel van een beschrijvend onderzoek is dat er een beperkte generaliseerbaarheid is, omdat het onderzoek zich puur heeft gericht op de beschrijving van het aanpassingsproces van Proud2b ME en niet van een andere interventie. De uitkomsten van het onderzoek zijn ook alleen voor Stichting Proud2b ME Nederland en de oprichtster Adele Grosse van belang. Maar al met al wordt er met veel plezier en trots teruggekeken. 30

32 Literatuurlijst Baarda, B. (2014). Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Barwick, M.A., Boydell, K.M., Stasiulis, E., Ferguson, H.B., Blase, K. & Fixsen, D. (2005). Knowledge transfer and implementation of evidence-based practices in children s mental health. Toronto ON: Children s Mental Health Ontario. Boonstra, J.J. (2000). Lopen over water. Over de dynamiek van organiseren, veranderen en leren. Universiteit van Amsterdam. Amsterdam: Vosiuspres. Bosscher, N. & Zwikker, N. (2012). Wat zit er in de databank Na- en Bijscholing Jeugd? Geraadpleegd op 11 mei 2015, van Cuijpers, P., Graaf, de I. & Bohlmeijer, E. (2005). Adapting and disseminating effective public health interventions in another country: towards a systematic approach. European Journal of Public Health, 15(2), Daamen, W. (2013). Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies. Geraadpleegd op 26 februari 2015, van Donk, Van der C. & Lanen van B. (2011). Praktijkonderzoek in zorg en welzijn. Bussum: Uitgeverij Coutinho bv. Fleuren, M.A.H., Paulussen, T.G.W.M., Dommelen, P. van & Buuren, S. van (2012). Ontwikkeling meetinstrument voor determinanten van innovaties (MIDI). Leiden: TNO Innovation for life. Graaf, de I. (2014) Eindrapport Project Kansrijk Implementeren. Een onderzoek naar implementatieprocessen van het multi-level programma Triple P. Rapportage van drie deelonderzoeken. Geraadpleegd op 11 maart 2015, van e%20implementatie.ashx Harinck, F. (2006) Basisprincipe praktijkonderzoek. Apeldoorn: Garant-Uitgevers n.v. Hellema, M. (z.d.) Welkom! Geraadpleegd op 9 januari 2015, van Hopman, M. (2013). Evidence-based methodieken en de normativiteit van opvoeding: valkuilen en nieuwe perspectieven. In De Vos, K. Grymonprez, H., Kerger, D., Roets, G., Roose, R., Verstraete, P. (Red.) Evidence-based practice. Handboek Integrale Jeugdhulp (pp.61-78). Brussel: Politeia. Hopman, M. (2011). Het verborgen curriculum van de jeugdzorg. Pedagogiek in Praktijk (PIP) 62 (2011), Huibregtsen, I. (2012). Ouderschapstheorie in de praktijk. In M. Berk, A. Hoogenboom, M. de Kleermaeker & K. Verhaar (Red.), De jeugdprofessional in ontwikkeling. Handboek voor professionals in het jeugddomein (pp ). Alphen aan den Rijn: Kluwer. 31

33 Keulen, van A., Beurden, van A. & Pels, T. (2010). Van alles wat mee nemen. Diversiteit in opvoedingsstijlen in Nederland. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Miller. R.L., Forney, J.C., Hubbard, P. & Camacho, L.M. (2012). Reinventing Empowerment for black men: long-term community implementation of an evidence-based program. American Journal of Community Psychology, 49, Movisie (2015). Transitie jeugdzorg: een overzicht. Geraadpleegd op 16 juni 2015, van Nederlands Jeugd Instituut (2014). Wegwijs in de Transities van het jeugdstelsel. Geraadpleegd op 18 november 2014, van Nederlands Jeugd Instituut (z.d.) Eigen kracht. Geraadpleegd op 18 november 2014, van Nederlands Jeugd Instituut (z.d.) Wet- en regelgeving. Geraadpleegd op 12 februari, van Stals, K., Yperen, T., Reith, W., & Stams, G. J. (2008). Effectieve en duurzame implementatie in de jeugdzorg. Geraadpleegd op 13 februari 2015, van TriviumLindehof (2015). Jaarplan Geraadpleegd op 9 januari 2015, van Veerman, J. W. & Yperen, van T. (2008) Wat is praktijkgestuurd effectonderzoek? In T.A. van Yperen & J.W. Veerman (Red.) Zicht op effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd effectonderzoek in de jeugdzorg (pp.17-33). Delft: Uitgeverij Eburon. Westering, van Y. (2014) Factsheet Proud2b ME Nederland (brocure). Yperen, van T. & Bakker, K. (2008). Ontwikkeling en borging jeugdinterventies. Geraadpleegd op 26 februari 2015, van Yperen, van T., Bijl, B. & Veerman, J.W. (2008). Op weg naar veelbelovend. In T.A. van Yperen & J.W. Veerman (Red.) Zicht op effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd effectonderzoek in de jeugdzorg (pp.17-33). Delft: Uitgeverij Eburon. Yperen, van T. & Steege, van der M. (2010). Methodiek en hulpverlener tellen allebei. Jeugd en Co Kennis, 2,

34 Bijlage BIJLAGEN Inhoud Bijlage 1. Vragenlijst diepte-interview Adele Grosse. Bijlage 2. Uitwerking diepte-interview Adele Grosse. Bijlage 3. Labeling diepte-interview Adele Grosse. Bijlage 4. Vragenlijst diepte-interview Berthe Peerenboom. Bijlage 5. Uitwerking diepte-interview Berthe Peerenboom. Bijlage 6. Labeling diepte-interview Berthe Peerenboom. Bijlage 7. Vragen en horizontale vergelijking trainers Proud2b ME. Bijlage 8. De analyseresultaten per deelvraag. Bijlage 9. Beroepsproduct: Adviesrapport. 33

35 Bijlage 1. Vragenlijst diepte-interview Adele Grosse Questions about the adaption (aanpassingsproces). - Do you know which steps they took in Holland to adapt P2BM here? - Why did you or they choose these steps? - What was your share in this proces? Questions about the bottlenecks (knelpunten). - What kind of steps where succesfull for the proces? - Where there any bottlenecks? - How did you handle these bottlenecks? Questions about the boundary conditions (eisen). - What where the boundary conditions? - Do you think that these boundary conditions are implemented good enough? - What was your share in this proces? - Are you satisfied with the results? Questions about the Dutch values (normen en waarden). - Do you know anything about the Dutch values? - Is there a big difference between the South-African en the Dutch values? - Do you think P2BM is a program that will fit in the Dutch values? YES: why is that? NO: what needs to be done to make it fit? Other questions. - If you could do it all over again, what would you do excatly the same and what would you do differently? - What did this proces cost you with reference to time and money? - If you could rate the adaption with a number between 1-10, what would you give it? 34

36 Bijlage 2. Uitwerking diepte-interview Adele Grosse Diepte-interview met Adele Grosse Oprichtster van Proud2b ME Woensdag 21 april 2015 om via Skype. Adele Morning! Tessa Good morning, how are you? Adele I m fine. The sun is shining, as you can tell by the shirt that I am wearing Tessa Well here it is also good weather. It is a little bit chilly, but the sun is coming so everything is okay. Adele Yes, i can see the sun through your windows. And how are you, Tessa? Tessa Also very fine. Like I said, the sun is shining so I am happy. Adele And how is your research going? Tessa It s getting there. I am very busy with it, making progress. Looking good! Adele Nice to hear. So it s all good? Tessa Yes! Adele You want to start with your questions? Tessa Uh yess. How much time do you have? Adele Uhm, it s a bit busy at the moment. So let s try to see.. how many time.. how many questions do you have? Tessa Uhm about twelve or something Adele Okay, let s go for it. Let s do this. Tessa Okay! And it is okay if I record it? Adele Yes, it s perfect. Tessa Okay, so I am going to try it in my best English. The first question is about the adaption. So which steps did they took to in Holland to implement Proud2b here. This is also a question I will ask Berthe, but I don t know if you know something about the steps they took? Adele Yes. Uh basically first of all it s first of all it s very important that the uh.. that the uh.. Dutch, uh, the people in charge in Holland needed to go through the material and uh found it applicable. Then what we did is we found a group full of people who we uh asked to join in on a group who Facetimed and Skyped with me quite a few times and we looked through the material together. So we basically then sat down with Skype-sessions and went through the material. They could ask me quite a few questions and I could answer them. And then what we did is we let a translator then translate it. Uh according to all these discussions that we ve had before the translation started we also made a certain examples et cetera that s more Dutch. Uh and it was translated, contextualised and then it was once again it was checked by quite a few people and uh then we did the first training. And during the first training it was important for us, there were fourteen facilitators, to ask them to also give their feedback on the material looking at the context. It s very important.. for us it s very important that the program is not a program in a box. And what that means is that the program that gets full ownership if somebody is using it. So that if it goes to another country the people in that country must feel uh confident that that program suits. Tessa Right. So what was your share during this process? Adele I was basically managing it. So as the.. as the developer of the program I am involved with taking the program to another country. I basically manage the process to make sure that the theoretical framework and methodology is still respected in the other country. Tessa I also heard you had some boundary conditions, right? Adele What do you mean with boundary conditions, Tessa? Tessa Well another word for what I mean is demands, but that sounds so bossy. 35

37 Adele It was important for me that whoever is involved in the process is honest and has the full confidence to speak up. So I actually engage in these discussions because for me the key to result is that people must feel that they like the program and that it fits in their community. So uh because the Triple P program.. uh.. We are so different, I mean, we are not a parenting program, we are a family transformation program. But because of the parenting Triple P program uh there was a question like why don t we speak the same language of Triple P? but the methodology is different and the theoretically framework of the Proud2b program in comparison to the Triple P program is totally different. So uh it was just basically making sure that whoever was involved in the process understood the methodology and theoretical framework of Proud2b ME. And once that was understood uh it was fine, it was no problem. I wouldn t say it was ever a big challenge, it was actually a very easy process. Tessa And what is the biggest difference between Proud2b ME and Triple P? Adele Triple P is a parenting program. I am not, I mean, I don t want to speak for Triple P but let me speak for Proud2b ME. Uh Proud2b ME is very much working on uh focussing on the behavioural change within the family. And not just only in the way a parent speaks to the child but also on how you can teach your child to an early age uh making the right choices. Uh and how also together with your educator, your youth care worker, your social worker whatever uh you can speak the same language and understand each other so that your transformation process actually happens and stays. Tessa Because that is why Proud2b ME works with the supporters, right? Adele Yes, the supporters group as well is very important and a difference with the Triple P program. Tessa Where there any bottlenecks during the process? Adele Uh let me think.. I think the transformation process in Holland with the youth care uh was a challenge because a lot of workers then and in the moment.. uh a lot of their energy is going into internal issues with organisations. Which is very understandable. Uh.. And the interesting thing is if you speak about bottlenecks I think the transformation process was bottlenecking a lot of the motivation and the enthusiasm of youth care workers. And the interesting thing is, I think, is that to have access to the Proud2b ME program uh it will actually assist them to understand the transformation process much better and to cope with the youth care transformation process much easier. Uh but with the process I don t see a bottleneck, not at all. No. Tessa Well, that s good. And do you know anything about the Dutch values? Adele Yes. Obviously it was important for me in this kind of process to uh to get to know the values of the other country. I have to make sure that I involve myself in that specific community s ways. And with Holland I was involved since So it wasn t a quick process. If you look at the time from the moment that I first came to Holland.. after quite a few other people from Holland hear me speak at the international conference in 2010 and liked what they had seen.. so in actual fact it had been a process that started in And only roll out in So in that time it was important for me to get to understand and uh and uh embrace the Dutch values. And to see how I could embrace the values in the program. Tessa Yes, because that is my next question: do you think Proud2b ME will fit here in Holland, looking at the values? Adele I think starting with the facilitators that I have trained and the first trainers, seeing the impact of the combination of their own values and then the teachings from the Proud2b ME program together are very very strong. And uh it s a very much positive effect more than a negative effect so it s building on the strength and uh they are taking the weaknesses away and turning that into strength. And I have seen the Dutch people doing that, uh because that is the process of Proud2b ME is that it starts with me and they are the one who needs to take their responsibility. And that they all can follow and see what s happening in the groups and the people who go through the program. Uh I am very very confident that the program is suitable for Holland. 36

38 Tessa So, how are you now feeling about the whole process? Adele I was meeting yesterday with Berthe uh I am very satisfied. I am very happy with the feedback from here as one of the directors of the Proud2b ME Nederland Stichting uh I am really excited to see where the program is going. Obviously it is in my nature that I want to help people the sooner the better. Uh but I have a big understanding for the transition and transformation of the youth care and the system in Nederland. And I understand that that is going to uh put a little bit of time and.. uh.. it s going to take a bit longer for the process of Proud2b ME reaching people sooner than later. So even though we all are very keen we respect the system and we respect the situation. But I am excited. I am really.. I mean I was.. You always as the founder or the developer you always want to control. Is it going, is it not going okay? But uh I am very excited for the Proud2b Me program. It s wonderful to get the feeling, to see what s happening. And to get people acknowledging how the program is changing and helping them transform their old ways into new ways. Tessa And do you think that you are enough involved in the whole process? Adele Yes. For me it s very important that the country must take their ownership. So uh I basically.. For me it s nice to see how Holland is steering the process. And I cannot be more involved that I am at the moment because we all have a global vision uh and there is a lot of.. I need to be a lot in Africa, as you can see there are a lot of challenges. Uh so I can t even imagine being more involved. My involvement is absolutely perfect. I think if I was closer I would have left to do more inspirations sessions with social youth care workers. But I know that that s not possible due to the distance. But I really truly feel that my involvement and the amount of involvement is perfect. I want Nederland to stand on their own as Proud2b ME Nederland Stichting with me mentoring the process. Tessa Because eventually they have to do it on their own.. Adele Absolutely. Tessa And if you could do it all over again; what would you do exactly the same and what would you do differently? Adele That s a very good question. Uh you know, I don t believe in quick fixes. I don t believe there is a magic word. So for me anything that happens quick is scary. In English there is a saying that says easy come, easy go meaning that if things come to easy then it s going to just.. you know.. So thinking about your question: no, I would have done it the same. Because it has been a long process. It has nog been a short process. It has been a very very.. uh.. a lot of work has gone in to it from Nederland side and South-African side and a lot of time. And I prefer it that way. So it was almost as if it was uh..uh sometimes overwhelming. And it was worth the time and I wouldn t have it any other way because I believe that, you know, we need to put as much as we can into making it successful. And we need to give it the time to develop, we can t push it. And to make it happen it needs to happen in his own time. So, no, I am happy. Tessa And what did it cost you, speaking in terms of time and money? Adele Uh. I started to developing the process on the program in So if you look at 2003 to 2014, when we start to implement the program in Holland.. Uh.. I don t think you could put a cost to it. I think the fact that it was developed from community side. And from realising challenges and needs of communities and then building it from there. You can t actually put a money value to it, you could put a time value to it as in full-time: eat, sleep, dream, walk, talk since The time to do it full hearted. I have already rolled the program out in Kenia, Tanzania and Cambodia before. So I have already had that experience so that was already kind of.. it wasn t a scary thing for me and it was a normal process. Uh.. and every time I learned more. So giving it time is all part of the process of learning how to do it better. It is a big process and I wouldn t expect anyone to want to do it. But it s my calling (laughing). That s what I ve been made for. So I don t imagine people will easily be able to sustain this process. I think you have going to have hair on your teeth. You see mine? (laughing) 37

39 So it does take a lot. I don t think everyone would be able to do it. It s tough, it s hard, it s challenging but the end result is fabulous. Tessa Beautiful. So I am out of questions. I don t know if you want to say something or share something? Adele No, not at the moment. If you have any questions, you can always contact me and we will schedule a new appointment, okay? Tessa Yes, thank you. I will do that, if it is necessary. So say hi to Berthe for me. Adele I will do that. Have a fab day, enjoy the sun. Tessa Yes you too. Enjoy your day and thank you for your time. Adele You re welcome. Bye! Tessa Bye! 38

40 Bijlage 3. Labeling diepte-interview Adele Grosse Thema: Aanpassingsproces Tekstfragment 1: The people in charge in Holland needed to go through the material and uh found it applicable Tekstfragment 2: We looked through the material together. So we basically then sat down with Skype-sessions and went through the material. Tekstfragment 3: And then what we did is we let a translator then translate it. We also made a certain examples et cetera that s more Dutch. Tekstfragment 4: It was translated, contextualised and then it was once again it was checked by quite a few people and uh then we did the first training. And during the first training it was important for us, there were fourteen facilitators, to ask them to also give their feedback on the material looking at the context. Thema: Knelpunten Tekstfragment 1: I think the transformation process in Holland with the youth care uh was a challenge because a lot of workers then and in the moment.. uh a lot of their energy is going into internal issues with organisations. Tekstfragment 2: I think the transformation process was bottlenecking a lot of the motivation and the enthusiasm of youth care workers. Tekstfragment 3: And with Holland I was involved since So it wasn t a quick process Tekstfragment 4: It s going to take a bit longer for the process of Proud2b ME reaching people sooner than later. Tekstfragment 5: A lot of work has gone in to it from Nederland side and South-African side and a lot of time. Thema: Eisen Tekstfragment 1: It was important for me that whoever is involved in the process is honest and has the full confidence to speak up. Tekstfragment 2: I basically manage the process to make sure that the theoretical framework and methodology is still respected in the other country. Tekstfragment 3: I am very satisfied. I am really excited to see where the program is going. It s wonderful to get the feeling, to see what s happening. And to get people acknowledging how the program is changing and helping them transform their old ways into new ways. Tekstfragment 4: My involvement is absolutely perfect. I think if I was closer I would have left to do more inspirations sessions with social youth care workers. But I know that that s not possible due to the distance. But I really truly feel that my involvement and the amount of involvement is perfect. 39

