Tussentijds rapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ V Poldercomplex : resultaten van het vijfde jaar ( )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tussentijds rapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ V Poldercomplex : resultaten van het vijfde jaar ( )"

Transcriptie

1 Tussentijds rapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ V Poldercomplex : resultaten van het vijfde jaar ( ) Wouter Courtens, Eric W.M. Stienen, Marc Van de walle, Dominique Verbelen, Yves Adams & Edgard Daemen INBO.R

2 2 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

3 3 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

4 4 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

5 INHOUD MONITORING VAN DE SBZ-V KUSTBROEDVOGELS TE ZEEBRUGGE-HEIST TIJ- DENS HET BROEDSEIZOEN I. Inleiding... 9 II. Resultaten... 9 II.1 Aantalsontwikkeling kustbroedvogels... 9 II.1.1 Inleiding...9 II.1.2 Materiaal & methode... 9 II.1.3 Kokmeeuw en Zwartkopmeeuw II.1.4 Sternen II.1.5 Plevieren II.1.6 Grote meeuwen II.1.7 Andere soorten II.2 Broedsucces II.2.1 Inleiding II.2.2 Resultaten III. Verstoring, predatie en mortaliteit III.1 Zoogdieren...17 III.2 Grote meeuwen III.3 Aanvaringsslachtoffers IV. Vegetatie, beheer en veranderingen V. Oprichten werkgroep Sternenschiereiland VI. Conclusies VII. Literatuur MONITORING VAN DE SBZ-V POLDERCOMPLEX :RESULTATEN VAN HET VIJFDE JAAR ( ) I. Inleiding II. Doel van de monitoring III. Broedvogels III.1 Materiaal en methode III.3 Resultaten III.3.1 Algemeen III.3.2 Globaal overzicht van de inventarisatie-inspanning III.3.3 Globaal overzicht van de resultaten III.3.4 Soortbespreking: trends en verspreiding III.3.5 Resultaten van de broedvogelinventarisatie in de verschillende zoekzones IV. Vegetatiemonitoring...57 IV.1 Inleiding IV.2 Materiaal en methode IV.3 Resultaten...58 IV.3.1 Pompje IV.3.2 Dudzele IV.3.3 Overzicht van de vegetatieopnames V. Monitoring hydrologie natuurcompensaties Achterhaven Zeebrugge V.1 Algemeen...81 V.2 Bespreking per zoekzone V.2.1 Z4 Pompje V Algemene beschrijving hydrologische condities V Oppervlaktewater V Hydrografie V Oppervlaktewaterpeilen V Grondwater V Geohydrologische opbouw V Grondwaterpeilen V Hydrologische maatregelen en verwachte invloed op hydrologie van het gebied V Grondwatermodel Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

6 V Hydrologische maatregelen en gewenst peilbeheer V Hydrologische maatregel: waterpeilverhoging en opdeling in peilvakken V Waterpeilverhoging V Opdeling in peilvakken: hydrologische scheiding Schorrenweide en RMD-terrein V Gewenst peilbeheer V Monitoringnetwerk V Grondwater V Oppervlaktewater V.2.2 Z8 Dudzeelse polder V Algemene beschrijving hydrologische condities V Oppervlaktewater V Hydrografie V Oppervlaktewaterpeilen V Oppervlaktewaterkwaliteit V Grondwater V Geohydrologische opbouw V Grondwaterpeilen V Kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater V Hydrologische maatregelen en verwachte invloed op hydrologie van het gebied V Grondwatermodel V D grondwatermodel V D grondwatermodel V Hydrologische maatregelen V Monitoringnetwerk V Natuurcompensaties en project-mer V Grondwater V Oppervlaktewater VI. Literatuur VII. Bijlagen Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

7 Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 2009 Wouter Courtens, Eric W.M. Stienen & Marc Van de walle 7 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

8 8 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

9 I. INLEIDING Aan de afbakening van het vogelrichtlijngebied Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist zoals voorgesteld door Courtens & Stienen (2004) en goedgekeurd door de Vlaamse Regering (Belgisch Staatsblad 12/09/2005) werden een aantal kwantitatieve en kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen gekoppeld. Deze stellen dat te allen tijde 22 ha hoog-kwalitatief en bewezen geschikt bevonden broedhabitat voor de verschillende sternensoorten binnen de speciale beschermingszone dient te worden voorzien. Teneinde de optimale kwaliteit van het broedbiotoop te waarborgen worden in de Bijlage II van het Besluit van de Vlaamse Regering een aantal aandachtspunten opgesomd. Voor het behalen van de kwalitatieve instandhoudingsdoelstellingen dient aandacht te worden besteed aan het behoud van dynamiek en gunstige successiestadia, opvolging en voorkoming van predatie, het beperken van effecten van windturbines, het voorkomen van wezenlijke verstoring, het verzekeren van de kwaliteit van rust- en foerageergebieden en het voorkomen van nestplaatsconcurrentie en predatie door grote meeuwen. In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de aantalsveranderingen van kustbroedvogels in het Vogelrichtlijngebied voor kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen Tevens worden er een aantal adviezen gegeven ten aanzien van het beheer van de kolonies. II. RESULTATEN II.1 Aantalsontwikkeling kustbroedvogels II.1.1 Inleiding Hoewel veranderingen in het aantal broedparen bij kustbroedvogels niet noodzakelijk een maat zijn voor de kwaliteit van de broedhabitat, geven ze wel zicht op de richting waarin de populaties zich ontwikkelen en kunnen ze als waarschuwingsignaal dienen. Bovendien kunnen ze aanwijzingen opleveren voor intraspecifieke concurrentie of andere problemen. II.1.2 Materiaal & methode De methodiek van het tellen van nesten verschilt van soort tot soort. Kleine Mantelmeeuw, Zilvermeeuw, Kokmeeuw en Visdief worden aan de hand van de lucifermethode geteld. Deze houdt in dat elk jaar op hetzelfde moment (net voor het uitkomen van de eerste kuikens) het hele havengebied wordt geteld. Hierbij wordt het broedgebied doorkruist waarbij in elk nest een lucifer wordt gelegd om dubbeltellingen te vermijden. Door op voorhand te bepalen hoeveel lucifers gemiddeld in een doosje zitten en na de telling het aantal lege doosjes te tellen kan het totaal worden bepaald. Grote Sternen nestelen in kolonies op een kleine oppervlakte wat mogelijk maakt de nesten meermaals te tellen in de loop van het seizoen. Grotere kolonies worden met bamboestokken in kleinere blokken onderverdeeld waarna elk blok geteld wordt. Nesten van Dwergsternen en plevieren worden individueel met een bamboestok gemarkeerd wat toelaat het totale aantal nesten te bepalen. 9 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

10 II.1.3 Kokmeeuw en Zwartkopmeeuw Halverwege april vestigde zich een kolonie van enkele honderden Kokmeeuwen en Zwartkopmeeuwen in de met Helmgras begroeide duintjes tegen de Dwarsdam. Deze kolonie werd kleiner en kleiner en na anderhalve week was ze volledig verdwenen. Vanaf de derde week van april vestigde zich een nieuwe kolonie Kokmeeuwen op de top van het schiereiland. Initieel zaten hier opnieuw ongeveer 140 koppels Zwartkopmeeuw tussen, ook deze waren na een week verdwenen. Hoogstwaarschijnlijk ligt de aanwezigheid van twee Vossen op en rond het Sternenschiereiland ten grondslag aan deze verschuivingen. Uiteindelijk werden op het Sternenschiereiland 518 nesten van Kokmeeuw en één van Zwartkopmeeuw geteld (Figuur 1). In de westelijke voorhaven vestigden zich in juni 14 koppels Kokmeeuw. De nesten van deze vogels bleken na een week verdwenen. Ook hier wordt vermoed dat de aanwezigheid van een Vos de oorzaak is Kokmeeuw Sternenschiereiland Baai van Heist Westelijke voorhaven 2500 Aantal nesten Figuur 1. Aantalsontwikkeling van de Kokmeeuw en de verdeling over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode II.1.4 Sternen Als gevolg van de aanwezigheid van de twee Vossen op het Sternenschiereiland werden van de drie sternensoorten de laagste aantallen sinds het eind van de jaren 80 opgetekend. Er werden vier nesten van Grote Stern gevonden op het Sternenschiereiland, deze werden na twee dagen gepredeerd. Op het Sternenschiereiland werden 125 nesten van Visdief geteld, deze werden alle gepredeerd. In de westelijke voorhaven zaten er nog eens 427 koppels. Hier ging het om een late vestiging in twee kolonies. De grootste kolonie vestigde zich begin juni ten noorden van het Albert II-dok. Na anderhalve week verhuisde de volledige kolonie naar een andere locatie ten noorden van het dok. Uiteindelijk werden 352 nesten geteld die alle werden gepredeerd. Een tweede, iets kleinere kolonie (75 koppels) vestigde zich in de luzernestrook tussen de sporenbundel en de aanrijroute van StoraEnso. Hier werden enkele kuikens vliegvlug. Wel werden minstens 25 adulten en enkele juvenielen van deze kleine kolonie gedood door het wegverkeer. Op het Sternenschiereiland werden 19 nesten van Dwergstern geteld, deze werden alle gepredeerd. In de westelijke voorhaven vestigde zich een kolonie van een 20-tal Dwergsternen ten noorden van het Albert II-dok. Ook deze kolonie bleek na een tweetal weken verdwenen waarna er een nieuwe vestiging van 24 koppels op een andere locatie werd vastgesteld. Een Dougalls Stern, mogelijk het wijfje dat in 2008 broedde, werd op 31 mei zittend op een nest gezien. Drie dagen later bleek dit nest gepredeerd. 10 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

11 Grote Stern Sterneneiland Baai van Heist Westelijke voorhaven Aantal nesten (a) 3500 Visdief Sterneneiland Baai van Heist Westelijke voorhaven 3000 Aantal nesten Figuur 2a & 2b. Aantalsontwikkeling van Grote Stern (a) en Visdief (b) en de verdeling over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode (b) 11 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

12 Dwergstern Sternenschiereiland Baai van Heist Westelijke voorhaven Aantal nesten Figuur 2c. Aantalsontwikkeling van Dwergstern (c) en de verdeling over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode (c) II.1.5 Plevieren Net zoals de sternen kenden ook de plevieren een slecht broedseizoen met lage aantallen wat voor een groot stuk te wijten is aan het feit dat in 2009 ongeveer 80% van het Sternenschiereiland dicht begroeid was en dus ongeschikt voor deze pionierssoorten. Op het Sternenschiereiland kwamen zowel vijf koppels Bontbek- als Strandplevier tot broeden. In de Westelijke Voorhaven werd tevens een koppel Strandplevier vastgesteld. Minstens één nest van Bontbekplevier werd gepredeerd door Vos. 120 Strandplevier Sternenschiereiland Baai van Heist Westelijke voorhaven 100 Aantal nesten Figuur 3a. Aantalsontwikkeling van Strandplevier en de verdeling over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode (a) 12 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

13 12 Bontbekplevier Sternenschiereiland Baai van Heist Westelijke voorhaven Aantal nesten (b) Figuur 3b. Aantalsontwikkeling van Bontbekplevier en de verdeling over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode II.1.6 Grote meeuwen In totaal kwamen in de haven van Zeebrugge 2417 koppels Zilvermeeuw en 4484 koppels Kleine Mantelmeeuw tot broeden. Respectievelijk 2285 en 4430 koppels hiervan zaten in de westelijke voorhaven. Verder werden op de daken van de loodsen van SeaRo 112 nesten van Zilvermeeuw en 54 van Kleine Mantelmeeuw geteld. Twee koppels Zilvermeeuw zaten op de Oostdam zelf en 18 in de binnenhaven van SeaRo. Noch op het Sternenschiereiland, noch op de Baai van Heist kwamen dit jaar grote meeuwen tot broeden. Hoewel voor beide soorten het broedsucces niet kan bepaald worden, bleek uit het erg grote aantal vliegvlugge jongen dat ze een erg goed broedsucces kenden Zilvermeeuw Dakbroeders Sternenschiereiland Baai van Heist & oostelijke haven Westelijke voorhaven 2000 Aantal nesten Figuur 4a. Aantalsontwikkeling van Zilvermeeuw en de verdeling over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode (a) 13 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

14 Kleine Mantelmeeuw Dakbroeders Sternenschiereiland Baai van Heist & oostelijke haven Westelijke voorhaven Aantal nesten Figuur 4b. Aantalsontwikkeling en de verdeling van Kleine Mantelmeeuw over de verschillende locaties te Zeebrugge-Heist in de periode (b) II.1.7 Andere soorten En kwamen twee zuivere koppels Geelpootmeeuw en 13 koppels Stormmeeuw tot broeden in de westelijke voorhaven. Verder werden er ook 13 koppels Scholekster en 3 koppels Tapuit geteld. II.2 Broedsucces II.2.1 Inleiding Het broedsucces van Kokmeeuw, Visdief en Grote Stern wordt sinds enkele jaren op een gestandaardiseerde manier gemonitord door het INBO. Dit gebeurt door een aantal nesten binnen een representatief deel van de kolonie te omheinen met kippengaas zodat de kuikens niet kunnen weglopen van de nestomgeving (zogenaamde enclosures). Wanneer verschillende kolonies op grotere afstand worden gevormd (bv. in de westelijke voorhaven en op het Sternenschiereiland) worden twee enclosures gebouwd. Van de nesten binnen de enclosure worden de volgende parameters gemeten: legselgrootte (i.e. aantal eieren per nest), uitkomstsucces (i.e. het percentage eieren dat uiteindelijk uitkwam), uitvliegsucces (i.e. het percentage kuikens dat uiteindelijk uitvliegt) en het broedsucces (i.e. het aantal vliegvlugge jongen per paar). De nesten binnen de omheining worden ten minste 3 keer per week gecontroleerd. Kuikens geboren binnen de omheining worden geringd om ze individueel te kunnen volgen en worden regelmatig gemeten en gewogen. Deze methode geeft perfect inzicht in de verliesoorzaken van eieren en kuikens. 14 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

15 II.2.2 Resultaten Als gevolg van predatie en verstoring door Vossen op het Sternenschiereiland hadden alle opgevolgde soorten (Grote Stern, Visdief en Kokmeeuw) een broedsucces van 0 jongen/koppel. Ook van Dwergstern kwam geen enkel ei uit. In de westelijke voorhaven kenden zowel Dwergstern als Kokmeeuw een broedsucces van 0 jongen/paar. Een drietal vliegvlugge Visdieven werd gezien. Zowel Zilver- als Kleine Mantelmeeuw had een goed broedsucces. 15 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

16 16 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

17 III. VERSTORING, PREDATIE EN MORTALITEIT III.1 Zoogdieren In het voorjaar 2009 werd activiteit vastgesteld van een marterachtige op het Sternenschiereiland. Sinds het najaar van 2008 werd geregeld een Vos gezien op het schiereiland. In 2009 waren gedurende het volledige broedseizoen 2 Vossen actief op het Sternenschiereiland. Deze ruimden systematisch nesten en jongen van Zwartkopmeeuw, Kokmeeuw, Visdief, Dwergstern en Grote Stern op en zorgden voor nachtelijk verstoring welke funest is voor kustbroedvogels. Het gevolg hiervan was niet enkel dat geen enkel jong vliegvlug werd maar ook dat het aantal gevonden nesten erg laag bleef. De Vossen wisten op ook de omheining van schrikdraad, die ad hoc was gespannen ter bescherming van een deel van de kolonie, te omzeilen. Tijdens het broedseizoen 2009 zagen de bewakers van de Fluxys-terminal vrijwel elke nacht 1 of 2 Vossen via de Oostdam de omgeving van het Sternenschiereiland verkennen. Na het broedseizoen werden zij vergezeld van 3 jongen. Zoals gezegd heeft de activiteit van de Vossen gezorgd voor een sterke reductie van het aantal broedparen. Daar waar er dit jaar zo n 3000 extra Visdieven werden verwacht (rekruten uit 2007), was het aantal broedparen gereduceerd van 2003 koppels in 2008 naar slechts 125 in Om het Sternenschiereiland in de toekomst weer geschikt te maken voor kustbroedvogels is een rigoureus beleid tegenover landroofdieren aangewezen. De mogelijke maatregelen zijn tweeledig: 1. Verwijderen van aanwezige grondpredatoren Momenteel frequenteren tenminste 5 vossen (2 volwassen dieren en 3 jongen) vrijwel elke nacht het schiereiland, evenals enkele verwilderde katten en een marterachtige. Van de vossenjongen kan verwacht worden dat in de eerstkomende weken één of enkele dieren spontaan zullen wegtrekken uit het ouderlijk territorium. De mogelijke maatregelen met betrekking tot het wegvangen of anderszins verwijderen van de residerende, territoriale vossen, worden de mogelijke maatregelen weergegeven in Courtens et al. (2009). Het betreft hoe dan ook een optie waarvan het succes op een korte termijn niet kan worden gegarandeerd. Het overgaan tot effectieve pogingen daartoe moet derhalve beschouwd worden als een urgentiemaatregel, voor het geval de hieronder besproken alternatieve oplossing het ontoegankelijk maken van het schiereiland niet of niet tijdig kan gerealiseerd worden. In dat geval dient het wegvangen of anderszins verwijderen van de residerende dieren een absolute prioriteit te zijn. ANB heeft zich ertoe verbonden om hiertoe de nodige stappen te nemen. Zolang het schiereiland niet ontoegankelijk is voor landroofdieren, zal hernieuwde aanwezigheid ervan in de toekomst op analoge wijze dienen te worden aangepakt. Het is aangewezen dat, indien zich in de komende jaren opnieuw een rattenprobleem zou stellen, hier eveneens tegen wordt opgetreden. 2. Ontoegankelijk maken van het schiereiland De enige optie die garantie biedt voor een effectieve en permanente oplossing voor het predatorprobleem, bestaat erin dat het Sternenschiereiland permanent ontoegankelijk gemaakt wordt voor deze predatoren. Hiervoor werden reeds verschillende opties aangebracht en besproken onder meer op een eerste bijeenkomst van ANB, MOW en INBO op 10/08/2009. a. Basisaanpassingen Een aantal aanpassingen ter hoogte van de toegangspoort van de Fluxys-terminal kunnen relatief eenvoudig gerealiseerd worden. Dit omvat het aanpassen van de grote toegangspoort van de terminal met fijnmazig ijzergaas, het aanbrengen van rubberflappen tussen de onderkant van de poort en het wegdek en het hermetisch dichtmaken van de afsluiting aan de buitenkant van de blokkendam. 17 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

18 b. Aanleggen van een geul rond het schiereiland Een permanente oplossing voor het ontoegankelijk maken van het schiereiland is het aanleggen van een geul tussen de Oostdam en het broedgebied. Verschillende opties werden hiertoe reeds besproken: 1. Een permanent waterhoudende geul van minimaal 50 m breed 2. Een smallere permanent waterhoudende geul afgeboord met damplanken 3. Een gebetonneerde bak met een in- en uitlaatsysteem MOW heeft de taak op zich genomen de haalbaarheid en het kostenplaatje van deze opties te onderzoeken. c. Plaatsen van een draadafsluiting Wanneer dit correct wordt uitgevoerd biedt het plaatsen van een draadafsluiting waarschijnlijk een redelijk goede garantie op het vermijden van een herhaling van de gebeurtenissen tijdens het broedseizoen Punten waar dient op te worden gelet zijn de verankering van de onderkant van de draadafsluiting aan het beton van de Oostdam, de hoogte van de draadafsluiting (minstens 2m hoog met een topstuk (minimaal 60 cm) dat 45 naar buiten steekt, eventueel met elektriciteit op) en de punten waar de afsluiting stopt. Op deze eindpunten dient de afsluiting over de betonblokken tot een stuk in het water van de haven te worden doorgetrokken zodat grondpredatoren ook met extreem laag tij niet binnen de afsluiting kunnen komen (bij de huidige voorziene configuratie van het schiereiland (figuur 1b) kan de draadafsluiting geplaatst worden zoals voorgesteld in onderstaande figuur). De onderste helft van de draadafsluiting kan worden voorzien van fijnmazig ijzergaas zodat ook kleinere landroofdieren het schiereiland niet kunnen bereiken. Een uitgebreidere bespreking van deze optie wordt is te vinden in Courtens et al. (2009). Het schiereiland dient ruim voor het broedseizoen 2010 ontoegankelijk te zijn voor grondroofdieren. Men moet er rekening mee houden dat de eerste vogels reeds medio maart in het gebied toekomen. 18 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

19 III.2 Grote meeuwen In 2009 kwamen geen grote meeuwen tot broeden op het Sternenschiereiland noch op de Baai van Heist. Wel zorgden een aantal dakbroedende koppels te Knokke voor problemen. III.3 Aanvaringsslachtoffers In 2009 werden nauwelijks windmolenslachtoffers gevonden. Dit is waarschijnlijk grotendeels het gevolg van het feit dat er nauwelijks vogels gebroed hebben op het Sternenschiereiland, maar allicht ook te wijten aan het feit dat sternen er gemakkelijker onderdoor en tussen kunnen vliegen. IV. VEGETATIE, BEHEER EN VERANDERINGEN In 2009 was slechts ongeveer 10% van het volledige Sternenschiereiland geschikt als broedbiotoop voor sternen. In augustus en september 2009 werd daarom de vegetatie van het grootste gedeelte van het schiereiland verwijderd. Dit gebeurde in goede samenwerking op het terrein tussen MOW en INBO. Een klein gedeelte van de hogere vegetatie is gespaard gebleven om te dienen als broedplaats voor de Kokmeeuw. De voorbije jaren werden de volgende knelpunten vastgesteld: 1) snelle vegetatiesuccessie waardoor grote delen ongeschikt worden als broedgebieden en 2) langzaam dichtslibben van de baai die zich bevindt tussen het schiereiland en de Oostdam. Het is aangewezen om in de toekomst jaarlijks van ongeveer een derde van het schiereiland de vegetatie te verwijderen en daarvoor een zeker onderhoudsbudget te voorzien. Wanneer dit alternerend gebeurt zal er elk jaar geschikt broedhabitat zijn voor zowel de pioniersoorten (Dwergstern en plevieren), de soorten van het eerste successiestadium (Visdief en Grote Stern) en de soorten die hogere vegetatie prefereren (Kokmeeuw). Op die manier hebben de sternen jaarlijks beschikking over ongeveer 2/3 van de oppervlakte als optimaal broedbiotoop. Bovendien creëert dit voldoende variatie om alle soorten een goed habitat te bieden. Het budget kan dan eventueel ook gebruikt worden voor een herstelling van de baai tussen het schiereiland en de Oostdam mocht dit nodig blijken. Voor de start van de werken dient (zoals nu reeds gebeurt) een terreinbezoek met de betrokken partijen (ANB, IN- BO, MOW en de uitvoerder van de werken) plaats te vinden om alles door te praten. Tijdens de werken aan de vegetatie dient ook aandacht besteed te worden aan het verlagen van delen van het gebied die te hoog zijn geworden door primaire duinvorming. V. OPRICHTEN WERKGROEP STERNENSCHIEREILAND Het INBO acht het wenselijk om een werkgroep rond het Sternenschiereiland op te richten waarin alle betrokken personen en instanties vertegenwoordigd zijn. Deze werkgroep kan indien nodig problemen die zich eventueel stellen op een efficiënte en snelle manier aanpakken en oplossen. Indien financiering wordt voorzien voor verderzetting van de huidige monitoring kan het INBO jaarlijks een toelichting geven over het broedseizoen en adviseren over onderhoud, vegetatie en predatie. 19 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

20 20 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

21 VI. CONCLUSIES 1) Dwergstern, Grote Stern en Visdief kenden alle erg lage aantallen en een broedsucces van 0 kuikens/paar, hoofdzakelijk als gevolg van predatie en verstoring door Vossen. Ook Strandplevier en Bontbekplevier kenden een slecht broedseizoen. Kleine Mantelmeeuw en Zilvermeeuw hadden zowel naar aantal broedkoppels als naar broedsucces een erg goed broedseizoen. 2) Beheer van grondpredatoren is urgent. De enige maatregel die hier garantie biedt, is het aanbrengen van een permanente voswerende barrière die de broedsite scheidt van de rest van het havencomplex en het achterland. Deze bestaat best uit een combinatie van een afsluiting ter hoogte van de toegangspoorten van Fluxys en een permanente afsluiting in de vorm van een afrastering of een geul waardoor het broedgebied permanent door water is omgeven. Een dergelijke oplossing moet ruim voor het broedseizoen 2010 gereed zijn. In geval deze timing niet haalbaar is of dreigt te zijn, zou in het vroege voorjaar een bijzondere inspanning dienen geleverd te worden in een poging om alle landroofdieren weg te vangen. Het succes van een dergelijke operatie moet echter bij voorbaat als twijfelachtig worden ingeschat. 3) Uitbreiding van het Sternenschiereiland wordt momenteel uitgevoerd. Daarbij wordt ook onderhoud van de vegetatie voorzien. 4) Beheer van de vegetatie zal ook in de toekomst nodig blijven. Het INBO stelt een alternerend systeem voor waarbij jaarlijks ongeveer een derde van het schiereiland vegetatievrij wordt gemaakt. 5) Het oprichten van een werkgroep en verdere monitoring wordt wenselijk geacht. VII. LITERATUUR Courtens, W., E.W.M. Stienen & K. Van Den Berge, Uitbreiding van het Sternenschiereiland en het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen voor de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist. Advies INBO.A Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. 21 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

22 22 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

23 Monitoring van de SBZ-V Poldercomplex :resultaten van het vijfde jaar ( ) Wouter Courtens, Dominique Verbelen, Yves Adams & Edgar Daemen 23 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

24 24 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

25 I. INLEIDING In 2005 werd gestart met de uitwerking van de taakverdelingmatrix voor de natuurinrichting van een aantal gebieden die bij Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 werden aangeduid als uitbreiding aan de Speciale Beschermingszone (SBZ 3.2 Poldercomplex (artikel 1 BVR 17/07/2000, BS 31/08/2000). Teneinde deze natuurontwikkelingsmaatregelen te kunnen evalueren, werd door de Afdeling Maritieme Toegang van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (Vlaamse Gemeenschap) aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek de opdracht gegeven de natuurwaarden in deze gebieden te monitoren. Dit rapport geeft de resultaten van het vierde onderzoeksjaar (juli 2008 juni 2009) weer. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met Natuurpunt Studie vzw. Hierbij is het INBO verantwoordelijk voor de wetenschappelijke opvolging en rapportage en voeren de vrijwilligers (een 60- tal in totaal) van de Vogelwerkgroep NW-Vlaanderen (Mergus-vogelwerkgroep), de Werkgroep Uitkerkse Polders en de Vogelwerkgroep Middenkust het leeuwendeel van de broedvogelinventarisaties en watervogeltellingen uit. Het werk van deze vrijwillige medewerkers wordt gecoördineerd door een professionele kracht, Dominique Verbelen van Natuurpunt Studie vzw. II. DOEL VAN DE MONITORING Het hoofddoel van het monitoringproject is de toetsing van de maatregelen opgenomen in de taakverdelingmatrix met betrekking tot de effectieve inrichting van natuurcompensatiegebieden voor de verdere uitbouw van de achterhaven van Zeebrugge, opgenomen in de ontwerp-overeenkomst zoals door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd op 4 maart In het eerste onderzoeksjaar werd hiertoe een methodiek voor een gedetailleerde monitoring en opvolging opgesteld (Courtens et al., 2006) die jaarlijks op dezelfde manier wordt toegepast. De resultaten van de monitoring zullen worden gebruikt om de natuurdoelen op projectniveau te toetsen. In tweede instantie wordt de algemene evolutie van de avifauna in het Poldercomplex opgevolgd. Hiertoe werd een methodiek voor een gebiedsdekkende monitoring van de avifauna in het volledige vogelrichtlijngebied opgesteld. Daarom worden ook delen van het studiegebied buiten de compensatiezone bij de monitoring betrokken. 25 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

26 26 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

27 III. BROEDVOGELS W. Courtens & D. Verbelen III.1 Materiaal en methode De broedvogelinventarisaties worden hoofdzakelijk uitgevoerd door vrijwilligers de Vogelwerkgroep NW- Vlaanderen (Mergus-vogelwerkgroep), de Werkgroep Uitkerkse Polders en de Vogelwerkgroep Middenkust (zie Bijlage 4). Een aantal gebieden worden door het INBO geteld. De coördinatie van het inventarisatiewerk gebeurt door Dominique Verbelen van Natuurpunt Studie vzw. Opzet van de broedvogelinventarisatie Enerzijds worden de aantallen en broedlocaties van een aantal geselecteerde soorten (zie Bijlage 1) in de zoekzones nauwkeurig opgevolgd, anderzijds worden de populaties van deze soorten in het volledige vogelrichtlijngebied bepaald. Gezien het schaalverschil tussen deze twee luiken worden de data op twee verschillende manieren verzameld. Daar het gaat om een monitoringproject gebeuren de tellingen jaarlijks op dezelfde gestandaardiseerde manier waardoor de resultaten over de jaren heen vergelijkbaar zijn en betrouwbare trends kunnen worden vastgesteld. Practische uitvoering van de broedvogelinventarisatie Bij de aanvang van het project werd het volledige vogelrichtlijngebied en het geschrapte gedeelte ingedeeld in 121 kleinere eenheden of telgebieden (Figuur 1 en Bijlagen 3a & 3b). Dit wordt in wat volgt het studiegebied genoemd. Ook werden drie extra gebieden gelegen in de achterhaven maar buiten deze zone meegenomen. Al deze gebieden worden elk op een gestandaardiseerde manier door één of meerdere personen geïnventariseerd. De verschillende telgebieden behoren tot negen telzones (Figuur 2). Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende telzones wordt verwezen naar Courtens & Verbelen (2008). Figuur 1. Situering van de verschillende zoekzones (paarse arcering), deelgebieden (rode begrenzing) en vogelrichtlijngebied Poldercomplex (lichtgroen). 27 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

28 Figuur 2. Overzicht van de ligging van de verschillende telzones. De geselecteerde soorten zijn in de eerste plaats alle soorten waarvoor de SBZ werd aangeduid en alle andere soorten van de Bijlage I van de Vogelrichtlijn. Aanvullend worden ook enkele aandachtssoorten voor Vlaanderen geteld: een aantal soorten van de Rode Lijst van de Vlaamse Broedvogels (Devos et al., 2004) en soorten waarvan in de SBZ minstens 5% van de Vlaamse populatie broedt (gebaseerd op Vermeersch et al., 2004). De lijst van de getelde soorten en hun specifieke status is weergegeven in Bijlage 1. Inventarisatie volgens de uitgebreide territoriumkarteringsmethode De methode die wordt gevolgd in de zoekzones voor de natuurcompensaties, de achterhaven van Zeebrugge en een tiental andere telgebieden, is de uitgebreide territoriumkarteringsmethode (UTKmethode) zoals beschreven in Hustings et al. (1985) en aangepast naar Anselin et al. (2003) en vooral naar van Dijk (2004). Bij de start van het project werd een aantal gebieden geselecteerd waar de broedvogels jaarlijks aan de hand van de UTK-methode worden geteld. Deze gebieden worden elk jaar op deze manier geteld. Het gaat onder andere om de zoekzones 1 tot 9 en een aantal referentiegebieden verspreid over de volledige Oostkustpolders. De zoekzones 10 en (nieuwe) 10bis zijn zodanig groot dat een gebiedsdekkende kartering aan de hand van de UTK-methode niet mogelijk werd geacht. Hier wordt een kleiner aantal telgebieden volgens deze methode geteld. De gebieden die in 2009 aan de hand van de UTK-methode werden geteld zijn weergegeven in Figuur 3. In deze gebieden worden minstens vijf telrondes gelopen wat voldoende is om een accuraat beeld te krijgen van het aantal koppels van elke soort en van de ligging van de verschillende territoria van deze koppels. De uiteindelijke vorm van deze broedvogelgegevens is een kaart met puntsgewijze notering van het vermoedelijke centrum van het territorium van elke bestudeerde soort en laat toe om naast de exacte aantallen van elke soort ook een zicht te krijgen over de precieze verspreiding en het geprefereerde habitat. 28 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

29 Gebiedsdekkende broedvogelinventarisatie Om een beeld te krijgen van de evolutie van de belangrijkste broedvogelsoorten in het gebied worden deze soorten jaarlijks in het volledige Poldercomplex geteld. Elk gebied wordt hiertoe minstens driemaal bezocht. Voor elke soort wordt op deze manier een goed beeld verkregen van het aantal koppels per telgebied. Voor een groot aantal telgebieden werden in 2009 ook puntgegevens van de territoria verzameld (Figuur 3). Het doorgeven van deze puntgegevens is optioneel en is afhankelijk van de waarnemers. Ze kunnen worden beschouwd als extra informatie, het niet beschikbaar zijn van puntgegevens voor deze gebieden heeft verder geen consequenties voor de evaluatie van de natuurcompensaties. Habitatpreferentie Op basis van de puntgegevens die werden verzameld, kan de gemiddelde dichtheid per habitattype van een aantal soorten worden bepaald. Voor het Poldercomplex is dit vooral het geval voor een aantal weidevogels die een duidelijk territorium hebben. Om de habtitatpreferentie te bepalen werden de verschillende karterings-eenheden van de tweede versie van de Biologische Waarderingskaart (BWK) gereduceerd tot tien hoofdklassen (Tabel 1). Tabel 1. Hoofdklassen habitattypes onderscheiden voor bepaling van de habitatpreferentie. Code Omschrijving 1 Hpr-grasland 2 Hp-grasland 3 Ander grasland 4 Akker 5 Urbaan 6 Ruigte & bos 7 Lijnvormig landschapselement 8 Water 9 Rietland & moeras 10 Ander Met hpr-graslanden wordt bedoeld historisch permanent grasland met veel sloten en/of microreliëf, hp-graslanden zijn permanente cultuurgraslanden zonder microreliëf. In tweede instantie werd binnen de graslanden een bijkomend onderscheid gemaakt tussen zilte en niet-zilte percelen. Alle graslandpercelen die in de tweede, derde of vierde karterings-eenheid de vermelding da (goed ontwikkelde zilte vegetatie) meekregen werden als zilt beschouwd. Percelen met als tweede of derde eenheid k(da) werden niet als zilte graslanden beschouwd gezien het in deze gevallen gaat om een beperkte hoeveelheid zilte vegetatie, meestal in de randen van de percelen of in een strook langs een sloot. De dichtheid per habitattype wordt bepaald door voor alle gebieden waar puntgegevens werden verzameld, het totale aantal territoria van een bepaalde soort in het bewuste habitat te delen door de totale oppervlakte van dat habitattype in deze gebieden. 29 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

30 III.3 Resultaten III.3.1 Algemeen Tussen begin april en eind juni werd in het volledige vogelrichtlijngebied een aantal op voorhand geselecteerde soorten geïnventariseerd. De lijst met getelde soorten is te vinden in Bijlage 1. Een overzicht van de inventarisatie-inspanning wordt gegeven in paragraaf III.3.2. Er werd nauwelijks afgeweken van de methodiek beschreven in het eindrapport van het tweede monitoringjaar (Courtens et al., 2006). Wel werden Rietzanger en Blauwborst gebiedsdekkend geteld. Bovendien werden van zo veel mogelijk gebieden die niet volgens de UTK-methode werden geteld puntgegevens verzameld. III.3.2 Globaal overzicht van de inventarisatie-inspanning Figuur 3 geeft een overzicht van de inventarisatie-inspanning in het projectgebied. Van de 124 onderscheiden telgebieden werden er 45 aan de hand van de UTK-methode geteld. Veertien deelgebieden werden niet geteld, acht hiervan zijn dorpscentra of andere urbane zones waar geen voor het project relevante soorten broeden. Voor alle telgebieden die volgens de UTK-methode werden geteld zijn puntgegevens beschikbaar, in totaal werden 1032 puntlocaties van territoria verzameld. Van 45 andere gebieden werden tevens puntgegevens doorgegeven. Voor alle gebieden werden in totaal 1564 puntgegevens ingevoerd. Deze gegevens werden verzameld door een 40-tal tellers. In totaal werden ruim 1000 manu ren besteed aan de broedvogelinventarisatie. Figuur 3. Overzicht van de inventarisatie-inspanning in Aangeduid zijn de verschillende deelgebieden (rode omranding), de gebieden die volgens uitgebreide territoriumkartering werden geteld (paarse vlakken), de gebieden die niet of onvolledig werden geteld (grijze vlakken), de gebieden waar additionele puntgegevens werden verzameld (blauwe vlakken) en de zoekzones (rode arcering). 30 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

31 III.3.3 Globaal overzicht van de resultaten Tabel 2 geeft een overzicht van de evolutie van de aantallen van de onderzochte soorten in het studiegebied van 1991 tot De aantallen van de verschillende soorten per deelgebied worden weergegeven in Bijlage 2. Hierbij dient te worden opgemerkt dat wanneer een gedeelte van een telgebied niet binnen de SBZ ligt (b.v. een stuk van een aantal van de noordelijke telgebieden van de Uitkerkse Polder), de aantallen voor het volledige telgebied werden genomen. Gezien het hier om erg kleine oppervlaktes gaat, heeft dit nagenoeg geen effect op de totale aantallen. De soorten van de Bijlage I die gebonden zijn aan riet en rietmoerassen deden het vrij goed in Er werden 2 territoria van Roerdomp, 1 van Woudaapje en 1 van Porseleinhoen opgetekend. Blauwborst haalde met 205 territoria een nieuw maximum voor deze soort. Bruine Kiekendief deed het dan weer slecht met het laagste aantal in 13 jaar. Ook Kluut kende voor het tweede jaar op rij een aantalsdaling. Verder kwam voor het eerst sinds enkele jaren geen enkel koppel Steltkluut tot broeden. In het algemeen was het een vrij goed jaar voor weidevogels. Tureluur en Grutto tekenden een nieuw maximum op, weliswaar slechts met enkele koppeltjes meer dan het vorige. Ook Slobeend, Kuifeend en Scholekster deden het erg goed dit jaar met respectievelijk maxima van 124, 104 en 201 koppels. Van Rietzanger werden voor het eerst meer dan 1000 territoria geteld in het studiegebied. Graszanger en Cetti s Zanger kenden, hoogstwaarschijnlijk als gevolg van de vrij harde winter waar deze soorten gevoelig voor zijn, een sterke aantalsdaling tegenover Bijlage I Rode Lijst & > 5% > 5% Tabel 2. Aantalsevolutie van de broedvogels van de Bijlage I van de Vogelrichtlijn, de Rode Lijst van de Vlaamse broedvogels en de soorten die de 5%-norm halen in het vogelrichtlijngebied Poldercomplex van 1991 tot VRL: al dan niet voorkomend op de Bijlage I van de Vogelrichtlijn; RL: categorie op de Rode Lijst van de Vlaamse broedvogels (MUB: met uitsterven bedreigd; B: bedreigd; KW: kwetsbaar; Z: zeldzaam; nt: niet op de Rode Lijst; -: niet op de Rode Lijst maar voldoend aan criteria voor de categorie zeldzaam ); PV: grootte van de Vlaamse populatie (gebaseerd op Vermeersch et al. (2006) (aantallen voor de periode ); grijze waarden gebaseerd op Vermeersch et al. (2004) (aantallen voor de periode )). Soort VRL RL PV Roerdomp x MUB 6-14 Woudaapje x MUB 8-15 Bruine Kiekendief x KW Grauwe Kiekendief x MUB 0 Kwartelkoning x MUB 0-2 Porseleinhoen x B 2-20 Steltkluut x Z 0-10 Kluut x KW Visdief ? x B Velduil x Z 0 IJsvogel x KW > 600 Blauwborst (51) x nt Smient Pijlstaart ? Z 1-3 Zomertaling ? B Watersnip MUB Tureluur KW Paapje???? 2???????? MUB 2-5 Tapuit Snor?? 1? 1 2 8????? MUB Graszanger ? Z Cetti's Zanger? 1 1????????? Z Rietzanger (4) (2) (16) B Baardmannetje KW Buidelmees Z 4-10 Bergeend nt Grutto nt Slobeend nt Kuifeend nt Scholekster????????? ? nt Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

32 De donkergrijze waarden voor Blauwborst en Rietzanger geven (sterk) onvolledige waarden weer. Het is nagenoeg onmogelijk om voor deze soorten buiten het kader van een project als dit jaarlijks betrouwbare waarden te bekomen. Beide soorten broeden namelijk heel vaak in rietkragen tussen sloten en zijn enkel bij intensief bezoek van een gebied waarbij al deze lijnvormige elementen worden afgelopen op een goede manier te tellen. De waarden voor Blauwborst voor de periode geven wel een betrouwbare trend weer gezien deze soort in een aantal jaren intensief werd geïnventariseerd, precies om de toename van deze soort in de regio goed te kunnen documenteren. De lichtgrijs ingekleurde waarden voor Bergeend en Scholekster geven een onderschatting van de werkelijke aantallen weer als gevolg van een lagere inventarisatie-inspanning in deze jaren. Deze soorten broeden o.a. vaker op akkers dan de echte weidevogels zoals Tureluur en Grutto en werden in deze jaren minder intensief geteld. Voor soorten als Tureluur en Grutto geldt dit in mindere mate gezien de op grasland broedende soorten jaarlijks op een vergelijkbare manier werden geteld. In bovenstaande tabel zijn de gegevens van de telgebieden Plasjes Pelikaan, Weiden Distrigas en Weiden Spoorweg Oost omwille van de vergelijkbaarheid met de cijfers in de jaren voor de start van het project niet opgenomen. De aantallen in deze gebieden (te vinden in Bijlage 2) zijn wel meegenomen in de vergelijkende tabellen tussen jaren bij de verschillende soorten. Deze gebieden zijn een onderdeel van de habitats die in het kader van het Decreet op het Natuurbehoud worden gecompenseerd. 32 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

33 III.3.4 Soortbespreking: trends en verspreiding In wat volgt worden de grafieken en verspreidingskaartjes voor een aantal soorten gegeven. Verdere uitwerking van de gegevens volgt in het eindrapport. Soorten van de Bijlage I van de Vogelrichtlijn Bruine Kiekendief Circus aeruginosus Aantalstrend & verspreiding Figuur 4. Aantalsverloop van Bruine Kiekendief Circus aeruginosus in het studiegebied in de periode Tabel 3. Aantalsevolutie van Bruine Kiekendief Circus aeruginosus in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -50% -100% Dudzeelse Polder Dudzele - Koolkerke - Damme -100% Klemskerke - Vlissegem Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +100% +50% Lissewege Meetkerke - Houthave % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +200% +33% % Uitkerke -67% +100% % Zuienkerke -100% +100% % UTK-gebieden -20% +25% Totaal -33% +25% % 33 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

34 Figuur 5. Aantallen en verspreiding van territoria van Bruine Kiekendief Circus aeruginosus in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). Kluut Recurvirostra avosetta Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Figuur 6. Aantalsverloop van Kluut Recurvirostra avosetta in het studiegebied in de periode Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

35 Tabel 4. Aantalsevolutie van Kluut Recurvirostra avosetta in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -400% Dudzeelse Polder 0% 0% % Dudzele - Koolkerke - Damme -33% +50% Klemskerke - Vlissegem +100% +125% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +38% -9% % Lissewege Meetkerke - Houthave Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +13% -11% % Uitkerke +46% -18% % Zuienkerke UTK-gebieden +26% -21% Totaal +38% -13% % Figuur 7. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Kluut Recurvirostra avosetta in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 35 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

36 Blauwborst Luscinia svecica Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Tabel 5. Aantalsevolutie van Blauwborst Luscinia svecica in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven +69% -41% % Dudzeelse Polder +8% +23% % Dudzele - Koolkerke - Damme +125% +15% % Klemskerke - Vlissegem +36% -7% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +86% +31% % Lissewege +200% Meetkerke - Houthave +50% -67% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +100% -11% % Uitkerke +8% +2% % Zuienkerke +180% -6% % UTK-gebieden +66% -8% Totaal +58% -8% % Figuur 8. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Blauwborst Luscinia svecica in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 36 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

37 Soorten > Vlaamse 5%-norm en voorkomend op de Rode Lijst Zomertaling Anas querquedula Aantalstrend en verspreiding ? Figuur 9. Aantalsverloop van Zomertaling Anas querquedula in het studiegebied in de periode Tabel 6. Aantalsevolutie van Zomertaling Anas querquedula in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -67% -100% % Dudzeelse Polder Dudzele - Koolkerke - Damme -67% -100% % Klemskerke - Vlissegem Kwetshage - Stalhille - Oudenburg 0% -100% % Lissewege Meetkerke - Houthave Oostkerke - Hoeke - Lapscheure -100% % Uitkerke -87% +500% % Zuienkerke UTK-gebieden -50% -100% Totaal -75% +50% % 37 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

38 Figuur 10. Aantallen en verspreiding van territoria van Zomertaling Anas querquedula in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). Tureluur Tringa totanus Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Figuur 11. Aantalsverloop van Tureluur Tringa totanus in het studiegebied in de periode Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

39 Tabel 7. Aantalsevolutie van Tureluur Tringa totanus in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -70% 0% % Dudzeelse Polder -19% -9% % Dudzele - Koolkerke - Damme -12% +10% % Klemskerke - Vlissegem +50% +67% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +9% +8% Lissewege Meetkerke - Houthave 0% +100% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure -45% +33% % Uitkerke +6% +39% % Zuienkerke % % UTK-gebieden -16% +7% Totaal -13% +22% % Figuur 12. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Tureluur Tringa totanus in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 39 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

40 Graszanger Cisticola juncidis Aantalstrend en verspreiding Tabel 8. Aantalsevolutie van Graszanger Cisticola juncidis in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven +60% -30% % Dudzeelse Polder +400% -50% % Dudzele - Koolkerke - Damme -100% Klemskerke - Vlissegem % % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg % % Lissewege Meetkerke - Houthave Oostkerke - Hoeke - Lapscheure % % Uitkerke +600% 0% % Zuienkerke UTK-gebieden +80% -21% Totaal +91% -15% % Figuur 13. Aantallen en verspreiding van territoria van Graszanger Cisticola juncidis in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 40 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

41 Cetti s Zanger Cettia cetti Aantalstrend en verspreiding Tabel 9. Aantalsevolutie van Cetti s Zanger Cettia cetti in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven +80% +13% % Dudzeelse Polder % % Dudzele - Koolkerke - Damme +200% -50% % Klemskerke - Vlissegem Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +120% +55% % Lissewege +29% % Meetkerke - Houthave - +50% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +33% -25% Uitkerke % % Zuienkerke UTK-gebieden +94% +29% Totaal +81% +33% % Figuur 14. Aantallen en verspreiding van territoria van Cetti s Zanger Cettia cetti in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 41 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

42 Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Tabel 10. Aantalsevolutie van Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven 0% -5% % Dudzeelse Polder +23% +32% % Dudzele - Koolkerke - Damme +16% +26% % Klemskerke - Vlissegem +27% -7% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +10% -2% % Lissewege +29% -17% % Meetkerke - Houthave -13% +79% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +14% +2% % Uitkerke -6% +11% % Zuienkerke -45% +91% % UTK-gebieden +12% +2% Totaal +5% +10% % Figuur 15. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 42 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

43 Soorten > Vlaamse 5%-norm Bergeend Tadorna tadorna Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Figuur 16. Aantalsverloop van Bergeend Tadorna tadorna in het studiegebied in de periode Tabel 11. Aantalsevolutie van Bergeend Tadorna tadorna in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -50% -50% ,7 Dudzeelse Polder -45% +8% % Dudzele - Koolkerke - Damme -45% +28% % Klemskerke - Vlissegem +11% -10% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +6% +39% % Lissewege 0% Meetkerke - Houthave -50% +133% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure -34% +12% % Uitkerke -12% +11% % Zuienkerke -50% -100% % UTK-gebieden -17% +6% Totaal -23% +12% % 43 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

44 Figuur 17. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Bergeend Tadorna tadorna in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 44 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

45 Grutto Limosa limosa Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Figuur 18. Aantalsverloop van Grutto Limosa limosa in het studiegebied in de periode Tabel 12. Aantalsevolutie van Grutto Limosa limosa in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -25% -67% % Dudzeelse Polder -17% -80% % Dudzele - Koolkerke - Damme -13% -14% % Klemskerke - Vlissegem +19% +32% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +4% +21% % Lissewege Meetkerke - Houthave -33% +60% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +2% % Uitkerke +24% +7% % Zuienkerke 0% % UTK-gebieden +2% -4% Totaal +6% +3% % 45 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

46 Figuur 19: Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Grutto Limosa limosa in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 46 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

47 Slobeend Anas clypeata Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Figuur 20. Aantalsverloop van Slobeend Anas clypeata in het studiegebied in de periode Tabel 13. Aantalsevolutie van Slobeend Anas clypeata in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -200% % Dudzeelse Polder % Dudzele - Koolkerke - Damme -50% 0% % Klemskerke - Vlissegem -29% +160% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +33% +13% % Lissewege +50% Meetkerke - Houthave +100% +200% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure -33% 0% % Uitkerke -35% +64% % Zuienkerke -75% 0% % UTK-gebieden -31% +44% Totaal -31% +51% % 47 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

48 Figuur 21. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Slobeend Anas clypeata in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). Kuifeend Aythya fuligula Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Figuur 22. Aantalsverloop van Kuifeend Aythya fuligula in het studiegebied in de periode Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

49 Tabel 14. Aantalsevolutie van Kuifeend Aythya fuligula in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven -14% 0% % Dudzeelse Polder 0% -100% Dudzele - Koolkerke - Damme -54% +80% % Klemskerke - Vlissegem % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg +150% +60% % Lissewege -50% Meetkerke - Houthave % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure +47% -18% % Uitkerke -33% +150% % Zuienkerke -50% -100% % UTK-gebieden +20% +35% Totaal +14% +8% %46% Figuur 23. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Kuifeend Aythya fuligula in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 49 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

50 Scholekster Haematopus ostralegus Aantalstrend, verspreiding en dichtheden Tabel 15. Aantalsevolutie van Scholekster Haematopus ostralegus in , en per telzone in telgebieden die respectievelijk in , in en in op dezelfde manier werden geïnventariseerd en het overeenkomstig aantal territoria voor 2008 en ' ' '09 Achterhaven +13% -38% % Dudzeelse Polder -7% -36% % Dudzele - Koolkerke - Damme -21% +40% % Klemskerke - Vlissegem 0% +17% % Kwetshage - Stalhille - Oudenburg -23% +70% % Lissewege -100% +100% % Meetkerke - Houthave -20% -10% % Oostkerke - Hoeke - Lapscheure -29% +23% % Uitkerke -2% -6% % Zuienkerke -50% +200% % UTK-gebieden -14% +14% Totaal -13% +11% % Figuur 24. Dichtheid (aantal territoria/100 ha) van Scholekster Haematopus ostralegus in het studiegebied in Aangeduid zijn de telgebieden (donkerrode omranding), de zoekzones 1 tot 10bis (rode arcering) en de niet getelde gebieden (grijze vlakken). 50 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

51 III.3.5 Resultaten van de broedvogelinventarisatie in de verschillende zoekzones Alle zoekzones werden aan de hand van de UTK-methode geteld. Enkel Z10 en Z10 bis werden slechts gedeeltelijk volgens UTK geteld wegens de grote oppervlakte en de hiermee gepaard gaande hoge inventarisatie-inspanning. Voor alle zoekzones zijn puntlocaties van de aanwezige territoria beschikbaar. Enkel voor Z10 en Z10 bis zijn deze dus slechts voor een deel van de zoekzone ingetekend. Het Pompje, de Dudzeelse Polder en Klemskerke-Vlissegem worden hierna meer in detail voorgesteld, gezien in deze gebieden de inrichtingswerken reeds zijn uitgevoerd of voor 2010 zijn gepland. De Figuren 25 tot 27 geven de ligging van de vermoedelijke centra van de territoria van de verschillende soorten die in het Pompje broedden in 2009 weer. De Figuren 28 tot 29 geven de ligging van de vermoedelijke centra van de territoria van de verschillende soorten die in de Dudzeelse Polder broedden in 2009 weer. De Figuren 30 tot 31 geven de ligging van de vermoedelijke centra van de territoria van de verschillende soorten die in de zoekzone Klemskerke-Vlissegem broedden in 2009 weer. 51 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

52 Figuur 25. Locaties van de territoria van Bergeend Tadorna tadorna, Kuifeend Aythya fuligula, Slobeend Anas clypeata en Zomertaling Anas querquedula in het Pompje in Aangeduid is de zoekzone (blauwe arcering) en enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hpr-grasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). Figuur 26. Locaties van de territoria van Grutto Limosa limosa, Kluut Recurvirostra avosetta, Scholekster Haematopus ostralegus en Tureluur Tringa totanus in het Pompje in Aangeduid is de zoekzone (blauwe arcering) en enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hpr-grasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ).

53 Figuur 27. Locaties van de territoria van Bruine Kiekendief Circus aeruginosus, Blauwborst Luscinia svecica, Cetti s Zanger Cettia cetti, Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus en Snor Locustella luscinioides in het Pompje in Aangeduid is de zoekzone (blauwe arcering) en enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hpr-grasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). 53 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

54 Figuur 28. Locaties van de territoria van Bergeend Tadorna tadorna, Scholekster Haematopus ostralegus en Tureluur Tringa totanus in de Dudzeelse Polder in Aangeduid zijn enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hprgrasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). Figuur 29. Locaties van de territoria van Blauwborst Luscinia svecica, Graszanger Cisticola juncidis en Rietzanger Acrocephalus schoenobanus in de Dudzeelse Polder in 200. Aangeduid zijn enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hprgrasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). 54 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

55 Figuur 30. Locaties van de territoria van Bergeend Tadorna tadorna en Slobeend Anas clypeata te Klemskerke-Vlissegem in Aangeduid is de zoekzone (blauwe arcering) en enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hprgrasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). Figuur 31. Locaties van de territoria van Grutto Limosa limosa, Kluut Recurvirostra avosetta, Scholekster Haematopus ostralegus en Tureluur Tringa totanus te Klemskerke-Vlissegem in Aangeduid is de zoekzone (blauwe arcering) en enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hpr-grasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). 55 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

56 Figuur 32. Locaties van de territoria van Blauwborst Luscinia svecica en Rietzanger Acrocephalus schoenobanus te Klemskerke-Vlissegem in Aangeduid is de zoekzone (blauwe arcering) en enkele hoofdtypes landgebruik naar de BWK 2 (Hpr-grasland: ; Hp-grasland: ; akker: ; bebouwing: ; andere: ). 56 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

57 IV. VEGETATIEMONITORING Y. Adams IV.1 Inleiding Om de vegetatiesamenstellingen te meten en de evolutie op te volgen van de (bestaande en ingerichte) poldergraslanden van het SBZ-V Poldercomplex zijn in de zomer van 2009 een eerste reeks vegetatieopnames gemaakt. De bemonstering gebeurde door Steven Heyde en Yves Adams. Het gros van het vegetatieonderzoek werd gedaan in het Pompje in Klemskerke en een kleiner deel in de Dudzeelse polder. IV.2 Materiaal en methode In de graslanden die dienen opgevolgd te worden is ofwel een permanent kwadrant (pq) geplaatst, of is de totale perceelsoppervlakte zo volledig mogelijk geïnventariseerd, of is er een combinatie van beide technieken toegepast. Het pq werd steeds zo centraal mogelijk in het perceel geplaatst, op een locatie waar de reeds bestaande vegetatiesamenstelling representatief was voor de rest van het perceel. Een oppervlakte van drie op drie meter werd afgebakend voor grasmatten en voor laantjes met zilte oevervegetatie werden langwerpige rechthoeken van negen op een meter uitgemeten. Alle plantensoorten in het pq werden genoteerd en hun bedekkingen werden ingeschat volgens de gedetailleerde bedekkingschaal van Londo. De hoekpunten van de pq s werden op het terrein gemerkt met een gele fenopaal (in de hoek die georiënteerd ligt naar de ingang van het perceel) en een witte markeerplaat (hetzij op de diagonaal van het vierkant, hetzij op dezelfde zijde van de fenopaal). Van de fenopaal en markeerplaat werden de locaties ingemeten met GPS met afwijking van hoogstens enkele decimeters, en van alle pq s zijn foto s genomen. Bij de tweede methode worden de plantensoorten over gans het perceel geïnventariseerd en hun bedekking wordt geschat volgens de meer eenvoudige bedekkingschaal van Tansley. Voordeel van deze methode is de perceelsdekkende inventarisatie met een overzicht van de aanwezige soorten, maar wijzigingen of trends in de vegetatiesamenstelling over een langere periode zijn nauwelijks weer te geven. In beide deelgebieden lag het waterpeil uitzonderlijk laag in de zomer van 2009, en dat meerdere weken lang. Veel slootjes en depressies waren compleet uitgedroogd. Op drooggevallen maar nog vochtige slikplaten kon reeds een vestiging van enkele pioniersplanten en grassen worden waargenomen, en uitbreiding van enkele zilte soorten die zich vestigden aan de (opgeschoven) waterrand. Bij het plaatsen van pq s werd rekening gehouden met een te verwachten hoger (normaal) waterpeil in de komende jaren, maar kleine verplaatsingen van het kwadrant zijn in de toekomst niet uitgesloten. Sommige pq s zijn ook geplaatst op net afgegraven percelen, waardoor naast de onbedekte grondlaag enkel een beperkte pioniersvegetatie te zien was. Dit is goed te zien aan de soms lage inschattingen van de totale bedekking. De meeste zilte soorten bereiken hun hoogtepunt in de (late zomer), en is het aangeraden bemonstering later uit te voeren. Meestal zijn percelen dan echter reeds goed begraasd, en is het niet steeds evident om juiste schattingen te maken. De waarnemingen zijn ingevoerd in het programma Turboveg (Hennekens, 1995), en de GPS metingen ingelezen in GIS. 57 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

58 IV.3 Resultaten IV.3.1 Pompje In het Pompje werden er in totaal 10 permanente kwadranten geplaatst, op locaties aangeduid door de VLM. Daarnaast werden vegetatieopnames op perceelsniveau gemaakt op 13 verschillende percelen, eveneens op aanduiding. De pq s kregen de code POMP0109, POMP0209, en de perceelsopnames kregen een letter POMPA, POMPB, Pq POMP0109 kreeg weliswaar nog geen vaste merktekens en lokalisatie met GPS, maar een vegetatieopname (KLPO1) werd gemaakt op de plaats waar reeds een pq geplaatst werd tijdens eerder onderzoek naar effecten van natuurbeheer op graslanden door Heidi Demolder en Yves Adams van het INBO. De situering van deze opname ontbreekt op de kaart. Figuur 33. Situering van de pq s geplaatst in 2009 in het deelgebied het Pompje in Klemskerke. 58 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

59 Figuur 34. Situering van de percelen in het Pompje die werden geïnventariseerd volgens de Tansley-methode in Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

60 IV.3.2 Dudzele In de Dudzeelse polder zijn 4 pq s geplaatst (Hier zijn enkele jaren geleden reeds een tiental pq s geplaatst door Wim Slabbaert, Heidi Demolder en Yves Adams). Één daarvan (DUDZ0409) is echter niet afgebakend op het terrein, wegens te modderig en teveel tredgaten, zodat merktekens snel zouden verdwijnen. Van dit pq zijn echter wel de 4 hoekpunten ingemeten met GPS. De pq s kregen de code DUDZ0109, DUDZ0209, Figuur 35. Situering van de pq s geplaatst in 2009 in het deelgebied van de Dudzeelse Polder. 60 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

61 IV.3.3 Overzicht van de vegetatieopnames Hieronder een opsomming van de vegetatieopnames, zoals ingevoerd in TurboVeg, na de weergave van de gebruikte bedekkingschalen. symbool definitie omschrijving r1 sporadisch 1-3 exemplaren, < 1 % r2 sporadisch 1-3 exemplaren, 1-3 % r4 sporadisch 1-3 exemplaren, 3-5 % p1 weinig talrijk 4-20 exemplaren, < 1 % p2 weinig talrijk 4-20 exemplaren, 1-3 % p4 weinig talrijk 4-20 exemplaren, 3-5 % a1 talrijk exemplaren, < 1 % a2 talrijk exemplaren, 1-3 % a4 talrijk exemplaren, 3-5 % m1 zeer talrijk >100 exemplaren, < 1 % m2 zeer talrijk >100 exemplaren, 1-3 % m4 zeer talrijk >100 exemplaren, 3-5 % 1 Willekeurig 5-15% 2 Willekeurig 15-25% 3 Willekeurig 25-35% 4 Willekeurig 35-45% 5 Willekeurig 45-55% 6 Willekeurig 55-65% 7 Willekeurig 65-75% 8 Willekeurig 75-85% 9 Willekeurig 85-95% m1 zeer talrijk >100 (multum) - < 1 % m2 zeer talrijk >100 (multum) % m4 zeer talrijk >100 (multum) % 1 Willekeurig % 1- Willekeurig % 1+ Willekeurig % 2 Willekeurig % 3 Willekeurig % 4 Willekeurig % 5 Willekeurig % 5- Willekeurig % 5+ Willekeurig % 6 Willekeurig % 7 Willekeurig % 8 Willekeurig % 9 Willekeurig % symbool definitie omschrijving r sporadisch 1 3 exemplaren in het hele perceel l zeldzaam 4 10 ex. in het hele perceel o occasioneel exemplaren (verspreid of gegroepeerd) lf Lokaal frequent Lokaal exemplaren en bedekking < 20% f frequent Verspreid exemplaren en bedekking < 20% a abundant > 100 exemplaren of bedekking > 20% la Lokaal abundant Lokaal > 100 exemplaren of bedekking > 20% ld/cd Lokaal dominant of Soort is samen met anderen dominant co-dominant d dominant > 50% bedekkend 61 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

62 POMP0109 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/24 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -pq nog niet vastgelegd, opgenomen op vermoedelijke locatie KLPO1 -bedoeling om riet op te volgen: 17m van rietkant/gracht Agrostis stolonifera-kl Atriplex species-kl Elymus repens-kl Glaux maritima-kl Juncus gerardi-kl Plantago major-kl Potentilla anserina-kl Trifolium fragiferum-kl 6 Fioringras r1 Melde (G) m4 Kweek p1 Melkkruid 4 Zilte rus r2 Grote weegbree s.l. 2 Zilverschoon p1 Aardbeiklaver POMP0209 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/24 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: zelfde perceel als POMP0109, maar andere kant, tegen rietgracht Agrostis stolonifera-kl Cirsium arvense-kl Cynosurus cristatus-kl Elymus repens-kl Lolium perenne-kl Trifolium fragiferum-kl Trifolium repens-kl 1 Fioringras a4 Akkerdistel p1 Kamgras 1 Kweek 6 Engels raaigras p2 Aardbeiklaver 3 Witte klaver POMP0309 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/24 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 40 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -perceel met afgraving -reeds begraasd door 16 koe en 1 stier -uitgedroogd -pq half in gras, half in afgraving 62 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

63 Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Aster tripolium-kl Ceratodon species-ml Juncus effusus-kl Juncus tenuis-kl Matricaria maritima-kl Phragmites australis-kl Poa annua-kl Polygonum aviculare Polygonum species-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sardous-kl Rorippa palustris-kl Samolus valerandi-kl Spergularia salina-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium repens-kl Triglochin palustris-kl 1 Fioringras p2 Geknikte vossestaart r1 Zulte 1 Purpersteeltje (G) a2 Pitrus r1 Tengere rus r1 Reukeloze kamille a2 Riet 1 Straatgras *-kl p1 Varkensgras r1 Duizendknoop (G) 1 Kruipende boterbloem r1 Behaarde boterbloem p1 Moeraskers r1 Waterpunge r1 Zilte schijnspurrie r1 Gewone paardebloem p2 Witte klaver r1 Moeraszoutgras POMP0409 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/24 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%) 98 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: zelfde perceel als POMP0309 Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Cirsium arvense-kl Elymus repens-kl Lolium perenne-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Polygonum aviculare Ranunculus sardous-kl Rorippa palustris-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium repens-kl 6 Fioringras a2 Geknikte vossestaart p2 Akkerdistel 2 Kweek 2 Engels raaigras r1 Grote weegbree s.l. m4 Straatgras *-kl p1 Varkensgras a2 Behaarde boterbloem r1 Moeraskers p1 Gewone paardebloem a4 Witte klaver POMP0509 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/24 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 15 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke 63 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

64 Opmerkingen: Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Bellis perennis-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Epilobium species-kl Holcus lanatus-kl Matricaria maritima-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Ranunculus repens-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium repens-kl -klein perceeltje voor rietontwikkeling -recent koeien rondgelopen (geen weide) a4 Fioringras p1 Geknikte vossestaart p1 Madeliefje p2 Akkerdistel r2 Speerdistel r2 Basterdwederik (G) r1 Gestreepte witbol r1 Reukeloze kamille p2 Grote weegbree s.l. a4 Straatgras p2 Kruipende boterbloem r1 Gewone paardebloem p1 Witte klaver POMP0609 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 1 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -afgegraven perceel -naast poel -buiten pq (met bedekking p tot a): grove varkenskers, zeebies, zeeaster, geknikte vossenstaart, fiorin, grote weegbree, reukeloze kamille, behaarde boterbloem, zilte rus, tengere rus, riet, schijfkamille (zie ook tansley opname perceel 26/8) Chenopodium rubrum-kl Plantago major-kl Poa annua-kl r1 Rode ganzevoet p1 Grote weegbree s.l. r1 Straatgras POMP0709 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 1 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -zelfde perceel als POMP0609 -maar verder van poel ZW -soorten buiten pq: zie POMP0609 Agrostis stolonifera-kl Aster tripolium-kl Juncus gerardi-kl Plantago major-kl r1 Fioringras r1 Zulte r1 Zilte rus r1 Grote weegbree s.l. 64 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

65 POMP0809 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 9.00 Breedte proefvlak (m): 1.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 55 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Atriplex species-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Elymus repens-kl Hordeum secalinum-kl Juncus effusus-kl Juncus gerardi-kl Lolium perenne-kl Phleum pratense-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Ranunculus repens-kl Spergularia salina-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium repens-kl 3 Fioringras a4 Geknikte vossestaart r1 Melde (G) p2 Akkerdistel r1 Speerdistel 2 Kweek r1 Veldgerst r1 Pitrus r1 Zilte rus 3 Engels raaigras p1 Timoteegras s.l. r1 Grote weegbree s.l. a2 Straatgras r1 Kruipende boterbloem p1 Zilte schijnspurrie p1 Gewone paardebloem 1 Witte klaver POMP0909 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 1 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -Afgegraven perceel No species found POMP1009 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -Afgegraven perceel, nog geen planten No species found 65 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

66 POMPA Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/26 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: Opname op perceelsniveau, reeds begraasd door 7 koeien, korte grasmat Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Atriplex prostrata-kl Bellis perennis-kl Centaurium littorale-kl Cerastium fontanum s.l.-kl Chenopodium rubrum-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Cynosurus cristatus-kl Elymus repens-kl Epilobium parviflorum-kl Erigeron canadensis-kl Hordeum secalinum-kl Juncus effusus-kl Juncus gerardi-kl Juncus inflexus-kl Juncus tenuis-kl Lolium perenne-kl Phleum pratense-kl Phragmites australis-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Polygonum aviculare Polygonum persicaria-kl Potentilla anserina-kl Puccinellia species-kl Pulicaria dysenterica-kl Ranunculus acris-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sceleratus-kl Rorippa palustris-kl Samolus valerandi-kl Scirpus maritimus-kl Sonchus asper-kl Spergularia salina-kl Stellaria media-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium fragiferum-kl Trifolium repens-kl Triglochin palustris-kl f Fioringras o Geknikte vossestaart r Spiesmelde r Madeliefje r Strandduizendguldenkruid l Gewone en Glanzige hoornb l Rode ganzevoet a Akkerdistel f Speerdistel f Kamgras o Kweek r Viltige basterdwederik r Canadese fijnstraal o Veldgerst l Pitrus r Zilte rus r Zeegroene rus r Tengere rus a Engels raaigras f Timoteegras s.l. l Riet o Grote weegbree s.l. f Straatgras *-kl o Varkensgras l Perzikkruid r Zilverschoon l Kweldergras (G) l Heelblaadjes r Scherpe boterbloem o Kruipende boterbloem l Blaartrekkende boterbloem r Moeraskers r Waterpunge l Heen r Gekroesde melkdistel o Zilte schijnspurrie r Vogelmuur o Gewone paardebloem l Aardbeiklaver a Witte klaver l Moeraszoutgras 66 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

67 POMPB Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/26 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: nog niet begraasd Agrostis stolonifera-kl f Fioringras Alopecurus geniculatus-kl o Geknikte vossestaart Aster tripolium-kl r Zulte Atriplex prostrata-kl l Spiesmelde Capsella bursa-pastoris-kl l Gewoon herderstasje Carex cuprina-kl r Valse voszegge Carex hirta-kl l Ruige zegge Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl o Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl o Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl f Akkerdistel Cirsium vulgare-kl l Speerdistel Crepis biennis-kl o Groot streepzaad Cynosurus cristatus-kl a Kamgras Eleocharis palustris-kl lf Waterbies Elymus repens-kl o Kweek Eupatorium cannabinum-kl r Koninginnekruid Euphorbia helioscopia-kl r Kroontjeskruid Holcus lanatus-kl o Gestreepte witbol Hordeum secalinum-kl la Veldgerst Juncus gerardi-kl l Zilte rus Juncus inflexus-kl r Zeegroene rus Juncus tenuis-kl o Tengere rus Lolium perenne-kl a Engels raaigras Matricaria discoidea-kl r Schijfkamille Matricaria maritima-kl r Reukeloze kamille Matricaria recutita-kl l Echte kamille Melilotus species-kl r Honingklaver (G) Phleum pratense-kl a Timoteegras s.l. Phragmites australis-kl o Riet Plantago major-kl o Grote weegbree s.l. Poa trivialis-kl lf Ruw beemdgras Polygonum amphibium-kl r Veenwortel Polygonum aviculare *-kl l Varkensgras Polygonum persicaria-kl r Perzikkruid Potentilla anserina-kl l Zilverschoon Puccinellia distans-kl r Stomp kweldergras s.l. Ranunculus acris-kl o Scherpe boterbloem Ranunculus repens-kl o Kruipende boterbloem Rorippa palustris-kl l Moeraskers Rumex species-kl r Zuring (G) Scirpus maritimus-kl l Heen Senecio jacobaea-kl r Jakobskruiskruid s.l. Sonchus asper-kl l Gekroesde melkdistel Spergularia salina-kl l Zilte schijnspurrie Taraxacum officinale s.s.-kl r Gewone paardebloem Trifolium fragiferum-kl l Aardbeiklaver Trifolium repens-kl a Witte klaver Vicia sativa ssp. sativa-kl r Voederwikke 67 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

68 POMPC Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/26 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -nog niet begraasd -dwarsgrachtjes Agrostis stolonifera-kl a Fioringras Alopecurus geniculatus-kl f Geknikte vossestaart Atriplex prostrata-kl r Spiesmelde Capsella bursa-pastoris-kl r Gewoon herderstasje Carex cuprina-kl l Valse voszegge Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl l Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl l Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl lf Akkerdistel Cirsium vulgare-kl r Speerdistel Crepis biennis-kl l Groot streepzaad Cynosurus cristatus-kl f Kamgras Eleocharis palustris-kl o Waterbies Elymus repens-kl o Kweek Holcus lanatus-kl l Gestreepte witbol Hordeum secalinum-kl f Veldgerst Juncus gerardi-kl f Zilte rus Juncus inflexus-kl r Zeegroene rus Lolium perenne-kl f Engels raaigras Lotus corniculatus ssp. corniculatu-kl r Gewone rolklaver Phleum pratense-kl o Timoteegras s.l. Phragmites australis-kl la Riet Plantago major-kl o Grote weegbree s.l. Poa trivialis-kl o Ruw beemdgras Polygonum amphibium-kl r Veenwortel Polygonum aviculare *-kl l Varkensgras Polygonum persicaria-kl l Perzikkruid Potentilla anserina-kl a Zilverschoon Ranunculus repens-kl l Kruipende boterbloem Rorippa palustris-kl l Moeraskers Scirpus maritimus-kl l Heen Stellaria media-kl r Vogelmuur Taraxacum officinale s.s.-kl l Gewone paardebloem Trifolium fragiferum-kl l Aardbeiklaver Trifolium repens-kl f Witte klaver 68 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

69 POMPD Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/26 Bedekking totaal (%): 10 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -geplagd perceel -wel nog grazige randen -10% vegetatie (randen inclus) -3 koeien -dwarsslootjes -bijna geen water Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Bellis perennis-kl Capsella bursa-pastoris-kl Chenopodium rubrum-kl Cirsium arvense-kl Elymus repens-kl Epilobium hirsutum-kl Hordeum secalinum-kl Juncus bulbosus-kl Juncus gerardi-kl Juncus tenuis-kl Lolium perenne-kl Matricaria discoidea-kl Matricaria recutita-kl Phleum pratense-kl Phragmites australis-kl Plantago coronopus-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Polygonum aviculare Polygonum persicaria-kl Populus species-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sceleratus-kl Rorippa palustris-kl Rumex crispus-kl Salix species-kl Samolus valerandi-kl Scirpus maritimus-kl Senecio inaequidens-kl Senecio vulgaris-kl Solanum lycopersicum-kl Sonchus asper-kl Spergularia salina-kl Stellaria media-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium fragiferum-kl Trifolium repens-kl Tussilago farfara-kl lf Fioringras l Geknikte vossestaart r Madeliefje r Gewoon herderstasje f Rode ganzevoet r Akkerdistel lf Kweek r Harig wilgeroosje l Veldgerst l Knolrus s.l. r Zilte rus r Tengere rus la Engels raaigras r Schijfkamille o Echte kamille lf Timoteegras s.l. lf Riet r Hertshoornweegbree l Grote weegbree s.l. l Straatgras *-kl l Varkensgras l Perzikkruid r Populier (G) l Kruipende boterbloem f Blaartrekkende boterbloem l Moeraskers l Krulzuring r Wilg (G) o Waterpunge l Heen r Bezemkruiskruid r Klein kruiskruid r Tomaat r Gekroesde melkdistel l Zilte schijnspurrie l Vogelmuur o Gewone paardebloem r Aardbeiklaver la Witte klaver l Klein hoefblad 69 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

70 POMPE Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/26 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -vrij voedselrijke wei met zilte dwarsgrachtjes -2 koeien Agrostis stolonifera-kl f Fioringras Alopecurus geniculatus-kl f Geknikte vossestaart Carex hirta-kl r Ruige zegge Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl o Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl lf Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl o Akkerdistel Cirsium vulgare-kl l Speerdistel Cynosurus cristatus-kl la Kamgras Elymus repens-kl f Kweek Holcus lanatus-kl o Gestreepte witbol Hordeum secalinum-kl lf Veldgerst Juncus inflexus-kl r Zeegroene rus Juncus tenuis-kl l Tengere rus Lolium perenne-kl a Engels raaigras Matricaria discoidea-kl r Schijfkamille Matricaria recutita-kl o Echte kamille Phleum pratense-kl f Timoteegras s.l. Phragmites australis-kl r Riet Plantago major-kl lf Grote weegbree s.l. Poa trivialis-kl f Ruw beemdgras Polygonum amphibium-kl l Veenwortel Polygonum aviculare *-kl l Varkensgras Polygonum persicaria-kl r Perzikkruid Potentilla anserina-kl lf Zilverschoon Ranunculus (Batrachium) species-kl l Ranunculus acris-kl r Scherpe boterbloem Ranunculus repens-kl o Kruipende boterbloem Ranunculus sardous-kl l Behaarde boterbloem Ranunculus sceleratus-kl r Blaartrekkende boterbloem Rorippa palustris-kl l Moeraskers Rumex crispus-kl l Krulzuring Spergularia salina-kl o Zilte schijnspurrie Taraxacum officinale s.s.-kl o Gewone paardebloem Trifolium fragiferum-kl o Aardbeiklaver Trifolium repens-kl a Witte klaver POMPF Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 65 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -35% geplagd: open grond + plas -pq POMP in perceel Agrostis stolonifera-kl f Fioringras 70 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

71 Alopecurus geniculatus-kl Aster tripolium-kl Chenopodium rubrum-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Coronopus squamatus-kl Cynosurus cristatus-kl Elymus repens-kl Holcus lanatus-kl Juncus gerardi-kl Juncus inflexus-kl Juncus tenuis-kl Lolium perenne-kl Matricaria discoidea-kl Matricaria maritima-kl Matricaria recutita-kl Phleum pratense-kl Phragmites australis-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Poa trivialis-kl Polygonum aviculare Polygonum persicaria-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sardous-kl Ranunculus sceleratus-kl Rorippa palustris-kl Rumex crispus-kl Samolus valerandi-kl Scirpus maritimus-kl Senecio jacobaea-kl Sonchus asper-kl Spergularia salina-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium fragiferum-kl Trifolium repens-kl l Geknikte vossestaart r Zulte lf Rode ganzevoet o Akkerdistel l Speerdistel r Grove varkenskers l Kamgras f Kweek l Gestreepte witbol r Zilte rus r Zeegroene rus r Tengere rus a Engels raaigras r Schijfkamille r Reukeloze kamille r Echte kamille o Timoteegras s.l. r Riet o Grote weegbree s.l. l Straatgras o Ruw beemdgras *-kl l Varkensgras r Perzikkruid o Kruipende boterbloem r Behaarde boterbloem l Blaartrekkende boterbloem r Moeraskers o Krulzuring r Waterpunge r Heen r Jakobskruiskruid s.l. r Gekroesde melkdistel l Zilte schijnspurrie f Gewone paardebloem r Aardbeiklaver f Witte klaver POMPG Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -naast perceel POMPF Achillea millefolium-kl Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Bellis perennis-kl Capsella bursa-pastoris-kl Chenopodium rubrum-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Crepis biennis-kl Cynosurus cristatus-kl Elymus repens-kl Holcus lanatus-kl r Gewoon duizendblad f Fioringras l Geknikte vossestaart l Madeliefje r Gewoon herderstasje r Rode ganzevoet o Akkerdistel r Speerdistel r Groot streepzaad f Kamgras f Kweek l Gestreepte witbol 71 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

72 Hordeum secalinum-kl Juncus inflexus-kl Lolium perenne-kl Matricaria discoidea-kl Phleum pratense-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Polygonum aviculare Polygonum persicaria-kl Potentilla anserina-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sardous-kl Rorippa palustris-kl Senecio jacobaea-kl Senecio vulgaris-kl Stellaria media-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium pratense-kl Trifolium repens-kl Vicia species-kl o Veldgerst l Zeegroene rus a Engels raaigras r Schijfkamille o Timoteegras s.l. l Grote weegbree s.l. r Straatgras *-kl r Varkensgras r Perzikkruid r Zilverschoon o Kruipende boterbloem o Behaarde boterbloem l Moeraskers l Jakobskruiskruid s.l. r Klein kruiskruid r Vogelmuur o Gewone paardebloem r Rode klaver a Witte klaver r Wikke (G) POMPH Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 70 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -boven perceel POMPH -30% afgegraven -reeds begraasd door 20 koeien -Tansley opname enkel van achterste deel van perceel met afgraving Agrostis stolonifera-kl a Fioringras Alopecurus geniculatus-kl l Geknikte vossestaart Aster tripolium-kl r Zulte Capsella bursa-pastoris-kl r Gewoon herderstasje Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl r Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl r Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl o Akkerdistel Cirsium vulgare-kl r Speerdistel Cynosurus cristatus-kl f Kamgras Elymus repens-kl o Kweek Epilobium hirsutum-kl r Harig wilgeroosje Holcus lanatus-kl o Gestreepte witbol Juncus bulbosus-kl r Knolrus s.l. Juncus inflexus-kl l Zeegroene rus Juncus tenuis-kl r Tengere rus Lolium perenne-kl a Engels raaigras Matricaria discoidea-kl r Schijfkamille Matricaria recutita-kl r Echte kamille Phleum pratense-kl a Timoteegras s.l. Phragmites australis-kl l Riet Plantago major-kl o Grote weegbree s.l. Poa annua-kl r Straatgras Poa trivialis-kl l Ruw beemdgras Polygonum aviculare *-kl l Varkensgras 72 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

73 Puccinellia distans-kl Ranunculus acris-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sardous-kl Ranunculus sceleratus-kl Rorippa palustris-kl Spergularia salina-kl Stellaria media-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium repens-kl r Stomp kweldergras s.l. r Scherpe boterbloem o Kruipende boterbloem o Behaarde boterbloem r Blaartrekkende boterbloem l Moeraskers l Zilte schijnspurrie r Vogelmuur l Gewone paardebloem a Witte klaver POMPI Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 35 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -met pq POMP reeds begraasd door 14 koe Agrostis stolonifera-kl a Fioringras Alopecurus geniculatus-kl l Geknikte vossestaart Atriplex prostrata-kl r Spiesmelde Bellis perennis-kl l Madeliefje Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl r Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl r Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl o Akkerdistel Cirsium vulgare-kl r Speerdistel Cynosurus cristatus-kl a Kamgras Elymus repens-kl l Kweek Gnaphalium uliginosum-kl r Moerasdroogbloem Holcus lanatus-kl l Gestreepte witbol Hordeum secalinum-kl f Veldgerst Juncus bulbosus-kl r Knolrus s.l. Juncus tenuis-kl l Tengere rus Lolium perenne-kl a Engels raaigras Matricaria maritima-kl r Reukeloze kamille Matricaria recutita-kl r Echte kamille Phleum pratense-kl a Timoteegras s.l. Phragmites australis-kl r Riet Plantago major-kl o Grote weegbree s.l. Poa annua-kl l Straatgras Poa trivialis-kl l Ruw beemdgras Polygonum aviculare *-kl o Varkensgras Potentilla anserina-kl l Zilverschoon Ranunculus acris-kl r Scherpe boterbloem Ranunculus repens-kl l Kruipende boterbloem Ranunculus sardous-kl l Behaarde boterbloem Ranunculus sceleratus-kl r Blaartrekkende boterbloem Rorippa palustris-kl r Moeraskers Samolus valerandi-kl r Waterpunge Sonchus asper-kl r Gekroesde melkdistel Spergularia salina-kl o Zilte schijnspurrie Taraxacum officinale s.s.-kl l Gewone paardebloem Trifolium repens-kl a Witte klaver 73 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

74 POMPJ Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 30 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -perceel met pq POMP oppervlakte tussen prikkeldraden -perceel met afgravingen Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Aster tripolium-kl Atriplex prostrata-kl Bellis perennis-kl Ceratodon species-kl Chenopodium rubrum-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Echinochloa crus-galli-kl Elymus repens-kl Epilobium spec 1-kl Holcus lanatus-kl Juncus effusus-kl Juncus inflexus-kl Juncus tenuis-kl Lolium perenne-kl Matricaria discoidea-kl Matricaria maritima-kl Matricaria recutita-kl Phragmites australis-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Poa trivialis-kl Polygonum aviculare Polygonum persicaria-kl Populus species-kl Puccinellia distans-kl Ranunculus acris-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sardous-kl Ranunculus sceleratus-kl Rorippa palustris-kl Salix species-kl Samolus valerandi-kl Senecio jacobaea-kl Solanum nigrum-kl Sonchus asper-kl Spergularia salina-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium fragiferum-kl Trifolium repens-kl Triglochin palustris-kl Tussilago farfara-kl a Fioringras f Geknikte vossestaart r Zulte r Spiesmelde r Madeliefje lf Purpersteeltje (G) l Rode ganzevoet lf Akkerdistel l Speerdistel r Hanepoot o Kweek r Basterdwederik1(G) o Gestreepte witbol r Pitrus o Zeegroene rus l Tengere rus a Engels raaigras r Schijfkamille r Reukeloze kamille r Echte kamille f Riet o Grote weegbree s.l. o Straatgras l Ruw beemdgras *-kl o Varkensgras r Perzikkruid r Populier (G) r Stomp kweldergras s.l. l Scherpe boterbloem o Kruipende boterbloem l Behaarde boterbloem l Blaartrekkende boterbloem l Moeraskers r Wilg (G) r Waterpunge r Jakobskruiskruid s.l. r Zwarte nachtschade s.l. l Gekroesde melkdistel o Zilte schijnspurrie o Gewone paardebloem r Aardbeiklaver f Witte klaver r Moeraszoutgras l Klein hoefblad 74 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

75 POMPK Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -perceel bij gebouw -met pq POMP grenzen niet op perceel zichtbaar -reeds begraasd door <20 koeien Agrostis stolonifera-kl a Fioringras Alopecurus geniculatus-kl o Geknikte vossestaart Atriplex prostrata-kl r Spiesmelde Bellis perennis-kl r Madeliefje Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl r Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl lf Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl f Akkerdistel Cirsium vulgare-kl r Speerdistel Cynosurus cristatus-kl o Kamgras Elymus repens-kl f Kweek Glechoma hederacea-kl r Hondsdraf Holcus lanatus-kl o Gestreepte witbol Hordeum secalinum-kl l Veldgerst Juncus gerardi-kl r Zilte rus Juncus inflexus-kl l Zeegroene rus Lolium perenne-kl a Engels raaigras Phleum pratense-kl o Timoteegras s.l. Phragmites australis-kl r Riet Plantago major-kl o Grote weegbree s.l. Poa annua-kl o Straatgras Poa trivialis-kl l Ruw beemdgras Polygonum aviculare *-kl l Varkensgras Polygonum persicaria-kl l Perzikkruid Populus species-kl r Populier (G) Potentilla anserina-kl r Zilverschoon Ranunculus acris-kl l Scherpe boterbloem Ranunculus repens-kl o Kruipende boterbloem Ranunculus sardous-kl l Behaarde boterbloem Ranunculus sceleratus-kl r Blaartrekkende boterbloem Rorippa palustris-kl l Moeraskers Senecio vulgaris-kl r Klein kruiskruid Sonchus asper-kl r Gekroesde melkdistel Spergularia salina-kl l Zilte schijnspurrie Stellaria media-kl r Vogelmuur Taraxacum officinale s.s.-kl o Gewone paardebloem Trifolium fragiferum-kl f Aardbeiklaver Trifolium repens-kl a Witte klaver 75 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

76 POMPL Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 100 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -begraasd door 14 koe -naast boerderij aan 'Zilte schorreweiden' Agrostis stolonifera-kl Alopecurus geniculatus-kl Aster tripolium-kl Atriplex prostrata-kl Bellis perennis-kl Chenopodium rubrum-kl Cirsium arvense-kl Cirsium vulgare-kl Cynosurus cristatus-kl Elymus repens-kl Epilobium hirsutum-kl Epilobium spec 1-kl Festuca pratensis-kl Juncus gerardi-kl Juncus inflexus-kl Juncus tenuis-kl Lolium perenne-kl Matricaria maritima-kl Matricaria recutita-kl Melilotus species-kl Phleum pratense-kl Phragmites australis-kl Plantago major-kl Poa annua-kl Polygonum aviculare Potentilla anserina-kl Pulicaria dysenterica-kl Ranunculus acris-kl Ranunculus repens-kl Ranunculus sardous-kl Ranunculus sceleratus-kl Rorippa palustris-kl Rumex crispus-kl Rumex species-kl Senecio jacobaea-kl Sonchus asper-kl Spergularia salina-kl Taraxacum officinale s.s.-kl Trifolium repens-kl a Fioringras o Geknikte vossestaart r Zulte r Spiesmelde l Madeliefje l Rode ganzevoet f Akkerdistel l Speerdistel r Kamgras f Kweek r Harig wilgeroosje r Basterdwederik1(G) o Beemdlangbloem r Zilte rus o Zeegroene rus l Tengere rus a Engels raaigras r Reukeloze kamille l Echte kamille r Honingklaver (G) o Timoteegras s.l. r Riet l Grote weegbree s.l. l Straatgras *-kl l Varkensgras r Zilverschoon r Heelblaadjes l Scherpe boterbloem f Kruipende boterbloem l Behaarde boterbloem r Blaartrekkende boterbloem o Moeraskers l Krulzuring r Zuring (G) r Jakobskruiskruid s.l. r Gekroesde melkdistel l Zilte schijnspurrie o Gewone paardebloem a Witte klaver 76 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

77 POMPM Bedekkingsschaal: Tansley Ihd Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/28 Bedekking totaal (%): 90 Permanent Quadraat (J/N): N Plaats: Pompje, Klemskerke Opmerkingen: -aan 'Zilte schorreweiden' -begraasd door 10 koe Agrostis stolonifera-kl a Fioringras Alopecurus geniculatus-kl l Geknikte vossestaart Atriplex prostrata-kl r Spiesmelde Bellis perennis-kl l Madeliefje Cerastium fontanum ssp. vulgare-kl r Gewone hoornbloem Chenopodium rubrum-kl l Rode ganzevoet Cirsium arvense-kl l Akkerdistel Cirsium vulgare-kl r Speerdistel Cynosurus cristatus-kl f Kamgras Elymus repens-kl o Kweek Epilobium spec 1-kl r Basterdwederik1(G) Glaux maritima-kl r Melkkruid Holcus lanatus-kl l Gestreepte witbol Hordeum secalinum-kl a Veldgerst Juncus inflexus-kl r Zeegroene rus Juncus tenuis-kl r Tengere rus Lamium purpureum-kl r Paarse dovenetel s.l. Lolium perenne-kl a Engels raaigras Matricaria maritima-kl r Reukeloze kamille Matricaria recutita-kl r Echte kamille Phleum pratense-kl f Timoteegras s.l. Plantago major-kl o Grote weegbree s.l. Poa annua-kl l Straatgras Polygonum persicaria-kl r Perzikkruid Puccinellia distans-kl l Stomp kweldergras s.l. Ranunculus repens-kl o Kruipende boterbloem Ranunculus sardous-kl r Behaarde boterbloem Ranunculus sceleratus-kl l Blaartrekkende boterbloem Rorippa palustris-kl r Moeraskers Scirpus maritimus-kl la Heen Solanum nigrum-kl r Zwarte nachtschade s.l. Sonchus asper-kl r Gekroesde melkdistel Spergularia salina-kl lf Zilte schijnspurrie Stellaria media-kl r Vogelmuur Taraxacum officinale s.s.-kl l Gewone paardebloem Trifolium fragiferum-kl r Aardbeiklaver Trifolium repens-kl a Witte klaver Urtica urens-kl r Kleine brandnetel 77 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

78 DUDZ0109 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 90 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Dudzeelse polder, Zeebrugge Opmerkingen: -Driehoekig perceel langs weg café Overzet -Reeds begraasd -PQ langs sloot in midden perceel, graslanddeel bedekking: 100%, sloot: 0% Agrostis stolonifera-kl Aster tripolium-kl Atriplex species-kl Elymus repens-kl Glaux maritima-kl Hordeum secalinum-kl Juncus gerardi-kl Lolium perenne-kl Salicornia europaea-kl 2 Fioringras r1 Zulte p1 Melde (G) 6 Kweek 1 Melkkruid 2 Veldgerst 1 Zilte rus 1 Engels raaigras r1 Kortarige zeekraal DUDZ0209 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 90 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Dudzeelse polder, Zeebrugge Opmerkingen: -Reeds begraasd, zeekraal en slik Aster tripolium-kl Puccinellia fasciculata-kl Salicornia europaea-kl Spergularia salina-kl r1 Zulte r1 Blauw kweldergras 9 Kortarige zeekraal 1 Zilte schijnspurrie DUDZ0309 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/08/25 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 90 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Dudzeelse polder, Zeebrugge Opmerkingen: -Zeekraal vegetatie en droog(!) Aster tripolium-kl Salicornia europaea-kl r1 Zulte 10 Kortarige zeekraal 78 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

79 DUDZ0409 Bedekkingsschaal: Londo (1) volledig Datum (jaar/maand/dag): 2009/09/01 Lengte proefvlak (m): 3.00 Breedte proefvlak (m): 3.00 Opp. proefvlak (m²): 9.00 Bedekking totaal (%): 75 Permanent Quadraat (J/N): J Plaats: Dudzeelse polder, Zeebrugge Opmerkingen: -referentieperceel: zie perceelsopname 09/07/2009 -geen plaatjes gezet: té drassig -wel 4 hoekpunten ingemeten met GPS -recht tegenover peilbuis, dicht tegen middengrachtje -reeds begraasd door 5 koeien, groter begrazingsblok -veel tredgaten Aster tripolium-kl Juncus gerardi-kl Puccinellia maritima-kl Salicornia europaea-kl Spergularia salina-kl 2 Zulte 2 Zilte rus 3 Gewoon kweldergras 1 Kortarige zeekraal a4 Zilte schijnspurrie 79 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

80 80 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

81 V. MONITORING HYDROLOGIE NATUURCOMPENSATIES ACHTERHAVEN ZEE- BRUGGE Edgard Daemen V.1 Algemeen In het najaar van 2009 zijn er voor de realisatie van de natuurcompensaties voor de achterhaven van Zeebrugge in drie zoekzones inrichtingswerken gerealiseerd: - Zoekzone Z1 Klemskerke-Vlissegem fase I en Z9 Put van Vlissegem: voorlopige oplevering 29/10/ Zoekzone Z4 Pompje fase I: voorlopige oplevering 11/09/ Zoekzone Z9 Eendenkooi Ter Doest: voorlopige oplevering voorzien in december Monitoring moet bevestigen of door de inrichtingswerken in deze zoekzones de doelstelling van de compensatiematrix wordt gerealiseerd, en of de voorziene oppervlakten van te realiseren habitat kunnen worden geborgen. Een belangrijk onderdeel van de monitoring is de opvolging van de hydrologische condities na de inrichtingswerken, of deze evolutie binnen de verwachtingen ligt en hoe deze hydrologische condities een invloed hebben op de ontwikkeling van de vegetatie. Voor de hydrologische monitoring wordt een onderscheid gemaakt tussen de monitoring van oppervlaktewaterpeilen en van grondwaterpeilen. Het oppervlaktewaterpeil wordt gestuurd door de inrichtingsmaatregel van opstuwing. De monitoring van het oppervlaktewaterpeil geeft in deze zin de mogelijkheid om na te gaan in hoeverre de gehanteerde stuwpeilen de verwachte oppervlaktewaterpeilen geeft. Anderzijds heeft de opstuwing van het oppervlaktewaterpeil tot doel om het grondwaterpeil te verhogen. Door metingen van zowel oppervlaktewaterpeil als grondwaterpeil, kan worden nagegaan in hoeverre het grondwaterpeil op het gewijzigde oppervlaktewaterpeil reageert volgens de hydrologische modellering die is gedaan bij de uitwerking van de inrichtingsplannen. Zowel oppervlaktewaterpeil als grondwaterpeil hebben een determinerende invloed op de vegetatieontwikkeling. Het oppervlaktewaterpeil is hierbij vooral rechtstreeks determinerend door de periode gedurende welke inundatie optreedt. Onrechtstreeks is er invloed op het grondwaterpeil. Het grondwaterpeil is vooral een determinerende parameter bij de vegetatieontwikkeling door grondwatertoestand in voorjaar en zomer. Voorafgaand aan de inrichting heeft de Vlaamse Landmaatschappij in de meeste zoekzones een netwerk van peilbuizen opgezet. De gegevens die langs dit netwerk zijn verzameld worden gebruikt om optimale inrichtingsmaatregelen te kunnen voorstellen. Voor de monitoring na de inrichting zijn er wijzigingen noodzakelijk in dit netwerk van peilbuizen. Enerzijds is het essentieel dat de verzamelde hydrologische monitoringgegevens kunnen worden gekoppeld aan de monitoringgegevens van de vegetatieontwikkeling. Daarom liggen de permanente kwadraten van de vegetatieopnames steeds in de onmiddellijke omgeving van de peilbuizen. Hiervoor is het noodzakelijk dat een aantal peilbuizen van het bestaande netwerk niet meer in het monitoringnetwerk worden opgenomen en dat er een aantal nieuwe peilbuizen worden bijgeplaatst. Anderzijds is het noodzakelijk om voor alle peilbuizen in het monitoringnetwerk een automatische peilregistratie te voorzien, teneinde het aantal te investeren manuren sterk te beperken. In september 2009 zijn in de zoekzone Z4 Pompje en Z8 Dudzeelse polder een aantal nieuwe peilbuizen geplaatst en voorzien van divers voor automatische registratie. De peilbuizen die zijn voorzien in de zoekzones Z1 Klemskerke-Vlissegem en Z9 Eendenkooi Ter Doest zullen begin 2010 worden geplaatst. 81 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

82 In dit tussentijds verslag zullen nog geen meetgegevens van het nieuwe netwerk worden gegeven. De periode waarin gemeten is, is te kort om zinvolle conclusies aan te koppelen. Bij het definitieve rapport van mei 2010 zullen de meetgegevens vanaf september 2009 wel worden verwerkt en besproken. In dit tussentijds verslag wordt voor elke zoekzone waar monitoring opgestart wordt een korte beschrijving gegeven de hydrologische kenmerken van de zoekzone, de hydrologische maatregelen die zijn doorgevoerd en een beschrijving van het nieuwe monitoringnetwerk per zoekzone. V.2 Bespreking per zoekzone V.2.1 Z4 Pompje V Algemene beschrijving hydrologische condities V Oppervlaktewater V Hydrografie Het compensatiegebied t Pompje ligt volledig binnen het bemalingsgebied De Steger van de Nieuwe Polder van Blankenberge. Dit bemalingsgebied (1.837 ha) werd door de ruilverkaveling Houtave ( ) en de ruilverkaveling Paddegat ( ) volledig heringericht en aangesloten op een nieuw poldergemaal, De Steger. De uitgebrikte, laaggelegen gronden van t Pompje (RMD- terrein) en de Schorreweide kregen vanwege hun bestemming (gebied voor gemeenschapsvoorzieningen, resp. natuurgebied) tijdens de ruilverkaveling Paddegat een afzonderlijke afwatering t.o.v. de omliggende gronden, die een landbouwbestemming hebben. Binnen t Pompje en de Schorreweide kan op die manier een hoger waterpeil aangehouden worden dan in de omringende landbouwgronden. De waterloop O.3A.11 (2de categorie) watert de landbouwgronden gelegen rond en opwaarts van het t Pompje af en staat in open verbinding met het Noordgeleed (2de categorie). De waterloop O.3A.9 (niet geklasseerd) watert een aantal laaggelegen weilanden (huiskavels) binnen het t Pompje af en staat ook in open verbinding met het Noordgeleed. De waterloop O.3A.10(.1) (niet geklasseerd) watert het t Pompje en de Schorreweide af. Via een stuw wordt het water in deze waterloop hoger opgehouden dan in het Noordgeleed. Via een stuw tussen de Schorreweide en t Pompje kan indien gewenst het waterpeil in de Schorreweide nog hoger gehouden worden. Deze stuw wordt momenteel niet gebruikt. Er is een watertap gebouwd helemaal stroomopwaarts O.3A.10.1 om indien gewenst water uit de Noordede aan te voeren. Deze watertap is momenteel echter disfunctioneel. Tijdens periodes van droogte wordt daarom water uit het Noordgeleed overgepompt in het RMD-terrein t Pompje. V Oppervlaktewaterpeilen Het poldergemaal De Steger heeft volgende aanslagpeilen: zomer: + 1,30 m TAW winter: + 0,95 m TAW tussenseizoen: +1,10 m TAW Ter hoogte van het t Pompje resulteert dit in volgende gemiddelde peilen in het Noordgeleed (meetperiode april 2004 tot en met september 2005): zomer: +1,37 m TAW winter: +1,23 m TAW, minimum: +1,07 m TAW, maximum: +1,58 m TAW tussenseizoen: +1,28 m TAW 82 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

83 De waterloop O.3A.10 wordt opgestuwd door middel van een beweegbare klepstuw op het uitmondingspunt op het Noordgeleed. Deze stuw staat het hele jaar door op een peil van ongeveer 1,65 m TAW. Dit vaste stuwpeil resulteert in volgende peilen (meetperiode april 2004 tot en met september 2005): t Pompje: de Schorreweide: gemiddelde: +1,65 m TAW +1,71 m TAW minimum: +1,55 m TAW +1,62 m TAW maximum: +1,74 m TAW +1,86 m TAW 2,00 1,90 1,80 1,70 1,60 1,50 1,40 1,30 1,20 1,10 1, PJES201X PJES203X SWES201X SWES202X Figuur 36. Oppervlaktewaterpeilen in het t Pompje (PJES201X), de Schorreweide (SWES201X) en het Noordgeleed (PJES203X) tijdens de periode april 2004 tot en met september V Grondwater V Geohydrologische opbouw De ondoorlatende basis voor het freatisch grondwater wordt gevormd door het Ieperiaan dat op een diepte van 10 à 15 m ligt. Daarboven ligt er een goed doorlatende watervoerende laag bestaande uit Pleistoceen dekzand onderaan en daarboven holocene zandafzettingen van Calais. De doorlatendheid van de toplaag varieert sterk. De kreekruggronden zijn relatief goed doorlatend. De doorlatendheid van de poelgronden (zware klei en veen) is een stuk minder groot. In enkele percelen van de Schorreweide is het veen onder de kleilaag gewonnen, waardoor boven het resterend veen een uniforme laag van klei gemengd met zand ligt. De verticale doorlatendheid van de toplaag is daardoor een stuk groter dan in niet uitgeveende gronden. In t Pompje en het door de ruilverkaveling uitgegraven perceel in de Schorreweide is enkel de oppervlakkige klei afgegraven. 83 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

84 V Grondwaterpeilen In onderstaande figuur valt te zien dat al de peilbuizen in de uitgeveende of uitgebrikte percelen een gelijkaardig verloop in de tijd vertonen. In de winter ligt de grondwaterstand dicht tegen het maaiveld, in de zomer zakken de grondwaterstanden tot 0,5 à 1 m onder het maaiveld. Peilbuis SWEP003X ligt in een niet uitgeveend, hoger gelegen perceel. In dit perceel bolt het grondwater tijdens de winter bijgevolg sterk op ten opzichte van de oppervlaktewaterpeilen. De andere percelen liggen maar enkele tientallen centimeters boven het oppervlaktewaterpeil. 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 PJEP001X PJEP002X PJEP003X PJES201X SWEP001X SWEP002X SWES201X SWEP003X 0,50 0, Figuur 37. Grond- en oppervlaktewaterpeilen in het t Pompje en de Schorreweide tijdens de periode april 2004 tot en met september Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

85 V Hydrologische maatregelen en verwachte invloed op hydrologie van het gebied V Grondwatermodel Aan de hand van bovenstaande peilbuizen is een 1D-grondwatermodel (waterbalans) gefit, dat het verband legt tussen het verloop van de grondwaterstand enerzijds en het gevoerde peilregime in de waterlopen en de hoogteligging van het perceel anderzijds. De parameters die werden gefit zijn de draineerbare porositeit en een factor die de drainage door de water-lopen weergeeft. Onderstaande figuur geeft het gefitte model ter hoogte van peilbuis PJEP002X weer. -0,10-0,30 4/03/04 23/04/04 12/06/04 1/08/04 20/09/04 9/11/04 29/12/04 17/02/05 8/04/05 28/05/05-0,50-0,70-0,90 simulatie (-mv) ijking (-mv) gemiddeld slootpeil (m TAW) -1,10-1,30-1,50 Figuur 38. 1D-grondwatermodel voor t Pompje voor een perceel op 1,75 m TAW. V Hydrologische maatregelen en gewenst peilbeheer V Hydrologische maatregel: waterpeilverhoging en opdeling in peilvakken V Waterpeilverhoging De landschapskenmerken van het projectgebied geven mogelijkheden om op een zeer kostenefficiënte manier een waterpeilbeheer in te stellen met het oog op de ontwikkeling van een moeraszone. De doelstelling rietmoeras betekent dat we in principe een vegetatie moeten kunnen laten ontwikkelen met de fytosociologische kenmerken van de rietassociatie (Typho-Phragmitetum). Voor deze associatie wordt in de literatuur een GLG (Gemiddelde Laagste Grondwaterstand) gegeven die boven het maaiveld ligt (Zwaenepoel, 2003). De creatie van zilt grasland is de andere belangrijke doelstelling van de zoekzone in de compensatiematrix. Voor het behoud en ontwikkeling van zilt habitat is een zekere uitdroging naar de zomer toe noodzakelijk om grondwater van voldoende saliniteit te hebben. De bestaande stuw in het zuiden van het gebied bij de lozing in het Noordgeleed wordt op een stuwhoogte van 1.90 m TAW gebracht, om voldoende water vast te houden gedurende de winter en vroeg voorjaar. Hierdoor kan naar de zomer toe over een maximale periode het streefpeil worden gehaald zonder de noodzaak voor het binnenbrengen van gebiedsvreemd oppervlaktewater. Het minimum streefpeil wordt gezet op 1.70 m TAW. Dit betekent een verhoging van 0.20 meter in vergelijking met de huidige condities. Het minimum streefpeil kan worden gegarandeerd door het inpompen van water vanuit het Noordgeleed indien het oppervlaktewaterpeil zakt onder 1.70 m TAW. In feite zijn deze maatregelen reeds toegepast bij het instellen van het huidige hydrologische regime in het gebied bij de uitvoering van de ruilverkaveling Paddegat. Het oppervlaktewatersysteem werd opgestuwd tot 1.50 m TAW en om het streefpeil van 1.50 m TAW in de zomer te handhaven werd met een mobiele pomp water vanuit het Noordgeleed bijgepompt. De enige aanpassing die het huidige inrichtingsplan wil doorvoeren is een opstuwing tot 1.90 m TAW door het instellen van de bestaande klepstuw en het 85 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

86 rationaliseren van de mogelijkheid om water in het gebied te pompen door het installeren van een vaste pomp in combinatie met een automatische peilregistratie. V Opdeling in peilvakken: hydrologische scheiding Schorrenweide en RMD-terrein Momenteel gebeurt de afwatering van de Schorrenweide langs de centrale afvoergracht O.3A.10 in t Pompje, die via de bestaande klepstuw in het zuiden van het gebied in verbinding staat met het Noordgeleed. Onder het huidige stuwregime (1.50 m TAW) zijn er tijdelijk reeds problemen in de Schorrenweide voor de afvoer van piekdebieten tijdens zware regenbuien in voorjaar en zomer. De te beperkte afvoercapaciteit genereert hierdoor grote fluctuaties in oppervlaktewaterpeil in de Schorrenweide, met als gevolg periodiek grote verliezen van nesten van kluut door overstroming. De instelling op een stuwpeil van 1.90 m TAW zou dit probleem nog verergeren. Tevens zou de langdurige aanwezigheid van een te grote massa zoet water een negatieve invloed kunnen hebben op de halofiele vegetatie van de Schorrenweide. Hier wordt een oplossing aan gegeven door de waterafvoer van de Schorrenweide te laten gebeuren langs de gracht die noordwaarts loopt richting waterloop O.3A.11, en het gebied hydrologisch te scheiden van het RMD-terrein t Pompje. Om de afvoer te kunnen regelen en om het gebied op het huidige gemiddelde waterpeil te houden, wordt bij de verbinding met deze waterloop een nieuwe klepstuw voorzien. Het peil zal ingesteld worden op 1.65 mtaw. De waterscheiding tussen het hydrologisch regime van t Pompje en dit van de Schorrenwei wordt gerealiseerd door een gronddam, voorzien van spindelschuif, in de centrale afvoergracht O.3A.10 in het noorden van t Pompje. V Gewenst peilbeheer Het peil van de stuw op waterloop O.3A.10 wordt 25 cm opgetrokken tot een peil 1,90 m TAW gedurende het volledige jaar. In de zomer mag het Pompje uitdrogen tot 1,70 m TAW. Bij peilen lager dan 1,70 m TAW dient er gepompt te worden vanuit het Noordgeleed. Met behulp van het grondwatermodel (zie A.4.2.) wordt het effect van deze opstuwing van het oppervlaktewater tot 1,90 m TAW in de winter met geleidelijke uitdroging tot 1,70 m TAW in de zomer gemodelleerd. In figuur 39 ziet men tevens het peilverloop bij een maaiveldpeil van 2 m TAW voor een gemiddeld jaar voor en na opstuwing. gemiddeld grondwaterpeil voor opstuwing gemiddeld grondwaterpeil na opstuwing 0,00-0,10-0,20-0,30-0,40-0,50-0,60-0,70-0,80-0,90-1,00 1/01/2001 1/02/2001 1/03/2001 1/04/2001 1/05/2001 1/06/2001 1/07/2001 1/08/2001 1/09/2001 1/10/2001 1/11/2001 1/12/2001 Figuur 39. Peilverloop grondwater op perceel met maaiveldpeil 2 m TAW. Hydrologische modellering toont aan dat het effect op het grondwaterniveau in de zomer in het gebied zeer beperkt is: een verhoging van grondwaterpeil met 5 tot 10 cm. Door het beperkt effect op het grondwater in de zomer, verwachten we tevens een zeer beperkt effect van verzoeting. Door de 86 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

87 percelen waar grondwerken worden gerealiseerd voor de creatie en opwaardering van zilt grasland in belangrijke mate te isoleren van het oppervlaktewater in de grachten, kan een eventueel negatief effect op deze nieuwe habitats geminimaliseerd worden. De waterpeilverhoging zal dus vooral een effect hebben in de wintermaanden en het vroege voorjaar. Naarmate het voorjaar vordert zal het gebied verder uitdrogen. Opvallend is het grote verschil tussen de grondwaterpeilen en oppervlaktewaterpeilen in t Pompje tijdens de zomer. Ondanks het feit dat het oppervlaktewaterpeil op 1,70 m TAW wordt gehouden, zakt het grondwater gemiddeld tot 1,1 m TAW weg op een tiental meter afstand omwille van de kleiige bodem. Dit is in de huidige toestand in de buurt van alle plassen reedsgoed waarneembaar. V Monitoringnetwerk V Grondwater De peilbuizen voor de monitoring van de grondwaterpeilen worden op een diepte van ongeveer 1,5 m onder maaiveld geplaatst. Eén peilbuis van het bestaande netwerk wordt weerhouden voor het monitoringnetwerk in de zoekzone Z4 Pompje. Deze peilbuis werd voorzien van een CTD-diver voor automatische peilregistratie. Drie nieuwe peilbuizen werden geplaatst en voorzien van een CTD-diver. De peilbuis van het bestaande netwerk is gelocaliseerd in een perceel dat binnen de opstuwingszone ligt. Hier zijn verder geen inrichtingswerken uitgevoerd. Aangezien we voor deze peilbuis een tijdsreeks van tweewekelijkse metingen van 4 jaren hebben, beschikken we over een referentie van voor de opstuwing. Van de drie nieuwe peilbuizen zijn er twee gelocaliseerd in afgegraven percelen met als doelstelling de ontwikkeling van zilt grasland. Eén peilbuis ligt in de zone van moerasontwikkeling. In bijlage 4 zijn de locaties van de peilbuizen weergegeven. V Oppervlaktewater Er zijn twee peilbuizen geplaatst met divers voor de automatische registratie van oppervlaktewaterpeilen. Eén peilbuis is geplaatst in de centrale afvoergracht in de zoekzone. Deze metingen zullen de referentie vormen voor het oppervlaktewaterpeil in het gebied. Eén peilbuis is geplaatst in de gracht nabij de Schorrenweide. In bijlage 4 worden de locaties van de twee meetpunten weergegeven. 87 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

88 V.2.2 Z8 Dudzeelse polder V Algemene beschrijving hydrologische condities V Oppervlaktewater V Hydrografie De Dudzeelse Polder ligt in het westelijk deelgebied van de Zwinpolder. Vroeger waterde de Dudzeelse Polder via de Heistse Ader af naar het Leopoldkanaal doorheen het havengebied. Door de uitbreiding van de haven (opspuiten van terreinen) is deze afwatering via de Heistse ader niet meer mogelijk. De Dudzeelse Polder watert nu af via de Eivoordebeek en de Grote Vliet richting Ronselaerebeek, die op haar beurt uitwatert in het Leopoldkanaal. De Zijdelingse Vaart Heistse Ader (WH.4) komt de Dudzeelse Polder in het zuidwesten binnen en vormt eerst de langsgracht langs het Boudewijnkanaal (met noordwaartse stroomrichting) en daarna de langsgracht langs het opgespoten havengebied (met zuidwaartse stroomrichting). Tussen beide delen liggen een aantal verbindingsaders: WH.4.2 (Kapelleader), WH.4.3 (O.L.V.-ader) en WH.4.4 (Bardelenhuisbeek). Het eerste deel van de Zijdelingse Vaart Heistse Ader (deel langs het Boudewijnkanaal) heeft enkel een functie als bevloeiingskanaal in de zomer. Via stuwtjes laat dit bevloeiingskanaal water in de aders WH.4.2, WH.4.3 en WH.4.4, waarna het water verder via het tweede deel van de Zijdelingse Vaart afstroomt richting Eivoordebeek (via een sifon onder de ringweg). In de winterperiode zorgen de drie waterlopen (WH4.2, WH4.3 en WH4.4) en het tweede deel van de Zijdelingse Vaart voor de afwatering richting Eivoordebeek en Ronselaerebeek. V Oppervlaktewaterpeilen Voor de Ronselaerebeek zijn volgende streefpeilen vastgelegd: Zomer (15/4 tot 15/10): +1,95 m TAW Winter (15/10 tot 15/4): +1,75 m TAW In de zomer wordt het westelijk deelgebied van de Zwinpolder via een uitgebreid systeem van stuwen en peilvakken bevloeid vanuit het kanaal Gent-Brugge. De Zijdelingse Vaart (d.i. de langsgracht van het Boudewijnkanaal) speelt hierbij een belangrijke rol als aanvoerkanaal. In de winter vormt het hele stroomgebied van de Ronselaerebeek één peilvak. Rond 15 april wordt overgeschakeld van winter naar zomerpeil, rond 15 oktober van zomer- naar winterpeil. In de Dudzeelse Polder wordt sinds mei 2005 het oppervlaktewaterpeil op het tweede deel van de Zijdelingse Vaart op continue basis opgemeten (net stroomopwaarts van het stuwtje). Het stuwtje op de zijdelingse Vaart kent tevens een beheer van zomer- en winterpeilen: het zomerpeil wordt ingesteld rond 15 april, het winterpeil wordt laat op het jaar ingesteld (halfweg december), dit naar aanleiding van perioden met hevige neerslag. Aldus kent de Dudzeelse polder twee grotere peilvakken met benaderend volgende streefpeilen : streefpeilen Dudzeelse Polder Peilvak1 (noordelijk) Peilvak2 (zuidelijk) Zomer (15/4 tot ong. 15/12): 2,40 m TAW 2,20 m TAW Winter (ong. 15/12 tot 15/4): 2,2 m TAW 2,20 m TAW Tevens is er nog een derde (kleiner) peilvak is gelegen rond de meest zuidelijk gelegen waterloop (omgeving zuidelijke tip), die jaarrond op een peil van 2,6 m TAW wordt gehouden. 88 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

89 ZEES001X Ronselaere1 Ronselaere /02/2005 0:00 5/09/2005 0:00 24/03/2006 0:00 10/10/2006 0:00 28/04/2007 0:00 14/11/2007 0:00 1/06/2008 0:00 Figuur 40. Oppervlaktewaterpeilen in de westelijke Zwinpolder. ZEES001X geeft het peil van de Dudzeelse Polder (noordelijk peilvak) weer. Ronselaere1 en Ronselaere2 geven de peilen op de Ronselaerebeek t.h.v. de uitmonding en iets stroomopwaarts weer. Figuur 40 geeft het verloop van de waterpeilen in de Ronselaerebeek (Ronselaere2 wordt als referentiepunt beschouwd voor de westelijke Zwinpolder) en de Zijdelingse Vaart (noordelijk peilvak Dudzeelse polder) weer voor de periode 13/05/2005 tot 30/12/2007. Op de Ronselaerebeek is het gemiddelde winterpeil 1,86 m TAW en het gemiddeld zomerpeil 1,95 m TAW. De peilen zijn tijdens de winter het minst beheersbaar met grotere schomme-lingen over een langere periode. Tijdens de zomer treden er enkele geïsoleerde korte perioden met hevige neerslag op. De Dudzeelse polder is stroomopwaarts gelegen van de Ronselaerebeek. Het verval in de waterpeilen t.o.v. de Ronselaerebeek is ong. 42 cm tijdens de zomer en 54 cm tijdens de winter. Het maximum opgemeten peil in de Dudzeelse polder is 2,84 m TAW het minimumpeil 2,10 m TAW. Tijdens de zomerperiode komen twee periodes voor met belangrijke overstromingen (d.i. een waterpeil boven de 2,5 m TAW): 7 dagen na de neerslag van 4/07/2007 en 5 dagen in de periode van 23/07/2007 tot 31/07/2007. Het gemiddelde zomerpeil over de 3 meetjaren bedroeg 2,37 m TAW en het gemiddeld winterpeil 2,40 m TAW. 89 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

90 V Oppervlaktewaterkwaliteit Tussen mei 2005 en mei 2008 werd periodiek het zoutgehalte (Total Dissolved Solids: TDS in mg/l) van het oppervlaktewater in de Dudzeelse Polder gemeten. De resultaten staan tabel 16. Deze waarden kunnen ingedeeld worden in saliniteitklasses (indeling volgens De Moor & De Breuck (1969). Tabel 16. Saliniteitswaarden (in mg TDS/L) van het oppervlaktewater in de Dudzeelse Polder gemeten op verschillende data. Meetpunten 26/05/2005 3/06/ /09/ /07/ /02/ /02/2008 8/05/ /05/2008 Oppervlakt t DUD DUD DUD DUD DUD DUD DUD DUD Tijdens de eerste meetperiode (mei 2005) kon de Zwinpolder niet bevloeid worden vanwege een defect aan het waterinnamepunt van de polder. In de sloten van de Dudzeelse Polder werden op dat moment heel hoge saliniteiten gemeten. Op 8 geselecteerde meetpunten (op de grotere bevloeiingsloten) lag de saliniteit tussen de mg/l (waar de zijdelingse Vaart de Dudzeelse Polder binnenstroomt) en mg/l (doodlopende sloot in NO-hoek), dit zijn waarden in de klasse zeer brak. Vanaf juni kon de polder opnieuw bevloeid worden met zoet kanaalwater. Tijdens de meetperiode eind september 2005 had de Zijdelingse Vaart bij het binnenkomen in de Dudzeelse Polder een saliniteit van mg/l (zwak zoet). Verder in de Dudzeelse Polder stijgt het zoutgehalte in de grote bevloeiingssloten tot matig brakke en brakke waarden met waarden tussen mg/l en mg/l (lozingspunt Dudzeelse Polder). In de doodlopende sloten werden hogere waarden opgemeten: en 9300 mg/l in de NO-hoek van de polder (zeer brak). De meetcampagnes in juli 2006 en mei gaven het zelfde beeld. Tijdens de winter wordt niet bevloeid door de polder. De meetcampagne in februari 2008 gaf dan ook de hoogste zoutwaarden in de Dudzeelse Polder: tussen mg/l en mg/l: zeer brak tot matig zout. Het zoutgehalte van het nabijgelegen Boudewijnkanaal is ong mg/l. V Grondwater V Geohydrologische opbouw De ondoorlatende basis voor het freatisch (=ondiep) grondwater wordt gevormd door tertiaire klei die op een 25-tal meter diepte ligt. Daarboven ligt een goed doorlatend zandig pakket. De toplaag van het grondwaterreservoir bestaat uit een complex netwerk van veen-kleigronden, kreken en uitgravingen. Bijgevolg varieert de doorlatendheid van de toplaag sterk. De kreekruggronden zijn relatief goed doorlatend. De doorlatendheid van de uitgeveende perce-len is een stuk minder groot, de poelgronden zijn het minst doorlatend. 90 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

91 V Grondwaterpeilen Figuur 36 geeft de opgemeten peilen weer. Tevens wordt in de legende de maaiveldhoogte (in m TAW) t.h.v. de verschillende peilbuizen weergegeven. In peilbuis ZEEP001X worden de hoogste en meest constante grondwaterstanden opgemeten van de Dudzeelse Polder. Het perceel waar de peilbuis gelegen is, ligt in de smalle noordelijke strook van de Dudzeelse Polder op een maaiveldhoogte van 2,88 m TAW. De grondwaterstand in dit perceel zakt tijdens droge periodes niet verder weg dan 50 cm onder maaiveld. Dit wijst op een sterke grondwaterdruk vanuit het kanaal en opgespoten terrein. De ondergrond in de buurt van deze peilbuis is relatief zandig. In de peilbuizen ZEEP003X (2,67 m TAW) en ZEEP005X (2,64 m TAW) zijn de grondwaterstanden onderling heel goed vergelijkbaar en kan men ze koppelen aan de maaiveldhoogtes van deze percelen. Peilbuis ZEEP004X ligt hoger en toont een verloop dat relatief kenmerkend is voor kreekruggen: vrij scherpe pieken na neerslag, die snel weer weg-zakken. Ook de oppervlaktewaterstand in de Dudzeelse Polder is weergegeven in de figuur (ZEES001X). Vergelijking van de oppervlaktewaterpeilen met de grondwaterpeilen leert dat er in de winter een duidelijk drainerend effect is van het oppervlaktewaterstelsel. In de zomer-periode (juli-augustus) zien we een oppervlaktewaterpeil van ong. 2,4 m TAW met een evenwichtsituatie: het oppervlaktewaterstelsel draineert noch irrigeert. Bij het oppervlakte-waterpeil van 2,2 m TAW tijdens het voorjaar was er wel een drainerend effect. Sinds 2007 worden ook de grondwaterstanden onder het opgespoten haventerrein ten oosten van de Dudzeelse polder opgemeten. centraal worden peilen gemeten van 5,8 m TAW (maaiveldhoogte 6,25 m TAW) of 3 m hoger dan de grondwaterpeilen in de dudzeelse polder peil (m TAW) ZEEP001X - 2,88 ZEEP003X - 2,67 ZEEP004X - 3,29 ZEEP005X - 2,64 ZEES001X ZEEP006X - 3,58 ZEEP007X - 3, /02/2005 0:00 5/09/2005 0:00 24/03/2006 0:00 10/10/2006 0:00 28/04/2007 0:00 14/11/2007 0:00 1/06/2008 0:00 datum Figuur 41. Grondwaterpeilen in de Dudzeelse Polder tijdens de periode mei 2005 februari 2008 (+ maaiveldhoogtes thv de peilbuizen). V Kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater In de peilbuizen in de uitgeveende percelen van de Dudzeelse Polder worden heel hoge zoutwaarden opgemeten met saliniteiten van tot mg/l TDS (filter op 1,5 m onder maaiveld). De zoutwaarden op deze diepte variëren slechts licht. Op geringere diepte zal het zoutgehalte van het bodemwater meer variëren tijdens de seizoenen in functie van neerslag en verdamping. Tijdens perio- 91 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

92 den met neerslag verzoet de toplaag en zal deze zoeter zijn dan het grondwater op 1,5 m diepte, tijdens perioden met sterke evapotranspiratie accumuleert zout in toplaag tengevolge van het opstijgend bodemvocht en kunnen hier nog hogere zoutwaarden opgemeten worden. In de peilbuis Zeep004X op de kreekrug werd tijdens de winter een saliniteit van 870 mg/l opgemeten, wat wijst op de aanwezigheid van een kleine zoetwaterlens onder deze kreek. V Hydrologische maatregelen en verwachte invloed op hydrologie van het gebied V Grondwatermodel V D grondwatermodel Aan de hand van de peilbuizen ZEEP003X, ZEEP004X en ZEEP005X is een 1D-grondwatermodel (waterbalans) gefit, dat het verband legt tussen het verloop van de grondwaterstand enerzijds en het gevoerde peilregime in de waterlopen en de hoogteligging van het perceel anderzijds. De parameters die werden gefit zijn de draineerbare porositeit en een factor die de drainage door de waterlopen weergeeft. Onderstaande figuren geven het gefitte model ter hoogte van peilbuizen ZEEP004X en ZEEP005X weer. Het model volgt vrij goed het werkelijke peilverloop in zowel de hogere als lagere percelen, maar overschat wel de uitdroging na langere perioden op de lagere percelen. Dit is vermoedelijk omdat kwel in dit model niet wordt in rekening gebracht (de kwelwerking is sterk gedifferentieerd in de Dudzeelse Polder, dit i.f.v. opbouw ondergrond en ruimtelijke ligging: de kwel is bv. sterk in de noordoostelijke hoek van de dudzeelse polder en langsheen het Boudewijnkanaal). Hierom werd deze factor in dit heel eenvoudige model niet meegenomen. -0,1-0,2-0,3-0,4-0,5-0,6-0,7-0,8-0,9-1 3/05/05 23/05/05 12/06/05 2/07/05 22/07/05 11/08/05 31/08/05 20/09/05 10/10/05 30/10/05 19/11/05 0 ijking (-mv) gemiddeld slootpeil (m TAW) simulatie (-mv) Figuur 42. 1D-grondwatermodel voor de Dudzeelse Polder voor een perceel op 2.64 m TAW (peilbuis ZEEP005X). 92 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

93 V D grondwatermodel Door de Universiteit Gent (Vandenboheede, A., 2007) werd in het kader van het MER voor de achterhaven van Zeebrugge een 3D-model opgemaakt van de achterhaven. In figuur 43 is een vertikale doorsnede van het model in W-O richting weergegeven. Figuur 43. 3D-grondwatermodel van de achterhaven van Zeebrugge. In kleur is de saliniteit van het grondwater (TDS in mg/l) weergegeven, de lijnen zijn lijnen van gelijke stijghoogte (m TAW) (B. = Boudewijnkanaal, W.O.T. = westelijk opgespoten terrein, O.O.T. = oostelijk opgespoten terrein). Het volledige freatische systeem (+6 m TAW tot -20 m TAW) wordt weergegeven in bovenstaande doorsnede. Het diepere grondwater is fossiel zeewater en heeft een saliniteit van mg/l. Tengevolge van de infiltratie van regenwater (100 mg/l) in de opgespoten haventerreinen (maaiveldhoogte 6 m TAW) bevindt zich onder deze delen een zoetwaterbel die het onderliggende zoute water verdringt (neerwaartse grondwaterstroming). De dudzeelse polder ligt gemiddeld 3,5 m lager dan de opgespoten haventerreinen. Onder de dudzeelse polder treedt een opwaartse grondwaterstroming (kwel) van dit zoute grondwater op. Deze is sterker dichtbij het opgespoten terrein (bv. noordoostelijke hoek) dan in de meer centraal gelegen percelen. Ook in de onmiddelijke omgeving van het Boudewijnkanaal treedt zilte kwel op tengevolge van het hoger peil in het kanaal. In de dudzeelse polder treden kwelintensiteiten op van ong. 300 mm/jaar in de centraal gelegen uitgeveende percelen tot 600 mm/jaar in de noordoostelijke hoek van de polder. V Hydrologische maatregelen De hydrologische maatregelens bestaan uit een hydrologische optimalisatie binnen een continuering van het huidige systeem van waterbeheer. Een belangrijk aspect hiervan is het voorzien van zoet bevloeiingswater gedurende het beweidingsseizoen. Dit is noodzakelijk voor het voorzien van drinkbaar water voor het vee. Aangezien beweiding noodzakelijk is voor het behoud en de ontwikkeling van de specifieke zilte habitatten, is het noodzakelijk om dit bevloeiingssysteem te behouden. Uit de beschrijving van de hydrologie van het gebied in deel 4, is ook duidelijk dat deze bevloeiing met zoet water slechts een verzoetende invloed heeft ter hoogte van de doorlopende grachten. Er is nooit een irrigerende werking van deze grachten, en geen verdringing van het zilte grondwater. Dit is voornamelijk te wijten aan grondwaterdruk, en de handhaving van een gemiddeld oppervlaktewaterpeil gedurende de zomer die ongeveer op eenzelfde niveau ligt als het gemiddeld grondwaterpeil. Deze condities zullen na inrichting behouden blijven. Zoals reeds uiteengezet in hebben we momenteel twee grote peilvakken (streefpeilen) in de Dudzeelse polder: Peilvak zuid Winter (15/12 tot 15/4): 2,2 m TAW Zomer (15/4 tot 15/12): 2,2 m TAW Peilvak noord W (15/10 tot 15/4): 2,2 m TAW Z (15/4 tot 15/10): 2,4 m TAW 93 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

94 In de winter en voorjaar, is er momenteel gedurende droge periodes een afvoer van zilt grondwater door de lage oppervlaktewaterstanden (bereiken van streefpeil van 2.20 m TAW). Een verhoging van het oppervlaktewaterpeil in de winter en in het voorjaar heeft daarom volgende gevolgen (en doelstelling): Er wordt meer zilt grondwater in het gebied gehouden dat zich kan vermengen met regenwater in nattere periodes gedurende de winterperiode. De grondwaterstanden in het voorjaar (april) zullen hoger liggen Er wordt een verhoging van de grondwaterstand voorzien in het zuidelijk peilvak van de Dudzeelse polder in zomer en winter Er wordt een verhoging van de grondwaterstand voorzien in het noordelijk peilvak in de winter Volgende maatregelen worden voorzien: Plaatsen van een nieuwe klepstuw: De stuw centraal op de zijdelingse Vaart wordt verplaatst naar het zuiden. De schotbalkstuw wordt vervangen door een klepstuw. Het peilbeheer van de stuw wordt tevens gewijzigd: Aanpassing van de streefpeilen van oppervlaktewater in winter en zomer: Huidige overstortpeilen stuw: Winter (15/12 tot 15/4): 2,2 m TAW Zomer (15/4 tot 15/12): 2,4 m TAW Toekomstige overstortpeilen stuw: Winter (15/10 tot 15/4): 2,4 m TAW Zomer (15/4 tot 15/10): 2,4 m TAW Bijgevolg realiseren we in het noordelijke peilvak een vernatting met 20 cm in de winter en in het voorjaar, in het zuidelijke peilvak krijgen we gedurende het volledige jaar een vernatting met 20 cm. Vernieuwen stuwen op Zijdelingse Vaart (behoud bevloeiingssyteem): De stuwtjes op de Zijdelingse Vaart worden vernieuwd in het kader van het behoud van het bestaande bevloeiiingssysteem. Een aantal grotere grachten blijven zoet water door de dudzeelse polder vervoeren. Plaatsen gronddammen Via het plaatsen van gronddammen worden verschillende kleinere grachten, die aansluiten op de grotere grachten doodlopend. Zij worden door de bevloeiing op peil gehouden, maar worden niet doorspoeld met zoet water. De doelstelling van deze maatregel is om de bevloeiing in de zomer enkel te gebruiken als voorziening van drinkbaar water voor het weidende vee. Door het plaatsen van deze gronddammen kan de rechtstreekse doorstroming van zoet water tot het strikt noodzakelijke worden beperkt. 94 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

95 V Monitoringnetwerk V Natuurcompensaties en project-mer Het doel van de monitoring hydrologie in de Z8 Dudzeelse polder is tweeledig. In eerste instantie dient de monitoring om de effecten na te gaan van de waterpeilverhoging die zal worden doorgevoerd bij de uitvoering van het inrichtingsplan,. In tweede instantie zal het monitoringnetwerk ook worden opgesteld in functie van het nagaan van mogelijke effecten van de inname van de achterhaven van Zeebrugge, meer bepaald de Maritiem Logistieke zone grenzend aan de Dudzeelse polder. Uit de project-mer achterhaven Zeebrugge (Belconsulting, 2007), blijkt met name uit de hydrologische modellering dat een vermindering van de infiltratie van regenwater in de opgehoogde delen van de achterhaven grenzend aan de Dudzeelse polder, een mogelijke daling van het grondwater in de Dudzeelse polder kunnen veroorzaken. In de project- MER wordt het maximaliseren van de infiltratie na inname als voornaamste mitigerende maatregel voorgesteld. Voor de monitoring van de maatregel van verhoging van het oppervlaktewaterpeil van de compensatiematrix en het effect op het grondwaterpeil, worden peilbuizen gebruikt op een diepte van ongeveer 1,5 m onder maaiveld en peilbuizen van 0,5 onder maaiveld. In de peilbuizen van 1,5 m diepte wordt een CTD-diver geplaatst. Hierdoor krijgen we een permanente registratie van de stijghoogte in de peilbuis (grondwaterpeil) en de saliniteit van het grondwater. De ondiepe peilbuizen op ongeveer 0,5 m onder maaiveld zullen worden gebruikt om manueel de saliniteit te meten. Deze metingen moeten de saliniteit van het grondwater in de wortelzone van de vegetatie weergeven. Deze laatste meting is belangrijk om het effect van hogere waterstanden en langduriger inundaties in de winter te meten. Voor de monitoring van het effect van de inname van de achterhaven, worden bijkomend peilbuizen geplaatst tot in de zandlaag onder het veenpakket. De stijghoogten in deze peilbuizen geven een vertaling van de druk van de grondwaterkolom onder het omringende opgespoten gedeelte van de achterhaven. Veranderingen van deze druk geeft een daling van de stijghoogte in deze peilbuizen. Het oppervlaktewaterpeil en de saliniteit van het oppervlaktewater wordt gemeten: op de reeds bestaande locatie in de Zydelingse vaart. V Grondwater Voor het monitoringnetwerk voor grondwater worden in totaal 6 locaties gebruikt. Op elke locatie worden dus metingen gedaan op drie peilbuizen (1 diepe met CTD diver (zand onder veen), 1 ondiepe met CTD diver (1,5m - mv), 1 ondiepe (0,5 m mv, manuele metingen). Op twee locatie werd de ondiepe peilbuis (1,5 m mv behouden) en werden de twee andere peilbuizen geplaatst). Op elke van de vier andere locaties werden drie nieuwe peilbuizen geplaatst. V Oppervlaktewater Voor de metingen van het oppervlaktewater (peil en saliniteit) wordt het bestaande punt op de afvoergracht behouden. In bijlage 5 worden de verschillende meetpunten voor grondwater en voor oppervlaktewater in de Dudzeelse polder gegeven. 95 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

96 96 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

97 VI. Literatuur Anselin, A., K. Devos & G. Vermeersch, Handleiding Project Bijzondere Broedvogels. Adviesnota IN.A Instituut voor Natuurbehoud, Courtens, W., C. Martens & D. Verbelen, Eindrapport monitoring SBZ-V Poldercomplex. Resultaten van het eerste jaar. Adviesnota INBO.A Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Courtens, W. & D. Verbelen, Monitoring van het SBZ-V Poldercomplex: resulaten van het derde jaar ( ). INBO.R Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Devos, K., A. Anselin & G. Vermeersch, Een nieuwe Rode Lijst van de Broedvogels in Vlaanderen. In: Vermeersch, G. et al., Atlas van de Vlaamse Broedvogels Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel. Hustings, F., R. Kwak, P. Opdam & M. Reijnen, Natuurbeheer in Nederland, deel 3: Vogelinventarisatie: achtergronden, richtlijnen en verslaglegging. Pudoc, Wageningen. van Dijk A.J Handleiding Broedvogel Monitoring Project. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Vermeersch, G., A. Anselin, K. Devos, M. Herremans, J. Stevens, J. Gabriëls & B. Van Der Krieken, Atlas van de Vlaamse Broedvogels Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel. Vermeersch, G., A. Anselin & K. Devos, Bijzondere broedvogels in Vlaanderen in de periode Populatietrends en recente status van zeldzame, kolonievormende en exotische broedvogels in Vlaanderen. Mededeling INBO.M Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Wetlands International, Waterbird population estimates. Fourth Edition. Wetlands International, Wageningen, The Netherlands. 97 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

98 98 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

99 VII. BIJLAGEN Bijlage 1. Overzicht van de broedvogelsoorten die worden geïnventariseerd. Soort Bijlage I Rode Lijst Broedvogels Vogelrichtlijn Vlaamse > 5%-norm broedvogels Baardmannetje (Panurus biarmicus) x Bergeend (Tadorna tadorna) x Blauwborst (Luscinia svecica) x x Bontbekplevier (Charadrius hiaticula) x Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) x x Buidelmees (Remis pendulinus) x Cetti's Zanger (Cettia cetti) x Graszanger (Cisticola juncidis) * x Grauwe Gors (Miliaria calandra) x Grauwe Kiekendief (Circus pygargus) x x Grote Karekiet (Acrocephalus arundinaceus) x Grutto (Limosa limosa) x IJsvogel (Alcedo atthis) x Kemphaan (Philomachus pugnax) x x Kleine Mantelmeeuw (Larus fuscus) x Kleine Zilverreiger (Ergetta garzetta) x Kluut (Recurvirostra avosetta) x x x Kuifeend (Aythya fuligula) x Kwak (Nycticorax nycticorax) x x Kwartelkoning (Crex crex) x x Lepelaar (Platalea leucordia) x Paapje (Saxicola rubetra) x Pijlstaart (Anas acuta) x Porseleinhoen (Porzana porzana) x x Rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus) x x Roerdomp (Botaurus stellaris) x x Scholekster (Haematopus ostralegus) x Slobeend (Anas clypeata) x Smient (Mareca penelope) * Snor (Locustella luscinioides) x Steltkluut (Himantopus himantopus) x x Strandplevier (Charadrius alexandrinus) x Tapuit (Oenanthe oenanthe) x Tureluur (Tringa totanus) x x Velduil (Asio flammeus) x x Visdief (Sterna hirundo) x x Watersnip (Gallinago gallinago) x Woudaapje (Ixobrychus minutus) x x Zomertaling (Anas querquedula) x x Zwartkopmeeuw (Larus melanocephalus) x x x 99 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

100 Bijlage 2. Overzicht van de inventarisatieresultaten per telgebied. UTK Opp (ha) Roerdomp Woudaap Bergeend Slobeend Gebied AFK Aarseleweiden ASW , Akkers Pelikaan APE , Akkers te Stalhille SBZ ASH , Akkers ten westen van Zuienkerke SBZ AWZK , Berm Pelikaan BPE , Blauwe Sluis Hoeke BSHK 1 1 4, Braambeierhoek Oostkerke BHOK , Branddijk Damme BDDM , Bunkerweiden Vlissegem BWVG , Centrum Damme CDM , Centrum Lapscheure CLS , Centrum Meetkerke CMK , Centrum Nieuwmunster CNM 0 0 6, Centrum Oostkerke COK , Damse Vaart Brugge-Damme SBZ DVBD , Damse Vaart Damme-Syphons DVDS 0 1 7, Damse Vaart Hoeke-Nederlandse grens DVHN , Dudzeleweiden SBZ DZW , Eendekooi Lissewege EKLW 1 1 5, Eendekooi Meetkerke EKMK 1 1 3, Eendekooi Wenduine EKWD , Eendeweiden Uitkerke EWUK , Eibroekvaartpolder EBVP , Eibroekvaartweiden EBVW , Flettersdamkreek FDKR 1 1 2, Fonteintjes Oost FTO , Fonteintjes West FTW , Groenwaecke GRWA 0 1 8, Groot Boomgaardweiden Oostkerke GBOK , Grote Palingpot GPP , Gruttoweiden Noord Uitkerke GWUKN , Gruttoweiden Zuid Uitkerke GWUKZ , Hagebos HBO 0 0 8, Smient Zomertaling Kuifeend Bruine kiekendief Porseleinhoen Scholekster Kluut Steltkluut Tureluur Grutto Watersnip Visdief Velduil Blauwborst Graszanger Snor Cetti 's zanger Rietzanger Baardmannetje

101 UTK Opp (ha) Roerdomp Woudaap Bergeend Slobeend Gebied AFK Harendijke Blankenberge HDBB , Hoekevaart Oost HKVO 0 1 4, Hoekevaart West HKVW 0 1 3, Hoekevaartweiden Oost HVWO , Hoekevaartweiden West HVWW , Hoekeweiden HKW , Hoge Moere Houtave HMHT , Hoge Moere Meetkerke HMMK , Hoge Noen HN , Jagersput Damme JPDM 1 1 3, Jagersput Stalhille JPSH 1 1 5, Kaleshoek Lapscheure KHLS 0 1 2, Kievitweiden Uitkerke KWUK , Kleiputten Oostkerke KPOK 1 1 6, Kleiputten Sint-Donaas KPSD , Krinkeldijk Oostkerke KDOK 0 1 9, Krinkeldijkweiden Oostkerke KWOK , Kruisabeleweiden Oost KABWO , Kruisabeleweiden West ZZ KABWW , Kuststrook Uitkerke KSUK , Kwabettekreek KBKR 0 1 3, Kwetshage Varsenare KWVN , Lage Moere - monitoringebied VLM LMVLM , Lage Moere Meetkerke LM , Lapscheursegatpolder SBZ LGPO 0 1 8, Lievegeleedkreek LGHK 1 1 6, Lievegeleedpolder Noord LPON , Lievegeleedpolder Zuid LPOZ , Luzerneveld LV , Meeuweweiden Uitkerke MWUK , Moeren Oostkerke MOOK , OT Kolen Noord OTKN , OT Spoorweg West OTSW , Pannepolder PAPO , Pereboomweiden Noord PBWN , Smient Zomertaling Kuifeend Bruine kiekendief Porseleinhoen Scholekster Kluut Steltkluut Tureluur Grutto Watersnip Visdief Velduil Blauwborst Graszanger Snor Cetti 's zanger Rietzanger Baardmannetje 101 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

102 UTK Opp (ha) Roerdomp Woudaap Bergeend Slobeend Gebied AFK Pereboomweiden Zuid PBWZ , Pijpewegweiden Damme PWDM , Plasjes Pelikaan PLPE , Plevierweiden Oostkerke PWOK , Plevierweiden Uitkerke PWUK , Polders Koolkerke SBZ POKK , Polders Nieuwmunster PONM , Polders Schoeringebrug POSB , Put Bekaert PBE 0 1 0, Put van Meetkerke PMK 1 1 4, Put Vlissegem PVG 1 1 9, Putje Kobus PKLS 0 1 2, Reigersweiden Uitkerke RWUK , Rietveld Pelikaan RVPE , Rombautswerve Weidecomplex WCRW , Ronselaereweiden RLW , Ruigte Spoorweg West RSW 1 1 5, Smienteweiden Zeebrugge SWZB , Speyen S , Stadswallen Damme - Noord SWDN 0 1 9, Stadswallen Damme - Oost SWDO , Stadswallen Damme - Zuid SWDZ , Stadwallen Damme - West SWDW , Steenbakkerij Hoeke SBHK , Stinker & Blinker Broekebr.-Syphons SBBS , Stinker & Blinker Zelzatebr.-Broekebrug SBZB , 't Naaie te Oostkerke NAOK , t Pompje te Oudenburg POMP 1 1 5, Tuinbouwgebied Varsenare SBZ TGVN , Tureluursweiden Uitkerke TWUK , Velduilweiden Uitkerke VWUK , Vijfwege VW , Waterhofstedeweiden WHSW , Waterputweiden WPW , Weiden Achterhaven kant Lissewege WAL , Smient Zomertaling Kuifeend Bruine kiekendief Porseleinhoen Scholekster Kluut Steltkluut Tureluur Grutto Watersnip Visdief Velduil Blauwborst Graszanger Snor Cetti 's zanger Rietzanger Baardmannetje 102 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

103 UTK Opp (ha) Roerdomp Woudaap Bergeend Slobeend Gebied AFK Weiden bij Jagersput Stalhille WJSH , Weiden Damse Vaart West WDVW , Weiden Distrigas WDI , Weiden Fort van Beieren WFB , Weiden Hagebos SBZ WHBO , Weiden Hoge Noen WHN , Weiden Klemskerke Noord WKLN , Weiden Klemskerke Zuid WKLZ , Weiden Koolkerke WKK , Weiden Noordede WNKL , Weiden Pompje WPOB , Weiden Rijkswacht Jabbeke WRJB , Weiden Spoorweg Oost WSO , Weiden Spoorweg West WSW , Zeepolder ZEPO , Zuiddijk Damme ZDDM , Zuidervaartje Damme ZVDM , Zuidstrook Dudzele SBZ ZSDZ 0 1 9, Zwarte Sluis Hoeke ZSHK 0 1 1, Zwarte Sluispolder ZSPO , Zwinvaartpolder ZVPO , Smient Zomertaling Kuifeend Bruine kiekendief Porseleinhoen Scholekster Kluut Steltkluut Tureluur Grutto Watersnip Visdief Velduil Blauwborst Graszanger Snor Cetti 's zanger Rietzanger Baardmannetje 103 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

104 Bijlage 3a: Overzicht van de ligging van de verschillende deelgebieden voor de broedvogelinventarisatie.

105 Bijlage 3b: Afkorting en naam van de verschillende telgebieden voor de broedvogelinventarisatie, cf. Bijlage 3a. Afkorting Gebiedsnaam Afkorting Gebiedsnaam ASW Aarseleweiden MWUK Meeuweweiden Uitkerke APE Akkers Pelikaan MOOK Moeren Oostkerke ASH Akkers te Stalhille SBZ OTKN OT Kolen Noord AWZK Akkers ten westen van Zuienkerke SBZ OTSW OT Spoorweg West BPE Berm Pelikaan PAPO Pannepolder BSHK Blauwe Sluis Hoeke PBWN Pereboomweiden Noord BHOK Braambeierhoek Oostkerke PBWZ Pereboomweiden Zuid BDDM Branddijk Damme PWDM Pijpewegweiden Damme BWVG Bunkerweiden Vlissegem PLPE Plasjes Pelikaan CDM Centrum Damme PWOK Plevierweiden Oostkerke CLS Centrum Lapscheure PWUK Plevierweiden Uitkerke CMK Centrum Meetkerke POKK Polders Koolkerke SBZ CNM Centrum Nieuwmunster PONM Polders Nieuwmunster COK Centrum Oostkerke POSB Polders Schoeringebrug DVBD Damse Vaart Brugge-Damme SBZ PBE Put Bekaert DVDS Damse Vaart Damme-Syphons PMK Put van Meetkerke DVHN Damse Vaart Hoeke-Nederlandse grens PVG Put Vlissegem DZW Dudzeleweiden SBZ PKLS Putje Kobus EKLW Eendekooi Lissewege RWUK Reigersweiden Uitkerke EKMK Eendekooi Meetkerke RVPE Rietveld Pelikaan EKWD Eendekooi Wenduine WCRW Rombautswerve Weidecomplex EWUK Eendeweiden Uitkerke RLW Ronselaereweiden EBVP Eibroekvaartpolder RSW Ruigte Spoorweg West EBVW Eibroekvaartweiden SWZB Smienteweiden Zeebrugge FDKR Flettersdamkreek S Speyen FTO Fonteintjes Oost SWDN Stadswallen Damme Noord FTW Fonteintjes West SWDO Stadswallen Damme Oost GRWA Groenwaecke SWDZ Stadswallen Damme Zuid GBOK Groot Boomgaardweiden Oostkerke SWDW Stadswallen Damme West GPP Grote Palingpot SBHK Steenbakkerij Hoeke GWUKN Gruttoweiden Noord Uitkerke SBBS Stinker & Blinker Broekebr.-Syphons GWUKZ Gruttoweiden Zuid Uitkerke SBZB Stinker & Blinker Zelzatebr.-Broekebrug HBO Hagebos NAOK 't Naaie te Oostkerke HDBB Harendijke Blankenberge POMP 't Pomptje te Oudenburg HKVO Hoekevaart Oost TGVN Tuinbouwgebied Varsenare SBZ HVWO Hoekevaartweiden Oost TWUK Tureluursweiden Uitkerke HVWW Hoekevaartweiden West VWUK Velduilweiden Uitkerke HKVW Hoekevaart West VW Vijfwege HKW Hoekeweiden WHSW Waterhofstedeweiden HMHT Hoge Moere Houtave WPW Waterputweiden HMMK Hoge Moere Meetkerke WAL Weiden Achterhaven kant Lissewege HN Hoge Noen WJSH Weiden bij Jagersput Stalhille JPDM Jagersput Damme WDVW Weiden Damse Vaart West JPSH Jagersput Stalhille WDI Weiden Distrigas KHLS Kaleshoek Lapscheure WFB Weiden Fort van Beieren KWUK Kievitweiden Uitkerke WHBO Weiden Hagebos SBZ KPOK Kleiputten Oostkerke WHN Weiden Hoge Noen KPSD Kleiputten Sint-Donaas WKLN Weiden Klemskerke Noord KDOK Krinkeldijk Oostkerke WKLZ Weiden Klemskerke Zuid KWOK Krinkeldijkweiden Oostkerke WKK Weiden Koolkerke KABWO Kruisabeleweiden Oost WNKL Weiden Noordede KABWW Kruisabeleweiden West ZZ WPOB Weiden Pompje KSUK Kuststrook Uitkerke WRJB Weiden Rijkswacht Jabbeke KBKR Kwabettekreek WSO Weiden Spoorweg Oost KWVN Kwetshage Varsenare WSW Weiden Spoorweg West LM Lage Moere ZEPO Zeepolder LMVLM Lage Moere - monitoringebied VLM ZDDM Zuiddijk Damme LGPO Lapscheursegatpolder SBZ ZVDM Zuidervaartje Damme LGHK Lievegeleedkreek ZSDZ Zuidstrook Dudzele SBZ LPON Lievegeleedpolder Noord ZSHK Zwarte Sluis Hoeke LPOZ Lievegeleedpolder Zuid ZSPO Zwarte Sluispolder LV Luzerneveld ZVPO Zwinvaartpolder

106 Bijlage 4. Monitoring hydrologie zoekzone Z4 Pompje. 106 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

107 Bijlage 5. Monitoring hydrologie zoekzone Z8 Dudzeelse polder. 107 Monitoring van de SBZ-V s Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en Poldercomplex

Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 2010

Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 2010 Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 21 Eric W.M. Stienen, Peter Adriaens, Wouter Courtens & Marc Van de walle 5 6 I. INLEIDING Aan de afbakening van het

Nadere informatie

Eindrapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ V Poldercomplex : resultaten van het zesde jaar (broedseizoen 2010)

Eindrapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ V Poldercomplex : resultaten van het zesde jaar (broedseizoen 2010) Eindrapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ V Poldercomplex : resultaten van het zesde jaar (broedseizoen 2010) Wouter Courtens, Eric W.M. Stienen, Peter Adriaens,

Nadere informatie

Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het achtste jaar ( ) Broedseizoen 2012 en winterhalfjaar 2012/ 13

Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het achtste jaar ( ) Broedseizoen 2012 en winterhalfjaar 2012/ 13 INBO.R.2013.37 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het achtste jaar (2012-2013) Broedseizoen 2012 en winterhalfjaar

Nadere informatie

Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het vijfde jaar ( )

Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het vijfde jaar ( ) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex

Nadere informatie

inbo Monitoring van de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het vierde jaar ( ) Wouter Courtens & Dominique Verbelen INBO.R.2009.

inbo Monitoring van de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het vierde jaar ( ) Wouter Courtens & Dominique Verbelen INBO.R.2009. inbo Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Monitoring

Nadere informatie

Eindrapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het zevende jaar ( )

Eindrapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het zevende jaar ( ) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 525 02 00 - F.: +32 (0)2 525 03 00 - info@inbo.be - www.inbo.be Eindrapport monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels

Nadere informatie

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het. broedseizoen 2006

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het. broedseizoen 2006 Deelstudie I Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 26 Eric W.M. Stienen, Wouter Courtens & Marc Van de walle 5 I. Inleiding

Nadere informatie

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen. te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 2007

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen. te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 2007 Deelstudie I Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 27 Wouter Courtens, Eric W.M. Stienen & Marc Van de walle 5 I. Inleiding

Nadere informatie

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,

Nadere informatie

Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het negende jaar ( ) Broedseizoen 2013 en winterhalfjaar 2013/ 14

Monitoring van de avifauna in de SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het negende jaar ( ) Broedseizoen 2013 en winterhalfjaar 2013/ 14 INBO.R.2012.16 INBO.R.2014.3032443 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Brussel Kliniekstraat 25 1070 Brussel T: +32 2 525 02 00 F: +32 2 525 03 00 E: info@inbo.be www.inbo.be Monitoring

Nadere informatie

Advies betreffende het aantal aanvaringsslachtoffers bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010

Advies betreffende het aantal aanvaringsslachtoffers bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010 Advies betreffende het aantal aanvarings bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010 Nummer: INBO.A.2011.6 Datum advisering: 24 januari 2011 Auteurs: Contact: Joris Everaert,

Nadere informatie

10 jaar Sternenschiereiland: een jubileum met gemengde gevoelens

10 jaar Sternenschiereiland: een jubileum met gemengde gevoelens 10 jaar Sternenschiereiland: een jubileum met gemengde gevoelens Dwergstern met visje - Yves Adams/Vilda Vlaanderen telt in totaal 24 zogenaamde vogelrijke gebieden die zijn aangewezen als Speciale Beschermingszone

Nadere informatie

Monitoring Antwerps Havengebied

Monitoring Antwerps Havengebied Monitoring Antwerps Havengebied 16 november 2017 Geert Spanoghe & Ralf Gyselings Monitoring Antwerps Havengebied Door INBO sinds 2003, coördinerend met hulp van vrijwilligers Met versterkt team sinds 2009

Nadere informatie

Advies betreffende de impact van de verdere ruimte-inname in de voorhaven van Zeebrugge op het broedgebied van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw

Advies betreffende de impact van de verdere ruimte-inname in de voorhaven van Zeebrugge op het broedgebied van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw Advies betreffende de impact van de verdere ruimte-inname in de voorhaven van Zeebrugge op het broedgebied van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw Nummer: INBO.A.2014.32 Datum advisering: 9 april 2014

Nadere informatie

Eindrapport monitoring SBZ-V Poldercomplex Resultaten van het eerste jaar

Eindrapport monitoring SBZ-V Poldercomplex Resultaten van het eerste jaar Eindrapport monitoring SBZ-V Poldercomplex Resultaten van het eerste jaar Wouter Courtens, Chantal Martens & Dominique Verbelen Foto s voorkaft: Sprinkhaanzanger (Patrick Beirens), Smient (Koen Verbanck)

Nadere informatie

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2013

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2013 INBO.R.2014.5069870 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het

Nadere informatie

Sternen te Zeebrugge. Broeden op een kunstmatig schiereiland

Sternen te Zeebrugge. Broeden op een kunstmatig schiereiland Sternen te Zeebrugge Broeden op een kunstmatig schiereiland Sternen te Zeebrugge Broeden op een kunstmatig schiereiland Wouter Courtens, Eric Stienen & Marc Van de walle Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Nadere informatie

inbo Monitoring van het SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het derde jaar ( ) Wouter Courtens & Dominique Verbelen INBO.R.2008.

inbo Monitoring van het SBZ-V Poldercomplex : resultaten van het derde jaar ( ) Wouter Courtens & Dominique Verbelen INBO.R.2008. inbo Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek - Kliniekstraat 25-1070 Brussel - T.: +32 (0)2 558 18 11 - F.: +32 (0)2 558 18 05 - info@inbo.be - www.inbo.be Monitoring

Nadere informatie

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te ZeebruggeHeist en de westelijke voorhaven van. Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2014

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te ZeebruggeHeist en de westelijke voorhaven van. Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2014 INBO.R.2015.7299133 INBO.R.2012.16 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid INBO Brussel Kliniekstraat 25 1070 Brussel T: +32 2 525 02 00 F: +322 525 03 00 E: info@inbo.be www.inbo.be Monitoring

Nadere informatie

Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen

Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen Advies over de kennisgevingsnota van het strategische MER voor een windturbinepark in het havengebied op de rechteroever van de Schelde in Antwerpen Adviesnummer: INBO.A.3410 Datum advisering: 15 maart

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde

Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Bepalen van populatieniveaus van enkele doortrekkende en overwinterende watervogels ten behoeve van S-IHD Schorren en polders van de Benedenschelde Nummer: INBO.A.2013.7 Datum advisering: 19 februari 2013

Nadere informatie

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017 Mark Hoekstein Delta ProjectManagement (DPM) Postbus 315 4100AH

Nadere informatie

Art. 14. Art. 15. Art. 16.

Art. 14. Art. 15. Art. 16. N. 2000 2153 [C 2000/35885] 17 JULI 2000. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin

Nadere informatie

Haven en Natuur. 22/05/2013 Laura Verlaeckt (Havenbedrijf Antwerpen) Peter Symens (Natuurpunt)

Haven en Natuur. 22/05/2013 Laura Verlaeckt (Havenbedrijf Antwerpen) Peter Symens (Natuurpunt) Haven en Natuur 22/05/2013 Laura Verlaeckt (Havenbedrijf Antwerpen) Peter Symens (Natuurpunt) 1.Havengebied van Antwerpen: situering 2.Haven en Natuur: van conflict naar samenwerking 3.Haven en Natuur:

Nadere informatie

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2015

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2015 Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van De Walle, Nicolas

Nadere informatie

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016 Mark Hoekstein & Sander Lilipaly Delta ProjectManagement (DPM)

Nadere informatie

`Actuele toestand en evolutie van Europese natuurwaarden in de Oostkustpolders (vogelrichtlijngebied Poldercomplex en habitatrichtlijngebied Polders)

`Actuele toestand en evolutie van Europese natuurwaarden in de Oostkustpolders (vogelrichtlijngebied Poldercomplex en habitatrichtlijngebied Polders) ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK INBO.A.28.156 `Actuele toestand en evolutie van Europese natuurwaarden in de Oostkustpolders (vogelrichtlijngebied Poldercomplex en habitatrichtlijngebied

Nadere informatie

Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven

Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven Advies over de impact op avifauna van werken aan wachtboezems in de Antwerpse haven Adviesnummer: INBO.A.3344 Datum advisering: 22 september 2015 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden: Cc:

Nadere informatie

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen

Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Advies betreffende de inplanting van 10 windturbines in de haven van Antwerpen Nummer: INBO.A.2014.24 Datum advisering: 26 februari 2014 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Joris Everaert Niko Boone

Nadere informatie

VR DOC.1571/2

VR DOC.1571/2 VR 2018 2112 DOC.1571/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de inrichtingsnota Kwetshage Meetkerkse Moeren DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting,

Nadere informatie

Inrichting daken van gebouwen als broedgebied voor Kleine Mantelmeeuw, Zilvermeeuw en Visdief

Inrichting daken van gebouwen als broedgebied voor Kleine Mantelmeeuw, Zilvermeeuw en Visdief Inrichting daken van gebouwen als broedgebied voor Kleine Mantelmeeuw, Zilvermeeuw en Visdief Wouter Courtens, Eric W.M. Stienen & Eckhart Kuijken Februari 2004 Adviesnota IN.A.2004.34 Instituut voor Natuurbehoud

Nadere informatie

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2017

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2017 Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2017 Eric W.M. Stienen, Wouter Courtens, Robin Daelemans,

Nadere informatie

Monitoring Waaslandhaven 2015

Monitoring Waaslandhaven 2015 VOGELNIEUWS 25 // 27 Monitoring Waaslandhaven 2015 Geert Spanoghe [ geert.spanoghe@inbo.be ] - Ralf Gyselings - Kenny Hessel - Erika Van den Bergh De Verrebroekse Plassen is één van de belangrijkste gebieden

Nadere informatie

Aanvullend advies over de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw

Aanvullend advies over de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw Aanvullend advies over de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van zilvermeeuw en kleine mantelmeeuw Adviesnummer: INBO.A.3449 Datum advisering: 1 juli 2016 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag:

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 2885 VLAAMSE OVERHEID [C 2019/30191] 21 DECEMBER 2018. Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de inrichtingsnota Kwetshage Meetkerkse Moeren DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

Advies betreffende de voorgestelde maatregelen t.b.v. kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw bij werken aan een havendok in Zeebrugge

Advies betreffende de voorgestelde maatregelen t.b.v. kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw bij werken aan een havendok in Zeebrugge Advies betreffende de voorgestelde maatregelen t.b.v. kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw bij werken aan een havendok in Zeebrugge Nummer: INBO.A.2012.36 Datum advisering: 15 februari 2012 Auteurs: Contact:

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer Aan de leden van Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 27 juli 2015) Nummer 3062 Onderwerp Schrappen EHS gebied Splitsingsdam Nieuwe Waterweg Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting

Nadere informatie

Voorstel tot afbakening van een vogelrichtlijngebied voor het duurzaam in stand houden van de broedpopulaties van kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist

Voorstel tot afbakening van een vogelrichtlijngebied voor het duurzaam in stand houden van de broedpopulaties van kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist Voorstel tot afbakening van een vogelrichtlijngebied voor het duurzaam in stand houden van de broedpopulaties van kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist Wouter Courtens & Eric W.M. Stienen Oktober 2004 Adviesnota

Nadere informatie

Aantal gevonden legsels in 2008

Aantal gevonden legsels in 2008 10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:

Nadere informatie

Advies betreffende de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van Zilvermeeuw en Kleine mantelmeeuw

Advies betreffende de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van Zilvermeeuw en Kleine mantelmeeuw Advies betreffende de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van Zilvermeeuw en Kleine mantelmeeuw Nummer: INBO.A.2010.163 Datum: 26 mei 2010 Auteur(s): Contact: Eric WM Stienen & Wouter Courtens

Nadere informatie

De instandhoudingsdoelstellingen voor het Vogelrichtlijngebied 3.2 Poldercomplex

De instandhoudingsdoelstellingen voor het Vogelrichtlijngebied 3.2 Poldercomplex De instandhoudingsdoelstellingen voor het Vogelrichtlijngebied 3.2 Poldercomple Wouter Courtens & Eckhart Kuijken Augustus 2004 Adviesnota IN.A.2004.64 Instituut voor Natuurbehoud Kliniekstraat 25 B-1070

Nadere informatie

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven Tellingen 2001 en 2002 B.W.J. Oosterbaan T. Damm 2005 Opdrachtgever Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee Van der Goes en Groot

Nadere informatie

Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele)

Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele) Advies betreffende het voorstel slachtoffer monitoring en resultaatverbintenis windpark Goeiende (Zele) Nummer: INBO.A.2011.79 Datum advisering: 28 juni 2011 Auteur(s): Contact: Lode De Beck Niko Boone

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Naar een nieuw evenwicht tussen natuur en industrie in het Antwerpse Zeehavengebied. Brussel, 19 januari 2010

Naar een nieuw evenwicht tussen natuur en industrie in het Antwerpse Zeehavengebied. Brussel, 19 januari 2010 Naar een nieuw evenwicht tussen natuur en industrie in het Antwerpse Zeehavengebied Brussel, 19 januari 2010 Haven van Antwerpen & Natuurwetgeving Gronden in het havengebied zijn niet vrij van natuurverplichtingen:

Nadere informatie

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013 Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag

Nadere informatie

Documentnummer AMMD ( )

Documentnummer AMMD ( ) Bijlagenboek 8.4 MEMO Kopie aan x Van x Onderwerp Telgegevens niet-broedvogels Documentnummer AMMD-002853 (17.117038) Datum 6-7-2017 Methoden voor het bepalen van de aantallen watervogels langs de dijk

Nadere informatie

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202 KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep Mededeling nr. 202 Broedvogel inventarisatie DE LAGUNE EN HET GROENE STRAND 2010 door Jaap van Oudenaarden en Peter Vermaas. 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - doel -

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2018 Walter Van Kerkhoven In het kader van de volledige broedvogelinventarisatie werd tijdens het broedseizoen

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

Invulformulier voor de nazorg 2012 Baarderadeel

Invulformulier voor de nazorg 2012 Baarderadeel Invulformulier voor de nazorg 2012 Baarderadeel Vul in de gegevens van uw wacht en rayon en het aantal geraapte eieren: Vogelwacht: Naam rayon: Naam rayoncoördinator: nr. nr. tel.nr.: Grasland Maïsland

Nadere informatie

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2016

Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2016 Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2016 Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de walle, Nicolas

Nadere informatie

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK IN- INBO.A

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK IN- INBO.A ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK IN- BO.A.2009.188 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Kliniekstraat 25, 1070 Brussel www.inbo.be BETREFT: uitbreiden van het Sternenschiereiland

Nadere informatie

! " #! " "$ % &'%&()#" & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &, " & ") * '34( '5+(! "'!2%( && % &5" )+ & "&" "$& "&& ) * % " " 5" & "$)* & )!

!  #!  $ % &'%&()# & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &,  & ) * '34( '5+(! '!2%( && % &5 )+ & & $& && ) * %   5 & $)* & )! ! #! $ % '%(# '$(* +, %!, * -$* $,. */ 0,-1* $ 2, * '34( '5+(! '!2%( % 5 + $ * % 5 * $*! 62 7*$ 8 97$ : ; * < = ; 5345+!2%* 5 %!, * $ % 7 $ 5'!2>( '!>(* < $ 1 # *$! * / $

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht.

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht. 10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht. 2004-2014 WAKONA Studiedag 29 november 2014 Studiegebied Plas en oever 50 % water 15 % Riet GEN + SBZV ( vogelrichtlijngebied)+ MMHA (natuur Linkeroeverhavengebied)

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar. 1 Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar. Het broedseizoen is weer achter de rug en wat heeft het voor de bontbekplevier opgeleverd. Het is

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe. 2017 Walter Van Kerkhoven Tijdens het broedseizoen van 2017 werd onderzoek gedaan naar het voorkomen, broedgedrag

Nadere informatie

Advies betreffende de nota voor het oprichten van 4 windturbines in de vallei van de Aa te Lille/Kasterlee

Advies betreffende de nota voor het oprichten van 4 windturbines in de vallei van de Aa te Lille/Kasterlee Advies betreffende de nota voor het oprichten van 4 windturbines in de vallei van de Aa te Lille/Kasterlee Nummer: INBO.A.2013.6 Datum advisering: 14 januari 2013 Auteur: Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden:

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord De meeste kolonies zijn inmiddels ingevoerd, tijd dus voor een overzicht van het afgelopen jaar in ons district. De gegevens die op 24 januari 2018 zijn ingevoerd,

Nadere informatie

Resultaten Hilbran Verstraete, Marc Van de walle, Wouter Courtens, Nicolas Vanermen, Jan De Bie, Dominique Verbelen

Resultaten Hilbran Verstraete, Marc Van de walle, Wouter Courtens, Nicolas Vanermen, Jan De Bie, Dominique Verbelen Monitoring van de compensatie-inrichtingen voor de Achterhaven van Zeebrugge a.d.h.v. 3 parameters: vegetatie, broedvogels en hydrologie en Vogelmonitoring van de SBZ-V Poldercomplex Resultaten 2016 Hilbran

Nadere informatie

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse

Nadere informatie

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

ffi SrnTEN '?,iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale

Nadere informatie

Monitoring SBZ-V Poldercomplex

Monitoring SBZ-V Poldercomplex Deelstudie II Monitoring SBZ-V Poldercomplex Wouter Courtens & Dominique Verbelen 17 18 I. Inleiding In 2005 werd gestart met de uitwerking van de taakverdelingmatrix voor de natuurinrichting van een aantal

Nadere informatie

Broedvogels Emerput Breda 2008

Broedvogels Emerput Breda 2008 Broedvogels Emerput Breda 2008 Februari 2009 West Brabantse Vogelwerkgroep Jan Benoist Foto s: Jan Benoist en Raymond van Breemen West Brabantse Vogelwerkgroep Breda 1 Inleiding Bezoeken Broedvogels Kokmeeuwen

Nadere informatie

BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam. 1980-80 Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo

BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam. 1980-80 Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT RESULTATEN VAN EEN VERKENNENDE BROEDVOGEL- INVENTARISATIE IN HET NATUURTERREIN HET HARDERBROEK door W. Dubbeldam 1980-80 Abw maart R 13381 X 7t

Nadere informatie

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)

Fig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha) Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland

Nadere informatie

Natuurcompensaties Achterhaven Zeebrugge. Beheercommissie jaarrapport werkjaar 11. Vlaanderen is open ruimte VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ. VLM.

Natuurcompensaties Achterhaven Zeebrugge. Beheercommissie jaarrapport werkjaar 11. Vlaanderen is open ruimte VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ. VLM. Vlaanderen is open ruimte Natuurcompensaties Achterhaven Zeebrugge Beheercommissie jaarrapport 2016 - werkjaar 11 VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ 1 / JAARVERSLAG BEDRIJFSADVIES 2013 VLM.be Natuurcompensaties

Nadere informatie

GEEN KUST ZONDER MEEUWEN. Infosessie

GEEN KUST ZONDER MEEUWEN. Infosessie GEEN KUST ZONDER MEEUWEN Infosessie Programma 1. Situering 2. Historiek van de laatste 15 jaar 3. Wat biedt de toekomst? 1. Situering en missie Ervaringen in de Brugse zeehaven Problematiek op het terrein:

Nadere informatie

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK INBO.A

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK INBO.A ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUUR- EN BOSONDERZOEK INBO.A.2007.82. Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse Gemeenschap Kliniekstraat 25, 1070 Brussel www.inbo.be Retrofit windturbinepark haven Zeebrugge.

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017 Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017 1.Het gebouw is een veruiterlijking van een schuur, zoals je er veel in de polders aantreft (vooral in Nederland) en een luchthaven. Dit verwijzend naar de vroegere

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Broedvogels

Hoofdstuk 5. Broedvogels Hoofdstuk 5. Broedvogels Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie vzw) en Maarten Jacobs (Nature-ID) m.m.v. Eric Stienen, Nicolas Vanermen (INBO) & Koen Marechal (ANB) 5.1. Inleiding De vogels die in het

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Historisch permanente graslanden (HPG) in de landbouwstreek de Polders

Historisch permanente graslanden (HPG) in de landbouwstreek de Polders Historisch permanente graslanden (HPG) in de landbouwstreek de Polders 1. Achtergrond en historiek 2. Natuurwaarden HPG 3. Beslissingen VR 4. Praktijk 1. Achtergrond en historiek Bescherming via natuurwetgeving:

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Broedbiologisch onderzoek bij sternen en meeuwen

Broedbiologisch onderzoek bij sternen en meeuwen 15 Broedbiologisch onderzoek bij sternen en meeuwen Sinds 1997 wordt door het Instituut voor Natuurbehoud (IN) in de Voorhaven te Zeebrugge (Fig. 12) broedbiologisch onderzoek naar sternen en meeuwen uitgevoerd

Nadere informatie

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 266

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 266 KV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep Mededeling nr. 266 Broedvogel inventarisatie HET GROEE STRAD - WEST (BVK XIII) door Peter Vermaas en Jan Utberg. Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - doel - waarnemers Hoofdstuk

Nadere informatie

Inleiding. geïnventariseerd op. grootste op daken broedende kolonie meeuwen. Aanvulling hierop betreft het tellen van de grote kolonie op

Inleiding. geïnventariseerd op. grootste op daken broedende kolonie meeuwen. Aanvulling hierop betreft het tellen van de grote kolonie op 13 Aantal broedparen van meeuwen en sterns in ZuidKennemerland en de Haarlemmermeer in 1997 Fred Cottaar Inleiding Voor het elfde jaar in successie is ZuidKennemerland en de Haarlemmermeer geïnventariseerd

Nadere informatie

Topjaar soorten overig jarig riet

Topjaar soorten overig jarig riet Beste tellers van zeldzame broedvogels in Gelderland! Het jaar 2018 loopt alweer ten einde. Tijd dus om terug te blikken op het broedvogelseizoen 2018. De terugblik op de koloniebroeders zal nog even op

Nadere informatie

Advies betreffende beheerplan Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw in de kustgemeenten

Advies betreffende beheerplan Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw in de kustgemeenten Advies betreffende beheerplan Zilvermeeuw en Kleine Mantelmeeuw in de kustgemeenten Nummer: INBO.A.2010.52 Datum: 26/02/2010 Contact: Auteur(s) : Kenmerk aanvraag : Geadresseerden: Cc: Marijke Thoonen

Nadere informatie

16 Broedsucces van sternen in de Zeebrugse voorhaven

16 Broedsucces van sternen in de Zeebrugse voorhaven 16 Broedsucces van sternen in de Zeebrugse voorhaven Inleiding Sinds 1997 wordt door het Instituut voor Natuurbehoud (IN) in de Voorhaven te Zeebrugge broedbiologisch onderzoek naar sternen en meeuwen

Nadere informatie

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014 Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014 Foto:%Mark%Collier% Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van monitoring

Nadere informatie

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders Net zoals bij onze kerkuilen beleefden we vorig jaar ook bij de bruine kiekendieven een topjaar met een totaal van maar liefst 38 broedgevallen.

Nadere informatie

Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland

Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland van Turnhout C. & Zoetebier D. Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland In opdracht van: Chris van Turnhout & Dirk Zoetebier Sovon Vogelonderzoek Nederland E info@sovon.nl

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN GROTE MEEUWEN Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de walle, Nicolas Vanermen & Hilbran Verstraete

EVOLUTIE VAN GROTE MEEUWEN Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de walle, Nicolas Vanermen & Hilbran Verstraete EVOLUTIE VAN GROTE MEEUWEN Eric Stienen, Wouter Courtens, Marc Van de walle, Nicolas Vanermen & Hilbran Verstraete EVOLUTIE VAN GROTE MEEUWEN VERPLAATSINGEN VAN GROTE MEEUWEN OVERLAST DOOR GROTE MEEUWEN

Nadere informatie

DPM. Broedsucces van kustbroedvogels in de Grevelingen in Delta Project Management

DPM. Broedsucces van kustbroedvogels in de Grevelingen in Delta Project Management Broedsucces van kustbroedvogels in de Grevelingen in 2017 Mark Hoekstein, Sander Lilipaly, Dirk van Straalen en Pim Wolf LIFE15 IPE NL 016 DPM Delta Project Management Broedsucces van kustbroedvogels

Nadere informatie

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto

Nadere informatie

Advies over broedende grote meeuwen in de gemeente Zedelgem

Advies over broedende grote meeuwen in de gemeente Zedelgem Advies over broedende grote meeuwen in de gemeente Zedelgem Adviesnummer: INBO.A.3613 Auteur(s): Eric Stienen & Hans Matheve 1 Contact: Lieve Vriens (lieve.vriens@inbo.be) Kenmerk aanvraag: Mail op datum

Nadere informatie

Weidevogels en predatie: een literatuuroverzicht

Weidevogels en predatie: een literatuuroverzicht Weidevogels en predatie: een literatuuroverzicht Weidevogels en predatie: een literatuuroverzicht i o o o o o ii A&W-rapport 1448 o o o Weidevogels en predatie: een literatuuroverzicht iii Weidevogels

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 2015 VOGELWACHT HARLINGEN-KIMSWERD

NIEUWSBRIEF 2015 VOGELWACHT HARLINGEN-KIMSWERD NIEUWSBRIEF 2015 VOGELWACHT HARLINGEN-KIMSWERD Beste leden, Zoals gebruikelijk krijgt u hierbij weer de nieuwsbrief van onze vogelwacht. Wij zijn nog steeds op een goede manier actief in ons gebied. Toch

Nadere informatie