Geachte dames en heren,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geachte dames en heren,"

Transcriptie

1 Geachte dames en heren, In deze inleiding wil ik met u nadenken over de vraag hoe de VGVZ en de HBO-opleidingen theologie elkaar kunnen ondersteunen in de borging van de kwaliteit van de geestelijke verzorging in de zich wijzigende context van onderwijs en werkveld. Ik ga er daarbij vanuit dat de brede contextveranderingen omtrent de plaats, inhoud en vormgeving van geloof en religie in Nederland, zoals onder andere beschreven in het WRRrapport Geloven in het publieke domein uit 2006, voor de komende jaren in grote lijnen gelijk zullen blijven: traditionele vormen van geloof en geïnstitutionaliseerde uitingsvormen worden ook in de komende jaren minder dominant, moderne vormen van religiositeit en spiritualiteit alsmede de behoefte daaraan, zullen de komende jaren toenemen. Ik meen in het besluit van uw vereniging om te gaan zoeken naar een vorm van kwaliteitsborging voor de ongebonden spirituelen ondersteuning te vinden voor deze verwachtingen. Binnen deze brede contextveranderingen spelen nog een aantal meer specifieke veranderingen die de vraag wettigen en toespitsen, als ook een antwoord vergen. Deze veranderingen betreffen: - de wijziging van het stelsel van diploma s in het hoger onderwijs: de invoering van de bachelor-master-structuur; - de opkomst van de theologische opleidingen binnen het HBO: Godsdienst-pastoraal werk naast de godsdienstleraar 2 e en 1 e graad, en de verhoudingen tussen HBO en WO; - de toename van niet-academisch opgeleide theologen in de praktijk van de geestelijke verzorging in instellingen: de kwestie van kwaliteitsborging en beroepsverdringing; - de inhoud en kwaliteit van HBO-afgestudeerden in relatie tot de uitoefening van een functie als geestelijk verzorger -de vraag naar de positionering van de VGVZ in dit geheel en de invloed die de VGVZ daarbij kan uitoefenen om de uieindelijke taakstelling te realiseren: het bieden van goede begeleiding aan mensen bij de zingeving aan hun bestaan en de advisering daaromtrent in zorgverlening en beleidsvorming (Beroepsstandaard, 2002:8). Ik heb de inleiding als volgt opgebouwd: Allereerst vertel ik wat over het domein van het hoger onderwijs en de plaats van de theologische opleidingen daarbinnen. Daarna zoem ik in op de vernieuwing van de opleiding godsdienstleraar 1 e graad naar Master of Education in Theology en de consequenties die dit voor de toelating tot de VGVZ en het beroepsregister kan hebben. Als derde en meest uitgebreide deel komen de opleidingen Godsdienst-pastoraal werk en Godsdienstleraar 2 e graad aan de orde, waarbij ik met name zal focussen op de opleidingscompetenties GPW. Als vierde en laatste wil ik het besprokene betrekken op de vraag naar de toekomst en de rol die de VGVZ daarin kan spelen als het gaat om kwaliteitsborging en inhoudelijke versterking van de HBO-opleidingen. Mijn perspectief is dat van het HBO en zoals ieder perspectief betekent dat een zekere vertekening van de rijke werkelijkheid. Maar ik vertrouw er op dat mijn geachte medeinleider, professor Denaux, u zal voorzien van andere perspectieven, waardoor u een gewogen positie zult kunnen innemen ten aanzien van de hierboven aangeduide kwesties. 1

2 Hoger onderwijs in Nederland Het hoger onderwijs in Nederland is verdeeld in twee hoofdstromingen: 1. het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, uitgevoerd vanuit de universiteiten; 2. het hoger beroepsonderwijs, uitgevoerd door de hogescholen. Traditioneel hadden de hogescholen een onderwijstaak, onderzoek en dienstverlening aan het bedrijfsleven vond nauwelijks plaats. De opleiding van beroepsbeoefenaren, meestal semiprofessionals, stond centraal. De universiteiten hadden naast onderwijs tot taak om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en het werkveld, het bedrijfsleven en de overheid in voorkomende gevallen te ondersteunen bij de toepassing van dit onderzoek voor product- en beleidsontwikkeling. In Europees verband werd aan het einde van de twintigste eeuw besloten om de verschillende vormen van hoger onderwijs dusdanig op elkaar af te stemmen dat het voor hoger opgeleiden mogelijk werd om gemakkelijk buiten het eigen land maar binnen de Europese Unie aan het werk te komen. Daarom werd besloten tot de vormgeving van een Europese onderwijsruimte, waarin de verschillende soorten onderwijs met elkaar vergelijkbaar gemaakt zouden worden. Dit vereiste een stelsel waarin verschillende niveaus van onderwijs gedefinieerd werd en een stelsel waarin de borging van deze niveaus mogelijk werd gemaakt. Het eerste stelsel werd uitgewerkt voor ons onderwerp in de invoering van de zogenaamde bachelor-master-structuur in het hoger onderwijs, het tweede stelsel in de invoering van een systeem van accreditatie van onderwijsinstellingen op basis van een gedefinieerde standaard: de Dublin-descriptoren. De binaire structuur van hoger onderwijs, zoals onder andere in Nederland, Duitsland, Oostenrijk en nog enkele andere landen bestond, werd niet afgeschaft, maar voor beide onderwijsvormen werd dezelfde graad-toekenning ingevoerd. Bij de invoering van het Ba-Ma-structuur, zoals deze genoemd werd, werden de oude doctoraal-diploma s van universiteiten vervangen door een master-graad diploma. De diploma s van de initiële opleidingen van de hogescholen werden vervangen door bachelorgraad diploma s. Deze invoering betekende echter twee dingen: de universiteiten werden verplicht om voorafgaand aan de uitreiking van een master-graad eerst een bachelor-graad uit te reiken en de hogescholen werden verplicht hun post-initiële, voortgezette of eerste graads opleidingen om te vormen tot opleidingen die een master-graad mochten uitreiken. De duur van de bachelor-opleidingen op universiteiten is daarbij in Nederland op drie jaar of 180 European Credits, gesteld, die van de hogescholen op vier jaar of 240 European Credits. De duur van de master-opleidingen op universiteiten kan variëren van 1 tot 3 jaar, EC, afhankelijk van de zwaarte van de opleiding. De duur van master-opleidingen op hogescholen is in ieder geval 1 jaar, 60 EC, maar kan eventueel langer worden gesteld door het College van Bestuur. In Nederland is momenteel sprake van één systeem van graadverlening, waarbij formeel aan de graad niet gezien kan worden of deze aan een universiteit of hogeschool is behaald. Toevoegingen als arts of science om te onderscheiden tussen hogeschool en universiteit zijn niet ingevoerd, daar deze toevoegingen verschillend gebruikt worden in de diverse landen. 2

