Verslag van de vergadering

Transcriptie

1 10e Directie Dienst 101 Economie vergadering van 17 juni 2008 Verslag van de vergadering aanwezige technici: Hedwig De Pauw, secretaris kenmerk betreft 101/HDP/sdr/2008/vrslg/ e Commissie - bevoegdheden tweede gedeputeerde Marc De Buck verontschuldigd: Bruno Alens Daniël De Knijf Greet De Troyer Annemie Peeters- Muyshondt Eddy Schollaert Willy Van Hove Freddy Verbeke Annick Willems Aanwezige commissieleden: Marc Lootens, voorzitter provincieraad Effectieve leden: Frans Van Gaeveren, voorzitter; Johan Beke, Goedele De Cock, Jo De Cuyper, Dirk De Meerleer, Patricia De Meyer, Mirèse Deckers, Paul Eerdekens, Henk Heyerick, Johan Janssens, Luc Maes, Dirk Otte, Anne Pede, Nicole Van Duyse, Freddy Van Eeckhout, ondervoorzitter, Marina Van Hoorick, Phaedra Van Keymolen, Jozef Van Pée, Joris Van Vooren, Martine Verhoeve Plaatsvervangende leden: Lena Van Boven, Kristina Colen, Luc Lampaert, Jean-Pierre Stockman, Martine Verheyden, Catherine Van Belle-Vanderstricht Provincieraadsleden Niet-leden: Tanguy Veys * * * Behandeling agenda : 1. Verslag vorige vergadering. De heer Veys dringt nogmaals aan op het beschikbaar stellen van de presentatie over de studie "baten en lasten van de Waaslandhaven". De vraag zal formeel gesteld worden t.a.v. het intergemeentelijk samenwerkingsverband Land van Waas. 2. Aankoop gronden cvba Fasiver 3 e fase Eiland Zwijnaarde. De heer Veys vraagt de bijkomende documenten digitaal ter beschikking te stellen. De heer Janssens vraagt hoe de prijs per m² werd vastgesteld. De berekeningsmethodiek zal hem worden medegedeeld. Het dossier wordt doorverwezen naar de provincieraad.

2 p. 2/6 3. Begrotingswijzigingen. Er zijn geen vragen of opmerkingen. Het dossier wordt doorverwezen naar de provincieraad. 4. Uitvoeringsovereenkomst Interreg IV programma grensregio Vlaanderen-Nederland. Gedeputeerde Marc De Buck licht beknopt toe. De heer Veys vraagt of ook voor dit dossier de bijhorende documenten digitaal kunnen bezorgd worden De betrokken dienst zal nagaan of dit kan. Zoniet het dossier inscannen. 5. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "Afbakening van het regionaal bedrijventerrein van het specifiek economisch knooppunt Maldegem" en Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "Afbakening van het lokaal bedrijventerrein Maldegem": voorlopige vaststelling. Mevrouw Karen Dhollander geeft toelichting over de totstandkoming van het provinciaal RUP. Zij schets achtereenvolgens de krachtlijnen van het RUP, de plannen m.b.t. het nieuw regionaal bedrijventerrein, het bestaand gemengd bedrijventerrein en het nieuw lokaal bedrijventerrein. Er zijn geen vragen. M. De Buck wijst op een beperkte wijziging. Wat het zuidelijk gedeelte van het bestaand bedrijventerrein betreft werd de term "mest" uit de tekst geschrapt. 6. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "Afbakening van het kleinstedelijk gebied Eeklo" met het deelrup "afbakeningslijn", het deelrup "uitbreiding Nieuwendorpe", het deelrup "bedrijventerrein Balgerhoeke-Noord", het deelrup "jachthaven" en het deelrup "uitbreiding Kunstdal": voorlopige vaststelling. Karen Dhollander schetst het procesverloop en geeft toelichting bij de gewenste ruimtelijke structuur, met "wonen" als bijzonder aandachtspunt en bij de aspecten bedrijvigheid (geactualiseerde taakstelling van 45 ha via uitbreiding van bestaande terreinen en nieuwe site Balgerhoeke), de problematiek verkeer en mobiliteit en recreatie. Specifieke aandacht voor: 1) bedrijventerrein Nieuwendorpe (15 ha) waar men watergebonden bedrijvigheid prioritair kansen wil geven;

3 p. 3/6 2) het bedrijventerrein Balgerhoeke (o.m. aspect ontsluiting). Ook nog aandacht voor twee deelrups. Namelijk Deelrup Kunstdal (doortrekkersterrein met 15-tal plaatsen) en deelrup Jachthaven. Er worden vragen geformuleerd door de heer Veys die n.a.v. de landbouwtoets wil weten welke flankerende maatregelen bedoeld worden? Hij vraagt ook hoe het staat met de actuele aanwezigheid van de landbouw en wat beoogt wordt of wat de gevolgen kunnen zijn van de reservatie? Is er dan nog toekomst voor wie daar nu woont of actief is? Hij vraagt ook wat er op vlak van Sevesobedrijvigheid precies mogelijk is? De heer Cromheecke antwoordt: Er worden nu steeds landbouweffectenrapporten gemaakt door VLM. Zij geven effecten aan zonder de privacy te schenden. Er wordt gefaseerd te werk gegaan waarbij getracht wordt landbouwgebied intact te houden. Wat Seveso betreft merkt hij op dat het gaat om risico-houdende bedrijven en niet noodzakelijk vervuilende. Er zijn vooral gevolgen doordat men afstanden moet respecteren. Wat beoogd wordt via deze afbakening is ruimte creëren om bepaalde activiteiten mogelijk te maken. Wat het landbouweffectenrapport betreft deelt mevr. Dhollander mee dat gekeken wordt naar impact die bepaalde keuzes kunnen hebben op het landbouwgebied. De heer Luc Maes vraagt waaraan die impact gemeten wordt. Mevrouw K. Dhollander geeft voorbeelden zoals verlies van gronden waarop mest kan uitgereden worden; de leeftijd van de landbouwers e.d.m. De heer J. Van Vooren vraagt of er bij een bouwerbod voor landbouwers nog ontwikkeling mogelijk is. M. Cromheecke antwoordt dat wanneer dat nu niet gesteld wordt er in de toekomst de problemen kunnen rijzen en dat voorkomen wellicht verkieslijk is. De heer De Cuyper vraagt hoe het zit met de ondergrondse inneming in dit gebied. K. Dhollander antwoordt dat er inderdaad een leiding is van de Nationale Maatschappij van de pijpleidingen. Ze wordt nu niet gebruikt maar men wil ze voor de toekomst behouden. De heer Veys vraagt wat het zwaarste type "Seveso" is dat zich hier kan vestigen.

4 p. 4/6 Er wordt geantwoord dat hoe dichter bij bewoning men komt hoe minder risicovol het mag zijn. De heer Van Pée vraagt een voorbeeld. Mevrouw Dhollander en de heer Cromheecke antwoorden dat wanneer chemische producten worden gebruikt men al snel met een Seveso-status te maken heeft. Er wordt ook gewezen op het verschil tussen hoogdrempelig en laagdrempelig risico. Het gaat dus niet noodzakelijk om grote bvb. petrochemische bedrijven. De heer Lampaert stelt dat "bouwvrij agrarisch gebied" als reservatie eigenlijk neerkomt op een onteigening zonder betaling. Hij heeft daar problemen mee. Gedep. De Buck antwoordt dat juist omdat het gaat om agrarisch gebied men daar in beginsel toch niet kan bouwen. De heer Luc Maes bevestigt dat. Bouwen kan enkel als er ontsluiting is. 7. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan "Afbakening kleinstedelijk gebied Temse" met de deelrups "Grenslijn", "Waesmeer", "Cauwerburg" en "N16-Doornstraat": definitieve vaststelling. Toelichting door de heer Patrick Wohlmütter. In vergelijking met het voorlopig dossier verandert er niets aan de kaarten wel aan de stedenbouwkundige voorschriften. Hij geeft een overzicht van de belangrijkste voorschriften terzake. Mevrouw Martine Verheyden vraagt hoe het staat met RUP N16. Zij had eerder gewezen op de problematiek en gehoopt dat daar iets aan zou gedaan worden. Gedep. De Buck antwoordt dat wat wordt voorgelegd neerkomt op het advies van de Procoro. Nadere toelichting hierbij wordt gegeven door de heer Wohlmütter die ook wijst op de beperkingen van wat kan via een RUP. J.P. Stockman geeft naar aanleiding van de toelichting van de heer Wohlmütter mee dat als men over hagen spreekt bij de stedenbouwkundige voorschriften, men de hoogte en de breedte goed moet vastleggen om latere discussies te voorkomen. M. Cromheecke wijst daaromtrent op verschil van stedenbouwkundige voorschriften en de bepalingen van het veldwetboek. Dat is burgerlijk recht en dat moet men onderscheiden van de wetgeving R.O. en stedenbouw.

5 p. 5/6 8. Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Intergetijdengebied Wijmeers deel 2": verlenen van een gunstig advies. Openbaar onderzoek begint nu. De dienst ziet nu geen aanleiding tot opmerkingen. 9. Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Zone voor windturbines Maldegem-Eeklo": verlenen van een gedeeltelijk gunstig advies. M. Cromheecke licht toe. Hier worden wel opmerkingen geformuleerd. De provincie voorziet in agrarisch gebied geen windturbines. Maldegem voorziet dit nu toch langs N49. De heer Janssens vraagt of het niet kan door de mogelijkheid te voorzien op het bedrijventerrein terwijl Dhr. Van Pée er op wijst dat er ook op een bedrijventerrein hinder kan zijn. In het gewestelijk RUP wordt niets voorzien. In de provinciale plannen kan het op het hele bedrijventerrein mits respecteren van afstand. De heer Janssens vraagt naar mogelijke conflicten tussen Sevesoactiviteit en windtubines. De heer M. Cromheecke antwoordt dat het als een risico wordt beschouwd als ze in elkaars buurt gevestigd zijn. De heer Janssens vraagt of er wat Seveso-activiteiten betreft, risicodrempels bepaald zijn. De heer Cromheecke stelt dat dit wat planning betreft niet het geval is maar dat er wel impact kan en zal zijn op eventueel toe te kennen milieuvergunningen. De heer Van Pée vraagt wat de inplanting van windturbines betreft toch om voorzichtigheid. De Voorzitter stelt dat deze bezorgdheid wordt gedeeld en verwijst daarvoor naar de reactie op het Gewestelijk RUP. De heer Van Vooren treedt de heer Van Pée bij. Streekpacht Z.O-VL. De heer Janssens vraagt of en hoe met de opmerkingen van de dienst Welzijn zal worden omgegaan. Gedep. M. De Buck stelt dat het rapport van Welzijn is wat het is. Hij stelt vast dat daar blijkbaar behoorlijk wat energie in is gestopt. De Resoc die een sociaal-economische opdracht heeft beslist evenwel autonoom over de inhoud van het Streekpact.

6 p. 6/6 Toelichting wordt gegeven door Pieter Van Houcke, Wouter Danckaert en Fons Wauters, medewerkers van Resoc Z.O- Vlaanderen. Er zijn vragen van de heer J. Beke of er aandacht uitgaat naar mobiliteit, inzonderheid via het spoor. Hierop wordt bevestigend geantwoord. De heer Veys betreurt dat de Voorzitter van het Resoc hier niet aanwezig is. Hij deelt de visie van de gedeputeerde m.b.t. de opmerkingen van Welzijn niet. Hij stelt ook vast dat het de eerste keer is dat hij iets van deze Resoc verneemt. Wat de inhoud betreft verwijst hij op de opmerkingen van de dienst Welzijn inzonderheid deze van de RWO-verantwoordelijke. Hij betreurt tenslotte nogmaals dat zijn fractie niet betrokken wordt bij de werking van Resoc. De Voorzitter merkt op dat het gaat om bottom up documenten. Het is onze rol als provincie niet om daar top down de inhoud van te bepalen of te sturen. De vertegenwoordigers van de Resoc lichten nog eens het brede draagvlak toe en betrokkenheid die hiervoor in de regio en ook daarbuiten is gezocht. Er zit ook meer achter dan wat nu in de beperkte presentatie wordt medegedeeld. Zij stellen open te staan voor concrete voorstellen uit andere sectoren zoals Welzijn en Toerisme. 10. Varia Gedep. M. De Buck dankt alle nog aanwezige leden voor de volgehouden inspanning voor deze behoorlijk gestoffeerde commissievergadering. De heer Veys merkt op dat de zaal waar vergaderd werd eigenlijk niet geschikt is. De heer Voorzitter merkt op dat hier bij uitzondering wordt vergaderd gelet op het economisch forum dat op dezelfde locatie doorging. De heer Veys vraagt nogmaals de presentaties op het extranet te plaatsen. De Voorzitter sluit af om uur. Gent, 20 juni 2008