Leer en bepalingen omtrent de regel ne bis in idem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leer en bepalingen omtrent de regel ne bis in idem"

Transcriptie

1 146 Leer en bepalingen omtrent de regel ne bis in idem Praeadvies van prof. Mr J. M. van Bernmelen De regel ne bis in idem- of nemo debet bis vexari- heeft in het gehele recht en zeker in het strafrecht grote betekenis. Ze verhindert, dat het individu steeds opnieuw wordt lastig gevallen over een quaestie die reeds lang beslist is. Ze voorkomt dat de rechterlijke ambtenaren dubbel werk doen en ze is een waarborg, dat het gezag der rechters niet wordt aangetast door tegenstrijdige beslissingen over dezelfde vraag. Toch kan men- althans in Nederland- een zekere neiging bespeuren om deze regel niet zó rigoreus te handhaven als vroeger het geval was. Al naar gelang de toepassing van het strafrecht voor het individu minder gevaarlijk wordt, is er minder bezwaar tegen uitzonderingen op de regel ne bis in idem toe te staan 1 De regel zelf houdt ten nauwste verband met de regeling van de samenloop van feiten. Immers indien meer feiten zijn begaan en slechts over een dezer feiten is een beslissing gegeven, kan de regel ne bis in idem niet worden toegepast. Indien daarentegen een bepaald gebeuren als één feit moet worden beschouwd, en indien daarover een beslissing is gevallen, dan is de regel wel van kracht. De vraag wat als één feit moet worden beschouwd is derhalve én voor de leer van de samenloop én voor de regel ne bis in idem van het grootste belang. Het is naar mijn mening derhalve :niet gewenst en zelfs onmogelijk beschouwingen over de regel ne bis in idem te geven zonder daarin uitvoerig de samenloop te betrekken. De regel ne bis in idem vindt men voor het Nederlandse strafrecht in art. 68 Wb. v. Str. In België wordt de regel ook erkend. Zij wordt als geldend beschouwd en afgeleid uit art C. C. B. In de Belgische jurisprudentie vindt men bij art C. C. B. vermeld, dat het gezag van gewijsde zaak weliswaar in strafzaken niet direct voortvloeit uit de artikelen 1350 en 1351 C. 0_ B. maar uit de bepalingen over het strafproces (Verbrekingshof 10 Oct. '29 Pas I 322). BRAAS, Précis de Procédure Pénale deelt echter op blz. 121 mede, dat het beginsel ne bis in idem ook voor strafzaken berust op art C. C. B. De stelling is niet te gewaagd, dat én in het Nederlandse én in het Belgische recht de bepalingen en opvattingen zowel over de regel ne bis in idem als over die omtrent de samenloop verouderd zijn. In beide landen stammen zij uit de tijd waarin voor de straftoemeting vrijwel uitsluitend gekeken werd naar de begane feiten en niet naar de persoon des daders. 1 Zie bierover mijn artikel "Nemo debet bis vexari" in W v., Ook afzonderlijk versebenen bij Gebr. Belinfante (1934).