3 De borging van het niveau is gesteld door middel van een kwaliteitsstandaard, de Dublindescriptoren, en een kwaliteitssysteem, de accreditatie. De Dublin-descriptoren geven aan wat het niveau is van een bachelor-graad, een mastergraad, een doctor-graad. De descriptoren voor bachelor en master-graden handelen over kennis en inzicht, toepassing van kennis en inzicht, oordeelsvorming o.b.v. onderzoek, communicatie en leervaardigheden. In grote lijnen zijn de verschillen tussen de bachelor en de master-graad aan te duiden als: toename van complexiteit van de kennis en vaardigheden en toename van de complexiteit van vraagstukken waarmee de afgestudeerde wordt geconfronteerd. De uitwerking daarvan, de oriëntatie, verschilt echter tussen WO en HBO. In de uitwerking naar oriëntatie heeft het kwaliteit borgend orgaan, de NVAO, waarover straks wat meer, een belangrijke rol gespeeld. Voor het HBO geldt dat de descriptoren ingevuld worden in samenspraak en overeenstemming met het werkveld en de beroepsprofielen, waarbij de oriëntatie gericht is op het oplossen van in de praktijk optredende problemen, dan wel verbetering van de praktijk van handelen. Voor het WO geldt dat de descriptoren ingevuld worden in samenspraak en overeenstemming met de eisen van de wetenschappelijke discipline en het internationale debat daarbinnen, dan wel met de eisen van het beroepenveld waarvoor wordt opgeleid. De oriëntatie daarbij is gericht op het oplossen van wetenschappelijke vraagstukken, theorievorming en het oplossen van complexe praktijkvraagstukken binnen de academische beroepen. De NVAO is in Nederland aangewezen als het kwaliteit borgend orgaan. Iedere opleiding dient een keer per zeven jaar zich te laten onderzoeken door een daartoe gemachtigd Visiterende en Beoordelende Instelling (VBI) op basis van een zelfevaluatie waarin de Dublin-descriptoren voor het kader zorgen. De VBI s brengen over hun onderzoek een rapportage uit aan de instelling, die daarmee naar de NVAO kan gaan om de opleiding voor accreditatie voor te dragen. Na een positief besluit van de NVAO is de instelling gerechtigd om diploma s af te geven met een formele bachelor- of master-graad. Iedere universiteit of hogeschool die een bachelor- of master-graad verleent dient op het diploma te vermelden of en tot wanneer de accreditatie van de NVAO is verkregen. Wat betekent dit alles nu voor u? 1. U krijgt als theologen te maken met twee soorten bachelor-afgestudeerden: WO-ers en HBO-ers. Daar de WO-bachelor-uitgang ook, conform de wet, een civiele uitgang moet hebben, ligt het in de verwachting dat universiteiten uitstroomroutes zullen ontwerpen die op een of andere wijze toeleiden naar beroepspraktijken waarin deze theologisch geschoolden actief kunnen zijn. Te denken valt aan kerkelijk werk, jeugdwerk, maar dus ook aan geestelijke verzorging. 2. De nominale studieduur van bachelor-afgestudeerden van WO en HBO is gelijk: VWO + WO = = 9 jaar, HAVO + HBO = = 9 jaar. Daarbij hebben de HBO-ers dan het voordeel dat ze (meestal) ongeveer een jaar praktijkervaring hebben opgedaan in een beroepssituatie. 3. Op theologische faculteiten (of vergelijkbaar) worden verschillende soorten mastertrajecten ontworpen, variërend van 1-jarige trajecten die een vorm van specialisatie naar een beroepsrichting aanbieden, tot 3-jarige trajecten die toeleiden naar het ambt van predikant of vergelijkbaar. In welke mate dit zal leiden tot andersoortige uitstromers die zich gaan melden als geestelijk verzorger zal moeten blijken, professor Denaux kan daar mogelijk meer over vertellen. 3

4 Al met al is het opleidingsveld dus nog al in beweging, met allerlei consequenties voor de positionering van en toelating tot het beroep van geestelijk verzorger. 4

5 Het HBO en de theologische opleidingen daarbinnen Het HBO is veruit de grootste opleider binnen het hoger onderwijs, met een veelheid van opleidingstrajecten en een veelheid van domeinen waarin die trajecten geclusterd zijn. De opleidingstrajecten kunnen niet zomaar door een hogeschool worden vastgesteld. Wil een opleiding ingeschreven kunnen worden in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) dan dient zij onder andere te beschikken over een door het toekomstig beroepsveld gevalideerd opleidingsprofiel. Deze validatie vereist: - dat er sprake is van een opleiding die aansluit bij een beroepssituatie waarin de opgeleide aan het werk kan; - dat er voldoende onderscheidende kennis en vaardigheden zijn om een eigenstandige opleiding te vormen; - dat er een beroepsperspectief is voor afgestudeerden; - dat er sprake is van zogenaamde macro-doelmatigheid, dat wil zeggen: dat ieder van de opleidingen in principe financieel gezond kan functioneren op een voldoende kwaliteitsniveau. De theologische opleidingen vallen in het HBO onder twee domeinen. De opleiding Godsdienst-pastoraal werk (GPW) valt onder het domein van de Hogere Sociaal-Agogische Opleidingen (HSAO), de opleidingen godsdienstleraar (B-GL en M-GL) vallen of onder het Hoger Pedagogisch Onderwijs of onder HSAO, afhankelijk van hun geschiedenis en organisatorische positie binnen de hogeschool. Ongeacht de positie van godsdienstlerarenopleidingen binnen de HBO-structuur, dienen zij te voldoen aan de landelijk vastgestelde opleidingseisen. Deze eisen betreffen de theologische, sociaalwetenschappelijke en (vak)didaktische kennis, vaardigheden en attituden in samenhang met elkaar, de zogenaamde opleidingscompetenties. Daarbij geldt voor zowel de GPW-ers als de GL-ers, dat zij niet slechts dienen te voldoen aan de eigen opleidingscompetenties, maar ook onderhavig zijn aan de algemene competentieeisen die binnen het domein gelden. Daar de GPW-ers vallen onder het domein HSAO dienen zij te voldoen aan de eisen van het eigen opleidingsprofiel Een professional met diepgang en aan het domeinprofiel Vele takken één stam, een vooral sociaal-agogisch geformuleerd profiel. Daar de GL-ers vallen onder de lerarenopleidingen, dienen zij te voldoen aan de eisen van het eigen opleidingsprofiel en aan de eisen die in algemene zin gesteld worden aan leraren voortgezet onderwijs. Voor deze groep wordt momenteel een kennisbasis vastgesteld, met een specifieke invulling voor de leraren godsdienst levensbeschouwing, een kennisbasis die ook landelijk getoetst zal gaan worden. De kennisbasis voor de bachelor-opleiding is gereed, die voor de master-opleiding in ontwerp. Wat betekent dit voor u als VGVZ? 1. Iedere afgestudeerde GPW-er en B-GL-er beheerst de competenties zoals die zijn vastgelegd in het domeinprofiel en het opleidingsprofiel. De borging daarvan wordt gecontroleerd via het accreditatiestelsel en voor de GL-ers door de in te voeren landelijke toetsing van de kennisbasis. Er is in principe een gegarandeerde kwaliteit van afgestudeerden. 5

6 2. Daar de opleidingsprofielen worden vastgesteld in nauw overleg met het beroepsveld van werkgevers, werknemers en beroepsverenigingen, is er inhoudelijk een sterke borging van het opleidingsprofiel en betrokkenheid op de toekomstige beroepsuitoefening. Het werkveld stuurt mee. Na u met bovenstaande hopelijk een indruk te hebben gegeven van de kaart van het speelveld in hoger onderwijsland en het HBO in het bijzonder, kunnen we nu meer in detail ons richten op de master-opleiding godsdienstleraar. 6

