6337/17 gar/cle/ev 1 DRI

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "6337/17 gar/cle/ev 1 DRI"

Transcriptie

1 Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) 6337/17 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: I. INLEIDING het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 216 CLIMA 39 ENV 140 ENER 47 TRANS 65 IND 40 COMPET 98 MI 134 ECOFIN 98 PE 6 het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen - Resultaat van de eerste lezing door het Europees Parlement (Straatsburg, 13 tot en met 16 februari 2017) De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid heeft 138 amendementen (amendementen 1-80 en ) op het voorstel voor een richtlijn aan de plenaire vergadering voorgelegd. Daarnaast: heeft de ENF-fractie twee amendementen ingediend (amendementen 140 en 141); heeft de EPP-fractie drie amendementen ingediend (amendementen 142 t/m 144); heeft de EUL/NGL-fractie vier amendementen ingediend (amendementen 145 t/m 148); hebben 38 of meer EP-leden vier amendementen ingediend (amendementen 149 en 163 t/m 165); heeft de Greens/EFA-fractie één amendement ingediend (amendement 150); en heeft de ECR-fractie tien amendementen ingediend (amendementen 151 t/m 159 en ). 1 2 is amendement 81 van de commissiegeschrapt, vóór de stemming in de plenaire vergadering. De ECR-fractie heeft de amendementen 160 en 161 ingediend, maar weer ingetrokken. 6337/17 gar/cle/ev 1 DRI NL

2 II. DEBAT De rapporteur, de heer Ian Duncan (ECR - UK), opende het debat dat plaatsvond op 13 februari 2017, en: herinnerde eraan dat hij vóór Kerstmis, toen een mandaat van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid nog in de planningsfase verkeerde, betwijfelde of het mogelijk zou zijn een dergelijk mandaat te verkrijgen. Op een bepaald moment had hij zelfs om ontslag verzocht, maar dat werd geweigerd door zijn collega s in de commissie. Hij is dan ook verheugd dat een mandaat van de plenaire vergadering er nu in lijkt in te zitten; sprak de hoop uit dat de goedkeuring van het verslag door de plenaire vergadering de Raad zou doen beseffen dat de Parijs-ambities van de EU moeten worden waargemaakt; waarschuwde voor elke poging om te tornen aan het compromispakket van de commissie, omdat dit het hele pakket op de tocht zou kunnen zetten; en benadrukte dat de overeenkomst Brexitbestendig moet worden gemaakt, maar dat specifieke details daaromtrent tijdens de onderhandelingen zelf moeten worden bepaald. De heer Fredrick FEDERLEY (ALDE - SE), die namens de Commissie industrie, onderzoek en energie sprak: herinnerde eraan dat zijn commissie voor sommige delen van het voorstel gedeelde bevoegdheden heeft met de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. Meer dan 80 % van de ITRE-leden steunde het verslag. Daardoor kon worden voorkomen dat voor een transsectorale correctiefactor werd gekozen. De overgrote meerderheid van de voorstellen van zijn commissie waren overgenomen in het verslag van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid; en was het met de rapporteur eens dat het verkeerd zou zijn aan het compromispakket te tornen. Commissaris CAÑETE: vroeg de EU om het voortouw te nemen en haar toezeggingen om te zetten in een duidelijk en bindend kader; merkte op dat het pakket van de commissie voor een verdubbeling van het percentage voor de berekening van de in de marktstabiliteitsreserve op te nemen rechten zou zorgen; 6337/17 gar/cle/ev 2 DRI NL

3 benadrukte dat de industrie in de EU concurrerend moet blijven en het risico van koolstoflekkage voorkomen moet worden. Hij was ingenomen met de elementen in het pakket die in de behoeften van het bedrijfsleven moeten voorzien; merkte op dat het pakket van de commissie de forfaitaire elementen van het Commissievoorstel behoudt wat betreft de actualisering van de benchmarks voor kosteloze toewijzing, en de rol van geverifieerde gegevens verder zou versterken. Het zou sectoren die sneller voortgang maken daarom belonen door invoering van een maximumbijdrage en ervoor zorgen dat traag bewegende sectoren ook hun deel doen door een bijdrage van ten minste 0,25 % te eisen; en benadrukte dat het van belang is het innovatieve vermogen van de EU-ETS te vergroten als stimulans voor investeringen in koolstofarme technologieën. Hij merkte op dat het Parlement aan het debatteren was over het sturen van een duidelijk signaal over de noodzaak het Innovatiefonds te stimuleren ten voordele van Europese bedrijven en ervoor te zorgen dat het Moderniseringsfonds het koolstofarm maken van de economie in de minder kapitaalkrachtige lidstaten bevordert. Het is belangrijk om bij het bestuderen van deze fondsen rekening te houden met de gevolgen daarvan voor de veilingopbrengsten van de lidstaten en de voorkeur te geven aan elementen die de Raad en het Parlement nader tot elkaar zouden brengen. De heer Florent MARCELLESI (Greens/EFA - ES), die namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking sprak: betreurde het dat sommige voorstellen van zijn commissie niet waren overgenomen, met name de volledige herziening van het systeem in 2018 en de specifieke economische toewijzing voor het Internationaal Klimaatfonds; maar was ingenomen met de voorgestelde geleidelijke afschaffing van de kosteloze toewijzingen voor de cementsector en de maatregelen inzake koolstoflekkage. De heer Ivo BELET (EPP- BE), die namens zijn fractie sprak: was tegen het mechanisme voor koolstofcorrecties en het feit dat het gericht zal zijn op specifieke sectoren, zoals kalk en cement. Dit zou nadelig uitpakken voor cement- en kalkproducenten die exporteren naar landen buiten de EU. Erger nog, het zou worden geïmplementeerd door middel van een gedelegeerde handeling. Hij steunde daarom het gematigde voorstel van de Commissie industrie, onderzoek en energie. Hij herinnerde er ook aan dat de cementsector onder het algemeen stelsel blijft vallen zodat emissierechten alleen zullen worden toegewezen aan de 10 % die het best presteren; 6337/17 gar/cle/ev 3 DRI NL

4 merkte op dat de door de Commissie voorgestelde lineaire reductiefactor van 2,2 % veel ambitieuzer is dan de huidige; en nam kennis van de ambities van het Commissievoorstel wat betreft de marktstabiliteitsreserve. Mevrouw Jytte GUTELAND (S&D - SE), die namens haar fractie sprak: voerde aan dat de EU-ETS weliswaar een essentieel instrument is, maar niemand zal beweren dat het perfect is; noemde drie kernbeginselen voor haar fractie: o de EU-ETS zal bijdragen tot de verwezenlijking van de toezeggingen van Parijs; o de EU-ETS zal billijker zijn voor de industrie, en bestaande onevenwichtigheden wegnemen; en o er moet sprake zijn van werknemersbetrokkenheid. vroeg om een lineaire reductiefactor van ten minste 2,4 %; wenste dat meer wordt geïnvesteerd in innovatie als middel om het bedrijfsleven te helpen; benadrukte de noodzaak van een fonds voor sociale aanpassingen; en riep op om het compromispakket te steunen. Mevrouw Julie GIRLING (ECR - UK), die namens haar fractie sprak: nam er nota van dat de lidstaten het laatste woord hebben over het gebruik van hun inkomsten uit de EU-ETS. Om ervoor te zorgen dat zij gemotiveerd blijven, is het nodig de kwesties in verband met fiscale soevereiniteit te verwerpen; vroeg om een empirisch onderbouwde aanpak. Het Parlement moet geen nieuwe elementen invoeren waarvan geen effectbeoordeling is gemaakt; en uitte haar bezorgdheid over de late opname van een mechanisme voor grenscorrecties zonder dat de effecten of kosten ervan zijn bestudeerd. Haar fractie vindt dat dit niet de juiste manier is om koolstoflekkage te voorkomen. De verstrekking van kosteloze toewijzingen voor de sectoren die het meeste risico lopen, is de beste manier om vooruitgang te boeken. De heer Gerben-Jan GERBRANDY (ALDE-NL), die namens zijn fractie sprak: voerde aan dat het in de commissie overeengekomen pakket niet ambitieus genoeg is, ook al o wordt de lineaire reductiefactor verhoogd; o worden 800 miljoen emissierechten geannuleerd; en o is een manier gevonden om de hoeveelheid kosteloze emissierechten voor bedrijfstakken met lage handelsintensiteit te beperken zonder hun internationale concurrentievermogen in gevaar te brengen; 6337/17 gar/cle/ev 4 DRI NL

5 noemde een aantal punten van het commissiepakket die het Commissievoorstel zouden doen verwateren: o de jaarlijkse benchmark wordt verlaagd; o de drempel voor de kwalitatieve beoordeling wordt verlaagd; en o een deur wordt opengezet voor een verlaging van het aandeel te veilen rechten; hij waarschuwde dat het doel om de opwarming van de aarde tot maximaal twee graden te beperken betekent dat de wereld nog slechts twintig jaar kan doorgaan met de huidige wereldwijde emissies. Bij een 1,5 C-doelstelling is dat slechts vijf jaar. Namens de EUL/NGL-fractie wees mevrouw Kateřina Konečná (EUL/NGL - CZ) erop dat het compromispakket slechte elementen (bijvoorbeeld ontoereikende bescherming van de EU-industrie) en goede elementen bevat, maar zij benadrukte ook dat alle partijen openstaan voor een compromis, zodat de plenaire vergadering een breed gesteund onderhandelingsmandaat kan aannemen. De heer Bas EICKHOUT (Greens/EFA - NL), die namens zijn fractie sprak: wees erop dat het in de commissie bereikte compromispakket ambitieus is, maar ook de industrie in hoge mate extra bescherming biedt (bijvoorbeeld bescherming van de meststofen staalsector, een groter innovatiefonds, nieuwe benchmarks en een compensatiefonds voor indirecte kosten). Toch krijgt het pakket nog steeds kritiek, en alleen maar omdat één bedrijfstak er nog over klaagt; en benadrukte het feit dat veiling de regel is. Bedrijfstakken een voorkeursbehandeling geven door ze gratis emissierechten te verlenen, is discriminerend en dient beperkt te blijven tot sectoren die internationale concurrentie te duchten hebben. De cementindustrie heeft door de kosteloze emissierechten zelfs meer kunnen uitvoeren, en is gestopt met innovatie omdat deze afhankelijk is van de gratis rechten en er cement met een hoog koolstofgehalte voor nodig blijft. De cementsector verdiende 5 miljard EUR aan "windfall profits" tijdens de laatste ETS-fase. Daarom is het belangrijk dat deze manier van omgaan met innovatie door de cementsector wordt aangepakt. De kosteloze toewijzing aan de cementsector moet worden beëindigd, maar de cementsector zal profiteren van de maatregel van correcties aan de grenzen. Kosteloze emissierechten zullen voortaan slechts worden verleend aan de sectoren die ze verdienen. Namens de EFDD-fractie, wees mevrouw Eleonara EVI (EFDD - IT) erop dat daadwerkelijke in plaats van virtuele emissiereducties nodig zijn. 6337/17 gar/cle/ev 5 DRI NL

6 Mevrouw Mireille D'ORNANO (ENF - FR), die namens haar fractie sprak: verzette zich principieel en op juridische gronden tegen de hervorming van de EU-ETS; verzette zich tegen de versterking van de prerogatieven van de Commissie en tegen opneming van de maritieme sector en de internationale luchtvaart, waarbij afbreuk wordt gedaan aan de bevoegdheden van de IMO en de ICAO; stelde dat de nieuwe beperkingen ten goede zouden komen aan lagekostenlanden, die zich vaak weinig aan het milieu gelegen laten liggen; en waarschuwde dat de Chinese staalindustrie de EU - een netto-importeur sinds overspoelt. De voorgestelde hervorming zou in Frankrijk en de rest van de EU tot verder banenverlies leiden. Mevrouw Diane JAMES (NI - UK): veroordeelde de EU-ETS als een "beschamende litanie van wanbeheer, verborgen subsidies, lobbying, aantasting van het milieu, banenverlies, diefstal en fraude"; vroeg welke risicoanalyse was uitgevoerd; en waarschuwde dat het voorstel zal leiden tot meer werkloosheid en tot het exporteren van vervuiling. Mevrouw Esther DE LANGE (EPP - NL): verzocht om steun voor het voorstel van de Commissie industrie, onderzoek en energie met betrekking tot 5 % extra kosteloze emissierechten; en wees erop dat de EPP-fractie de voorkeur geeft aan de ruimere en billijkere formulering van de Commissie industrie, onderzoek en energie inzake het mechanisme voor grenscorrecties. De heer Edouard MARTIN (S&D - FR): voerde aan dat emissiereducties niet in de eerste plaats het gevolg zijn van de EU-ETS, maar veeleer van de slechte economische situatie; stelde dat men het er een algemeen over eens is dat de huidige koolstofprijs te laag is om investeringen in koolstofarme technologie te stimuleren. Daarom moet de lineaire reductiefactor teruggebracht worden tot 2,4 % en moeten 800 miljoen ton overtollige emissierechten geschrapt worden; pleitte voor een grensaanpassingsmechanisme voor cement; 6337/17 gar/cle/ev 6 DRI NL

7 verklaarde dat het volstrekt legitiem is dat de EU als daad van solidariteit een specifieke bijdrage voor de economisch minder ontwikkelde landen financiert, maar betoogde dat het even legitiem is te verlangen dat deze bedragen worden geïnvesteerd in energieprojecten die volgens een gemeenschappelijke routekaart worden uitgevoerd. De nieuwe voorgestelde criteria zouden alle begunstigde landen in staat stellen hun infrastructuur te moderniseren; en steunt het fonds voor een rechtvaardige transitie voor werknemers. De heer Mark DEMESMAEKER (ECR - BE): pleitte ervoor om het juiste evenwicht te vinden tussen klimaatbescherming en werkgelegenheid; waarschuwde dat koolstoflekkage in de EU banen vernietigt, en niet helpt tegen klimaatverandering; en steunde het in de commissie overeengekomen pakket. Mevrouw Sofia Sakorafa (EUL/NGL- GR) wees op het belang van de Griekse cementindustrie. Mevrouw Barbara KAPPEL (ENF-AT) benadrukte dat beproefde maatregelen voor correcties aan de grenzen nodig zijn en toonde zich bezorgd over hef effect van koolstoflekkage op de werkgelegenheid in de EU. De heer Peter LIESE (EPP - DE): waarschuwde voor een grotere last voor ondernemingen die reeds in emissiereducties geïnvesteerd hebben; verklaarde dat gedelegeerde handelingen wellicht niet in alle gevallen geschikt zijn; en steunde amendement 144. Mevrouw Miriam DALLI (S&D - MT): benadrukte dat de industrie behoefte heeft aan voorspelbaarheid en stabiliteit; pleitte ervoor om het juiste evenwicht te vinden tussen milieu en industrie; erkende dat steun moet gaan naar sectoren die dit werkelijk nodig hebben, maar verklaarde dat "windfall profits" onaanvaardbaar zijn; en steunde het in de commissie overeengekomen pakket dat zij als evenwichtig beschouwt. 6337/17 gar/cle/ev 7 DRI NL

8 De heer Giovanni LA VIA (EPP - IT) steunde het commissiepakket omdat het ambitieus is en een goede basis vormt voor de onderhandelingen met de Raad. Mevrouw Jadwiga WIŚNIEWSKA (ECR - PL): benadrukte dat de industrie behoefte heeft aan stabiele emissieprijzen; waarschuwde voor de gevaren van koolstoflekkage voor de werkgelegenheid; en kantte zich tegen de restrictieve lineaire reductiefactor en de onbegrijpelijke aanval op de cementsector. De heer Jerzy BUZEK (EPP - PL): was gekant tegen een verhoging van de lineaire reductiefactor; benadrukte dat kosteloze emissierechten voor de cementsector nodig zijn; en pleitte ervoor om het beheer van het Moderniseringsfonds in handen van de begunstigde landen te laten, met het advies van de Europese Investeringsbank. Mevrouw Christel SCHALDEMOSE (S&D - DK) sprak haar steun uit voor een lineaire reductiefactor van 2,4 %. De heer Herbert REUL (EPP - DE) stelde dat de cementsector een goede staat van dienst heeft op het gebied van emissies en niet nadelig mag worden behandeld. De heer Bendt BENDTSEN (EPP - DK): was tegen elke poging tot regulering van de emissies van de internationale zeevaart zonder bemoeienis van de IMO; en waarschuwde dat het mechanisme voor grenscorrecties tot problemen met de WTO zou kunnen leiden. De heer Krišjānis KARIŅŠ (EPP - LV) riep de Commissie op te overwegen een koolstofheffing in haar volgende voorstel op te nemen. De heer Ivica Tolić (EPP - HR): verklaarde dat het weglekken van koolstof banen in de EU heeft vernietigd; was tegen de amendementen 12 en 84, omdat zij banen in de Kroatische cementsector zouden vernietigen; en verklaarde dat de normen voor de ijzer- en staalsector technisch niet haalbaar zijn. 6337/17 gar/cle/ev 8 DRI NL

9 De heer Peter van DALEN (ECR - NL) vond dat de maritieme sector in de nabije toekomst onder de EU-ETS moet worden gebracht, en merkte daarbij op dat 2021 ook de uiterste datum is om te komen tot een overeenkomst op IMO-niveau. De heer Nikos ANDROULAKIS (S&D - GR) vestigde de aandacht op de benarde toestand waarin de Griekse economie zich thans bevindt, was voorstander van 2014 en 2015 als benchmark in plaats van 2013, en vroeg derhalve om amendement 49 aan te nemen. De heer Seán KELLY (EPP - IE) was verheugd over de verlaging van de kwalitatieve beoordeling tot 1,2 en sprak de hoop uit dat dit kan gebeuren op Prodcom- in de plaats van op NACE 4-niveau. Commissaris CAÑETE nam nogmaals het woord en vroeg het Parlement om een krachtig standpunt in te nemen voordat met de Raad wordt onderhandeld. De rapporteur nam nogmaals het woord en benadrukte dat het noodzakelijk is de toezeggingen van Parijs gestand te doen. De industrie moet worden beschermd op een verantwoorde manier, maar ze moet ook haar taak uitvoeren. III. STEMMING Bij de stemming op 15 februari 2017 heeft de plenaire vergadering 138 amendementen op het richtlijnvoorstel aangenomen (amendementen 1-5, 7-26, 28-39, 41-80, 82-83, , , 142-4, 159 en 165). Na een mondelinge toelichting van de rapporteur ging de plenaire vergadering in op zijn verzoek om het voorstel terug te verwijzen naar de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid met het oog op het aangaan van interinstitutionele onderhandelingen. De tekst van de in de plenaire vergadering aangenomen amendementen staan in de bijlage bij dit document. 6337/17 gar/cle/ev 9 DRI NL

10 BIJLAGE ( ) P8_TA-PROV(2017)0035 Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen ***I en van het Europees Parlement aangenomen op 15 februari 2017 op het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen (COM(2015)0337 C8-0190/ /0148(COD)) 3 (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing) 1 Overweging 1 (1) Bij van het Europees Parlement en de Raad 15 is een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen. 15 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van , blz. 32). (1) Bij van het Europees Parlement en de Raad 15 is een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie vastgesteld teneinde de emissies van broeikasgassen op een kosteneffectieve en economisch efficiënte wijze te verminderen en de industrie in de Unie op duurzame wijze bestand te maken tegen het risico op koolstoflekkage en het wegvloeien van investeringen. 15 Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van , blz. 32). 3 De zaak werd voor interinstitutionele onderhandelingen terugverwezen naar de bevoegde commissie op grond van artikel 59, lid 4, vierde alinea, van het Reglement (A8-0003/2017). 6337/17 gar/cle/ev 10

11 2 Overweging 2 (2) De Europese Raad van oktober 2014 heeft zich ertoe verbonden de totale broeikasgasemissies van de Unie tegen 2030 met ten minste 40 % te verminderen ten opzichte van Alle bedrijfstakken van de economie moeten bijdragen aan het behalen van die emissiereducties en de doelstelling zal op de meest kosteneffectieve wijze worden bereikt via de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten (EU Emission Trading System, EU-ETS), met tegen 2030 een vermindering met 43 % ten opzichte van Dat is bevestigd in de voorgenomen nationaal vastgestelde reductieverbintenis van de Unie en haar lidstaten die op 6 maart 2015 bij het secretariaat van het Raamverdrag van de VN inzake klimaatverandering is ingediend Submission%20Pages/submissions.aspx (2) De Europese Raad van oktober 2014 heeft zich ertoe verbonden de totale broeikasgasemissies van de Unie tegen 2030 met ten minste 40 % te verminderen ten opzichte van Alle bedrijfstakken van de economie moeten bijdragen aan het behalen van die emissiereducties en de doelstelling dient op de meest kosteneffectieve wijze te worden bereikt via de regeling van de Unie voor de handel in emissierechten (EU Emission Trading System, EU-ETS), met tegen 2030 een vermindering met 43 % ten opzichte van Dat is bevestigd in de voorgenomen nationaal vastgestelde reductieverbintenis van de Unie en haar lidstaten die op 6 maart 2015 bij het secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) is ingediend. De inspanningen met betrekking tot het verminderen van emissies moeten eerlijk worden verdeeld onder de bedrijfstakken die onder de EU- ETS vallen. 3 Overweging 2 bis (nieuw) (2 bis) Teneinde te voldoen aan de overeengekomen toezegging om alle bedrijfstakken van de economie te doen bijdragen aan de verwezenlijking van de voor 2030 nagestreefde vermindering van de totale broeikasgasemissies van de Unie 6337/17 gar/cle/ev 11

12 met ten minste 40 % ten opzichte van het niveau van 1990, is het van belang dat de EU-ETS, die weliswaar het primaire instrument van de Unie vormt om de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor de lange termijn te realiseren, wordt aangevuld met gelijkwaardige aanvullende acties op basis van andere rechtshandelingen en -instrumenten inzake broeikasgasemissies die afkomstig zijn van bedrijfstakken die niet onder de EU-ETS vallen. 4 Overweging 2 ter (nieuw) (2 ter) Uit hoofde van de overeenkomst die op 12 december 2015 in Parijs is aangenomen op de 21e Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC (de "Overeenkomst van Parijs") zijn landen verplicht beleidsmaatregelen uit te werken om meer dan 180 voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen (INDC's) te verwezenlijken die zo'n 98 % van de wereldwijde broeikasgasemissies omvatten. De Overeenkomst van Parijs is erop gericht de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur ruim onder 2 C boven het pre-industriële niveau te houden en zich verder in te spannen om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 C boven het pre-industriële niveau. Naar alle verwachting zullen vele van deze beleidsmaatregelen koolstofbeprijzing of gelijkaardige maatregelen inhouden, en daarom moet er in deze richtlijn een herzieningsclausule worden vastgesteld om de Commissie in voorkomend geval in staat te stellen een voorstel te doen voor strengere emissiereducties na de eerste inventarisering in het kader van de Overeenkomst van Parijs in 2023, alsook voor een aanpassing van de bepalingen met betrekking tot transitionele koolstoflekkage om rekening te houden met de ontwikkeling van de koolstofbeprijzingsmechanismen buiten de Unie, en voor bijkomende 6337/17 gar/cle/ev 12

13 beleidsmaatregelen en -instrumenten om de toezeggingen van de Unie en haar lidstaten inzake de vermindering van broeikasgasemissies te versterken. De herzieningsclausule moet er tevens voor zorgen dat er binnen de zes maanden na de faciliterende dialoog in het kader van het UNFCCC in 2018 een mededeling wordt aangenomen waarin wordt beoordeeld of de wetgeving van de Unie inzake klimaatverandering aansluit bij de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs. 5 Overweging 2 quater (nieuw) (2 quater) Volgens de Overeenkomst van Parijs en in overeenstemming met de verbintenissen van de medewetgevers als weergegeven in Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad 1 bis en Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad 1 ter moeten alle bedrijfstakken van de economie verplicht bijdragen aan de vermindering van de emissiewaarden voor koolstofdioxide (CO 2 ). In dit verband wordt er via de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) gewerkt aan het beperken van de internationale maritieme emissies, een ontwikkeling die moet worden aangemoedigd, met als doel een duidelijk IMO-actieplan voor het nemen van klimaatbeleidsmaatregelen vast te stellen om de CO 2 -emissies van de scheepvaart op mondiaal niveau te verminderen. De vaststelling van duidelijke streefcijfers voor de vermindering van de internationale maritieme emissies via de IMO is zeer urgent geworden en is voor de Unie een absolute voorwaarde voor het al dan niet nemen van verdere maatregelen om de maritieme bedrijfstak in de EU-ETS op te nemen. Indien een dergelijke overeenkomst echter niet wordt bereikt tegen het einde van 2021 moet de bedrijfstak worden opgenomen in de EU- ETS en moet er een fonds worden ingesteld voor bijdragen van 6337/17 gar/cle/ev 13

14 scheepsexploitanten en collectieve naleving met betrekking tot CO 2 -emissies die al onder het EU-systeem voor monitoring, rapportage en verificatie (MRV-systeem) vallen als vastgelegd in Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad 1 quater (emissies die worden uitgestoten in Uniehavens en tijdens reizen van en naar deze havens). Een deel van de opbrengsten van de veiling van emissierechten aan de maritieme bedrijfstak moet worden gebruikt ter verbetering van energieefficiëntie en ter ondersteuning van investeringen in innovatieve technologieën voor het verminderen van CO 2 -emissies in de maritieme bedrijfstak, met inbegrip van de korte vaart en havens. 1 bis Richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten van de Gemeenschap te verbeteren en uit te breiden (PB L 140 van , blz. 63). 1 ter Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (PB L 140 van , blz. 136). 1 quater Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van kooldioxide-emissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (PB L 123 van , blz. 55). 143 Overweging /17 gar/cle/ev 14

15 (3) De Europese Raad heeft bevestigd dat een goed functionerende, hervormde EU-ETS met een instrument om de markt te stabiliseren het belangrijkste Europese instrument zal zijn om die doelstelling te bereiken, met een jaarlijkse reductiefactor van 2,2 % vanaf 2021, terwijl de kosteloze toewijzing niet afloopt, maar de bestaande maatregelen na 2020 blijven bestaan om het risico op koolstoflekkage ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan zolang er in andere grote economieën geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd en zonder het aandeel van de te veilen rechten te verkleinen. Om de planningszekerheid wat investeringsbeslissingen betreft, te verhogen, de transparantie te vergroten en het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken, moet in de wetgeving het aandeel dat wordt geveild als een percentage worden uitgedrukt. (3) Een goed functionerende, hervormde EU-ETS en een verbeterd instrument om de markt te stabiliseren zullen de belangrijkste Europese instrumenten zijn om die doelstelling te bereiken, met een jaarlijkse reductiefactor van 2,2% vanaf 2021, terwijl de kosteloze toewijzing niet afloopt, maar er na 2020 maatregelen blijven bestaan om het risico op koolstoflekkage ten gevolge van het klimaatbeleid tegen te gaan zolang er in andere grote economieën geen vergelijkbare inspanningen worden geleverd. Om de planningszekerheid wat investeringsbeslissingen betreft, te verhogen, de transparantie te vergroten, het systeem in zijn geheel eenvoudiger en gemakkelijker te begrijpen te maken en de bedrijfstakken die het grootste risico op koolstoflekkage lopen te beschermen tegen de toepassing van een transsectorale correctiefactor, moet in de wetgeving het aandeel dat wordt geveild als een percentage worden uitgedrukt en moet dit percentage afnemen bij toepassing van een transsectorale correctiefactor. Deze bepalingen moeten regelmatig worden geëvalueerd aan de hand van de Overeenkomst van Parijs en moeten indien nodig dienovereenkomstig worden aangepast om te voldoen aan de klimaatverplichtingen van de Unie uit hoofde van die overeenkomst. 7 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) De minst ontwikkelde landen (MOL's) zijn bijzonder kwetsbaar voor de effecten van klimaatverandering en zijn slechts in zeer geringe mate verantwoordelijk voor de emissie van broeikasgassen. Daarom moet bijzondere prioriteit worden gegeven aan de behoeften van de MOL's door EU-ETSrechten te gebruiken voor de financiering 6337/17 gar/cle/ev 15

16 van klimaatactie, in het bijzonder voor de aanpassing aan de effecten van klimaatverandering via het Groene Klimaatfonds van het UNFCCC. 8 Overweging 4 (4) Het is een essentiële prioriteit van de Unie om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen om haar burgers betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verstrekken. Om dat te bereiken, is een voortzetting van de ambitieuze klimaatactie nodig, met de EU- ETS als de hoeksteen van het Europese klimaatbeleid, en vooruitgang op andere vlakken van de energie-unie 17. De uitvoering van de in het beleidskader 2030 besloten ambitie draagt bij tot de vaststelling van een zinvolle koolstofprijs en tot het verder stimuleren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties. 17 COM(2015) 80, "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering". (4) Het is een essentiële prioriteit van de Unie om een veerkrachtige energie-unie tot stand te brengen om haar burgers en bedrijfstakken betrouwbare, duurzame, concurrerende en betaalbare energie te verstrekken. Om dat te bereiken, is een voortzetting van de ambitieuze klimaatactie nodig, met de EU-ETS als de hoeksteen van het klimaatbeleid van de Unie, en vooruitgang op andere vlakken van de energie-unie 17. Er moet rekening worden gehouden met de interactie tussen de EU-ETS en andere beleidsmaatregelen inzake klimaat en energie op Unie- en nationaal niveau die van invloed zijn op de vraag naar EU-ETS-rechten. De uitvoering van de in het beleidskader 2030 besloten ambitie en een adequate benadering van de vorderingen met betrekking tot andere aspecten van de energie-unie dragen bij tot de vaststelling van een zinvolle koolstofprijs en tot het verder stimuleren van kosteneffectieve broeikasgasemissiereducties. 17 COM(2015) 80, "Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering". 9 Overweging 4 bis (nieuw) 6337/17 gar/cle/ev 16

17 (4 bis) Ambitie op het gebied van energie-efficiëntie die groter is dan het door de Raad goedgekeurde streefcijfer van 27 % moet leiden tot meer kosteloze emissierechten voor bedrijfstakken waar risico op koolstoflekkage bestaat. 10 Overweging 5 (5) Het EU-beleid is krachtens artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en op basis daarvan voorziet op termijn in een overgang naar volledige veiling. Zolang andere grote economieën geen vergelijkbare maatregelen inzake klimaatbeleid nemen, is het uitstellen van een volledige overgang gerechtvaardigd ter voorkoming van koolstoflekkage en is gerichte kosteloze toewijzing van rechten aan de industrie gerechtvaardigd ter vermindering van het reële risico op een stijging van de broeikasgasemissies in derde landen waar voor de industrie geen vergelijkbare koolstofbeperkingen gelden. (5) Het EU-beleid is krachtens artikel 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie gebaseerd op het beginsel dat de vervuiler betaalt en op basis daarvan voorziet op termijn in een overgang naar volledige veiling. Zolang andere grote economieën geen vergelijkbare maatregelen inzake klimaatbeleid nemen, is het tijdelijk uitstellen van een volledige veiling gerechtvaardigd ter voorkoming van koolstoflekkage en is gerichte kosteloze toewijzing van rechten aan de industrie een gerechtvaardigde uitzondering op het beginsel dat de vervuiler betaalt, op voorwaarde dat er geen sprake is van overtoewijzing, ter vermindering van het reële risico op een stijging van de broeikasgasemissies in derde landen waar voor de industrie geen vergelijkbare koolstofbeperkingen gelden. Daarom dient de toewijzing van kosteloze rechten dynamischer te verlopen, in overeenstemming met de in deze richtlijn vastgestelde drempelwaarden. 11 Overweging /17 gar/cle/ev 17

18 (6) De veiling van rechten blijft de algemene regel en kosteloze toewijzing de uitzondering. Derhalve, en zoals bevestigd door de Europese Raad, mag het aandeel van de te veilen rechten, dat in de periode % bedroeg, niet worden verlaagd. In de effectbeoordeling van de Commissie 18 worden nadere gegevens over het te veilen aandeel verstrekt en wordt gepreciseerd dat dit aandeel van 57 % bestaat uit namens de lidstaten geveilde rechten, inclusief voor nieuwkomers gereserveerde rechten die niet zijn toegewezen, rechten voor de modernisering van de elektriciteitsopwekking in bepaalde lidstaten en rechten die op een later tijdstip worden geveild aangezien zij in de bij Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad 19 ingestelde marktstabiliteitsreserve zijn ondergebracht. 18 SEC(2015)XX. 19 Besluit (EU) 2015/... van het Europees Parlement en de Raad van... betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EUregeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van (PB L [...] van [...], blz. [...]). (6) De veiling van rechten blijft de algemene regel en kosteloze toewijzing de uitzondering. Derhalve moet het aandeel van de te veilen rechten, dat in de periode % moet bedragen, worden verlaagd door de transsectorale correctiefactor toe te passen ter bescherming van de bedrijfstakken die het meest zijn blootgesteld aan het risico op koolstoflekkage. In de effectbeoordeling van de Commissie worden nadere gegevens over het te veilen aandeel verstrekt en wordt gepreciseerd dat dit aandeel van 57 % bestaat uit namens de lidstaten geveilde rechten, inclusief voor nieuwkomers gereserveerde rechten die niet zijn toegewezen, rechten voor de modernisering van de elektriciteitsopwekking in bepaalde lidstaten en rechten die op een later tijdstip worden geveild aangezien zij in de bij Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad 19 ingestelde marktstabiliteitsreserve (MSR) zijn ondergebracht. Een fonds voor een rechtvaardige transitie moet worden ingesteld ter ondersteuning van regio's met een groter aandeel werknemers in van koolstof afhankelijke bedrijfstakken en een bbp per hoofd van de bevolking dat ver onder het EU-gemiddelde ligt. 19 Besluit (EU) 2015/1814 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten en tot wijziging van (PB L 264 van , blz. 1). 12 Overweging /17 gar/cle/ev 18

19 (7) Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van andere landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten nog steeds kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een reëel risico op koolstoflekkage lopen. De ervaring die tijdens de werking van de EU- ETS is opgedaan, bevestigt dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een risico op koolstoflekkage en dat kosteloze toewijzing koolstoflekkage heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger risico op koolstoflekkage te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag risico op koolstoflekkage lopen. De Commissie moet de relevante bedrijfstakken vaststellen en op basis van hun handelsintensiteit en hun emissieintensiteit differentiëren om beter te kunnen bepalen welke bedrijfstakken een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Indien op basis van die criteria een drempel wordt overschreden die is vastgesteld door rekening te houden met de respectievelijke mogelijkheid van betrokken bedrijfstakken en deeltakken om kosten in de productprijzen door te berekenen, moet die bedrijfstak of deeltak worden geacht risico op koolstoflekkage te lopen. Andere moeten worden geacht een laag risico of geen risico op koolstoflekkage te lopen. Door rekening te houden met de mogelijkheden van bedrijfstakken en deeltakken buiten de elektriciteitsopwekking om kosten in de productprijzen door te berekenen, moeten tevens onverhoopte winsten worden beperkt. (7) Om het milieuvoordeel van de emissiereducties in de Unie te handhaven terwijl maatregelen van andere landen de industrie geen vergelijkbare stimulansen voor emissiereductie bieden, moeten er nog steeds tijdelijk kosteloze rechten worden toegewezen aan installaties in bedrijfstakken en deeltakken die een reëel risico op koolstoflekkage lopen. De ervaring die tijdens de werking van de EU- ETS is opgedaan, bevestigt dat bedrijfstakken en deeltakken in verschillende mate zijn blootgesteld aan een risico op koolstoflekkage en dat kosteloze toewijzing koolstoflekkage heeft voorkomen. Terwijl sommige bedrijfstakken en deeltakken kunnen worden geacht een hoger risico op koolstoflekkage te lopen, kunnen andere om hun emissies te betalen een aanzienlijk deel van de kosten van de rechten in de productprijzen doorberekenen, zonder marktaandeel te verliezen, en dragen zij alleen het resterende deel van de kosten, zodat zij een laag risico op koolstoflekkage lopen. De Commissie moet de relevante bedrijfstakken vaststellen en op basis van hun handelsintensiteit en hun emissieintensiteit differentiëren om beter te kunnen bepalen welke bedrijfstakken een reëel risico op koolstoflekkage lopen. Indien op basis van die criteria een drempel wordt overschreden die is vastgesteld door rekening te houden met de respectievelijke mogelijkheid van betrokken bedrijfstakken en deeltakken om kosten in de productprijzen door te berekenen, moet die bedrijfstak of deeltak worden geacht risico op koolstoflekkage te lopen. Andere moeten worden geacht een laag risico of geen risico op koolstoflekkage te lopen. Door rekening te houden met de mogelijkheden van bedrijfstakken en deeltakken buiten de elektriciteitsopwekking om kosten in de productprijzen door te berekenen, moeten tevens onverhoopte winsten worden beperkt. Het risico op koolstoflekkage in bedrijfstakken en deeltakken waarvoor kosteloze toewijzing wordt berekend op basis van de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas moet ook 6337/17 gar/cle/ev 19

20 worden beoordeeld, in acht genomen dat deze producten in zowel chemische fabrieken als raffinaderijen worden geproduceerd. 13 Overweging 8 (8) Om rekening te houden met de technologische vooruitgang in de betrokken bedrijfstakken en de waarden van de benchmarks voor kosteloze toewijzingen aan installaties, vastgesteld aan de hand van gegevens van de jaren , aan de relevante periode van toewijzing aan te passen, moeten die waarden in overeenstemming met de waargenomen gemiddelde vooruitgang worden geactualiseerd. Omwille van de voorspelbaarheid moet dat gebeuren door toepassing van een factor die de beste beoordeling van de vooruitgang in de verschillende bedrijfstakken vertegenwoordigt en rekening houdt met solide, objectieve en geverifieerde gegevens van de installaties, zodat de bedrijfstakken met een aanzienlijk van die factor afwijkende mate van vooruitgang een benchmarkwaarde hebben die dichter bij hun werkelijke mate van vooruitgang ligt. Indien uit de gegevens een verschil ten aanzien van de reductiefactor blijkt dat over de relevante periode jaarlijks meer dan 0,5% hoger of lager ligt dan de waarde van , moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Om gelijke concurrentievoorwaarden voor de productie van aromaten, waterstof en syngas in raffinaderijen en chemische fabrieken te waarborgen, moeten de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas afgestemd blijven op de benchmarks voor raffinaderijen. (8) Om rekening te houden met de technologische vooruitgang in de betrokken bedrijfstakken en de waarden van de benchmarks voor kosteloze toewijzingen aan installaties, vastgesteld aan de hand van gegevens van de jaren 2007 en 2008, aan de relevante periode van toewijzing aan te passen, moeten die waarden in overeenstemming met de waargenomen gemiddelde vooruitgang worden geactualiseerd. Omwille van de voorspelbaarheid moet dat gebeuren door toepassing van een factor die de feitelijke beoordeling van de vooruitgang van de 10 % meest efficiënte installaties in de bedrijfstakken vertegenwoordigt en rekening houdt met solide, objectieve en geverifieerde gegevens van de installaties, zodat de bedrijfstakken met een aanzienlijk van die factor afwijkende mate van vooruitgang een benchmarkwaarde hebben die dichter bij hun werkelijke mate van vooruitgang ligt. Indien uit de gegevens een verschil ten aanzien van de reductiefactor blijkt dat over de relevante periode jaarlijks meer dan 1,75 % afwijkt van de waarde die overeenstemt met de jaren 2007 en 2008 (hetzij hoger, hetzij lager), moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Indien echter uit de gegevens een vooruitgang over de relevante periode van 0,25 of minder blijkt, moet de betrokken benchmarkwaarde ten belope van dat percentage worden aangepast. Om gelijke concurrentievoorwaarden voor de productie van aromaten, waterstof en syngas in raffinaderijen en chemische fabrieken te waarborgen, moeten de benchmarkwaarden voor aromaten, waterstof en syngas afgestemd blijven op 6337/17 gar/cle/ev 20

21 de benchmarks voor raffinaderijen. 14 Overweging 9 (9) De lidstaten moeten, in overeenstemming met de staatssteunregels, voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. Het protocol en de bijbehorende besluiten die door de Conferentie van de partijen in Parijs zijn goedgekeurd, moeten voorzien in dynamische beschikbaarstelling van klimaatfinanciering, overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na Daarom moeten veilingopbrengsten ook worden gebruikt voor klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde voorgenomen nationaal vastgestelde bijdragen, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten de veilinginkomsten ook gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. (9) In hun streven naar gelijke concurrentievoorwaarden moeten de lidstaten via een gecentraliseerde regeling op Unieniveau voorzien in een gedeeltelijke compensatie voor bepaalde installaties in bedrijfstakken of deeltakken waarvan is vastgesteld dat zij zijn blootgesteld aan een aanzienlijk risico op koolstoflekkage door kosten in verband met in de elektriciteitsprijzen doorberekende broeikasgasemissies. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na Daarom moeten veilingopbrengsten ook worden gebruikt voor klimaatfinancieringsacties in kwetsbare derde landen, waaronder de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering. Welk bedrag voor klimaatfinanciering moet worden gemobiliseerd, zal tevens afhangen van het ambitieniveau en de kwaliteit van de voorgestelde INDC's, latere investeringsplannen en nationale processen voor aanpassingsplanning. Lidstaten moeten ook aandacht besteden aan de sociale aspecten van het koolstofarmer maken van hun economie en de veilinginkomsten gebruiken ter bevordering van het verwerven van vaardigheden en de reallocatie van arbeid die wordt getroffen door de overgang naar andere banen in een economie die koolstofarmer wordt. Het moet voor de lidstaten mogelijk zijn de via de gecentraliseerde regeling op Unieniveau ontvangen compensatie aan te vullen. Deze financiële maatregelen mogen de niveaus als bedoeld in de desbetreffende richtsnoeren voor staatssteun niet overschrijden /17 gar/cle/ev 21

22 Overweging 10 (10) De voornaamste stimulans op lange termijn van deze richtlijn voor de CO2- afvang en -opslag, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en baanbrekende innovatie in koolstofarme technologieën en processen is het signaal dat deze verstuurt betreffende de koolstofprijs en dat voor CO2-emissies die permanent worden opgeslagen of vermeden, geen rechten hoeven te worden ingeleverd. Ter aanvulling van de middelen die al worden ingezet om de demonstratie van commerciële faciliteiten voor CO2-afvang en -opslag en innovatieve hernieuwbare energietechnologieën te versnellen, moeten de EU-ETS-rechten ook worden gebruikt als gegarandeerde beloning voor het inzetten van faciliteiten voor CO2-afvang en -opslag, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en industriële innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in de Unie, indien CO2 in voldoende mate wordt opgeslagen of vermeden en op voorwaarde dat er een overeenkomst over kennisdeling is. Het grootste deel van die steun moet afhangen van de geverifieerde vermijding van broeikasgasemissies, terwijl bepaalde steun kan worden verleend indien vooraf bepaalde mijlpalen worden bereikt, rekening houdend met de ingezette technologie. Het maximale percentage van de projectkosten dat kan worden ondersteund, kan verschillen naargelang de categorie van het project. (10) De voornaamste stimulans op lange termijn van deze richtlijn voor CO 2 -afvang en -opslag (CCS) en CO 2 -afvang en - gebruik (CCU), nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en baanbrekende innovatie in koolstofarme technologieën en processen is het signaal dat deze verstuurt betreffende de koolstofprijs en dat voor CO 2 -emissies die permanent worden opgeslagen of vermeden, geen rechten hoeven te worden ingeleverd. Ter aanvulling van de middelen die al worden ingezet om de demonstratie van commerciële faciliteiten voor CCS en CCU en innovatieve hernieuwbare energietechnologieën te versnellen, moeten de EU-ETS-rechten ook worden gebruikt als gegarandeerde beloning voor het inzetten van faciliteiten voor CCS en CCU, nieuwe hernieuwbare energietechnologieën en industriële innovatie op het gebied van koolstofarme technologieën en processen in de Unie, indien CO 2 in voldoende mate wordt opgeslagen of vermeden en op voorwaarde dat er een overeenkomst over kennisdeling is. Het grootste deel van die steun moet afhangen van de geverifieerde vermijding van broeikasgasemissies, terwijl bepaalde steun kan worden verleend indien vooraf bepaalde mijlpalen worden bereikt, rekening houdend met de ingezette technologie. Het maximale percentage van de projectkosten dat kan worden ondersteund, kan verschillen naargelang de categorie van het project. 16 Overweging 11 (11) Een moderniseringsfonds moet worden ingesteld met 2 % van de totale EU-ETS-rechten en geveild overeenkomstig de regels en modaliteiten voor veilingen die op het bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde gemeenschappelijke veilingplatform (11) Een moderniseringsfonds moet worden ingesteld met 2 % van de totale EU-ETS-rechten en geveild overeenkomstig de regels en modaliteiten voor veilingen die op het bij Verordening (EU) nr. 1031/2010 vastgestelde gemeenschappelijke veilingplatform 6337/17 gar/cle/ev 22

23 plaatsvinden. Lidstaten waarvan in 2013 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten in aanmerking komen voor financiering uit het moderniseringsfonds en mogen tot 2030 afwijken van het beginsel van volledige veiling voor elektriciteitsopwekking door gebruik te maken van de mogelijkheid van kosteloze toewijzing om reële investeringen die hun energiesector moderniseren op een transparante manier te bevorderen en tegelijkertijd verstoringen van de interne energiemarkt te vermijden. De regels voor het beheer van het moderniseringsfonds moeten voorzien in een samenhangend, alomvattend en transparant kader om de efficiëntst mogelijke uitvoering te garanderen en moeten rekening houden met de behoefte aan een eenvoudige toegang voor alle deelnemers. De werking van de beheersstructuur moet zijn afgestemd op het doel om een passend gebruik van de financiële middelen te waarborgen. De beheersstructuur moet bestaan uit een investeringsraad en een beheerscomité en in het besluitvormingsproces moet naar behoren rekening worden gehouden met de deskundigheid van de EIB, tenzij steun wordt verleend aan kleine projecten met leningen van een nationale stimuleringsbank of met subsidies via een nationaal programma dat de doelstellingen van het moderniseringsfonds deelt. Investeringen die uit het fonds worden gefinancierd, moeten door de lidstaten worden voorgesteld. Om ervoor te zorgen dat de investeringsbehoeften in minder kapitaalkrachtige lidstaten adequaat worden aangepakt, zal bij de verdeling van de financiële middelen in gelijke mate rekening worden gehouden met criteria op het gebied van geverifieerde emissies en bbp. De financiële steun uit het moderniseringsfonds kan in verschillende vormen worden verleend. plaatsvinden. Lidstaten waarvan in 2013 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen minder dan 60 % van het EU-gemiddelde bedroeg, moeten in aanmerking komen voor financiering uit het moderniseringsfonds. Lidstaten waarvan in 2014 het bbp per hoofd van de bevolking tegen marktwisselkoersen in EUR minder dan 60 % van het EUgemiddelde bedroeg, moeten tot 2030 de mogelijkheid krijgen af te wijken van het beginsel van volledige veiling voor elektriciteitsopwekking door gebruik te maken van de mogelijkheid van kosteloze toewijzing om reële investeringen die hun energiesector moderniseren en diversifiëren op een transparante manier en in overeenstemming met de klimaat- en energiedoelstellingen van de Unie voor 2030 en 2050 te bevorderen, en tegelijkertijd verstoringen van de interne energiemarkt te vermijden. De regels voor het beheer van het moderniseringsfonds moeten voorzien in een samenhangend, alomvattend en transparant kader om de efficiëntst mogelijke uitvoering te garanderen en moeten rekening houden met de behoefte aan een eenvoudige toegang voor alle deelnemers. Deze regels moeten transparant en evenwichtig zijn en zijn afgestemd op het doel om een passend gebruik van de financiële middelen te waarborgen. De beheersstructuur moet bestaan uit een investeringsraad, een adviesraad en een beheerscomité. In het besluitvormingsproces moet naar behoren rekening worden gehouden met de deskundigheid van de EIB, tenzij steun wordt verleend aan kleine projecten met leningen van een nationale stimuleringsbank of met subsidies via een nationaal programma dat de doelstellingen van het moderniseringsfonds deelt. Investeringen die uit het fonds worden gefinancierd, moeten door de lidstaten worden voorgesteld en elke financiering uit het fonds moet voldoen aan specifieke subsidiabiliteitscriteria. Om ervoor te zorgen dat de investeringsbehoeften in minder kapitaalkrachtige lidstaten adequaat worden aangepakt, zal bij de verdeling van de financiële middelen in gelijke mate rekening worden gehouden met criteria op het gebied van geverifieerde emissies en bbp. De financiële steun uit het moderniseringsfonds kan in verschillende 6337/17 gar/cle/ev 23

15487/16 gys/pro/sv 1 DG E 1B

15487/16 gys/pro/sv 1 DG E 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 14 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) 15487/16 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad CLIMA 180 ENV 796 ENER 436 TRANS

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) BESLUITEN

(Wetgevingshandelingen) BESLUITEN 9.10.2015 L 264/1 I (Wetgevingshandelingen) BESLUITEN BESLUIT (EU) 2015/1814 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 6 oktober 2015 betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 16 juli 2015 (OR. en) 2014/0011 (COD) PE-CONS 32/15 CLIMA 55 ENV 316 MI 328 IND 82 ENER 178 ECOFIN 368 TRANS 168 COMPET 235 CODEC 742 WETGEVINGSBESLUITEN

Nadere informatie

6841/17 ver/gys/sv 1 DG E 1B

6841/17 ver/gys/sv 1 DG E 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 1 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) 6841/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 28 februari 2017 aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

6307/17 gar/ons/cle/sl 1 DGE 1B

6307/17 gar/ons/cle/sl 1 DGE 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 17 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) 6307/17 CLIMA 37 ENV 134 ENER 44 TRANS 63 IND 38 COMPET 93 MI 131 ECOFIN 91 CODEC 212 NOTA van:

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

10623/15 gys/gra/sv 1 DPG

10623/15 gys/gra/sv 1 DPG Raad van de Europese Unie Brussel, 23 juli 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0011 (COD) 10623/15 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 994 CLIMA

Nadere informatie

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)

10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

op het voorstel van de Commissie

op het voorstel van de Commissie 1.7.2015 A8-0029/21 Amendement 21 Giovanni La Via, Ivo Belet namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid Verslag A8-0029/2015 Ivo Belet Marktstabiliteitsreserve voor de EU-regeling

Nadere informatie

A8-0003/166. Amendement 166 Adina-Ioana Vălean namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

A8-0003/166. Amendement 166 Adina-Ioana Vălean namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 1.2.2018 A8-0003/166 Amendement 166 Adina-Ioana Vălean namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid Verslag Julie Girling Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. P8_TA-PROV(2018)0024 Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen ***I

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave. P8_TA-PROV(2018)0024 Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen ***I Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(2018)0024 Kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2015 COM(2015) 337 final 2015/148 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve

Nadere informatie

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1,

RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst) Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, L 76/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/410 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie 13.6.2017 A8-0208/50 50 Overweging 1 (1) Wat de reductie van de in de EU uitgestoten broeikasgassen betreft, schaarde de Europese Raad zich in zijn conclusies van 23-24 oktober 2014 over het kader voor

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juli 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0148 (COD) 11065/15 VOORSTEL van: ingekomen: 16 juli 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: CLIMA 88 ENV 499 ENER 289

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN 1.8.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 205/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juli 2012 betreffende het door de Europese Unie in het Gemengd

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0258/36. Amendement. Peter Liese namens de PPE-Fractie 8.9.2017 A8-0258/36 36 Artikel 1 alinea 1 punt -1 bis (nieuw) Richtlijn 2003/87/EG Artikel 3 quinquies lid 2 Bestaande tekst 2. Vanaf 1 januari 2013 wordt 15 % van de rechten geveild. Dit percentage kan

Nadere informatie

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie

L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie L 309/38 Publicatieblad van de Europese Unie 8.11.2012 BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 152/2012 van 26 juli 2012 tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst HET GEMENGD

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 2/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN http://www.emis.vito.be d.d. 04-01-2018 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/7 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 2018 tot wijziging van Verordening (EU)

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 11042/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 5 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D050682/02 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van

Nadere informatie

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0906 (COD) 9975/16 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: I. INLEIDING het secretariaat-generaal van de Raad CODEC

Nadere informatie

Toelichting EU ETS herziening

Toelichting EU ETS herziening Toelichting EU ETS herziening Maandag 24 oktober 2016 CCIM stakeholder meeting Inhoud Context van huidige ETS herziening Stand van zaken Bespreking in Raad (en BE positie) Stand van zaken Bespreking in

Nadere informatie

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN L 207/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN BESLUIT (EU) 2015/1339 VAN DE RAAD van 13 juli 2015 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de wijziging van Doha van

Nadere informatie

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013) 7725 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37017 (2013/N)

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2018 C(2018) 7019 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1031/2010 wat betreft de veiling van

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie 4.10.2016 B8-1043/8 8, Jo Leinen, Julie Girling, Gerben-Jan Gerbrandy, Visum 14 bis (nieuw) gezien de encycliek "Laudato si'", 4.10.2016 B8-1043/9 9, Jo Leinen, Julie Girling, Gerben-Jan Gerbrandy, Paragraaf

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.2.2017 COM(2017) 51 final 2017/0016 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juni 2012 (27.06) (OR. en) 11695/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0161 ( LE) EEE 83 E V 567 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 20 juni 2012 Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A

13157/16 cle/van/dp 1 DGG 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) 13157/16 ECOFIN 893 ENV 653 CLIMA 139 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Klimaatfinanciering

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI

10729/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/fb 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0267 (COD) 10729/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 44 SAN 285 MI 479 COMPET 403 CODEC 978

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2019 (OR. en) 10554/19 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juni 2019 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 390 CLIMA 194 COMPET 549 RECH 385 AGRI 344 ENV 653 de heer

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0376 (NLE) 10400/1/14 REV 1 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: CLIMA 60 ENV 492 ENER 207 ONU

Nadere informatie

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 7 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0266 (COD) 10728/4/16 REV 4 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: PHARM 43 SAN 284 MI 478 COMPET 402 CODEC 977

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.3.2019 C(2019) 1839 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 12.3.2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2013 wat betreft de technische uitvoering

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juli 2011 (25.07) (OR. en) 13113/11 E V 627 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 juli 2011 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van

Nadere informatie

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0360 (COD) 15414/14 JUSTCIV 285 EJUSTICE 109 CODEC 2225 NOTA van: aan: het voorzitterschap het Comité van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.8.2017 COM(2017) 427 final 2017/0193 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tussen de Europese

Nadere informatie

9773/15 ons/pau/as 1 DGB 3B

9773/15 ons/pau/as 1 DGB 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juni 2015 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2012/0266 (COD) 2012/0267 (COD) 9773/15 PHARM 28 SAN 178 MI 393 COMPET 306 CODEC 860 NOTA van: aan: het voorzitterschap

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE PUBLIC Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE AGRILEG 144 CODEC 1043 NOTA I-PUNT van: aan: nr. Comv.:

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0186 (COD) 10329/17 INFORMATIEVE NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad CODEC 1059 CULT

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers/gemengd Comité Raad van de Europese Unie Brussel, 8 april 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0313 (COD) 7645/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 6 april 2016 Betreft: FRONT 160 MAR 109 CODEC 383 COMIX 262

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 april 207 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 207/006 (E) 7725/7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: CLIMA 73 ENV 294 MI 278 DEVGEN 48 ONU 47 BESLUIT

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0399 (COD) 6932/18 LIMITE NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap INST 96 JUR 109 CODEC 343 JUSTCIV

Nadere informatie

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A

15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 30 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0359 (COD) 15201/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap de Raad nr. vorig doc.: 9316/17 Nr. Comdoc.: 14875/16

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 december 2016 (OR. en) 15375/16 NOTA van: aan: POLGEN 163 INST 521 CODEC 1849 PE 119 het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) Raad nr. vorig doc.: 15145/16

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 juni 2002 (02.07) (OR. en) 9841/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0040 (COD) CODEC 741 ENT 101 ENV 368 INFORMATIEVE NOTA Betreft: Voorstel voor een richtlijn van

Nadere informatie

10765/11 ADD 1 oms/rts/dp 1 DG C I

10765/11 ADD 1 oms/rts/dp 1 DG C I RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 29 augustus 2011 (02.09) (OR.en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/11 ADD 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFI 294 CODEC 917 O TWERP-MOTIVERI G VA DE RAAD Betreft:

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.10.2018 COM(2018) 719 final 2018/0371 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.1.2014 COM(2014) 20 final 2014/0011 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de instelling en de werking van een marktstabiliteitsreserve

Nadere informatie

9951/16 ADD 1 1 GIP 1B

9951/16 ADD 1 1 GIP 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 juni 2016 (OR. en) 9951/16 ADD 1 ONTWERPNOTULEN Betreft: PV/CONS 32 TRANS 223 TELECOM 115 ENER 244 3472e zitting van de Raad van de Europese Unie (VERVOER, TELECOMMUNICATIE

Nadere informatie

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I

P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I P7_TA(2010)0160 Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 (wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG) ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2010 over het voorstel voor

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (30.05) (OR. en) 10175/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0131 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 24 mei 202 (30.05) (OR. en) 075/2 Interinstitutioneel dossier: 20/03 (COD) CODEC 376 ECOFI 423 UEM PE 23 I FORMATIEVE OTA van: het secretariaat-generaal aan: het Comité

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.10.2015 L 268/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1844 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 389/2013 wat betreft de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling 27.3.2015 2014/0256(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid

Nadere informatie

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 september 2008 (9.09) (OR. en) 2677/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0025 (COD) CODEC 054 EDUC 202 SOC 473 OTA van: aan: Betreft : het secretariaat-generaal het

Nadere informatie

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende

Nadere informatie

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2092(BUD)

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/2092(BUD) EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Begrotingscommissie 11.5.2011 2011/2092(BUD) ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van

Nadere informatie

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A Raad van de Europese Unie Brussel, 11 juni 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0140 (CNS) 9011/1/15 REV 1 VERSLAG van: aan: het voorzitterschap SOC 330 ANTIDISCRIM 6 JAI 338 MI 326 FREMP 114

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 18.11.2013 A7-0381/2013/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

A8-0189/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2016)0758 C8-0529/ /0374(CNS)) Door de Commissie voorgestelde tekst

A8-0189/ Voorstel voor een richtlijn (COM(2016)0758 C8-0529/ /0374(CNS)) Door de Commissie voorgestelde tekst 29.5.2017 A8-0189/ 001-013 AMENDEMENTEN 001-013 ingediend door de Commissie economische en monetaire zaken Verslag Tom Vandenkendelaere Btw-tarieven op boeken, kranten en tijdschriften A8-0189/2017 (COM(2016)0758

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6636 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Excellentie, Steunmaatregel

Nadere informatie

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B

17019/11 lep/rts/rv 1 DG G 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2011 (23.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2011/0152 (COD) 17019/11 SOC 1001 CODEC 2059 VERSLAG van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente

Nadere informatie

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A

8537/15 dau/pw/sm 1 DG G 3 A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0246 (COD) 8537/15 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad CONSOM 74 MI 286 TOUR 5 JUSTCIV 95 CODEC

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0027 (NLE) 6286/17 VOORSTEL van: ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 133 MI 128 WTO

Nadere informatie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor 22 Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Overzicht Lange termijn visie en doelstellingen 22 Het EU pakket voor 22 Gevolgen van het pakket Lange

Nadere informatie

5212/14 ver/bar/dp 1 DPG

5212/14 ver/bar/dp 1 DPG RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 januari 2014 (OR. en) 5212/14 Interinstitutioneel dossier: 2012/0191(COD) CODEC 55 ENV 21 ENT 7 PE 5 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan:

Nadere informatie

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend.

De rapporteur, mevrouw Katerina BATZELI (PES - EL), heeft namens de Commissie cultuur en onderwijs een verslag met vijf amendementen ingediend. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 5 september 2008 (23.09) (OR. en) 2673/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0024 (COD) CODEC 052 CULT 94 CADREFI 8 OTA van: aan: Betreft : het secretariaat-generaal het

Nadere informatie

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A

7495/17 tin/gra/sl 1 DGG 1A Raad van de Europese Unie Brussel, 21 maart 2017 (OR. en) 7495/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties ECOFIN 223 ENV 276 CLIMA 67 FIN 205 Speciaal

Nadere informatie

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0252(NLE)

* ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2018/0252(NLE) Europees Parlement 2014-2019 Commissie industrie, onderzoek en energie 2018/0252(E) 27.9.2018 * ONTWERPVERSLAG over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een specifiek financieel

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 13 december 2011 (OR. en) 2011/0209 (COD) PE-CO S 70/11 CODEC 2165 AGRI 804 AGRISTR 74 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juni 2017 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2016/0370 (CNS) 2016/0372 (E) 2016/0371 (CNS) 10044/17 FISC 131 ECOFIN 505 UD 146 NOTA I/A-PUNT van: aan: het voorzitterschap

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 oktober 2003 (OR. fr) 14051/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0255 (COD) ENT 194 ENV 570 CODEC 1478 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur,

Nadere informatie

12722/01 HD/nj DG G NL

12722/01 HD/nj DG G NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2001 (OR. en) 12722/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0121 (CNS) ECOFIN 264 ENV 490 NIS 73 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

5627/19 ons/gra/cg 1 LIFE.1

5627/19 ons/gra/cg 1 LIFE.1 Raad van de Europese Unie Brussel, 23 januari 2019 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2018/0216(COD) 2018/0217(COD) 5627/19 AGRI 31 AGRILEG 13 AGRIFIN 3 AGRISTR 2 AGRIORG 4 CODEC 155 CADREFIN 33 NOTA

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 december 2002 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD) 14052/2/02 REV 2 ADD 1 ECO 336 UD 111 CODEC 1406 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Door de Raad op

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 maart 2005 (14.03) (OR. en) 6989/05 Interinstitutioneel dossier: 2004/0242 (CNS) LIMITE SPG 9 WTO 55

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 maart 2005 (14.03) (OR. en) 6989/05 Interinstitutioneel dossier: 2004/0242 (CNS) LIMITE SPG 9 WTO 55 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 maart 2005 (14.03) (OR. en) PUBLIC 6989/05 Interinstitutioneel dossier: 2004/0242 (CNS) LIMITE SPG 9 WTO 55 VERSLAG van: de Groep stelsel van algemene preferenties

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 13.11.2018 COM(2018) 744 final 2018/0385 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Beslissing van de Europese Raad over het 2030 klimaat-energiekader

Beslissing van de Europese Raad over het 2030 klimaat-energiekader Beslissing van de Europese Raad over het 2030 klimaat-energiekader Toelichting CCIM Stakeholder meeting Fre Maes FOD VVVL, piloot 2030 CCIM-CCPIE Jan Haers LNE & Vlaams Energieattaché, piloot 2030 ENOVER-CONCERE

Nadere informatie

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen. Europese Raad Brussel, 14 december 2017 (OR. en) EUCO 19/1/17 REV 1 CO EUR 24 CONCL 7 BEGELEIDENDE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de delegaties Betreft: Bijeenkomst van de Europese

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0047 (NLE) 7098/17 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 28 EEE 7 N 9 ISL 4 FL

Nadere informatie

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening.

2. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 22 mei 2013 advies uitgebracht over de voorgestelde insolventieverordening. Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2012/0360 (COD) 16636/5/14 REV 5 ADD 1 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: JUSTCIV 319 EJUSTICE 123 CODEC 2464 PARLNAT

Nadere informatie

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 mei 2016 (OR. en) 8792/1/16 REV 1 FISC 73 ECOFIN 383 NOTA I/A-PUNT van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e

Nadere informatie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPAGENDA. Vergadering

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPAGENDA. Vergadering Europees Parlement 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPAGENDA (2017)0529_1 Vergadering Maandag 29 mei 2017, 15.00-18.30 uur Dinsdag 30 mei 2017, 9.00-12.30 uur

Nadere informatie

12807/16 mak/sl 1 DG E 1B

12807/16 mak/sl 1 DG E 1B Raad van de Europese Unie Brussel, 30 september 2016 (OR. en) 12807/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: het secretariaat-generaal van de Raad d.d.: 30 september 2016 aan: de delegaties CLIMA 132 ENV 630 ONU

Nadere informatie

14491/18 ons/gra/hh 1 TREE.2.B LIMITE NL

14491/18 ons/gra/hh 1 TREE.2.B LIMITE NL Raad van de Europese Unie Brussel, 23 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0003(COD) 14491/18 LIMITE NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 14268/18 Nr. Comdoc.: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN. Meerjarig financieel kader en eigen middelen

AANGENOMEN TEKSTEN. Meerjarig financieel kader en eigen middelen Europees Parlement 2014-2019 AANGENOMEN TEKSTEN P8_TA(2018)0226 Meerjarig financieel kader 2021-2027 en eigen middelen Resolutie van het Europees Parlement van 30 mei 2018 over het meerjarig financieel

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. (Voor de EER relevante tekst) {SWD(2017) 30 final} {SWD(2017) 31 final}

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. (Voor de EER relevante tekst) {SWD(2017) 30 final} {SWD(2017) 31 final} EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.2.2017 COM(2017) 54 final 2017/0017 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG om de huidige beperkingen

Nadere informatie

Verklaring van Letland en Litouwen

Verklaring van Letland en Litouwen Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0230 (COD) 8216/18 ADD 1 REV 1 CODEC 607 CLIMA 66 ENV 244 AGRI 185 FORETS 14 ONU 30 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft:

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) 6792/10. Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 maart 2010 (17.03) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2009/0157 (COD) 6792/10 LIMITE JUSTCIV 34 CODEC 142 NOTA van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Verklaring van Zweden

Verklaring van Zweden Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0028 (COD) 11505/15 ADD 1 CODEC 1120 ENV 522 AGRI 439 MI 527 COMER 114 PECHE 271 NOTA I/A-PUNT van: aan:

Nadere informatie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0070/2017 23.3.2017 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE

Nadere informatie

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 5 december 2017 (OR. en) 15445/17 FISC 346 ECOFIN 1092 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 15175/17 Betreft:

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 C(2017) 5516 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 611/2014 ter aanvulling van

Nadere informatie