Review van rapportage "MEP-vergoeding voor windenergie op land"

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Review van rapportage "MEP-vergoeding voor windenergie op land""

Transcriptie

1 Review van rapportage "MEP-vergoeding voor windenergie op land" Utrecht, 19 mei 2003 PricewaterhouseCoopers is de handelsnaam van onder meer de volgende vennootschappen: PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (ingeschreven in het Handelsregister onder nummer ), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (ingeschreven in het Handelsregister onder nummer ), PricewaterhouseCoopers Corporate Finance & Recovery N.V. (ingeschreven in het Handelsregister onder nummer ) en PricewaterhouseCoopers B.V. (ingeschreven in het Handelsregister onder nummer ). Op diensten verleend door deze vennootschappen zijn Algemene Voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Deze Algemene Voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam en ook in te zien op

2 Inhoud Inleiding Bevindingen en resultaten...4 Volledigheid en juistheid van geïnventariseerde risico s...4 Beoordeling van inschatting van het daadwerkelijk optreden van deze risico s... 6 Beoordeling van de gepresenteerde en onderzochte alternatieve vergoedingssystemen (inclusief de buitenlandse ervaringen)...10 Alternatief vergoedingensysteem...12 Tot slot...12 B...15 Inhoud (1)

3 Inleiding (2)

4 Inleiding 1 In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft ECN een onderzoek gedaan naar de MEP-vergoeding voor windenergie en met name de mogelijke ongewenste neveneffecten die uit kunnen gaan van de gehanteerde vollasturensystematiek. Daarnaast vormde de motie Gerkens (17 december 2002), waarin is verzocht om een onderzoek naar de mogelijkheden voor een meer gedifferentieerd systeem waarbij rekening wordt gehouden met de regionale verschillen betreffende windsnelheden en de regelmaat waarmee deze voorkomen, aanleiding voor het onderzoek van ECN. 2 Het ministerie heeft PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. gevraagd de beantwoording van de onderzoeksvragen door ECN en de conclusies te beoordelen. PricewaterhouseCoopers heeft deze opdracht samen met Ecofys uitgevoerd. Ecofys heeft zich met name op de technische aspecten en praktijkervaringen geconcentreerd. 3 De review heeft zich met name gericht op de volgende onderdelen:- (a) beoordeling van de volledigheid en juistheid van de geïnventariseerde risico's op oneigenlijk gebruik van de vollasturensystematiek; (b) beoordeling van gemaakte inschatting van het daadwerkelijk optreden van deze risico's; (c) beoordeling van zowel financiële als technische consequenties verbonden aan genoemde risico's; (d) beoordeling van de gepresenteerde en onderzochte alternatieve vergoedingssystemen (inclusief de buitenlandse ervaringen); (e) beoordeling van de getrokken conclusies. 4 In het volgende hoofdstuk treft u de resultaten daarvan aan. 5 Bij de beoordeling van de rapportage hebben wij ons gebaseerd op de uitgangspunten van ECN. ECN heeft bij het uitvoeren van financiële berekeningen de uitgangspunten gehanteerd conform de uitgangswaarden voor het berekenen van de onrendabele toppen voor het vaststellen van de MEP (ECN, 2002). Op basis van onze ervaring hebben wij deze wel beoordeeld op aannemelijkheid, de juistheid de brongegevens hebben wij niet gecontroleerd. Inleiding (3)

5 1 Bevindingen en resultaten 1 De opgestelde rapportage maakt op ons een degelijke en systematische indruk. Wij beoordelen de analyses doorgaans als goed doordacht en onderbouwd. Desondanks hebben wij een aantal suggesties die de kwaliteit van de rapportage verder zouden kunnen verbeteren: Volledigheid en juistheid van geïnventariseerde risico s 2 In de ECN-rapportage worden drie risico s op oneigenlijk gebruik van de vollasturen systematiek beschreven:- 1. een prikkel om bij investering te kiezen voor turbines met een hoger specifiek vermogen dan past bij een locatie. Mogelijk ongewenst effect: het nominaal vermogen neemt toe, waardoor het aantal vollasturen verlaagd: de turbine komt langer in aanmerking voor de MEP-vergoeding, maar produceert (op jaarbasis) niet meer kilowatturen 2. een prikkel om bij retrofit de generator te vervangen door een zwaarder type waardoor het nominaal vermogen toeneemt. Mogelijk ongewenst effect: zie bij 1; 3. een prikkel om turbines na afloop van MEP-termijn te verwijderen, te verkopen en te vervangen door nieuwe turbines om zodoende opnieuw voor de betreffende locatie in aanmerking te komen voor de MEP-vergoeding. Mogelijk ongewenst effect: opgesteld vermogen neemt slechts beperkt toe in verhouding tot uitgekeerde subsidiegelden, kapitaalvernietiging, verkleinen investeringsbereidheid. Bevindingen 3 De door ECN geïnventariseerde risico s achten wij op basis van onze ervaring aannemelijk en correct weergegeven. 4 Als additioneel risico zien wij nog de mogelijkheid tot fraude bij de uitvoering van de regeling. Zoals in de ECN studie wordt vermeld (pagina 9) is het belangrijk voor de bepaling van de duur van de MEP een juiste definitie van vermogen te hanteren. Ook is het van belang om in de uitvoeringsregeling zorgvuldig te definiëren wat wordt verstaan onder renovatie van een windturbine (op basis waarvan deze zich weer kan kwalificeren voor een nieuwe MEP-periode). (4)

6 5 Voor haar financieel-technische berekeningen hanteert ECN een aantal aannames conform de uitgangswaarden voor het berekenen van de onrendabele toppen van de MEP (ECN, 2002). Op basis van onze ervaring willen wij hierbij op drie onderdelen een kanttekening plaatsen:- (a) De berekeningen gaan er vanuit dat de investeerder volledig profiteert van het EIAvoordeel. Zoals echter ECN in haar voetnoot vermeld, wordt in de praktijk door partijen met onvoldoende fiscaal compensabele winst, gebruik gemaakt van salelease-back constructies. Hierbij wordt het fiscale voordeel door de bank geïncasseerd en deels (bijvoorbeeld 50%) doorgegeven aan de projectontwikkelaar. In het algemeen kan gesteld worden dat alleen de grote ontwikkelaars (lees utitilies) in staat zijn het EIA voordeel volledig te benutten. Het wegvallen van de EINP als alternatief heeft de bereidheid van banken het voordeel door te sluizen aanmerkelijk verkleind. (b) De berekening gaan ervan uit dat de REB korting art. 36i Wbm volledig wordt doorgegeven aan de exploitant (namelijk 2,9 c/kwh). De praktijkervaring leert dat in de praktijk de REB korting veelal maximaal voor de 70% doorgesluisd wordt. Bovendien gaat ECN in haar berekeningen er van uit dat de REB-korting 36i gedurende de gehele economische levensduur wordt genoten. Gezien de politieke discussies over de MEP achten wij dit niet een reële aanname. Door de in de Elektriciteitswet voorgestelde koppeling tussen de hoogte van de MEP-vergoeding en de REB achten wij het een realistischer aanname om de REB voor maximaal de MEP-periode mee te rekenen. 1 (c) De aannames voor de investering zijn optimistisch en zullen in de praktijk snel minimaal 10% hoger zullen uitvallen zoals ook in een eerdere notitie van PricewaterhouseCoopers-Ecofys (d.d. 15 november 2002) werd aangegeven. Dit geldt met name voor binnenland locaties waar de duurdere turbines (met een hoge ashoogte en grote rotordiameter) worden toegepast om toch een hoge kwh productie te realiseren. Deze lage inschatting blijkt bijvoorbeeld uit figuur 2. De turbines met een laag specifiek vermogen kosten ca /kw. Met de aanname dat de turbine kosten circa 72% zijn van de totale projectkosten, komt dat overeen met totale projectkosten van bijna 1400 /kw. Overigens worden voor de turbines met een hoog specifiek vermogen de aannames wel onderbouwd (72% van 1150 is ruim 800 /kw voor de turbinekosten, hetgeen 1 Door de beperkte doorsluis van de REB 361, heeft een eventuele verhoging van de REB361 (bijvoorbeeld i.v.m. inflatiecorrectie) zelfs een negatief effect op de financiering. Stel: REB 361 stijgt van 2,9 naar 3,5 c/kwh. De MEP daalt dan van 4,9 naar 4,3 c/kwh. Wanneer er wordt uitgegaan van een doorsluis van REB 36i van 70% is de totale vergoeding (MEP+REB) in de oude situatie: 6,93 c/kwh en de nieuwe situatie 6,73 c/kwh.. (5)

7 goed overeenkomt met het gemiddelde voor turbines met een specifiek vermogen groter dan 400 W/m 2 ) (zie ook bijlage 1). Beoordeling van inschatting van het daadwerkelijk optreden van deze risico s 6 In deze paragraaf geven wij ons oordeel over de inschatting door ECN van het daadwerkelijk optreden van de door ECN geïdentificeerde risico s. Risico 1. Nieuwe projecten: keuze voor turbines met hoog specifiek vermogen 7 Op basis van de gepresenteerde informatie en analyse is naar ons oordeel risico 1 in voldoende mate door ECN uitgewerkt. ECN constateert dat de MEP-regeling in haar huidige opzet een stimulans betekent voor het selecteren van turbines met een hoger specifiek vermogen. ECN geeft daarbij aan dat dit met name speelt op locaties met een windsnelheid tussen 4.5 m/s en 6.5 m/s op 10 meter hoogte. Tabel 2 (pagina 14) geeft een heldere illustratie van de neveneffecten:- (a) De duur MEP-vergoeding neemt toe (in het gepresenteerde voorbeeld van 7,6 naar 8,3 jaar). De som van de ontvangen MEP-vergoeding neemt toe. (b) De project IRR stijgt naarmate het specifiek vermogen van de turbine groter is; (c) De efficiënte benutting van het netcapaciteit daalt van 100% naar 91%. Deze kosten moet projectontwikkelaar toch betalen; (d) Doordat de turbine vaker in deellast bedreven wordt is de voorspelbaarheid kleiner en zijn de gerelateerde onbalans kosten hoger. 8 We hebben hierbij de volgende kanttekeningen:- (a) De stelling van ECN dat op kustlocaties de keuze voor turbines met een hoger specifiek vermogen beperkt is, betwijfelen wij. Offshore windturbines hebben juist een hoog specifiek vermogen (zie bijlage: bijvoorbeeld de GE 3.2: rotor: 100 m en de 3.6 offshore: 104 m en de Vestas V90 2 MW voor land / binnenland versus de V90 3 MW offshore). De rotor is op deze locaties vaak relatief kleiner in verband met de grotere belasting op de constructie als gevolg van de goede windcondities en als gevolg van economische optimalisatie met maximale opbrengst voor elke locatie; (b) De stelling van ECN dat voor locaties in het binnenland (met een beperkt windaanbod) er geen reden is om te kiezen voor een windturbine met een groter specifiek vermogen, omdat de hier de duur van de MEP-vergoeding de maximale tien jaar is, trekken wij in twijfel. In de praktijk worden er geen turbines onder de 2000 vollasturen meer gebouwd. Ook in het binnenland wordt vollasturen (6)

8 (c) gehaald, vaak al binnen 8,5 jaar. Een voorbeeld hiervan is een park van 5 turbines bij Nijmegen: 100 m ashoogte, 2163 vollasturen, circa 8,3 jaar MEP. In tabel 2 wordt gesteld dat door het verhogen van het specifiek vermogen de opbrengst ook toeneemt. Ervaringsgegevens van Ecofys leiden echter tot andere conclusies. Het effect van het verhogen van het specifieke vermogen op de opbrengst is geheel afhankelijk van de combinatie van windklimaat en type turbine. Onderstaand voorbeeld illustreert dat vaak ook juist een verlaging van de jaaropbrengst optreedt. Dit komt o.a. doordat de turbine met de relatief zware generator (NM900) in een laag wind regime bij (veel voorkomende) lagere windsnelheden niet op gang komt of in ieder geval minder levert dan een turbine met een lichte generator. De hoge windsnelheden waarbij de turbine zou profiteren van het hogere geïnstalleerde vermogen komen juist weinig voor. Tabel 1. Bruto jaargemiddelde energieproductie Vestas V db(a) NEG-Micon NM 900/ Ashoogte 70 Meter V-as 6,86 m/s Jaarproductie KWh Specifieke Productie kwh/m² Vollasturen C * 3,34 3,22 9 Als conclusie is de stelling (paragraaf uit het ECN rapport) dat het effect alleen optreedt in een beperkt aantal gevallen dus niet terecht Risico 2. Bestaande turbines en kustlocaties: plaatsen zwaardere generatoren 10 Op basis van de gepresenteerde informatie is naar ons oordeel risico 2 in voldoende mate door ECN uitgewerkt. In verband met de beperkte technische speelruimte bij bestaande turbines stelt ECN, naar onze mening terecht, dat de prikkel om op bestaande turbines zwaardere generatoren te plaatsen naar verwachting gering is. Risico 3 Vervangen van turbines direct na afloop van de MEP-termijn 11 ECN stelt dat ook na vollasturen het overwegend voordelig is om een turbine in bedrijf te houden. In de berekeningen van ECN kon de prikkel om turbines af te schroeven en vervolgens nieuwe MEP-gerechtigde turbines te plaatsen niet worden bevestigd. (7)

9 12 In onderstaande tabel hebben wij twee cases uitgewerkt. Op basis van deze aannames hebben wij berekeningen uitgevoerd met behulp van de Financieringswijzer Duurzame Energie die door PricewaterhouseCoopers voor EZ / Novem is ontwikkeld. Case 1 Case 2 Turbine: 1,5MW 1,5MW Vollasturen MEP-periode 7,5 jaar 7,5 jaar Debt/equity 80/20 80/20 Rente 6,5% 6,5% Vennootschapsbelasting 35% 35% EIA Ja 100% Ja 100% Groenbeleggen Ja Ja Economische levensduur Variabele 1,8 c/kwh 1,8 c/kwh onderhoudskosten Onbalanskosten 0,6 c/kwh 0,6 c/kwh Stroomprijs 2,7 c/kwh 2,7 c/kwh REB-korting 36i 2,9 c/kwh gekoppeld aan economische levensduur (dus 15 jaar) 2,9 c/kwh gekoppeld aan MEPperiode (dus 7,5 jaar) Investering/kWe 1150 /kwe 1150 /kwe Looptijd lening 7,5 jaar (gekoppeld aan MEPperiode) Resultaten Terugverdientijd 9,4 jaar 12,1 IRR 8,6% 4,7% DSCR 1,3 1,3 7,5 jaar (gekoppeld aan MEP-periode) 13 De aannames voor case 1 zijn vergelijkbaar met de aannames van ECN. Case 1 14 Op basis van case 1, welke in grote mate overeenkomt met variant A uit de ECNrapportage, komen wij tot de volgende conclusies:- (a) de terugverdientijd van het project overschrijdt de MEP-termijn (namelijk 7,5 jaar) (8)

10 (b) (c) (d) na afloop van de MEP-periode heeft de exploitant in dit geval nog bijna 2 jaar nodig om zijn investering terug te verdienen. Vervanging van de turbine voor een nieuwe na afloop van de MEP periode is dus inderdaad geen optie. Na de MEP-periode (7,5 jaar) heeft het project een licht positief resultaat (oplopend van circa in jaar 8 tot circa in jaar 15). De constatering op pag. 24 van ECN dat (zelfs) de verdubbeling O&M kosten geen prikkel vormt om turbine te vervangen is onwaarschijnlijk. Hoe zeker is voortzetting van de REB 36i na afloop van de MEP-periode voor de investeerder? 15 Zoals reeds eerder opgemerkt hanteert ECN, omwille van de vergelijkbaarheid met eerdere studies, de uitgangswaarden zoals deze zijn gehanteerd bij de berekening van de onrendabele toppen voor de MEP. Gezien de politieke discussies over de REB-korting 36i, kan echter de vraag worden gesteld in hoeverre een investeerder in een windenergieproject rekening houdt met de beschikbaarheid van de REB-korting 36i na afloop van de MEPperiode. 16 In case 2 hebben wij de REB-36i-korting gekoppeld aan de MEP-periode. In de Elektriciteitswet is voorgesteld om de hoogte van de MEP-vergoeding te koppelen aan de hoogte van de REB-korting 36i. Gezien de politieke discussies over de REB-korting 36i zal, vanuit investeringsperspectief, na afloop van de MEP-periode waarschijnlijk géén rekening worden gehouden met beschikbaarheid van REB-korting 36i. De inschatting van eventuele waarde van de groene stroom na de MEP-periode is onzeker. Ook eventuele stijging van de elektriciteitsprijs als gevolg van CO 2 emissiehandel beschouwen wij vooralsnog als onzeker en laten wij buiten beschouwing. 17 Op basis van case 2 komen wij tot de volgende conclusies:- (a) De terugverdientijd van het project overschrijdt de MEP-termijn met 5,5 jaar. Ook hier is vervanging na afloop van de MEP-termijn geen optie. (b) Het project levert een negatieve NPV op; (c) De vraag kan worden gesteld of voor dit project überhaupt de investeerder zal besluiten tot het realiseren van het project. Waarschijnlijk is dat het project niet gerealiseerd gaat worden, omdat de investeerder onvoldoende zekerheid heeft over toereikende inkomsten na afloop van de MEP-periode 2. 2 Na afloop van de MEP-periode zakt het netto resultaat per jaar dramatisch. In de jaren 8 tot en met 15 is het netto resultaat licht positief (in jaar 15 uiteindelijk circa /jaar). Belangrijke reden hiervoor is dat de opbrengsten uit energieverkoop (2,1 ct/kwh) vrijwel wegvallen tegen de kosten voor onderhoud (1,8 c/kwh). De REB-korting draagt nog bij tot een licht positief resultaat. (9)

11 Conclusies m.b.t risico 3 18 Naar onze mening is risico 3 het meest kritische aspect van de MEP-regeling. 19 De conclusie van ECN dat het voordelig is om ook na vollasturen de turbine in bedrijf te houden kan worden onderschreven. Op basis van onze berekeningen komen wij zelfs tot de conclusie dat dit noodzakelijk is omdat de looptijd van de MEP-periode onvoldoende is om het project terug te verdienen. 20 De conclusie van ECN dat wanneer de REB-vrijstelling op nul wordt gesteld ook geen prikkel biedt om turbines te vervangen, kunnen wij niet onderschrijven (zie case 2). Dit staat echter los van de gehanteerde vollasturensystematiek maar heeft te maken met de onzekerheid over de hoogte van de inkomsten na de MEP-periode. 21 Op basis van de door ons uitgevoerde berekeningen concluderen wij dat zekerheid nodig is over voorziening na afloop van de MEP-periode. Zonder deze zekerheid is het niet waarschijnlijk dat, met uitzondering voor zeer goede windlocaties, de investeringsbeslissing wordt genomen tot realisatie van het windproject. Een mogelijkheid is dat een exploitant een langjarig afnamecontract (ook voor de periode na de MEP) sluit met een energiebedrijf. Dit veronderstelt dat het energiebedrijf een bepaalde additionele verwachtingswaarde toekent aan de groene energie. Dit hebben wij niet nader onderzocht. Op basis van onze huidige inzichten schatten wij echter in dat de politieke onduidelijkheid over de REB 36i korting en eventuele CO 2 credits hiervoor een te onzekere basis vormen. 22 Voor bestaande windturbines nodigt de MEP-regeling met de huidige vergoedingen uit tot vervanging waarmee nieuwe maximale MEP-claims kunnen worden verworven. Reeds nu zullen turbines van voor 1996 en de komende jaren de turbines die vervolgens uit de MEP lopen voortijdig weggehaald worden. Vervanging is echter op veel locaties gecompliceerd vanwege provinciaal beleid. De huidige onderhoudskosten zijn te hoog voor de verwachte opbrengsten. Daarbij wordt nu nog (wellicht ten onrechte) op een deel van de REB-korting 36i gerekend. Beoordeling van de gepresenteerde en onderzochte alternatieve vergoedingssystemen (inclusief de buitenlandse ervaringen) 23 ECN geeft een beschrijving van de vergoedingsystematiek in Duitsland, Frankrijk en Denemarken. (10)

12 Analyse Duitse systeem 24 ECN concludeert terecht de volgende voordelen van het Duitse systeem: (a) De regeling geeft investeerders voldoende zekerheid; (b) Er zijn geen prikkels bekend die leiden tot een oneigenlijk turbineontwerp of dimensionering om de aanspraak op subsidiegelden te vergroten; (c) Er is geen maximum aantal kilowatturen ingebouwd: ongeacht de locatie zal de investeerder gaan voor een zo hoog mogelijke opbrengst. De technisch meest efficiënte turbine zal worden gekozen. 25 Bij de beschrijving van het Duitse vergoedingensysteem (Energie Einspeize Gesetz, EEG) hebben wij nog de volgende kanttekeningen: (a) De bewering dat het Duitse systeem is gericht op spreiding (pag. 27) is onjuist. Voor 2000 was de vergoeding voor windenergie in geheel Duitsland even hoog en onbeperkt. De aanpassing van de EEG in 2000 had als doel om free-rider gedrag te voorkomen. De eerste vijf jaar ontvangt de exploitant de hoge vergoeding. De hoogte van de vergoeding wordt na vijf jaar herijkt. Afhankelijk van de specifieke kwaliteit van de locatie wordt vervolgens de vergoeding verlengd of verlaagd (bij goede locaties t.o.v. van een referentiesituatie). (b) De bewering dat bij windrijke gebieden sprake is van overstimulering wordt in de studie niet onderbouwd. Wanneer we de vergoeding van Duitsland en Nederland naast elkaar zetten dan leidt dit (zeker voor de duur van de MEP-periode) tot verrassende conclusies:- (i) ECN rekent met vergoeding Nederland: 2,7 0,6+2,9+4,9=9,9 ct/kwh gedurende maximaal 10 jaar. Na de MEP-periode vallen de inkomsten terug tot circa 2,1 ct/kwh (prijs grijze stroom); (ii) Vergoeding Duitsland: maximaal 8,8 ct/kwh in 2003 (aflopend tot 8,2 ct/kwh in 2010), minimaal 6 ct/kwh in 2003 (aflopend tot 5,3 kwh in De lagere vergoeding geldt maximaal 20 jaar. (c) Ten onrechte wordt gesteld dat het Duitse systeem bewerkelijk is. Voor de courante turbine types moet een referentie-opbrengst worden bepaald voor de leverbare ashoogtes. Dit is een relatief simpele exercitie als de PV-curve (die in het certificaat vastligt) wordt bijgeleverd. Vervolgens moet de eenvoudig te controleren opbrengst in de eerste 5 jaar worden gebruikt (beschikbaar bij Groen Certificaten Beheer) voor een volgende rekensom die de duur van de hoge vergoeding bepaalt (11)

13 Analyse Frans systeem 26 Terecht wordt geconstateerd dat in het Franse systeem de stimulering zich over de gehele economische levensduur uitstrekt en dat dus voortijdige vervanging niet wordt gestimuleerd. Afhankelijk van de kwaliteit van de locatie loopt de hoogte van de vergoeding af van 8,38 ct/kwh (jaar 0-5) naar minimaal 3,05 ct/kwh later bij zeer goede windlocaties. Analyse Deense systeem 27 De beschrijving van de Deense situatie is niet consistent: de tabel en de tekst verschillen. Bovendien wordt terecht geconstateerd dat het huidige systeem niet effectief is gezien de gestagneerde nieuwbouw. Opmerking n.a.v. conclusies 28 In paragraaf 4.6 conclusies (pag. 33) wordt ten onrechte gesteld dat ook in Nederland na de aanvankelijk hogere (MEP)vergoeding nog sprake is van een verlaagde vorm van productiesteun. Zowel de REB-vrijstelling als de op lange termijn CO2-emissiehandel zijn onzeker. Zowel het Duitse als het Franse systeem kennen een (lagere) vergoeding die wordt voortgezet gedurende de gehele economische levensduur van het project. Alternatief vergoedingensysteem 29 De juistheid van het gepresenteerde alternatieve vergoedingensysteem hebben wij op basis van de beschikbare gegevens onvoldoende kunnen beoordelen. Tot slot 30 Op de vollasturensystematiek zijn een aantal kritische kanttekeningen te maken. ECN heeft hiervan een analyse gemaakt. In onze review hebben wij hierbij nog een aantal kritische kanttekeningen aan toegevoegd. 31 Naar onze mening is echter de kern van de MEP-problematiek de hoogte / duur van de vergoeding. In de huidige MEP-systematiek vervalt de MEP-vergoeding veelal voordat het project zich heeft terugverdiend. Voortzetting van de REB-korting 36i na afloop van de MEP-periode is zeer onzeker. De vraag is of op basis van deze condities investeerders bereid zijn om te investeren in windenergieprojecten. (12)

14 32 Zowel het Duitse als het Franse systeem geven zekerheid over een (vaste) vergoeding over de gehele economische levensduur van het project. Berekeningen (zie de eerder gepresenteerde case 1 en 2) tonen aan dat, gegeven de projecteconomie van windenergieprojecten, deze zekerheid noodzakelijk is voor investeerders. 33 De weging van enerzijds de vollasturensystematiek (MEP en het Franse systeem) en anderzijds de Duitse systematiek van de referentieturbine valt naar onze mening in het voordeel van de Duitse systematiek. Voordelen van het Duitse systeem zijn: (a) De regeling geeft investeerders voldoende zekerheid; (b) Er zijn geen prikkels bekend die leiden tot een oneigenlijk turbineontwerp of dimensionering om de aanspraak op subsidiegelden te vergroten; (c) Er is geen maximum aantal kilowatturen ingebouwd: ongeacht de locatie zal de investeerder gaan voor een zo hoog mogelijke opbrengst. De technisch meest efficiënte turbine zal worden gekozen. (d) Er vindt geen kapitaalsvernietiging plaats door vroegtijdig weghalen en vervangen van turbines. 34 Naar onze mening dient onderzocht te worden op welke wijze met het beschikbare MEP-budget invulling kan worden gegeven aan dit model. 35 Handhaven van de huidige vollasturenmethodiek heeft een aantal risico s zoals beschreven in de ECN-rapportage. Om deze methodiek indien (voorlopig) gehandhaafd, toch succesvol te laten zijn, stellen wij de volgende aanpassing voor: (a) (b) Invoering van MEP-hoog: op basis van vollasturen 4,9 ct/kwh; Invoering van MEP-laag: na afloop van vollasturen zekerstelling van minimum vergoeding voor de economische levensduur tot maximaal 15 jaar. De huidige REB-korting 36i vormt hiervoor een redelijk richtbedrag welke in lijn is met de vergoedingen zoals deze gelden in Duitsland en Frankrijk. (13)

15 (14)

16 A GE Vestas Performance GE 3.2 s GE 3.6 Offshore Rated Capacity 3,200 kw 3,600 kw Rated wind speed 14.3 m/s 15 m/s Specific power Diameter 104 m 100 m Swept area 8,495 m² 7,854 m² Performance V90 low wind V90 3MW offshore Rated Capacity 2,000 kw 3,000 kw Rated wind speed 15 m/s 15 m/s Specific power Diameter 90 m 90 m Swept area 6362m ² 6362m² Project gegevens binnenland project Project Nijmegen (vertrouwelijke gegevens) Gegeven Opmerking Type turbine Aantal turbines 5 Capaciteit per turbine Turnkey investering (totaal) Opbrengst per turbine kw Vollasturen m ashoogte (15)

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

Opschalen, saneren of vervangen

Opschalen, saneren of vervangen Opschalen, saneren of vervangen Veel te sober ingerichte één op één vervangingsregeling SDE+ 2015 onderzoek Bosch &van Rijn i.o.v. NWEA 1000-1800 MW MEP en oudere turbines Lage energieprijzen -> geen rendabele

Nadere informatie

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN Januari 3 ECN-C---55A BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN Notitie Herziening bedrijfseconomische beoordeling offshore windenergie

Nadere informatie

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer

Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer Titel Financiële overzichten en risico s windpark Elzenburg de Geer Datum 26 januari 2015 Auteur Ruud van Rijn Inleiding Dit document geeft op hoofdlijnen inzicht in de kosten/baten en de risico s van

Nadere informatie

Nordex Windturbine type

Nordex Windturbine type Vergelijking aannames Energie-U, Bosch & van Rijn, BvLW Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid Nordex Nordex Windturbine type N100 N100 Vermogen 2,5 2,5 2,5 MW Aantal 8 8 8 Totaal

Nadere informatie

Business Case Windpark Lage Weide. Raadsinformatie avond 20 maart

Business Case Windpark Lage Weide. Raadsinformatie avond 20 maart Business Case Windpark Lage Weide Raadsinformatie avond 20 maart 1 Doelstelling presentatie Aspecten het sociaal ondernemen Energie-U Inzicht in de algemene financiële haalbaarheid van een windpark Inzicht

Nadere informatie

MEP-vergoeding voor windenergie op land

MEP-vergoeding voor windenergie op land Mei 2003 ECN-C--03-050 MEP-vergoeding voor windenergie op land Onderzoek naar de robuustheid van de vollasturensystematiek en mogelijkheden voor alternatieve differentiatie in de vergoeding voor windenergie

Nadere informatie

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg

Opbrengstberekening WP Landtong Rozenburg Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Eneco Datum 9 september 2018 Versie 0.3 Versie 0.1 SV Eerste opzet 0.2 SV VKA toegevoegd 0.3 JD verwerken commentaar v0.3 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

Opbrengstberekening Windenergie A16

Opbrengstberekening Windenergie A16 Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Opbrengstberekening Windenergie A16 Opbrengstberekening Windenergie A16 Datum 1 februari 2018 Versie 0.2 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat

Nadere informatie

Opbrengstberekening Windturbines A16

Opbrengstberekening Windturbines A16 Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever Provincie Noord-Brabant Opbrengstberekening Windturbines Opbrengstberekening Windturbines Datum 4-7-2017 Versie CONCEPT Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56

Nadere informatie

W I N D T U R B I N E S W I N D T U R B I N E S

W I N D T U R B I N E S W I N D T U R B I N E S DRAAI OP ZEKER Wat doet MOVE-ON? Wij analyseren en optimaliseren de kosten van preventieve maatregelen, verzekeringen en onderhoud. Met uw specifieke windturbine als uitgangspunt zetten wij alle risico

Nadere informatie

LochemEnergie vrijdag 27 januari 2012

LochemEnergie vrijdag 27 januari 2012 stoeien met het rekenmodel Lokale Frisse Wind LochemEnergie vrijdag 27 januari 2012 waarom dit stoeien? om inzicht in de financiën te krijgen en om gevoel te krijgen voor de speelruimte bij het verdelen

Nadere informatie

Opbrengstberekening Piet de Wit

Opbrengstberekening Piet de Wit Auteurs Steven Velthuijsen MSc. Opdrachtgever De Plaet BV Opbrengstberekening Piet de Wit Datum 23-3-2018 Versie CONCEPT v4 Bosch & Van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Tel: 030-677 6466 Mail:

Nadere informatie

Waterkracht uit Getijdenbassins. Bedrijfsbezoek KIVI NIRIA 26-10-2010

Waterkracht uit Getijdenbassins. Bedrijfsbezoek KIVI NIRIA 26-10-2010 Waterkracht uit Getijdenbassins Bedrijfsbezoek KIVI NIRIA 26-10-2010 Inhoud Principe Turbines Model Vispassage Nijhuis concepten Grevelingen Conclusie La Rance (Frankrijk) Getijden energie Vloed ~ 6 uur

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 17 september 2007 Br-secr. 110N -

Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 17 september 2007 Br-secr. 110N - Ministerie van Economische Zaken T.a.v. de heer Ir. E.C.R.H. Eijkelberg Postbus 20101 2500 EL DEN HAAG cc. Ministerie van Economische Zaken t.a.v. de heer Drs. M. Buys. Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk

Nadere informatie

JERTS-studie rond kleine en middelgrote windturbines

JERTS-studie rond kleine en middelgrote windturbines Openbreken van de markt voor kleine en middelgrote windturbines JERTS-studie rond kleine en middelgrote windturbines JERTS-studie rond KMWT Ruimtelijke verdeling van de gemiddelde windsnelheid Schatting

Nadere informatie

Windenergie. Verdiepende opdracht

Windenergie. Verdiepende opdracht 2015 Windenergie Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel leer je meer over windenergie. Pagina 1 Inhoud 1. Windenergie... 3 1.1 Doel... 3 1.2 Inhoud... 3 1.3 Verwerking... 9 Pagina 2 1. Windenergie

Nadere informatie

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord

Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord 74100160-NMEA/PGR 11-0259 Opbrengst- en turbulentieberekeningen Windpark IJmond Lijnopstelling windturbines Reyndersweg Velsen-Noord Arnhem, 3 februari 2011 Auteurs Merih Cibis, Hans Cleijne In opdracht

Nadere informatie

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december

2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2 e bijeenkomst klankbordgroep 20 december 2018 1 Onderwerpen 1. N.a.v. bijeenkomst 1, stand van zaken en planning 2. Toelichting milieu effecten windturbines 3. Toelichting normen 4. Keuzeproces voorkeursalternatief

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil. Inleiding. Berekening. Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Deil Datum: 28 september 2016 Auteur: Steven Velthuijsen Inleiding In het MER voor Windpark Deil worden zes inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken op het

Nadere informatie

Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid. Nordex N100 Nordex N100

Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid. Nordex N100 Nordex N100 Vergelijking aannames Energie-U, Bosch & van Rijn, BvLW Aannames Energie-U/ Kema/ECN/BvLW Energie U Kema/ECN BvLW Eenheid Windturbine type Nordex N100 Nordex N100 Nordex N100 Vermogen 2,5 2,5 2,5 MW Aantal

Nadere informatie

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1 Coöperatie Windunie U.A. Centrum Publieksparticipatie SWOL Postbus 30316 2500 GH Den Haag Churchilllaan 11 Postbus 4098 3502 HB Utrecht tel +31 (0)30 753 3100 fax +31 (0)30 753 3199 secretariaat@windunie.nl

Nadere informatie

PR contouren voor windturbine Vestas V90-3.0

PR contouren voor windturbine Vestas V90-3.0 74101391.006 12-7542 VERTROUWELIJK PR contouren voor windturbine Vestas V90-3.0 Arnhem, 10 januari 2013 Auteur(s) KEMA In opdracht van Eneco auteur : A. Taris beoordeeld : P. Franck 8 blz. 0 bijl. AT goedgekeurd

Nadere informatie

Geluid. De norm: 47 db L den

Geluid. De norm: 47 db L den Geluid De norm: 47 db L den Elk windenergieproject moet voldoen aan de wettelijke norm: 47 db L den bij alle geluidsgevoelige objecten in de buurt. Dit is de maximaal toegestane gemiddelde jaarlijkse geluidsdruk

Nadere informatie

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s

Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV. Berekeningen aanvullende scenario s NOTITIE Datum 30 november 2015 Aan Raedthuys Windenergie BV en De Wieken BV Van Pondera Consult Betreft Berekeningen aanvullende scenario s Projectnummer 714068 Samenvatting In het MER voor Windpark De

Nadere informatie

Suggesties ter verbetering van het rendement van de SDE

Suggesties ter verbetering van het rendement van de SDE Stimuleren van wind: Suggesties ter verbetering van het rendement van de SDE Martin van Pernis David Molenaar Siemens Nederland N.V. Energy Renewables Wind Power 30 juli 2009 Inhoud Page 2 Inhoud Introductie:

Nadere informatie

Opbrengsten en Vollasturen

Opbrengsten en Vollasturen Opbrengsten en Vollasturen Jos Beurskens We@Sea / ECN www.we-at at-sea.org / www.ecn.nl De opbrengst van een windturbine 2.500 2.000 1.500 Vermogen (kw) 1.000 500 % 0 5 10 15 20 25 30 x V [m/s] = E [kwh/a]

Nadere informatie

UITWERKING BUSINESS CASE POTTENDIJK 149 METER

UITWERKING BUSINESS CASE POTTENDIJK 149 METER UITWERKING BUSINESS CASE POTTENDIJK 149 METER Initiatiefnemers Pottendijk YARD, RAEDTHUYS PURE ENERGIE, DEDDENS 10-05-2017 Inhoud Inleiding... 2 Uitwerking van het plan... 3 Invulling gebied... 3 Variant

Nadere informatie

Externe notitie Amsterdam, 29 augustus Bevindingen

Externe notitie Amsterdam, 29 augustus Bevindingen Externe notitie Amsterdam, 29 augustus 2017 Kenmerk Afdeling Van Voor ECN-N--17-022 S.M. Lensink, L.W.M. Beurskens Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Kosten wind op zee 2017 (versie 2 met update

Nadere informatie

Duurzame energie voor alle huishoudens van gemeenten 's-hertogenbosch en Oss. 23 oktober 2017

Duurzame energie voor alle huishoudens van gemeenten 's-hertogenbosch en Oss. 23 oktober 2017 1 23 oktober 2017 1 Introductie Wie zijn wij? Windpark Den Bosch BV is een onderneming die tot doel heeft om een aanzienlijke bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de gemeente 's-hertogenbosch.

Nadere informatie

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Onderzoek. Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012. Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Onderzoek Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2012 Auteur: C. J. Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Datum: 9 september 2013 Vragen of reacties kunt u sturen

Nadere informatie

Basisbedrag wind op land voor windrijke locaties

Basisbedrag wind op land voor windrijke locaties Notitie Basisbedrag wind op land voor windrijke locaties ECN-N--12-003 30 januari 2012 Van : S.M. Lensink C.J. Faasen ECN KEMA Samenvatting Het Ministerie van EL&I heeft aan ECN onderzoek gevraagd naar

Nadere informatie

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee

Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee Opbrengstberekening t.b.v. MER Windpark Oostflakkee 7 oktober 2015, Steven Velthuijsen Inleiding In het PlanMER voor Windpark Oostflakkee worden verschillende inrichtingsalternatieven met elkaar vergeleken

Nadere informatie

SDE Wind op Zee

SDE Wind op Zee SDE+ 2015 Wind op Zee Exploitatieberekening Rekenmodel Ruud Oerlemans Zwolle, 10 december 2015 Onderwerpen Waarom een exploitatieberekening? Waaruit bestaat een exploitatieberekening? Investeringskosten

Nadere informatie

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh]

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh] Notitie Petten, 15 december 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Carolien Kraan, Sander Lensink S. Breman-Vrijmoed (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Basisprijzen SDE+ 2015 Samenvatting

Nadere informatie

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn.

Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. DOSSIER Kleine windmolens Als u zelf elektriciteit wilt opwekken, kan een kleine windmolen een mogelijkheid zijn. Er zijn veel typen windmolens op de markt, met mast, zonder mast, horizontaal of verticaal.

Nadere informatie

ECN Beleidsstudies. Kosten van kleinschalige waterkracht en getijdenenergie in Nederland. 1. Inleiding. 2. Afbakening

ECN Beleidsstudies. Kosten van kleinschalige waterkracht en getijdenenergie in Nederland. 1. Inleiding. 2. Afbakening ECN Beleidsstudies Notitie Aan Kopie aan Van ECN-BS--09-001 versie 2 26 januari 2009 Kosten van kleinschalige waterkracht en getijdenenergie in Nederland Ministerie van Economische Zaken Sander Lensink

Nadere informatie

709003 12 oktober 2009. Kosten en baten windpark op land. Definitieve rapportage

709003 12 oktober 2009. Kosten en baten windpark op land. Definitieve rapportage 709003 12 oktober 2009 Kosten en baten windpark op land Definitieve rapportage Opdrachtgever Senternovem 2 Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074)

Nadere informatie

PlanMER Gemeente Emmen. Opbrengststudie Windenergie

PlanMER Gemeente Emmen. Opbrengststudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Opbrengststudie Windenergie PlanMER Gemeente Emmen Opbrengststudie Windenergie Door: Helen Pater Datum: 11 juni 2015 Projectnummer: WIENL15411 Prepared: Helen Pater 21/05/2015 Reviewed:

Nadere informatie

Kosten en baten windpark op land

Kosten en baten windpark op land Kosten en baten windpark op land Datum 12 oktober 2009 Status Definitief Pondera Consult in opdracht van Agentschap NL Colofon Projectnaam Kosten en baten windpark op land Projectnummer 709003 Versienummer

Nadere informatie

Windenergie in de Wieringermeer

Windenergie in de Wieringermeer Windenergie in de Wieringermeer J. H. Fred Jansen Nationaal Kritisch Platform Windenergie Conclusies Windenergie is geen noemenswaardig alternatief voor fossiele energie en levert geen noemenswaardige

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht NOTITIE. 1. Inleiding. Gemeente Maastricht

Rechtbank Maastricht NOTITIE. 1. Inleiding. Gemeente Maastricht NOTITIE Rechtbank Maastricht Aan: T.a.v. Gemeente Maastricht Fred Sijben Van: Aeisso Boelman en Iris van Donselaar Datum: 29 september 2015 Onderwerp: Second opinion business case rechtbank Maastricht

Nadere informatie

Windenergie goedkoper dan kernenergie!

Windenergie goedkoper dan kernenergie! Go Wind - Stop nuclear Briefing 1 26 june 2002 Windenergie goedkoper dan kernenergie! Electrabel geeft verkeerde informatie over kostprijs van kernenergie en windenergie. Electrabel beweert dat windenergie

Nadere informatie

Windprojecten in de pijplijn tot 2020 en daarna. Focus op SDE en Financiering. NWEA Winddag 2015 12 Juni 2015

Windprojecten in de pijplijn tot 2020 en daarna. Focus op SDE en Financiering. NWEA Winddag 2015 12 Juni 2015 Windprojecten in de pijplijn tot 2020 en daarna. Focus op SDE en Financiering NWEA Winddag 2015 12 Juni 2015 Deel 1: Windprojecten in de pijplijn, bottlenecks, flitspeiling Ruud van Rijn Bosch & Van Rijn

Nadere informatie

Ons kenmerk N260/ Aantal bijlagen 1

Ons kenmerk N260/ Aantal bijlagen 1 Aan de Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 3292424 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum Datum

Nadere informatie

Sander Lensink (ECN), Luuk Beurskens (ECN), Eeke Mast (DNV GL)

Sander Lensink (ECN), Luuk Beurskens (ECN), Eeke Mast (DNV GL) Notitie Amsterdam, 8 juni 2017 Afdeling Policy Studies ECN-N--17-024 Van Aan Sander Lensink (ECN), Luuk Beurskens (ECN), Eeke Mast (DNV GL) Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Kosten kleinschalige

Nadere informatie

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen

Nadere informatie

Vergelijking Zonatlas Zonnekaart 10 oktober 2013

Vergelijking Zonatlas Zonnekaart 10 oktober 2013 Vergelijking Zonatlas Zonnekaart 10 oktober 2013 In veel gemeenten kunnen eigenaar/bewoners de Zonnekaart gebruiken om te bekijken of hun dak geschikt is het plaatsen van zonnepanelen of een zonneboiler.

Nadere informatie

SAMENVATTING. De gemeente Deventer heeft Pondera Consult gevraagd de verkennende studie uit te voeren. Deze ligt nu voor.

SAMENVATTING. De gemeente Deventer heeft Pondera Consult gevraagd de verkennende studie uit te voeren. Deze ligt nu voor. 1 SAMENVATTING 1. Aanleiding en doel Het op 31 mei 2017 door de gemeenteraad aangenomen initiatiefvoorstel van GroenLinks verzoekt het college van de gemeente Deventer om een verkennend onderzoek uit te

Nadere informatie

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten

Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten 24 Voorlopige update PwC rapport 2013: Laaggeletterdheid in Nederland kent aanzienlijke maatschappelijke kosten Maart 2017 PwC is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285),

Nadere informatie

Conceptadvies SDE+ 2014

Conceptadvies SDE+ 2014 Conceptadvies SDE+ 2014 Sander Lensink Den Haag 13 mei 2013 www.ecn.nl Toelichting op het conceptadvies Proces Uitgangspunten Windenergie Geothermie Biomassa Waterkracht en zonne-energie Proces Proces

Nadere informatie

Aanvullende informatie Obligatielening Nuon Samen in Zon Eemshaven Nuon Samen in Zon B.V.

Aanvullende informatie Obligatielening Nuon Samen in Zon Eemshaven Nuon Samen in Zon B.V. Aanvullende informatie Obligatielening Nuon Samen in Zon Eemshaven Nuon Samen in Zon B.V. 13 februari 2019 Foto: Zonnepark Eemshaven INHOUDSOPGAVE 1 WIJZIGING ZONNEPARK EEMSHAVEN 3 2 ZONNEPARK EEMSHAVEN

Nadere informatie

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult

Kleine windturbines. Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur. Filip Arnou Green Energy Consult Kleine windturbines Presentatie Kontich. Donderdag 13 november 2014. Van 13u30 tot 17 uur Filip Arnou Green Energy Consult Windenergie De wind is een onuitputtelijke en natuurlijke bron om elektriciteit

Nadere informatie

Duurzame accommodaties. Jaap Veld

Duurzame accommodaties. Jaap Veld Duurzame accommodaties Jaap Veld Zelziuz Zelziuz Advies Zon Thuis Zon Bedrijf Zon Agri Zon Thuis voor huurders Zonnestroom van Wp naar kwh Vermogen zonnestroominstallatie gespecificeerd in Watt peak (Wp)

Nadere informatie

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen 1 Doelstelling Dordrecht 2015 Routekaart Duurzaamheidsdoelstellingen 2010-2015: Doelstelling 2015 Duurzame energie 132 TJ

Nadere informatie

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Notitie Petten, 15 oktober 2014

1 Inleiding. 2 Uitgangspunten. Notitie Petten, 15 oktober 2014 Notitie Petten, 15 oktober 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Sander Lensink Marc Streefkerk (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Update kosten windenergie op zee, fase II (openbaar) 1

Nadere informatie

Renovatie windturbines

Renovatie windturbines Renovatie windturbines Berekening van de onrendabele top F.J. Verheij (KEMA) H.J. de Vries (ECN) ECN-C--05-058 Verantwoording Dit rapport is door ECN en KEMA geschreven in opdracht van het Ministerie van

Nadere informatie

ook voor de MEP-subsidie voor WKK Voorlichtingsbijeenkomst Meetvoorschriften WKK onder de MEP 5 juni 2003

ook voor de MEP-subsidie voor WKK Voorlichtingsbijeenkomst Meetvoorschriften WKK onder de MEP 5 juni 2003 METEN IS WETEN ook voor de MEP-subsidie voor WKK Voorlichtingsbijeenkomst Meetvoorschriften WKK onder de MEP 5 juni 2003 door Frits Otte, Ministerie van Economische Zaken Opzet presentatie Inleiding, achtergrond

Nadere informatie

Besluit houdende regels met betrekking tot een net op zee (Besluit schadevergoeding net op zee) NOTA VAN TOELICHTING. 1. Algemeen

Besluit houdende regels met betrekking tot een net op zee (Besluit schadevergoeding net op zee) NOTA VAN TOELICHTING. 1. Algemeen Besluit houdende regels met betrekking tot een net op zee (Besluit schadevergoeding net op zee) NOTA VAN TOELICHTING 1. Algemeen 1. Doel en aanleiding Aanleiding voor dit besluit is de wijziging van de

Nadere informatie

Zonnestroom en windstroom Samen meer

Zonnestroom en windstroom Samen meer Zonnestroom en windstroom Samen meer Van niche naar impact Wim Sinke -- Peter Eecen Perslunch ECN Amsterdam, CASA 400 2 juni 2015 www.ecn.nl Structuur Context klimaat + economie Uitzicht op 2050 Wind Technologie,

Nadere informatie

NOTITIE AKOESTISCH ONDERZOEK GEWIJZIGDE

NOTITIE AKOESTISCH ONDERZOEK GEWIJZIGDE NOTITIE AKOESTISCH ONDERZOEK GEWIJZIGDE TURBINE CEVA/ PRODELTA Datum Aan De Wolff Nederland Windenergie, t.a.v. de heer S. Bakker Van A.U.G. Beltau Betreft Aanvullend akoestisch onderzoek windturbine Vestas

Nadere informatie

WATERKRACHT BIJ STUW VECHTERWEERD DALFSEN

WATERKRACHT BIJ STUW VECHTERWEERD DALFSEN WATERKRACHT BIJ STUW VECHTERWEERD DALFSEN In de Overijsselse Vecht liggen diverse stuwen. Voor de stuw Vechterweerd bij Dalfsen wordt door energiecooperatie Groengebogen uit Dalfsen gekeken naar de mogelijkheden

Nadere informatie

Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+)

Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+) Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+) Sander Lensink Jasper Lemmens (DNV GL) Luuk Beurskens Amsterdam 29 juni 2017 ECN-L--17-018 www.ecn.nl Samenvatting advies Onderscheid maken tussen kleine projecten

Nadere informatie

CONCEPT 30 januari 2008

CONCEPT 30 januari 2008 CONCEPT 30 januari 2008 Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende vaststelling van correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor de stimulering van duurzame energieproductie

Nadere informatie

Duurzame warmte in de SDE+

Duurzame warmte in de SDE+ Duurzame warmte in de SDE+ Sander Lensink www.ecn.nl Doel van de presentatie Het geven van een statusupdate van de werkzaamheden van ECN/KEMA voor EL&I t.b.v. duurzame warmte Als aftrap/aankondiging voor

Nadere informatie

INVENTARISATIE EN MONITORING VAN NEVENEFFECTEN VAN DE VOLLASTURENSYSTEMATIEK VOOR WIND OP LAND IN DE MEP

INVENTARISATIE EN MONITORING VAN NEVENEFFECTEN VAN DE VOLLASTURENSYSTEMATIEK VOOR WIND OP LAND IN DE MEP Juni 2004 ECN-C--04-062 INVENTARISATIE EN MONITORING VAN NEVENEFFECTEN VAN DE VOLLASTURENSYSTEMATIEK VOOR WIND OP LAND IN DE MEP E.J.W. van Sambeek H.J. de Vries S.J.A. Bakker S. van Egmond Verantwoording

Nadere informatie

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014 >Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven

Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven Addendum bij het rapport Knelpunten werkkostenregeling: inventarisatie en mogelijke alternatieven Op 3 juli 2014 heeft staatssecretaris Wiebes in zijn brief aan de Tweede Kamer aangekondigd dat hij met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 665 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie Nr. 27 BRIEF

Nadere informatie

Status Windenergie op land in Nederland. Transitieplatform Duurzame Elektriciteitsvoorziening TP DEV

Status Windenergie op land in Nederland. Transitieplatform Duurzame Elektriciteitsvoorziening TP DEV Status Windenergie op land in Nederland Transitieplatform Duurzame Elektriciteitsvoorziening TP DEV Datum maandag 27 november 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 1.1 Toename vermogen...3 1.2 Daling kosten...4

Nadere informatie

Contra-expertise op ECN/Kema-advies SDE wind op land

Contra-expertise op ECN/Kema-advies SDE wind op land Contra-expertise op ECN/Kema-advies SDE wind op land Eindrapport Opdrachtgever: NWEA ECORYS Nederland BV Koen Rademaekers Nicolai van Gorp Rotterdam, 27 februari 2009 ECORYS Nederland BV Postbus 4175

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

KOSTEN DUURZAME ELEKTRICITEIT. Kleinschalige waterkracht

KOSTEN DUURZAME ELEKTRICITEIT. Kleinschalige waterkracht Augustus 2003 KOSTEN DUURZAME ELEKTRICITEIT Kleinschalige waterkracht L.W.M. Beurskens E.J.W. van Sambeek Verantwoording Deze publicatie is door ECN geschreven in het kader van een opdracht van het Ministerie

Nadere informatie

Voorbeeld gebaseerd op een goede adviespraktijk m.b.t. bruto/netto berekening: man, 44 jaar en vrouw, 40 jaar Verstrekte hypotheek in 2006 195.

Voorbeeld gebaseerd op een goede adviespraktijk m.b.t. bruto/netto berekening: man, 44 jaar en vrouw, 40 jaar Verstrekte hypotheek in 2006 195. Casussen fiscaliteit In dit document biedt de AFM u als financiële dienstverleners enkele uitgewerkte praktijkvoorbeelden aan die de AFM heeft aangetroffen bij haar onderzoek. Er zijn voorbeelden die in

Nadere informatie

WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017

WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017 WSW trendanalyse woningcorporaties 2013-2017 Risico s voor borgstelsel nemen toe Corporaties nemen maatregelen om de financiële conti - nuïteit te waarborgen. Dit is het gevolg van de overheidsmaatregelen

Nadere informatie

Samen de WIND delen Presentatie WINDcoöperatie Andijk

Samen de WIND delen Presentatie WINDcoöperatie Andijk Samen de WIND delen Presentatie WINDcoöperatie Andijk Maarten Deutekom / Wim Joosten / Henk van Ossenbruggen Het programma 1. Wie zijn wij? 2. Het Energie Akkoord & Regeling verlaagd tarief 3. Wat is de

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas

Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Titel Opbrengstberekening t.b.v. CombiMER Windpark Oude Maas Datum 8-12-16 Auteur Steven Velthuijsen Versie 3 Inleiding In het gecombineerde Plan- en ProjectMER voor Windpark Oude Maas worden verschillende

Nadere informatie

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

RAADSCOMMISSIE. Nummer: RAADSCOMMISSIE Onderwerp: Nummer: Datum vergadering: 4 februari 2014 Locatieonderzoek kleine windmolens op bedrijventerreinen Hooidijk, Groot Verlaat en Dolderkanaal in Steenwijk en Boterberg in Oldemarkt.

Nadere informatie

Energieplusdak Subsidiewijzer Agrarische subsidiewijzer Energieplusdak Bronsstraat AV Naarden

Energieplusdak Subsidiewijzer Agrarische subsidiewijzer Energieplusdak Bronsstraat AV Naarden Energieplusdak Subsidiewijzer 2015 2014-2015 Agrarische subsidiewijzer 2015 Energieplusdak Bronsstraat 5-7 1411 AV Naarden 035 303 14 60 Subsidiewijzer 2015 Inhoud SDE+... 2 Wijzigingen in 2015... 2 Asbest

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 33 561 Structuurvisie Windenergie op Zee (SV WoZ) Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu?

Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Rendement, Effectief rendement, IRR, wat is het nu? Author : G.K. van Dommelen Date : 02-10-2014 (publicatiedatum 3 oktober 2014) Op 18 september jongstleden publiceerden wij een artikel over het bod dat

Nadere informatie

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?

Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had

Nadere informatie

Onderhoudskosten; Bezoekersaantallen en opbrengsten; Substantiële bijdrage / subsidie van de gemeente(n); Personeelskosten.

Onderhoudskosten; Bezoekersaantallen en opbrengsten; Substantiële bijdrage / subsidie van de gemeente(n); Personeelskosten. Bijlage 2 Investeringsprotocol leningen vastgoed Van Gogh Brabant Businesscase 1. Het nieuw te financieren object dient deel uit te maken van een op te stellen haalbare businesscase van het betreffende

Nadere informatie

Schatting van de kostenontwikkeling van offshore windenergie in Nederland en de benodigde Rijksbijdrage voor het behalen van 6.

Schatting van de kostenontwikkeling van offshore windenergie in Nederland en de benodigde Rijksbijdrage voor het behalen van 6. April 2004 ECN-C--04-045 Schatting van de kostenontwikkeling van offshore windenergie in Nederland en de benodigde Rijksbijdrage voor het behalen van 6.000 MW in 2020 H.J. de Vries E.J.W. van Sambeek Verantwoording

Nadere informatie

BLIX Consultancy BV. Hoe kies je de juiste windturbine voor je project

BLIX Consultancy BV. Hoe kies je de juiste windturbine voor je project BLIX Consultancy BV Hoe kies je de juiste windturbine voor je project In deze presentatie Introductie BLIX Hoe kies je de juiste windturbine voor je project Techniek Turbinevermogen en powercurve Aandachtspunten

Nadere informatie

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195

Mogelijkheden voor energie coöperaties. Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195 Mogelijkheden voor energie coöperaties Jeroen Leclercq jeroen.leclercq@wijkenergie.coop 06-53544195 Inhoud Samen sterker Belang van gezamenlijke projecten Variant 1: alles achter de meter Variant 2: korting

Nadere informatie

Kleine en middelgrote windturbines Technische aspecten

Kleine en middelgrote windturbines Technische aspecten Kleine en middelgrote windturbines Technische aspecten Karel Van Wyngene Power-Link, Universiteit Gent 1 Inhoud - Vermogen in de wind - Types windturbines - Aanbod kleine en middelgrote windturbines -

Nadere informatie

Spiekbriefje Frisse Wind

Spiekbriefje Frisse Wind Spiekbriefje Frisse Wind Feiten over windenergie voor feestjes, verjaardagen of andere bijeenkomsten. Er worden dan veel halve waarheden over windenergie verkondigd, en dat is jammer, want windenergie

Nadere informatie

Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem

Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem Integratie van grootschalig windvermogen in het Nederlandse elektriciteitssysteem Consequenties voor de balanshandhaving en oplossingsrichtingen Engbert Pelgrum, TenneT TSO B.V. Symposium Cogen Nederland

Nadere informatie

Windpark Zeewolde en gebiedsontwikkeling Oosterwold

Windpark Zeewolde en gebiedsontwikkeling Oosterwold Windpark Zeewolde en gebiedsontwikkeling Oosterwold Projectnummer: 353942 Referen ienummer: 110/353942/LV/D1 Datum: 9-8-2017 Aanvullend onderzoek Definitief Sweco De Holle Bilt 22 3732 HM De Bilt Postbus

Nadere informatie

Windenergie in Brussel

Windenergie in Brussel Windenergie in Brussel Utopie of realtiteit? Els Ampe Vlaamse Club 20 september 2010 1 Klassiekers 2 Klassiekers 3 Windenergie in de stad? 4 Imagine 5 Imagine Zero energy house San Francisco 07 6 Imagine

Nadere informatie

Deel 3: de Productie(-installatie) MONITOR

Deel 3: de Productie(-installatie) MONITOR Deel 3: de Productie(-installatie) MONITOR Deze Monitor gaat over productie-installaties: windturbines, windparken collectieve zonprojecten andere productie-installaties alle productie-projecten waar jullie

Nadere informatie

Kleine windturbines. Stand van zaken. infoavond KWT 23 september 2014. Karel Van Wyngene

Kleine windturbines. Stand van zaken. infoavond KWT 23 september 2014. Karel Van Wyngene Kleine windturbines Stand van zaken Karel Van Wyngene Universiteit Gent, Power-Link Windkracht 13, Demo-disseminatieproject (NIB/FvT) Overzicht - Onderscheid KMWT - Types windturbines - Invloed locatie

Nadere informatie

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is?

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is? > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5)

Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Behorende bij: Raadsvoorstel ter vaststelling van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 5 (vgrp-5) Datum: 7-8-2015 Onderwerpen 1. De na te streven afvoercapaciteit van de rioolstelsels; 2. De wijze

Nadere informatie

Auteur: C J Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent

Auteur: C J Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Onderzoek: Wie is de grootste producent van duurzame elektriciteit in Nederland 2013 Auteur: C J Arthers, afd. Corporate Responsibility, Essent Datum: 22 augustus 2014 Vragen of reacties kunt u sturen

Nadere informatie

Zonne-energie in Nederland. Presentatie Landbouwers Gemeente Zijpe 28-09-2011

Zonne-energie in Nederland. Presentatie Landbouwers Gemeente Zijpe 28-09-2011 Zonne-energie in Nederland Presentatie Landbouwers Gemeente Zijpe 28-09-2011 Informatie Horizon Opgericht 2009 Veel ervaring in (duurzame) energie ca. 60 jaar Grootaandeelhouder HVC Groep in Alkmaar In

Nadere informatie

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Marcel Lever Datum: 7 juni 2013 Betreft: Aflossing studieschuld

Nadere informatie