Centrum Publieksparticipatie t.a.v. SWOL Postbus GH Den Haag. Geachte heer, mevrouw,
|
|
- Gert Baert
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Centrum Publieksparticipatie t.a.v. SWOL Postbus GH Den Haag Datum : 29 mei 2013 Ons kenmerk : 36-13/AdV Betreft : Inspraak ontwerp SWOL, Passende beoordeling en de MER Geachte heer, mevrouw, Wij 1 reageren hierbij op de structuurvisie wind op land (SWOL), de bijbehorende passende beoordeling en de MER. Nu er de gelegenheid is om een zienswijze in te dienen naar aanleiding van het ontwerp SWOL brengen wij allereerst de opmerkingen van 22 maart 2013 onder uw aandacht (in kopie bijgevoegd) en voegen daar nog een aantal specifieke opmerkingen bij het voorliggende SWOL, de bijbehorende passende beoordeling en de MER aan toe. Alvorens inhoudelijk op de nu voorliggende documenten in te gaan, willen wij benadrukken dat de hierboven genoemde organisaties en de Rijks- en provinciale overheden een gezamenlijk doel hebben: snel meer duurzame energie waaronder wind. De opmerkingen die we plaatsen moeten ook in dit licht worden gezien dat we beiden graag snel tot meer windenergie willen komen. Over de vraag hoe we snel tot meer windenergie komen, hebben we onderbouwde ideeën 2 die we graag naar voren willen brengen. Graag horen wij hoe de visie van de Natuur en Milieufederaties en Natuur en Milieu is opgenomen in de SWOL en wat daarbij de afwegingen zijn geweest (zie voetnoot 2). ). In zijn algemeenheid denken wij dat de aanpak om te komen tot meer windenergie op land beter kan. Het alleen maar aanwijzen van locaties voor grote windparken zonder een van te voren zorgvuldige bedachte marsroute helpt naar ons idee niet om tot 6000 MW in 2020 te komen. In 1 De Natuur en Milieufederaties, Landschapsbeheer Nederland, Zoogdiervereniging, Vereniging Milieudefensie, Coöperatieve Producenten Organisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer (PO IJsselmeer), Waddenvereniging, Stichting Het Blauwe Hart, Vogelbescherming Nederland, Natuur en Milieu 2 Zie ook de in 2009 uitgebrachte visie van de Natuur en Milieufederaties en Natuur en Milieu op met in achtneming van de windmolenrisicokaart van Vogelbescherming Nederland. Vogelbescherming Nederland heeft in 2009 een Nationale Windmolenrisicokaart gemaakt waarbij de risico s van windmolens voor vogels in kaart zijn gebracht. 1
2 deze brief komen we met voorstellen hoe het naar ons idee beter kan. Proces Zoals u zelf ook stelt, is zonder draagvlak onder burgers met name de burgers die in of in de buurt van de zoekgebieden wonen er geen toekomst voor windenergie op land. Het draagvlak voor windenergie is op dit moment laag. Hoewel dit in de SWOL erkend wordt, wordt dit niet verder uitgewerkt noch worden instrumenten in stelling gebracht om serieus werk te maken van draagvlak. In tegendeel, er wordt zelfs opgemerkt dat er aan draagvlak gewerkt moet gaan worden nadat er een aanvraag is ingediend 3. Naar onze ervaring is dat veel te laat in het proces. Voordat er überhaupt een SWOL was gemaakt had er al een traject van het creëren van draagvlak ingezet moeten worden. Door - met het idee dat burgers en bedrijven mee moeten kunnen profiteren van windenergie 4 - op lokaal niveau de kansrijke gebieden te inventariseren, komen locaties naar voren die op breed draagvlak kunnen rekenen. Nu het ontwerp SWOL er ligt, stellen wij het volgende voor om tot meer draagvlak te komen: Vele kleinere parken tezamen dragen ook aanzienlijk bij aan de 6000 MW-ambitie 5. Dat geldt ook voor kleinere parken buiten de in de SWOL genoemde gebieden. Ook daar zien wij mogelijkheden om een aanzienlijk deel van de ambitie waar te kunnen maken. Het Rijk kan daarbij faciliterend optreden (zie de punten hieronder). Faciliteer in een zo vroeg mogelijk stadium een ruimtelijk ontwikkelproces waarbij ruimte is voor creatieve plannen die voldoen aan de duurzame energiedoelstelling en waar de omgeving attractiever van wordt 6. 3 Paragraaf 3.6 p e alinea 4 Dit kan door initiatiefnemers voor windparken te verplichten om: a) goede landschappelijke inpassing van de windturbineparken te financieren; b) bewoners binnen een straal van 5 km te voorzien van energie tegen een sterk gereduceerd tarief; c) een deel van hun winst te storten in een streekfonds ter compensatie van degradatie van landschap, natuur, leefomgeving; d) bewoners binnen een straal van 15 km de mogelijkheid te bieden om 20% van de stroom van het park direct af te nemen, ter bevordering van het gevoel van eigenaarschap. 5 In Friesland hebben bijvoorbeeld vijftig dorpen aangegeven een dorpsmolen te willen. Als bij elk dorp er twee molens van 2 MW worden geplaatst dan wordt al nagenoeg de helft van de Friese windmolenambitie voor 2020 bereikt. 6 Voor een dergelijk ruimtelijk ontwikkelproces is het van belang dat: 1) Kies een zo ruim mogelijk zoekgebied; 2) Laat de gemeente/provincie het voortouw nemen en niet de initiatiefnemer; 3) Bepaal niet vooraf hoeveel windturbines er geplaatst moeten worden; 4) Ga eerst met bewoners uit de omgeving de landschappelijke, culturele en ecologische waarden inventariseren en definieer de ruimtelijke verbeteringsopgaven; 2
3 Geef in de SWOL ruimte aan initiatieven van onderop door deze met diverse maatregelen te faciliteren. Bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van deskundige ondersteuning (bijvoorbeeld voor het maken van een businessplan) en het instellen van aantrekkelijke financieringsconstructies (revolving fund-achtige voorfinancieringsmogelijkheden of fiscaal aantrekkelijke investeringsmogelijkheden). Neem in de energiewet op dat een aandeel van de windopbrengst ten goede komt aan de nabij gelegen inwoners en bedrijven (zie ook voetnoot 4). Houd ook regie op de ontwikkeling van de afzonderlijke windenergielocaties na vaststelling van de structuurvisie. Richt afzonderlijke ontwikkelteams in, hef belemmeringen op en voer een positieve en stimulerende uitvoeringsstrategie. Ontwikkel voor deze uitvoeringsstrategie een spelregelkader zoals u ook heeft gedaan voor het proces Sneller en beter. Uiteraard kan ingebracht worden dat bovenstaande maatregelen niet thuis horen in een ruimtelijk plan. Toch zijn wij van mening dat een plan, net als dat financieel uitvoerbaar moet zijn, ook in algemene zin uitvoerbaar moet zijn. En aan die uitvoerbaarheid schort het in de SWOL aangezien gebleken is dat draagvlak cruciaal is om tot plaatsing van windmolens te komen. Wij stellen daarom voor om voor de afzonderlijke locaties nog een uitvoerbaarheidstoets uit te voeren, voordat de structuurvisie wordt vastgesteld. Voor een aantal gebieden zien wij nog grote knelpunten. Hieronder gaan wij daar verder op in. IJsselmeer- en Waddengebied In de SWOL worden drie gebieden voor grootschalige windenergie genoemd. Een daarvan is het IJsselmeergebied. In dit IJsselmeergebied moet gemiddeld meer dan ruim de helft van de Nederlandse windambitie worden neergezet 7. Wij vinden dat niet in verhouding staan tot de belangrijke waarden op het gebied van natuur en landschap voor het gebied. Bovendien zijn een aantal natuurwaarden juridisch beschermd. Van deze beschermde waarden weten we nu al dat er een aantal zo ver onder druk staan dat een verdere achteruitgang volgens de Natura ) Laat een landschapsarchitect in nauwe samenspraak met bewoners - een landschapsontwerp maken met daarin een inpassingsplan voor windturbines; 6) Laat vervolgens de ontwikkelende partijen met een passend voorstel komen voor een stimuleringspakket. 7 In het IJsselmeergebied moet volgens de plan MER SWOL de volgende windparken komen (minimale maximale variant); A27 Eemmeerdijk ( MW); Afsluitdijk ( MW); Hoge Vaart Dronten ( MW); IJsselmeerdijken ( MW); Wieringermeer MW), Zuidelijk Flevoland ( MW) en Zuidlop/Noordoostpolder ( (Kreekrak)=560 MW). Dit komt neer op 1890 (minimum variant) tot 4776 (maximum variant) MW aan windenergie komen te staan. Dat is 32 tot 80 procent van de 6000 MW doelstelling. Gemiddeld komt dat neer op 56 procent. 3
4 doelstelling niet mogelijk is 8. Door in de SWOL een zo groot deel van de windambitie te plannen in een gebied wat ecologisch zo kwetsbaar is en waarvan maar zeer de vraag is of het juridisch wel kan, doet afbreuk aan de uitvoerbaarheid van dit plan. Met andere woorden als alle locaties die in het IJsselmeer zijn gepland vanwege juridische gronden niet door kunnen gaan dan komt de uitvoering van het hele plan in gevaar. Binnen het IJsselmeergebied zijn er twee locaties waar wij specifiek op in willen gaan. Allereerst de locatie Houtribdijk. Uit een concept knelpuntanalyse van de provincie Flevoland uitgevoerd door Bureau Waardenburg blijkt dat er bij de Houtribdijk zeer grote risico s bestaan op verstoring van grote aantallen watervogels, er grote aantallen aanvaringsslachtoffers onder vogels en vleermuizen kunnen optreden en negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van de ecologische hoofdstructuur ter plaatse gaan optreden als daar een windmolenpark komt. Bovendien is er in dit gebied een zeer groot risico op knelpunten in het kader van de Natuurbeschermingswet. Dit wordt veroorzaakt door een grote kans op verstoring van de rust-, ruien foerageergebieden van (duik-)eenden en een grote kans op grotere aantallen aanvaringsslachtoffers onder andere duikeenden, dwergmeeuw, visdief en zwarte stern. Daarnaast de locatie Noordoost IJsselmeer. Deze locatie is gelegen aan de rand van het Waddengebied. Het Rijk heeft ten aanzien van het waddengebied - in het bijzonder de Waddenzee - een eigen verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid is onder andere tot uitdrukking gekomen door de verschillende nota s Waddenzee, waarvan de derde 9 uit 2007 de laatste is. Daarin staat opgenomen: "De hoofddoelstelling voor de Waddenzee is de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap." IN de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is in 2012 het beleid voor de Wadden opnieuw bevestigd 10. Die rijks verantwoordelijkheid voor de wadden impliceert ook bescherming van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van dat gebied, onder andere tot uitdrukking komend in de bescherming van de rust, ruimte, weidsheid en duisternis in dat gebied. Het plaatsen van windmolenparken aan de randen van de Waddenzee, met uitzondering van een tweetal clusters bij de Eemshaven en Delfzijl, verdraagt zich niet met dit beleid voor de Waddenzee. Wij stellen dan ook voor om: De beoogde locatie Noordoost IJsselmeer en de locatie Houtribdijk te schrappen onder meer vanwege de strijdigheid met het Rijksbeleid als verwoord in de PKB Waddenzee en de SVIR. 8 Zo gelden voor een vijftal vogelsoorten hersteldoelen terwijl ze nog steeds in aantal achteruitgaan. 9 PKB (nu structuurvisie) Derde nota Waddenzee. 10 In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is dit opgenomen onder het nationaal belang nr.10: Ruimte voor behoud en versterking van (inter-)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten. De landschappelijke waarde van de Waddenzee wordt hierbij specifiek als een te beschermen eigenschap van dit Werelderfgoed genoemd. 4
5 De gevolgen van de windmolenlocaties in het bijzonder de locaties in het IJsselmeer in samenhang met elkaar ten behoeve van deze SWOL gedegen te onderzoeken op gevolgen voor de Natura 2000 doelstellingen. Tot dusver is dit niet gedaan in de SWOL. Wij verwachten ook dat dit gedaan wordt door een Rijksoverheid die faciliterend wil zijn naar initiatiefnemers die een windmolenpark willen oprichten, haar eigen Natura 2000 doelstellingen serieus neemt, haar eigen genoemde kernkwaliteiten van het IJsselmeergebied in acht neemt en die bovendien beleid wil maken waarmee ook daadwerkelijk de windmolenambitie gehaald kan gaan worden. De mogelijkheden voor wind op land elders dan het IJsselmeer verder onderzoekt en deze locaties opneemt in de SWOL 11. Onze eerder gemaakte opmerking dat ook kleinere parken een aanzienlijk deel van de ambitie waar kunnen maken, sluit hier bij aan. Hierdoor wordt het plan uitvoerbaarder, minder juridisch kwetsbaar, neemt de kans op het behalen van Natura 2000 doelstellingen toe en wordt het draagvlak voor windenergie vergroot. Radarverstoring Voor initiatiefnemers is en blijft het nog onduidelijk of een plan wel door kan gaan vanwege de radarverstoring. Hoewel er wel stappen zijn gezet om de invloed die windmolens op radar heeft te verminderen, is het in niet minder dan in 8 van de 11 zoekgebieden (waaronder de locatie Noordoost IJsselmeer) nog niet duidelijk. Er is wel voor elk gebied een analyse gemaakt waarin aangegeven wordt of het een aandachtspunt betreft maar niet onderzocht is of dit een wezenlijke belemmering vormt voor het realiseren van het park. De onduidelijkheid die er voor de structuurvisie was, is er nog steeds. De risico s worden doorgeschoven naar de initiatiefnemer terwijl bij een faciliterende overheid die risico s gedegen in kaart worden gebracht alvorens de locatie op de kaart gezet wordt. In die zin heeft deze SWOL nog niet tot een doorbraak geleid. Wij stellen dan ook voor dat gedegen wordt onderzocht of radarverstoring een wezenlijke belemmering vormt en welke invloed radarverstoring heeft op de totale ambitie. MER en passende beoordeling Keuze van de locaties/trechteringsproces In de keuze voor de locaties zoals die in de SWOL zijn genoemd, is de keuze van de provincie doorslaggevend geweest voor het bepalen welke locatie in de SWOL komt en welke niet. Die keuze heeft plaatsgevonden voordat de resultaten van de MER beschikbaar waren. Hierdoor heeft er geen integrale afweging op basis van informatie uit de MER plaatsgevonden. Met name in het IJsselmeer komt dit tot uiting. Provincies hebben gekozen voor relatief veel windvermogen in het IJsselmeergebied zonder dat er een op basis van de uitkomsten van de MER integrale, provincie overstijgende en afgewogen keuze is gemaakt. 11 Rekening houdend met de Windmolenrisicokaart van Vogelbescherming Nederland en de kaart van de Natuur en Milieufederaties uit 2009 (zie ook voetnoot 2). 5
6 Significante effecten Zowel in het IJsselmeergebied als in alle overige gebieden staat in de passende beoordeling dat significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden niet zijn uit te sluiten. Volgens de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, uitgewerkt in de Natuurbeschermingswet 1998 kan het plan alleen worden vastgesteld zoals ook beschreven staat in de passende beoordeling - als het bestuursorgaan zich er van verzekerd heeft dat de natuurlijke kenmerken niet worden aangetast 12. Als significante negatieve effecten niet zijn uit te sluiten dan worden de natuurlijke kenmerken juist wel aangetast. Verder vereist de NBwet dat voorafgaand aan de vaststelling van een plan de zekerheid aanwezig is dat de uitvoering van dit plan niet kan leiden tot negatieve significante effecten 13. Deze zekerheid wordt met dit plan niet gegeven. Toetsing van de gevolgen van het plan vooruitschuiven naar de uitvoeringsfase, zoals veelvuldig gebeurt in de SWOL, is in strijd met de Nbwet en de Vogel- en Habitatrichtlijn. Immers, ook het plan zelf dient voor de vaststelling te voldoen aan de eisen van de Nbwet en Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze plicht van de planvaststeller kan niet terzijde gelegd worden met de redenering dat het abstractieniveau van het plan zich niet leent voor een dergelijke toetsing. Integendeel, juist op het abstractieniveau van de SWOL is het nodig om te toetsen aan de eisen van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Immers, vrijwel ieder plan wordt gevolgd door uitvoering en dan zou ieder plan kunnen verwijzen naar de toetsing op projectniveau om aan de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Nbwet te voldoen. De verplichting om ook op planniveau aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn te voldoen, is juist opgenomen om te voorkomen dat op het schaal- en abstractieniveau van een plan onzekerheid bestaat dat er negatieve significante effecten op de doelstellingen van Natura 2000 optreden. Daarmee wordt voorkomen dat irreële plannen pas in de uitvoeringsfase struikelen op de eisen van Natura Kortom de SWOL voldoet niet aan de NBwet en de Vogel- en Habitatrichtlijnen. Hierdoor is het risico dat plannen in de uitvoeringsfase sneuvelen heel groot. Wij stellen dan ook voor om nu gedegen onderzoek te doen naar de gevolgen van de plannen voor de Natura 2000 doelstellingen en het plan zodanig op te stellen dat negatieve significante effecten kunnen worden uitgesloten. Onderschatting van de effecten In de passende beoordeling staat veelvuldig beschreven dat significante negatieve effecten niet zijn uit te sluiten. Die conclusie weegt nog zwaarder als er rekening mee wordt gehouden dat in de passende beoordeling verschillende negatieve effecten onderschat of in het geheel niet worden 12 Passende beoordeling pagina De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uitgemaakt dat een plan zelf moet verzekeren dat er geen negatieve significante effecten mogelijk zijn (zie bijvoorbeeld uitspraak van de ABRvS van 17 juli 2010, zaaknummer r.o en ). 6
7 meegenomen te weten onder andere: Per locatie wordt in de MER uitgegaan van standaard windturbines zoals die momenteel gebruikt worden (3 7,5 MW) en van een zeker aantal turbines. Het is niet zeker of bij de uitvoering van deze standaard zal worden uitgegaan. De effecten kunnen dan ook groter zijn als er een ander type (bv. hogere of lagere ashoogte)en andere aantallen molens worden gebruikt. Onderzoek dan ook voor elke locatie diverse opstellingen en de effecten daarvan. Stel op basis van de effectvoorspelling maxima aan de omvang van het park en neem deze op in de SWOL. In de passende beoordeling is bij de beoordeling of er sprake is van significante effecten gebruik gemaakt van de verhouding tussen de grens van het zoekgebied en de oppervlakte van het betreffende Natura 2000-gebied. Impliciet wordt er vanuit gegaan dat het gehele gebied voor een soort even belangrijk is. In de praktijk is dat niet het geval. Sommige delen van een gebied (bijvoorbeeld het foerageergebied) zijn belangrijker dan een andere deel van het gebied. Dit criterium houdt dan ook geen enkele rekening met specifieke plaatselijke (ecologische) omstandigheden 14. Worden plaatselijke omstandigheden wel meegenomen dan kunnen de significante effecten beduidend groter zijn dan nu wordt ingeschat. De externe effecten zijn beperkt tot maximaal 2 kilometer van het Natura 2000-gebied. Nergens wordt onderbouwd waarom voor deze 2 kilometer grens is gekozen. In een groot aantal gevallen kunnen die effecten zich op (veel) grotere afstand voordoen. Dat hangt niet alleen af van het soort windturbines maar ook van de specifieke (ecologische) omstandigheden rond een Natura 2000-gebied. Bijvoorbeeld als er foerageer-, rust- of broedlocaties binnen of buiten het gebied op een grotere afstand voorkomen. De in de passende beoordeling genoemde foerageerafstanden van broed- en niet-broedvogels geven aan dat een 2 kilometer grens een willekeurig gekozen afstand is gezien de afstanden die vogels gemiddeld afleggen om geschikt foerageerhabitat (ook buiten de grenzen van Natura 2000 gebieden) te vinden. Van 53 genoemde niet-broedvogelsoorten hebben 40 soorten (75%) een foerageerafstand van minimaal 2 kilometer en vaak veel groter, van de broedvogels zijn dit 14 van 33 soorten (42%) (zie passende beoordeling ). Er is alleen gekeken naar de directe effecten op vogels en vleermuizen en de directe effecten op het habitat. Effecten op mogelijke andere beschermde diersoorten (bijvoorbeeld de fint, rivierprik en zeeprik) of indirecte effecten op vogels, vleermuizen en op het habitat zijn niet meegenomen. Indirecte effecten ontstaan doordat bijvoorbeeld vogels de omgeving van windturbines gaan mijden en daardoor met verliezen van geschikt leefgebied geconfronteerd worden. 14 Voor op het water foeragerende vogels (zoals meeuwen, sterns, eenden, zwanen, duikers en futen) zijn vaak abiotische factoren (waterdiepte, helderheid van het water, watertemperatuur en afstand tot het land) bepalend voor de beschikbaarheid van voedsel (vis, andere waterorganismen of waterplanten). 7
8 Daarnaast kunnen vogels op dagelijkse schaal belemmerd worden in pendelvluchten tussen slaapplaatsen, foerageergebieden en nestplaatsen en hebben windmolens ook effect op trekbewegingen van vogels tussen broed- en overwinteringsgebied. Het laatste geldt in bijzondere mate voor windmolens langs de kustlijn en op zeeweringen omdat de grens tussen land en zee een belangrijke rol speelt voor de navigatie van trekvogels. Deze aspecten worden genoemd in de passende beoordeling maar zijn niet meegenomen bij de toetsing. De beoordeling is uitsluitend kwalitatief van aard. Er zijn echter genoeg kwantitatieve gegevens beschikbaar bijvoorbeeld uit bestaande of in ontwikkeling zijnde projecten die ook een kwantitatieve benadering mogelijk maken. De Vogel- en Habitatrichtlijn schrijven voor en aldus vastgelegd in de uitspraak van het Europese Hof inzake de mechanische kokkelvisserij dat bij de passende beoordeling uitgegaan wordt van de beste beschikbare wetenschappelijke inzichten. De wetenschappelijke onderbouwing door middel van referenties naar bestaande onderzoeken en (internationale) literatuur ontbreekt in de passende beoordeling echter bijna volledig 15. Op het gebied van directe en indirecte effecten van windmolens op vogels en vleermuizen is op nationaal en internationaal vlak veel onderzoek verricht de laatste jaren. Door uitsluitend kwalitatief te werken is niet aan dat vereiste voldaan. Bovendien bestaat er een gerede kans dat de effecten zijn onderschat. Aan de cumulatie van effecten is alleen aandacht besteed door een opsomming te geven van de drie mogelijke vormen van cumulatie. Wil het plan voldoen aan de eisen van de Nbwet en Vogel- en Habitatrichtlijn dan zal in de passende beoordeling alle cumulatieve effecten van alle windmolenlocaties en alle andere plannen en projecten waar cumulatie mogelijk is in onderlinge samenhang concreet beschreven moeten worden. Dit geeft niet alleen een beter inzicht in de effecten van de plannen (en daarmee ook de kans van slagen) maar geeft ook richting initiatiefnemers helderheid in deze weerbarstige materie (en is daarmee ook faciliterend). In de passende beoordeling wordt gemeld dat op basis van een onderzoek uit 2008 de effecten op vleermuizen gering zijn. Niet duidelijk is of hierbij ook het barotrauma effect 16 is meegenomen 17. In het algemeen kan op dit moment onvoldoende gesteld worden dat de effecten op vleermuizen gering zijn. In de zomer van 2013 worden de resultaten verwacht 15 De literatuurlijsten in Winkelman et al en in Prinsen et al geven een goed overzicht. Zie J.F. Winkelman, e.a Ecologische en natuurbeschermingsrechtelijke aspecten van windturbines op land. Wageningen, Alterra. Alterrarapport 1780 en H.A.M. Prinsen e.a Knelpuntanalyse natuur Windplan Flevoland. Analyse van risico s op het gebied van natuurwetgeving en ecologie. Bureau Waardenburg rapport nr Het verschil in luchtdruk nabij de windmolen kan leiden tot slachtoffers onder vleermuizen. 17 Zie ook H.J.G.A. Limpens, e.a. Juli Vleermuizen en windenergie. Analyse van de effecten en verplichtingen in het spanningsveld tussen vleermuizen en windenergie, vanuit ecologische en wettelijke invalshoek. In opdracht van SenterNovem. 8
9 van het eerste locatie-overstijgende onderzoek. Er wordt op aangedrongen om deze resultaten mee te nemen in de definitieve SWOL en besluitvorming over de locaties. Wij stellen voor om alle effecten gedegen te onderzoeken om zo de kans op realisatie van windmolens te kunnen bespoedigen. Duidelijkheid nu voorkomt in een later stadium vertraging van procedures en dus vertraging voor initiatiefnemers. Mitigerende maatregelen en compensatie Mitigerende maatregelen kunnen in een plan en dus ook in deze SWOL alleen een rol spelen als ze in dat plan ook concreet worden vastgelegd en voorgeschreven. Daar is hier in het geheel geen sprake van. Er wordt alleen een aantal vrijblijvende suggesties gedaan. De opmerking dat een belangrijk deel van de negatieve significante effecten door mitigerende maatregelen teniet kan worden gedaan 18 is puur speculatief en wordt verder in de SWOL niet onderbouwd. Dezelfde opmerking kan worden gemaakt over het gedeelte wat gaat over compensatie. Het is zeer de vraag of in geval dit plan de toets van alternatieven en dwingende redenen van groot openbaar belang goed doorstaat compensatie wel mogelijk is. Door dit niet concreet te onderzoeken is ook op dit punt de passende beoordeling onvolledig. Aangezien in de passende beoordeling wordt aangegeven dat significante negatieve effecten niet zijn uitgesloten had de ADC-toets 19 in zijn volle omvang uitgevoerd moeten worden. Wij stellen voor om de volledige ADC-toets 20 te doorlopen. 2 procent extra In de SWOL wordt gemeld dat er nog een doelstelling is om 2 procent extra duurzame energie verder in te vullen. Komt die 2 procent in de vorm van windenergie bovenop de 6000 MW ambitie? Onduidelijk is hoe deze 2 procent dan in de SWOL wordt verwerkt en hoe dat ruimtelijk vertaald wordt. Komen er dan windparken bij? En zo ja waar en op welke wijze wordt dat verwerkt in de SWOL en hoe wordt dan de inspraak geregeld? Wij zijn van mening dat de MW ambitie al dermate ambitieus is dat er eerst zicht moet zijn op realisatie hiervan alvorens een hogere ambitie na te streven. Resumé Wij dringen er op aan om: - Voor de gebieden zoals beschreven in de SWOL een uitvoerbaarheidstoets uit te voeren. En als uit de uitvoerbaarheidstest blijkt dat locaties hier niet goed op scoren om deze locaties te schrappen en te zoeken naar andere locaties; - Een op maat toegesneden uitvoeringstrategie wordt opgenomen met daarbij aandacht voor draagvlak en participatie; 18 Passende beoordeling pagina ADC-toets; Alternatieven onderzoeken, Dwingende redenen van groot openbaar belang noemen en Compensatie concreet beschrijven. 20 Als bedoeld in artikel 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn. 9
10 - Faciliteer eveneens de oprichting van kleinere parken ook buiten de aanwijzingsgebieden; - Helderheid te verschaffen over de effecten van radarverstoring en effecten op de Natura 2000 doelstellingen (inclusief cumulatie) om de kansen voor realisatie te vergroten; - De ADC-toets uit te voeren; - De locatie Noordoost IJsselmeer en de locatie Houtribdijk te schrappen; - De locaties in het IJsselmeergebied in samenhang met elkaar gedegen te onderzoeken naar effecten op de Natura 2000-instandhoudingsdoelstellingen zodat locaties in de voorbereiding niet onnodig sneuvelen; - De overige mogelijkheden voor wind op land elders dan het IJsselmeergebied gedegen te onderzoeken en deze locaties op te nemen in de SWOL zodat de kansen voor realisatie van de ambitie toenemen; - Aan te geven hoe met de 2 procent doelstelling wordt omgegaan. Ten behoeve van de uitvoeringsstrategie willen wij ons actief inzetten voor het verkrijgen van draagvlak om wind op land een versnelling te geven. Met vriendelijke groet, Mede namens de Natuur en Milieufederaties,, Landschapsbeheer Nederland, Zoogdiervereniging, Vereniging Milieudefensie, Coöperatieve Producenten Organisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer (PO IJsselmeer), Waddenvereniging, Stichting Het Blauwe Hart, Vogelbescherming Nederland, Natuur en Milieu FRIESE MILIEU FEDERATIE Drs. H. van der Werf Directeur Friese Milieu federatie en portefeuillehouder Ruimte namens de gezamenlijke Natuur en Milieufederaties Bijlage Brief kenmerk 21-13/AdV/JT betreffende wind op land d.d. 22 maart
Centrum Publieksparticipatie, o.v.v. SWOL Postbus 30316 2500 GH DEN HAAG
Centrum Publieksparticipatie, o.v.v. SWOL Postbus 30316 2500 GH DEN HAAG Betreft: Zienswijze op voornemen tot opstellen Structuurvisie Windenergie op Land en plan-mer Zienswijze op Notitie Reikwijdte en
Nadere informatieGebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen
Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen Stibbe & Pondera Winddag 11 oktober 2016 Windparken en gebiedsbescherming:
Nadere informatieWij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1
Coöperatie Windunie U.A. Centrum Publieksparticipatie SWOL Postbus 30316 2500 GH Den Haag Churchilllaan 11 Postbus 4098 3502 HB Utrecht tel +31 (0)30 753 3100 fax +31 (0)30 753 3199 secretariaat@windunie.nl
Nadere informatieBeleidskader windenergie
Bijlage 1 Beleidskader windenergie Europese richtlijn 2009/28/EG De Europese richtlijn 2009/28/EG verplicht Nederland om in 2020 14 procent van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten
Nadere informatieWindvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer
Windvisie Gelderland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 21 augustus 2014 / rapportnummer 2934 28 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop De provincie Gelderland
Nadere informatieWaarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.
Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per
Nadere informatieONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 10 februari 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-014970 - gemeente Oude IJsselstreek Activiteit
Nadere informatieWaarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân
Waarom windenergie? Steeds meer schone energie De overheid werkt aan een CO2-arme energievoorziening, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. Hierover zijn in het energieakkoord tussen Rijk en provincies
Nadere informatieProactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht
Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel
Nadere informatieBetreft: Visie Vogelwerkgroep Arnhem e.o. op windmolenplannen Kleefse Waard / Koningspleij
Vogelwerkgroep Arnhem en omstreken p.a. secretariaat Rozendaalselaan 69a, 6881 LB Velp Arnhem, 12 januari 2015 Gemeente Arnhem t.a.v. de gemeenteraad Postbus 99 6800 AB Arnhem Betreft: Visie Vogelwerkgroep
Nadere informatieUnivé Rechtshulp Windmolenpark
Univé Rechtshulp Windmolenpark 0156.07/18 Wij zijn er voor u! Door heel Nederland worden windmolenparken gerealiseerd of heeft de overheid de komst hiervan aangekondigd. Zo ook in uw omgeving. Waarom worden
Nadere informatieWindpark Delfzijl Zuid
Windpark Delfzijl Zuid Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 20 juni 2017 / projectnummer: 2667 1. Advies over het milieueffectrapport (MER) Initiatiefnemer 1 is van plan om Windpark Delfzijl-Zuid
Nadere informatieGeachte griffie, Met vriendelijke groet, Dick van Dorp secretaris VWG Arnhem e.o.
Ing. 14 januari 2015 PS2015-3 2015-00089 PS25/2 Van: Van Dorp Verzonden: woensdag 14 januari 201517:08 Aan: Griffie Onderwerp: Visie Vogelwerkgroep Arnhem e.o. op de windmolenplannen
Nadere informatieAan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014
Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014 Onderwerp: Windmolenpark(en) in de gemeente Kollumerland c.a. Geachte Dorpsbelangen Zoutkamp, Er zijn bij Fryslân foar de Wyn (FfdW) plannen voor
Nadere informatieVoldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).
Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal
Nadere informatieFederatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland
Federatieplan Windenergie Wind werkt voor Flevoland Lelystad, juli 2014 Het plan Het Federatieplan Windenergie bestaat uit onderlinge afspraken tussen bewoners, grondeigenaren en windmoleneigenaren in
Nadere informatieAgendapunt 5 Opinienota
Agendapunt 5 Opinienota Registratie nr. : 076-2017 Opsteller : Gertjan Leeuw Vergaderdatum: 19 december 2017 Datum voorstel : 31 augustus 2017 Afdeling : Ontwikkeling en Dienstverlening Portefeuillehouder
Nadere informatieHouten, 17 februari Geachte leden van het rondetafelgesprek,
Houten, 17 februari 2015 Geachte leden van het rondetafelgesprek, Inleiding Mijn naam is Ruben Berendts en ik spreek in namens Windpark Goyerbrug. Windpark Goyerbrug is een windpark in ontwikkeling tussen
Nadere informatieResultaat Windmolenenquête Wakker Emmen
Resultaat Windmolenenquête Wakker Emmen Datum: 22 mei 2013 Plaats: Emmen 1. Inleiding Wakker Emmen vindt het belangrijk dat de mening van de burger wordt gehoord. Er is al een geruime tijd discussie binnen
Nadere informatieNotitie. 1 Aanleiding
Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie
Nadere informatieRaadsvoorstel. Agendapunt: 12b. Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn. Portefeuillehouder: wethouder F.S.A.
Raadsvoorstel Agendapunt: 12b Onderwerp: Bestemmingsplan Windturbines Netterden-Azewijn Portefeuillehouder: wethouder F.S.A. Wissink Samenvatting: In april 2008 heeft uw raad besloten in te stemmen met
Nadere informatieWindpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673
Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark
Nadere informatieWindpark Fryslân Nieuwsflits is een digitale nieuwsbrief met korte berichten over ontwikkelingen rond Windpark Fryslân
Roo, Marijke de Van: Windpark Fryslân Verzonden: dinsdag 08 juli 2014 17:20 Aan: Statengriffie provinsje Fryslân Onderwerp: Windpark Fryslân Nieuwsflits (4) Opvolgingsmarkering:
Nadere informatieAan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014
Aan de gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014 Onderwerp: Windmolenpark(en) in de gemeente Kollumerland c.a. Geachte gemeenteraad, Er zijn bij Fryslân foar de Wyn (FfdW)
Nadere informatieOns kenmerk: MT Groningen, 1 februari 2017
Zuiderpark 16 9724 AG Groningen e-mail inf0@nmfgroningen.nl www.nmfgroningen.nl telefoon (050) 313 08 00 Bureau Energie Projecten Inspraakpunt openbare raadpleging Eemshaven-West Postbus 248 2250 AE Voorschoten
Nadere informatieWaarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies
Waarom dit windpark? Inzet op energiebesparing en hernieuwbare energie 2020: 14% hernieuwbare energie 2023: 16% hernieuwbare energie Energieakkoord 2020: 6.000 Megawatt (MW) aan windenergie op land in
Nadere informatieBestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies
Nadere informatieJa. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.
CDA - Wij zijn voor kleinschalige windenergie rond boerderijen. Onduidelijk. ChristenUnie 2035: 60% 2045: 100% 2050: 100% klimaatneutraal Ja. Net als zonnedaken en windmolens op zee, zijn windmolens op
Nadere informatieWindpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 augustus 2009 / rapportnummer 2130-60 1. OORDEEL OVER HET MER ENECO heeft het voornemen om een windpark in
Nadere informatieNatuurwetgeving & Windenergie op land. Marieke Kaajan 15 juni 2016 NWEA Winddagen
Natuurwetgeving & Windenergie op land Marieke Kaajan 15 juni 2016 NWEA Winddagen Windenergie en natuur; kansen en bedreigingen 1. Aandachtspunten gebiedsbescherming (Natura 2000) Marieke Kaajan ENVIR Advocaten
Nadere informatiesteaten Noordstra, lepie
Noordstra, lepie Van: Aan: Onderwerp: Statengriffie provinsje Fryslân Dorpsbelang RE: Standpunt Dorpsbelang Burgwerd inzake windturbineparken in Friesland Geachte mevrouw Mulder U mail zal ter kennis worden
Nadere informatieL.S. Wij adviseren nogmaals de heroverweging van de plaatsing van windturbines op zee. Met vriendelijke groet namens de BHWP
L.S. De stichting BHWP heeft een zienswijze (nr B0038) ingediend i.v.m. de voorgestelde locatie Beerenplaat. Mevrouw I. van Mulligen heeft ons bevestigd dat deze locatie niet meer in het voorstel opgenomen
Nadere informatieWaarom windenergie op land?
Waarom windenergie op land? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Basis vormt de Europese doelstelling van 14% duurzame
Nadere informatieHerstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland
Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 november 2014 / rapportnummer 2955 50 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Noord-Holland
Nadere informatieGeachte heer/mevrouw,
Gedeputeerde Staten van provincie Groningen Sint Jansstraat 4 9712 JN Groningen Onderwerp: Aanvulling Omgevingsvergunning Windpark Oostpolderdijk Projectnummer: C05057.000103.0100 Datum: 18-5-2017 Arcadis
Nadere informatieHoutskoolschets Windstreek 2011
Windenergie in Fryslân, voorgeschiedenis Bij de evaluatie van Windstreek 2000 in 2008 hebben Provinciale Staten Gedeputeerde Staten gevraagd om nieuw beleid voor windenergie op te stellen. Houtskoolschets
Nadere informatieHelikopter start- en landingsplaats Eemshaven
Helikopter start- en landingsplaats Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 7 april 2016 / projectnummer: 2935 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Groningen Seaports (GSP) wil
Nadere informatieWindpark Wieringermeer
Windpark Wieringermeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 31 oktober 2014 / rapportnummer 2850 50 1. Oordeel over het aangevulde milieueffectrapport Windkracht Wieringermeer
Nadere informatiePlan-MER Structuurvisie Windstreek 2012
Plan-MER Structuurvisie Windstreek 2012 Provincie Fryslân 22 juni 2012 Definitief rapport 9W9217 SAMENVATTING Structuurvisie en plan-m.e.r. Het nieuwe windbeleid van de provincie Fryslân wordt uitgewerkt
Nadere informatieONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND
ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming
Nadere informatieDe paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;
Partiële herziening Omgevingsplan Flevoland 2006 Beleidsaanpassing windenergie inzake vrijwaring van de gemeenten Noordoostpolder en Urk en Markermeer, IJmeer en IJsselmeer. De paragrafen 5.7.1 en 7.3.4
Nadere informatieProvincie Flevoland. Postbus AB Lelystad. Ons kenmerk : / 8301 Uw kenmerk : -
Provincie Flevoland Postbus 55 8200 AB Lelystad Ons kenmerk : 18.014 / 8301 Uw kenmerk : - Onderwerp Bijlage : Zienswijze ontwerp Structuurvisie Zon : Ruimtelijke kaart Lelystad, 30 mei 2018 Geachte mevrouw,
Nadere informatieDit geeft ons aanleiding om de volgende op en aanmerkingen bij het initiatief te plaatsen:
Gemeente Lelystad Ingekomen DVU Gemeente Lelystad 2 6 FEB 2016 Kopie aan: College van Burgemeester en Wethouders Postbus 91 8200 AB Lelystad Lelystad, 24 februari 2016 Kenmerk: 160166 160005660 Stichting
Nadere informatieRegioplan Windenergie Zuidelijk en Oostelijk Flevoland
Regioplan Windenergie Zuidelijk en Oostelijk Flevoland toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 29 maart 2016 / projectnummer: 2826 1. Oordeel over het MER en de aanvulling
Nadere informatieFRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013
FRYSLÂN FOAR DE WYN Plan van aanpak Finale versie, 14 november 2013 Albert Koers, Comité Hou Friesland Mooi Hans van der Werf, Friese Milieu Federatie Johannes Houtsma, Platform Duurzaam Friesland FRYSLÂN
Nadere informatieBijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)
Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen
Nadere informatieStructuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht
Structuurvisie Windenergie gemeente Dordrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 3 maart 2016 / projectnummer: 2910 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Dordrecht wil in
Nadere informatieAan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 5-3-2013 Nummer voorstel: 2013/18
1 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 5-3-2013 Nummer voorstel: 2013/18 Voor raadsvergadering d.d.: 19-03-2013 Agendapunt: 06 Onderwerp:
Nadere informatieHeerhugowaard Stad van kansen
Heerhugowaard Stad van kansen Raadsvergadering: 7 ^JPJ 2012 Besluit: oünrv roing ivoorstalnummer,
Nadere informatieNieuwe bedrijfslocaties
E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken
Nadere informatieVerkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg
Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :
Nadere informatieWindenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -
Windenergie met beleid Brief aan de raadsleden - 1 - 8 juli, 2009 Geachte raadsleden, De behandeling van het agendapunten windenergie zoals recent heeft plaatsgevonden in de commissievergadering Fysieke
Nadere informatieSluis Kornwerderzand. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 4 mei 2017 / projectnummer: 3061
Sluis Kornwerderzand Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 4 mei 2017 / projectnummer: 3061 1. Oordeel over het MER en de aanvulling daarop Het sluiscomplex in de Afsluitdijk
Nadere informatieNoord-Holland. Stuknummer: AM q lllfjl? JUNI Raad van de gemeente Den Helder Postbus AA DEN HELDER
Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Raad van de gemeente Den Helder Postbus 36 1 780 AA DEN HELDER GEMEENTE DEN HELDER HtèEKOW&'J q lllfjl?315 Stuknummer: AM5.03476 Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon
Nadere informatiePublicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen
Beoordelingskader (grote) zonneparken op maaiveld in Dalfsen Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen Zonneparken op maaiveld Op 26 juni 2017 heeft de gemeenteraad van Dalfsen besloten
Nadere informatiePlanning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West
Planning Milieu-effectstudie Windenergie Eemshaven-West April 2016 Start Besluit overheden uitvoeren Milieu-effectstudie (MES) Onderzoeksopzet Milieu-effectstudie door bureau Witteveen + Bos September
Nadere informatieBetreft: Zienswijze bestemmingsplan Stadt Emden Rysumer Nacken met
Stadt Emden FD Stadtplanung Ringstr. 38b 26721 Emden BRD Kenmerk: Ryna002 Datum: 16 mei 2007 Betreft: Zienswijze bestemmingsplan Stadt Emden Rysumer Nacken met bijbehorende MER Geachte heer/mevrouw, De
Nadere informatieDeelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied
Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied 1 inleiding Windturbines dragen bij aan een schoner milieu en hebben een moderne, hightech uitstraling. Windturbines hebben grote
Nadere informatieHierbij dienen de volgende organisaties een zienswijze in betreffende de beoogde locatie no.45 in de Balij.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. mw. H. Maagdenberg afdeling Ruimte, Wonen en Bodem, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. windenergie@pzh.nl Betreft: Zienswijze Startdocument planmer Windenergielocatie
Nadere informatieWindenergie en gebiedsbescherming Winddays Marieke Kaajan ENVIR Advocaten
Winddays 2018 Marieke Kaajan ENVIR Advocaten Struikelblokken bij het bepalen van effecten op Natura 2000- gebieden; Randvoorwaarden bij het verminderen of compenseren van effecten; ADC-toets: kans of bedreiging?
Nadere informatiePERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG
PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG Utrecht, 6 april 2012 Betreft: Structuurvisie Wind op Land
Nadere informatieStaatsbosbeheer & Windenergie
Staatsbosbeheer & Windenergie Staatsbosbeheer staat voor het beschermen, beleven en benutten van natuur in Nederland. Die natuur geeft energie. Wij leveren immers al jarenlang bijdragen in de behoefte
Nadere informatieConcept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land
Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land 3 februari 2010 Inhoudsopgave 1. Aanleiding, doel en aanpak 2. Waar wél; concentratiegebieden 3. Waar niét: vrijwaringsgebieden i 4. Overig Nederland
Nadere informatieRaadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7
Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 9 Onderwerp: Extra windturbines in gemeente Dalfsen Datum: 25 maart 2013 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 7 Informant: Leonie van Dam
Nadere informatieTwee groepen Omwonenden Windpark Weert
Twee groepen Omwonenden Windpark Weert Stand van zaken Windpark Weert 1 februari 2018 Joost van der Stappen Laurens van Zelst Projectupdate Windpark Weert Agenda 1. Algemene Stand van Zaken: Samenwerking
Nadere informatieWaarom windenergie (op land)?
Waarom windenergie (op land)? Steeds meer schone energie Dit kabinet kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Evenwichtige energiemix Om dit doel verantwoord
Nadere informatie-FrysIân. Emmeloord / Makkum, 13 juni 2013. Geachte Statenleden,
adviseur Emmeloord / Makkum, 13 juni 2013.. :L ark -FrysIân Geachte Statenleden, Graag willen we u bij deze persoonlijk uitnodigen voor een informatieavond over Windpark Fryslân op dinsdag 25 juni aanstaande
Nadere informatieInstructie voor het opstellen van een zienswijze
Instructie voor het opstellen van een zienswijze Wat is een zienswijze? In een zienswijze kunt u gericht aangeven wat naar uw mening moet worden onderzocht in het MER (milieueffectrapportage) voor de plannen
Nadere informatieNummer : : Windturbine 2-B Energy
Nummer : 09-15.2012 Onderwerp : Windturbine 2-B Energy Korte inhoud : 2-B Energy heeft het initiatief genomen om een proefturbine op te richten in de Eemshaven. Het gaat om een offshore proefturbine in
Nadere informatieWijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006
DEEL C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Deel C Wijzigingen Omgevingsplan Flevoland 2006 Voor de belangrijkste tekstblokken uit het Omgevings plan Flevoland 2006 is hierna een voorstel gedaan voor
Nadere informatieEffecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht
Bijlage: Toevoeging aan bijlage planmer Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie 2013-2028 op natuur Provincie Utrecht Inleiding In september 2012 is door ecologisch advies- en projectbureau het
Nadere informatiewindenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.
... Datum: Pagina: 1 van 15 INHOUDSOPGAVE...... 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 2.1 Afstand tot woningen 4 2.2 Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard 4 2.3 Nota
Nadere informatieMorgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.
Geachte leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland, Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie. In de
Nadere informatieNWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming
NWEA Winddagen Natuurwetgeving & Windenergie op land Aandachtspunten soortenbescherming Harm Dotinga (harm.dotinga@vogelbescherming.nl / 15 juni 2016 Flora- en faunawet (Ffw): toetsingskader voor windparken
Nadere informatieVragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines?
Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van Groningen PVV Groningen wil niet dat er Ik sta hier niet achter windturbines in bewoond gebied komen! PVV Heel belangrijk PVV Groningen
Nadere informatieBedrijvenpark IBF Heerenveen
Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)
Nadere informatieDe vormvrije m.e.r.-beoordeling: vereisten
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu vereisten In gevallen dat een be sluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de D-lijst kent de vormvrije m.e.r.-beoordeling
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Economische Zaken
Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebieden Witte en Zwarte Brekken, Sneekermeergebied, Deelen, Leekstermeergebied, Zuidlaardermeergebied, Elperstroomgebied, Arkemheen, IJsselmeer, Markermeer & IJmeer, Polder
Nadere informatieBestemmingsplan buitengebied Wageningen
Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor
Nadere informatieProjectnummer: B02047.000077.0900. Opgesteld door: ir. G.K. Jobse; W.S. Schik. Ons kenmerk: 078702186:0.7. Kopieën aan:
MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Wijziging Landschappelijke beoordeling Windpark Dankzij de Dijken Arnhem,
Nadere informatie1 9 JUNI wnr 6 I
STICHTING EEMSWIND 1 9 JUNI 2018 8102 wnr 6 I Aan de Griffier van Provinciale Staten van Groningen Provinciehuis, Groningen Uithuizen, 18 juni 2018 Geachte heer/vrouwe Griffier, Hierbij verzoek ik u de
Nadere informatieAntwoord Toelichting Antwoord Toelichting Antwoord Toelichting. instrumentarium geeft om goed op de windmolens om zo in 2020 20%
Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van Zoals hierboven geschetst staat D66 Ik sta hier gedeeltelijk achter Omdat dit omwonenden een prima voor het plaatsen van deze instrumentarium
Nadere informatieFlevoland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie
CDA - Ja. Het CDA zet de komende jaren in op zon, wind, aardwarmte en andere vormen van alternatieve. Het CDA steunt de provinciale beleidslijn. Dat geldt ook voor beleid dat al is ingezet, bijvoorbeeld
Nadere informatieFryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:
CDA - We willen geen nieuwe initiatieven voor grootschalige windparken op land. Deze moeten er komen, maar dan op zee. Ook willen we onderzoek stimuleren naar het kunnen hergebruiken van bijvoorbeeld in
Nadere informatieOmgevingsvisie provincie Groningen
Omgevingsvisie provincie Groningen 2016-2020 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 24 maart 2016 / projectnummer: 2980 1. Oordeel over de aanvulling op het milieueffectrapport
Nadere informatieOnderwerp: Kaders voor windenergie
Aan het Algemeen Bestuur Datum: 02-10-2013 Onderwerp: Kaders voor windenergie Voorstel 1. Kennis te nemen van het initiatief voor een windmolenpark bij de Spinder te Tilburg; 2. Kaders vast te stellen
Nadere informatieZienswijze windvisie Provincie Gelderland
Openbaar Onderwerp Zienswijze windvisie Provincie Gelderland Programma / Programmanummer Klimaat & Energie / 1022 BW-nummer Portefeuillehouder H.Tiemens Samenvatting De Provincie heeft als uitwerking op
Nadere informatieCHECKLIST NATUURBELANGEN BIJ WINDENERGIE OP LAND
CHECKLIST NATUURBELANGEN BIJ WINDENERGIE OP LAND CHECKLIST NATUURBELANGEN BIJ WINDENERGIE OP LAND 2 Checklist Natuurbelangen bij windenergie op land VOORWOORD In dit document geven de Natuur- en Milieufederaties
Nadere informatieKerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050
STATENBRIEF Onderwerp: Rondvraag over windenergie in Zaltbommel en Apeldoorn Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 Doel
Nadere informatieDatum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU
5 -minuten versie voor Provinciale Staten provincie HOLLAND Directie DLB Afdeling Samenleving en Economie Registratienummer 489015306 {DOS-2007-0015748) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum
Nadere informatieWindpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem
Windpark en zonneveld Koningspleij te Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 6 juni 2017 / projectnummer: 3213 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Arnhem wil in een
Nadere informatieAan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.
Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure
Nadere informatieNota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie
Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie Wijhe, 20 februari 2018 doc. nr.: 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding....3 2. Zienswijzen en beantwoording..... 3 3. Samenvatting wijzigingen...7
Nadere informatieInformatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer
Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting
Nadere informatieParticipatie bij Windpark Fryslân, perspectief van de investeerder
Participatie bij Windpark Fryslân, perspectief van de investeerder Workshop Windenergie en participatie Anne de Groot, 18 september 2014 Inhoud Wat is Windpark Fryslân? Welke partijen spelen een rol? Stand
Nadere informatieAan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27
Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 14 april 2015 Vragen nr. 27 Vragen van de heer mr. J.M. Bruggeman (SP) over de toepassing van de "overgangsregeling" als bedoeld in artikel
Nadere informatieDenk op tijd aan m.e.r.
Vertraging kan worden voorkomen bij vaststellen EHS-effecten Denk op tijd aan m.e.r. 2 0 Bij (vormvrije) m.e.r.-beoordelingen mag rekening worden gehouden met het treffen van mitigerende maatregelen voor
Nadere informatieNieuwsbrief over Windplan Groen
20 september 2017 Nieuwsbrief over Windplan Groen Geachte heer, mevrouw, Hierbij sturen wij Windkoepel Groen - u een nieuwsbrief over Windplan Groen. In deze nieuwsbrief gaat het over de intentieovereenkomst
Nadere informatie: beslissing op bezwaarschrift afwijzing verzoek inpassingsplan Lage Weide, gemeente Utrecht. Besluit pag. 4. Toelichting pag. 5
College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 12 mei 2015 NUMMER PS PS2015RGW06 AFDELING FLO/ MEC COMMISSIE RGW STELLER Dorien van Cooten & Henk de Vries DOORKIESNUMMER DOCUMENTUMNUMMER 8150FBF3
Nadere informatie