41 Thema: Normen en waarden Tekstfragment 1: I have to make sure that I involve myself in that specific community s ways. Tekstfragment 2: Starting with the facilitators that I have trained and the first trainers, seeing the impact of the combination of their own values and then the teachings from the Proud2b ME program together are very very strong. Tekstfragment 3: And I have seen the Dutch people doing that, uh because that is the process of Proud2b ME is that it starts with me and they are the one who needs to take their responsibility. And that they all can follow and see what s happening in the groups and the people who go through the program. Uh I am very very confident that the program is suitable for Holland. Thema: Overig Tekstfragment 1: Proud2b ME is very much working on uh focussing on the behavioural change within the family. And not just only in the way a parent speaks to the child but also on how you can teach your child to an early age uh making the right choices. Tekstfragment 2: Yes, the supporters group as well is very important and a difference with the Triple P program. 40

42 Bijlage 4. Vragenlijst diepte-interview Berthe Peerenboom Vragen over het aanpassingsproces. - Welke stappen zijn er genomen binnen het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? - Waarom is er voor gekozen om deze stappen te nemen? - Hoe is er aan het begin van het aanpassingsproces stilgestaan bij de vraagverkenning*? - Hoe is er aan het begin van het aanpassingsproces rekening gehouden met verschillende factoren (ook wel determinanten* genoemd) die invloed kunnen hebben op de effectiviteit van de interventie? - Welke werkzame factoren kunnen daarbij onderscheiden worden en welke invloed hebben deze factoren gehad op het aanpassingsproces? - Is het implementatiemodel* van Ireen de Graaf ingezet in het aanpassingsproces? Waarom wel, of waarom niet? Vragen over de knelpunten. - Welke factoren werkten goed voor het aanpassingsproces? - Welke eventuele knelpunten zijn jullie tegengekomen in het aanpassingsproces van Proud2b ME? - Hoe zijn jullie omgegaan met deze knelpunten? Vragen over de eisen - Wat waren de eisen vanuit de oprichtster van Proud2b ME, Adele Grosse, met betrekking tot de aanpassing naar de Nederlandse situatie? - Zijn deze eisen terug te zien in de aangepaste interventie? - Welke rol heeft Adele Grosse gehad tijdens het aanpassingsproces met betrekking tot het verwerken van deze eisen? - Kan Adele Grosse zich vinden in het uiteindelijke resultaat? - Zijn er verschillen aan te wijzen tussen de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse variant van Proud2b ME? Vragen over Nederlandse opvoedingswaarden- en normen - Is het bekend waar verschillen zitten tussen de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse opvoedingswaarden- en normen? - Sluit Proud2b ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Waarom wel, of waarom niet? Zo ja: Op welke manier is er gezorgd dat Proud2b ME voldoende aansluit op de Nederlandse opvoedingswaarden- en normen? Zo nee: Wat is er nog voor nodig om deze aansluiting te realiseren? Algemene vragen - Als je het aanpassingsproces opnieuw zou moeten doen, wat zou je dan hetzelfde doen en wat zou je anders doen? - Wat heeft het aanpassingsproces gekost wat betreft tijd en geld? - Welk cijfer (1-10) geef je het uiteindelijke resultaat 41

43 Toelichting bij vraag 3, 4 en 6. Vraag 3 over vraagverkenning: Bij vraagverkenning wordt er stil gestaan bij de vraag naar de interventie vanuit de Stichting en/of samenleving, er wordt gekeken naar het type vraagstuk en er wordt stil gestaan bij de vraag of de interventie past bij de personen en/of groepen die gaan werken met de interventie. Vraag 4 over determinanten: Determinanten zijn volgens de literatuur onder te verdelen in 1) De interventie 2) De doelgroep 3) De organisatie en 4) De maatschappelijke context. In het proces van de vraagverkenning wordt gekeken naar de invloed van deze determinanten die zowel bevorderend als belemmerend kunnen werken. Vraag 6 over het implementatiemodel: Ik vraag dit omdat ik in de literatuur gelezen heb over dit model en benieuwd ben of jullie hier ook van op de hoogte zijn. Ireen de Graaf heeft een implementatiemodel ontwikkeld wat gebruikt kan worden bij de implementatie van (multilevel)programma s. Het model is opgebouwd in drie fases: de voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Het aanpassingsproces vindt plaats in de voorbereidende fase van het implementatiemodel. 42

44 Bijlage 5. Uitwerking diepte-interview Berthe Peerenboom Diepte-interview met Berthe Peerenboom Oprichtster en eigenaar van Stichting Proud2b ME NL Woensdag 6 mei 2015 om via een persoonlijk gesprek. Tessa Welke stappen zijn er genomen binnen het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Berthe Even samengevat van wat we vorige keer hebben besproken. Nou, het eerste is het herkennen van een programma. Dat was tijdens een conferentie in 2010 waar ik dacht nou uhm dit zou wel eens een programma voor Nederland kunnen zijn. Het tweede is toetsen in de Nederlandse situatie of dat iets is wat ik alleen vind of dat dat ook door de markt herkent wordt. Tessa En hoe heb je dat gedaan? Berthe Dat heb ik gedaan door de oprichtster uit Zuid-Afrika Adele naar Nederland te vliegen en in Nederland op vier verschillende locaties inspiratie bijeenkomsten te organiseren. Daar heb ik bestuurders en medewerkers van instellingen uitgenodigd en ik heb haar laten spreken, een workshop laten geven, bij het congres voor de jeugd van de vereniging van de Nederlandse gemeenten om daar te toetsen van goh bevalt dit? En er was gelijk heel veel enthousiasme. En was meteen de vraag ja wanneer komt dit op de markt? Dus dat was een motivatie om vervolgens te zeggen van oké dan gaan we dit naar Nederland halen. Dan is de volgende stap natuurlijk hier in Nederland een Stichting oprichten en tegelijkertijd met zuid Afrika in gesprek over ja, onder welke voorwaarden kunnen we het naar Nederland halen. Hoe ziet het materiaal er uit? Wat moet daarin aangepast worden? Dus daarin begin je met a) het materiaal bekijken, het vertalen. Eerst maar eens kijken wat komt daar uit. En vervolgens.. uhm.. We hebben een onderzoek gedaan naar hoe ziet de methodiek er uit en wat is de kans van slagen theoretisch gezien naar de implementatie hier in Nederland. Dus waarom denken we dat het zou kunnen gaan werken en wordt dat ondersteund door onderzoeken die gedaan zijn naar methodieken hier in Nederland. Dat is ons theoretisch kader. Ook als we naar de methodiek keken en hoe die in elkaar zat werden eigenlijk de stappen die in de methodiek gedaan worden, worden heel erg ondersteund door wat uit onderzoek blijkt succesvolle methodieken zijn. Dus dat steunde ons niet alleen in goh mensen zijn enthousiast maar ook in het geloof van nou, dit zou best wel eens een goede methodiek kunnen zijn voor in Nederland. Vervolgens, we hebben alles vertaald en zijn het basismateriaal gaan aanvullen met beschrijvingen vanuit Nederland zodat het ook herkend kan worden door de Nederlandse professional, maar ook de mensen uit Nederland. We hebben heel veel aangevuld. Dus.. wat bleek; bepaalde oefeningen daar wordt wel aan theorie gerefereerd, maar.. of aan bepaalde gedachtenspinsels, maar die zaten vooral in Adele d'r hoofd. We dachten ja als jij hier een trainer opleidt moet hij niet alleen leunen op wat in haar hoofd zit, want dat doet een veel te groot appèl. Dus dat betekent dat we, naast dat je werkboeken heb voor ouders waarvan zij dan heel goed weten van nouja hoe voer je x-oefening uit of wat is de achtergrond van die oefening hebben wij een handboek voor de trainer gemaakt waarin het ook daadwerkelijk allemaal beschreven wordt, zodat een trainer hier in Nederland ook naslagwerk heeft om dingen na te lezen en... Dus dat hebben we gedaan. Vervolgens zijn we in gesprek gegaan over wat voor professionals.. zeg maar, het kader gaan bepalen. Dus wat voor professionals wil je toelaten tot zo'n training. Is dat jan en allemaal of niet? Zijn dat organisaties? Wat is het basisniveau dat je van mensen verwacht? En dat vraagt dan vervolgens ook iets van hoe gaat Adele die mensen trainen? Ook daarin zijn wij gaan kijken.. Wij hebben gezegd wij willen eigenlijk allemaal mensen die een x aantal jaren ervaring hebben als hulpverlener. Die minimaal MBO, het liefst, HBO opleiding hebben. Dus dat 43

45 betekent dat zij al met een hele basis aan achtergrondkennis komen die je misschien nog wel eventjes herhaalt maar je hoeft het niet helemaal uit te leggen vanaf 0. Dus dat betekent dat wij tegen adele hebben gezegd joh pas daar op je training aan. Dus zij is van, de basistrainig is normaal tien dagen, zijn we terug gegaan naar zes dagen, omdat wij zagen van joh, omdat zij een aantal dingen gewoon niet hoeven te doen. Als jij in Afrika de massai gaat trainen die geen kaas heeft gegeten van wat dan ook, ja dat is echt een hele andere groep. Dus daarover zijn we in gesprek gegaan. Het materiaal aangepast. We zijn in gesprek gegaan wat betekent de keuze van onze doelgroep voor de manier waarop je traint. Wat betekent het voor het aantal dagen waarop je kunt trainen. Uhm.. dat zijn we gaan implementeren, dus we hebben de mensen getraind. En tegelijkertijd zijn we eigenlijk nog steeds bezig met contextualiseren. Dus er zijn filmpjes uitgekozen door Proud2b Zuid Afrika om bepaalde thema's zeg maar toe te lichten. En wat je ziet is dat onze trainers ook steeds meer materiaal verzamelen zelf via YouTube of Facebook wat ze dan tegenkomen als voorbeeld. Kijk, de training biedt een bepaald kader en zegt eigenlijk deze thema's moet je allemaal aanraken en geef je ze een handreiking voor oefeningen die daarvoor gebruikt kunnen worden. En een aantal dingen, zoals een gezinsoverleg en een gezinskalender, die onderdeel zijn van de training die ga je ook daadwerkelijk gebruiken, maar er zijn ook heel veel oefeningen die je gebruikt om te leren kennen of bepaalde theorieën beter te snappen. Veel materiaal wat je daarvoor bekijkt om te kunnen reflecteren en daar zit veel ruimte in om dat natuurlijk verder aan te passen dan wat we tot nu toe hebben gedaan. En dat zie je ook gebeuren. Je ziet dat trainers heel veel uitwisselen in goh ik heb filmmateriaal gevonden, wellicht kunnen jullie dat gebruiken. Op dit moment zijn we ook in dat kader ook bezig.. dus het materiaal is niet statisch, het lijkt natuurlijk statisch omdat je het gedrukt hebt en je geeft het, maar mensen ontwikkelen het. En op dit moment zijn we bezig met het ontwikkelen van een share point waar trainers toegang toe hebben. Daar binnen Ze hebben gewoon een wachtwoord. Daarin zie je, zeg maar, de vijf bijeenkomsten voor de groepen die zij trainen en daarin zetten wij het materiaal, presentaties, filmpjes of dingen waarvan wij zeggen dat hebben jullie uitgewisseld maar ook waarvan wij als Stichting zeggen dat vinden wij passend voor deze training. Dat gaan wij ook faciliteren om dat onderling te delen. Dus dan krijg je feitelijk een database waar trainers gewoon in kunnen zoeken om zodanig de training kunnen aanpassen dat de inhoud of de boodschap niet aangepast wordt, maar wel dat de manier hoe zij kunnen trainen en de oefeningen die zij doen ook voor hun heel goed voelen, want anders krijg je zo n soort.. ja.. die zegt dat ik dit moet doen, maar eigenlijk heb ik liever iets anders.. terwijl het hetzelfde effect heeft. Dat is tegelijkertijd spannend, want wat gaan zij allemaal aanpassen en hoe zorg je dan hoe de kwaliteit goed blijft? Tessa Ja, want die vraag kwam bij mij ook naar boven.. Kan dat een bepaald effect hebben? Berthe Dat weet je nu nog niet, maar wij geloven wel dat een training echt goed effect heeft als een trainer zich thuis voelt in wat hij doet en niet als hij gewoon.. iets doet omdat dat zo hoort. Uhm.. en wij checken het ook in de zin van.. je hebt dat filmpje children see, children do die ken je waarschijnlijk wel. Daar heb je ook heel veel Nederlandse alternatieven voor. Dus dat je dan een filmpje laat zien en daarop reflecteert doet niks af aan de oefening, maar het filmpje wat je kiest sluit beter aan bij wie die trainer is, maar ook bij die groep mensen die je voor je hebt. En wij geloven wel heel erg dat hoe meer iemand zich daar in herkent, hoe beter het werkt. Dus een filmpje over gangsters in Zuid-Afrika, is leuk maar dat kennen wij hier niet als zodanig. Dus het is denk ik ook heel goed dat je daar alternatieven voor vindt. Tessa Ik vind het wel leuk dat je dit zegt, want ik heb ergens de volgende zin gelezen: Het is niet zozeer van belang dat de interventie precies zo wordt uitgevoerd als dat deze bedoeld is, maar meer dat de werkzame factoren van de interventie wel uitgevoerd worden. Dus dat is eigenlijk wat jij zegt. Berthe Ja, dat is precies wat wij zeggen. En wij vinden natuurlijk wel.. Kijk, wij stellen wel eisen aan welk materiaal ga jij gebruiken. Dus vandaar dat wij zeggen van joh, hetgene wat niet in de reader, in de basis, is opgenomen dat screenen wij wel voordat we het op share point zetten, 44

46 voordat we het beschikbaar stellen feitelijk. Wij zeggen ook dat als je bepaalde presentaties wil geven ofzo, dat kan alleen via ons. Wij willen zien wat er in staat, welke boodschap ga je overbrengen, hoe je dat gaat doen. Het moet volgens onze kwaliteitsstandaard en daar moet je goedkeuring voor hebben, anders kan je niet iets anders doen. Dus er zit wel een vrij strakke check op. Tessa En vindt Adele het ook gewoon goed dat jullie het materiaal aanvullen? Berthe Ja. Sterker nog: veel van onze aanvullingen heeft zij ook weer doorgevoerd. Dus je krijgt echt een soort visa versa uhm ja.. een soort elkaar versterkend geheel. En dat blijft natuurlijk wel zoeken, maar ik heb wel echt geloofd dat het alleen op die manier gaat werken. Anders wordt het niks, zeg maar. En dat blijft echt een continue proces. Ook omdat de thema s in Nederland iedere keer weer veranderen. Ook datgene wat nu misschien hier werkt, misschien hebben we over vijf jaar wel een hele andere thematiek waarbij de kern, de lijn wel hetzelfde blijft, de basis, maar waarbij de voorbeelden die je gebruikt anders zijn. Tessa Waarom is er voor gekozen om deze stappen te nemen? Waar heb jij dit op gebaseerd? Berthe Op.. uhm.. ervaring. Dat vind ik het belangrijkste. We hebben onderzoek gedaan naar wat maken methodieken effectief. Dus dat benut je natuurlijk in hoe je aan de slag gaat. Plus dat wij vanuit het bestuur alle drie vijftien jaar of meer ervaring hebben in het jeugdveld. En, in mijn situatie, ik heb bijna tien jaar echt in jeugdzorginstellingen gewerkt en heb heel goed met eigen ogen kunnen zien wanneer werkt iets nou en wanneer werkt iets nou niet en waarom is dat dan en dat neem je mee. En hetzelfde geldt dat je in gesprekken, ook nu met advieswerk en ik ontwikkel voor mijn werk ook methodieken voor organisaties. En daarin hoor ik heel vaak van professionals waarom iets wel of niet werkt en waarom zij enthousiast worden, of niet. Dat neem je bewust en onbewust ook wel gewoon mee. Tessa Ik herken echt zo veel terug van wat ik heb gelezen, maar hebben we dan hetzelfde gelezen, of? Berthe Hahah nee. Kijk, inmiddels werk ik nu zestien á zeventien jaar in de jeugdzorg en ik zit bij gemeentes, bij instellingen. Ik praat met cliënten, uitvoerders, bestuurders en ik leer daar zo verschrikkelijk veel van. Ik doe veel verschillende typen projecten en dat neem ik mee. Tessa De volgende vraag is; Hoe is er aan het begin van het aanpassingsproces stil gestaan bij vraagherkenning, maar dat heb je eigenlijk net inderdaad al verteld. Maar heb je bij die vraagherkenning rekening gehouden met verschillende factoren die invloed kunnen hebben op de effectiviteit van de interventie? In de literatuur spreken ze over determinanten en verdelen ze die onder in de interventie, de doelgroep, de organisatie en de maatschappelijke context. Berthe Ja Tessa En heb je dan ook gekeken wat bevorderd en belemmerend kan werken? Berthe Uhm.. bewust, onbewust.. We hebben onderzoek gedaan dus je kunt in ons theoretisch kader al heel veel zien in waarom werken dingen nou wel of waarom werken dingen nou niet. Die onderzoeken worden natuurlijk sowieso al gedaan op verschillende aspecten. Daarnaast neem je ook daarin mee wat je hoort. Van zowel jongeren, als ouders, als van professionals en wat je zelf ziet. En wat ik zelf als professional in het jeugdveld ook heel erg zie, is.. en dan heb je het over het maatschappelijk effect denk ik ook wel.. Als ik naar onze maatschappij kijk, dan vind ik dat mensen veel te snel kijken naar anderen om problemen op te lossen. Dat ze het lastig vinden om daar zelf verantwoordelijkheid voor te nemen, maar ook verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen. Als ik, even heel simpel, kijk in mijn eigen omgeving hé, wij wonen hier op zo n pleintje met vijf huizen, dan zijn wij eigenlijk de enige die altijd weten hoe het met iedereen gaat. We hebben ook met iedereen goed contact. Maar ik weet ook dat het met die buurvrouw gaat het niet zo goed. Dat betekent dat we haar wat vaker uitnodigen hier thuis. Zij is haar man een aantal jaar geleden verloren en heeft een tweeling, die waren toen 15, dat ging met school slecht en met haar ging het natuurlijk slecht dus zij kon het ook niet goed opvangen. Als je geen contact hebt met elkaar, dan weet je dat ook niet. Dus dan kan je zeggen; we zien die meiden afglijden ik bel even het AMK bij wijze 45

47 van spreken. Of ik klop bij ze aan, vraag of het goed gaat en of ik iets voor ze kan betekenen. Schuif even een maaltijd naar binnen en op een gegeven moment zijn beide meiden hier heel veel thuis geweest. Gesprekken met ze gehad, begeleid met huiswerk en er gewoon zijn in plaats van een ander in te schakelen om er voor jou te zijn. Wij wonen het dichtste bij! Wij zien wat er gebeurt. Dus dan denk ik van ja.. Ik zou willen dat we dat in Nederland veel meer deden. Dat je verantwoordelijkheid neemt voor je eigen situatie, je eigen gezin, je kinderen ook daar waar je hulp nodig hebt. Maar ook verantwoordelijkheid neemt voor elkaar in plaats van dat bij een ander neer te leggen. Tessa Dat is natuurlijk wel waar ze naartoe willen, met de participatiemaatschappij.. Berthe Ja.. en dat zeggen we allemaal heel mooi in beleid, maar als ik dan kijk naar wat voor interventies we hebben.. En dan praten we ook over het feit dat hulpverleners moeten veel meer leren om ouders in hun eigen kracht neer te zetten. Maar weten hulpverleners nou echt hoe ze dat moeten doen? Nee. Dat is lastig. Plus dat heel veel interventies nog steeds één op één zijn terwijl wat ik de kracht vind hiervan.. is.. je hebt wel dingen als de netwerkberaad en dat soort zaken maar dan ga je uit van het bestaande netwerk van het gezin. Terwijl met Proud2b ga je uit van wie heb jij om je heen, wie hebben invloed, wat vind je prettig of niet en maak daar bewust keuzes in. Maar doordat je werkt met groepen ouders creëren je gelijk een nieuw netwerk. Dus al hebben mensen een beperkt netwerk, wat je meteen ziet ontstaan, is dat ze in ieder geval met een aantal mensen goed contact opbouwen en die wonen ook in hun omgeving. Dus daar waar mensen nog helemaal niet een steunend netwerk hadden die af en toe een maaltijd naar binnen schuiven, heel praktisch he, maar.. ontstaat dat. En zij leren dan ook nog eens op dezelfde manier te denken en te geloven dat zoiets kan werken, waardoor het ook nog eens helpt om dat soort dingen voor elkaar en voor jezelf te doen. En dat vind ik heel mooi en echt aanvullend aan deze interventie boven wat je bij heel veel dingen ziet, bijvoorbeeld een eigen kracht conferentie of een familienetwerk beraad, gaat heel erg uit van, vind ik, het bestaande en niet vanuit het actief opbouwen van een netwerk en het anders leren denken en handelen binnen zo n netwerk. Dus als je het hebt over het maatschappelijke, dan denk ik dat deze methodiek heel erg kan bijdragen aan, niet alleen het versterken van gezinnen, maar ook aan het versterken van professionals in het versterken van gezinnen. Het echt anders werken met jongeren, ouders en met professionals en indirect ook het effect kan hebben dat we als maatschappij op een andere manier met elkaar omgaan. Tessa Dit wat je nu allemaal benoemd, zie jij dat als werkzame factoren? Berthe Ja. Wel wat wij beogen te bewerkstelligen. Dus als je het hebt over welke doelen streven wij na dan zijn dat wel doelen die wij nastreven en waarvan wij denken dat deze interventie daarbij kan werken. En ik denk dat de werkzame factoren ook sterk zitten in het hele praktische. Het is niet alleen maar praten over, maar we gaan daadwerkelijk aan de slag en wat doen, we gaan ervaren dat het werkt. Ik denk dat dat echt wel een.. En het feit dat het als het programma is afgerond niet stopt, dat dat ook een van de werkzame factoren is. Tessa Heb jij gelezen over het implementatiemodel van Ireen de Graaf? Berthe Namen zeggen me niks.. Tessa Ik was benieuwd of jullie daar ook mee hebben gewerkt. Zij heeft, omdat er in Nederland zo weinig bekend was over implementatie, heeft zij uit verschillende buitenlandse literatuur zelf een model ontwikkeld waarin ze werkt met drie fases. De voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Jullie zijn natuurlijk heel erg met de voorbereidende fase bezig. Maar waarschijnlijk is dit dus ook weer een gevalletje onbewust wel gebruikt.. Berthe Nouja, in projecten doe je dat ook he. Uhm.. In projecten doe je ook verkenning, waar we het net over hadden. Dan de voorbereiding, dan de implementatie, dan de evaluatie, borging. En feitelijk is het een soort a-cyclus. En dat passen we hier natuurlijk ook toe. We hebben eerst georiënteerd, vervolgens zijn we gaan voorbereiden, gaan plannen. Nu zitten we in een combinatie van voorbereidingen van een x aantal dingen en de implementatie. 46

48 Dat proberen we wel heel bewust te doen. Dus wat wij met onze trainers doen is, we maken contact, we hebben een helpdesk. En we plannen een keer in de paar maanden een intervisiesessie met ze om uitwisseling en leren te bevorderen. En.. uhm.. vervolgens.. ja, je hebt alle evaluatieformulieren gezien die horen bij het programma of niet? We hebben een heel monitoring- en evaluatiekader met ook allerlei formulieren om a) trainers er toe te verplichten te reflecteren op hoe de training is gegaan voor henzelf en daarvan te leren, maar ook inzicht te krijgen in wat is nou de effectiviteit van het programma zelf en waar zouden we kunnen verbeteren. En dat heeft natuurlijk alles met je borging te maken, maar dat heeft meteen ook weer invloed op het door ontwikkelen van je methodiek. Dus ik denk zelf dat het een soort continue proces is, wat niet stopt. Tessa Nee, het ging bij haar ook in een rondje. Ik heb nu opgeschreven onbewust dus wel want je beschrijft heel veel dingen die zij ook beschrijft. Berthe Ja. En het is hetzelfde wat we in projecten doen. Tessa Ja. En wat zijn voor jullie tijdens het aanpassingsproces werkzame factoren zijn geweest. Berthe Wat voor ons heeft gewerkt? Praten. Tessa Met elkaar, met organisaties? Berthe Uhm.. ik denk een combinatie. Het is een stukje onderzoek doen naar waarom werken dingen. Een stuk praten met elkaar, gewoon echt goed door akkeren. Goed.. uhm.. Dat stimuleert je ook om niet in binnen eigen kadertje.. he.. maar door met elkaar in gesprek te zijn verbreed het ook je perspectief en ik denk ook dat dat tot verbetering leidt. Tessa En is met elkaar alleen jij, Yvonne en Joost of nog meerdere? Berthe Nee, ook wel met mensen van Trivium, ook met Adele. Maar ook in je werk zelf. Wij komen natuurlijk heel veel professionals uit gemeenten en instellingen tegen en ook daar praat je mee. Daar praat je mee over je methodiek, daar praat je mee over andere aspecten van je projecten of interventies die je meeneemt.. uhm.. Wat, ik denk, een belangrijke werkzame factor is, is dat je zoiets niet moet doen als startende professional. Dus ervaring, dat je dat kunt meenemen. Daarin.. dat merk je ook tijdens ons gesprek, je neemt zo verschrikkelijk veel mee wat je hebt gezien, wat je hebt gehoord, wat je zelf hebt ervaren. En dat is van onschatbare waarde. Dus zo n onderzoek is wel behulpzaam, maar daarmee red je het niet. En dat maakt het tegelijkertijd ook lastig.. uhm.. want op het moment dat je zelf op een gegeven moment weg wil. Bijvoorbeeld als je over een paar jaar zegt van nou, we hebben Proud2b gedaan en zijn nu toe aan een andere uitdaging en je wilt dat dat overgenomen wordt door iemand anders, dat is best lastig. Tessa En wat vind je dat er tijdens het aanpassingsproces allemaal goed is gegaan? Berthe Uhm.. zoveel.. uhm.. ik ben altijd iemand die vooral kijkt naar wat er niet goed is gegaan. Tessa Dat is ook de volgende vraag, maar we beginnen positief. Berthe Wat is er allemaal goed gegaan? Uhm.. ik denk dat die hele oriëntatiefase gewoon heel goed is gegaan met die inspiratiesessies, het enthousiasme. Het feit dat we a) daardoor al twee instellingen hadden die voordat we het echt gingen contextualiseren hebben gezegd van nou, wij willen.. gaan het sowieso afnemen. Die instellingen hebben ook mensen geleverd die hebben meegedacht in de contextualisering. Zeg maar professionals, dat zou je misschien bij het andere nog moeten aanvullen. Want het is niet alleen vanuit ons, maar ook mensen vanuit het veld. Van het NJI hebben we betrokken bij het contextualiseren en het doorzetten van het materiaal. En dat is eigenlijk heel soepel gegaan, dus dat is heel prettig. Daar ben ik heel tevreden over. Tessa Wil je dan nu doorgaan naar de knelpunten? Berthe Nou, de knelpunten zijn.. zeg maar een belangrijk leerpunt voor ons is denk ik geweest dat wij met Zuid-Afrika een overeenkomst hebben moeten tekenen en eigenlijk al een commitment hebben moeten afgeven voordat wij het materiaal hebben gezien en dat betekent dat je tekent voor iets wat je eigenlijk niet goed kent. Dus je weet van horen zeggen, je weet hoe mensen erop reageren, je weet dat je commitment hebt voor de 47

49 organisatie maar je weet.. Wij hebben getekend met de mededeling contextualiseren kost plus minus vijf dagen en dan ben je klaar. En we leveren het materiaal al vertaald aan en dat soort zaken. Maarja, toen bleek het materiaal vertaald door iemand die Afrikaans praat en niet goed Nederlands spreekt, dus de vertaling was niet goed. Die vrouw heeft er heel veel tijd in gestoken hoor, ze woont hier in Nederland, maar het was gewoon niet goed. En daarnaast bleek dat er heel veel zaken die noodzakelijk zijn als jij niet Adele bent om een training te kunnen geven gewoon niet goed beschreven waren of zelfs niet voldoende, goed onderzocht waren en wij hadden zoiets ja dat is wel noodzakelijk dat je weet waarom je iets doet en niet alleen maar iets doet omdat je denkt dat het goed is. Dus wij willen wel gewoon een.. ja, de theorie daar achter hebben. En ook niet alleen maar omdat ik het denk, maar.. uhm.. ja, waar komt het vandaan? En waarom blijkt uit het verleden dat het wel of niet werkt. Dus waarom in-coöpereer je het in een training? Dat moest allemaal nog echt gewoon goed uitgezocht worden en beschreven worden. En daarnaast bleek dat heel veel materiaal nog niet af was, terwijl de boodschap was dat het wel af was. Dus dat heeft heel veel vertraging opgeleverd. Eigenlijk zouden mensen een jaar geleden al voor de jongeren-training getraind moeten zijn. Dat wordt nu over twee weken gedaan en ik ben nu nog het materiaal aan het afmaken en dat heeft er alles mee te maken dat het er gewoon nog niet was. Dus dat het product verkocht is als iets wat af is, maar dat was niet zo. En uhm.. uiteindelijk komt het allemaal goed, maar de tijdsinvestering is van vijf dagen echt naar.. nou, ik denk dat ik zeker twee werkdagen van de week bezig ben met Proud2b. Onbetaald. En als ik dat had geweten, weet ik niet of ik er aan begonnen was, zeg maar. En dat heeft dus heel veel te maken met het gewoon niet kunnen inzien. En het niet kunnen inzien van het materiaal heeft te maken met de angst van Proud2b Zuid-Afrika, die heeft eerder materiaal afgegeven zonder zo n overeenkomst en dat heeft een organisatie min of meer gewoon gekopieerd, copyright doorbroken en is er zelf onder eigen vlag mee aan de slag gegaan en dat wilden ze natuurlijk niet. Dus wij mochten niks meer inzien totdat er getekend was en dat kan ik niemand adviseren.. Tessa En hoe zijn jullie met die knelpunten omgegaan? Berthe Gewoon doorgaan. Heel veel tijd erin gestoken, echt heel veel tijd. Gelukkig waren wij alle drie professionals uit het veld, waardoor je niet daar ook nog eens een probleem mee hebt. Uhm.. Elkaar blijven motiveren, want het is niet altijd leuk. Ik kan je vertellen, ik heb het hele weekend doorgewerkt en dan vind ik het ook niet leuk. Dan denk ik echt van.. nou, uhm.. ik wil ook gewoon tijd met mijn gezin doorbrengen. En dan hebben we het over Proud2b familytime, maar als je dan kijkt naar wat het je.. En dat heb ik ook wel aan Adele teruggegeven, van ja, je hebt het verkocht onder de noemer het is af en het kost je vijf dagen, maar als je kijkt naar wat er voor nodig is om een methodiek als deze ergens te implementeren dan is dat van hele andere orde en ik vind ook dat als jij naar een volgend land gaat, dat je daar reëel in moet zijn. En mensen moeten weten waar ze instappen. Want wij hebben meerdere keren de training moeten uitstellen. Dat is naar je klanten niet goed, financieel is dat niet goed. We hebben er veel geld in moeten steken. Wij hebben ervoor gekozen om niet met subsidies te werken, maar zelf te investeren. Dus ik heb een persoonlijke lening verstrekt aan de Stichting, wel met het idee binnen een jaar heb je het terug verdiend vanuit het idee dan trainen we.. een hele planning zat daar op. En dat is niet het geval. Dus dat daardoor iedere keer verwachtingen, maar ook het model, iedere keer aangepast werd. Inmiddels.. de basistraining zou inclusief jongeren zijn. Inmiddels hebben we gezegd nee, de basistraining is ouders, medeopvoeders en als iemand voor de jongerengroep getraind wil worden, dan is dat een plus-training. Waarom? Niet iedereen heeft de ambitie om beiden groepen te doen bijvoorbeeld. Dus daarin pas je voortdurend dingen aan, maar daarmee ga je dus ook iedere keer met een net ander product de markt op. En dat is heel lastig voor je markt, als je iedere keer je verhaal wijzigt. Dus het is a) financieel lastig, want je terugverdienmodel is een stuk trager. Ik bedoel, waar we dachten binnen een jaar de lening te kunnen terugbetalen, dat is gewoon niet zo, dat gaat minimaal twee tot drie 48

50 Tessa jaar duren. En uhm.. het product waarmee we de markt op gaan is ook echt gewijzigd met wat we bij aanvang van Proud2b Zuid-Afrika hoorden. Zij gaan wel helemaal mee in de verandering. Ze zijn ook heel blij met onze input. Het hele model, een licentiemodel hadden zij, is ook gewijzigd. Op basis van onze ervaringen en onze input. Njah, je begint niet met het idee dat je dat soort dingen ook allemaal nog moet gaan ontdekken. Dus we moeten onszelf er soms aan herinneren dat we dit doen om ervoor te zorgen dat Nederland steeds een beetje beter wordt en zolang we daar nog in geloven gaan we door. Maar denk je dat het, want je zegt het is lastig voor de markt, denk je dat het ook effect zal hebben? Dat mensen gaan afhaken? Berthe Uhm.. nee.. Ik denk dat de mensen die aangeraakt zijn niet zomaar gaan afhaken. Maar wij hebben bijvoorbeeld, wij zouden nu een tweede groep gaan trainen in mei.. Gaat niet door. Waarom? Omdat wij tot begin april niet wisten waarmee we de markt op gingen. Is het nou een training van zes dagen, is het een training van tien dagen inclusief jongeren. Waarom kies je voor het een of het ander? Is het materiaal op tijd af? Uhm.. en dan is het lastig voor je markt in de zin.. onze marktering. Want wij kunnen niet marketen als we niet weten waarvoor we marketen. En de consequentie is dat je de groep niet vol hebt en de paar mensen die zich hebben aangemeld teleurgesteld moeten worden omdat je het niet door kunt laten gaan. En dat is gewoon niet goed, want dan haken nieuwe mensen wel af. Die denken op een gegeven moment; allemaal leuk en aardig, laat maar. Even in je hele andere verhaal voor die contextualisering. Daar is accreditatie ook een belangrijk onderdeel van he, het accrediteren van de training en zorgen dat mensen ook punten kunnen krijgen als ze de training volgen. Inmiddels is de training voor ouders en mede-opvoeders geaccrediteerd. Zodra het jongeren-materiaal af is, wordt die ook geaccrediteerd. Tessa Oke.. En wat waren de eisen vanuit Adele, met betrekking tot de aanpassing naar de Nederlandse situatie? Berthe Ze stelt eisen aan wat voor mensen getraind worden. Ze stelt eisen aan de organisaties waar de professionals werken, in de zin dat ze faciliteren dat mensen het ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Dat ze verantwoordelijkheid nemen voor de intervisie en dat ze de kosten daarvoor dragen. En voor de trainers is het natuurlijk dat ze zich houden van het programma, maar ook dat ze minimaal twee keer per jaar, drie keer per jaar intervisie bijwonen en zorgen dat ze bij zijn, meest actuele materiaal gebruiken. Eisen aan de organisaties is dat er ervoor zorgen dat het meest actuele materiaal ook beschikbaar is. Dus daar worden eisen aan gesteld. Er worden eisen gesteld aan de kwaliteit van het materiaal uhm.. en dan gaat het over hele simpele dingen. Het gebruik van dezelfde kleurcodes, de juiste logo s, de juiste layout. Zodat je gewoon met, ook al heb je verschillende organisaties, wel met hetzelfde naar buiten gaat. Daarin zie je wel dat, zeg maar uhm.. onze eisen zijn hoger dan die van hen. Dus ook daar zie je een wisselwerking dat wij het materiaal kregen en zeiden van ja, dit kan echt niet hier. Zo n presentatie en zo n reader dat wordt echt een beetje als houtje-touwtje ervaren. Dat heeft ergens met cultuur te maken, maar ook: kan ik omgaan met Word? Dat soort simpele dingen. Dus waar je zeg maar een titel en dan een icoontje eronder heb, dat icoontje dan op allerlei verschillende plekken plaatst binnen een document, dat wordt bij ons als onprofessioneel ervaren want dat moet allemaal netjes bij elkaar zetten. Maar als je niet weet hoe dat moet dan gaat het natuurlijk alle kanten op springen. Bijvoorbeeld Proud2b Nederland heeft een template ontwikkeld om al het trainingsmateriaal in te zetten en dat nu door hun gebruikt. Tessa Dus ze staat daar dan wel gewoon open voor? Berthe Ja. Ja, sterker nog zij kunnen dat zelf niet en ze hebben ook niet de middelen om dat uit te besteden. Wij ook niet, maar ik heb toevallig een man die is IT-er dus die heeft heel veel werk zitten in het maken van dat soort templates. En je ziet gewoon dat het.. zij zijn gewoon vanuit, er is gewoon iets ontstaan, gegroeid en ineens worden er andere eisen gesteld aan je 49

51 manier van werken en de kwaliteit van werken en dat moet echt geprofessionaliseerd worden en zover zijn zij nog helemaal niet. En daarin merk je.. Yvonne, Joost en ik runnen een bedrijf hier in Nederland en aan ons eigen bedrijf stellen wij al hele andere eisen. Dus toen wij Proud2b begonnen hier in Nederland hebben wij gelijk gezegd daar stellen we een x aantal eisen: we willen een bepaald business model, het moet zichzelf kunnen bedruipen en niet afhankelijk zijn van subsidies en dat soort zaken. Maar ook eisen aan wat voor rapportage lever ik af, hoe ziet het trainingsmateriaal er uit. Is dat professioneel, ja of nee? Uhm.. En toen wij het materiaal van hen kregen, zagen wij dat onze eisen op een heel ander niveau lagen dan dat van hen. Misschien kan je daar in Afrika ermee weg komen, maar hier kom je er niet mee weg. En zo zie je een continue groeiproces hier, maar ook daar. En dat heeft weer met een eerder punt te maken dat je er vanuit gaat, je krijgt een template aangeleverd, dat het in orde is. En dan blijkt dat dat misschien wel in orde is, maar niet conform jouw standaard. Dat zijn best lastige dingen. Dus er zijn allerlei eisen, maar soms worden die eisen nog meer vanuit ons opgelegd dan andersom. Tessa Maar die van Adele zijn wel terug te zien in de aangepaste versie? Berthe Uhm.. nou, wij zijn op dit moment bezig met het opstellen van het contract die trainers tekenen en die organisaties tekenen en daarin hebben wij die eisen opgenomen. En dat ligt nu in concept hebben wij dat voorgelegd met Zuid-Afrika en Zuid-Afrika heeft gezegd daar zijn wij het helemaal mee eens en dat moet nu naar de organisaties om te checken en te kijken of zij het er ook mee eens zijn. Dat is natuurlijk wel relevant. En uhm.. daar ga ik wel vanuit. Plus dat wij de eisen echt niet gaan aanpassen omdat wij dat echt minimaal noodzakelijk vinden voor de kwaliteit van het product. Tessa Wat bedoel je dan bijvoorbeeld? Berthe Nou, dan gaat het over het gebruik van het materiaal. Het minimale twee tot drie intervisiesessies per jaar bijwonen, dat vinden wij gewoon minimaal. Het feit dat je je committeert om het materiaal voor het doeleinde te gebruiken waarvoor dat bedoeld is. Trainers hebben nog wel eens de neiging om ergens een workshop te geven en dan ineens dingen uit het materiaal te halen. Nou, ze zijn niet getraind om een workshop te geven, ze zijn getraind om het programma te geven. En als er ergens een workshop gegeven moet worden, dan gaat dat via ons. En dat zij dat uitvoeren, prima, maar wij willen wel bepalen wat er in zo n workshop gebeurt. En dat soort dingen leggen wij allemaal contractueel vast om ervoor te zorgen dat alles blijft voldoen aan de eisen die je stelt. Ik kan je het concept contract wel sturen, kan je in ieder geval al kijken welke richting het op gaat. Tessa Welke rol heeft Adele gehad tijdens het aanpassingsproces, ook met betrekking tot het verwerken van haar eisen? Berthe Ze was een vraagbaak. Voortdurend in gesprek met haar over past datgene wat we willen aanpassen bij wat kan. Want zij heeft niet goed beschreven wat zijn de kaders. Dus het was iedere keer een beetje zoeken naar wat mag, wat mag niet. Tot nu toe is alles wat we hebben aangepast altijd goed geweest. Uhm.. Ik denk dat dat het aller belangrijkste is. Voortdurend als gesprekspartner het zoeken naar hoe passen we het aan, wat passen we aan en hoe flexibel zijn we daar in. Daarnaast als je kijkt naar de implementatie.. zij heeft natuurlijk de training gedaan, maar zij fungeert nu ook nog als een soort coach richting de trainers. Dus Riekie die verzamelt vragen en dan gaat zij met die verzamelde vragen naar Adele. En dan of wel Riekie beantwoordt ze of Adele maakt een soort mentorshipvideo waarin ze dan antwoord geeft op een aantal vragen die we dan weer verstrekken aan de trainers. Dus daarin speelt ze ook wel een belangrijke rol. Dus zo.. Tessa En is ze tevreden? Kan ze zich vinden in het uiteindelijke resultaat? Berthe Ja, volgens mij wel. Uhm.. Ik denk dat ze vooral over de aanpassing van de licentieovereenkomst even heel erg schrok, maar dat was ook wel even nodig, vonden wij. Dus als je het hebt over het aanpassen van het materiaal en het programma naar de 50

52 Nederlandse context daar is ze helemaal prima mee tevreden en misschien nog wel meer dan tevreden, omdat het haar ook heel veel heeft opgeleverd. En als het gaat om dat wij het licentiemodel niet vonden passen binnen onze situatie.. toen hebben we het op een gegeven moment wel even hard op hard moeten spelen en ook gezegd van joh, als we dit niet aanpassen stoppen we er ook mee want dan gaat het ook niet werken. En dat heeft uiteindelijk wel tot openingen geleid om toch tot een aanpassing te komen. Dus daar gaan we wel uitkomen, maar dat was wel even een periode wat niet fijn was over en weer. En ik denk ook dat zij had verwacht dat wij al dat soort contracten allang hadden kunnen laten tekenen door organisaties, terwijl wij zoiets hadden van het is nog niet klaar om getekend te worden, dus dat doen we nog niet. Bij voorkeur heb je natuurlijk dat organisaties zich committeren aan iets voordat ze het gaat uitvoeren en in die volgorde is het niet gegaan, dus als ik Adele was, zou ik daar niet heel gelukkig mee zijn. Ik ben er zelf ook niet gelukkig mee namelijk, maar ja.. het is niet anders. Het is gegaan zoals het is gegaan. En dat heeft ook alles mee te maken dat sommige dingen te laat over de brug komen en dat ze vervolgens niet conform onze markt zijn, waardoor het gesprek daarover gevoerd moet worden terwijl de training al gepland staat en de tickets al zijn geboekt. Ja, dan gaat het gewoon door. Dus we hebben zelf ook maar geaccepteerd dat het is zoals het is, maar ik kan me voorstellen dat het voor hen best lastig is. Tessa Toen ik haar sprak was ze er erg positief over. Berthe Ja, maar het levert haar heel veel op. Ze leert er ook heel veel van. En bij ons is het andersom. Kijk, haar levert het heel veel op, maar ons kost het heel veel. En dat maakt misschien wel dat wij misschien ook wel minder tevreden zijn over het proces dan dat zij is. Wij gaan er vanuit dat je kant en klaar dingen aangeleverd krijgt, maar ook dat soort contracten dat je door hebt.. Wij vinden het heel erg logisch in Nederland moet je niet aankomen met contracten van 20 tot 30 pagina s, dat gaat gewoon niemand tekenen. En het is allemaal schijnzekerheid, wij geloven daar ook niet zo in. En dat heeft ook met onze cultuur te maken. En uhm.. terwijl andersom is zij natuurlijk een keer op haar neus gegaan met die andere organisatie, dus zij heeft een advocaat in armen genomen en daar wordt alles tot op de punt en komma s vastgelegd. En uitgelegd. En ook in taalgebruik waarbij je vijf keer moet lezen wat er staat. Nou, dat is hier gewoon not done. Het is gewoon klare taal, simpel en we leggen een aantal artikelen en afspraken met elkaar vast en that s it. Het moet een doel dienen en niet alleen maar blabla. En dat heeft denk ik ook wel met cultuurverschil te maken. Tessa Zijn er verder nog verschillen aan te wijzen tussen de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse variant? Berthe Ik denk dat het belangrijkste verschil niet zozeer zit in de methodiek verder, maar wel in de voorbeelden die je gebruikt om datgene wat je.. de boodschap die je wilt overbrengen goed over te kunnen brengen. Dus in basis is het gewoon identiek en dat is prima, dat is goed. Tessa Ik heb ook nog wel wat vragen over de opvoedingswaarden en normen. Is het bekend waar de verschillen zitten tussen de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse opvoedingswaarden- en normen? Berthe Uhm.. bekend wel, maar het is niet zo relevant. Want in de methodiek proberen we juist af te blijven van waarden en normen. Dat is overigens wel een uitdaging in zo verre dat wij merken dat in het Engelse materiaal veel wordt gesproken over moet en feit is dat en dat hebben wij er zoveel mogelijk uitgehaald nu, in de loop van de afgelopen periode, omdat wij dit niet zo stellig zien. Het is niet zo dat opvoedstijl x kind x tot gevolg heeft bijvoorbeeld. Dus wij zijn daarin veel genuanceerder en dat is denk ik wel een verschil. Ik weet niet of dat verschil in cultuur is, Zuid-Afrika heeft heel veel verschillende culturen. Maar wel een verschil tussen Proud2b Zuid-Afrika en Proud2b Nederland. Plus dat wij, maar ook Zuid-Afrika, heel erg uitgaan van waarden en normen worden door het gezin bepaald en uhm.. het is aan hen om te bekijken welke waarden en normen vind ik belangrijk en welke wil ik nastreven en het is niet aan ons om een oordeel te vellen of wij dat acceptabel vinden ja of nee. Dus je kunt ze een handreiking geven met uit onderzoek blijkt dat of weet ik veel wat, maar met 51

53 waarden en normen blijkt het niet uit onderzoek dat eerlijkheid uiteindelijk jou het meeste brengt. Ja, dat weten we met zijn allen wel. En het is ook aan het gezin wil ik die norm adopteren omdat die belangrijk voor mij is ja of nee. Ik denk niet dat een gezin het zou bediscussiëren of het belangrijk is of niet, maar.. Ja, wij zijn heel erg.. gaan uit van het feit dat het aan het gezin is om dat te doen. En dat merk je ook.. Ik ben net met het jongerenmateriaal bezig geweest bijvoorbeeld en daarin schrijft Adele al heel veel waarden op van uhm.. waarvan ze eigenlijk zegt een jongere tekent een contract dat hij die waarden overneemt. En ik heb haar net een heel aangepast document terugg d waarin ik heb gezegd dat ik vind dat de trainer best een aantal voorbeelden van waarden kan noemen die belangrijk zijn of die belangrijk zouden kunnen zijn, maar het is aan de jongere om in te vullen wat voor hem of haar belangrijk is en ik vind ook dat als je in je methodiek schrijft dat jongeren soms moe worden van het feit dat volwassenen ze zoveel voorschrijven.. Tessa..dan wordt het eigenlijk weer gedaan.. Berthe Ja, dan begin je.. zit je het zelf ook te doen. En dat vind ik niet goed. Dus ik heb heel veel van dat soort dingen er uit gelaten en gezegd dat het best goed is om het de trainer mee te geven. Maar het is uiteindelijk aan de trainer om te bepalen welke voorbeelden geef ik en aan de jongere om te bepalen welke waarden en normen hij voor zichzelf wil adopteren. En op die manier heb ik het materiaal dus ook helemaal aangepast. Dus daar zie je wel.. niet in essentie een verschil.. maar wel in welke toonzetting heb je dan. Kies je er voor om waarden en normen voor te schrijven of kies je er voor om jongeren te motiveren zelf een keuze te maken. En ik vind dat je voor dat laatste moet gaan en ik weet dat Adele dat ook vindt, maar ik denk dat zij zich niet bewust is van het feit dat zij in haar materiaal het anders doet. En dat zie je ook in de toolkit van Zuid-Afrika daar zie je veel meer voorschrijvend, van zo moet het.. dat vind ik ook normatief, want daarmee zeg je impliciet als je het niet zo doet, doe je het niet goed. En daar proberen wij met onze toolkit heel erg vanaf te blijven. En zij is heel erg onder de indruk van de toolkit zoals wij hem hier in Nederland ontwikkelen. Dus dikke kans dat ze dat zelf ook weer gaat gebruiken. Dus daarin zie je misschien wel een verschil in de waarden en normen van onze organisaties misschien zelfs wel. En misschien ook wel het land. Misschien is het in Zuid-Afrika ook wel veel meer nodig, terwijl bij ons in Nederland is de hele politiek doordrongen van waarden en normen. En bij ons zijn er politieke partijen die het daar over hebben uhm.. die daarop kiezers trekken ja of nee. Met elkaar hebben wij een redelijk beeld van wat zijn waarden en normen en misschien is dat in Zuid-Afrika ook wel.. ze hebben wel waarden en normen, maar noemen ze het niet als zodanig. Dus dat vergt misschien nog net een stapje meer dan dat dat bij ons het geval is, maar dat kan ik niet goed inschatten. Ik denk ook dat het afhankelijk is van of je te maken hebt met de blanke, rijke bevolkingsgroep of met mensen die in een township wonen. Dat kan een hoop verschil maken. Tessa Sluit Proud2b ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Waarom wel, waarom niet? Berthe Ik denk het wel, want één van de waarden en normen in Nederland is dat wij niet oordelen over hoe een ander het doet. En dat is precies wat wij in dit programma proberen te doen. Eén van onze belangrijkste waarden en normen, vind ik, van Nederland is we hebben respect voor elkaar en we luisteren naar elkaar. Iedereen mag zijn wie hij is. Uhm.. dus in de zin waarden en normen in een gezin, ja, dat soort waarden en normen heb je natuurlijk ook in een gezin. Maar dat soort waarden en normen adopteer je als Stichting ook, omdat dat gewoon in ons land zo is. En uhm.. dus probeer je dat te incoöpereren in de manier waarop je je methodiek naar buiten brengt en daarmee zeg je ook al heel veel over hoe je als organisatie ergens over denkt. En ik vind het echt aan onze organisatie om te ondersteunen, gezinnen en jongeren en leerkrachten, te ondersteunen bij het zelf maken van keuzes ten aanzien van wat zij belangrijk vinden. Ik denk echt dat dat heel erg Nederlands is ook. En ik denk ook wel dat dat.. als je het hebt over die verschillen.. dat dat misschien ook wel een 52

54 heel belangrijk verschil is. Zuid-Afrika is veel meer een land waar je gedicteerd wordt en dat is bij ons niet, veel minder. Misschien wel tot te ver aan toe. Tessa Dat je teveel zelf mag kiezen? Berthe Ja. Tessa En hoe hebben jullie er dan voor gezorgd om die waarden en normen terug te laten komen in het materiaal? Berthe Door daarin te vermijden dat je het gaat hebben over absolute. Door te vermijden dat jij te sturend optreedt ten aanzien van de normen en waarden zoals ik die in mijn gezin zie, zeg maar.. En dat is nog steeds een leerproces he, want wij krijgen nog steeds wel weer, juist op basis van de ervaring van de trainers opdoen, dingen terug te horen van joh, in dit stukje dat zouden we nog iets moeten aanpassen. Nou, dan passen we het weer aan, kijken we er nog eens naar en dat is ook een continue proces. Want soms zie je dat zelf ook niet, totdat een ander met het materiaal aan de slag gaat. Dus dat uhm.. blijft. Tessa Wat bedoel je precies met absolute? Berthe Iets is altijd zo.. Even die opvoedstijlen erbij pakken. Nou, je hebt die drie opvoedstijlen en het is niet altijd zo dat de uitkomst van x opvoedstijl, x kind is. Dat is gewoon niet zo. En sterker nog, het is ook niet zo dat de ene opvoedstijl altijd per definitie beter is dan de ander. Het is ook heel afhankelijk van wat voor kind heb ik voor me, wat past daar in. Afhankelijk van de fase waarin je kind zit en ook wat voor gedrag of probleemgedrag je kind laat zien als gevolge van misschien wel de vrienden die hij heeft ontmoet, je op een gegeven moment iets meer van het een en iets minder van het ander moet hebben en dus de meest ideale opvoedstijl helemaal niet zo ideaal is in jouw situatie dus op het moment dat je dat absolute gaat voorschrijven wat je in het Engelse materiaal wel terug ziet, dan ga je onderuit. Dus wat wij bijvoorbeeld in zo n situatie hebben gedaan, is wel je benoemt de opvoedstijlen, je benoemt dit kan het gevolg zijn, maar in het trainershandboek hebben we heel duidelijk beschreven dat uit onderzoek blijkt dat dat niet allemaal absoluut is en huhuhu en dat ze dat wel heel goed moeten meenemen in de uitleg van die opvoedstijlen naar ouders toe. En dat soort nuanceringen en uitleg, dat ontbreekt in het Engels materiaal. Maar wij vinden dat wel heel erg belangrijk. Dus dat uhm.. Plus dat het ook niet altijd.. Kijk, even een simpel voorbeeld he.. Mijn man heeft een dochter, die is deels bij ons en deels bij haar moeder en de manier waarop wij opvoeden is compleet anders. De normen en waarden die wij in ons gezin hanteren zijn, natuurlijk niet alleen maar verschillend, maar op een aantal vlakken toch wel echt echt anders. Dat betekent niet perse dat het bij ons beter of slechter is dan bij die ander en dat vind ik ook dat je in die training moet terug laten zien. Het is niet zo dat uhm dat het altijd uhm.. Kijk, ik denk: samen eten met het gezin aan tafel en gewoon een gesprek kunnen voeren met elkaar vind ik heel erg belangrijk in mijn gezin. Omdat ik tijd met elkaar heel erg belangrijk vind bij het ontbijt, bij het middageten, bij het avondeten. Wij eten nooit op de bank, nooit. Dat vind ik belangrijk. Dat is in hun gezin niet het geval. Maar misschien besteden zij dat moment van samen zijn wel s middags na school met een kopje thee. Dus wie ben ik om dan te zeggen Dus dat vind ik ook echt heel belangrijk, dat je daar gewoon respect voor hebt maar dat je mensen wel bewust maakt van het feit uhm.. we weten allemaal dat tijd met elkaar doorbrengen belangrijk is. Hoe je dat dan doet en op welke momenten je dat dan doet, ja, dat moet je zelf weten. Maar ouders merken zelf ook dat als ze dat niet doen dat kinderen vervelend gaan doen, ja, daar hoeven we geen theorie op na te slaan. En zelfs dat, vind ik, moet je niet voorschrijven maar moet je ouders zelf laten ontdekken door een gesprek met elkaar te voeren en ze zelf te laten reflecteren op hun situatie. En zelf tot de conclusie te laten komen dat.. Tessa En die gedachtegang is wel heel erg Proud2b ME? Berthe Ja, ja. Het is wel heel erg uhm.. Ja, Proud2b is ook een programma waarbij je vooral natuurlijk in de eerste stappen reflecteert op uhm.. en de trainer heeft voldoende pedagogische achtergrond en kennis om daar veel van de do s en don ts in de opvoeding mee te nemen en die bieden we natuurlijk ook wel aan. Maar de trainer wordt vooral ook geschoold om het 53

55 niet voor te dicteren, maar om ouders een weg te laten bewandelen op het zelf te ontdekken en daar zelf keuzes in te maken. Dus als je de methodiek heel goed doorleest, dan zie je ook dat de eerste bijeenkomsten vooral gericht zijn op een stukje achtergrondkennis zonder dat er beoordeeld wordt, een stukje reflectie en dat stuurt steeds meer naar, op basis van wat je geleerd hebt over jezelf in jouw situatie, het maken van keuzes. En zo steekt die module gewoon in elkaar. Je zult ook zien dat in het begin er veel meer algemene vragen gesteld worden, dus aan ouders niet zozeer over hoe is het dan bij jou?, want dat is best wel onveilig en eerst heb je een veilige groep nodig. Maar hoe is het dan om je heen? naar steeds dichter naar maar hoe is dat dan bij jou, wat vind je daar van en welke keuze wil je daar dan in maken? Dus je ziet ook een geleidende schaal in algemeenheden naar echt het maar wie ben jij nou als ouder en wat wil je. En juist om die veiligheid te creëren om die route te gaan. Maar daarbij wel voortdurend terug gaan naar jezelf. De uitdaging in het begin laat je ouders wel reflecteren, maar is het veel minder het delen van je reflecties. Dus je schrijft het wel voor jezelf op, maar je hoeft het niet te delen en op een gegeven moment ga je natuurlijk steeds meer naar denk daar voor jezelf eens over na en ga het dan ook delen, want daar heb je wat aan. He, je kunt er met elkaar van leren op het moment dat je het deelt. Maar ook dat proces moeten mensen gewoon in geleidende schaal ondergaan. Tessa En zijn vijf sessies daar voldoende voor? Berthe Ja, dat vind ik wel een spannende.. Tot op heden horen we in ieder geval van trainers die nu collega s hebben getraind, dat vijf sessies voldoende zijn. De trainers hebben feitelijk ook die vijf sessies gedaan he. Die geven daarin ook aan: de eerste bijeenkomst ben je wat sceptisch, de tweede bijeenkomst denk je nou dit lukt nooit en de vijfde bijeenkomst ben je overtuigd. En dat is wat wij horen uit Zuid-Afrika ook een standaard ding. Dus dat mensen op de tweede dag wat meer ontevreden zijn, dat hoort ook bij het proces wat ze doormaken. Om vervolgens in de vierde en vijfde sessie helemaal lyrisch te worden en daar echt mee aan de slag te willen. Ik vind het wel een spannende. Ik denk dat het genoeg is, maar ik denk ook dat het niet alleen afhankelijk is van is het programma daar voldoende voor, maar ook wie heb je voor je. Weet hij dat vertrouwen te wekken? Weet hij het over te brengen? En dat vind ik ook een spannende, want in Zuid-Afrika is Adele de belangrijkste persoon die traint en zij is ook een heel charismatisch iemand. Zij weet het ook heel goed over te brengen en mensen te enthousiasmeren door wie zij is. En uhm.. ik geloof echt dat het een methodiek is die werkt, maar zoals bij alles, ook bij gewoon één op één contact met een hulpverlener of een groepswerker.. is het een goede groepswerker of niet? Is ook afhankelijk van heeft hij een klik met de groep. Is het een goede leerkracht of niet? Ja, dat is ook afhankelijk van.. Nou ja, hij kan een heel goed lesprogramma hebben, maar als hij als leerkracht niet functioneert dan gebeurt er niks. En dat is met dit ook en dat vind ik ook wel een spannende. En ja.. welke trainers blijven straks staan? En ik denk echt dat dat niet allemaal is. Ik denk echt wel dat er een aantal trainers gaan uitvallen of he, dat je ook echt we verschil gaat ziet in welk effect hebben de trainingen die gegeven zijn. Tessa Maar daar heb je dan toch bijna geen invloed op? Wat je zegt, je kan de methodiek zo mooi maken, maar uiteindelijk valt of staat het bij die persoon die de training geeft. Berthe Invloed niet echt, maar je kunt wel eisen stellen aan die persoon. En door een aantal eisen te stellen en ook een aantal eisen te stellen aan hoe kan ik groeien als trainer met intervisie en begeleiding, kun je daar deels in sturen. En de bedoeling is dat straks trainers en organisaties, voordat mensen instromen, een contract tekenen. Waarin ze zeggen te voldoen aan die eisen, maar zich ook committeren aan.. uhm.. zich houden aan bepaalde eisen die wij stellen. En ik denk dat dat wel een groot verschil gaat maken ten opzichte van een open inschrijving en iedereen kan gewoon.. dit doen omdat je nou eenmaal geld wil verdienen. Maar je hebt er niet helemaal grip op en dat is wel spannend. Dus dat gaan we merken.. Tessa En als je het hele proces opnieuw zou mogen doen, wat zou je dan hetzelfde doen en wat zou je anders doen? 54

56 Berthe Uhm.. Het belangrijkste wat ik anders zou doen, is dat ik voorafgaand aan het aangaan van het commitment het materiaal zou hebben willen inzien. Dat had ik echt anders gedaan, want dat had een hele hoop ellende gescheeld. Uhm.. ik zou ook de voorwaarden waaronder zo n uitrol plaatsvindt, dus niet alleen het trainingsmateriaal maar ook onder welke voorwaarden doen we dat, beter had doorgesproken met Adele. In plaats van dat dat achteraf gebeurt, zeg maar.. En ook al doende leert men he, want hoe vaak doe je dit nou in je leven? Ik denk één keer en dat is het jammere, want vervolgens kan je niks met wat je hebt geleerd. Ach.. Dus dat had ik echt anders gedaan. Wat ik hetzelfde zou hebben gedaan, is zo n verkenning. Het betrekken van het veld bij de ontwikkeling en nu ook de doorontwikkeling van het materiaal. Uhm.. Wat ik ook heel goed vind.. Ook een al doende leert men moment.. want op een gegeven moment wilde Adele steeds meer Nadia tussen haar en ons zetten en dat hebben wij uiteindelijk niet geaccepteerd. Ik heb tegen Adele ook gezegd dat ik met haar in gesprek wil, zij is degene die beslist en niet Nadia. Nadia is haar office manager. En daarnaast zij we zo in de basis nog aan het bouwen dat ik het ook niet passend vind dat Nadia daar tussen staat. En nu inmiddels hebben wij, dat zou je misschien in het vervolg eerder afspreken, Adele en ik spreken elkaar iedere week. We spreken elkaar iedere week om even te horen van hoe gaat het eigenlijk met je en thuis en even feeling.. maar ook, voordat dingen groot worden het gewoon snel uit te kunnen spreken en daar even tijd voor te hebben, zodat het proces makkelijk door gaat. Hiervoor was het, oh er is iets dus moeten we een afspraak voor maken en dan hebben we over twee of drie weken een keer tijd. Ja, dat werkt gewoon niet. Dus misschien zou je achteraf ook eigenlijk direct moeten zeggen van goh, we spreken elkaar wekelijks. Als is het even tien minuten. Maar je hebt wel even dat contact en je weet weer even hoe het gaat en je kunt weer even die korte vraag stellen die je hebt. En dat is in zo n proces wel nodig. Wat is verder anders zou hebben gedaan ja weet ik niet, ik denk dat dat het belangrijkste is. Feitelijk ben ik heel tevreden over het proces, behalve over de tijdsinvestering en daarmee ook de duur, het tijdsbestek, wat het kost om het hier werkend te krijgen. Tessa Wat heeft het aanpassingsproces gekost wat betreft tijd en geld? Je gaf net al aan dat jullie niet met subsidies wilden werken, maar met een lening en dat jij er twee dagen per week onbetaald aan Proud2b ME werkt. Berthe Ja. Yvonne ook, zeker één dag in de week denk ik. Joost iets minder. Ik denk dat het voor Joost een investering is van vier uur per week, max. Maar Yvonne ook zeker een dag per week. En dat uhm.. Ja, en qua kosten.. maak je natuurlijk kosten voor licentie, je maakt kosten om Adele hier heen te halen. Reis, verblijf. We maken kosten om Riekie in te huren voor contacten met de trainers, het regelen van de intervisies, zij maakt de toolkit. Wel met onze input, maar het moet gewoon gemaakt en verzonden worden. Zij richt share point in voor ons. Qua kosten gewoon het inrichten van een share point. Het maken van een website, hostingskosten al dat soort dingen komt er allemaal bij. Tessa En daar heeft Trivium verder helemaal niets mee te maken? Berthe Nee, Trivium betaald gewoon voor de trainingen die die afneemt en uhm.. We hebben zeg maar qua model.. wij verdienen op trainingen. Organisaties betalen een x bedrag per trainer om ze gewoon goed onderhouden te laten zijn. Ook zodat wij het materiaal goed kunnen blijven onderhouden. Dus dat is een x bedrag. En daarnaast hebben wij zelf een aantal mensen die wij in onze portefeuille willen hebben die op kosten van Proud2b getraind zijn en die Proud2b kan inzetten bij organisaties die zeggen van goh, ik heb een groep ouders met wie ik dit graag zou willen doen, zonder dat ze zelf helemaal ze hoeven op te leiden. En dan kunnen ze gewoon iemand inhuren, dus het is meer een soort van.. detachering of hoe noem je dat.. Daar betaal je natuurlijk de trainer van en daar houd je tien proces zoiets houden wij als Stichting voor administratiekosten en het onderhouden van die trainers, dat moeten wij ook doen. Daar gaan ook kosten naar uit. Dus dat zijn Ja, en dan heb je de hostingkosten, je administratiekosten, je share point kost gewoon een x bedrag. Het ontwikkelen van je toolkit kost geld, daar de juiste programma s voor hebben zodat het ook goed doorkomt. Dus al met 55

57 Tessa al heb je eigenlijk best wel veel kosten. Ja.. en dat.. een deel daarvan wordt nu betaald vanuit het geld wat we uit de eerste training hebben verdiend en een deel wordt betaald vanuit onszelf in de hoop dat het ooit terug komt. Dat gaan we merken. Je gaf net al aan dat je tevreden bent. Maar wat voor cijfer geef je het proces en het uiteindelijke resultaat? Berthe Ik denk het proces een 6,5, want er zijn wat hiccups geweest. Het resultaat geef ik een 7. Met het resultaat ben ik wel tevreden. Ik vind het niet goed, of zeer goed ofzo. En die 7 is niet zozeer omdat ik niet tevreden ben met wat er nu ligt maar als kijk naar het proces en waar we nu staan, dan had ik al graag wat verder geweest. En al meer resultaat hebben geboekt dan dat we hebben geboekt. Het resultaat niet alleen in wat voor materiaal hebben we, maar ook het resultaat in we hebben al zoveel groepen getraind en we kunnen echt al iets zeggen over de effectiviteit en zo ver zijn we gewoon nog niet en ik had al gehoopt dat dit nu al zo zou zijn. Ja.. om dat ik denk dat het uhm.. met hoe we gestart zijn, had je dat ook mogen verwachten. En doordat het proces gewoon heel erg vertraagd is, is het gewoon niet anders. Ik vind dat wel jammer. Ik had zelf zoiets dat binnen twee jaar, drie jaar moet het echt wel up and running. Nou we zijn inmiddels al twee jaar verder. Vanaf 2010 natuurlijk al veel langer, maar de Stichting bestaat nu een jaar, anderhalf jaar. Dus we zijn denk ik twee jaar echt bezig met contextualiseren en dat soort zaken. Nu denk ik, ik mag blij zijn dat ik er over een jaar of drie uit kan stappen als ik dat zou willen. En ik denk dat ik dan nog heel optimistisch ben. Ik weet niet of ik dat zou doen hoor, maar mijn man houdt nog wel van nieuwe uitdagingen en die wil misschien nog wel naar het buitenland ofzo en dan denk ik wel dat als dat binnen nu en een jaar zou zijn, dan is Proud2b me daar nog niet klaar voor. En ik denk dat we in onze handen mogen knijpen als dat over drie jaar wel het geval is. Ik geloof wel heel erg dat het gaat werken, anders was ik er allang mee gestopt. Maar de weg is gewoon lang. En een ander ding wat een grote invloed heeft, waar we het nog helemaal niet over hebben gehad, is heel die transitie. Dus daar waar je nu dingen wil vermarkten, is de markt uhm.. op dit moment bezig met nieuwe teams vormen en überhaupt werkprocessen bedenken. Tessa Heb je dat ook als knelpunt ervaren? Berthe Ik zie dat nu wel als knelpunt ja. Want als wij die trainingen vol kunnen laten stromen, geld kunnen laten binnenkomen dan kunnen wij meer investeren in het sneller afmaken van dingen en doorgroeien zeg maar. Verder professionaliseren. Maar wat wij merken is dat niet zozeer de interesse in Proud2b er niet is, maar dat organisaties zeggen ja, we hebben net al onze mensen gedetacheerd naar die wijkteams, die wijkteams zijn bezig met het opbouwen van nieuwe teams. Teambuilding. Een analyse en zorgbehoeftebepaling te doen die zijn nog helemaal niet klaar om met een nieuwe methodiek aan de slag te gaan. Los van hun enthousiasme voor die nieuwe methodiek. Maar dat maakt wel dat ze, ook voor dit jaar, zullen zeggen dat ze die mensen niet vrij maken voor een training van zoveel dagen, omdat ze tijd nodig hebben om die mensen in te bedden in de wijkteams. Ja, dat snap ik. Snap ik heel goed. Dus ik zie wel enthousiasme en ik zie heel veel potentieel, maar niet dit jaar. Dit jaar is de markt met hele andere dingen bezig en dat heeft wel een grote impact op het tempo waarmee wij dingen kunnen doen. Tessa Terwijl het programma zelf wel heel erg aansluit, qua eigen kracht en netwerk. Berthe Ja. Maar daarom is iedereen er ook wel enthousiast over, maar als een cliënt zich aanmeldt en het team weer nog niet eens welk proces zij moeten doorlopen om te bepalen, moet deze cliënt vijf gesprekken krijgen of moet hij een Proud2b ME programma of moet hij misschien wel uit huis.. ja, dan moet je dat toch echt eerst doen voordat jij een Proud2b ME programma kunt overwegen om dat erbij te doen. En de huidige markt die staat aan dat begin. Die staat aan de cliënt klopt aan en eigenlijk weten we m n god niet wat we moeten doen. Ja en dan uhm.. is het een moeilijke markt. Dus daar hebben wij wel last van. Dus dat uhm.. Als Adele straks komt dan gaan we daar, steken we daar natuurlijk ook wel op in, in de zin van we hebben nu geen mensen die getraind kunnen worden. 56

