Dit geeft ons aanleiding om de volgende op en aanmerkingen bij het initiatief te plaatsen:

Transcriptie

1 Gemeente Lelystad Ingekomen DVU Gemeente Lelystad 2 6 FEB 2016 Kopie aan: College van Burgemeester en Wethouders Postbus AB Lelystad Lelystad, 24 februari 2016 Kenmerk: Stichting Flevo-landschap Vlotgrasweg PP Lelystad Postbus AD Lelystad tel fax info@flevolandschap.nl SNS Bank INC Bank KvK Lelystad «t u u r į, a ' 0 h t b i j Betreft: Zienswijze Ontwerp Omgevingsvergunning Zonnepark Vlotgrasweg 18 Geacht College, Graag maken wij gebruik van de gelegenheid om te reageren op de ontwerpbeschikking omgevingsvergunning voor het zonnepark aan de Vlotgrasweg 18 te Lelystad. Met belangstelling hebben wij kennis genomen van de stukken. Het Flevo landschap is een voorstander van het gebruik van zonne energie als duurzame energiebron. Wel dient de nodige zorgvuldigheid in acht te worden genomen bij de locatiekeuze en de ontwikkeling. De voorgenomen ontwikkeling past niet in bestaande bestemming, maar desondanks wil de gemeente het zonnepark faciliteren. Dat geeft ons wel extra zorg. Vanuit het belang van natuur en landschap vragen wij daarom om een zorgvuldige belangenafweging, waarin de belangen van natuur en landschap een volwaardige plaats hebben. Dit geeft ons aanleiding om de volgende op en aanmerkingen bij het initiatief te plaatsen: Ruimtelijke onderbouwing 1. Toetsing aan natuurwetgeving De toetsing aan de natuurwetgeving is onvolledig, zowel wat betreft de soortenbescherming als de gebiedsbescherming. Ik zal dit toelichten. In de Flora en faunawet is de soortbescherming geregeld. De Flora en faunawet bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dier en plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings of vaste rust en verblijfplaatsen. Het projectgebied heeft op verschillende manieren een relatie met de flora en fauna van het Natuurpark. a. In en om het Natuurpark broeden diverse vogelsoorten, waaronder rode lijstsoorten als nachtegaal, kleine karekiet, matkop en bosrietzanger. Ook komen er vele roofvogels voor. Deze soorten gebruiken het aangrenzende agrarisch gebied vooral als jacht en foerageergebied. b. De noordwestelijke zijde van de Uilentocht is ingericht met natuurvriendelijke oevers. Ook hiervoor geldt dat de aanwezige (vogel)soorten gebruik maken van de aangrenzende oevers en gronden als broed en/of foerageergebied. éénvandel2landschappen

2 ' 0 h t b i j c. De aanwezige groenstructuren en landschapselementen langs de Uilentocht (lanen, ruigte, bosschages) worden door zoogdieren en vleermuizen gebruikt ter oriëntatie bij de migratie. d. Wanneer (de omgeving van) deze structuur verandert, bijvoorbeeld door het plaatsen van enkele hectares aan zonnepanelen, kan dit een verstorend effect hebben. De ruimtelijke onderbouwing dient meer zicht te geven op het effect van het zonnepark op de verschillende diersoorten. Naar ons oordeel is een flora- en faunaonderzoek daarom absoluut noodzakelijk. Het Natuurpark maakt deel uit van de EHS (Natuurnetwerk Nederland) en valt daarom onder de reikwijdte van de Natuurbeschermingswet (gebiedsbescherming). Alhoewel het initiatief buiten de EHS plaatsvindt, kan het voornemen hier wel effect op hebben. De aanleg van het zonnepark kan van invloed zijn op de wezenlijke kenmerken en waarden van het Natuurpark. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de uitwisselingsmogelijkheden van de EHS (verbindende functie) en om de kwaliteit van de EHS als leefgebied van soorten. Ook om deze reden verzoeken wij de ruimtelijke onderbouwing aan te vullen met een flora- en faunaonderzoek. Wanneer nadelige effecten aan de orde zijn, kunnen mitigerende en/of compenserende maatregelen nodig zijn. Overigens vermeldt de Ruimtelijke verkenning op pagina 27 dat een vergunning Natuurbeschermingswet en een ontheffing Flora en faunawet worden aangevraagd. Betekent dit dat de initiatiefnemer zelf een mogelijke aantasting van de natuurwaarden verwacht? 2. Natuurbeleving van recreanten In paragraaf is aangegeven dat het zonnepark vanaf de fiets- en wandelpaden in het Natuurpark niet of nauwelijks waarneembaar is. Naar ons idee is dit een onjuiste aanname. Langs de rand van het Natuurpark lopen twee wandeu/fietspaden. Het eerste loopt direct langs de noordwestelijke oever van de Uilentocht. Vanaf dit pad is er een weids uitzicht over het open agrarisch gebied. Het tweede pad loopt door de rand van bos. Hier zijn vele aantrekkelijke doorzichten naar het agrarisch gebied. Ook vanaf het fietspad door het Larservaartbos zal het zonnepark waarschijnlijk te zien zijn. De bewering dat de omgeving van het Natuurpark er voor de recreanten niet toe zou doen, delen wij niet. Bij de landschappelijke inpassing van het Zonnepark zou hier rekening mee moeten worden gehouden (paragraaf 4.2). Zicht op zonnepanelen met een industriële uitstraling geeft de recreant immers een heel ander soort beleving dan het open agrarisch landschap. Wij verzoeken u in het verdere planproces hier aandacht aan te besteden. 3. Lichtreflectie In paragraaf 4.10 van de ruimtelijke onderbouwing wordt ingegaan op het effect van de reflectie van de zonnepanelen voor het vliegverkeer. Wij vragen ons af of ook is gekeken naar het effect van het verharde I glanzende oppervlak van de panelen op vogels en vleermuizen? Wij verzoeken de ruimtelijke onderbouwing hierop aan te vullen.

3 4. Maatschappelijke uitvoerbaarheid tt t U u r a t ' c h t b i j IANDSCHAP Er wordt gesteld dat enkele keren contact is geweest met de direct omwonenden. Helaas is Het Flevo-landschap hier niet voor uitgenodigd, terwijl wij dit als 'buurman' wel op prijs hadden gesteld. Mogelijk had een aantal punten uit deze zienswijze in een eerder stadium al opgelost kunnen worden. Mocht het zonnepark daadwerkelijk worden gerealiseerd, dan denken wij graag mee over zaken als landschappelijke inpassing. 5. Conclusie De in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen conclusie dat er geen negatieve gevolgen voor natuur en landschap optreden, is ons inziens onvoldoende onderbouwd voor wat betreft de effecten op de natuur en de recreant. Wij vragen om dit meer gedegen te onderzoeken en in beeld te brengen, en het plan daarop zo nodig aan te passen. Notitie Experimentenkader 1. Natuurwaarden In paragraaf 2.2/2.4 is aangegeven dat het zonnepark een positief effect heeft op de natuurwaarden. Ook hier geldt dat het niet alleen om de natuurwaarden van het perceel zelf gaat, maar ook om de relatie met en de functie voor de omliggende gebieden. Wij verzoeken om dit nader te onderbouwen met behulp van een flora- en faunaonderzoek (zie ook opmerking 1). 2. Kwaliteit landschap Zonneparken zijn een recent fenomeen. Evenals windenergie kunnen zij een aanzienlijke impact op het landschap hebben. Ook al wordt elk individueel zonnepark goed landschappelijk ingepast, dan nog verandert het landschap. Wij willen u vragen om hier beleid op te ontwikkeling, zodat voorkómen kan worden wat bij windenergie onbedoeld wel is gebeurd: verrommeling van het landschap. Overigens Wij zijn positief over het voornemen om het zonnepark te combineren met veehouderij \ begrazing door schapen (multifunctioneel gebruik). Ook is het positief dat het zonnepark aan de zijde van de Vlotgrasweg landschappelijk wordt ingepast. Wij denken overigens dat een dichte houtwal beter past in het landschap dan een grondwal met daarop beplanting. Gezien het experimentele karakter van het zonnepark, vragen wij om zorgvuldige monitoring van de effecten ingeval besluitvorming leidt tot daadwerkelijke realisatie van het zonnepark, bij voorkeur aangevuld met een evaluatie na bijvoorbeeld 3 jaar. Met deze reactie hopen wij bij te dragen aan een zorgvuldige afweging van de belangen van natuur en landschap bij de besluitvorming over het zonnepark. Mocht u behoefte hebben aan meer informatie of anderszins nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met ondergetekende. Met vriendelijke groet, rs. M.J.H Drs. M.J.H. Rijs Hoofd Beleid Kwaliteit Ontwikkeling

4 *ĨSRPPB *

5 Postbus AD Lelystad