Codering voor stuwlocaties ( slots ) containerbinnenvaart

Transcriptie

1 Codering voor stuwlocaties ( slots ) in de containerbinnenvaart Tot stand gekomen in overleg met de werkgroep BTB-Container en andere betrokkenen Rotterdam 2007 Versie: 3.1 d.d Samensteller: P. Nefkens Nefkens Advies i.o.v. Rijkswaterstaat

2 Inhoud Codering voor stuwlocaties ( slots ) in de containerbinnenvaart 1 INLEIDING BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE SITUATIE CODERING Maritieme standaard De ruimen De rijen en de lagen Codering voor slots in de Rijn- en binnenvaart Veranderen de nu aan boord gebruikte aanduidingen van de slots? Format ten behoeve van ERINOT bericht VERVOLGSTAPPEN Actielijst VOORBEELDEN...10 Bijlagen: 9 uitgewerkte voorbeelden Wijzigingsgeschiedenis In versie 3.0 ontbrak het format ten behoeve van het ERINOT bericht. Dit is in versie 3.1 toegevoegd als paragraaf Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 2 van 10

3 1 INLEIDING Containerschepen in de Rijn- en binnenvaart verstrekken gegevens over de geladen containers aan Rijkswaterstaat met behulp van BICS (EDI-bericht: ERINOT). De door RWS ontvangen gegevens worden in het IVS90 (meld- en volgsysteem) verwerkt en opgeslagen. Op dit moment meldt de schipper nog niet welke container op welke plaats in het schip geladen is. Rijkswaterstaat wil graag per container weten op welke plaats in het schip een container geladen is, dus: in welk vak in het ruim, op welke rij in de breedte en op welke laag. Rijkswaterstaat wil over deze informatie beschikken om, indien bij een aanvaring of andere calamiteit containers buiten boord vallen, te kunnen vaststellen welke containers, geladen met welke lading, in het water terecht gekomen zijn. Informatie over de lading is bij het bergen van een container zeer belangrijk. Immers, gevaarlijke stoffen kunnen, wanneer zij in aanraking met water komen, gevaar op leveren voor de bergers. Zo'n stuwlocatie (bestaande uit een aanduiding voor het ruim, de rij en de laag) wordt in de zeevaart een slot genoemd. In dit document wordt de stuwlocatie, waarin een container gestuwd is, daarom ook slot genoemd. De schipper kan per container het slot met behulp van de z.g. BICS-melding aan RWS melden. De huidige aan boord gebruikte notatie van de slots is niet eenduidig. Om de ontvangen informatie te kunnen verwerken en interpreteren moet RWS wel weten welke notatie aan boord van welk schip gebruikt wordt. Gezien het gebrek aan eenduidigheid, is het voor RWS onbegonnen werk om per schip vast te leggen welke notatie gebruikt wordt. Een gestandaardiseerde notatie is daarom noodzakelijk. De gestandaardiseerde notatie kan ook gebruikt worden om slots door te geven aan laad- en losterminals. In dit document is een voorstel voor een gestandaardiseerde codering (notatie) geformuleerd. De binnenvaart codering lijkt sterk op de codering die in de zeevaart gebruikt wordt. Voor u ligt de definitieve slots-codering binnenvaart. Dit ontwerp is in de afgelopen maanden met een aantal direct betrokkenen besproken. Hun reacties zijn verwerkt en in de loop van derde kwartaal 2007 zal deze slots-codering binnenvaart bekend worden gemaakt. Meer hierover in hoofdstuk 4. Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 3 van 10

4 2 BESCHRIJVING VAN DE HUIDIGE SITUATIE Containerschepen in de Rijn- en binnenvaart laden de containers achter elkaar, naast elkaar en op elkaar gestapeld. Men is gewend om de ruimen van de schepen in de lengte te verdelen in 20' vakken. Afhankelijk van de breedte van het ruim worden containers in twee, drie, vier, vijf en zes rijen naast elkaar geladen. Ook de hoogte varieert van één laag tot en met 5 lagen. Schippers gebruiken eigen coderingen om de precieze stuwlocatie van een te laden of geladen container aan te geven. Nummering van de ruimen in de lengte van de schepen De nummering van de 20' vakken van de ruimen begint in principe altijd voorin het schip met vak 1 en eindigt, afhankelijk van de lengte van het ruim, met een hoger nummer. Het aangeven van een vak voor een 20' container lijkt gemakkelijk, immers een 20' container past in een 20' vak. Maar dan moet wel gelden dat de 20' container in één bepaald 20' ruim geladen is. Het kan echter voorkomen dat de container in twee 20' ruimen geladen is; er worden immers niet uitsluitend 20' en 40' containers vervoerd. In zo'n geval worden verschillende coderingen gebruikt. Sommige schippers spreken aan boord af dat de voorzijde van de container bepalend is voor het aangeven van het vak waarin een container geladen wordt. Anderen geven aan dat een container in twee verschillende vakken geladen is, door de nummers van beide vakken te benoemen. Er zijn ook schippers die met een letter aangeven dat een container achterin of voorin een bepaald vak geladen is. Een voorbeeld Type container Notatie vak Toelichting Notatie vak Toelichting Schip 1 Schip 2 20' container 2 Container staat in vak 2 2 Container staat in vak 2 20' container 2/3 Container staat voor de helft in vak 2 en voor de helft in vak 3 2A(chter) Container staat voor de helft in vak 2 en voor de helft in vak 3 30' container 2/3* Container staat voor 1/3 in vak 2 en voor 2/3 in vak 3 2A(chter) Container staat voor 1/3 in vak 2 en voor 2/3 in vak 3 * Bij deze notatie van de ruimen moet wel worden aangegeven waar de container precies staat, immers er zijn meerdere mogelijkheden. Nummering van de rijen in de breedte Ook bij de nummering van rijen in de breedte worden in de praktijk uiteenlopende notaties gebruikt. Sommige schippers geven aan aan welke zijde stuurboord buiten, stuurboord midden, midden, bakboord midden of bakboord buiten - een container geladen is. Anderen geven de voorkeur aan het gebruiken van een nummering. Nummering van de lagen Over het algemeen zijn de lagen aangeduid van 1 tot en met 5 In sommige stuwplanberekeningen wordt een laag nul gebruikt. Conclusie De notatie van de slots in de Rijn- en binnenvaart zijn niet op ieder schip uniform. Verstrekken van de gegevens aan partijen aan de wal bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en de terminals inclusief de niet uniforme gegevens over het slot waarin een container geladen is, heeft geen zin. Immers van die partijen kan en mag verwacht worden dat zij de ontvangen gegevens interpreteren. Interpretatie van niet gestandaardiseerde slotnotaties is onbegonnen werk; een uniforme codering is daarom noodzakelijk. Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 4 van 10

5 3 CODERING 3.1 MARITIEME STANDAARD Aan boord van deepseaschepen wordt een codering (Bay -Row - Tier) gebruikt om aan te geven in welk slot een 20' - of een 40' container geladen is. Men heeft een codering (ISO (1990)) ontwikkeld waarmee het mogelijk is om in de notatie ook aan te geven wat voor type container (20' of 40') geladen is of moet worden. De nummering van de Bay is oneven voor 20' containers en even voor 40' containers De ruimen Een voorbeeld Een container met de slotnotatie Bay: 17 is een 20' container geladen in 20' Bay met nummer 17. Een container met de slotnotatie Bay: 18 is een 40' container geladen in 40' Bay met nummer 18 (bestaat uit 20' vak met nummers 17+19). De maritieme standaard voorziet echter niet in een gemakkelijke notatie die ook te gebruiken is om aan te geven waar er 30' en 45' containers gestuwd zijn of moeten worden. In theorie is het mogelijk om deze standaard aan te passen zodat wel aangegeven kan worden dat er een 30' en een 45' container geladen wordt, maar de codering wordt zeer ingewikkeld De rijen en de lagen De rijen (Rows) waarin de containers naast elkaar geladen zijn, zijn eveneens genummerd. Onderscheiden worden schepen met een even aantal rijen en schepen met een oneven aantal rijen. De rijen worden genummerd met even nummers voor de rijen aan bakboord van "de midden" en oneven aan stuurboord van "de midden". Bij schepen met een oneven aantal rijen wordt de middelste rij aangegeven met de code 00. De eerste rij aan stuurboord heeft nummer 01, de rij daarbuiten 03 etc. Aan bakboord gebruikt met de nummers 02 en hoger. Vanzelfsprekend zijn ook de lagen gecodeerd. Onderscheiden worden containers die benedendeks (beneden de luiken) geladen worden en de containers die bovendeks geladen worden. Deze lagen hebben een codering vanaf 80. De codering bestaat uit even getallen. Onder in het schip is laag 02. De volgende lagen hebben de nummers 04 en hoger. Ter illustratie twee schetsen van een zeeschip als voorbeeld; één zeeschip met een even aantal rijen en een zeeschip met een oneven aantal rijen. Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 5 van 10

6 3.2 CODERING VOOR SLOTS IN DE RIJN- EN BINNENVAART In overleg met een aantal barge-operators in de Rijn- en binnenvaart en met leveranciers van stuwplanapplicaties is besloten te onderzoeken of een codering voor de Rijn- en binnenvaart te ontwikkelen is. Deze codering moet resulteren in een standaard die (zoveel mogelijk) gebaseerd is op de maritieme standaard, waarbij we de mogelijkheid hebben om de meest voorkomende stuwlocaties in de Rijn- en binnenvaart te kunnen coderen. Belangrijk is dat de codering van de slots voor ieder containerschip gebruikt kan worden. Grootste afwijking ten opzichte van de zeevaart: slechts een klein deel van de schepen in de Rijn- en binnenvaart bestaat uit cellulaire schepen. Deze cellulaire schepen hebben een vaste indeling. In de cellen is het vaak wel mogelijk om containers van verschillende afmetingen achter elkaar te laden. Het overgrote deel van de schepen die in de Rijn- en binnenvaart containers vervoeren, hebben één groot ruim. Vaak zijn de ruimen wel voorzien van dwarsverbanden en soms van lage schotten om het zetten van ballastwater mogelijk te maken. Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 6 van 10

7 Containers van verschillende formaten worden achter elkaar in één rij geladen. De mix van te vervoeren containers (20', 30', 40' en 45') maakt het noodzakelijk om de maritieme standaard codering los te laten, die immers is gebaseerd op een teu (20' equivalent),. Omdat in de binnenvaart ook vaak 45' container vervoerd worden, is de standaard gebaseerd op een verdeling van een 20' vak in het ruim van een schip in vier vakken van 5'. Een 20' container neemt vier 5' vakken in beslag, een 30' container zes 5' vakken, een 40' container acht 5' vakken en een 45' container negen vakken van 5'. Onderdeel van de codering is de afspraak dat de voorzijde van de container bepalend is voor de codering van het 5'vak (slot) waarin de container is/wordt geladen. In afwijking van de maritieme standaard is het daarom noodzakelijk om de codering van het slot aan te vullen met informatie over de maat (size/type) van de container. De EDI-berichten die in de binnenvaart gebruikt worden, bevatten per container een apart veld waarin de containersoort (size-type) gemeld kan worden. De maritieme codering voor de rijen en de lagen kan ongewijzigd gehandhaafd worden. Soms kunnen de ruimen van containerschepen in ruim 1 aan de buitenzijde op de onderste laag niet gebruikt worden. De plaats van een container wordt dan ingenomen door een stalen kast, deel van het schip (in dit document dummy genaamd) waarop soms op de tweede laag wel een container kan worden geladen. Tussen de twee dummy s in kunnen, afhankelijk van de breedte één of meer containers geladen worden. De codering kan ook gebruikt worden om de posities van de tussen die dummy s en op die dummy s te plaatsen containers aan te geven. Onder meer de volgende verschillende situaties kunnen ontstaan: Indien de dummy s, aan stuurboord en aan bakboord op de onderste laag per dummy de plaats innemen van één 20 container kan voor het gehele schip dezelfde codering gebruikt worden. Indien de dummy s een kleinere ruimte innemen, waardoor er in het voorste ruim van een twee-breed schip één container in de midden geladen kan worden, beschikt het schip in het voorste ruim wel over een locatie die zich in de midden van het schip bevindt. Als codering van deze locatie dient de breedtecodering 00 te worden gebruikt. Indien de dummy s een kleinere ruimte dan de ruimte van 1 container innemen, waardoor er in het voorste ruim van een drie-breed schip twee containers geladen kan worden, dient de codering gebruikt te worden voor een even aantal rijen containers. De breedtecodering 00 dient voor de stuwlocaties in de voorste, over het algemeen maximaal 20 lang, niet te worden gebruikt. Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 7 van 10

8 Indien de dummy s bij bredere schepen niet identiek zijn aan een 20 slot waardoor de containers niet in één rij achter elkaar gestuwd kunnen worden, dient de codering op manier zoals beschreven bij het vorige aandachtspunt toegepast te worden. Ook het achterruim van een containerschip kan voorzien zijn van dummy s. De codering van stuwlocaties van containers die in zo n achterruim gestuwd moeten worden, vindt in analogie met de codering voor 20 ruim 1 plaats. Dwarsgeplaatste containers Sporadisch komt het voor dat containers dwars in een schip geladen worden. Terminals geven aan dat deze manier van laden vaak het proces ernstig hindert. Het eventueel dwars moeten stuwen van een container dient opgegeven te worden als stuwinstructie in een z.g. vrije tekst. In een losinstructie dient ook met behulp van tekst aangegeven te worden dat een container dwarsscheeps gestuwd is. Containers met overbreedte en overlengte De codering voorziet niet in de mogelijkheid om de ruimen in de breedte in vijf voet te coderen omdat dan te veel afgeweken wordt van de maritieme standaard. Indien het noodzakelijk is om een container op een van de standaard afwijkende locatie te stuwen, dient deze afwijking opgegeven te worden als stuwinstructie in een z.g. vrije tekst. In een losinstructie dient ook met behulp van tekst aangegeven te worden dat een container op een niet standaard locatie gestuwd is Veranderen de nu aan boord gebruikte aanduidingen van de slots? In principe kan men aan boord de huidige aanduiding voor de slots blijven gebruiken. Maar in de elektronische communicatie met derden, bijvoorbeeld Rijkswaterstaat en ander beheerders van het vaarwater en de terminals, wordt wel de gestandaardiseerde codering gebruikt; de stuwplan-software vertaalt de nu gebruikte aanduiding in de gestandaardiseerde nieuwe codering. Onder de motorkap wordt overigens nu al in ruimen van vijf voet of kleiner gerekend. Het gevolg kan zijn dat na verloop van tijd steeds meer, ook aan dek, de nieuwe notatie gebruikt zal worden Format ten behoeve van ERINOT bericht Gezien het feit dat het ERINOT-bericht uit gaat van de volgende invulinstructie: BBBRRTT for Bay / Row / Tier, geldt voor het ERINOT bericht de volgende invulling Code : Omschrijving Bay(n3) Row(n2) Tier(n2) Voorbeeld Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 8 van 10

9 4 VERVOLGSTAPPEN Deze beschrijving van de standaard voor stuwlocaties in de containerbinnenvaart is besproken met een vertegenwoordiger van een deepseaterminal, softwareontwikkelaars, schippers en barge-operators. Deze standaard is besproken met de leden van de werkgroep BTB-containers. De door deze partijen gegeven reacties zijn verwerkt in de standaard. De codering wordt voorgelegd aan: Rijkswaterstaat en andere beheerders van meld- en volgsystemen De Arbeitsgruppe Telamatik in Duisburg en andere organisaties in het buitenland De ERI Expertgroup Inland- en deepseaterminals Vast staat dat Rijkswaterstaat de codering wil gaan gebruiken. Er zal een instructie voor de gebruikers, aan de wal en aan boord, worden opgesteld. Immers, een codering moet door iedereen geïnterpreteerd kunnen worden tot een driedimensionaal beeld van een containerschip. 4.1 ACTIELIJST Actie Door Door P.Nefkens Status Lezen van dit document en reageren Leden werkgroep BTBcontainers gereed Verwerken reacties gereed Bespreken met schippers en barge-operators Schippers en barge-operators gereed Verwerken reacties gereed Bespreken met de leveranciers van de software Leveranciers gereed Opstellen van de definitieve versie van dit document gereed Bespreken codering met inland- en deepseaterminals Inland- en deepseaterminals Deels gereed Rapporteren van de reacties aan de leden van BTB-containers gereed Bespreken van codering met vertegenwoordigers branche-organisaties in België en Duitsland BTB loopt Opstellen van een handleiding voor de codering, voorzien van 3D-illustraties loopt Aanbieden van de gestandaardiseerde codering aan RWS en aan andere geïnteresseerden Aanbieden van de gestandaardiseerde codering aan de ERI-expertgroup Leden werkgroep BTBcontainers, RWS en anderen BTB loopt loopt Publiceren van de codering op website BTB gereed Eventueel onderhoud BTB loopt Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 9 van 10

10 5 VOORBEELDEN Ter illustratie zijn enkele concrete voorbeelden voor verschillende scheepsmaten uitgewerkt, zie onderstaande tabel en de bijlagen bij dit elektronische document. Lengte in m 20' vakken Rijden (breed) lagen Max. Totaal teu x2+1x x3+2x x3+1x Codering stuwlocaties versie 3.1 pagina 10 van 10

11 Voorbeeld 60 m, 2 breed 20' vakken 6 breed in rijen 2 lagen 3 teu 36 ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ ' Bakboord Stuurboord Laag 2 Bakboord Stuurboord Laag 3 Bakboord Stuurboord ruimen 20' ruimen 5'

12 Voorbeeld 90 m, 3 breed 20' vakken 10 breed in rijen 3 lagen 3 teu 90 ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB Buiten midden SB buiten Laag 2 BB buiten midden SB buiten Laag 3 BB buiten midden SB buiten ruimen 20' ruimen 5'

13 Voorbeeld 110 m, 4 breed 20' vakken 13 breed in rijen 4 lagen 4 teu 2 08 ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB buiten BB midden SB midden SB buiten Laag 2 BB buiten BB midden SB midden SB buiten Laag 3 BB buiten BB midden SB midden SB buiten Laag 4 BB buiten BB midden SB midden SB buiten ruimen 20' ruimen 5'

14 Voorbeeld 135 m, 4 breed 20' vakken 17 breed in rijen 4 lagen 4 teu 2 72 circa ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB buiten BB midden SB midden SB buiten Laag 2 BB buiten BB midden SB midden SB buiten Laag 3 BB buiten BB midden SB midden SB buiten Laag 4 BB buiten BB midden SB midden SB buiten ruimen 20' ruimen 5'

15 Voorbeeld 135 m, 5 breed 20' vakken 17 breed in rijen 5 lagen 5 teu 4 25 circa ruimen 20' Co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB buiten BB binnen Midden ST binnen ST buiten Laag 2 BB buiten BB binnen Midden ST binnen ST buiten Laag 3 BB buiten BB binnen Midden ST binnen ST buiten Laag 4 BB buiten BB binnen Midden ST binnen ST buiten Laag 5 BB buiten BB binnen Midden ST binnen ST buiten ruimen 20' ruimen 5'

16 Voorbeeld 135 m, 6 breed 20' vakken 17 breed in rijen 6 lagen 5 teu 5 10 circa ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB buiten BB midden BB binnen SB binnen SB midden SB buiten Laag 2 BB buiten BB midden BB binnen SB binnen SB midden SB buiten Laag 3 BB buiten BB midden BB binnen SB binnen SB midden SB buiten Laag 4 BB buiten BB midden BB binnen SB binnen SB midden SB buiten Laag 5 BB buiten BB midden BB binnen SB binnen SB midden SB buiten 05 ruimen 20' ruimen 5'

17 Voorbeeld 60 m, 2 breed 20' vakken 6 breed in rijen 2 lagen 3 teu 36 ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ ' Bakboord Stuurboord Laag Bakboord Stuurboord Laag 3 Bakboord Stuurboord ruimen 20' ruimen 5'

18 Voorbeeld 90 m, 3 breed 20' vakken 10 breed in rijen 3 lagen 3 teu 88 ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB Buiten midden SB buiten Laag 2 BB buiten midden SB buiten Laag 3 BB buiten midden SB buiten ruimen 20' ruimen 5'

19 Voorbeeld 90 m, 3 breed 20' vakken 10 breed in rijen 3 lagen 3 teu 8 7 ruimen 20' co B R T ruimen 5' Row Tier num a o ie Size Laag 1 Rij Laag mer y w r typ' BB Buiten midden SB buiten Laag BB buiten midden SB buiten Laag 3 BB buiten midden SB buiten ruimen 20' ruimen 5'