58 Maar zij is wel voor wat langere tijd hier dus wij bieden wel, als een gemeente geïnteresseerd is, aan dat ze daar een ochtend komt om het gedachtegoed mee te geven in de transitie, transformatie en hen op te warmen om daar volgend jaar wat mee te gaan doen. Het liefst had je ze natuurlijk nu getraind. En zij gaat naar een groot evenement in Den Bosch.. Breda.. of Tilburg.. Maar die hebben dan een groot congres voor alle gemeenten gezamenlijk en dat gaat over transitie, transformatie en die zijn, de persoon die het organiseert, is heel enthousiast geraakt over Proud2b ME, dus Adele die gaat daar spreken. En daar zitten bestuurders, daar zitten wethouders en die gaan wel de koers varen. Dus als zij zeggen dit programma moet bij ons een onderdeel worden van de gedachtegoed en de manier waarop gewerkt wordt dan heb je daar een markt die open breekt. Maar ook niet voor nu. Dus dan praten we echt over het eind van het jaar, begin volgend jaar. Ja, dat is een beetje jammer. En dat is een vraag die wij als bestuur moeten beantwoorden, van ja, hoeveel geld blijf je investeren. Want je hebt mensen getraind, daar moet je intervisies voor leveren, daar met je toolkits voor maken. Dat is een commitment wat je aan bent gegaan, wat wel x aantal kosten met zich mee brengt. En die kosten kan je niet alleen maar verhalen op dat kleine groepje nu. Dus dat kost je gewoon geld als Stichting en dat geld hebben we niet, dus hoeveel ga je dan nog op investeren en wanneer moet dat dan terug zijn? Tessa En jullie neigen nog steeds niet naar subsidie? Berthe Nee. Tessa Want? Berthe Ik weet niet of je ooit subsidies heb aangevraagd? Nou, een subsidie aanvragen is vaak al heel veel werk en een subsidie verantwoorden is vaak nog veel erger. En als je een subsidie aanvraagt, is het maar zeer de vraag of je hem krijgt he. Dus je kunt veertig uur hebben besteed aan een aanvraag en dan krijg je hem niet. Dan is continue bij ons de vraag: gaan we die veertig uur daar aan besteden of gaan we hem besteden aan het zelf ontwikkelen en door ontwikkelen van het materiaal. En bij mij geldt toch nog steeds dat laatste. En misschien wordt dat anders als het materiaal af is en de trainingen niet vol lopen en wij toch door willen, maar voorlopig neig ik daar niet naar. En is het ook niet nodig. Maar het motiveert wel. Dat is een ander ding als je alles op subsidies doet, dan kan je ook denken van nouja, het wordt toch wel betaald. Als je het zelf betaald, dat motiveert tien keer harder hoor om ervoor te zorgen dat het lukt. Dus het is ook wel een goede prikkel. Maar ik geloof absoluut dat dit gaat werken, het vergt alleen een langere adem dan dat wij hadden voorzien. Soms denk ik wel eens waar zijn we aan begonnen? Misschien als ik over vijf jaar terug kijk en zie dat het echt effect heeft dat het Tessa Dat is toch gaaf? Tenminste, mij lijkt dat heel gaaf. Berthe Nou ja, heel veel mensen zeggen dat. Jij doet gewoon waar je in gelooft en dat is ook wel zo. Ik doe nooit projecten, ook tijdens mijn betaalde werk niet, waar ik zelf niet in geloof. Ik doe altijd wat ik leuk vind, maar het is niet altijd de makkelijkste weg. Kennelijk zit dat in mijn karakter. Tessa Waarschijnlijk wel ja.. Nou, dit waren alle vragen. Heel erg bedankt voor de tijd en input. Berthe Graag gedaan hoor 57

59 Bijlage 6. Labeling diepte-interview Berthe Peerenboom Thema: Aanpassingsproces Tekstfragment 1: Het eerste is het herkennen van een programma. Dat was tijdens een conferentie in 2010 waar ik dacht dit zou wel eens een programma voor Nederland kunnen zijn. Het tweede is toetsen in de Nederlandse situatie of dat iets is wat ik alleen vind of dat dat ook door de markt herkent wordt. Tekstfragment 2: Dat heb ik gedaan door de oprichtster uit Zuid-Afrika Adele naar Nederland te vliegen en in Nederland op vier verschillende locaties inspiratie bijeenkomsten te organiseren. Daar heb ik bestuurders en medewerkers van instellingen uitgenodigd en ik heb haar laten spreken, een workshop laten geven, bij het congres voor de jeugd van de vereniging van de Nederlandse gemeenten om daar te toetsen van goh bevalt dit. En er was gelijk heel veel enthousiasme. En was meteen de vraag ja wanneer komt dit op de markt? Tekstfragment 3: Dan is de volgende stap natuurlijk hier in Nederland een Stichting oprichten en tegelijkertijd met Zuid Afrika in gesprek over, ja onder welke voorwaarden kunnen we het naar Nederland halen. Tekstfragment 4: Het materiaal bekijken. Vervolgens, we hebben alles vertaald en zijn het basismateriaal gaan aanvullen met beschrijvingen vanuit Nederland zodat het ook herkend kan worden door de Nederlandse professional, maar ook de mensen uit Nederland. We hebben heel veel aangevuld. Tekstfragment 5: We hebben een onderzoek gedaan naar hoe ziet de methodiek er uit en wat is de kans van slagen theoretisch gezien naar de implementatie hier in Nederland. We hebben onderzoek gedaan naar wat maken methodieken effectief. Dus dat benut je natuurlijk in hoe je aan de slag gaat. We hebben onderzoek gedaan dus je kunt in ons theoretisch kader al heel veel zien in waarom werken dingen nou wel of waarom werken dingen nou niet. Die onderzoeken worden natuurlijk sowieso al gedaan op verschillende aspecten. Daarnaast neem je ook daarin mee wat je hoort. Tekstfragment 6: Verder hebben wij een handboek voor de trainer gemaakt waarin het ook daadwerkelijk allemaal beschreven wordt, zodat een trainer hier in Nederland ook naslagwerk heeft om dingen na te lezen. Tekstfragment 7: In projecten doe je ook verkenning, waar we het net over hadden. Dan de voorbereiding, dan de implementatie, dan de evaluatie, borging. En feitelijk is het een soort a-cyclus. En dat passen we hier natuurlijk ook toe. Tekstfragment 8: Op dit moment zijn we bezig met het ontwikkelen van een share point waar trainers toegang toe hebben. Tekstfragment 9: Ervaring. Heel goed met eigen ogen kunnen zien wanneer werkt iets nou en wanneer werkt iets nou niet. Ik praat met cliënten, uitvoerders, bestuurders en ik leer daar zo verschrikkelijk veel van. Ik doe veel verschillende typen projecten en dat neem ik mee. Tekstfragment 10: Praten. Het is een stukje onderzoek doen naar waarom werken dingen. Een stuk praten met elkaar, gewoon echt goed door akkeren. Je neemt zo verschrikkelijk veel mee wat je hebt gezien, wat je hebt gehoord, wat je zelf hebt ervaren. En dat is van onschatbare waarde. Dus zo n onderzoek is wel behulpzaam, maar daarmee red je het niet. 58

60 Tekstfragment 11: Inmiddels is de training voor ouders en mede-opvoeders geaccrediteerd. Zodra het jongerenmateriaal af is, wordt die ook geaccrediteerd. Tekstfragment 12: Het hele oriëntatiefase gewoon heel goed is gegaan met die inspiratiesessies, het enthousiasme. Die instellingen hebben ook mensen geleverd die hebben meegedacht in de contextualisering. Want het is niet alleen vanuit ons, maar ook mensen vanuit het veld. Van het NJI hebben we betrokken bij het contextualiseren en het doorzetten van het materiaal. En dat is eigenlijk heel soepel gegaan. Thema: Knelpunten Tekstfragment 1: Een belangrijk leerpunt voor ons is denk ik geweest dat wij met Zuid-Afrika een overeenkomst hebben moeten tekenen en eigenlijk al een commitment hebben moeten afgeven voordat wij het materiaal hebben gezien en dat betekent dat je tekent voor iets wat je eigenlijk niet goed kent. Tekstfragment 2: Wij hebben getekend met de mededeling contextualiseren kost plus minus vijf dagen en dan ben je klaar. En we leveren het materiaal al vertaald aan en dat soort zaken. De vertaling was gewoon niet goed. En daarnaast bleek dat heel veel materiaal nog niet af was, terwijl de boodschap was dat het wel af was. Dus dat heeft heel veel vertraging opgeleverd. Tekstfragment 3: En daarnaast bleek dat er heel veel zaken die noodzakelijk zijn als jij niet Adele bent om een training te kunnen geven gewoon niet goed beschreven waren of zelfs niet voldoende, goed onderzocht waren en wij hadden zoiets ja dat is wel noodzakelijk dat je weet waarom je iets doet en niet alleen maar iets doet omdat je denkt dat het goed is. Dus wij willen wel gewoon een.. ja, de theorie daar achter hebben. Dat moest allemaal nog echt gewoon goed uitgezocht worden en beschreven worden. Tekstfragment 4: De tijdsinvestering is van vijf dagen echt naar.. nou, ik denk dat ik zeker twee werkdagen van de week bezig ben met Proud2b. Onbetaald. En als ik dat had geweten, weet ik niet of ik er aan begonnen was, zeg maar. En dat heeft dus heel veel te maken met het gewoon niet kunnen inzien. Tekstfragment 5: Wij hebben meerdere keren de training moeten uitstellen. Dat is naar je klanten niet goed, financieel is dat niet goed. We hebben er veel geld in moeten steken. Wij hebben ervoor gekozen om niet met subsidies te werken, maar zelf te investeren. Dus ik heb een persoonlijke lening verstrekt aan de Stichting, wel met het idee binnen een jaar heb je het terug verdiend vanuit het idee dan trainen we.. een hele planning zat daar op. En dat is niet het geval. Tekstfragment 6: Dus daarin pas je voortdurend dingen aan, maar daarmee ga je dus ook iedere keer met een net ander product de markt op. En dat is heel lastig voor je markt, als je iedere keer je verhaal wijzigt. Dan is het lastig voor je markt in de zin.. onze marktering. Want wij kunnen niet marketen als we niet weten waarvoor we marketen. En dat is gewoon niet goed, want dan haken nieuwe mensen wel af. Tekstfragment 7: Kosten voor licentie, je maakt kosten om Adele hier heen te halen. Reis, verblijf. We maken kosten om Riekie in te huren voor contacten met de trainers, het regelen van de intervisies, zij maakt de toolkit. Qua kosten gewoon het inrichten van een share point. Het maken van een website, hostingskosten al dat soort dingen komt er allemaal bij. onderhouden van die trainers, dat moeten wij ook doen. Daar gaan ook kosten naar uit. De hostingkosten, je administratiekosten, je share point kost gewoon een x bedrag. 59

61 Het ontwikkelen van je toolkit kost geld, daar de juiste programma s voor hebben zodat het ook goed doorkomt. Een deel daarvan wordt nu betaald vanuit het geld wat we uit de eerste training hebben verdiend en een deel wordt betaald vanuit onszelf in de hoop dat het ooit terug komt. Tekstfragment 9: En dat is een vraag die wij als bestuur moeten beantwoorden, van ja, hoeveel geld blijf je investeren. Want je hebt mensen getraind, daar moet je intervisies voor leveren, daar met je toolkits voor maken. Dat is een commitment wat je aan bent gegaan, wat wel x aantal kosten met zich mee brengt. En die kosten kan je niet alleen maar verhalen op dat kleine groepje nu. Dus dat kost je gewoon geld als Stichting en dat geld hebben we niet, dus hoeveel ga je dan nog op investeren en wanneer moet dat dan terug zijn. Tekstfragment 10: En een ander ding wat een grote invloed heeft, waar we het nog helemaal niet over hebben gehad, is heel die transitie. Dus daar waar je nu dingen wil vermarkten, is de markt uhm.. op dit moment bezig met nieuwe teams vormen en überhaupt werkprocessen bedenken. Maar wat wij merken is dat niet zozeer de interesse in Proud2b er niet is, maar dat organisaties zeggen ja, we hebben net al onze mensen gedetacheerd naar die wijkteams, die wijkteams zijn bezig met het opbouwen van nieuwe teams. Teambuilding. Een analyse en zorgbehoeftebepaling te doen die zijn nog helemaal niet klaar om met een nieuwe methodiek aan de slag te gaan. Los van hun enthousiasme voor die nieuwe methodiek. Dit jaar is de markt met hele andere dingen bezig en dat heeft wel een grote impact op het tempo waarmee wij dingen kunnen doen. Thema: Eisen Tekstfragment 1: Ze stelt eisen aan wat voor mensen getraind worden. Ze stelt eisen aan de organisaties waar de professionals werken, in de zin dat ze faciliteren dat mensen het ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Dat ze verantwoordelijkheid nemen voor de intervisie en dat ze de kosten daarvoor dragen. En voor de trainers is het natuurlijk dat ze zich houden van het programma, maar ook dat ze minimaal twee keer per jaar, drie keer per jaar intervisie bijwonen en zorgen dat ze bij zijn, meest actuele materiaal gebruiken. Eisen aan de organisaties is dat er ervoor zorgen dat het meest actuele materiaal ook beschikbaar is. Tekstfragment 2: Er worden eisen gesteld aan de kwaliteit van het materiaal uhm.. en dan gaat het over hele simpele dingen. Het gebruik van dezelfde kleurcodes, de juiste logo s, de juiste lay-out. Zodat je gewoon met, ook al heb je verschillende organisaties, wel met hetzelfde naar buiten gaat. Proud2b Nederland heeft een template ontwikkeld om al het trainingsmateriaal in te zetten en dat nu door hun gebruikt. Tekstfragment 3: Onze eisen zijn hoger dan die van hen. Dus ook daar zie je een wisselwerking. toen wij Proud2b begonnen hier in Nederland hebben wij gelijk gezegd daar stellen we een x aantal eisen: we willen een bepaald business model, het moet zichzelf kunnen bedruipen en niet afhankelijk zijn van subsidies en dat soort zaken. Maar ook eisen aan wat voor rapportage lever ik af, hoe ziet het trainingsmateriaal er uit. Toen wij het materiaal van hen kregen, zagen wij dat onze eisen op een heel ander niveau lagen dan dat van hen. Tekstfragment 4 : Dus zij is van, de basistraining is normaal tien dagen, zijn we terug gegaan naar zes dagen, omdat wij zagen van joh, omdat zij een aantal dingen gewoon niet hoeven te doen. Tekstfragment 5: Veel van onze aanvullingen heeft zij ook weer doorgevoerd. Zij gaan wel helemaal mee in de verandering. Ze zijn ook heel blij met onze input. Het hele model, een licentiemodel hadden zij, is ook gewijzigd. Op basis van onze ervaringen en onze input. Het levert haar heel veel op. Ze leert er ook heel veel van. 60

62 Tekstfragment 6: Wij zijn op dit moment bezig met het opstellen van het contract die trainers tekenen en die organisaties tekenen en daarin hebben wij die eisen opgenomen. Tekstfragment 7: Plus dat wij de eisen echt niet gaan aanpassen omdat wij dat echt minimaal noodzakelijk vinden voor de kwaliteit van het product. Het minimale twee tot drie intervisiesessies per jaar bijwonen, dat vinden wij gewoon minimaal. Het feit dat je je committeert om het materiaal voor het doeleinde te gebruiken waarvoor dat bedoeld is. Tekstfragment 8: Ze was een vraagbaak. Voortdurend in gesprek met haar over past datgene wat we willen aanpassen bij wat kan. Voortdurend als gesprekspartner het zoeken naar hoe passen we het aan, wat passen we aan en hoe flexibel zijn we daar in. zij heeft natuurlijk de training gedaan, maar zij fungeert nu ook nog als een soort coach richting de trainers. Thema: Normen en waarden Tekstfragment 1: Ik denk dat het belangrijkste verschil niet zozeer zit in de methodiek verder, maar wel in de voorbeelden die je gebruikt om datgene wat je.. de boodschap die je wilt overbrengen goed over te kunnen brengen. Dus in basis is het gewoon identiek en dat is prima, dat is goed. Tekstfragment 2: Want in de methodiek proberen we juist af te blijven van waarden en normen. Dat is overigens wel een uitdaging in zo verre dat wij merken dat in het Engelse materiaal veel wordt gesproken over moet en feit is dat en dat hebben wij er zoveel mogelijk uitgehaald nu, in de loop van de afgelopen periode, omdat wij dit niet zo stellig zien. Tekstfragment 3: Plus dat wij, maar ook Zuid-Afrika, heel erg uitgaan van waarden en normen worden door het gezin bepaald en uhm.. het is aan hen om te bekijken welke waarden en normen vind ik belangrijk en welke wil ik nastreven en het is niet aan ons om een oordeel te vellen of wij dat acceptabel vinden ja of nee. Wij zijn heel erg.. gaan uit van het feit dat het aan het gezin is om dat te doen. Dus daar zie je wel.. niet in essentie een verschil.. maar wel in welke toonzetting heb je dan. Kies je er voor om waarden en normen voor te schrijven of kies je er voor om jongeren te motiveren zelf een keuze te maken. Tekstfragment 4: Eén van de waarden en normen in Nederland is dat wij niet oordelen over hoe een ander het doet. En dat is precies wat wij in dit programma proberen te doen. Respect. Iedereen mag zijn wie hij is. Ondersteunen bij het zelf maken van keuzes ten aanzien van wat zij belangrijk vinden. Tekstfragment 5: Moet je niet voorschrijven maar moet je ouders zelf laten ontdekken door een gesprek met elkaar te voeren en ze zelf te laten reflecteren op hun situatie. Thema: Overig Tekstfragment 1: Dus dat je dan een filmpje laat zien en daarop reflecteert doet niks af aan de oefening, maar het filmpje wat je kiest sluit beter aan bij wie die trainer is, maar ook bij die groep mensen die je voor je hebt. En wij geloven wel heel erg dat hoe meer iemand zich daar in herkent, hoe beter het werkt. Tekstfragment 2: Terwijl met Proud2b ga je uit van wie heb jij om je heen, wie hebben invloed, wat vind je prettig of niet en maak daar bewust keuzes in. 61

63 Maar doordat je werkt met groepen ouders creëren je gelijk een nieuw netwerk. Dus al hebben mensen een beperkt netwerk, wat je meteen ziet ontstaan, is dat ze in ieder geval met een aantal mensen goed contact opbouwen en die wonen ook in hun omgeving. Tekstfragment 3: Dus als je het hebt over het maatschappelijke, dan denk ik dat deze methodiek heel erg kan bijdragen aan, niet alleen het versterken van gezinnen, maar ook aan het versterken van professionals in het versterken van gezinnen. Het echt anders werken met jongeren, ouders en met professionals. Tekstfragment 4: Het hele praktische. Het is niet alleen maar praten over, maar we gaan daadwerkelijk aan de slag en wat doen, we gaan ervaren dat het werkt. Ik denk dat dat echt wel een.. En het feit dat het als het programma is afgerond niet stopt, dat dat ook een van de werkzame factoren is. Tekstfragment 5: Adele en ik spreken elkaar iedere week. We spreken elkaar iedere week om even te horen van hoe gaat het eigenlijk met je en thuis en even feeling.. maar ook, voordat dingen groot worden het gewoon snel uit te kunnen spreken en daar even tijd voor te hebben, zodat het proces makkelijk door gaat. 62

64 Bijlage 7. Vragen en horizontale vergelijking trainers Proud2b ME Vragen trainers Proud2b ME - In hoeverre vindt u Proud2b ME aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? - Wat maakt dat u Proud2b ME wel/niet vindt aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? - Wat is er nog voor nodig om de aansluiting op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen (nog beter) te realiseren? Uitkomst schaalvraag In hoeverre vindt u Proud2b ME aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Antwoord Antwoorden Ratio 1/ ,3% 10/ ,3% 2/10 0 0% 3/10 0 0% 4/10 0 0% 5/10 0 0% 6/10 0 0% 7/10 0 0% 8/ ,1% 9/ ,3% Gemiddelde score: 7,4 Horizontale vergelijking Wat maakt dat u Proud2b ME wel/niet vindt aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Respondent 1: Ik vind het grotendeels aansluiten bij de Nederlandse opvoedingswaarden en normen, omdat het normen en waarden zijn die bij veel verschillende culturele achtergronden passen en daardoor ook bij de Nederlandse. De manier waarop de training gegeven wordt en de dingen of voorbeelden die genoemd worden, spreken niet altijd aan doordat Nederland anders is dan Zuid-Afrika. Dit kunnen wij als trainers zelf goed aanpassen met algemene voorbeelden of uitleg. Respondent 2: Het is helder en duidelijk neergezet. Ik denk dat normen en waarden overal ter wereld redelijk hetzelfde zijn, welk ras of land of cultuur je achtergrond ook is. Het is niet geheel nieuw wat in Proud2b staat, veel onderwerpen en gedachten komen terug in andere trainingen die ik heb gehad. Toch maakt alles bij elkaar opgeteld het een sterk product. Respondent 3: Wat ik in mijn omgeving zie is dat mensen niet handelen vanuit het hart maar volgens de regels. Proud2bme richt zich niet alleen op discipline maar vooral ook op instinct, gevoel, back to basic. In Nederland zie je veel individualisme, juist het samen doen, zorgt ervoor dat je het programma vasthoudt en door pakt. 63

65 Respondent 4: Het sluit aan omdat er in Nederland soms te veel wordt gezegd hoeveel het aan de ander ligt en dat de ander de problemen moet oplossen. De beweging in de wijkteams is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen veranderingen...p2b sluit hier naadloos bij aan. Respondent 5: Ik denk niet dat 'DE' Nederlandse opvoedingswaarden bestaat, er zit veel verschil in regio, geloof, leeftijd, opleidingsniveau. Juist omdat de training zo op de deelnemers zelf gericht is, zal het aansluiten bij de groep die je dan traint. Respondent 6: Filmpjes zijn vaak Engels. Respondent 7: Ik denk dat het aansluit bij de opvoed waarden en normen. Zo niet, kan je ze heel makkelijk aan passen aan wat je wel wilt. Wat is er nog voor nodig om de aansluiting op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen (nog beter) te realiseren? Respondent 1: Geen ideeën hierover Respondent 2: Niks. Respondent 3: Dat de samenleving meer gaat luisteren naar gevoel, en hiernaar gaat handelen. Respondent 4: X Respondent 5:. Respondent 6: Dat we meer filmpjes vinden die passen bij de doelgroepen waarmee we willen werken in het Nederlands. Of gericht op de culturele afkomst. Respondent 7: ik denk dat het bij de vorige vraag is beantwoord. 64

66 Bijlage 8. De analyseresultaten per deelvraag Analyseresultaten deelvraag 1. Deelvraag: Wat komt er in het algemeen kijken bij een aanpassingsproces van een buitenlandse interventie naar de Nederlandse situatie? Resultaten verkregen door middel van literatuuronderzoek. Een goede omschrijving en theoretische onderbouwing maken van een interventie is van groot belang voor de interventie om deze potentieel effectief te laten zijn; Er zijn een vijftal kenmerken opgesteld die de kans op een succesvolle implementatie vergroten; Er is een implementatiemodel ontwikkeld, bestaande uit de voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Dit onderzoek richt zich op de voorbereidende fase; Tijdens de voorbereidende fase moet stilgestaan worden bij de vraagherkenning om daarop een benaderingswijze af te stemmen; Tijdens de voorbereidende fase moet tevens ook een determinantenanalyse afgenomen worden om belemmerende en bevorderende factoren op te sporen; Bij de aanpassing van een internationale interventie is het belangrijk dat er een analyse wordt gemaakt van mogelijke culturele verschillen, het materiaal moet zorgvuldig vertaald worden zodat de kernelementen aanwezig blijven, er moet goed contact zijn met de oprichter van de interventie. Een beknopte conclusie Een goede omschrijving en theoretische onderbouwing maken van een interventie is van groot belang voor de interventie om deze potentieel effectief te laten zijn. Er zijn een vijftal kenmerken opgesteld die de kans op een succesvolle implementatie vergroten. Daarnaast is er een implementatiemodel ontwikkeld bestaande uit de voorbereidende fase, de uitvoerende fase en de borgingsfase. Dit onderzoek richt zich op de voorbereidende fase. Tijdens de voorbereidende fase moet stilgestaan worden bij de vraagherkenning om daarop een benaderingswijze af te stemmen, maar ook moet er tijdens de voorbereidende fase een determinantenanalyse gedaan worden om te kijken welke factoren belemmerend en bevorderend kunnen werken. Bij de aanpassing van een internationale interventie is het belangrijk dat er een analyse wordt gemaakt van mogelijke culturele verschillen, het materiaal moet zorgvuldig vertaald worden zodat de kernelementen aanwezig blijven, er moet goed contact zijn met de oprichter van de interventie. 65

67 Analyseresultaten deelvraag 2. Deelvraag: Welke stappen zijn er genomen in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Resultaten verkregen door middel van praktijkonderzoek. Er is stilgestaan bij de vraagherkenning door te oriënteren en te toetsen of de interventie zou passen in de Nederlandse samenleving; Er is stil gestaan bij de contextualisering door in gesprek gaan over voorwaarden, materiaal vertalen en aanpassen naar Nederlandse situatie. Ontwikkelen van handboek voor trainers; Er is een theoretisch kader ontwikkeld door onderzoek te doen of de interventie, theoretisch gezien, kans van slagen heeft; Er is gezorgd voor het accrediteren van de training, zodat trainers punten krijgen voor het registratiesysteem; Binnen dit proces heeft oprichtster Adele Grosse vooral de taak als vraagbaak gehad, zij is voortdurend in gesprek gegaan over vragen en aanpassingen van de interventie. Een beknopte conclusie Tijdens het aanpassingsproces is stilgestaan bij de vraagherkenning. Eerst is onderzocht of er daadwerkelijk vraag was voor de interventie. Daarnaast is er een onderzoek geweest om een theoretisch kader te ontwikkelen. Tijdens de contextualisering hebben er voortdurend gesprekken plaatsgevonden over de voorwaarden, het materiaal en de aanpassingen. Is het materiaal aangepast en aangevuld. Binnen dit proces heeft oprichtster Adele Grosse een groot aandeel gehad. 66

68 Analyseresultaten deelvraag 3. Deelvraag: Welke knelpunten zijn er geweest in het aanpassingsproces van Proud2b ME naar de Nederlandse situatie? Resultaten verkregen door middel van praktijkonderzoek. Eén van de knelpunten binnen het aanpassingsproces is geweest dat er een licentieovereenkomst is getekend nog voordat zij het materiaal in mochten zien; Doordat het product niet volledig af is afgeleverd door Proud2b ME Zuid-Afrika is de tijdsinvestering van vijf dagen naar twee dagen in de week, voor twee jaar lang, gegaan; De Stichting Proud2b ME heeft ervoor gekozen om geen subsidie aan te vragen. Doordat het proces langer duurt dan gepland, lopen de kosten op; De trainingen zijn meerdere malen uitgesteld omdat het materiaal nog niet af was of er onduidelijkheid was over de inhoud van de training; De transitie heeft een grote invloed op de markt, omdat die op dit moment nog niet open staat voor nieuwe interventies. Een beknopte conclusie Eén van de knelpunten binnen het aanpassingsproces is geweest dat er een licentieovereenkomst is getekend nog voordat zij het materiaal in mochten zien. Hierdoor hebben zij niet kunnen zien dat het materiaal nog niet af was. Omdat het materiaal niet af was, is de tijdsinvestering omhoog geschoten: van 5 dagen in totaal, naar 2 werkdagen in de week, twee naar lang. Daarnaast schieten de kosten ook omhoog, omdat Proud2b ME Nederland alles financiert vanuit een persoonlijke lening. Verder zijn de trainingen een aantal keer uitgesteld, omdat er teveel onduidelijkheid was. Dit is niet goed voor de marketing. Een ander knelpunt wat ook invloed heeft op de markt, is de transitie omdat wijkteams op dit moment nog niet open staan voor een nieuwe interventie. 67

69 Analyseresultaten deelvraag 4. Deelvraag: Wat zijn de eisen vanuit de oprichtster van Proud2b ME en zijn deze terug te zien in de aangepast interventie? Resultaten verkregen door middel van praktijkonderzoek. Oprichtster Adele Grosse stelt voornamelijk eisen aan de mensen die getraind worden en de organisaties waar deze getrainde mensen werken; Er worden eisen gesteld aan het materiaal. Zowel aan de inhoud van het materiaal, als wel de lay-out; Hoewel oprichtster Adele Grosse een aantal eisen heeft gesteld, liggen die van Prou2be ME Nederland nog hoger, waardoor er wat aanpassingen hebben plaatsgevonden. Een beknopte conclusie Oprichtster Adele Grosse stelt voornamelijk eisen aan de mensen die getraind worden en de organisaties waar deze getrainde mensen werken. Daarnaast worden er eisen gesteld aan het materiaal. Zowel aan de inhoud van het materiaal, als wel de lay-out. Hoewel oprichtster Adele Grosse een aantal eisen heeft gesteld, liggen die van Prou2be ME Nederland nog hoger, waardoor er wat aanpassingen hebben plaatsgevonden. 68

70 Analyseresultaten deelvraag 5. Deelvraag: Sluit Proud2b ME aan op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen? Resultaten verkregen door middel van praktijkonderzoek. Er is in de aanpassing van het materiaal geprobeerd zo min mogelijk waarden en normen op te leggen, omdat het aan het gezin zelf is om te bepalen wat zij willen nastreven; Bovenstaande gedachtegang sluit echter wel aan bij algemene waarden en normen die in Nederland belangrijk zijn zoals respect, niet oordelen, eigen keuzes maken; Uit de afgenomen vragenlijst blijkt dat 14,3% het niet vindt aansluiten tegenover 85,7% die Proud2b ME wel vinden aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen. Een beknopte conclusie Er is in de aanpassing van het materiaal geprobeerd zo min mogelijk waarden en normen op te leggen, omdat het aan het gezin zelf is om te bepalen wat zij willen nastreven. Deze gedachtegang sluit echter wel aan bij algemene waarden en normen die in Nederland belangrijk zijn zoals respect, niet oordelen, eigen keuzes maken. Uit de afgenomen vragenlijst blijkt dat 14,3% het niet vindt aansluiten tegenover 85,7% die Proud2b ME wel vinden aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen. 69

71 Meest relevante resultaten gekoppeld voor de onderzoeksvraag Deelvraag 1. Een goede omschrijving en theoretische onderbouwing maken van een interventie is van groot belang voor de interventie om deze potentieel effectief te laten zijn; Tijdens de voorbereidende fase moet stilgestaan worden bij de vraagherkenning om daarop een benaderingswijze af te stemmen; Tijdens de voorbereidende fase moet tevens ook een determinantenanalyse afgenomen worden om belemmerende en bevorderende factoren op te sporen; Bij de aanpassing van een internationale interventie is het belangrijk dat er een analyse wordt gemaakt van mogelijke culturele verschillen, het materiaal moet zorgvuldig vertaald worden zodat de kernelementen aanwezig blijven, er moet goed contact zijn met de oprichter van de interventie. Deelvraag 2. Er is stilgestaan bij de vraagherkenning door te oriënteren en te toetsen of de interventie zou passen in de Nederlandse samenleving; Er is stil gestaan bij de contextualisering door in gesprek gaan over voorwaarden, materiaal vertalen en aanpassen naar Nederlandse situatie. Ontwikkelen van handboek voor trainers; Er is een theoretisch kader ontwikkeld door onderzoek te doen of de interventie, theoretisch gezien, kans van slagen heeft; Binnen dit proces heeft oprichtster Adele Grosse vooral de taak als vraagbaak gehad, zij is voortdurend in gesprek gegaan over vragen en aanpassingen van de interventie. Deelvraag 3. Eén van de knelpunten binnen het aanpassingsproces is geweest dat er een licentieovereenkomst is getekend nog voordat zij het materiaal in mochten zien; Doordat het product niet volledig af is afgeleverd door Proud2b ME Zuid-Afrika is de tijdsinvestering van vijf dagen naar twee dagen in de week, voor twee jaar lang, gegaan; De Stichting Proud2b ME heeft ervoor gekozen om geen subsidie aan te vragen. Doordat het proces langer duurt dan gepland, lopen de kosten op; De trainingen zijn meerdere malen uitgesteld omdat het materiaal nog niet af was of er onduidelijkheid was over de inhoud van de training; De transitie heeft een grote invloed op de markt, omdat die op dit moment nog niet open staat voor nieuwe interventies. Deelvraag 4. Oprichtster Adele Grosse stelt voornamelijk eisen aan de mensen die getraind worden en de organisaties waar deze getrainde mensen werken; Er worden eisen gesteld aan het materiaal. Zowel aan de inhoud van het materiaal, als wel de lay-out; Hoewel oprichtster Adele Grosse een aantal eisen heeft gesteld, liggen die van Prou2be ME Nederland nog hoger, waardoor er wat aanpassingen hebben plaatsgevonden. 70

72 Deelvraag 5. Er is in de aanpassing van het materiaal geprobeerd zo min mogelijk waarden en normen op te leggen, omdat het aan het gezin zelf is om te bepalen wat zij willen nastreven; Bovenstaande gedachtegang sluit echter wel aan bij algemene waarden en normen die in Nederland belangrijk zijn zoals respect, niet oordelen, eigen keuzes maken; Uit de afgenomen vragenlijst blijkt dat 14,3% het niet vindt aansluiten tegenover 85,7% die Proud2b ME wel vinden aansluiten op de Nederlandse opvoedingswaarden en normen. 71

73 Bijlage 9. Beroepsproduct: Adviesrapport Het begint bij onderzoek naar effectiviteit. Beroepsproduct: adviesrapport Geschreven door Tessa van Dongen 24 mei

Het begint bij onderzoek naar effectiviteit.

Het begint bij onderzoek naar effectiviteit. Het begint bij onderzoek naar effectiviteit. Beroepsproduct: adviesrapport Geschreven door Tessa van Dongen Mei 2015 Het begint bij onderzoek naar effectiviteit. Adviesrapport volgend op het onderzoeksrapport

Nadere informatie

Share It and do it! Adviesrapport implementatie Proud2bME

Share It and do it! Adviesrapport implementatie Proud2bME Share It and do it! Adviesrapport implementatie Proud2bME Een rapport waarin duidelijke voorwaarden naar voren komen om Proud2bME in een bestaande jeugdzorgorganisatie te kunnen implementeren en uit te

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Leren implementeren. Waar sta jij met Leren implementeren? Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji

Leren implementeren. Waar sta jij met Leren implementeren? Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji Leren implementeren Leren in de wijk 30 januari2017 Karlijn Stals, programmaleidervakmanschapnji Ik weet alles over implementeren en kan het ook heel goed! Ik sta voor een afgebakende, overzichtelijke

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek Betreft Vergaderdatum hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek 25-februari-2014 Gemeenteblad 2014 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De hoofdlijnennotitie

Nadere informatie

multiprobleem gezinnen

multiprobleem gezinnen Een literatuurstudie naar de verbinding tussen veiligheid en zorg op gebied van multiprobleem gezinnen 1. achtergrond en AANPAK Multiprobleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie.

Nadere informatie

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad

De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad De Wmo Ontwikkelingen en uitdagingen voor de Wmo-raad September 2010 Doel van de Wmo: Participatie Iedereen moet op eigen wijze mee kunnen doen aan de samenleving 2 Kenmerken van de Wmo - De Wmo is gericht

Nadere informatie

I think, I ink, I share and I do!

I think, I ink, I share and I do! 2015 I think, I ink, I share and I do! Mieke Dekker Stichting TriviumLindenhof/ Hoge school Rotterdam 0848194 1 Voorwoord Ik spreek vanuit deze plaats mijn dank uit naar Stichting TriviumLindenhof en in

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing Tom van Yperen Nederlands Jeugdinstituut 18 januari 2012 te Den Bosch t.vanyperen@nji.nl / s.vanhaaren@nji.nl Waarom de stelselwijziging? 1.

Nadere informatie

Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd

Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd Jacqueline van Rijn Jolyn Berns www.nji.nl Marion van Bommel Sandra Hollander Oktober 2013 Triple P Triple P is een evidence based opvoedondersteuningsprogramma,

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Dominique van Maas Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred Paulis Datum: 19-01-014 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Schakenbosch in het kort

Schakenbosch in het kort Schakenbosch in het kort 2 Schakenbosch in het kort Schakenbosch is een behandelcentrum JeugdzorgPlus voor jongeren van 12 tot 18 jaar met ernstige gedragsproblemen. Daarnaast hebben de jongeren psychiatrische

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd. ZonMw site-visit 9 april 2018

AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd. ZonMw site-visit 9 april 2018 AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd ZonMw site-visit 9 april 2018 AWTJF Samen puzzelen over prangende regionale vraagstukken Samen deze

Nadere informatie

BENELUX RESEARCH PROJECT.

BENELUX RESEARCH PROJECT. BENELUX RESEARCH PROJECT INTRODUCTIE Ben jij een enthousiaste en ambitieuze student aan de RSM, ESE of een andere faculteit *? Ben jij op zoek naar een elective of extracurriculaire activiteit, en wil

Nadere informatie

Zelftest Basisteam Jeugd -

Zelftest Basisteam Jeugd - Zelftest Basisteam Jeugd - Realisatie doelen van de jeugdwet 2015 Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Gezondheidswetenschappen Ant. Deusinglaan 1 9713 AV Groningen Uitvoeringsteam C4Youth Contactpersoon:

Nadere informatie

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten Met veel interesse hebben wij - de gemeente Houten - op 1 februari 2016 kennis genomen van het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Houten. Om te komen

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg Welkomstwoord Wethouder Homme Geertsma Wethouder Erik van Schelven Wethouder Klaas Smidt Inhoud Doel & programma bijeenkomst Veranderingen in de zorg Visie

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Effectiviteit Preventieve Opvoedinterventies Methode Professional Ouders - Context Cecile Winkelman Projectleider Preventie

Effectiviteit Preventieve Opvoedinterventies Methode Professional Ouders - Context Cecile Winkelman Projectleider Preventie Effectiviteit Preventieve Opvoedinterventies Methode Professional Ouders - Context Cecile Winkelman Projectleider Preventie Netwerk Effectieve Jeugdinterventies Amsterdam Actualiteiten college 19 februari

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan Naam student: Joost den Hollander Naam afstudeerbegeleider: Ceciel Zandee Naam tweede beoordelaar: Winifred paulis Datum: 9-0-05 Voorlopige titel onderzoek

Nadere informatie

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing

Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing Evidence-based interventies voor agressieregulatie en woedebeheersing Hoe vergelijk je methodieken op basis van welke criteria? Marjolein Oudhof Mariska van der Steege 23 april 2009 Inhoud workshop Werken

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19 Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende

Nadere informatie

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG Plan voor een scholings CJG: in en vanuit het CJG Uitgaan van de eigen kracht van ouders en kinderen, die eigen kracht samen versterken en daar waar nodig er op af en ondersteunen Het scholingsplan CJG

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Beoordelingsformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg

project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg Colofon Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

Nadere Regeling Jeugdhulp

Nadere Regeling Jeugdhulp Nadere Regeling Jeugdhulp 2015 Nadere Regeling Jeugdhulp 2015-1- Nadere Regeling Jeugdhulp 2015 Opdrachtgever: Auteur: gemeente Scherpenzeel afdeling Burgerij Willem Buitenhuis Datum: 23 december 2014

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Inhoud workshop Hoe is het allemaal begonnen? Het onderzoek Procesbeschrijving (zoektocht

Nadere informatie

Mentrum SAMEN WERKEN AAN HERSTEL EN EEN WAARDEVOL LEVEN. Onderdeel van Arkin

Mentrum SAMEN WERKEN AAN HERSTEL EN EEN WAARDEVOL LEVEN. Onderdeel van Arkin Mentrum SAMEN WERKEN AAN HERSTEL EN EEN WAARDEVOL LEVEN Onderdeel van Arkin Ieder mens is waardevol. Mentrum behandelt mensen met langerdurende ernstige problemen op het gebied van psychiatrie en/of verslaving.

Nadere informatie

SoNeStra. Ontwikkelen vanuit beweging

SoNeStra. Ontwikkelen vanuit beweging SoNeStra Ontwikkelen vanuit beweging Deskundigen Buitenspel?! Werken vanuit Sociale Netwerkstrategieën, 28 april 2015 Riet Portengen 75 minuten. Het verhaal Kleine oefeningen Werken vanuit Sociale NetwerkStrategieën

Nadere informatie

Samen aan de slag met theorie en praktijkervaringen om uw implementatie een stap verder te krijgen

Samen aan de slag met theorie en praktijkervaringen om uw implementatie een stap verder te krijgen Samen aan de slag met theorie en praktijkervaringen om uw implementatie een stap verder te krijgen Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?!

Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?! Multiprobleemgezinnen: een onderdeel van de (participatie)samenleving?! Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Afdeling Gezondheidswetenschappen Els Evenboer, Danielle Jansen, Menno Reijneveld Inhoud

Nadere informatie

Deelsessie 2: kwaliteitsstandaarden

Deelsessie 2: kwaliteitsstandaarden Deelsessie 2: Implementatie van de Implementatie van de kwaliteitsstandaarden Programma Toelichting programma Project effectieve jeugdzorg Stadsregio Rotterdam: Werken met kwaliteitscriteria i Resultaten

Nadere informatie

Sport- en beweegvragen van kwetsbare doelgroepen/ mensen met een beperking in het sociale wijkteam en de rol van MEE

Sport- en beweegvragen van kwetsbare doelgroepen/ mensen met een beperking in het sociale wijkteam en de rol van MEE Sport- en beweegvragen van kwetsbare doelgroepen/ mensen met een beperking in het sociale wijkteam en de rol van MEE Dordrecht 17 maart 2016 Nynke Tilstra, Sportconsulent Introductie MEE Uitleg Wijkteams

Nadere informatie

Ik sta er niet meer alleen voor!

Ik sta er niet meer alleen voor! Ik sta er niet meer alleen voor! Zelfredzaamheid en eigen kracht zijn centrale begrippen in onze participatiesamenleving. Eén gezin, één plan, één hulpverlener is al uitgangspunt van beleid. Daaraan wordt

Nadere informatie

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis

Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Toetsingskader Stap 2 voor toezicht naar Veilig Thuis Utrecht, juli 2016 Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdhulp! Missie De Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Inspectie

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Uitwerkingen hoofdstuk 5

Uitwerkingen hoofdstuk 5 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Oefening 1 Het beoordelen van de keuze voor methoden van dataverzameling Freek richt zich met zijn dataverzameling alleen op de verpleegkundigen in het ziekenhuis. Hij had echter

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Sporthuis/GoSport Roy Schungel 1570046

Sporthuis/GoSport Roy Schungel 1570046 Sporthuis/GoSport 1570046 Document Informatie Versie Datum Status Aanpassingen Getroffen pagina s 1.0 20-06-2013 Definitief Colofon Soort document: Versie: 1.0 Afstudeerscriptie Opdrachtgever: Opdrachtgever:

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Toetsing Let op! Belangrijke data:

Toetsing Let op! Belangrijke data: Toetsing De toetsing voor dit leerarrangement Praktijkgericht Onderzoek LA5-jaar 1, bestaat uit twee onderdelen: 1. Een (schriftelijke) onderzoeksopzet; 2. Een (mondelinge) presentatie van (de kern van)

Nadere informatie

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap

Sturen op kwaliteit. Theorie en praktijk. Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Sturen op kwaliteit Theorie en praktijk Dr. Wim Gorissen, Directeur Effectiviteit & Vakmanschap Opbouw verhaal Wat willen we in het jeugdveld Evidence-based werken en vakmensschap Samen lerend doen wat

Nadere informatie

Spaanse verpleegkundigen in Nederland.

Spaanse verpleegkundigen in Nederland. Spaanse verpleegkundigen in Nederland. Een casestudy naar de integratie van twaalf verpleegkundigen bij zorginstelling Archipel Zorggroep. Onderzoeksrapportage Naam: Arjen Klinkert Datum: 28-6-2013 Studentnummer:

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Beleid Jeugdhulp De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Agenda Wie ben ik? - Sandra Raaijmakers, beleidsmedewerker jeugdzorg Wat is mijn doel voor de avond? - Informeren over stand

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

Kenniswerkplaats Tienplus

Kenniswerkplaats Tienplus Workshop Jeugd in Onderzoek Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning van ouders met tieners in Amsterdam http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl Triple P divers Marjolijn Distelbrink Verwey-Jonker

Nadere informatie

Stages in het flexibel semester. Initiatiefvoorstel voor het implementeren van studiepunten voor stages in het flexibel semester

Stages in het flexibel semester. Initiatiefvoorstel voor het implementeren van studiepunten voor stages in het flexibel semester Initiatiefvoorstel Fractie SAM Stages in het flexibel semester Initiatiefvoorstel voor het implementeren van studiepunten voor stages in het flexibel semester Fractie SAM Aan de universiteitsraad 13 november

Nadere informatie

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen

eflectietool Reflectietool Reflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool eflectietool Reflectietool Test jezelf op professioneel ondersteunen Redactie: Marieke Haitsma en Corrie van Dam Eindredactie: afdeling communicatie

Nadere informatie

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland

Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland Centra voor Jeugd en Gezin in Nederland Caroline Vink Nederlands Jeugdinstituut 28-02-2012 Inleiding: De ontwikkeling van de CJGs in Nederland Stelselwijziging De positie van het CJG in het nieuwe stelsel

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan. A. De inleiding. Van: Voor:

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan. A. De inleiding. Van: Voor: Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 6 Feedbackformulier voor onderzoeksplan Van: Voor: A. De inleiding Wordt de aanleiding van het onderzoek duidelijk beschreven? Wordt er een beschrijving gemaakt

Nadere informatie

TRANSFORMATIEONTWIKKELVOORSTEL

TRANSFORMATIEONTWIKKELVOORSTEL TRANSFORMATIEONTWIKKELVOORSTEL TITEL: Voor ieder kind een duurzame plek in een gezin DIT ONTWIKKELVOORSTEL PAST BIJ (meer mogelijkheden mogen aangekruist) Aktielijn 1: Betere toegang tot jeugdhulp voor

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Scholder an Scholder 2.0 - Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0 Opdracht Bestuurlijk Overleg Sport; 7 december 2016 Evaluatie van scholder an scholder (1.0) leert

Nadere informatie

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7 Media en creativiteit Winter jaar vier Werkcollege 7 Kwartaaloverzicht winter Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7 Les 8 Opbouw scriptie Keuze onderwerp Onderzoeksvraag en deelvragen Bespreken onderzoeksvragen

Nadere informatie

INLEIDING. Openingsfilm

INLEIDING. Openingsfilm Gemeente Oosterhout INLEIDING Openingsfilm OPGROEIEN IN NEDERLAND Kinderen gelukkigste Westerse wereld 85% gaat het goed 15% op enig moment at risk 5% risico op maatschappelijke uitval door problemen Jeugdzorgsector

Nadere informatie

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming

Nadere informatie

TESTVRAAG: Bent u rechts-of linkshandig?

TESTVRAAG: Bent u rechts-of linkshandig? Programma Thema: Hoe onderzoek je of de transformatie van de jeugdzorg werkt? Onderzoek G4-rekenkamers 1. Eigen kracht 2. Risicomanagement 3. Leren 4. Monitoring en sturing 5. Vervolgonderzoek www.sendsteps.com

Nadere informatie

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp

Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Monitor Aansluiting onderwijs jeugdhulp Vragenlijst voor professionals in de uitvoering Versie 5, augustus 2017 Samenwerkingsverbanden passend onderwijs en gemeenten in uw regio willen weten hoe de samenwerking

Nadere informatie

Rubrics onderzoeksopzet

Rubrics onderzoeksopzet Eindbeoordeling LA51 Praktijkgericht onderzoek 2012-2013 Naam: J. Rietjens Cijfer: 7.3 De beoordeling van de verschillende onderdelen zijn geel gemarkeerd. Door Eline Ossevoort en Hanneke Koopmans Feedback

Nadere informatie

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek

Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek Bijlage 2. Aanvraag start Afstudeeronderzoek Formulier Aanvraag start Afstudeeronderzoek Opleiding Sport en Bewegen Hierbij het verzoek om onderstaande gegevens in te vullen en in te dienen bij de afstudeercommissie.

Nadere informatie

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april 2012 Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T Het hele stelsel gaat op de schop! 1. Passend Onderwijs 2. Stelselherziening Jeugdzorg

Nadere informatie

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland? First part of the Inburgering examination - the KNS-test Of course, the questions in this exam you will hear in Dutch and you have to answer in Dutch. Solutions and English version on last page 1. In welk

Nadere informatie

11/20/2017. AOS docentonderzoek bijeenkomst 5 Methode van onderzoek Rian Aarts & Kitty Leuverink.

11/20/2017. AOS docentonderzoek bijeenkomst 5 Methode van onderzoek Rian Aarts & Kitty Leuverink. AOS docentonderzoek bijeenkomst 5 Methode van onderzoek Rian Aarts & Kitty Leuverink 1 De methode = (onderzoeks)aanpak In de methode ook wel onderzoeksaanpak genoemd - beschrijf je hoe je een antwoord

Nadere informatie

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Master-thesis over de werkwijze van de docent kunsteducatie in het VMBO en VWO Tirza Sibelo Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Richting: Sociologie

Nadere informatie

PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3

PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3 INSTITUTE OF MANAGEMENT & INFORMATION TECHNOLOGY R E A D E R PAPER IMPLEMENTATIE ICT INFRASTRUCTURE PROJECT 3 MODEL STRUCTUUR EN INDELING VAN DE ITP3 PAPER VERSIE 3.0 PARAMARIBO 21 OKTOBER 2016 BY MCT

Nadere informatie

AMHK Gelderland Noord & Midden

AMHK Gelderland Noord & Midden AMHK Gelderland Noord & Midden Juli 2014 AMHK Gelderland Noord & Midden Info & meeting juli 2014 1 Welkom Programma Voorstellen 2 Opdracht vanuit nieuwe WMO AMHK op regionale schaal Gemeenten in Veiligheidsregio

Nadere informatie

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren

Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Effectieve besluitvorming in onderwijs en jeugdhulp: Basis voor integraal arrangeren Handvatten voor samenwerkingsafspraken en inrichting van werkprocessen. Voor scholen, samenwerkingsverbanden, jeugdhulporganisaties

Nadere informatie

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Bijlage 6: Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin. Op 30 augustus gingen ouders, kinderen, raadsleden en wethouders, professionals en ambtenaren met elkaar in gesprek

Nadere informatie

Samenvatting Kansrijk Implementeren

Samenvatting Kansrijk Implementeren Samenvatting Kansrijk Implementeren In de periode 2011-2013 is het project Kansrijk Implementeren uitgevoerd. Dit is een samenwerkingsproject van het Nederlands Jeugdinstituut en het Trimbos-Instituut

Nadere informatie

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Overzichtskaart 3 Opvoedingsondersteuning voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen Zelfreflectie-instrument individuele opvoedingsondersteuning Sommige JGZ-professionals zullen al over

Nadere informatie

Implementatie expertise voor zorginnovatoren en zorgprofessionals

Implementatie expertise voor zorginnovatoren en zorgprofessionals EXPERTISE: Jeugd Bronwynn Sterkenburg E bsterkenburg@ncj.nl T 06-53975268 jeugdgezondheidszorg (JGZ); jeugd; publieke gezondheid; richtlijnen U kunt mij benaderen met vragen over: creatief implementeren;

Nadere informatie

Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs

Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs Respons Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs Respons; flexible and positive Respons Respons omvat een pakket van diensten en producten om onderwijs en vechtsport met elkaar

Nadere informatie

Trainingen, workshops en coaching

Trainingen, workshops en coaching Trainingen, workshops en coaching Aanbod 2015-2016 professionals en gemeenten Beschermen & Versterken Trainingen, workshops en coaching De Jeugd- & Gezinsbeschermers zet zich in voor de bescherming van

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie