planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen

Transcriptie

1 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Samenvatting: Inleiding: Reeds een groot aantal jaren bestaat de intentie om de ontsluiting van Giersbergen te verbeteren, door het realiseren van een verbindingsweg in twee rijrichtingen tussen de bestaande parkeerplaats en de Margrietweg. Thans is het alleen mogelijk om de bestaande parkeerplaats te verlaten via een ontsluitingsweg, die maar één rijbaan kent. Duidelijk is dat bestaande overlast voor bewoners van Giersbergen en verkeersonveilige situaties door de aanleg van een tweede rijbaan kunnen worden beperkt. Aanleg van de weg aan de oostzijde van het bestaande pad is tot op heden niet gelukt, vanwege onenigheid over de eigendomssituatie. De gemeente kan momenteel echter een strook grond kopen aan de westzijde van de huidige rijbaan. De vragen die nu voorliggen zijn: 1. welke locatiekeuze maakt de gemeente voor de aanleg van de weg; 2. met welke planologische procedure kan het snelst worden gestart met de aanleg van de weg. Afweging: Hoewel de procedure van een projectbesluit langer duurt en beter gemotiveerd moet worden door middel van onderzoeken en het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, heeft deze procedure ten opzichte van een tijdelijke ontheffing het voordeel dat meteen een permanente weg kan worden aangelegd. De doorlooptijd van een projectbesluit kan worden verkort indien de gemeenteraad de bevoegdheid tot het nemen van dit besluit delegeert aan het college. De aanleg van de weg is (ook in tijdelijke vorm) niet mogelijk voor het toeristenseizoen 2009, maar pas in het najaar. Dit komt enerzijds door een verbod in de flora- en faunawet om werkzaamheden uit te voeren tijdens het broedseizoen van vogels. Anderzijds kan ook de aannemer pas in het najaar aan de slag. De beoogde tijdwinst bij het aanleggen van een tijdelijke weg d.m.v. een tijdelijke ontheffing blijkt hierdoor nauwelijks te behalen. Daarom wordt voorgesteld te kiezen voor de aanleg van een permanente weg op de aan te kopen grond aan de westzijde van de bestaande weg 58 d.m.v. het nemen van een projectbesluit. In een later stadium kan alsnog worden beoordeeld of de parkeerdruk rond Giersbergen aanleiding geeft een juridische procedure te starten ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen aan de oostzijde van de nieuwe weg. De komende maanden kunnen worden benut voor het uitvoeren van de benodigde onderzoeken en het opstellen van een goede ruimtelijke onderbouwing. Indien de gemeenteraad bereid is haar bevoegdheid te delegeren, kan de projectprocedure in de zomermaanden doorlopen worden, zodat in het najaar van 2009 gestart kan worden met de aanleg van de weg. Advies: 1. kennis te nemen van de quick scan ontsluiting Giersbergen; 2. kennis te nemen van de voor- en nadelen van de procedure van een projectbesluit ten opzichte van een tijdelijke ontheffingsprocedure; 3. een keuze te maken voor optie 2 ten behoeve van een nieuwe ontsluitingsweg voor het parkeerterrein van Giersbergen; 4. de procedure voor een projectbesluit te starten, waarbij de raad t.z.t. wordt gevraagd de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit voor dit project te delegeren vanwege de spoedeisendheid; 5. GS schriftelijk te verzoeken het natuurgebiedsplan aan te passen. 1/1

2 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Collegevoorstel Inleiding: Reeds een groot aantal jaren bestaat de intentie om de ontsluiting van Giersbergen te verbeteren, door het realiseren van een verbindingsweg in twee rijrichtingen tussen de bestaande parkeerplaats en de Margrietweg. Thans is het alleen mogelijk om de bestaande parkeerplaats te verlaten via een ontsluitingsweg, die maar één rijbaan kent. Duidelijk is dat bestaande overlast voor bewoners van Giersbergen en verkeersonveilige situaties door de aanleg van een tweede rijbaan kunnen worden beperkt. Aanleg van de weg aan de oostzijde van het bestaande pad is tot op heden niet gelukt, vanwege onenigheid over de eigendomssituatie met betreffende eigenaar. De gemeente kan momenteel echter een strook grond kopen, aan de westzijde van de huidige rijbaan. De vragen die nu voorliggen zijn: 1. welke locatiekeuze maakt de gemeente voor de aanleg van de weg en eventueel extra parkeerplaatsen; 2. via welke planologische procedure kan het snelst worden gestart met de aanleg van de weg. ligging plangebied en kadastrale situatie 1/8

3 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Feitelijke informatie Locatiekeuze en ontwerp Met betrekking tot de locatiekeuze van de weg speelt een aantal complicerende factoren in dit dossier, waarmee in meer of mindere mate rekening moet worden gehouden: Aanbod gronden westzijde Ondertussen kreeg de gemeente de mogelijkheid om over te gaan tot aankoop van een strook grond, op de percelen Drunen, sectie D, nummer 3007 en 3008, aan de westzijde van weg 58. De aan te kopen strook heeft een breedte van 5 meter, gemeten vanaf de oostelijke perceelsgrenzen van genoemde percelen. Hierdoor wordt het mogelijk op de aan te kopen grond én het bestaande tracé, een tweebaans weg aan te leggen. Waardevolle beukenhaag Aan de oostzijde van de percelen D 3007 en 3008, op de grens met weg 58, ligt momenteel een voor het kleinschalige landschap in Giersbergen-de Margriet beeldbepalende beukenhaag (zie de foto hieronder). Verbreding van de weg naar de westzijde heeft tot gevolg dat deze haag gerooid moet worden, tenzij gekozen wordt voor een fysieke scheiding van de rijbanen aan weerszijden van de haag. EHS-status Bijkomende complicatie is dat perceel 3008 is aangewezen als ecologische hoofdstructuur (EHS) in het natuurgebiedsplan van de provincie. Het gaat hier echter om productiebos, zonder ecologische waarde. Na ambtelijk overleg heeft de provincie reeds laten weten, inhoudelijk geen bezwaar te hebben tegen wijziging van de EHS-begrenzing. Om dit formeel te regelen dient uw college hiertoe een schriftelijk en onderbouwd verzoek in te dienen om het betreffende natuurgebiedsplan te wijzigen. Aanpassing van het natuurgebiedsplan gebeurt jaarlijks, meestal aan het einde van het jaar. Met de aanleg van de weg kan gestart worden vooruitlopend op de wijziging van de EHS-status. Dit gebeurt dan wel op eigen risico omdat belanghebbenden bezwaar kunnen maken tegen de wijziging. 2/8

4 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Parkeerbehoefte stijgt Naast de beoogde aanleg van een tweebaansweg, speelt ook nog de problematiek van de parkeergelegenheid. Het huidige parkeerterrein te Giersbergen kan op dagen met piekbelasting de vraag naar parkeergelegenheid niet aan. De ervaring is dat het aantal dagen met piekbelasting stijgt. Er bestaat dan ook al lang de wens om óók meer parkeergelegenheid te realiseren. Het is mogelijk om uitbreiding van parkeergelegenheid te koppelen aan de realisering van een tweebaansweg, bijvoorbeeld door langs deze tweebaansweg ook parkeerplaatsen aan te leggen. Planologische inbedding De 2 e vraag die beantwoord moet worden is de wijze waarop een nieuwe ontsluitingsweg planologisch moet worden ingepast. Door team OLOG is een quick scan opgesteld, waarin ruimtelijke beleidskaders en randvoorwaarden in beeld zijn gebracht en een advies wordt gegeven over de te volgen ruimtelijke procedure, ten behoeve van de nieuwe ontsluitingsweg. De quick scan wordt u bij dit advies ter kennisname aangeboden. De conclusies en aanbevelingen kunnen als volgt worden samengevat: 1. voor het realiseren van de nieuwe ontsluitingsweg, waar dan ook gesitueerd, zijn in elk geval een akoestisch onderzoek, een inventariserend archeologisch onderzoek en een watertoets noodzakelijk; 2. ter beoordeling van de financiële haalbaarheid wordt geadviseerd een planschaderisicoanalyse uit te laten voeren; 3. wat betreft de Flora en Faunawet zijn er geen bezwaren op te merken, mits de werkzaamheden plaats vinden buiten het broedseizoen van vogels (medio maart tot medio augustus); 4. Tenslotte wordt aanbevolen te kiezen voor een projectbesluit-procedure om de strijdigheid met het huidige bestemmingsplan te doorbreken. Gezien de noodzaak van een snelle aanleg van de weg vanuit het oogpunt van o.a. verkeersveiligheid en de lange duur van dit dossier, is vanuit het college gevraagd naast de projectprocedure ook de mogelijkheid van een tijdelijke ontheffingsprocedure te onderzoeken. Onder het kopje procedure zijn de procedurestappen en voorwaarden van zowel het projectbesluit als de tijdelijk ontheffing weergegeven. In de afweging van dit advies worden voor- en nadelen van beide planologische procedures beschreven, zodat u weloverwogen een keuze kunt maken. 3/8

5 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Afweging Qua locatiekeuze voor de weg bestaan de volgende opties: (1) Een permanente tweebaansweg op en ten oosten van de huidige weg 58, volledig te realiseren op gemeentegrond. Daartoe is een juridische procedure nodig, zie hieronder. (2) Een permanente tweebaansweg op en ten westen van de huidige weg 58, te realiseren op gemeentegrond (op het tracé van weg 58) en op de aan te kopen grond op de percelen D 3007 en D Er is geen juridische procedure noodzakelijk over de gronden aan de oostzijde van de weg. (3) Vooruitlopend op de aanleg van een permanente tweebaansweg op en ten oosten van de huidige weg 58 de aanleg van een tijdelijke tweebaansweg op en ten westen van de huidige weg 58. Hiervoor is zowel de strook grond op de percelen D 3007 en D 3008 als een juridische procedure over de grond aan de oostzijde van de huidige weg noodzakelijk. Aan uw college de vraag een keuze te maken uit de gestelde opties. Bij deze afweging is het van belang de consequenties voor het oplossen van de parkeerproblematiek en/of het behoud van de beukenhaag mee te nemen. Daarnaast zijn de slagingskans van een juridische procedure en de keuze voor een planologische procedure medebepalend. Deze aspecten worden hieronder eerst toegelicht om vervolgens tot een conclusie te komen. parkeren Bij optie 2 bestaat uiteraard de mogelijkheid om toch een juridische procedure te starten. Bijvoorbeeld met als doel om op de langere termijn op deze grond extra parkeerplaatsen aan te leggen of een betere landschappelijke inpassing van de nieuwe weg te realiseren. beukenhaag Bij optie 1 kan de beukenhaag aan de westzijde van de weg behouden blijven. Bij optie 2 ligt het voor de hand de beukenhaag te rooien. De beukenhaag kan bij deze optie alleen worden behouden als de rijbanen fysiek worden gescheiden en aan weerszijden van de beukenhaag worden aangelegd. De tijdelijkheid bij optie 3 zou er voor pleiten om de beukenhaag te behouden, zodat na maximaal 5 jaar de oorspronkelijke situatie weer kan worden hersteld. juridische procedure De verkeer- en parkeerproblematiek rondom Giersbergen is een zaak van lange adem gebleken. Tal van ontwikkelingen en overleggen hebben het dossier vertraagd en bemoeilijkt. Als de gemeente er voor kiest om de gronden aan de oostzijde van de huidige weg, aan te wenden voor een ontsluitingsweg (optie 1 of 3), of op termijn voor parkeergelegenheid of landschappelijke inpassing (aanvulling op optie 2), zal de gemeente minimaal 2 à 3 jaren in een juridische procedure zijn verwikkeld. ontheffing voor aanleg tijdelijke weg versus projectbesluit voor definitieve aanleg Optie 1 gaat uit van de aanleg van een permanente weg op de gronden aan de oostzijde van de huidige weg. Hiervoor is geen planologische procedure nodig, want deze gronden hebben al de bestemming verkeersdoeleinden. Omdat wel eerst een juridische procedure nodig is kan met deze optie echter niet op korte termijn een oplossing worden gecreëerd voor de verkeersproblematiek. 4/8

6 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Toepassing van een tijdelijke ontheffing heeft als voordeel dat er sprake is van een kortere procedure en dat vooraf geen onderzoeken noodzakelijk zijn. Nadeel is dat na afloop van de ontheffingstermijn, de situatie weer teruggebracht moet worden in zijn oorspronkelijke staat. Bij gebruikmaking van de bevoegdheid een tijdelijke ontheffing te verlenen moet dus worden aangetoond dat het gaat om een tijdelijke situatie van maximaal 5 jaar. Alleen als uw college kiest voor optie 3 kan de tijdelijkheid van de weg voldoende worden aangetoond. Het is bij deze optie namelijk de bedoeling dat de definitieve weg uiteindelijk zal worden gerealiseerd op gemeentegrond, oostelijk van de huidige weg 58. Indien uw college vooruitlopend op of tijdens de juridische procedure al een tijdelijke weg wil aanleggen met een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan, wordt geadviseerd ook in de uitvoering van de werkzaamheden rekening te houden met de tijdelijkheid, door: - De tijdelijke weg aan te leggen met puinverharding in plaats van definitieve bestrating; - De waardevolle beukenhaag niet te rooien. Indien uw college kiest voor optie 2 kan met het nemen van een projectbesluit op de aan te kopen grond op perceel D 3007 en D3008 meteen een ontsluitingsweg in permanente vorm worden aangelegd (definitieve bestrating in plaats van puinverharding). In de technische uitwerking is hiervan ook altijd uitgegaan, omdat de verkeersproblematiek in Giersbergen in beginsel immers vraagt om een definitieve oplossing. Het lijkt vanuit het streven naar een snelle realisatie van de weg wellicht aantrekkelijk om ook bij de verbreding aan de westzijde van de huidige weg 58 te kiezen voor de snellere procedure van de tijdelijke ontheffing. Als daarbij echter wordt gekozen voor definitieve bestrating en het kappen van de beukenhaag zal het bij de rechter niet overeind te houden zijn dat sprake is van een tijdelijke aanleg waarbij het de intentie is dat na 5 jaar de oude staat wordt hersteld. Hoewel de procedure van een projectbesluit langer duurt en beter gemotiveerd moet worden door middel van onderzoeken en het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, heeft deze procedure zoals gezegd het voordeel dat meteen een permanente weg kan worden aangelegd en dat er dus niet tweemaal een planologische procedure gevoerd hoeft te worden en tweemaal allerlei werkzaamheden ter plaatse uitgevoerd moeten worden. Dit heeft uiteraard ook een groot financieel voordeel. Bovendien hoeft bij een keuze voor optie 2 vooralsnog geen juridische procedure over de grond aan de oostzijde van de bestaande weg te worden gestart, omdat de gemeente deze gronden niet direct nodig heeft. Tenslotte zijn er nog 2 aspecten van belang die het verschil in doorlooptijd van de tijdelijke ontheffing en het projectbesluit verder verkorten: 1. Als de raad wordt gevraagd de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit voor dit spoedeisende project te delegeren aan het college, wordt de doorlooptijd van de projectprocedure met enkele maanden verkort; 2. Ook als tijdelijke ontheffing wordt verleend kunnen de feitelijke werkzaamheden voor de aanleg van de weg pas starten na medio augustus. Dit heeft een tweetal oorzaken. Enerzijds vanwege het verbod in de flora- en faunawet om werkzaamheden uit te voeren tijdens het broedseizoen van vogels. Anderzijds omdat de aannemer pas in het najaar in staat is daadwerkelijk aan de slag te gaan. 5/8

7 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen Conclusie Bij optie 1 is het vanwege de noodzaak van een juridische procedure over de grond aan de oostzijde van de bestaande weg onmogelijk om op korte termijn een oplossing te creëren voor de verkeersproblematiek. Deze optie is momenteel dan ook het minst aantrekkelijk. Nu aanleg van de weg (ook in tijdelijke vorm) niet mogelijk is voor het toeristenseizoen 2009, maar pas in het najaar, levert optie 3 ten opzicht van optie 2 nauwelijks tijdwinst op. Bovendien wordt bij optie 3 gekozen voor een juridisch traject met onzekerheid over de slagingskans, moet 2 keer een planologische procedure worden doorlopen en is er 2 keer sprake van fysieke aanleg van de weg (eerst tijdelijk en later definitief). Ten opzichte van optie 2 zijn dus ook veel meer financiële middelen en ambtelijke capaciteit nodig. Daarom wordt voorgesteld te kiezen voor de aanleg van een permanente weg op de aan te kopen grond op perceel D 3007 en D 3008 (optie 2) middels de procedure van een projectbesluit. Qua planning kunnen de komende maanden worden benut voor het uitvoeren van de benodigde onderzoeken en het opstellen van een goede ruimtelijke onderbouwing. Indien de gemeenteraad bereid is haar bevoegdheid te delegeren, kan de projectprocedure in de zomermaanden doorlopen worden, zodat in het najaar van 2009 gestart kan worden met de aanleg van de weg. Inzet van middelen: Voor het uitvoeren van de benodigde onderzoeken, het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing en het doorlopen van de procedure tot het nemen van een projectbesluit, is capaciteit nodig van de teams OLOG en OOR. Voor de benodigde grondverwerving staat team BEC aan de lat. Voor de projectleiding / begeleiding van de uitvoering is capaciteit beschikbaar bij team OOR. De kosten voor onderzoeken, planologische procedure, aanleg van de weg en de grondverwerving kunnen worden gedekt uit het krediet Giersbergen-de Margriet. Procedure: Procedure tijdelijke ontheffing De mogelijkheid van een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan wordt gegeven in artikel 3.22 van de Wro. B&W kunnen ontheffing verlenen onder de volgende voorwaarden: - aangetoond moet worden dat het gaat om een tijdelijke behoefte - na maximaal 5 jaar moet de oorspronkelijke toestand worden hersteld of moet de situatie in overeenstemming worden gebracht met het bestemmingsplan. Op de voorbereiding van een ontheffingsbesluit is afdeling 3.4 Awb van toepassing: - het ontwerpbesluit ligt met bijbehorende stukken terinzage gedurende 6 weken; - publicatie vindt plaats in een huis-aan-huisblad; - belanghebbenden kunnen hun zienswijzen naar voren brengen; - indien geen zienswijzen zijn ingebracht beslissen B&W binnen 4 weken na verstrijken van de ter inzagetermijn over de ontheffing. Projectbesluit procedure In artikel 3.10 Wro is geregeld dat de gemeenteraad ten behoeve van de verwezenlijking van een project van gemeentelijk belang een projectbesluit kan nemen. Het besluit dient een goede ruimtelijke onderbouwing te bevatten. Hiervoor is het uitvoeren van relevante onderzoeken noodzakelijk. De eisen waaraan een ruimtelijke onderbouwing moet voldoen, zijn weergegeven in art Bro. Aan het besluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. 6/8

8 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen De gemeenteraad kan bevoegdheid tot het vaststellen van een project besluit delegeren aan het college op grond van artikel 3.10, vierde lid. Op de voorbereiding van een projectbesluit is afdeling 3.4 Awb van toepassing met dien verstande dat: - de kennisgeving ook in de Staatscourant wordt geplaatst en langs elektronische weg geschiedt; - de kennisgeving langs elektronische weg wordt toegezonden aan Rijk, provincie en waterschap; - door een ieder zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit naar voren kunnen worden gebracht; - binnen 12 weken na de termijn van terinzagelegging wordt beslist omtrent vaststelling van het projectbesluit. Na vaststelling van het projectbesluit wordt het besluit binnen 2 weken bekendgemaakt en vervolgens 6 weken ter inzage gelegd voor beroep bij de Raad van State. Binnen een jaar nadat het projectbesluit onherroepelijk is geworden moeten B&W een ontwerpbestemmingsplan ter inzage leggen, waarin het projectbesluit is doorvertaald. Aan deze eis kan worden voldaan door het project mee te nemen in de integrale herziening van bestemmingsplan Buitengebied, waarvan het ontwerp in 2010 ter inzage wordt gelegd. Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen 7/8

9 College Onderwerp: V planologische procedure aanleg ontsluitingsweg parkeerplaats Giersbergen BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 2 juni 2009; besloten: 1. kennis te nemen van de quick scan ontsluiting Giersbergen; 2. kennis te nemen van de voor- en nadelen van de procedure van een projectbesluit ten opzichte van een tijdelijke ontheffingsprocedure; 3. een keuze te maken voor optie 2 ten behoeve van een nieuwe ontsluitingsweg voor het parkeerterrein van Giersbergen; 4. de procedure voor een projectbesluit te starten, waarbij de raad t.z.t. wordt gevraagd de bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit voor dit project te delegeren vanwege de spoedeisendheid; 5. GS schriftelijk te verzoeken het natuurgebiedsplan aan te passen. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 8/8

10 QuickScan Ontsluiting Giersbergen Datum: Verantwoordelijke: Marco Molijn 1

11 2

12 INLEIDING 1. Inleiding Beschrijving van de opdracht Doelstellingen en methodiek Leeswijzer 6 2. Plangebied Ligging en begrenzing van het plangebied Kadastrale situatie en eigendom Bestaande situatie Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Structuurvisie Uitwerkingsplan Waalboss Cultuurhistorische Waardenkaart GHS en AHS RNLE EHS Conclusie Gemeentelijk beleid Structuurvisie Welstandsnota Bestemmingsplan Conclusie Mogelijkheden en beperkingen voor ontwikkeling Milieu Geluidhinder Geurhinder Luchtkwaliteit Bodemkwaliteit Cultuurhistorie Monumenten Archeologie Ecologie 27 3

13 Beschermde soorten Beschermde gebieden Water en groen Wateraspecten Riolering Groenvoorzieningen Overlegorgaan Loonse en Drunense Duinen Verkeer Bereikbaarheid Parkeerbehoefte Uitvoerbaarheid Politiek en maatschappelijk draagvlak Financiële uitvoerbaarheid Planschaderisico Conclusies en aanbevelingen 35 Bijlagen - Samenvatting en conclusies, indicatief bodemonderzoek - Kaart situatieschets boorlocaties, indicatief bodemonderzoek 4

14 1. INLEIDING 1.1 Beschrijving van het project De kleine kern Giersbergen ligt in het zuiden van de gemeente Heusden, net ten noorden van het nationaal park de Loonse en Drunense Duinen. Het is een oud dorp, bestaande uit een aantal boerderijen en een restaurant. Het dorp, en vooral het restaurant de Drie Linden, vormt een recreatieve poort van de natuurgebieden. Veel bezoekers van de duinen komen via Giersbergen het park in en het kan er dan ook erg druk zijn. Om de auto s van deze bezoekers kwijt te kunnen is er reeds een parkeerterrein aangelegd. Het parkeerterrein kan momenteel alleen bereikt worden door een slingerende weg door het dorp, wat een ongewenste situatie is. Ten noorden van het parkeerterrein ligt een ontsluitingsweg, maar dit is slechts een éénrichtingsweg en deze is bovendien onverhard. De weg komt uit op de Margrietweg, één van de twee grote ontsluitingswegen van Giersbergen, de ander is de Duinweg. Het project omvat een verbreding en het verharden van de eenrichtingsweg en het aanpassen van het deel van de Duinweg dat door Giersbergen loopt. Dit laatste is reeds geschiedt op de plaats waar de Duinweg en de Margrietweg elkaar snijden, hier is de bocht zodanig geconstrueerd dat men minder snel het dorp in rijdt. De verbreding en het verharden van de noordelijke ontsluitingsweg heeft tot doel dat bezoekers van Giersbergen en de duinen niet meer via de Duinweg het dorp binnenrijden, maar via déze weg. Op deze manier keert de rust voor de bewoners meer terug en verdwijnen de verkeersgevaarlijke situaties. Voor dit deel van het project is deze quickscan opgesteld. 1.2 Doelstellingen en methodiek In hoofdlijnen bestaat de quickscan voor bouwprojecten uit deze elementen: Beschrijving van ruimte relevante beleids- en wettelijke kaders, waaronder streekplan, bestemmingsplan, structuurvisie, welstandsnota, grondbeleid en overig relevant beleid. 5

15 Beschrijven van en aangeven van prioriteiten in de ruimtelijke randvoorwaarden, bodem, archeologie, cultuurhistorie, verkeer (ontsluiting, parkeren, openbaar vervoer), milieu (geluid, water, groen, milieuzonering, luchtkwaliteit, bodem, externe veiligheid, duurzaamheid) en planschade. Beschrijving van de maatschappelijke context (politiek en maatschappelijk draagvlak) Het resultaat geeft inzicht in de mogelijke obstakels die zich bij de voorbereiding van het bouwplan kunnen voordoen. Hierin wordt bovendien een prioritering aangegeven: wat de beste volgorde is van zaken om aan te pakken. Voor een bepaald bouwproject vormt de ene factor namelijk een groter afbreukrisico dan de ander. Soms is dat het politieke draagvlak, soms is dat het geluid van een weg. Deze quickscan is gemaakt op basis van dossierstudie, een bezoek aan de locatie en gesprekken met de betrokken beleidsambtenaren. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van het plangebied. In hoofdstuk 3 worden het relevante rijksbeleid, provinciaal en gemeentelijk beleid besproken. Ook is nagegaan welke stedenbouwkundige randvoorwaarden bekend zijn voor de locatie. In hoofdstuk 4 is te lezen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn, op het gebied van milieu, cultuurhistorie, ecologie, water en groen en verkeer. In hoofdstuk 5 wordt met oog op de uitvoerbaarheid van het plan de relevante factoren beschreven in het kader van politiek en maatschappelijk draagvlak. Ten slotte komen in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen aan bod. 6

16 2. PLANGEBIED 2.1 Ligging en begrenzing van het plangebied Het dorpje Giersbergen ligt aan de rand van de Loonse en Drunense Duinen, en is ontsloten middels de Duinweg en de Margrietweg. Beide wegen worden ook gebruikt voor ontsluiting van het omliggende agrarische gebied en zijn in gebruik als route van de gemeente Heusden naar Cromvoirt, Helvoirt, Haren en meer plaatsen in die regio. Giersbergen ligt in agrarisch gebied. Het parkeerterrein en de bijbehorende eenrichtingsweg liggen in het oosten van de kern, ten noorden van het restaurant de Drie Linden, een van de recreatieve poorten van het nationaal park. Het op de luchtfoto zichtbare bos ten oosten van het parkeerterrein, is onderdeel van het natuurgebied en hier liggen ook enkele woningen. Afbeelding 1: Ligging van het plangebied 7

17 Afbeelding 2: Het parkeerterrein en de weg 8

18 2.2 Kadastrale situatie en eigendom Op de afbeelding hieronder zijn de percelen omlijnd, waar het project betrekking op heeft. Omdat de Duinweg en de daarbij behorende gronden reeds in het bezit zijn van de gemeente, en dit stuk weg reeds aangepast is, is deze hieronder niet afgebeeld. Alle percelen zijn opgenomen in het kadaster onder Drunen, sectie D. Op het perceel 3413 ligt een houtwal, deze zal gehandhaafd worden. De ontsluitingsweg ligt op het smalle perceel met het nummer In principe is er genoeg ruimte op dit perceel voor de verbreding van de weg. Echter, de strook grond ten oosten van deze is reeds in gebruik door de eigenaar van Margrietweg 18, voor veehouderij. Besloten is daarom een strook grond van 5 meter breed van de percelen met de nummers 3007 en 3008, gemeten vanaf de oostelijke perceelsgrenzen, te kopen. Op deze grond, gecombineerd met de grond die reeds gebruikt wordt voor de weg, zal de nieuwe weg komen te liggen. Afbeelding 3: Kadastrale situatie 9

19 2.3 Bestaande situatie Wat betreft de gronden voor het project; deze worden niet extensief gebruikt. De grond van de uitbreiding van het parkeerterrein ligt braak en wordt niet gebruikt. De bestaande houtwal wordt gehandhaafd. Het perceel ten oosten van de ontsluitingsweg wordt gebruikt voor veehouderij en een moestuin. Het betreft slechts een paar stuks vee. Kavel 3007 bestaat uit grasland en wordt niet gebruikt, kavel 3008 wordt gebruikt voor het kweken van kerstbomen. Omliggende gebied bestaat uit agrarisch gebied, met zowel veeteelt als akkerbouw. Er liggen enkele woningen direct ten oosten van het parkeerterrein. Ten zuiden van het parkeerterrein ligt het restaurant/café de Drie Linden, dit vormt samen met de andere cafés aan de rand van het nationaal park, één van de rust- en vertrekpunten voor bezoekers van het nationaal park. De twee grote wegen, de Duinweg en Margrietweg worden nu nog regelmatig gebruikt als parkeergelegenheid. Men parkeert langs deze wegen, in verband met ruimtegebrek in Giersbergen. Dit is een ongewenste situatie, want het is gevaarlijk en tast het landschap aan. 10

20 3. RUIMTELIJK BELEID 3.1 Rijksbeleid De Nota Ruimte heeft als hoofddoel: ruimte voor de ruimtevragende functies en de gerichtheid op vier algemene doelen: versterking internationale concurrentiepositie; bevordering krachtige steden en een vitaal platteland; borging en ontwikkeling (inter)nationale waarden; borging van de veiligheid. De Nota Ruimte gaat uit van sturing op hoofdlijnen, decentraal wat kan, centraal wat moet en ziet op ontwikkelingsplanologie en uitvoeringsgerichtheid, op een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid. De nota zet een aantal hoofdlijnen uit voor het ruimtelijk beleid in Nederland. Het vermeldt dat het aan de provincie en de gemeente is om dit verder uit te werken. Bouwen in het gebied hangt derhalve af van een door de provincie en gemeente op te stellen kader. In de nota ruimte wordt er niet specifiek ingegaan op het gebied. Het plangebied komt op de volgende wijzen aan de orde: Paragraaf , Toegankelijkheid en bereikbaarheid: Het rijk ziet groene gebieden het liefst zo goed mogelijk ontsloten. Het nationaal park is zo n gebied. De Nota Ruimte meldt het volgende: De bereikbaarheid en toegankelijkheid van de groene ruimte moeten worden verbeterd en vergroot, zowel door het wandel-, fiets- en waterrecreatienetwerk te vergroten als door belemmeringen weg te nemen. Het rijk stimuleert provincies om samen met waterschappen en andere grondeigenaren lijnvormige elementen, zoals dijken, oevers en houtwallen, toegankelijker te maken voor wandelen, fietsen en varen (waterrecreatie). Tevens worden provincies 11

21 gestimuleerd om de toegankelijkheid van natuurgebieden en landbouwgrond verder te vergroten. Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, water, natuur, landschap: Op de bijbehorende kaart is het gebied onderdeel van een groen gebied. Dit karakter moet dus gewaarborgd blijven. Kortom, het Rijk ziet graag het groene karakter van Giersbergen en het nationaal park gewaarborgd en streeft er tegelijkertijd naar dit gebied goed te ontsluiten. De nieuwe toegangsweg zou hiervoor zorgen. 3.2 Provinciaal beleid Interimstructuurvisie Door de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is iedere provincie verplicht om een structuurvisie op te stellen waarin het ruimtelijk beleid uiteengezet en uitgelegd wordt. Vroeger gebeurde dit voornamelijk door het zgn. Streekplan. De provincie Noord- Brabant heeft ervoor gekozen om het Streekplan uit 2002 niet om te zetten naar een structuurvisie, maar om een interimstructuurvisie op te stellen, zodat men in kon spelen op nieuwe ontwikkelingen en gewisseld beleid. Daarbij komen de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid zoals vermeld in de interimstructuurvisie grotendeels overeen met die van het streekplan uit De provincie Noord-Brabant streeft naar zorgvuldig ruimtegebruik. Ze wil een goede balans tussen het economische, het ecologische en het sociaal-culturele kapitaal van Brabant. Hierbij wil ze bij ontwikkelingen in het eerste meer aandacht besteden aan de twee andere kapitalen dan in het verleden is gebeurd. In de interimstructuurvisie wordt een lagenbenadering gehanteerd; elke vorm van ruimte heeft zijn eigen laag en die lagen moeten samenwerken. Infrastructuur is belangrijk voor de provincie. Zo meldt zij dat het vaker sturend moet worden in het ruimtelijk beleid. Wel moet aantasting van het landelijk gebied zoveel mogelijk voorkomen worden. Wegen moeten zo goed mogelijk in het landschap ingepast worden. 12

22 Afbeelding 4: Uitsnede kaart interim structuurvisie Afbeelding 5: Uitsnede Uitwerkingsplan Waalboss 13

23 De interim structuurvisie hanteert een aantal belangen, welke uitgewerkt worden in doelen. Wat betreft infrastructuur meldt de interimstructuurvisie het volgende: Belang: Een duurzame bereikbaarheid voor alle vervoerswijzen, voor zowel goederen als personenvervoer, met een accent op de stedelijke regio s. 1. (Bestaande) infrastructuur meer sturend laten zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen; 2. Het op orde brengen van bestaande en nieuwe infrastructuur, het intensief benutten van bestaande- en het duurzaam ruimtelijk inpassen van nieuwe infrastructuur. Het project sluit op het bovenstaande aan. Het benut bestaande structuren. Ten slotte haakt de interimstructuurvisie nog in op recreatie en toerisme. Zie het onderstaande: Het gaat er in onze ogen om te voorzien in de groeiende ruimtebehoefte voor toeristisch-recreatieve voorzieningen. Hierbij moeten de mogelijkheden van zuinig ruimtegebruik optimaal benut worden en de natuur- en landschapswaarden behouden en verder versterkt worden. Er is sprake van een dergelijke groeiende ruimtebehoefde voor toeristisch-recreatieve voorzieningen. Al met al kan men dus concluderen dat de interimstructuurvisie van de provincie dit soort initiatieven ondersteunt Uitwerkingsplan Waalbos De provincie Noord-Brabant heeft behalve de structuurvisie, enkele uitwerkingsplannen om gedetailleerder het beleid voor haar gebieden te kunnen vaststellen. De uitwerkingsplannen zijn opgesteld naar aanleiding van het streekplan uit Een daarvan is het Uitwerkingsplan Waalboss uit In het document zijn de ruimtelijke ontwikkelingen van de stedelijke regio Waalboss (Waalwijk, s- Hertogenbosch, Oss) vastgelegd. Een uitsnede van de kaart van het plan is op de vorige pagina te zien. 14

24 Qua infrastructuur wordt er niet ingegaan op zaken die relevant zijn voor de ontsluiting van Giersbergen. In dit uitwerkingsplan is ook Giersbergen opgenomen. De provincie Noord-Brabant ziet de oude structuren graag gehandhaafd Cultuurhistorische Waardenkaart De provincie heeft een Cultuurhistorische Waardenkaart uitgebracht, waarop gebouwen, landschappen, plaatsen, en natuurgebieden die een historische waarde hebben in kaart zijn gebracht. De uitsnede hiervan is op de volgende pagina te zien. De kaart laat zien dat Giersbergen een redelijk waardevolle, historische stedenbouwkundige structuur is. Aantasting van deze stedenbouwkundige waarden is niet gewenst. De plaatsing van de weg in het landschap is daarom belangrijk. Er moet gekozen worden voor een passende verharding. Omdat er reeds een parkeerterrein aanwezig is, en het geen grote uitbreiding betreft, betekent dit geen aantasting van de stedenbouwkundige structuur. Het nationaal park is een historisch waardevol vlak en historisch groen, maar de verandering in de ontsluiting zou dit vlak niet aantasten. De Margrietweg en Duinweg zijn historisch waardevolle lijnen. De aanpassing van de ontsluiting van Giersbergen door de nieuwe weg zou de doorstroming en dus het beeld van de twee bovenstaande wegen verbeteren. Al met al kan men concluderen dat de geplande aanleg van een weg en de uitbreiding van een parkeerterrein mogelijk zijn, maar dat de aansluiting van de weg op zijn omgeving zorgvuldig gebeuren moet. De stijl van de weg moet in de omgeving passen en hij mag de historische structuren niet aantasten. Wat betreft dit laatste kan er geconcludeerd worden dat, gelet op het ontwerp, dat niet het geval is. Op de gronden rust ook een hoog tot middelhoge Indicatieve Archeologische Waarde. De kans is dus aanwezig dat er vondsten gedaan worden, al is deze niet groot, voor het aanleggen van de weg en het parkeerterrein wordt immers niet diep gegraven. Toch is een Inventariserend Archeologisch Onderzoek (IAO) wenselijk. 15

25 Afbeelding 6: Cultuurhistorische Waardenkaart GHS en AHS In de interim structuurvisie van de provincie Noord-Brabant zijn gebieden ondergebracht onder de Groene HoofdStructuur (GHS) en de Agrarische HoofdStructuur (AHS). De eerste is onderverdeeld in de secties natuur en landbouw. In GHS-natuur zijn bestaande natuur- en bosgebieden ondergebracht en onder GHSlandbouw alle landbouwgebieden met bijzondere natuurwaarden. De AHS is onderverdeeld in landschap en landbouw, waarbij de AHS-landschap de gebieden met de overige bijzondere natuurwaarden bevat, en AHS-landbouw de meest pure landbouwgebieden omvat, dus zonder specifieke natuurwaarden. Voor een uitsnede van het de kaart van het gebied, zie bladzijde13. Op de kaart is te zien dat het gebied tot AHS-landschap behoort. Dit betekent dat grote aanpassingen in de ruimte in principe niet gewenst zijn, vooral verstedelijking is niet gewenst. Aanleg en aanpassing van niet-recreatieve infrastructuur kan in principe alleen in de AHS-landbouw. Daar het hier wél gaat om recreatieve infrastructuur en het geen grote aanpassing betreft, zullen er waarschijnlijk geen bezwaren zijn vanuit het AHS-oogpunt. 16

26 3.2.5 RNLE Het plangebied maakt deel uit van de Regionale Natuur- en LandschapsEenheid Loonse en Drunense Duinen. Dit zijn gebieden die zich uiteindelijk kunnen ontwikkelen tot zelfstandige eenheden waar natuur, landschap en landbouw centraal staan. Het beleid van de provincie is gericht op het beschermen en ontwikkelen van natuur- en landschapswaarden, cultuurhistorische (landschaps-)waarden, recreatie met een groen karakter en een bij de schaal en de aard van het gebied passende landbouw. Verdere ontwikkeling en het vergroten van de eenheid van het landschap is het doel. De aanleg van een betere ontsluiting van Giersbergen maakt het mogelijk de druk op de bestaande ontsluitingsmogelijkheden te verlichten EHS De kaart van de Ecologische HoofdStructuur laat enkele ecologische structuren met invloed zien rondom het plangebied. De bossen van het nationaal park staan afgebeeld op de afbeelding en zijn weergegeven door de groenbruine en helder groene vlakken. Deze gebieden moeten behouden blijven en mogen niet aangetast worden. Verder is er op de kaart een tweetal mintgroene gebieden te zien. Deze vlakken zijn getypeerd als multifunctioneel bos. Dit zijn vaak versnipperd gelegen boomgroepen en kleine stukjes bos in het landschap. Wat betreft het noordelijke vlak, dit is het kavel waar de kerstbomen gekweekt worden, en heeft weinig landschappelijke- en natuurwaarde. Deze begrenzing is niet op basis van ecologische waarden tot stand gekomen. Om deze reden is er een verzoek om wijziging bij de provincie Noord-Brabant ingediend, om dit kavel uit de EHS te halen. Afbeelding 7: Uitsnede EHS 17

27 3.2.7 Conclusie Uit het provinciaal beleid komen drie verschillende zaken naar voren. Deze zijn; Van behoud en versterking van infrastructuur voor recreatieve functies wordt de noodzaak ingezien en het wordt aangemoedigd. De toenemende ruimtebehoefte voor toeristisch-recreatieve voorzieningen wordt onderkend; Het bestaande landschap en karakter daarvan moet worden gewaarborgd. Cultuurhistorische elementen mogen niet aangetast worden. Dit gebeurt niet, enkele worden zelfs versterkt door het project. Wél moet de weg in de omgeving passen; Het gebied is een groen gebied, met het nationaal park en landbouwgebieden. De provincie spreekt van een eenheid, welke versterkt moet worden. Er zal geen sprake van afbreuk van dit landschap zijn, zolang de weg op een zorgvuldige manier in het landschap ingepast wordt. Behoud van bestaande groene structuren waar mogelijk is gewenst. 3.3 Gemeentelijk beleid Structuurvisie In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is vastgesteld dat ieder overheidsorgaan (rijk, provincie en gemeente) een structuurvisie op moet stellen. Zo ook de gemeente Heusden. De gemeente heeft reeds een structuurvisie opgesteld, al is deze nog in de conceptfase. In de loop van 2009 wordt dit document vastgesteld. 18

28 Afbeelding 8: Uitsnede concept structuurvisie gemeente Heusden Van het noorden van de gemeente, via het voormalige Land van Ooit, naar het zuiden in Giersbergen, loopt een landschapszone met recreatieve potentie. Dit is een van de drie groene verbindingen tussen het noorden van de A59 en het gebied er ten zuiden van. In deze verbinding is er een nadruk op de recreatieve mogelijkheden, zoals de vesting Heusden en omliggende gebieden, het voormalige Land van Ooit-terrein en Giersbergen en de Drunense Duinen. Ontwikkeling van zowel groen als recreatie ziet de gemeente Heusden als een doel Welstandsnota Het welstandsbeleid is niet van toepassing voor het aanleggen van een weg, maar het geeft weliswaar een beeld over hoe er gedacht wordt over het gebied. Op deze manier wordt duidelijker hoe men de nieuwe elementen in kan passen in het gebied. 19

29 Het plangebied heeft een welstandsniveau 2, wat betekent dat nieuwe ingrepen zorgvuldig ingepast moeten worden in de omgeving. Dit komt doordat Giersbergen een historische kern is, met een unieke uitstraling. Het welstandstype is Boerenerven, wat duidt op agrarische bedrijven, vaak met een bedrijfswoning. Ook een bedrijfshal is vaak aanwezig. In het plangebied is er geen sprake van dergelijke bebouwing, maar er direct naast is dit het wél het geval Bestemmingsplan De locatie valt onder het bestemmingsplan Buitengebied Drunen, maar enkele delen zijn opgenomen in de eerste partiële herziening van dit bestemmingsplan. Wat betreft de agrarische gronden is de partiële herziening van toepassing, voor de ontsluitingsweg en het perceel 3008 geldt het oorspronkelijke bestemmingsplan (zie afbeeldingen op pagina 23. Het bestemmingsplan Buitengebied Drunen is vastgesteld door de gemeenteraad op 29 juni 1987 en definitief geworden op 5 februari Het bestemmingsplan Buitengebied Drunen, eerste partiële herziening is vastgesteld door de gemeenteraad op 7 juli 1992 en definitief geworden op 11 februari De huidige vorm van het parkeerterrein past reeds in het bestemmingsplan Buitengebied Drunen. Dit is namelijk bestemd als parkeervoorzieningen. Dit is niet het geval voor de gronden direct ten noorden van de verharde parkeerplaats. Hiervoor geldt een bestemming uit de eerste partiële herziening. Zie hiervoor de volgende alinea. De bestaande onverharde weg beslaat meerdere bestemmingen. Het rechte deel, vanaf de zuidgrens van perceel 3008, heeft de bestemming verkeersdoeleinden. Het aanleggen van de weg, mag hier gebeuren, zonder vergunning. Voor zover aanwezig moet voor het rooien van aanwezige houtopstanden een vergunning verleend worden. Het zuidelijke stuk van de bestaande weg loopt op verschillende gronden. Een stukje hoort tot de eerste partiële herziening. De gebieden die niet tot verkeersdoeleinden en parkeervoorzieningen behoren, hebben de bestemming houtopstanden. Deze gronden zijn bedoeld voor houtteelt en/of voor het behoud en/of herstel van de landschappelijke waarden. Ook zijn deze gronden bestemd voor een opbouw van het landschap en voor terreinen waarbij de houtopstanden zorgen voor landschappelijke afscherming daarvan. Op de gronden mag niet gebouwd worden. Voor het aanleggen van een weg moet een aanlegvergunning worden afgegeven. Dit laatste mag alleen als 20

30 de waarde van deze gronden niet wordt aangetast en ten behoeve van de agrarische bestemming. De gronden die in de eerste partiële herziening opgenomen zijn, hebben de bestemming A(kr+lk), wat staat voor Agrarisch, waar kr staat voor kernrandgebied en lk voor landschappelijke en kultuurhistorische waarde. Deze bestemming houdt het volgende in. Men ziet het gebied als een agrarisch gebied, waar het beleid er op gericht is dat de aanwezige landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast (lk) en naast het behoud van duurzame agrarische productiefunctie is het beleid er op gericht dat het woon- en leefmilieu van de nabijgelegen aanwezige of nog te ontwikkelen stedelijke functies niet wordt aangetast. De bestaande bestemming geeft weer wat er wél en niet gewenst is in het gebied. In principe is het project niet nadeling voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden (zie hiervoor 3.2.3) en voor het aanwezige woon- en leefmilieu. Hierop moet in het ontwerp wel worden toegezien. Door een goede landschappelijke inpassing, kan dit gebeuren. Voor het aanleggen van een weg is volgens het bestemmingsplan een aanlegvergunning nodig. Ook voor het rooien van de houtopstanden is ook een vergunning nodig. Voor het gehele buitengebied van de gemeente Heusden is een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. Giersbergen zal ook opgenomen worden in dit bestemmingsplan. In de tweede helft van 2009 zal het voorontwerp ter inzage gelgd worden. De verwachting is dat medio 2010 het plan vastgesteld zal worden. Tezijnertijd zal dus ook de voorgenomen ontwikkeling hierin vastgelegd kunnen worden. Om de ontwikkeling optimaal te faciliteren, kan er een projectbesluit gemaakt worden. Dit projectbesluit moet opgevolgd worden door een bestemmingsplan, binnen een periode van één jaar. Hieraan kan voldaan worden, er is immers een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding. Het is zaak het project zo snel mogelijk te starten, daar de verkeersafhandeling in Giersbergen reeds een probleem is. Wachten op het nieuwe bestemmingsplan is dus geen optie. Het is belangrijk om de bevoegdheid van bij dit projectbesluit te delegeren aan het college van B & W, zodat de procedure sneller kan worden doorlopen. 21

31 Een andere mogelijkheid om de weg aan te leggen is een tijdelijke ontheffing (art Wro). Men vraagt een tijdelijke ontheffing aan van het bestemmingsplan en zodoende kan de weg aangelegd worden. Het zou dan echter per definitie om een tijdelijke situatie moeten gaan die strijdig is met het bestemmingsplan. De situatie moet daarna weer teruggebracht worden in de originele staat. Er zijn echter een aantal bezwaren tegen deze procedure. - Er moet specifiek aangetoont worden dat het om een tijdelijke situatie gaat. Mochten er bezwaren komen tegen dit punt, dan zal de procedure niet voortgezet kunnen worden. Dan moet er alsnog een projectbesluit genomen worden. - Ook legt men met de tijdelijke ontheffing de gewenste situatie niet voor eenieder vast, iets wat met een bestemmingsplan of een projectbesluit wél kan. - Er is geen of nauwelijks tijdswinst ten opzichte van een projectbesluit. Voorwaarde is wel dat bij het projectbesluit de bevoegdheid van de raad gedelegeerd wordt aan het college van B & W. - Samenhangend met het idee om een tijdelijke ontheffing aan te vragen, is het idee ge-opperd om de weg aan te leggen op de strook grond die door de familie van der Sanden in gebruik is. Bestuurlijk is aangegeven dat de gemeente dit juridische traject niet wil starten. - Voor het nieuwe bestemmingsplan zijn sowieso de nodige onderzoeken nodig, als deze tijdens de procedure voor een projectbesluit reeds gedaan zijn (wat niet noodzakelijk is voor een tijdelijke ontheffing), dan zijn hier later geen problemen meer van te verwachten. Het aanvragen van een tijdelijke ontheffing is dus geen mogelijkheid Conclusie De gemeente noemt in haar beleidsstukken niet specifiek de ontsluiting van Giersbergen. Het verbeteren van de recreatieve poort Giersbergen past echter wél in de concept structuurvisie. Welstandsbeleid is niet van toepassing. Het project past niet het bestemmingsplan. Omdat ontheffingsmogelijkheden niet de juiste instrumenten geven om het project te realiseren en te beheren, is het raadzaam 22

32 om een projectbesluit te maken. Omdat een projectbesluit altijd gevolgd moet worden door een nieuw bestemmingsplan, is het niet het voornemen van de gemeente Heusden dit soort plannen te maken. Echter, doordat er een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is, kan aan de periode van één jaar waarin een nieuw bestemmingsplan gereed moet zijn, worden voldaan. Een projectbesluit maakt het ook mogelijk om voorschriften voor het plangebied vast te stellen. Daarom geniet het de voorkeur dat er een projectbesluit voor het project gemaakt wordt. 23

33 Afbeeldingen QuickScan Ontsluiting 9 & 10: Giersbergen Bestemmingsplannen Buitengebied Drunen en Buitengebied Drunen, eerste partiële herziening 24

34 4. MOGELIJKHEDEN EN BEPERKINGEN VOOR ONTWIKKELING 4.1 Milieu Geluidhinder Er is nog geen onderzoek gedaan naar geluidhinder. Omdat er sprake is van reconstructie van een weg moet akoestisch onderzoek worden verricht. Het gebied is onderdeel van een stiltegebied Geurhinder Onderzoek naar geurhinder is niet van toepassing Luchtkwaliteit Luchtkwaliteitsonderzoek is niet nodig, omdat het project niet in betekenende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit Bodemkwaliteit Er is een onderzoek gedaan naar de bodemkwaliteit, in de vorm van een indicatief grond-, alsfalt-, en asbestonderzoek, uitgevoerd door Geofox-Lexmond. Dit onderzoek stamt uit september Beleid van de gemeente Heusden stelt vast dat een dergelijk onderzoek een geldigheidsduur van 5 jaar heeft. Het is nú dus nog geldig. De uitkomsten van dit onderzoek zijn als volgt. De samenvatting en conclusies zijn ook bijgevoegd in de bijlagen. Asfaltonderzoek: Ter plaatse van het parkeerterrein en de ontsluitingsweg is de toplaag teerhoudend. Onderliggende bodemlagen zijn niet teerhoudend. 25

35 Grondonderzoek: Ter plaatse van alle verhardingen in het plangebied en de bermen van de ontsluitingsweg, is de grond niet verontreinigd. Asbestonderzoek: In de puinlaag ter plaatse van de parkeerplaats is asbesthoudend materiaal aangetroffen. De concentratie overschrijdt de restconcentratienorm. Het gaat hier echter alleen om de grond van de huidige parkeerplaats. Ter plaatse van het overig deel van de parkeerplaats en de ontsluitingsweg is geen asbest aangetroffen. Een kaart is bijgevoegd in de bijlagen. Herbruikbaarheid: Alle grond is milieutechnisch herbruikbaar, uitgezonderd de grond waarin asbest aangetroffen is. Mocht deze grond gebruikt worden voor de aanleg van een deel van de weg, dan moet deze grond gesaneerd worden. Civieltechnisch is de grond van de parkeerplaats herbruikbaar. De grond van de ontsluitingsweg is dat niet. Deze zal aangepast moeten worden, wil men hier een weg aan kunnen leggen. Er zijn dus geen bodemverontreinigingen aangetroffen in de gronden ter plaatse van de uitbreiding van de parkeerplaats en de ontsluitingsweg. Aanleg is dus mogelijk volgens dit indicatief onderzoek. De strook grond ten westen van de huidige locatie van de ontsluitingsweg, die aangekocht wordt van de heer van Veluw, is niet onderzocht. Dit zal dus nog moeten gebeuren. Tot slot, de asbesthoudende grond is in principe geen bezwaar tegen de aanleg van de ontsluitingsweg, maar asbesthoudende grond moet in de regel door de gemeente gesaneerd worden. 4.2 Cultuurhistorie Monumenten Op onderstaande afbeelding zijn een tweetal monumenten te zien in de directe omgeving van het plangebied. De rode driehoek is een gemeentelijk monument en de blauwe een rijksmonument. De monumenten liggen echter dusdanig afgezonderd van het plangebied, dat er geen rekening gehouden hoeft te worden met de monumenten. 26

36 Afbeelding 11: Monumenten rondom het plangebied Archeologie Zie paragraaf Ecologie Beschermde soorten Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht geworden. De Flora- en faunawet heeft ten doel planten- en diersoorten te beschermen, alsmede de nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren. Ongeacht de status van het gebied moet altijd aandacht worden geschonken aan de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten in het gebied. De initiatiefnemer is in eerste instantie verantwoordelijk om te voldoen aan de wetgeving. Een locatie moet getoetst worden aan artikel 75 van deze wet. Door middel van een QuickScan kan een redelijk beeld verkregen worden van de voorkomende dier- en plantensoorten. Het natuurloket van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) ( kan hiervoor als basis dienen. 27