2 147 Sedertdien is dat anders geworden. Nu is het waar, dat het omtrent de persoon des daders iets zegt of hij eenmaal een strafbaar feit, dan wel meerdere strafbare feiten na elkander pleegt. Zowel bij de recidive als bij de samenloop mag met een dergelijk bewijs van grotere asocialiteit rekening worden gehouden. Doch langzamerhand is de overtuiging doorgedrongen, dat in tal van gevallen, waarin slechts één feit bewijsbaar is, toch sprake is van samenloop en dat omgekeerd er meermalen pluraliteit van feiten is zonder dat dit behoeft te wijzen op grotere immoraliteit of asocialjteit. De ~raag of iemand één of meer feiten heeft begaan (meerdaadse samenloop) dan wel door één en hetzelfde feit meerdere strafbepalingen heeft overtreden ( eendaadse samenloop) was vroeger veel belangrijker dan thans. Naar de mening van sommige schrijvers (in Nederland vooral Vos) is het niet noodzakelijk het begrip hetzelfde (of één) feit in de leer van de samenloop op dezelfde wijze op te vatten en uit te leggen als t.a.v. de regel ne bis in idem. Mij komt deze mening onjuist voor. Een zo essentieel begrip als "feit" moet m. i. in het strafrecht steeds op dezelfde wijze worden uitgelegd. Het is m.i. ook in het geheel niet noodzakelijk om dit begrip verschillend te waarderen of er in de beide gevallen verschillende betekenissen aan te hechten. Wij behoeven slechts zowel voor de regels van de samenloop als voor die betreffende de regel ne bis in idem aan 0. M. en rechter de nodige armslag te geven om te zorgen, dat de verdachte berecht en veroordeeld wordt voor het complex van feiten en de daarop toepasselijke bepalingen op zodanige wijze als met zijn schuld en zijn persoonlijkheid overeenkomt. Daartoe is noodzakelijk, dat in de gevallen van samenloop de maximumstraf waartoe de rechter kan en mag gaan hoger ligt dan in het geval de verdachte slechts ter zake van een enkelvoudig feit terecht staat. T.a.v. de regel ne bis in idem moeten wij zorg dragen, dat een verdachte, die oorspronkelijk voor een geringer feit terecht heeft gestaan de mogelijkheid van ernstiger straf niet ontloopt, indien achteraf zou blijken, dat dezelfde gebeurtenis of hetzelfde complex van feiten ook valt onder een zwaardere strafbepaling. Indien wij dat doen, kunnen wij het gehele verschil tussen meerdaadse en eendaadse samenloop laten vervallen. De behoefte aan "groter armslag" voor de rechter neemt toe naar gelang de pluraliteit van feiten, waarvan de verdachte beschuldigd wordt, een geringer strafmaximum met zich meebrengt. Indien iemand een moord en een diefstal heeft begaan, is het duidelijk, dat wij naast een levenslange gevangenisstraf voor moord geen noodzaak gevoelen een afzonderlijke straf voor diefstal op te leggen. Indien daarentegen iemand meerdere geringe overtredingen begaat, is er meer aanleiding voor ieder dier overtredingen straf op te leggen. De desbetreffende bepaling is dan ook ong~veer de enige die in beide landen uit de gehele reeks van samenloop-artikelen in België en Nederland nagenoeg gelijkluidend is (art. 58 C. P. B.; art. 62 Ned. Strafwb.). Toch mag de vraag worden gesteld of zelfs voor overtredingen in de toekomst de onbeperkte cumulatie moet worden gehandhaafd. Ook hier hangt het vaak van het toeval af of één of drie of honderd overtredingen geconstateerd worden. Tevens krijgen wij ook voor overtredingen soms de epineuze quaestie, of wij te maken hebben met meerdaadse of eendaadse samenloop

3 148 dan wel met voortgezet delict. Hoe moeten wij bijv. oordelen over een N. V. in chocolade en suikerwerken die op een Zondag voor Sint Nicolaas besluit om in strijd met de wet al haar filialen open te houden? Zijn dit even zo vele overtredingen van de Winkelsluitingswet als er filialen open zijn gehouden, of is dit een voortgezet delict? (Zie H.R. 6 Juni 1933 W , m. o. J. M. V.B.). Eenvoudiger zou zijn om zowel voor overtredingen als misdrijven (in België dus voor crimes, délits en contraventions) dezelfde regels op te stellen en daarbij geen verschil te maken tussen de onderscheidene vormen van samenloop. Men zou zich de desbetreffende bepalingen op de volgende wijze kunnen voorstellen: 1. Samenloop bestaat indien meerdere feiten of een reeks van samenhangende feiten te zelfder tijd worden berecht, dan wel op één of meer feiten of een reeks van samenhangende feiten bij de berechting meerdere strafbepalingen moeten worden toegepast. 2. In geval van samenloop worden steeds alle strafbepalingen toegepast, die de wet op.het feit, de feiten of de reeks van samenhangende feiten toepasselijk verklaart, tenzij voor een feit een bijzondere strafbepaling naast een algemene strafbepaling geldt. In dit geval wordt voor dat feit uitsluitend de bijzondere strafbepaling toegepast. 3. Een bepaling is een bijzondere strafbepaling, indien zij alle elementen bevat van de algemene en daarenboven één of meer andere elementen. 4. In geval van samenloop zal de rechter in de eerste plaats de straf of één of meer der straffen opleggen welke worden bedreigd door die strafbepaling waar bij de zwaarste hoofdstraf is gesteld. 5. Naast de straf of één der straffen opgelegd ingevolge artikel 4 kan de rechter iedere andere straf of bijkomende straf opleggen welke wordt bedreigd door dezelfde of een der andere toepasselijke strafbepalingen, met inachtneming van de navolgende beperkingen. 6. In geval van samenloop kan de geldboete nimmer meer bedragen dan de som der gezamenlijke geldboeten, welke kunnen worden opgelegd ingevolge de verschillende toepasselijke strafbepalingen, en ook nooit meer dan het drievoud van het maximum der geldboete welke kan worden opgelegd ingevolge de zwaarste strafbepaling. 7. In geval van samenloop kan de gezamenlijke duur der als hoofdstraf of hoofdstraffen op te leggen vrijheidsstraffen nimmer meer bedragen dan het tweevoud van het maximum van de zwaarste vrijheidsstraf welke ingevolge de strafbepaling waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld, kan worden opgelegd. 8. Indien in geval van samenloop ingevolge de voorafgaande bepalingen naast vrijheidsstraf geldboete wordt opgelegd, dan mag de som van die straffen niet hoger. zijn dan het tweevoud van het maximum der vrijheidsstraf welke ingevolge de strafbepaling waarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld, kan worden opgelegd. Geldboeten worden daarbij berekend naar de duur van het maximum der bedreigde vervangende hechtenis. 9. Bij veroordeling tot doodstraf of levenslange gevangenisstraf (voor _België: levenslange dwangarbeid) kunnen daarnevens geen andere straffen

4 149 worden opgelegd dan ontzetting van bepaalde rechten, verbeurdverklaring van reeds in beslag genomen voorwerpen en openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. 10. De zwaarte der hoofdstraffen wordt bepaald door de maximumduur waarvoor zij kunnen worden opgelegd. Indien de straffen van gelijke duur zijn, wordt de straf die in de algemene opsomming der hoofdstraffen in dit wetboek het eerst is geplaatst, als de zwaarste beschouwd. 11. In geval van samenloop mogen de vervangende vrijheidsstraffen het maximum voor de vervangende hechtenis nooit met meer dan een derde te boven gaan. 12. In geval van samenloop worden de straffen van plaatsing in een rijkswerkinrichting opgelost in één straf, waarvan de duur wordt bepaald binnen de grenzen van art. 32 (dit alleen voor Nederland) e. In geval van samenloop worden de straffen van ontzetting van bepaalde rechten opgelost in één straf, in duur de opgelegde hoofdstraf of hoofdstraffen ten minste twee en ten hoogste vijf jaren te boven gaande, of, ingeval geen andere hoofdstraf dan geldboete is opgelegd, in één straf van tenminste twee en ten hoogste vijf jaren. 2e. De straffen van ontzetting van verschillende rechten worden voor elk strafbaar feit afzonderlijk en zonder vermindering opgelegd. 3e. de straffen van verbeurdverklaring van bepaalde voorwerpen worden voor elk strafbaar feit afzonderlijk en zonder vermindering opgelegd; de vervangende vrijheidstraffen mogen het maximum voor de vervangende hechtenis nooit met meer dan een derde te boven gaan. 14. Indien iemand, na veroordeling tot straf, opnieuw wordt schuldig verklaard aan een strafbaar feit vóór die veroordeling gepleegd, wordt de vroegere straf in rekening ge bracht, met toepassing der bepalingen van deze titel voor het geval van gelijktijdige berechting. 15. Indien iemand is berecht door de rechter in Nederland, België of Luxemburg - of door de rechter in Indonesië, Suriname of Curaçao (dit laatste alleen voor Nederland)- terzake van één of meer feiten of een reeks van samenhangende feiten, kan hij niet andermaal worden vervolgd voor een feit dat hetzelfde was als of dat samenliep met het feit of de feiten waarvoor hij reeds is berecht, tenzij de rechter de eerste maal over dit laatste feit niet bij gewijsde heeft beslist, dan wel daarbij de bepalingen voor gelijktijdige berechting niet heeft in acht genomen. Indien iemand is berecht door een andere rechter terzake van een feit of meer feiten of een reeks van samenhangende feiten, kan hij niet andermaal worden vervolgd voor een feit dat hetzelfde was als of dat samenliep met het feit of de feiten, waarvoor hij reeds is berecht, tenzij de eerste rechter over dat feit niet bij gewijsde heeft beslist dan wel daarbij de bepalingen voor gelijktijdige berechting niet heeft in acht genomen of de veroordeling niet is gevolgd door gehele uitvoering, gratie of verjaring der straf.

5 150 TOELICHTING OP DEZE BEPALINGEN Wanneer een poging gedaan wordt de bepalingen betreffende samenloop en de regel ne bis in idem te unificeren, stuiten wij op tal van moeilijkheden, n.l.: Ie. De leer en bepalingen van de samenloop hangen ten nauwste samen met de bepalingen over de soorten van straffen welke kunnen worden opgelegd. De regelen die na unificatie in de drie landen voor samenloop zouden kunnen gelden, zouden derhalve aldus moeten zijn geformuleerd, dat zij zouden kunnen gelden voor alle soorten van straffen die ieder der verschil.:. lende landen door het wetboek voorziet. 2e. De vormen van samenloop zijn in de verschillende landen evenmin gelijk, zoals blijkt uit het hiervolgende overzicht: Nederland eendaadse samenloop, art. 55, Ie lid art. 65 België eendaadse samenloop in het geval van algemene en bijzondere strafbepaling, art. 55, 2e lid. in België niet afzonderl~ik wet vermeld. m de voortgezette handeling, art. 56, Ie lid. samenloop van valsheid met het misdrijf "gebruik maken van het vervalste" gelijkgesteld met voortgezet delict (art. 56, 2e lid). samenloop van misdrijven waarop gelijksoortige hoofdstraffen staan (art. 57). samenloop van misdrijven met overtredingen, art. 62. latere berechting van vroeger feit, art. 63. in België niet in de wet genoemd. in België niet voorzien. samenloop van meerdere misdaden (crimes), art. 62. samenloop van misdaden en wanbedrijven, art. 61. samenloop van wanbedrijven, art. 60~ samenloop van misdaden met overtredingen, art. 61. samenloop van wanbedrijven met overtredingen, art. 59. in België niet afzonderlijk vermeld. Uit het bovenstaande overzicht blijkt, dat Nederland in de wet meer vormen van samenloop erkent dan België en bovendien een regeling geeft voor de latere berechting van een feit, begaan voor de eerste veroordeling (art. 63).

6 151 Daar het de bedoeling was om geen onderscheid meer te maken tussen één- of meerdaadse samenloop, leek het onnodig afzonderlijke bepalingen te maken voor voortgezet delict en het daarmede in N ederla:p.d gelijkgestelde geval van de valsheid en het gebruik maken van het vervalste (art. 56). Begrijpelijk zou het zijn, wanneer menigeen bezwaar zou hebben tegen deze. opheffing van het verschil tussen een- en meerdaadse samenloop en van de afzonderlijke onderscheiding van het voortgezet delict. Deze onderscheidingen hebben een eerbiedwaardige ouderdom. De omvang van de aan deze onderscheidingen gewijde literatuur is eveneens zeer respectabel. Het lijkt derhalve wel boud om dit alles tot "Makulatur" te verklaren. Bovendien - zo zal menigeen zeggen - maakt het wezenlijk verschil of iemand één handeling verricht die onder meerdere strafbepalingen valt, dan wel of hij meerdere handelingen verricht. Dit laatste zou ik willen bestrijden. Het feit dat de wetgever een bepaalde gedraging op meerdere wijzen tot strafbaar feit heeft verklaard, betekent bijna steeds - het geval van algemene en bijzondere strafbepaling uitgezonderd- dat hij van een bepaalde gedragingmeerdere rechtsschendingen of gevaren voor rechtsbelangen heeft verwacht. In geval iemand tegelijkertijd verschillende rechtsbelangen schendt of in gevaar brengt,. Verricht hij iets, wat. zwaarder behoort te wegen dan een gedraging waardoor sléclits één rechtsbelang wordt aangetast. Bijv. iemand die zijn eigen onroerend goed in brand steekt en daardoor gemeen gevaar voor goederen of personen veroorzaakt, toont grotere morele verwerpelijkheid wanneer hij dit tevens doet om de verzekeringspenningen machtig te worden en de verzekeraar te bedriegen, dan wanneer hij alleen brand sticht uit zucht naar de emotie van brandstichten. Zijn gevaarlijkheid is in het laatste geval misschien niet minder groot dan in het eerste geval, het morele verwijt dat wij hem maken, wél. Het zal bovendien meermalen van de toevallige formulering van de wetgever afhangen of wij te maken hebben met eendaadse of meerdaadse samenloop. Indien een diefstal wordt gepleegd en de op heterdaad betrapte dief schiet om te kunnen ontkomen opz~ttelijk een politie-agent dood, is er ongetwijfeld samenloop tussen het misdrijf gequalificeerde doodslag van art. 288 Ned. Strwb. en het misdrijf diefstal met geweldpleging de dood ten gevolge hebbende (art. 312 Ned. Strwb.). Moet men dit nu beschouwen als eendaadse of als meerdaadse samenloop 1 De puzzle is vrijwel onoplosbaar, immers zowel in art. 288 als in art. 312 is de straf reeds hoger gesteld met het oog op de omstandigheid, dat er een samenloop was tussen een doodslag en een ander misdrijf (in art. 312 speciaal diefstal). In België zegt art P. B. "Doodslag gepleegd om diefstal of afpersing te vergemakkelijken of wel om er de straffeloosheid van te verzekeren wordt gestraft met de dood". Daar is derhalve dit soort samenloop bij de diefstal behandeld en niet bij de doodslag, maar het is toch gequalificeerde doodslag. Het misdrijf van het Nederlandse artikel 312 vindt men in België in art P. B. (diefstal met geweldpleging, de dood ten gevolge hebbend zonder opzet om te dod~n). In het door mij ontworpen stelsel zou de rechter zich in het geheel niet meer het hoofd behoeven te

7 152 breken over de vraag der samenloop. Krachtens het door mij ontworpen artikel 9 zou :hij steeds - evenals trouwens thans het geval is - de zwaarste hoofdstraf opleggen. Mevrouw Prof. Mr. HAZEWINKEL-SURINGA heeft in 1941 in haar praeadvies voor de Nederlandse Juristen Vereniging (blz. 119 v.) betoogd, dat de onderscheiding tussen eendaadse en meerdaadse samenloop steeds haar zin behield omdat de onderscheiding van belang was: penitentiair ten aanzien van de toepasselijkheid der bijkomende straffen; processueel voor het appèl (slechts in het geval van meerdaadse samenloop partieel toegestaan); voor de competentie des rechters, voor de ontvankelijkheid van het 0. M., voor de voeging van de civiele partij; voor de qualificatie; strafrechtelijk voor de verjaring, de recidive en last not least voor het né bis in idem. In hoeverre zouden wij nu met al deze onderwerpen hetzij in Nederland, hetzij in België moeilijkheden krijgen,. wanneer wij het door mij ontworpen systeem volgden? Bezien wij met mevrouw HAZEWINKEL de zaak allereerst vanuit het oogpunt van de regel ne bis in idem. In het door mij ontworpen artikel 15 worden naar ik meen de moeilijkheden die in deze in Nederland zijn gerezen opgelost zonder dat daarbij de regel ne bis in idem wordt losgelaten en zonder dat in het systeem van de samenloop:.. bepalingen het begrip feit anders behoeft te worden opgevat dan voor de regel ne bis in idem. De door mij ontworpen regeling komt hier op neer. Indien een feit of een reeks van feiten (al of niet samenhangend) berecht is, zal geen nieuwe vervolging mogelijk zijn, tenzij achteraf blijkt dat de rechter bij de eerste berechting geen rekening heeft gehouden met het geval van samenloop. Dat geldt derhalve zowel voor het geval van eendaadse als voor dat van meerdaadse samenloop. Indien opnieuw als voorbeeld wordt gekozen de brandstichting waarvan gemeen gevaar voor goederen is te duchten, tevens geschied om de verzekeringspenningen frauduleus machtig te worden, dan zal een hernieuwde berechting mogelijk zijn, indien bij de eerste berechting slechts het eerste misdrijf in aanmerking is genomen en niet het tweede. Op deze wijze zal vaker dan thans een hernieuwde vervolging kunnen worden ondernomen, maar in tal van gevallen - vooral in die gevallen waarin voor het ernstigste misdrijf reeds is gestraft- zal het 0. M. de hernieuwde vervolging niet proberen of, als hij het wel probeert, zal de rechter hem daarin niet ontvankelijk verklaren, omdat de rechter zal aannemen, dat de strafbepaling geen andere zou zijn geweest bij toepassing der regelen omtrent gelijktijdige berechting. In de praktijk zal de regel ne bis in idem op deze wijze vrijwel gelijk als thans worden gehanteerd; slechts een enkele maal zal een tweede vervolging kunnen worden ingesteld waar deze op dit ogenblik niet mogelijk zou zijn, n.l. in de huidige gevallen van eendaadse samenloop. Dit is allerminst een doodwond, want de regel ne bis in idem is ontstaan in een tijd toen het nog levensgevaarlijk was om vervolgd te worden. Dit is onder de huidige rechtsbedeling in West Europa veel minder het geval. Toch zullen herhaalde vervolgingen voor hetzelfde feit en zelfs voor dezelfde reeks. van feiten zoveel mogelijk vermeden moeten worden en naar mijn mening geeft het door mij ontworpen artikel daarvoor voldoende waarborg. Het biedt zelfs de mogelijkheid voor de rechter. om - ook in gevallen van meer-

8 153 daadse samenloop - te zeggen: dit feit was bij de eerste berechting weliswaar niet uitdrukkelijk ten laste gelegd, maar ik heb er bij de berechting toch reeds rekening mee gehouden, dan wel hetzelfde te zeggen van een beslissing van een andere rechter (bijv. in het geval dat het dossier van het tweede feit ad informandum bij de eerste berec.hting was overgelegd zoals zulks zo vaak geschiedt in die gevallen, waarin uit een gehele reeks van inbraken of oplichtingen slechts een enkele wordt ten laste gelegd.). De regeling van de mogelijkheid van oplegging van bijkomende straffen is op het ogenblik in Nederland vrij ingewikkeld, in België zeer summier. België kent de benaming "bijkomende straffen" niet, maar noemt de "ontzetting van zekere politieke en burgerlijke rechten (in criminele en correctionele zaken) afzonderlijk, evenals de bijzondere verbeurdverklaring (voor alle soorten zaken). Nederland bij eendaadse samenloop alleen bijkomende straffen voor zover de zwaarste strafbepaling deze bedreigt (art. 55). bij levenslange gevangenisstraf slechts ontzetting van bepaalde rechten en verbeurdverklaring en openbaarmaking uitspraak (art. 59). bij meerdaadse samenloop ontzetting van dezelfde rechten tot bepaald maximum (art. 60, Ie). cumulatie van ontzetting van verschillende rechten (art. 60, 2e). cumulatie van verbeurdverklaring (art. 60, 3e). België bij doodstraf of levenslange gevangenisstraf verplichte levenslange ontzetting uit de zes in art. 31 genoemde rechten (art. 31). in België cumulatie van alle bedreigde straffen bij overtredingen. art. 58). bij samenloop van wanbedrijven onderung en met overtredingen beperkte cumulatie. cumulatie van bijzondere verbeurdverklaring (art. 64). In het door mij gemaakte ontwerp wordt hoofdzakelijk het Nederlandse stelsel gevolgd, dat voor België waarschijnlijk aanvaardbaar zou zijn. Er is echter een belangrijk verschil, n.l. dat het verschil tussen eendaadse en meerdaadse samenloop is opgeheven. Derhalve mag ook in geval van eendaadse samenloop een bijkomende straf die bij de minder zware strafbepaling is bedreigd, worden opgelegd, ook al zou deze bij de zwaarste strafbepaling niet zijn bedreigd. Dit geval zal Zich niet licht voordoen, maar mocht het een enkele maal voorkomen, dan is het hier voorgestane systeem n. m. m. verre te verkiezen boven het thans geldende. Immers indien iemand tegelijk een zwaardere en een lichtere strafbepaling overtreedt is èr in het geheel geen reden de bijkomende straf van de lichtere bepaling (die toch ook toepasselijk is) niet te laten cumuleren met de hoofdstraf van de zwaarste be-

9 154 paling. Er zou verder veel voor te zeggen zijn, indien België de term "bijkomende straf" officieel invoerde en daaronder ook de openbaarmaking van het vonnis rekende. Mevrouw HAZEWINKEL heeft gelijk, wanneer zij zegt dat de onderscheiding van eendaadse en meerdaadse samenloop (althans in Nederland) ook van belang is voor het appèl en de cassatie. In appèl kan bij meerdaadse samenloop de verdachte niet in appèl komen voorzover hij van een der feiten is vrijgesproken. En het 0. M. en de verdachte kunnen geen cassatie aantekenen voorzover is vrijgesproken. In gevallen van eendaadse samenloop en van een verhouding als van algemene en bijzondere strafbepaling zal de appèlrechter wel weder over de gehele telastlegging mogen oordelen en zulks zal ook het geval zijn bij een alternatieve telastlegging 1. M.i. bestaat echter voor deze gehele regeling de jure constituendo weinig reden. Veel beter ware, te bepalen dat bij een gevoegde telastlegging evenals in alle andere gevallen van samenloop de appèlrechter en de cassatierechter steeds de gehele dagvaarding opnieuw beoordeelt. Voor België zou dit laatste wat de cassatie van vrijspraken van de Cour d' Assises betreft niet mogelijk zijn. De gewone cassatie is daar per se uitgesloten voor vrijspraken (art. 409 C. de pmc. Crim. B.), zoals trouwens in Nederland zulks op het ogenblik ten aanzien van alle zuivere vrijspraken geldt. Hoe deze quaestie van het appèl en de cassatie verder zou moeten worden opgelost naar Belgisch recht is voor de niet-belgische jurist niet geheel te overzien. Indien men echter het bovenstaande systeem t.a.v. de opheffing van het verschil tussen eendaadse en meerdaadse samenloop zou willen volgen, moet het betrekkelijk gemakkelijk mogelijk zijn de regels van het strafproces t.a.v. de rechtsmiddelen daaraan aan te passen. Vooral waar men in België werkt met de theorie van Donnedieu de Vabres "de la peine justifiée" 2 lijkt zulks vrij eenvoudig. Hetzelfde geldt voor de verjaring. Wij moeten onze regelen omtrent de samenloop niet inrichten met het oog op de quaestie van de verjaring, doch omgekeerd onze verjaringsregelen aanpassen aan de bepalingen over de samenloop. Men zou dit bijv. kunnen doen door een regel op te stellen dat ingeval van samenloop en gelijktijdige berechting de verjaring steeds zal beginnen te lopen vanaf het laatste feitelijke gebeuren dat wordt bewezen en waarvoor wordt veroordeeld. Dit zou ongetwijfeld een vrij revolutionnaire nieuwigheid zijn, doch een die criminologisch verantwoo.rd is. Immers het is rationeel dat iemand die meerdere feiten achter elkander heeft begaan en dus blijk heeft gegeven tot op een bepaald tijdstip crimineel te zijn geweest, minder recht heeft op de straffeloosheid tengevolge van verjaring dan degene die éénmaal een feit heeft begaan. Trouwens de regelen omtrent de verjaring zijn althans in Nederland uit criminologisch oogpunt nogal verouderd. Wij zouden de verj31l'ingstermijnen gerust kunnen verlengen. Voor België is dit t. a. v. de termijnen ge- 1 Zie mijn leerboek over Strafvordering, 5e druk blz Zie hiervoor BRAAS, PréC"is de Procédure Péna.le II, p

10 155 noemd in de artt. 21 e.v. van de Wet van 17 April1878 zeer zeker het geval. Wat de competentie des rechters aangaat, zou ik in het geval van samenloop bepaald willen zien, dat indien meerdere feiten in samenloop tegelijkertijd worden aangebracht, steeds ten aanzien van alle feiten bevoegd is de rechter die bevoegd is t.a.v. het zwaarste ten laste gelegde feit. Voorts heb ik ten aanzien van de ontvankelijkheid van het 0. M. reeds meermalen betoogd, dat het mij wenselijk voorkomt, dat ook het 0. M. gebonden zij aan de regelen omtrent de samenloop. Indien ter zitting blijkt, dat verdachte zich aan een veel ernstiger feit heeft schuldig gemaakt dan hem is ten laste gelegd, moet dit zwaarderefeit alsnog ten laste worden gelegd. Ik zou echter aan het 0. M. dan ook ter zitting de gelegenheid willen geven, zulks alsnog te doen. Wenst het 0. M. dit niet te doen, en is de rechter van oordeel dat van dit zwaardere feit toch afdoende is gebleken, dan zal het 0. M. niet ontvankelijk verklaard moeten worden in zijn vordering. Zulks.zal m. i. zeker moeten geschieden indien het 0. M. een algemene strafbepaling ten laste legt en ter zitting blijkt, dat eigenlijk een feit is begaan dat onder een bijzondere strafbepaling valt 1 De vraag, wanneer wij te maken hebben met een bijzondere strafbepaling zou ik wettelijk willen binden aan een vaste regel. Ter vermijding van twijfel lijkt het mij het beste, alle gevallen waarin het in het ontwerp voorgeschreven criterium voor de "bijzondere strafbepaling" niet voorkomt, op de wijze van gewone samenloop te berechten. Daartegen bestaat alweer uit criminologisch oogpunt niet zoveel bezwaar, en op den duur zal de wetgever - indien hij een bepaling echt tot een bijzondere strafbepaling wil maken - zich wel aan dit criterium houden. 1 Zie hierover het artikel van mevrouw 1-fr E. FISCHER-KEuLs. Artikel 55 en het 'Üpportuniteitsbeginsel, N. J.bl. l9n2, blz. 873.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 914 Initiatiefnota van het lid Helder tot wijziging van de samenloopregeling in het Wetboek van Strafrecht Nr. 2 INITIATIEFNOTA 1. Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde Nr. 129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 december 2011 Onderwerp Meerdaadse samenloop 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

De enkelvoudige kamer: de politierechter

De enkelvoudige kamer: de politierechter 3 De enkelvoudige kamer: de politierechter 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk beschrijft de procedure bij de politierechter. Deze is niet totaal verschillend van die bij de meervoudige strafkamer. Integendeel.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Misdaad Wanbedrijf Overtreding

Misdaad Wanbedrijf Overtreding Materieel strafrecht praktische oefeningen : Kort schema : Bert Buysse Om tot een correcte beschrijving en analyse te komen van een casus in het materieel strafrecht moeten we een aantal stappen doorlopen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999

ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: ARWM, geboren te curaçao, wonende te Sint Maarten. 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting

Nadere informatie

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG.

VOOR RECHTSPRAAK NEDERLANDSE VERENIGING. De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus EH DEN HAAG. NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPRAAK De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 2030 2500 EH DEN HAAG Datum 20 februari 204 Uw kenmerk 458665 Contactpersoon J.M.A. Timmer Onderwerp

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 NOVEMBER 2013 P.13.1178.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1178.F K. A., Mrs. Antoine Leroy en Martin François, advocaten bij de balie te Brussel, tegen C. W. I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2009 P.08.1742.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1742.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE GENT, eiser, I tegen M J V, beklaagde, gedetineerd, verweerder. II J L C, beklaagde,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 FEBRUARI 2011 P.10.1344.F /1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1344.F H. K., beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790

ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 ECLI:NL:RBMAA:2007:BB2790 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 04-09-2007 Zaaknummer 03-700214-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 NOVEMBER 2014 P.13.1253.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1253.N A B, burgerlijke partij, eiseres, met als raadsman mr. Stijn De Meulenaer, advocaat bij de balie te Gent, met kantoor te

Nadere informatie

WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. WET van 10 Juli 1952, houdende vaststelling van de Wet Oorlogsstrafrecht alsmede van enige daarmede verband houdende wijzigingen in het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Militair Strafrecht en de

Nadere informatie

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak

Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00067/19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: N. S., geboren op te Aruba, wonende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 853 Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten C

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2010 P.10.0213.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0213.N G. R. burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T.

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

opleiding BOA Wetboek van Strafrecht

opleiding BOA Wetboek van Strafrecht Deze reader geeft een overzicht van de die zijn genoemd in de eindtermen, versie juni 2005. Eerste Boek. Algemene bepalingen Titel I. Omvang van de werking van de strafwet Artikel 1 1. Geen feit is strafbaar

Nadere informatie

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS)

Uitspraak RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE SECTOR STRAFRECHT MEERVOUDIGE KAMER (VERKORT VONNIS) ECLI:NL:RBSGR:2002:AE7582 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 11-09-2002 Datum publicatie 13-09-2002 Zaaknummer 09/900368-02; 09/093214-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptie strafrecht. De plaats van het samenloopinstituut binnen het huidige strafklimaat

Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptie strafrecht. De plaats van het samenloopinstituut binnen het huidige strafklimaat Faculteit Rechtsgeleerdheid Scriptie strafrecht Academiejaar 2012-2013 De plaats van het samenloopinstituut binnen het huidige strafklimaat Een literatuuronderzoek naar de vraag of het samenloopinstituut

Nadere informatie

Hoofdstukken strafprocesrecht. mr. LE.M. Hendriks mr. J.H. Klifman prof. mr. G.P.M.F. Mols prof.mr. Th.A. de Roos mr. J.

Hoofdstukken strafprocesrecht. mr. LE.M. Hendriks mr. J.H. Klifman prof. mr. G.P.M.F. Mols prof.mr. Th.A. de Roos mr. J. Hoofdstukken strafprocesrecht mr. LE.M. Hendriks mr. J.H. Klifman prof. mr. G.P.M.F. Mols prof.mr. Th.A. de Roos mr. J. Woretshofer Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Inhoud Voorwoord

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag gegrond. Datum: 13 november 2017

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 487 Wet van 26 september 1996 tot wijziging van de bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering betreffende het proces-verbaal van de terechtzitting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de herziening van de regeling inzake de meerdaadse samenloop in strafzaken (herziening regeling meerdaadse samenloop in strafzaken) VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten

Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten Wijziging van de regeling van de bevrijdende verjaring in het Burgerlijk Wetboek in geval van schade veroorzaakt door strafbare feiten VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960

ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 ECLI:NL:GHARN:2004:AQ5960 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 20-07-2004 Datum publicatie 03-08-2004 Zaaknummer 21-005715-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 463 Wijziging en aanvulling van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met terroristische misdrijven (Wet terroristische

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Wetboek van Strafrecht in het algemeen. Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Wetboek van Strafrecht in het algemeen Hoofdstuk 15 Lesboek Basisbekwaamheid Buitengewoon Opsporingsambtenaar Casus Een Belgische passagier aan boord van een Nederlands vrachtschip, haalt uit de koffer

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME, WET van, INTEGRALE TEKST houdende (nadere) wijziging van het 28-07-2011 Wetboek van Strafrecht, de Vuurwapenwet en de Wet Melding Ongebruikelijke Transacties in verband met strafbaarstelling terroristische

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 834 Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering inzake het rechtsgeding voor de politierechter en de mededeling van vonnissen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8279 25 maart 2014 Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art.

Nadere informatie

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht Klaas Rozemond (universitair hoofddocent strafrecht Vrije Universiteit Amsterdam, rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank Amsterdam) De feiten Uit het pleidooi

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:10161

ECLI:NL:RBROT:2016:10161 ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie