EEN RUITERBOEK. (l) In den Militaire Spectator aangekondigd door dfin Kapitein van den Generalen s'af K. DR BAS. Jaargang 187!), bladz 124.
|
|
- Magdalena Kuiper
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 EEN RUITERBOEK. Gedanken über die Organisation, Ausbildung und Verwendung der Gavallerie bei der modernen Kriegsiührung von BRIX, Oberstlieutenant im Künigl. Prouss. Kriegsministerium. Berlin, E. S. MITTLEB und SOHN. Prijs f 2,40. Ongetwijfeld is aan geen der lezers van dit tijdschrift onbekend, hoe voor eenige jaren als gevolg eener prijsvraag van den toenmaligen inspecteur der russische cavalerie, den grootvorst NICOLAAS, een zeer uitgebreide nhislory of cavalry van den Luitenant-Kolonel DENISON verschenen is (i), kort daarna gevolgd door een duitsche vertaling van de hand van BRIX, Luitenant-Kolonel aan het pruisische ministerie van oorlog. Wat van dit laatste werk de waarde aanmerkelijk verhoogde, waren de talrijke, door den vertaler verzamelde «opmerkingen en toevoegselen" tot DENISON'S geschiedverhaal, die op zichzelf niet minder dan ongeveer 500 bladzijden compressen druk vormden. Die opmerkingen en toevoegselen zelven waren in twee hoofdafdeelingen gesplitst, waarvan de eerste een bepaalde aanvulling van de engelsche uitgave zou kunnen worden genoemd, aangezien zij zich uitsluitend op historisch terrein beweegt; terwijl de tweede, meer in beschouwingen tredende over het tactisch en strategisch gebruik der ruiterij, de philosophische aanvulling zou kunnen worden genoemd. Hoe aangenaam het ook inoge wezen zich te vermeiden in de groote daden, hetzij van de familie in liet bijzonder, hetzij van het voorgeslacht in het algemeen, van veel meer waarde is elke poging om die voorvaderen in handel en werken nabij te komen en zoo mogelijk voorbij te streven. Met deze waarheid voor oogen aarzelen wij niet zonder daarom iets af te doen noch van de nasporingen van DENISON noch van die welke in liet eerste gedeelte van BRIX' opmerkingen zijn neergeschreven te verklaren, (l) In den Militaire Spectator aangekondigd door dfin Kapitein van den Generalen s'af K. DR BAS. Jaargang 187!), bladz 124.
2 i 80 dat juist het laatste gedeelte van diens werk naar onze ineening voor den lezer de meeste practische waarde bezit. Daarom in de eerste plaats juichten wij al dadelijk een nieuwe verschijning toe van dat tweede gedeelte, thans afzonderlijk en tegen een prijs, welke het voor ieder bereikbaar maakt, omleiden bovenstaanden titel als afzonderlijk geschrift uitgegeven. Wij noemden dat gedeelte de philosophische aanvulling en, hoewel wij den wensch uitspreken, dat die opvatting de aangewezen lezers niet moge afschrikken, moeten wij toch al dadelijk verklaren, dat van een gezellig lezen weinig heil te verwachten is, dat het met aandacht moet worden ter hand genomen. Maar dan ook zal zeker elke bijgekraste potloodschrap een nuttige les of navolgenswaardige wenk opleveren. Het spreekt wel vanzelf dat van een grondige bespreking, waarbij al het schoone en goede op den voorgrond gesteld en het twijfelachtige nauwkeurig onderzocht wordt, in deze weinige bladzijden geen pprake kan zijn en wij ons voor het beoogde doel, de aankondiging namelijk van dien arbeid, moeten bepalen tot een vluchtig doorbladeren van het boek, in de hoop dat de eerste kennismaking voor velen tot een meer intieme moge leiden. En als wij spreken van seerste" kennismaking, dan is die opvatting alleen gewettigd, omdat de geheele inhoud van de vroegere uitgave niet uitsluitend is overgenomen, maar omdat de schrijver reeds in de voorrede verklaart, dat de aan de orde zijnde cavaleristische vraagpunten o. a. betreffende het recht van bestaan der kurassiers, den dienst te voet der cavalerie, niet tot vervanging of beperking van den eigenlijken ruiterdienst, maar als aanvulling en ondersteuning van dezen, en het gebruik van het wapen tot zelfstandige ondernemingen daarin door hom zijn opgenomen of meer in bijzonderheden zijn uitgewerkt. Dat in het werk van den duitschen schrijver de behandeling der stof afmetingen aanneemt, veel te ruim dan dat hare geheele kennis een onmiddellijk nut voor elk nederlandsch cavalerie-ofrcier zou kunnen hebben, is duidelijk; evenwel vinden wij daarnaast tal van vraag- en strijdpunten, die ook voor hem zijn neergeschreven en uitgewerkt. Zoo treft ons al dadelijk in het eerste hoofdstuk de vraag omtrent de waarde of onwaarde van het bezit van oude onderofficieren en manschappen en vinden wij daarbij des schrijvers verdediging tegenover de nieuwe theoretici, die zich verklaren tegen de zoogenaamde legende der oude soldaten en wier opvatting, als zoude de man reeds in het derde dienstjaar in militaire waarde verminderen, hij in ernst bij werkelijke soldaten onmogelijk acht. In datzelfde hoofdstuk geeft BRIX eveneens reeds een verklaring, waarom hij in zijn werk niet bepaald het gevecht, rnaar meer algemeen den dienst der cavalerie te voet op den voorgrond stelt, en vasthoudende aan het cavaleristische beginsel, dat slechts afgezeten moet worden verricht wat uitsluitend zoodanig of beter dan te paard den goeden uitslag waarborgt, dezen veel verder uitstrekt dan alleen tot het vuurgevecht en dat wel tot sparing van adem, peezen en gezonde
3 181 ruggen voor deu dienst te paard en dus dubbel in het belang van het te bereiken einddoel. In den loop van dit opstel zullen wij gelegenheid vinden in enkele woorden zijn bedoeling duidelijk te doen uitkomen. De laatste afdeeling van het eerste hoofdstuk geeft in algemeene trekken de taak der cavalerie aan en na deze daarin bij de voorbereiding na de oorlogsverklaring en tijdens de eerste operatiën te hebben beschreven, wordt hare rol gedurende den slag geschetst en valt daaruit te leeren, dat in plaats van soms nutteloos op de vleugels, ja achter de laatste reserven te worden weggeschoven, zij en dit gaat ook door voor kleine afdeelingen de vijandelijke stelling moet blijven waarnemen en uitvorscheri, of zijne bewegingen nagaan om daardoor de eigen infanterie bij den aanval van te voren de kortste strekking naar de juiste plaats te kunnen aangeven en haar daardoor omwegen, zoeken en tasten, ounoodig marcheeren over het terrein in massa's, een verkeerden aanloop en dus tijdverlies, krachtverspilling en onnoodige offers te besparen, of wel de sterkte en de marschrichting van vijandelijke colonnes tegen de eigen stelling vroegtijdig te ontdekken, daardoor de stof te leveren tot beoordeeling zijner bedoelingen en zoo de tijdige aanwending van tegenmaatregelen mogelijk te maken. In het tweede hoofdstuk wordt de organisatie der cavalerie behandeld en daarin spreekt de schrijver als zijn overtuiging de trouwens onomstootelijke waarheid uit, dat de vier pelotons van een eskadron onder alle omstandigheden minstens 12 rotten moeten kunnen formeeren, waartoe hij behalve de officieren, een sterkte van 20 man kader, 96 ruiters en 3 trompetters met 119 paarden noodig rekent. Bij de bespreking van de formatie der regimenten wordt aan die van 4 eskadrons boven die van 6 de voorkeur gegeven, terwijl zoo zegt de schrijver over andere getallen niet behoeft gesproken te worden. Behalve de 4 veldeskadrons rekent hij echter nog een reserveeskadron per regiment noodig, om naar de bekende wijze van het eskadronsstelsel die veldeskadrons by de mobilisatie te kunnen versterken en dan als het eigenlijke depot achter te blijven. De cavalerie, zegt hij verder, kan slechts dan spoedig mobiel zijn en doelmatig bereden te velde komen, als zij daarbij uitsluitend doorgedresseerd en militair volkomen geacclimatiseerd materiaal gebruikt, dat zij alleen in hare eigen vredessterkte vindt. Zeker is deze stelling onaantastbaar; waar het er echter op aankomt, behalve doelmatig bereden ook zoo spoedig mogelijk in het veld te komen, daar is het noodzakelijk zonder achterlating of opneming van één ruiter of één paard op het eerste bevel met het bedoelde materiaal op oorlogssterkte te kunnen uitrukken. De toevoeging aan de cavalerie van rijdende artillerie, van pelotons bereden pionniers, van een eigen brnggentrein en het noodige aantal patrooncaissons, zoomede van een verplegingscolonne en veldlazaret komt daarna ter sprake, terwijl het de aandacht trekt dat het bezit eener eigen telegraafafdeeling met het noodige personeel voor optische gemeenschap hoogst doelmatig wordt
4 182 geacht. Naar ons gevoelen beantwoordt de schrijver te recht de nog iieerschende strijdvraag omtrent de blijvende of tijdelijke toevoeging van jagerbataljons of infanterie op wagens aan de zelfstandig optredende ruiterij ontkennend, doch wordt het hooge nut aangewezen van de mogelijkheid om haar op gewichtige oogenblikkeri door infanterie te doen ondersteunen. Bij de behandeling van de aanvulling der cavalerie, welke het 3de hoofdstuk vult, wordt de noodzakelijkheid besproken, om zoo mogelijk uitsluitend menschen bij dat wapen in te deelen, die gewoon zijn met paarden orn te gaan, een eisch waarop ook ten onzent ernstig zou kunnen worden gewezen, opdat zich nimmer het geval zou kunnen voordoen, dat dergelijke lieden tegen hun zin en tegen hun uitgedrukt verzoek bij onbereden wapens worden ingelijfd. Ten volle zullen ook zeker onze cavalerie-officieren des schrijvers wensch deelen althans deze wordt al sedert jaren herhaaldelijk besproken om naast een minimum van lengtemaat voor recruut en milicien, een dito als maximum in te voeren en tevens lieden boven een zeker te bepalen gewicht niet bij het wapen aan te nemen. Opmerkelijk achten wij vooral de overweging des schrijvers om in geval van oorlog alleen vroegere cavaleristen (daar dus reservisten) en geen recruten tot aanvulling der te velde zijnde eskadrons te bestemmen of toe te laten. De kortere duur der hedendaagsche oorlogen toch is oorzaak dat de laatstgenoemden of niet, of onvoldoende afgericht zijn, wanneer reeds de vrede volgt, terwijl al liet eenigszins voor den oorlog bruikbare materiaal aan paarden van de depots voor de mobilisatie beschikbaar blijft. Wij noemden die overweging opmerkelijk in de overtuiging dat de gevolgen daarvan voor ons te mobiliseeren leger goede vruchten zouden kunnen afwerpen, welke te minder gering zijn te schatten, nu de wensch is uitgespoken, dat zich bij de depots slechts voor den oorlog bruikbare oude paarden moeten bevinden. Om van andere voordeelen niet te gewagen, worden een groot deel van officieren en kader dier eskadrons onmiddellijk beschikbaar, hetzij tot aanvulling van het personeel der remonte-instructie of tot vorming van keuringscomrnissiëu, hetzij tot versterking der veldeskadrons, en zoude het verstrekken van bruikbare paarden aan de slechts in vredestijd onbereden officieren ophouden een fictie te zijn. Het 4de hoofdstuk is gewijd aan de kleeding, uitrusting en bewapening der cavalerie. BRIX beveelt daarin o. a. in het algemeen en als middel van verdediging tegen sabelhouwen, handschoenen met stijve kappen en breede schouderkettingen aan en acht de matig sluitende broek met korte huzarenlaarzen de beste beenbekleeding, terwijl hij alleen aan de kurassiers uit een schoonheidsoogpunt hoogere, tot de knie reikende laarzen wenscht te geven. De wijze van plaatsen van de sabel aan den zadel wordt besproken en eenige zeer belangrijke beschouwingen ten beste gegeven over dit laatste, waarbij het voor en tegen van den hongaarschen bok, zoowel als van de zadels ROSENBEUG, LEUKS, SOHMIDT, RIEUEL en SPERLING omstandig wordt
5 183 overwogen. Uit het aanbevelen van een manteljas met krang, van het wederinvoeren van den mantelzak en van een chabraïv, die tevens op bivak tot dekking van den man moet dienen, mag niet afgeleid worden, dat de schrijver er geen groot voorstander is van alle mogelijke aan te brengen vermindering van gewicht in de uitrusting als in het algemeen en zeer te recht wordt verlangd. Opmerkelijk is het, dat juist nu ten onzent wordt gestreefd den mantel naar achteren te verleggen en de poetszakken te vergrooten; hier wordt voorgeslagen den mantel weer naar voren te brengen en daarentegen tot verlichting der voorhand het grootste deel van de pakkage achter de zitting des ruiters te verleggen; alleen het aanbrengen voor aan den zadel van twee kleine tasschen tot berging van voorwerpen van dagelijksch gebruik wordt aanbevolen. Met eenige minachting beoordeelt de schrijver de 9 a 10 voet lange lans, waarvan het zwaartepunt in het midden is gelegen, doch wenscht de cavalerie bewapend te zien. met een lans van ongeveer 2 M., door het verschuiven van den armriem zoodanig in te richten, dat zoo weinig mogelijk hout achter den arm behoeft te worden gelegd. Verder een ongeveer één meter lange, tamelijk rechte sabel, van een lederen schede voorzien en aan den zadel bevestigd, een goed vuurwapen en om in enkele gevallen bij den aanval te voet niet geheel zonder blank wapen te zijn een soort van dolkmes 25 a 30 cm. lang, zoo noodig op de karabijn te zetten en tevens tot zaag, boor en hamer ingericht. Het lijvigste hoofdstuk uit het geheele werk is het 5de, dat de vorming der cavalerie behandelt. En niet daarom, maar omdat het overvloeit van practische wenken en nuttige lessen voor den cavalerist van elke natie, in zooverre hierin hoofdzakelijk de individueele ontwikkeling van ruiter en paard op den voorgrond treedt, aarzelen wij niet dit tevens het meest gewichtige voor den nederlandschen lezer te noemen. Uitgaande van de grondstelling, dat bij de algeheele vorming der ruiterij een vast, logisch, doorgaand stelsel in alle takkenvan den dienst moet gevolgd worden, betoogt de schrijver, dat het laatste, door africhting en opvoeding te verwerven gevolg, daarin moet worden gevonden, dat wij in de manege rijden om op het terrein te kunnen exerceeren, dat wij exerceeren om te kunnen manoeuvreereu, dat wij mauoeuvreercn om te kunnen vechten en dat wij omgekeerd bij het exerceeren niet ophouden te rijden, bij het manoeuvreeren steeds blijven exerceeren en eindelijk te velde en op het slagveld steeds als op het oefeniugsterrein manoeuvreeren, als op het exercitieveld exerceeren en als in de manege rijden. Hier ziet BRIX waarschijnlijk het ideaal, dat tot motto van zijn werk heeft gediend, maar een ideaal, dat zelfs van verre gevolgd tot groote uitkomsten leiden moet. Verbinding van theoretische instructie, practische aanwijzing en voorafgaande uitvoering te voet met eigen oefening en doelmatige opvolging der lessen van het eenvoudige tot het moeilijke wordt aanbevolen en als gevolg daarvan op de hooge beteekenis en groote waarde van flinke instructeurs in alle graden met nadruk gewezen.
6 J 84 De behandeling van de oefening in de rijkunst op zichzelve genomen is van dien aard, dat daardoor de waarde van het werk zich niet uitsluitend bepaalt tot den cavalerie-officier, maar dit dienstig kan geacht worden voor elk bereden officier, die tot de instructie van man en paard kan geroepen worden. De vraag, welke de schrijver zich bij den aanvang van dat gedeelte stelt, is:»wat moet paard en ruiter in het algemeen en in het bijzonder bij het einde der africhting kennen, om met nut in den troep en het eskadron over te gaan en hoe leeren beiden zulks het beste?" Het zou ons veel te ver voeren, om hier zelfs eenig denkbeeld van den omvang van dit belangrijke gedeelte van het boek te geven, wij willen slechts even aanstippen, hoe de schrijver o. a. te velde trekt tegen de algemeene verwaarloozing van de gewichtshulpen tegenover die van beenen en teugels. Zonder de waarde van het schermen met de floret of de sabel geheel weg te cijferen, hecht de schrijver toch hoogere waarde aan de behandeling der blanke wapens, zooals die in de werkelijkheid voor den cavalerist noodig is, in de eerste plaats dus te paard. Stond hij in onze gelederen, dan zou gewis het vast treffen in den renloop van den kop ook van den wel reglementairen, maar nooit vertoonden op hoogte van den infanterist meer dan de graad van prevot in de schermzaal verkregen, bij hem een vereischte zijn tot de eerste bevordering. Uitstekend practisch toont zich BRIX, waar hij aanbeveelt de oefeningen in het schieten steeds te voeren in de richting der werkelijkheid, dat wil zeggen, slechts bij uitzondering en in den beginne staande, maar in den regel knielend of liggend uit de vrije hand, steunend tegen boomen of opgelegd op muren, heggen, aarden wallen, enz. Gymnastische oefeningen en voltigeeren vinden bij den schrijver slechts genade in zooverre de eerste tot versterking van spieren en longen en vermeerdering van zelfvertrouwen, de laatste tot handig op- en afzitten en zoo tot vermeerdering der waarde van het geheel kunnen leiden. Al wat daarbij echter schijn is en tot oogverblindende kunsten aanleiding geeft wordt afgekeurd, o. a. de springplank niet alleen op zijde gezet maar definitief verboden. Verder leert ons dit gedeelte van het werk, dat ook in Duitschland het woord stheorie" kippenvel kan doen ontstaan en in het bijzonder die soort, welke steeds met passer, driehoek en liniaal gewapend, den zelfgenoegzamen practicus -- hier op te vatten als routinier vrij spel tot veroordeeling geeft. Tegenover deze te recht gelaakte wijze van instructie stelt de schrijver zeer fijn een andere over, die door haar weten het practische kunnen niet vervangen, maar dit slechts op de doelmatigste manier voorbereiden en ondersteunen wil. Een theorie dus, die tijdverlies voor de practijk voorkomt, die den man het»waarom en daarom" leert begrijpen, die in vervanging komt van het op een mogelijke inspectie berekende vraag-
7 185 en antwoordspel (sic), die den soldaat zelf leidt tot vragen en daardoor tot donken en waarnemen. Uit een geheel ander oogpunt wordt»de school" beschouwd en aan deze alleen recht van bestaan toegekend in zoo verre zij het gehalte van het aanstaande kader kan verbeteren, aangezien de eigenlijke schoolontwikkeling van beperkte wezens niet op den weg des legers ligt, deze toch ook al ten gevolge der mindere geschiktheid van jonge officieren en vooral van onderofficieren als schoolmeester weinig of geen vruchten afwerpt en de daaraan besteede uren worden genomen van den luttelen vrijen tijd, die den cava- Icrist, als hij het noodige als zoodanig leeren en onderhouden moet, overblijft. Bij de theoretische instructie van het kader wordt vooral het oriënteeren, kaarten lezen en melden op den voorgrond gesteld en gewezen op de noodzakelijkheid der ontwikkeling van verstand en oordeel. De schrijver gelooft daarbij als regel niet aan de mogelijkheid van het uitvoeren van het krijgsspel hier vooral op te vatten als tactische oefening op de kaart met het kader. In hoe verre dit in zijn land het geval is, wagen wij niet te beslissen; dat het bij ons kader, mits laag bij den grond blijvende, niet alleen mogelijk, maar zelfs zeer vruchtdragend geschieden kan, mogen wij op grond van ondervinding verzekeren en, voorzoover het des winters niet algemeen geschiedt, als hoogst nuttig aanbevelen. Hetzelfde hoofdstuk behandelt verder uitgebreid het exercitiereglement. Eensdeels tot voorkoming van de te groote uitgebreidheid, waartoe een beschouwing over dit gedeelte zou kunnen aanleiding geven, maar hoofdzakelijk door de voldoening, dat onze cavalerie na in de laatste jaren op dat punt als een schip zonder roer te hebben roridgezwalkt, juist een nieuw reglement gekregen heeft, van hetwelk wij hopen, dat weldra een vaste koers het gevolg zal wezen, houden wij ons terug van enkele opmerkingen. Vooral het gevecht te voet laten wij uoode onbesproken en wanneer wij dit niettemin doen, dan geschiedt het alleen in de hoop van weldra de gelegenheid te vinden om daarop omstandig terug te komen, omdat naar onze meening het misbruik van die vechtwijze der ruiterij, door ons op het terrein zoowel als bij de oefeningen op de kaart waargenomen, dreigt haar ten onzent in den ban te slaan tot groot genoegen van de gelukkig nog weinigen die haar ten eenenmale, zoo niet verachtelijk dan toch bespottelijk vinden. Minder belangrijk is voor ons het manoeuvreerreglement ten gevolge van de geringe getalsterkte onzer ruiterij; toch vindt men daarin, vooral ten opzichte van het gebruik der rijdende artillerie, menige nuttige wenk. Bij de daarop volgende behandeling van de velddienstinstructie komt de bedoeling des schrijvers, wat betreft den dienst te voet, duidelijk uit. Over het in alle boeken over dat onderwerp aangegeven stelsel van dubbele vedetten bij den veiligheidsdienst in staat van rust wordt daar de staf gebroken en in de plaats daarvan een opstelling van svedettenwachten" aanbevolen. Onder deze wordt eigenlijk slechts een rationeele uitbreiding vaa de bekende
8 186 doch weinig om niet te zeggen, te weinig gebruikte kozakkenposten verstaan.»waarom", vraagt de schrijver:»dubbele posten te paard? Om stil te staan heeft rnea toch geen paard noodig, dat kan rnen voor beide partijen aangenamer en zeker in alle opzichten beter te voet doen. Het paard heeft men daarbij eerst weder noodig tot melden, dus tijdens menige geheele aflossing in het geheel niet. En toch staan de vedetten in de werkelijkheid overal, in elk terrein, bij eiken tijd van den dag en van het jaar, boven op een paard met de karabijn hoog of de pistool in de vuist, tamelijk onbeholpen en dikwijls tot de hoefijzers toe zichtbaar, in hooge mate van verre blootgesteld aan waarneming en vuuruitwerking, zitten zich lam of dikwijls als stijfgevroren, drukken de paarden tot bloedens toe, vorderen een talrijk personeel tot bezetting en aflossing en richten toch betrekkelijk weinig uit, enz." In plaats van dat al licht nu BRIX zijn stelsel toe, waarbij, om kort te gaan, drie man onder een eigen commandant de aangewezen plaatsen bezetten, waarvan er een te voet op post staat, een tweede voor diens paard zorgt en de derde, zoowel als de commandant des noodig zijwaarts en op korte afstanden voorwaarts patrouilleeren, terwijl allen, normaal afgezeten blijvende, zich gemakkelijker dan de vedetten te paard aan elke waarneming onttrekken. Bij de eigenlijke veldwacht, die volgens den schrijver in oorlog wel niet uit meer dan een peloton van 12 rotten zal bestaan, blijven op die wijze meer manschappen tot patrouilles op grootere afstanden over dan bij het vedettenstelsel, terwijl elk zijner posten zoo noodig op zichzelve reeds een kleine gevechtseenheid vormt, in staat orn enkele vijandelijke ruiters terug te wijzen zonder de geheele wacht te alarmeeren. Wij rnogen hier niet langer stilstaan bij de ontwikkeling dier denkbeelden noch daaromtrent in beschouwingen treden, al achten wij ze meer dan lezenswaardig. Ook tegen het traditioneele steeds gereed houden van de vuurwapenen voor spitsen of vedetten verklaart zich de schrijver op zeer aannemelijke gronden en het zou ons niet verwonderen, zoo zijn juist betoog de oorzaak is geweest, dat zulks onlangs bij de duitsche cavalerie is afgeschaft en voor deze in het Armee-Verordnungsblatt van 11 September jl. is gelast, dat overdag en op open terrein de daartoe gecommandeerde manschappen de karabijn in den haak, de revolver in den holster en de sabel in de schede zullen houden. Bij de verdere behandeling van dit onderwerp geeft BRIX den inhoud op voor een instructie op den velddienst, waarvan het laatste gedeelte de strategische werkkring der ruiterij behandelt en waarbij de grondstellingen, volgens welke deze dient te worden ingericht, worden aangegeven, terwijl het slot van het geheele laatst besproken hoofdstuk wordt gevormd door eenige gezichtspunten over de bij de oefening te volgen trapsgewijze opklirnrning. Daarbij treffen wij achtereenvolgens aan: de theoretische ontwikkeling in den geest, dien wij reeds aanduidden, de eerste beoefening der vormen van den velddienst te voet op een beperkt en overzienbaar terrein, de instructieritteu van den escadronscommandant met zijne officieren, zijn kader en eeiiige
9 187 uitgezochte manschappen, de oefeningen te paard met toenemende sterkte tot aan de veldmanoeuvres met andere wapens en als slot voor de speciaal cavaleristische vorming de beoefening van den strategischen waarnemings- en veiligheidsdienst, de zoogenaamde strategische cavalerie-manoeuvres. Het 6de hoofdstuk behandelt het gebruik vau het wapen en vormt een breed uitgewerkte voordracht harer reeds vroeger aangeduide taak. Wij moeten ons bepalen tot de opsomming van de onderdeelen dier verhandeling, die achtereenvolgens den werkkring der ruiterij gedurende de oorlogsvoorbereiding tot het begin der operatiën, van dat oogenblik tot hare onmiddellijke deelneming aan den strijd, gedurende de worsteling der wederzijdsche massa's, in den tijd van slag tot slag en in den belegeringsoorlog aangeven, om te besluiten met haar gebruik tot zelfstandige groote ondernemingen op verre afstanden in den geest der amerikaansche raids. Vooral in dat laatste gedeelte komt het ons voor, dat het type der hedendaagsche ruiterij, ook afgescheiden van de beschouwing van dergelijke expeditiën, zeer juist is teruggegeven, omdat daarin het vraagstuk der lichtheid en bewegelijkhcid op een zeer hoog standpunt is geplaatst. Men dient het boek zelf te lezen om werkelijk tot de overtuiging te komen, hoeveel nut er uit te trekken valt, ook daar, waar de titels der ouderdeelen oppervlakkig beschouwd, daartoe geen rechtstreeksche aanleiding schijnen te geven. Dit verschijnsel doet zich o. a. voor bij de beide, betrekkelijk korte, laatste hoofdstukken, in welke de leiding der ruiterij, hare hooge aanvoerders en het moreele element van het wapen worden besproken. Hoe ver hij nog nioge staan van de hoogere rangen, de lezer zal ook dit gedeelte niet onvoldaan en zeker niet zonder nadenken uit de handen leggen, vooral omdat daarin zoo geheel de waarheid is gehuldigd, dat al ons werken, al ons Weten, al ons kunnen dienstbaar moet zijn aan het groote geheel, dat moet "worden gebaat, aan het gemeenschappelijke doel, dat zoo goed mogelijk moet worden bereikt. Zooals wij in den aanvang reeds zeiden, wij konden uit den aard van dit opstel slechts enkele grepen doen in den schat van denkbeelden door den Luitenant-Koionel BRIX te boek gesteld. Wij hopen er echter in geslaagd te zijn de belangstelling te hebben opgewekt of vernieuwd in een werk, dat W Ü niet aarzelen als zeer degelijk en nuttig aan te bevelen aan alle officieren der bereden wapens en bijzonder aan die onzer cavalerie. December WÜPPEHMANN.
Het Mandschoerjjsche en het Japansche leger.
Het Mandschoerjjsche en het Japansche leger. Bij Keizerlijk Besluit van deii 28 sten Januari (10 Februari) is geformeerd het 3 e Siberische legerkorps, bestaande uit de 3 e, 4 e en 9 e Oost-Siberische
Nadere informatieRederlandschlndisde laatschappij
J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.
Nadere informatieSTAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,
Nadere informatieHOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.
22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont
Nadere informatieHOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).
42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren
Nadere informatieinstellingen, maar al is de beteekenis van den invloed dier bijzondere personen groot, na eene periode van belangstelling en enthousiasme voor
27 wensch om eene nieuwe regeling te scheppen, maar niet van de gedachte, of men meer voelt voor de openbare school of de bijzondere school of omgekeerd. De Minister CORT VAN DER LINDEN zeide nog in de
Nadere informatie(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).
^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende
Nadere informatieNo. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie
No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie PRIJSVRAAG van de N. L W. V- Nu de verschillende stadsgemeenten in Ned.-Indië
Nadere informatieDe dienst van het Artillerie-materieel in liniën en stellingen.
De dienst van het Artillerie-materieel in liniën en stellingen. De mobilisatie heeft aangetoond, dat de materieel-voorziening van liniën en stellingen zoowel in vredes- als in oorlogstijd op dezelfde wijze
Nadere informatieLyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:
Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der
Nadere informatieWet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)
Nadere informatieGezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,
2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op
Nadere informatieIs levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar?
Is levensverzekering tegen den halven prijs levensvatbaar? EBKE UITEENZETTING TEN DIENSTE YAN HEN DIB ZICH DOOR DE GOEDKOOPE AANBIEDINGEN YAN AsSESSlIENT- OF OMSLAGYERZEKBiUNGJIAATSCHAPPIJEN AANGETROKKEN
Nadere informatiePPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee.
PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée klassee UÏI de tesgere faupppieiioai met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. (Strekkende m voldoening aan de voorlaatste
Nadere informatieeen ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.
ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven
Nadere informatieWet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst
(Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
Nadere informatievoor den treindienst bij de verschillende troepengedeelten en voor het bereden maken van die officieren, welke in tijd van oorlog bereden moeten
450 voor den treindienst bij de verschillende troepengedeelten en voor het bereden maken van die officieren, welke in tijd van oorlog bereden moeten zijn, zoodat hoogstens eenige oude paarden, ongeschikt
Nadere informatieEen woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr
Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene
Nadere informatieADVIEZEN EN INLICHTINGEN
ADVIEZEN EN INLICHTINGEN Wij openen voor onze Lezers de gelegenheid om adviezen en inlichtingen te vragen op militair gebied. Ingekomen vragen zullen, voor zoover wij zulks dienstig achten, in deze rubriek
Nadere informatieWet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
(Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin
Nadere informatieStaatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.
Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen
Nadere informatieHOE MAJOOR W. P. LANDZAAT, COM- MANDANT VAN 1-8 R.I., OP 13 MEI 1940 OP DEN GREBBEBERG SNEUVELDE
186 UIT DE MILITAIRE SPECTATOR VAN SEPT. EN OCT. 1940 HOE MAJOOR W. P. LANDZAAT, COM- MANDANT VAN 1-8 R.I., OP 13 MEI 1940 OP DEN GREBBEBERG SNEUVELDE DOOR V. E. NIERSTRASZ Luitenant-Kolonel van den Generalen
Nadere informatieEen merkwaardig adres.
Een merkwaardig adres. Het is een verblijdend verschijnsel dat in de laatste jaren, ook in het leger, het begrip zich meer en meer gevestigd heeft van de krachtige werking die door ontwikkelend en degelijk
Nadere informatieBLOKHOOFDEN INSTRUCTIE LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE VOOR
LUCHTBESGHERMINGSDIENST 'S-GRAVENHAGE INSTRUCTIE VOOR BLOKHOOFDEN HIERMEDE VERVALLEN ALLE VORIGE INSTRUCTIES ~ VASTGESTELD TE 'S-GRAVENHAGE DEN 19EN MEI 1941 DOOR HET HOOFD VAN DEN LUCHTBESCHERMINGSDiENST
Nadere informatieWet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren
Nadere informatiePUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN
No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN
Nadere informatieOr, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.
Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen
Nadere informatieAET. 287. De gebouwen mo9ten voorzien zijn van gasmeters, ten getale en ter plaatse door den Kommandant der Brandweer te bepalen*
AANVULLING en WIJZIGING der ALGEMEENE POMTIE-YEEOEDEHTK'ö, De BTEGEMEESTEB en WETHOUDEES van Amsterdam doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente, in zijne vergadering van den l sten Maart 1882, is
Nadere informatieWAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS
* - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii
Nadere informatieBrief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859
Brief Syt A 1859 050-051. 0056-0057, Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Zeer Geachte Heer! Naar t mij voorkomt heb ik mij betreffende het corr n van den tweeden druk niet duidelijk uitgedrukt, of
Nadere informatiePRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING
PRIJSBEHEERSCHING IS ZELFBEHEERSCHING Er is een dringend tekort aan grondstoffen voor de Nederlandsche industrie en het Nederlandsche ambacht. Voor het herstellen van beschadigde huizen is hout, glas,
Nadere informatieUITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.
Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement
Nadere informatieontladingsverschijnselen. Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen samengesteld
180 TIJD EN KALENDER Boekbeoordeeling. samengesteld Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen»beveiliging tegen bliksemschade door Dr. D. van Gulik maatschappij van en uitgegeven
Nadere informatieOVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.
OVER HE WARMEHEOREMA VANNERNS DOOR H. A. LORENZ. De thermodynamische stelling die eenige jaren geleden door Nernst werd opgesteld, komt hierop neer dat de entropieën van twee gecondenseerde, b.v. vaste
Nadere informatiedegelijk boek lijn wordt aangegeven, Boekbeoordeeling. Volgens leerling eerst eenige chemie geleerd moet hebben, voor hij met dit
Boekbeoordeeling. Wilhelm Ostwald. Grondslagen der chemie. Een inleiding tot alle chemische leerboeken, vertaald door Dr. W. P. Jorissen, Groningen, J. B. Wolters 1908. Voor korten tijd is een vertaling
Nadere informatieZijne.Excellentie don Minister van Onderwijs, Kunst en en Wetenschappen. .'..s-gravenhaga» leden -ß en 3der 1» O» we t %
ONDERWIJSRAAD. * ' r^téfë^ 0 ' : \' ' ' t '' &$ ^* N./128 70. 'S-GRAVENHA^E,*. + /f Maart 1934 Staten laan 125. Bericht op schrijven van fift***e e l' eve bü het antwoord dagteekening 24 AUgUStUS 1933»Nr»
Nadere informatieo~o=jl!im' ' 'kül_lj5!ljj ' 'i'4&» HEEVORMING KONINKLIJKE DOOIl <^. IV. SCHIEDAM, A. M. ROELANTS
o~o=jl!im' ' 'kül_lj5!ljj ' 'i'4&» HEEVORMING \AJ. Dl. KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE, DOOIl
Nadere informatieHET BESTAANSRECHT DER CAVALERIE IN DEN MODERNEN OORLOG door C.J.G.L. VAN DEN BERG VAN SAPAROEA, Ritmeester der Huzaren
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONZE WEERMACHT VAN 1914 TOT 1918, p. 24-25 1 HET BESTAANSRECHT DER CAVALERIE IN DEN MODERNEN OORLOG door C.J.G.L. VAN DEN BERG VAN SAPAROEA, Ritmeester der Huzaren
Nadere informatieHoe groot was het leger van Saul in de tijd van vrede en hoe was de organisatie?
Inval van de Filistijnen en Saul brengt een offer. Hoe groot was het leger van Saul in de tijd van vrede en hoe was de organisatie? 1 Samuel 13:2 2 Toen koos Saul drieduizend man uit Israël voor zich uit.
Nadere informatieARTILLERISTISCHE OPGAVEN
ARTILLERISTISCHE OPGAVEN DOOR H. J. J. W. DÜRST BRITT Kapitein 2 R.V.A. Alvorens de beantwoording te geven van de vorige opgave wordt medegedeeld, dat, ingevolge L.O. 1939 No. 292, zijn verschenen: Tweede
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1
WET van 27 mei 1996, houdende regelen met betrekking tot de inrichting, taakomschrijving en organisatie van het Nationaal Leger (Wet Nationaal Leger) (S.B. 1996 no. 27). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Nadere informatieReglement van Orde van het Algemeen bestuur BLINK 2016
Reglement van Orde van het Algemeen bestuur BLINK 2016 Het Algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling BLINK; besluit: gelet op artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 8
Nadere informatieCiteertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================
Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen
Nadere informatieIn deze algemene voorwaarden hebben de hierna genoemde termen de volgende betekenis:
Algemene Beslagvoorwaarden Hoefsmederij S. Bouwman Artikel 1 Begripsbepalingen In deze algemene voorwaarden hebben de hierna genoemde termen de volgende betekenis: a. Algemene voorwaarden: De Algemene
Nadere informatieWet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.
De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.
Nadere informatieProf. Doekes over de kerk (1)
Prof. Doekes over de kerk (1) Onderstaand het eerste artikel van prof. Doekes met als titel Afscheiding. AFSCHEIDING Is afscheiding alleen geoorloofd wanneer wij durven verklaren: deze gemeente is een
Nadere informatieOver.lruk i.il..pro CIVE", Je Jaargang No. 5, 1944 OPEN LOOPGRAVEN NOODMAATREGEL
Over.lruk i.il..pro CIVE", Je Jaargang No. 5, 1944 OPEN LOOPGRAVEN ALS NOODMAATREGEL TER VERKRIJGING VAN EENIGE SCHUILGELEGENHEID TEGEN LUCHTGEVAAR. WANNEER GEEN MATERIALEN VOOR DEN AANLEG VAN OVERDEKTE
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van reclamebelasting bedrijventerreinen Tiel 2019.
Raadsbesluit Nummer: 8 Wettelijke grondslag: artikel 227 van de Gemeentewet Besloten in de raadsvergadering van: 21 november 2018 Besluit om: De volgende verordening vast te stellen: Verordening op de
Nadere informatieSLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) ALGEMEEN
1 Aandachtspunten: - Verzorging paard, materiaal en uitrusting; - Verzorging uniform ruiter; - Voorkomen; - Doorzettingsvermogen. SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) ALGEMEEN U bent aangesteld
Nadere informatieouder het 3» eskadron marcheerde, 35 of 40 KM. per dag voor nieuigeii Jer ook eene zware taak zou zijn. Tot zoover over den natten moesson; dat ook
841 Als oorzaken van het spoedig versleten zijn der Austraiiërs noem ik de volgende: 1. gebreken in bouw, als anderszins, van het paard zelf; 2. onvoldoende rijkunstige ontwikkeling der cavaleristen; 3.
Nadere informatieSTAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 477 Wet van 2 december 2015, houdende bepalingen verband houdende met de instelling van de rechtsopvolgers van in Nederland gevestigde internationale
Nadere informatieZondagsschoolboekjes Recensie
Zondagsschoolboekjes Recensie Druk: 1 71 blz. G.K.C.O. 10 t.d.t. 40 cent, gec. 50 cent. Dit typografisch uitnemend verzorgde boekje beschrijft op vlotte wijze met korte zinnetjes, die als kleine prikjes
Nadere informatieSTAATSBLAD - VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD - VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. \^ %. 4:Il)ij mr M T van den. SOsten October 1930, tot regeling van het toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek. WIJ WILHELMINA, BIJ DE GRATIE GODS,
Nadere informatieEmblemen KL Vooroorlogs (tijdelijk thema)
(tijdelijk thema) Wij ontvingen een verzameling met een aantal prachtige en originele voor-oorlogse emblemen van het Nederlandse leger. Allemaal in schitterende staat en fraai geborduurd. Het zijn voornamelijk
Nadere informatieTuchtreglement - KHC LEUVEN. KHC Leuven - Hertogstraat Heverlee - Pagina 1
Tuchtreglement - KHC LEUVEN KHC Leuven - Hertogstraat 203-3001 Heverlee - info@khcl.be Pagina 1 Definities In dit tuchtreglement wordt verstaan onder: bestuur, het bestuur van KHC Leuven vzw; vereniging,
Nadere informatiemeer vereenigbaar met de kennis, die vereischt wordt om
MIJNE HEEREN CURATOREN, PROFESSOREN EN LECTOREN, DAMES EN HEBREN PRIVAATDOCENTEN, DOCTOREN EN STUDENTEN EN GIJ ALLEN, DIE DOOR UW TEGENWOORDIGHEID UW BELANGSTELLING TOONT meer vereenigbaar met de kennis,
Nadere informatieSLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET
1 SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET ALGEMEEN De rijvaardigheidsproef is een leidraad en geen strikte proef. Via de opgelegde oefeningen worden de eindtermen getoetst. DRESSUUR Ruiters
Nadere informatieKNSA-MODEL BALLOTAGEPROCEDURE SCHIETSPORTVERENIGINGEN
KNSA-MODEL BALLOTAGEPROCEDURE SCHIETSPORTVERENIGINGEN ALGEMEEN: De schietsport is in Nederland nog immer populair. Circa 4.000 à 5.000 personen melden zich jaarlijks bij een schietsportvereniging omdat
Nadere informatieMemorandum. inzake. benodigde aanpassingen Nederlandse Wet- en Regelgeving terzake inzet PSC aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen
Memorandum inzake benodigde aanpassingen Nederlandse Wet- en Regelgeving terzake inzet PSC aan boord van Nederlandse koopvaardijschepen Knoops & Partners Amsterdam november 2011 Inhoud 1. Inleiding...
Nadere informatieRIJKSLANDBOÜWPttOEFSTATlON TE HOORN. Over den invloed van de bewerking derwrongel op het ontstaan van zoogenaamde Boekelscheurtjes" in Edammerkaas
RIJKSLANDBOÜWPttOEFSTATlON TE HOORN. Over den invloed van de bewerking derwrongel op het ontstaan van zoogenaamde Boekelscheurtjes" in Edammerkaas DOOK DR. W. VAN DAM. Door Boekelscheurtjes" verstaat men
Nadere informatieVoorschrift hoefbeslag (V. Hb. - '18.): aanschrijving D.v.O. dd. 10 Sept. 1918, IIe. Afd. No. 26.
Voorschrift hoefbeslag (V. Hb. - '18.): aanschrijving D.v.O. dd. 10 Sept. 1918, IIe. Afd. No. 26 http://hdl.handle.net/1874/227845 BIBLIOTHEEK UNIVERSITEIT UTRECHT A06000030883072B 3088 307 2 I. ALGEMEEN.
Nadere informatieHoe gebruikt de ruiter zijn eigen lichaam om paard te rijden en meer specifiek om aan de teugel te rijden?
1. Over het boek Als ik op het internet sleutelwoorden ingeef zoals : dressuur, aan de teugel, aan het bit enz, kom ik steeds terecht op weliswaar interessante sites met veel informatie over het paard
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017.
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Tiel. Nr. 184487 27 december 2016 Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2017 Nummer: 6 Wettelijke grondslag: artikel 227 van de Gemeentewet
Nadere informatieLiefhebben (279, 281, 353, 359) 279. Houden van de ander doe je in de mate waarin je van je zelf houdt. Lieve mensen 22 juli 2012
Liefhebben (279, 281, 353, 359) 279. Houden van de ander doe je in de mate waarin je van je zelf houdt Lieve mensen 22 juli 2012 Er ligt een verband tussen het houden van jezelf en het houden van de ander.
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieSTAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N*. 628.) WET van den 22sten April 1937, tot regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen. BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting
Nadere informatieWet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming
Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad
Nadere informatieVERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.
VERTROUWELIJK No. 51 BESLUIT van 8 augustus 1949, zoals sedert gewijzigd, houdende nadere regelen met betrekking tot de organisatie, de werkwijze, de taak en de samenwerking van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Nadere informatieSLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET
1 SLAGINGSCRITERIA A-& B-BREVET (ruiterbrevetten) A-BREVET ALGEMEEN De rijvaardigheidsproef is een leidraad en geen strikte proef. Via de opgelegde oefeningen worden de eindtermen getoetst. DRESSUUR Ruiters
Nadere informatieGerechtshof Arnhem-Leeuwarden. locatie Leeuwarden. Arrest. op het hoger beroep tegen de beslissing. van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam
arrest WAHVr 18 november 2015 CJIB Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden locatie Leeuwarden Arrest op het hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam van 19 februari 2015 betreffende
Nadere informatieSociografie en Sociale Geografie*
249 verschaften voor de topografie van het oude land Palestina?.n met groote belangstelling ziet daarom de geograaf de toekomstige opgravingen tegemoet. Dr. A. VAN DEURSEN. Sociografie en Sociale Geografie*
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken
3 (1950) No. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken A. TITEL UNIEZAKEN Memorandum houdende een
Nadere informatieOnze defensie. DOOR. W. C O O L, Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf. (Vervolg van blz. 662).
Onze defensie. DOOR W. C O O L, Luitenant-Kolonel van den Generalen Staf. (Vervolg van blz. 2). III. INDEELING DER MILITIE. Gaan wij thans na, op welke wijze bij de voorgestelde legerorganisatie de iudeeling
Nadere informatieHet pakwerkers reglement.
Het pakwerkers reglement. De pakwerker: De pakwerker is lid van een club, aangesloten bij de V.O.E. De minimum leeftijd om wedstrijden te lopen is 16 jaar met toelating van de ouders. De pakwerker zal
Nadere informatiedoor Prof. Ir. J, H. JAGER GERLINGS.
COMMISSIE'S TOT HET BRENGEN VAN MEER EENHEID IN DE NOMENCLATUUR DER INSEC- TEN EN IN DIE DER ZWAMMEN, WELKE VOOR DEN NEDERLANDSCHEN BOSCHBOUW BETEEKENIS HEBBEN door Prof. Ir. J, H. JAGER GERLINGS. Ter
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd
Nadere informatieSTATUTEN VOOB, EEN VRIJWILLIGE BRANDWEER.
STATUTEN VOOB, EEN VRIJWILLIGE BRANDWEER. Art. 1. Het doel der Vrijwillige Brandweer is het verleenen van ordelijke hulp bij brand. Art. 2. Zij vormt een zelfstandig geheel onder haar eigen kommandant.
Nadere informatieniet overal het geval is. 3 ) Vooral deze verzorging zou al spoedig te wensclien overlaten. Reeds
857 bereikt door verkorting van den duur der ruiteropleiding, rnaar van dien der stukrijderschool-periode. De beoefening der stukrijderschool behoort niet vóór Februari aan te vangen. Waar deze oefening
Nadere informatieN 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.
A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden
Nadere informatieEENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE
EENIGE AANVULLINGEN OP DE ENCYCLOPAED1E VAN WEST-INDIE HET MUNTWEZEN IN SURINAME DOOR C. R. WEIJTINGH Kort na het uitbreken van den wereldoorlog in 1914 werd den Gouverneur bij Verordening van 18 Augustus
Nadere informatieExtra: Waarom hebben mensen paarden
Extra: Waarom hebben mensen paarden In dit extra hoofdstuk leer je: Dat mensen paarden houden met een bepaald doel. Met welk doel mensen vroeger paarden hielden. Waarom mensen nu paarden hebben. Inleiding
Nadere informatieBRAND. oorzaken. verzorgd door N.V. Erven B. van der Kamp, Groningen
BRAND oorzaken Verslag van het verhandelde op het eerste symposium, gehouden op 2 en 3 April 1947 te Leiden, onder auspiciën van de rijksinspectie brandweerwezen van het ministerie van binnenlandse zafceu.
Nadere informatieBetreft: Jacobus (Koos) Hoytema van Konijnenburg ( )
Bron: Het Nieuws van de Dag, dd 4-5-1901 (vader en moeder in ondertrouw) Betreft: Jacobus (Koos) Hoytema van Konijnenburg (19-2-1902 4-4-1974) Deze informatie is, samen met die over de politie en marechaussee
Nadere informatieRijtechniek Springen. Fases van de sprong en verlichte zit
Rijtechniek Springen p Fases van de sprong en verlichte zit Doelstelling van de les De student kan de verschillende fases van de sprong benoemen en herkennen. De student kan aangeven hoe de houding van
Nadere informatieWIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 145 Wet van 7 maart 2002 tot wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieNummer Toegang: 41 Inventaris van het archief van de dienstdoende schutterij,
Nummer Toegang: 41 Inventaris van het archief van de dienstdoende schutterij, 1827-1917 Archief Delft 41 Dienstdoende schutterij 3 I N H O U D S O P G A V E Inhoudsopgave BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF...5
Nadere informatieDe Burg te Wassenaar.
De Burg te Wassenaar. hierboven reeds door Dr. Holwerda in herinnering werd gebracht, deelde de heer W. J. J. C. Bijleveld in jaargang van ons Jaarboekje het een en ander aangaande den zoogenaamden burg
Nadere informatieP. AARTSZ DE ARBEIDERSRADEN. I. DE TAAK 11. DE STRIJD 111. DE GEDACHTE IV. DE VIJAND V. Naschrift DE OORLOG
DE ARBEIDERSRADEN P. AARTSZ DE ARBEIDERSRADEN I. DE TAAK 11. DE STRIJD 111. DE GEDACHTE IV. DE VIJAND V. Naschrift DE OORLOG 1946 VOORWOORD. Dit boek is geschreven in de eerste oorlogsjaren 1941-'42. De
Nadere informatieREGLEMENT VOOR DE GEMEENTELIJKE BRANDWEER TE NIEUWER-AMSTEL.
REGLEMENT VOOR DE GEMEENTELIJKE BRANDWEER TE NIEUWER-AMSTEL. (Vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 1 februari 1918). Artikel 1. Brandbluschmiddelen. In de gemeente zijn tien handbrandspuiten, die genummerd
Nadere informatieFaculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam
Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper
Nadere informatieWET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2
Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...
Nadere informatieDe raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011;
De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011; Gelet op artikel 227 van de Gemeentewet; Besluit vast te stellen de volgende Verordening:
Nadere informatieAan de rechterhand van de Vader totdat
Aan de rechterhand van de Vader totdat Lukas 24: 50 En Hij leidde hen naar buiten tot bij Betanie en Hij hief de handen omhoog en zegende hen. 51 En het geschiedde, terwijl Hij hen zegende, dat Hij van
Nadere informatieT1RAIILEURS-JAGERHCHERPSCHUTTERS (1).
T1RAIILEURS-JAGERHCHERPSCHUTTERS (1). Het korte opstel, dal ik onder bovenstaande» lilel in het November-nommer des voorgaauden jaargangs van den Militaire Spectator plaatste, is in het eerste nomraer
Nadere informatie(Overgcdrukt uit (U Erono7nisf, December 1877.) MOET HUISHOUDKUNDE EEN LEERVAK DER MIDDELBARE SCHOOL VOOR MEISJES ZIJN? (^Ingezonden.
f Q} 'tp N! V L. /l / (Overgcdrukt uit (U Erono7nisf, December 1877.) f MOET HUISHOUDKUNDE EEN LEERVAK DER MIDDELBARE SCHOOL VOOR MEISJES ZIJN? (^Ingezonden.) In de aflevering voor Augustus September van
Nadere informatie