7 Master-graad en eerste graad In onderscheid tot de directe omzetting van de doctoraal-graad naar de master-graad zoals dat op de universiteiten heeft plaatsgevonden, is er bij de hogescholen geen sprake geweest van een automatische omzetting van de voortgezette of eerste graad-opleidingen naar opleidingen die een master-graad mogen uitreiken. Dit had te maken met de sterkere bekwaamheid die master-gediplomeerden dienen te bezitten betreffende het gebruik en doen van onderzoek. Onderzoek was soms wel als onderwerp aanwezig in de oude voortgezette opleidingen, maar niet altijd en in ieder geval niet uitgebreid. Vanuit de Dublin-descriptoren is onderzoek doen, al of niet in samenwerking met anderen en/of onder leiding van anderen, een vereiste voor het behalen van een graad. Dat betekende dat alle oude opleidingen hun curriculum hebben moeten aanpassen en voordragen voor accreditatie. De hogescholen die een master-graad toekennen zijn ondertussen allemaal geaccrediteerd. Waar staat nu zo n HBO-master-graad voor? Anders gezegd: hoe komt de HBO-oriëntatie naar voren in deze master-opleidingen, wanneer die naar hetzelfde niveau toeleiden als de universiteiten? Recent heeft het Landelijk Overleg Masteropleidingen binnen de sector HSAO daarover een notitie vastgesteld, die door het Sectoraal Advies College HSAO is overgenomen als positionpaper. In deze position-paper worden drie elementen genoemd die de eigenheid van de HBO-master aanduiden: de omgang met kennis, de omgang met innovatie en de omgang met beleid en beleidsuitvoering. Het aspect kennis verwijst naar het vermogen praktijktheoretische en wetenschappelijke kennis met elkaar te verbinden, op dusdanige wijze dat handelingsverlegenheid en impasses in het praktijkwerk worden verminderd of opgelost. Vanuit de praktijk gezien gaat het dan om ordenen en systematiseren van de daar aanwezige kennis, vanuit de wetenschap gezien gaat het om heuristisch benutten van wetenschappelijke inzichten. Studenten worden daarin bijgestaan door lectoren, die sinds enkele jaren zijn aangesteld als leiders van de onderzoeksprogramma s aan hogescholen. Het aspect innovatief vermogen verwijst naar de bekwaamheid om nieuwe handelingsprotocollen te ontwerpen en voor de praktijk te valideren. Het gaat om in samenwerking met lectoren ontwikkelen en bruikbaar maken van nieuwe kennis uit praktijk en wetenschap ten behoeve van de beroepspraktijk. Verschillende vormen van onderzoek komen hierbij aan de orde. Het aspect beleid en beleidsuitvoering uit zich in het vermogen op meerdere velden te kunnen opereren (beleidsvoorbereiding en implementatie, ondersteuning van de uitvoering, onderzoek(advisering) en meerdere perspectieven aan elkaar te kunnen verbinden (een managementperspectief, een professioneel perspectief, een beleidsperspectief etc). De HBO-master is daarmee een senior aanspreekpunt voor uitvoerders, managers en collega s uit andere disciplines, die zowel uitvoerend, als onderzoekend, als ontwikkelend actief kan zijn. 7

8 In vergelijking met de oude 1 e graad opleiding heeft de nieuwe master-graad in het HBO daarmee twee sterke kanten: onderzoek en managementvaardigheden zijn systematisch onderdeel geworden van de opleiding, naast de verdieping van de vakinhoudelijke kennis en vaardigheden. De master-afgestudeerde is een specialist op het vakgebied, een senior collega voor de bachelor-opgeleiden, een adviseur voor het management, een onderzoeker en onderzoeksbegeleider ten behoeve van de verbetering van de praktijk. De master-afgestudeerde werkt daarbij steeds in vraagstukken waar hermeneutiek ( hoe begrijpen we deze situatie ) en normativiteit ( wat is goed handelen in deze situatie ) elkaar raken. Wat betekent dit voor de VGVZ? 1. Gezien de vergelijkbaarheid en verdiepte inhoud van de master-opleiding; de borging van niveau en kwaliteit door het accreditatiestelsel; de eigenheid van de praktijkoriëntatie en ervaring; daarbij rekenend dat de oude 1 e graad-opleiding eigenlijk ook niet een directe beroepsvoorbereiding voor de geestelijke verzorging was; 2. Ligt het naar mijn mening voor de hand dat de VGVZ de nieuwe HBO-masteropgeleiden toelaat tot de vereniging en het register, net als de VGVZ eerder de 1 e graad opgeleiden toeliet. 3. Volg in feite het overheidsbeleid hieromtrent en neem verantwoordelijkheid om mee te denken in de vormgeving van een uitstroomprofiel geestelijke verzorging binnen de master-opleidingen godsdienstleraar. Aan dat laatste zit een wat lastige kant in verband met de accreditatie-eisen, geestelijk verzorger is immers toch nog wel wat anders dan leraar-zijn, maar in overleg tussen opleidingen, VGVZ en andere branchepartners, moet er in het gesprek met de overheid ruimte te vinden zijn. 8

9 De HBO-bachelor en de geestelijke verzorging: de opleiding GPW Aan de orde van behandeling is dan nu het vraagstuk van de HBO-bachelor Godsdienstpastoraal werk en de relatie tot de geestelijke verzorging als beroep en functie en de positie van de VGVZ daarbij. In het Landelijk Overleg Opleidingen Theologie constateren we dat HBO-bacheloropgeleiden, met name de GPW-ers daarin, aanstellingen krijgen als geestelijk verzorger in allerlei instellingen. Echter binnen de VGVZ en het beroepsregister is voor hen tot nu toe geen ruimte om zich aan te melden daar de academische standaard als toelatingscriterium wordt gehanteerd en (traditioneel) HBO-opgeleiden niet aan deze standaard voldoen (VGVZ- Cahier 2: 14). De vraag is nu of dit terecht is a. gezien de ontwikkelingen in het onderwijs, waarover hierboven een en ander is gezegd; b. vanuit de aard en inhoud van HBO-bachelor-opgeleiden, in het bijzonder GPW-ers; c. vanuit de wens tot borging van de kwaliteit van de geestelijke verzorging. In het vervolg wil ik daarover een en ander opmerken, waarbij ik me dus alleen richt op de kwestie van de professionaliteit en niet op die van de ambtelijke binding (VGVZ-Cahier 2: 14,15; VGVZ-Cahier 4). Ik beperk me verder tot de opleiding GPW, met waar dienstig een uitstapje naar de opleiding B-GL. Dit daar de opleiding GPW het meest toerust voor de geestelijke verzorging, maar ontwikkelingen binnen de B-GL doorwerken naar de opleiding GPW in verband met de nauwe verbondenheid tussen beide opleidingen. De positie van de opleiding in het domein HSAO Eerder hebben we gezien dat GPW een opleiding is binnen het domein HSAO. De kenmerken van het domein en de domeincompetenties gelden daarmee ook voor GPW. In het domein HSAO zijn de volgende opleidingen ondergebracht: maatschappelijk werk en dienstverlening, sociaal-pedagogische hulpverlening, culturele en maatschappelijke vorming, pedagogiek, godsdienst-pastoraal werk, creatieve therapie. De domeincompetenties richten zich op hulpverlening en ondersteuning in het menselijk functioneren tussen existentiele en zinvragen enerzijds en deelnemen aan de samenleving anderzijds. Het domein heeft overlap met het domein Verpleging en Verzorging (VTES, 2008). De domeincompetenties zijn geordend in drie taakgebieden: Taakgebied 1: uitvoering in complexe situaties(de vakmatige taken): -verkennen, analyseren, definiëren -sociaal-agogisch handelen engere zin; Taakgebied 2: werken in/vanuit arbeidsorganisaties(de organisatorische en bedrijfsmatige taken): -werken in en vanuit een bedrijf of organisatie, waaronder ondernemend handelen, kwaliteitszorg, samenwerking in netwerken en met vrijwilligers; Taakgebied 3: professionaliteit en professionalisering (de professionaliseringstaken): -persoon als instrument -onderzoek en innovatie ontwikkelen -leren/leervaardigheden 9

10 Om aan deze domeincompetenties te kunnen voldoen beschikt de bachelor-afgestudeerde in ieder geval over kennis uit de systeemtheorie, agogiek, biologie / geneeskunde / gezondheidskunde, psychologie / psychiatrie, (ortho)pedagogiek / socialisatietheorie, sociologie, levensbeschouwing / ethiek / filosofie, culturele antropologie, maatschappijleer en recht, kunsttheorie Behalve aan de eisen van het domein moeten afgestudeerden ook voldoen aan de eisen van HBO-beleidsagenda Kwaliteit als opdracht (HBO-raad, 2009). In deze agenda wordt als eis aan iedere afgestudeerde gesteld: - Beschikken over een gedegen theoretische basis; - Beschikken over onderzoekend vermogen om bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van het beroep; - Beschikken over professioneel vakmanschap; - Kunnen hanteren van de beroepsethiek en maatschappelijke oriëntatie die past bij een verantwoordelijke professional. Dit alles is verdisconteerd in de opleidingscompetenties GPW Een professional met diepgang (LOO-GPW, 2006) en de (concept) herziene versie Een professional met diepgang Competenties voor de HBO-theoloog (LOO-GPW, 2010) (beide afgekort PmD). Waar gaat het dan om bij de opleiding tot GPW-er? PmD (2010) omschrijft de missie als volgt: De Hbo-theoloog ondersteunt individu, groep of samenleving in het omgaan met religieuze, levensbeschouwelijke en existentiële vragen en stimuleert bij hen aandacht voor zingevingsvragen als dimensie van het leven. Hij doet dat met kennis van de religieuze of levensbeschouwelijke traditie die hij representeert en/of vanuit de eigen identiteit Dat kan zijn in de vorm van pastorale zorg, intern of extern gerichte verkondiging, diaconaat of educatie, en ook door middel van religieuze vieringen en rituelen. Deze missie is dus breder geformuleerd dan de geestelijke verzorging als functie, daar GPWers ook actief zijn in kerken in bijvoorbeeld gemeenteopbouw, jeugdwerk, catechese en dergelijke. Bij de uitvoering van de missie gaat het volgens de opleidingscompetenties om religieusagogisch handelen, een term die bij mijn weten niet eerder als zodanig is gehanteerd, maar die probeert recht te doen aan de diversiteit van de levensbeschouwelijke oriëntaties die zich in het LOO vertegenwoordigd weten. Waarbij overigens van humanistische zijde enige aanmerkingen kwamen op het begrip religieus. Het begrip agogisch wordt dan als volgt toegelicht: interventies, begeleiding etc. hebben tot doel datgene te realiseren dat binnen de gegeven religieuze context leidt tot optimale voltooiing van mens en wereld. Die religieuze context kleurt ook de inter-subjectieve en dialogische relaties tussen professional en pastorant / hulpvrager / betrokkene. De interventie van de professional is erop gericht dat de betrokken individuen zelf, samen met anderen, hun situatie zien, 10

11 verhelderen en, waar gewenst, veranderen in het licht van hun religieuze opvattingen, binnen de kaders van hun eigen situatie en de gegeven mogelijkheden. (PmD, 2010: 14). Discussie is daarbij gevoerd over het begrip voltooiing in relatie tot het begrip presentie dat later in het document naar voren komt bij de uitwerking van de agogische competentie (PmD, 2010: 18). Het gaat immers niet altijd om voltooiing van handelen leert de praktijk en waarvoor recent opnieuw aandacht is gevraagd in de theorievorming rond presentie zoals gedaan door Baart. De toevoegingen in de omschrijving optimaal en waar gewenst veranderen en gegeven mogelijkheden beogen ruimte te laten voor present-zijn, zonder het gevaar te lopen te snel presentie als oplossing voor professionele handelingsverlegenheid te zien. GPW-ers worden dus breder opgeleid dan alleen voor een functie in het pastoraat of de geestelijke verzorging. En GPW-ers worden niet alleen interventionistisch opgeleid, maar tevens met oog voor de (potentiele) aanwezigheid van de on-mogelijkheid tot verandering, troost of nabijheid. De competenties van de GPW-er Vanuit het werkveld werden een aantal competenties aangemerkt als algemeen geldend voor de beroepsuitoefening. Het gaat dan om: - verband leggen tussen religieuze tradities van zichzelf en van anderen en de actualiteit - maatschappelijke en culturele processen interpreteren en duiden - ethisch verantwoord en integer handelen - contactueel en communicatief handelen - mensen ondersteunen en inspireren - bijeenkomsten voorbereiden en leiden - educatieve processen entameren en begeleiden - delegeren en zelfstandigheid bevorderen - gestructureerd en doelgericht handelen - professioneel en oplossingsgericht handelen Deze generieke competenties zijn verbonden met de drie taakgebieden uitvoering, organisatie, professionalisering : 1) Religieus-agogisch ondersteunen van mensen, groepen of samenleving 2) Werken in of vanuit een gemeenschap, instelling of onderneming 3) Werken aan de eigen spiritualiteit en professionaliteit en aan die van de beroepsgroep In het vervolg wil ik nu stilstaan bij een aantal opleidingscompetenties die naar mijn idee nadrukkelijk naar voren komen in de geestelijke verzorging: de hermeneutische competentie, de pastorale en liturgische competentie en de persoonlijke-spirituele competentie. In het studiemateriaal zijn alle competenties en daarbij behorende indicatoren te lezen. Van centraal belang in het gesprek met een mens die in een bijzondere omstandigheid verkeert is het vermogen om de mens nabij te zijn, te ondersteunen en zo mogelijk verder te helpen bij de zinvragen en soms existentiële nood waarmee de mens geconfronteerd wordt. 11

12 Deze nabijheid vereist empathisch vermogen: je kunnen verplaatsen in de ander en als het ware door de ogen van de ander kijken naar de situatie, denken vanuit het referentiekader van de ander, voelen vanuit de gevoelssituatie van de ander, de angst of nood begrijpen vanuit het mens-zijn in tijd en plaats, hier en nu, toen en daar, straks en dan. In het sociaal werk wordt empathisch vermogen wel omschreven als: maximale nabijheid met behoud van distantie. Je gaat niet op in de ander, maar blijft jezelf, ook in het verplaatsen in en kijken alsof je de ander bent. Deze empathie richt zich op de ander, maar tevens op de bronnen van zingeving van de ander. In de hermeneutische beweging wordt dan samen met de ander gezocht naar begrijpen van de openingen en sluitingen die in die bronnen verborgen liggen, het begrijpen dat de pastorant / client zelf daarvan heeft, het begrijpen dat de pastor daarvan heeft, het begrijpen dat zich in het gesprek ontwikkelen kan. Het gaat hierbij om een dubbele en open hermeneutiek: een interpretatie van een reeds geïnterpreteerde werkelijkheid, zonder dat de nieuwe interpretatie nieuwe interpretaties onmogelijk maakt. Het criterium daarbij is dan vanuit de pastorale competentie gezien of de pastorant / cliënt zich daardoor ondersteund weet in het omgaan met de eigen vragen. Het werkwoord ondersteunen betekent naar mijn indruk een positie-verandering tussen pastor en pastorant ten opzichte van de hermeneutische competentie. Waar in de hermeneuse nog sprake kan zijn van een gezamenlijk zoeken, is in de pastorale competentie de relatie die van een helper en een geholpene geworden, er is enige vorm van ongelijkheid ingekomen. Nog verder gaat dit in de liturgische competentie. Daar gaat het om gestalte geven, voor gaan. De pastor / geestelijk verzorger is daarin openlijk en nadrukkelijk in positie van de leider en de pastorant / client in de positie van geleide, degene die volgt terwijl hij zelfs niet precies vooraf weet waar de weg naar toe zal gaan, wat de volgende stappen in de liturgie zullen inhouden. Deze positieverandering kan plaatsvinden met lagere tussenpozen in de tijd, maar kan ook snel voltrekken of afwisselend plaatsvinden in een gesprek, zeker wanneer er ernstige zaken aan de orde zijn als komend overlijden of confrontatie met een onverwachte blijvende invaliditeit, crises tussen mensen, onafgewerkte zaken die in de confrontatie met ziekte in alle hevigheid naar voren komen. Om deze positieverandering mogelijk te maken en betrokken te houden op de situatie van de mens die voor ons is, is kennis over, inzicht in en hanteren van de eigen persoon en de eigen spiritualiteit een conditio sine qua non. In de opleidingscompetenties wordt dit verwoord als: Het vermogen om vanuit de eigen spiritualiteit of de spiritualiteit die hij zich heeft eigengemaakt vanuit de religieuze gemeenschap en/of organisatie die hij vertegenwoordigt te reflecteren op attitude, identiteit en handelen in beroepssituaties en om zich persoonlijk en professioneel te ontwikkelen. (PmD, 2006: 11, 12; 2010: 21) Als indicatoren worden daarvoor onder andere genoemd: - Reflecteert op de religieuze traditie van de stroming of organisatie die hij vertegenwoordigt, bijbehorende geschriften, gebruiken en symbolen en weet die op waarde te schatten 12

13 - Geeft persoonlijk gestalte aan zijn identiteit, is daarin evenwichtig en handelt op een authentieke, integere en ethisch verantwoorde wijze - Reflecteert op de eigen religieuze en spirituele ontwikkeling - Toont relativeringsvermogen en kent zijn grenzen Ik heb de indruk dat dit overeenkomt met wat in de Beroepsstandaard omschreven wordt als tweede reflectie : dat hij/zij de eigen vooronderstellingen en uitgangspunten onderkent (VGVZ-Cahier 2: 14) In hoeverre worden de competenties waargemaakt De grote vraag is nu natuurlijk in hoeverre de hierboven beschreven competenties ook worden waargemaakt in de opleiding. Anders gezegd: wat kan een cliënt of instelling of de VGVZ verwachten aan te treffen bij een bachelor-afgestudeerde GPW-er? Een wat formeel antwoord is: de opleiding is geaccrediteerd, waarmee is bevestigd dat de competenties door de afgestudeerden worden behaald. De controle is gedaan, u kunt er op vertrouwen. Toch is hier meer over te zeggen en wel vanuit twee gezichtspunten: wat is eigenlijk een competentie en wie zijn die afgestudeerden? In het HBO is de afgelopen jaren veel werk gemaakt van de invoering van het zogenaamde competentieleren las oplossing voor het probleem dat afgestudeerden wel allerlei zaken wisten in theorie, maar in de praktijk nogal wat tijd nodig hadden om het vak te leren. De kloof tussen opleiding en beroepsuitoefening werd als te groot ervaren, werkgevers hadden behoefte aan mensen die zij direct uit de schoolbanken konden inzetten zonder intensieve training-on-the-job. Hoewel er een boekenkast aan literatuur is over wat precies competenties zijn en wat competentieleren is en hoe dit moet worden vormgegeven, denk ik dat de kern van het competentiedenken als volgt kan worden weergegeven: een competentie is het vermogen om passend te handelen binnen een specifieke tijd en plaats in een specifieke taak. Het gaat om een vermogen, iets waartoe je bent uitgerust met waarden, kennis, vaardigheden en attitudes. Het gaat om handelen, iets bewust doen, niet slechts om gedrag hoezeer er aan een competentie ook een gedragscomponent zit. Het gaat om passend handelen, afstemming op de situatie en taak op zo n wijze dat ook de ontvanger van het handelen dit als goed handelen aanmerkt. Het gaat om een specifieke tijd, plaats en taak: iemand kan pastoraal nog zo goed zijn bij echtpaarconflicten, dat is echter geen garantie dat die persoon ook pastoraal competent kan handelen bij een overlijden. Een beroepscompetentie bestaat uit een samenstel van kennis, vaardigheden, attitudes en waarden die verbonden zijn met de beroepsuitoefening. Zo zitten in de opleiding trainingen in gespreksvaardigheden, groepsdynamica, presenteren. Zo wordt er aandacht besteed aan de eigen leerstijl van studenten, aan samenwerken en feedback geven en ontvangen, aan reflecteren op de eigen persoon en (religieuze) socialisatie. Er wordt aandacht gegeven aan de 13

14 ontwikkeling van attitudes als respect, niet-veroordelend optreden, bewogenheid, openheid en oprechtheid, moed om spannende dingen te zeggen. Er wordt kennis overgedragen van systematische theologie, praktische theologie, sociale wetenschappen. Er is op landelijk niveau overleg over de vorming van een Body of Values, Knowledge, Attitudes and Skills, zeg maar een kennisbasis. Mogelijk zal er in navolging van de beweging bij de lerarenopleidingen een vorm van centrale toetsing komen om de borging van het niveau van afstuderen nog extra te garanderen (Behandeling Tweede Kamer vragen over het verstrekken van diploma s aan langstudeerders door Hogeschool InHolland, 2010). Bovenstaande bedoeld aan te geven dat er een basis aan competenties aanwezig is bij iedere afgestudeerde. Daar, zoals hierboven al beschreven, in de HBO-bachelor-opleidingen praktijkervaring een belangrijk element is van de opleiding, hebben de afgestudeerden die competenties ook deels in de praktijk verder ontwikkeld. En wel met een omvang van ongeveer 60 EC, anders gezegd: de HBO-bachelor heeft al (bijna) een jaar praktijkervaring opgedaan. Maar tegelijkertijd is de afgestudeerde een beginnend beroepsbeoefenaar volgens de eisen van het opleidingsprofiel. Er moet nog veel ervaring worden opgedaan, veel worden geleerd tijdens het werk. De competenties gericht op leren en onderzoeken zijn daarom zo belangrijk. En dan nog iets voor wie die afgestudeerden zijn, ook al zijn ze allemaal beginnend beroepsbeoefenaar. Studenten aan het HBO zijn in twee groepen in te delen: voltijd en deeltijdstudenten. Voltijdstudenten beginnen veelal vrij snel na de afronding van HAVO of VWO aan de opleiding. Ze zijn dan nog relatief jong, zo n jaar bij de start van de opleiding. Het zijn vaak enthousiaste mensen met interesse in mensen en religie en een grote drive om te helpen en te verkondigen. Ze staan actueel in de cultuur en zijn energiek. Tegelijk zijn ze als mens nog volop in ontwikkeling en velen hebben nog weinig existentiele ervaringen gehad of diepere zingevingscrises ondervonden. In de opleiding staan we voor de taak hen te helpen hun ontwikkeling in een versneld tempo te doorlopen om een goede beroepspersoon te worden. En om hen te helpen kiezen uit de veelheid aan opties die in tijd plaats persoon voorhanden zijn. Deeltijdstudenten beginnen meestal op oudere leeftijd aan de studie. Een aantal heeft al een carriere achter de rug, ervaring in allerlei (kerkelijk) vrijwilligerswerk en ervaring met menszijn en religie en de daarin optredende uitdagingen en spanningen. Ze hebben vaak al allerlei existentiele ervaringen opgedaan, sommigen hebben een eigen religieuze crisis doorgemaakt. Als persoon zijn ze meer uitgekristalliseerd. Er is wat meer distantie ten opzichte van de cultuur en wat reflexiviteit ingetreden. In de opleiding staan we dan voor de vraag hoe hen te helpen de eigen ontwikkeling te begrijpen en daarmee te openen voor nieuwe en andere ontwikkelingen. Hen te helpen ruimte te maken voor de veelheid aan opties zonder daarbij zichzelf te ontkennen. In meer algemene zin gesproken kan een afgestudeerde voltijder daardoor andere zaken aan dan een afgestudeerde deeltijder. Niet omdat ze andere competenties hebben aangereikt gekregen, maar omdat het benutten van die competenties ook altijd een zaak is van het inzetten van de eigen persoon en ervaring als instrument in het beroep. 14

15 Dat betekent dat sommige voltijd-afgestudeerden misschien eerst nog andere ervaringen moeten opdoen voor ze een functie als geestelijk verzorger kunnen vervullen, maar omgekeerd ook dat sommige deeltijd-afgestudeerden eerst nog verder zich moeten openen voor zij in dit veld actief kunnen worden. Andersom hebben voltijd-afgestudeerden nog een grote openheid en een groot vermogen zich te verplaatsen in geheel nieuwe situaties, wat soms tot verrassend sterke pastorale kwaliteiten kan bijdragen. En deeltijd-afgestudeerden zijn vaak heel bekwaam om in lastige situaties te handelen op basis van de levens- en beroepservaring die zij elders hebben opgedaan. De competenties worden in algemene zin zeker waargemaakt, zijn in de praktijk ook al geoefend en verder ontwikkeld, maar vergen voor specifieke functies op persoonlijk niveau soms aanvullend leren. Helemaal aan de wensen van werkgevers ten aanzien van directe inzetbaarheid is nooit te voldoen, maar door het competentiegericht leren is er in ieder geval een goede basis gelegd om direct aan de slag te kunnen en snel verder te ontwikkelen. Overigens geldt veel van wat nu gezegd is ook voor afgestudeerden van universitaire opleidingen op bachelor- of master-niveau. Ook daar is aanvullend leren nodig. 15

16 De HBO-bachelor GPW en de VGVZ Ter afsluiting dan nog wat over de relatie tussen de HBO-bachelor GPW als geestelijk verzorger en de VGVZ als beroepsvereniging en kwaliteitsborgende instantie. Ik vermoed dat de inbreng van HBO-bachelors in de praktijk van de theologische beroepen in de komende jaren zal toenemen. Binnen de PKN is de laatste jaren hun positie verstevigd, binnen de Rooms-katholieke kerk kunnen zij een kerkelijk baccalaureaat behalen en zijn ze daarmee aan te stellen binnen parochies, binnen de evangelische gemeenten worden zij nu al vaak voorganger, binnen de kleine gereformeerde kerken zie je meer ruimte voor functies en enige ruimte voor toelating tot het ambt van predikant ontstaan. Daarnaast worden sommigen ook al aangesteld als geestelijk verzorger in instellingen. In Nederland raakt het onderscheid in graden minder duidelijk aanwezig. De kwaliteitsborging van het HBO is formeel geregeld via het systeem van accreditatie. Het opstellen van beroepsprofielen vindt plaats in een proces waarbij het werkveld nauw betrokken is. De inhoud van de competenties is van dien aard dat het vermogen tot het verlenen van geestelijke bijstand, zeker waar het gaat om de zo belangrijke tweede reflectie, voldoende aangeboden wordt in de opleidingen en geoefend in de praktijk. Dit alles rechtvaardigt naar mijn idee de beweging om als VGVZ en HBO-opleidingen met elkaar in gesprek te gaan over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop HBO-bachelor GPW-afgestudeerden lid kunnen worden van de VGVZ en ingeschreven in het register. Ik zie de taak van de VGVZ als centraal in de borging van de kwaliteit van de geestelijke verzorging. Tegelijk zie ik ontwikkelingen in de opleidingen en het werkveld die actie vergen, ook van de VGVZ. Toelating van HBO-bachelor GPW-ers als junior-lid zou een mogelijkheid zijn, eventueel middels een traject van aanvullende scholing dat door de opleidingen en de VGVZ kan worden ontworpen. Zo n traject kan dan voor de huidige studenten in de vorm van een minorprogramma of uitstroomprofiel in de opleidingen worden ingebouwd, zodat de aanvullende scholing na verloop van tijd kan stoppen. Tevens kunnen de hogescholen in samenwerking met de universiteiten en de VGVZ zoeken naar vormen van nascholing waarbij de bachelor-afgestudeerden van beide instituten toegerust worden om te gelegener tijd zich van junior tot senior te ontwikkelen. In de tussentijd mag ik namens de hogescholen en het brancheoverleg uitnodigen om in ieder geval aan dit brancheoverleg te gaan deelnemen, als is het maar in de positie van waarnemer. 16

17 Afsluiting Ik sluit af met een korte verantwoording waarom ik dit verhaal heb opgebouwd zoals ik het heb gedaan. Een van mijn catechisanten heeft op enig moment in zijn leven een ernstige crisis doorgemaakt in zijn relatie met God, zijn toenmalige partner, zijn ouders en zichzelf. Toen hij weer wat uit de crisis was gekomen heeft hij aan de bovenkant van zijn rug het woord veritas laten tatoeëren. Want, zei hij, ik wil proberen nooit meer iets te zeggen of te doen waar ik niet zelf achter sta en ik wil me daarop door anderen laten aanspreken. Ik had deze catechisant voor ogen toen ik met uw secretaris overlegde over wat ik zou gaan vertellen. Ik heb toen voorgesteld om slechts dat te vertellen wat controleerbaar kon zijn aan de hand van voor iedereen toegankelijke stukken. Dus niet een verhaal te maken dat vooral voor de verkoop bedoeld is of als alleen maar strategische positionering dient. Zo heb ik mijn verhaal ook gemaakt. Dat heeft tot gevolg dat het wat minder een spannend verhaal is en wat meer een beetje feitelijk en saai verhaal is. Het voordeel is dat u alles wat ik beweerd heb kunt nagaan. Een voordeel voor u omdat u dan nog veel meer interessante dingen zult tegenkomen dan ik hier betoogd heb. Een voordeel voor mij omdat ik niet bang hoef te zijn dat u ergens een document tegenkomt dat ik liever in een diepe la had laten liggen. Voor nu een voordeel omdat ik hoop dat we, na het referaat van prof. Denaux, met elkaar in gesprek kunnen over de weging van wat voorhanden. Zwolle, 11 november Henk Geertsema. 17

De HBO-theoloog als Geestelijk Verzorger

De HBO-theoloog als Geestelijk Verzorger De HBO-theoloog als Geestelijk Verzorger Inleiding studiedag VGVZ bestuur en raden 15 november 2010 VGVZ 15.11.2010 1 Opbouw inleiding Ontwikkelingen in onderwijsland De structuur van het HBO Master 1

Nadere informatie

Uitreik PP s. Niet in presentatie opgenomen PP s. uitreik PP's VGVZ 15.11.2010 1

Uitreik PP s. Niet in presentatie opgenomen PP s. uitreik PP's VGVZ 15.11.2010 1 Uitreik PP s Niet in presentatie opgenomen PP s uitreik PP's VGVZ 15.11.2010 1 Dublin-descriptoren Bachelor & Master items -kennis en inzicht -toepassen kennis en inzicht -oordeelsvorming -communicatie

Nadere informatie

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER

DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER DE COMPETENTIES VAN DE PREDIKANT EN DE GEESTELIJK VERZORGER De PThU kent twee competentieprofielen, die voor de gemeentepredikant en die voor de geestelijk verzorger. Ze verschillen in onderdelen, maar

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Imam / islamitisch geestelijk werker

Imam / islamitisch geestelijk werker Imam / islamitisch geestelijk werker Rimke van der Veer Rasit Bal 10 april 2008 1 Inhoudsopgave 1.Wat ging er aan vooraf 2.Intentieverklaring 3.Projectgroep en stuurgroep 4.Resultaten 2006 / Speerpunten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27438 28 augustus 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 augustus 2015, nr. 759965,

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Een professional met diepgang Competenties voor de Hbo-theoloog

Een professional met diepgang Competenties voor de Hbo-theoloog Een professional met diepgang Competenties voor de Hbo-theoloog Opleidingsprofiel en opleidingskwalificaties van de Hbo-opleiding Godsdienst-Pastoraal Werk Uitgave van het Landelijk Overleg Opleidingen

Nadere informatie

Associate degree Deeltijd

Associate degree Deeltijd Associate degree Deeltijd 2018-2019 Bloemsierkunst Vakmanschap, effectief communiceren en managen op hbo-niveau in de bloemsierkunst U bent werkzaam in de bloemenbranche, als zelfstandig ondernemer of

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

ROLLEN EN COMPETENTIES VAN DE GEESTELIJK VERZORGER ALS EXPERT LEVENSBESCHOUWELIJKE ZORGVERLENING

ROLLEN EN COMPETENTIES VAN DE GEESTELIJK VERZORGER ALS EXPERT LEVENSBESCHOUWELIJKE ZORGVERLENING ROLLEN EN COMPETENTIES VAN DE GEESTELIJK VERZORGER ALS EXPERT LEVENSBESCHOUWELIJKE ZORGVERLENING - 2 - ROLLEN EN COMPETENTIES VAN DE GEESTELIJK VERZORGER ALS EXPERT LEVENSBESCHOUWELIJKE ZORGVERLENER DOELEN

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting 696 14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging Drs W.v.d.Wouw Samenvatting De wijze, waarop de Dienst Geestelijke Verzorging is geprofileerd, is sterk afhankelijk van de eigen aard van dit werkveld. Mensen

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Naar transparanter hoger onderwijs Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Samenvatting van het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk hoger onderwijs Toegang vanuit [1] Eerste cyclus Tweede

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Certificering HR Professional

Certificering HR Professional Certificering HR Professional Certificering HR Professional Het personeelsmanagement kenmerkt zich door een grote mate van diversiteit, in de diepte en de breedte. De inhoud van het personeelsmanagement

Nadere informatie

Professional met diepgang Competenties voor de HBO-theoloog

Professional met diepgang Competenties voor de HBO-theoloog Professional met diepgang Competenties voor de HBO-theoloog Opleidingsprofiel en opleidingskwalificaties van de HBO-opleiding Godsdienst-pastoraal werk Inhoud 3 Woord Vooraf 4 Inleiding Hoofdstuk 1 6 De

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT Meerwaarde voor onderwijs De Pijlers en de Plus van FLOT De vijf Pijlers: Cruciale factoren voor goed leraarschap Wat maakt een leraar tot een goede leraar? Het antwoord op deze vraag is niet objectief

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

Coach voor leren en ontwikkeling

Coach voor leren en ontwikkeling Specialisatie Coach voor leren en ontwikkeling MSc Education and Child Studies Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Coach voor leren en ontwikkeling MSc

Nadere informatie

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional. Sinds een tiental jaren hebben we opleidingsvormen ontwikkeld die recht doen aan zowel vakbekwaamheid als praktijkkennis van aanstaande leraren. In toenemende mate doen we dat op basis van opleiden in

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Godgeleerdheid Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd

VISIE OP ONDERWIJS. Associate degrees voltijd VISIE OP ONDERWIJS Associate degrees voltijd Voor u ligt de Visie op Onderwijs voor de Associate degree-opleidingen. Deze visie is tot stand gekomen met de partners in het mbo en het hbo in de regio. In

Nadere informatie

Geestelijk verzorger in zorginstellingen: kerntaken en kernkwaliteiten.

Geestelijk verzorger in zorginstellingen: kerntaken en kernkwaliteiten. Geestelijk verzorger in zorginstellingen: en kernkwaliteiten. * geeft aan dat deze beroepskwalificaties/kwaliteiten in voldoende mate verworven dan wel gerealiseerd moeten zijn tijdens de initiële opleiding.

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

De specifieke lerarenopleiding

De specifieke lerarenopleiding geëngageerd onderzoekend communicatief talent ontwikkelend vakdeskundig leerling gericht samenwerkend De specifieke lerarenopleiding dynamisch leergierig master Jij bent... inspirerend creatief toekomstgericht

Nadere informatie

Standaard masteropleidingen hogescholen (opgesteld door voorzitters sectorale adviescolleges, overgenomen door bestuur HBO-raad 30 maart 2012)

Standaard masteropleidingen hogescholen (opgesteld door voorzitters sectorale adviescolleges, overgenomen door bestuur HBO-raad 30 maart 2012) Bladnummer 1 Standaard masteropleidingen hogescholen (opgesteld door voorzitters sectorale adviescolleges, overgenomen door bestuur HBO-raad 30 maart 2012) 1. Aanleiding: standaard bacheloropleidingen

Nadere informatie

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b PVA Jaar 2 Stefan Timmer S1001410 Klas: CE 2b Inhoudsopgave blz. Voorblad - Inhoudsopgave 2 Plan van aanpak tweede jaar 3-4 Bijlage 1: Algemene domeincompetenties 5-6 (wat heb ik geleerd) Bijlage 2: Belangrijkste

Nadere informatie

Excellentietraject TUA

Excellentietraject TUA Excellentietraject TUA 1. Visie op excellentie De TUA ziet het als haar missie om naast het opleiden van predikanten en theologen ook haar kennis te verbreden en te delen. Zij doet dat door middel van

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. WGV Oost Deventer, 20 maart 2013 Attie Valkenburg van Roon, projectleider Master Zorg voor

Nadere informatie

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4

Moduleboek Catechetiek. Leerjaren 3 en 4 Moduleboek Catechetiek Leerjaren 3 en 4 2012-2013 Module Catechetiek keuzevak PW-/GL-variant leerjaren 3 en 4 drs. J. van Mourik ORIËNTATIE 1. Titel collegeserie Leren in de gemeente 2. Introductie a.

Nadere informatie

Geestelijke verzorging

Geestelijke verzorging Geestelijke verzorging Zorg met aandacht - Aandacht voor wat u gelooft Onlangs bent u opgenomen in het Havenziekenhuis. Opname in een ziekenhuis kan vragen en emoties oproepen. Het kan prettig zijn om

Nadere informatie

DOORSTUDEREN NA HET HBO

DOORSTUDEREN NA HET HBO DOORSTUDEREN NA HET HBO Met welke financiële gevolgen moet je rekening houden? Informatie van het Avans Studentendecanaat Stand van zaken 2015-2016 Kenmerk: 14 september 2015 Studeren na het HBO: onderwerpen

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Specialisatieopleiding arbeids- en organisatiemediation

Specialisatieopleiding arbeids- en organisatiemediation mensenkennis De partijen op één lijn te krijgen en zo het conflict ombouwen naar een goede samenwerking. Dat is een fantastische uitdaging. Specialisatieopleiding arbeids- en organisatiemediation Arbeids-

Nadere informatie

Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing

Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing Competentieprofiel Bachelor Godsdienst Pastoraal Werk PROPEDEUSE Inhoudelijk competent A.1 onderkent het belang van de vakinhouden voor zijn persoonlijke ontwikkeling en die van de leerling, pastorant

Nadere informatie

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9 INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO examen 5 Het schakelprogramma 6 INHOLLAND met doorstroomminor 8 Studeren in deeltijd 9 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Studeren na het HBO. stand van zaken 2014-2015. Informatie van het Avans Studentendecanaat

Studeren na het HBO. stand van zaken 2014-2015. Informatie van het Avans Studentendecanaat Studeren na het HBO stand van zaken 2014-2015 Informatie van het Avans Studentendecanaat 1 Studeren na het HBO: onderwerpen 1. Wat moet je weten over het collegegeld als je kiest voor een nieuwe bachelor

Nadere informatie

Studeren na het HBO. stand van zaken 2013-2014. Informatie van het Avans Studentendecanaat

Studeren na het HBO. stand van zaken 2013-2014. Informatie van het Avans Studentendecanaat Studeren na het HBO stand van zaken 2013-2014 Informatie van het Avans Studentendecanaat 1 Studeren na het HBO: onderwerpen 1. Wat moet je weten over het collegegeld als je kiest voor een nieuwe bachelor

Nadere informatie

Speelruimte van betekenis

Speelruimte van betekenis Uitnodiging: Speelruimte van betekenis Conferentie voor opleiders levensbeschouwelijke, godsdienstige en morele vorming over de paradigmawisseling in hun vak Op 31 oktober en 1 november 2011 vindt de conferentie

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

De Beroepsstandaard wordt aangepast op de volgende punten.

De Beroepsstandaard wordt aangepast op de volgende punten. BESLUIT VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN DE VGVZ (7 JUNI 2010) inzake het advies van de Commissie Spiritualiteit en Beroepsstandaard vastgesteld te Amsterdam door de Algemene Leden Vergadering van

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

De gemeente van de toekomst

De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst De gemeente van de toekomst Focus op strategie Sturen op verbinden Basis op orde De zorg voor het noodzakelijke Het speelveld voor de gemeente verandert. Meer taken, minder

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd

Sociaal Werk. Bachelor of Social Work - Voltijd 2019 2020 Sociaal Werk Bachelor of Social Work - Voltijd In het kort Als sociaal werker bied jij ondersteuning aan mensen die in de problemen zitten en er, ook met hulp van familie en bekenden, niet meer

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT 19 juni 2015 Beste leden van de NVBT, Al sinds 2010 wordt er binnen het bestuur van de FVB en NVBT gesproken over de erkenning van de

Nadere informatie

Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger

Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger Academische opleiding tot boeddhistisch geestelijk verzorger André van der Braak, 21 februari 2013 N.B. Dit is een levend document dat een werk in uitvoering is. Deze beschrijving van de opleiding kan

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Deze geaccrediteerde master ontwikkelt en ondersteunt de professionalisering van onderwijskundige leiders in het vo en mbo. In samenwerking met:

Deze geaccrediteerde master ontwikkelt en ondersteunt de professionalisering van onderwijskundige leiders in het vo en mbo. In samenwerking met: Executive MBA Service management Onderwijs Deze geaccrediteerde master ontwikkelt en ondersteunt de professionalisering van onderwijskundige leiders in het vo en mbo. In samenwerking met: De wereld waarin

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Programma open dag 31 januari 2018

Programma open dag 31 januari 2018 Programma open dag 31 januari 2018 Alle opleidingen In de aula van Hogeschool Viaa staan docenten en studenten van alle opleidingen klaar voor een persoonlijk gesprek waarin je jouw vragen over de opleiding

Nadere informatie

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017

Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience. Leiden, 17 januari 2017 Aanvraag beoordeling macrodoelmatigheid International Bachelor of Bioscience Leiden, 17 januari 2017 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen

Nadere informatie

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8 INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO-examen 5 Het Pre-masterprogramma 6 Studeren in deeltijd 8 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden biedt de eenjarige

Nadere informatie

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM: De (G)OC heeft als formele wettelijke vastgelegde taak het adviseren over de OER en het jaarlijks beoordelen

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

juni 2013 Basisgegevens:

juni 2013 Basisgegevens: 1 Regeling van Samenwerking tussen het kwaliteitsregister voor geestelijk verzorgers (SKGV) en het nascholingsregister Permanente Educatie voor predikanten en kerkelijk werkers (PE PKN) juni 2013 Basisgegevens:

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Toelichting. REGISTRATIEAANVRAAG (pilot-versie 1 juni 2015)

Toelichting. REGISTRATIEAANVRAAG (pilot-versie 1 juni 2015) REGISTRATIEAANVRAAG (pilot-versie 1 juni 2015) Toelichting Met dit formulier kan de lerarenopleider een registratieaanvraag indienen volgens de pilotafspraken met de VELON. Meer informatie over de doorontwikkeling

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Alles is genade en Stel, ik zoek een kerk

Alles is genade en Stel, ik zoek een kerk Alles is genade en Stel, ik zoek een kerk De Werkgroep Vorming en Toerusting ontwikkelde een programma voor de parochies om te benutten bij de promotie dvd en het artikel Alles is genade uit het Identiteitsnummer

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

Instituut voor Sociale Opleidingen

Instituut voor Sociale Opleidingen Instituut voor Sociale Opleidingen Naar een nieuwe opleiding Social Work In september 2016 start Hogeschool Rotterdam met de nieuwe opleiding Social Work. Dit betekent dat eerstejaars studenten (die in

Nadere informatie

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten,

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten, Beste oud-studenten, Hogeschool de Kempel doet onderzoek naar de loopbaan van afgestudeerden. De gegevens zijn van belang om verbeteringen aan te brengen in de huidige opleiding en om de huidige studenten

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Andragogisch handelen en bevlogenheid in het werk

Andragogisch handelen en bevlogenheid in het werk Kring Andragologie Andragogisch handelen en bevlogenheid in het werk Versterking zelfregulerend vermogen van individu, groep en organisatie als antwoord op toegenomen complexiteit Zeven interactieve werkcolleges

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Bachelor-Master: Oude wijn in nieuwe zakken? Of: Toch een vernieuwing?

Bachelor-Master: Oude wijn in nieuwe zakken? Of: Toch een vernieuwing? Bachelor-Master: Oude wijn in nieuwe zakken? Of: Toch een vernieuwing? Adri Vermeer Het laatste jaar is de onderwijskundige discussie - bij ons in Utrecht althans - beheerst, zelfs overheerst door de invoering

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zitting 2008-2009 25 maart 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zie: 2158 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet 5571 OND 2 AMENDEMENT Nr. 1 Artikel 7 In a), tweede

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Opleiding Master of Science in het sociaal werk en sociaal beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen

Opleiding Master of Science in het sociaal werk en sociaal beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen Opleiding Master of Science in het sociaal werk en sociaal beleid Faculteit Sociale Wetenschappen Inhoud en achtergrond Kernpunten opleiding 1. Verbreding en verdieping van uw kennis 2. Internationaal

Nadere informatie

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens Inhoud Inleiding 9 1 Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding 11 1.1 Het beroep Social Work 11 1.2 Beelden over leren mentale modellen 15 1.3 Competentiegericht leren 16 1.4 Een open leerhouding 17 1.5 Leren

Nadere informatie

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding. Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Nieuwe opleiding, d.w.z. voortzetting geaccrediteerde onbekostigde opleiding

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

BESTUURSKUNDE BESTUREN VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANSIATIES

BESTUURSKUNDE BESTUREN VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANSIATIES BESTUURSKUNDE BESTUREN VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANSIATIES 2 Faculteit der Sociale Wetenschappen BESTUURSKUNDE: BESTUREN VAN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES > Combinatie van algemene bestuurskundige kennis

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Opleiding van leraren in de informaticawetenschappen

Opleiding van leraren in de informaticawetenschappen Opleiding van leraren in de informaticawetenschappen Studienamiddag Informaticawetenschappen in het leerplichtonderwijs Paleis der Academiën, Brussel, 2015-04-29 Bern Martens Lerarenopleiding Sec. Onderwijs

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag

Samenvatting aanvraag Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing Nieuwe opleiding is): Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing bestaande opleiding Nevenvestiging

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie