UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2011-2012"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING AAN DE HAND VAN SKELETALE VERANDERINGEN BIJ VOGELS EN IN HET BIJZONDER BIJ DE KIP door Amaury VERVACK Promotor: Prof. dr. Paul Simoens Literatuurstudie in het kader van de Masterproef

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar LEEFTIJDSBEPALING AAN DE HAND VAN SKELETALE VERANDERINGEN BIJ VOGELS EN IN HET BIJZONDER BIJ DE KIP door Amaury VERVACK Promotor: Prof. dr. Paul Simoens Literatuurstudie in het kader van de Masterproef

4 De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie. Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze studie berust bij de promotor(en). Het auteursrecht beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het onderwerp heeft benaderd en neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het oorspronkelijke auteursrecht van de individueel geciteerde studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren. De auteur en de promotor(en) zijn niet verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd en beschreven zijn.

5 VOORWOORD In de eerste plaats wil ik mijn promotor Prof. Dr. P. Simoens bedanken voor de uitstekende begeleiding bij het schrijven van deze masterproef. Dankzij hem kwam ik in het bezit van de vaak schaarse en moeilijk toegankelijke informatie die ik nodig had om mijn literatuurstudie te kunnen uitvoeren. Ondanks zijn zeer drukke agenda heeft hij altijd tijd vrij gemaakt om mij met raad en daad bij te staan en om mijn teksten kritisch te lezen en te verbeteren. Het is dan ook dankzij hem dat ik deze literatuurstudie tot een goed einde heb kunnen brengen. Verder wil ik mijn familie bedanken voor hun steun, aanmoediging en interesse. Met name dank ik mijn vader en mijn vriendin voor het nalezen van mijn tekst en het suggereren van verbeteringen.

6 VOORWOORD INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 LITERATUURSTUDIE Situering Belang van leeftijdsbepaling van vogels Problematiek van de studie Leeftijdsbepaling aan de hand van skeletale veranderingen van het vogelskelet De schedel Het neurocranium Het splanchnocranium Het faciaal en palataal skelet De mandibula Het hyoïd De wervelkolom De cervicale vertebrae De thoracale vertebrae De lumbale en synsacrale vertebrae De caudale vertebrae De schoudergordel De furcula De scapula Het coracoïd Het sternum Het vleugelskelet De humerus De radius De ulna De carpaalbeentjes De metacarpalia De digiti Het pootskelet De femur De tibiotarsus De fibula De tarsometatarsus DISCUSSIE REFERENTIELIJST WETTEKSTEN... 21

7 SAMENVATTING In deze literatuurstudie is gebleken dat er weinig documentatie voorhanden is over de leeftijdsbepaling bij vogels. Beperkt onderzoek werd uitgevoerd op de kip en de kwartel, terwijl er nauwelijks onderzoek is verricht naar andere vogelspecies. De nadruk in deze studie ligt op de leeftijdsbepaling bij de kip en in het bijzonder op de skeletale veranderingen in de lange beenderen. Secundaire ossificatiecentra werden teruggevonden in de tibiotarsus, de tarsometatarsus en in de carpometacarpus (het os metacarpale III). Vanaf de leeftijd van 56 dagen (D 56 ) werd het verschijnen van een secundair ossificatiecentrum in de processus cnemialis geobserveerd (Hogg, 1980). Het sluiten van de onderliggende groeiplaat grijpt plaats rond D 154. Vanaf D 56 tot D 70 is de distale groeiplaat van de tibiotarsus waarneembaar, en vanaf D 98 is het sluiten van de groeiplaat waarneembaar (Breugelmans et al., 2007). De proximaal gelegen groeischijf van de tarsometatarsus kan waargenomen worden op D 1. Deze groeiplaat vervaagt op D 98 en sluit vanaf D 122 (Church en Johnson, 1964). Bij de trapgans (Eupodotis spp.) wordt een secundair ossificatiecentrum beschreven tussen D 63 en D 78 in het proximale uiteinde van het os metacarpale III. Deze groeischijf sluit tussen D 133 en D 192. Deze gebeurtenissen kennen een analoog verloop, zij het op andere tijdstippen, verloop bij kippen en duiven (Naldo et al., 1998; Naldo et al., 2000). Het sternum speelt eveneens een belangrijke rol in het bepalen van de leeftijd bij vogels. In recent onderzoek werd data verzameld over de verbeningspatronen van de kraakbenige sternale kam. Mestkuikens beschikken op D 49 over een sternale kam die nog 60% kraakbenig is. Leghennen hebben op D 154 een sternale kam die nog 10,5%-26% kraakbeenweefsel bevat. Op 2-jarige leeftijd is het sternum volledig verbeend (Breugelmans et al., 2007). Op embryonaal niveau werd onderzoek verricht op het vleugel- en schoudergordelskelet bij de kwartel. Hierbij werden de verbeningspatronen van alle desbetreffende beenderen besproken (Pourlis en Antonopoulos, 2011). De ossificatiecentra van het volledige kippenskelet werden specifiek bestudeerd op het moment van uitkippen en tijdens de juveniele ontwikkeling tot op de leeftijd van 182 dagen (Hogg, 1980). Deze literatuurstudie biedt de mogelijkheid om, aan de hand van verschillende beenderen, een schatting te maken van de leeftijd van vogels. Deze materie is echter nog onvoldoende onderzocht waardoor een diepgaand en grootschalig onderzoek zich opdringt. Vooral met betrekking tot kippen is een studie noodzakelijk gezien de grote aantallen pluimvee die wereldwijd worden gekweekt.

8 INLEIDING De leeftijdsbepaling van pluimvee is van belang voor de navolging van de wetgeving in verband met export van kippenvlees naar derdewereldlanden (Breugelmans et al., 2007). Leeftijdsbepaling van vogels is in de paleontologische wereld van belang voor het reconstrueren van fossielen (Montes et al., 2005). De literatuur omtrent de leeftijdsbepaling van vogels is erg schaars. Het doel van deze masterproef is het samenbrengen van de literatuur omtrent dit weinig gedocumenteerd onderwerp. Deze masterproef zou een aanleiding kunnen zijn tot een zich opdringend diepgaander en grootschaliger onderzoek over de leeftijdsbepaling bij vogels en in het bijzonder bij de kip. In het verleden is er reeds onderzoek verricht op de leeftijdsbepaling aan de hand van het skelet bij verschillende vogelsoorten. In deze studie wordt de nadruk gelegd op de kip (Gallus domesticus) (Fell, 1925; Church en Johnson, 1964; Hogg, 1980; Breugelmans et al., 2007) maar ook andere species komen aan bod ter vergelijking, met name daar waar over kippen geen informatie ter beschikking is. Achtereenvolgens worden gegevens opgesomd/vermeld over de kwartel (Coturnix coturnix Japonica), de rode valk (Buteo rufinus), de eend (Anas platyrhynchos), de oehoe (Bubo bubo), de ibis (Geronticus eremita), de duif (Columba livia), de ooievaar (Ciconia ciconia), de gans (Anser anser), de kalkoen (Meleagris gallopavo) en de trapgans (Eupodotis spp.) (Pourlis et al., 1998; Naldo et al., 1998; Naldo et al., 2000; Düzler et al., 2006; Pourlis en Antonopoulos, 2011). Alle tekst over voorgaande soorten, uitgezonderd de kip, worden schuin gedrukt en gaat steeds vooraf aan de tekst betreffende de kip. Het skelet wordt volledig systematisch besproken. De technieken in verband met de leeftijdsbepaling zijn hoofdzakelijk gebaseerd op radiografische opnamen (Church en Johnson, 1964; Hogg, 1980; Naldo et al., 1998; Pourlis et al., 1998; Naldo et al., 2000; Düzler et al., 2006; Breugelmans et al., 2007; Pourlis en Antonopoulos, 2011), alizarine red S kleurtechnieken (Hogg, 1980) en opmetingen op het gedissecteerde bot (Düzler et al., 2006; Breugelmans et al., 2007). De tijdstippen waarop de ossificatiecentra waarneembaar zijn, worden besproken tijdens de embryonale en de juveniele ontwikkeling (Hogg, 1980). Opvallend in het vogelskelet is de afwezigheid van secundaire ossificatiecentra, dit in contrast met het skelet van zoogdieren. Door de afwezigheid van secundaire ossificatiecentra is de leeftijdsbepaling aan de hand van het skelet bij vogels veel moeilijker dan bij zoogdieren, temeer omdat de leeftijdsbepaling aan de hand van het gebit onmogelijk is (Lambrecht, 2010). Een aantal uitzonderingen werden echter geobserveerd in de tibiotarsus, tarsometatarsus en het os metacarpale III. In deze drie lange beenderen werden secundaire ossificatiecentra teruggevonden (Fell, 1925; Church en Johnson, 1964; Naldo et al., 1998; Breugelmans et al., 2007). In het verleden werd reeds kritiek geuit op sommige van deze zogenaamde secundaire ossificatiecentra omdat deze eigenlijk een gevolg zijn van het fusioneren van verschillende osteologische structuren en geen echte epifysaire groeiplaten zijn (Parsons, 1905). De anatomische nomenclatuur in deze literatuurstudie werd gebaseerd op de Nomina Anatomica Avium (Baumel et al., 1993). 2

9 LITERATUURSTUDIE 1 Situering 1.1 Belang van leeftijdsbepaling van vogels De leeftijdsbepaling van pluimvee aan de hand van het skelet is van belang voor de internationale export van kippenvlees. De Europese Unie doet een poging de internationale handel te ondersteunen door premies uit te reiken wanneer kippenvlees naar derdewereldlanden wordt uitgevoerd (verordening (EC) No 2777/75 en 2779/75). Deze premies worden slechts uitgereikt wanneer het kippenvlees afkomstig is van dieren waarvan de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen nog niet volledig zijn geossificeerd (verordening (EC) No 2091/2005). Een goede kennis van het ossificatieproces bij pluimvee is vereist om deze onvolledige ossificatie te kunnen vaststellen (Breugelmans et al., 2007). Leeftijdsbepaling van pluimvee en vogels is ook van belang in de paleontologie, in het bijzonder voor het reconstrueren van fossielen. Gemineraliseerd weefsel kan miljoenen jaren bewaard blijven, zelfs met behoud van het histologisch beeld (Montes et al., 2005). 1.2 Problematiek van de studie Leeftijdsbepaling aan de hand van het skelet is bij talrijke zoogdierspecies zeer goed gedocumenteerd (Morris, 1972), bij de mens (Yang en Yang, 2006) en bij labodieren zoals de rat (Farnum en Wilsman, 1993) en het konijn (Baron et al., 1994), alsook bij huisdieren, waaronder het paard (Früst et al., 2008). Dergelijke informatie is met betrekking tot vogels echter erg schaars. Een andere belangrijke parameter in de leeftijdsbepaling bij zoogdieren is het gebit, maar logischerwijze is deze techniek bij vogels niet toepasbaar (Lambrecht, 2010). De ontwikkeling in het ei is verschillend van de ontwikkeling in de baarmoeder bij zoogdieren. De skeletvorming bij vogelembryo s is uitvoerig gedocumenteerd door o.a. Fell (1925), Doménech-Ratto et al. (1999) en Pourlis en Antonopoulos (2011). Leeftijdsbepaling aan de hand van skeletale veranderingen van lange beenderen is bij meerdere vogelspecies beschreven, maar algemene leeftijdsbepaling is moeilijk omdat de anatomie van het skelet, onder meer het sternum, bij vogelspecies zeer verschillend is naargelang de vliegcapaciteit, de manier van bewegen en de habitat. Om die reden worden vogelspecies ingedeeld in drie groepen, nl.: de vliegende, zwemmende en lopende vogels (Düzler et al., 2006). Voor de anatomie van de lange beenderen worden vier indelingen gemaakt: land-, boom-, watervogels en vliegende vogels (Kirkwood et al., 1989). In de literatuur is er weinig te vinden over de ossificatieprocessen in vogelbeenderen (Breugelmans et al., 2007). Elk bot van het vogelskelet bevat, net zoals het zoogdierskelet, een primair 3

10 ossificatiecentrum (Fell, 1925; Hogg, 1980). Secundaire ossificatiecentra zijn echter niet aanwezig in het vogelskelet, waardoor er geen apo- en epifysaire groeiplaten aanwezig zijn in de beenderen en dus minder criteria om leeftijd te bepalen. Het proximale en distale uiteinde van de tibiotarsus en het proximale uiteinde van de tarsometatarsus zijn hierop twee uitzonderingen (Church en Johnson, 1964). Het proximale uiteinde van het os metacarpale III werd door Naldo et al. (1998) als derde uitzondering vermeld. Naarmate de leeftijd vordert, wordt het moeilijker om de leeftijd exact te bepalen aan de hand van het skelet. 2 Leeftijdsbepaling aan de hand van skeletale veranderingen van het vogelskelet 2.1 De schedel De schedel is het minst goed gedocumenteerde deel van het vogelskelet. De ontwikkeling van de schedelbeenderen werd onderzocht met behulp van radiografie en de alizarine red S kleurtechniek. De ossificatiecentra van de schedel bij de kip, meer bepaald bij de Golden Comet en de White Leghorn, werden op het moment van uitkippen en tot op een leeftijd van 182 dagen beschreven (Hogg, 1980) Het neurocranium Bij het uitkippen werden primaire ossificatiecentra gevonden in het os basioccipitale, os supraoccipitale, os mesethmoidale en in het os para- en basisphenoid. Primaire centra werden eveneens gevonden in het os exoccipitale, het os prooticum, het os parietale, os frontale en os prefrontale en in de pleurosphenoïde elementen. Op de leeftijd van 70 dagen (D 70 ) werd in het orbisphenoïd een primair ossificatiecentrum aangetroffen (Hogg, 1980) Het splanchnocranium Het faciaal en palataal skelet Primaire ossificatiecentra werden geobserveerd in het os vomer, de premaxilla en de maxilla, het os nasale, het os palatinum en ook in de jukboog en in het os pterygoideum (Hogg, 1980) De mandibula Identificatie van ossificatiecentra in de onderkaak was niet mogelijk door teveel superpositie op de radiografische beelden (Hogg, 1980). Met behulp van de alizarine red S kleurtechiek werd het identificeren van primaire ossificatiecentra toch mogelijk. Ossificatiecentra werden gevonden in het os splenoidale en in het corpus en de ramus van de mandibula op het moment van uitkippen. Op dit ogenblik is de symfyse tussen beide helften van de mandibula reeds vergroeid. Na het uitkippen werden geen bijkomende ossificatiecentra meer gevonden (Hogg, 1980). 4

11 Het hyoid In het tongbeen werden primaire ossificatiecentra vastgesteld in het ceratohyoïd op het moment van uitkippen. Op D 49 werden geen bijkomstige ossificatiecentra gevonden, maar op D 122 werden er nieuwgevormde ossificatiecentra gevonden in het os entoglossum (os paraglossum) en in het os epihyoidale (Hogg, 1980). 2.2 De wervelkolom De ossificatiecentra van de volledige wervelkolom van verschillende kippenrassen (Golden Comet en White Leghorn) werden onderzocht vanaf het moment van uitkippen tot op D 21 aan de hand van radiografische opnamen en alizarine red S kleurtechnieken (Hogg, 1980) De cervicale vertebrae De kippenrassen in bovenvermelde studie hebben 16 halswervels. Ossificatiecentra ter hoogte van de wervelboog en het wervellichaam werden gevonden op het moment van uitkippen. Het aantal ossificatiecentra varieerde van wervel tot wervel. In de atlas zijn 2 ossificatiecentra aanwezig in de wervelboog en 1 in het wervellichaam. De axis bezit 1 ossificatiecentrum in de wervelboog en 2 in het wervellichaam. C3 bezit 1 ossificatiecentrum in de wervelboog en 1 in het wervellichaam. De ossificatiecentra in C4 tot C 14 zijn zeer variable. De twee caudale halswervels (C15 en C16) bezitten beiden 1 ossificatiecentrum in de wervelboog en 1 in het wervellichaam. Bijkomende ossificatiecentra werden na het uitkippen van het kuiken niet meer geïdentificeerd (Hogg,1980) De thoracale vertebrae De bestudeerde kippenrassen uit bovenvermelde studie hebben telkens 5 borstwervels. Elke wervel bezit 1 ossificatiecentrum in de wervelboog en 1 in het wervellichaam op het moment van uitkippen. Na het uitkippen werden geen bijkomende ossificatiecentra meer geobserveerd (Hogg, 1980) De lumbale en synsacrale vertebrae De geobserveerde kippenrassen in bovenvermelde studie hebben telkens 15 lumbosacrale wervels. Op het moment van uitkippen bezitten de eerste drie lumbaal wervels (LS1-LS3) 1 ossificatiecentrum in het wervellichaam en 1 ossificatiecentrum in de wervelboog. LS4 tot en met LS8 bezitten 1 ossificatiecentrum in het wervellichaam en 2 in de wervelboog. LS9 bezit 1 ossificatiecentrum in het wervellichaam en 1 of 2 ossificatiecentra in de wervelboog. In het synsacrum (LS10 tot en met LS15) is slechts 1 ossificatiecentrum per wervelsegment aanwezig. Ter hoogte van de dwarsuitsteeksels van LS6 tot en met LS9 zijn er 2 ossificatiecentra aanwezig. Op latere leeftijd konden geen bijkomende ossificatiecentra vastgesteld worden (Hogg, 1980). 5

12 2.2.4 De caudale vertebrae Alle bestudeerde kippenrassen uit bovenvermelde studie bezitten 8 staartwervels met elk 1 ossificatiecentrum op het moment van uitkippen. Op latere leeftijd werden geen bijkomende ossificatiecentra ontdekt (Hogg, 1980). 2.3 De schoudergordel De furcula Bij de kwartel (Coturnix coturnix japonica) werd de ossificatie van de Furcula (clavicula) geobserveerd in het embryonaal en neonataal stadium (Pourlis en Antonopoulos, 2011). De clavicula ossificeert intramembraneus volgens Russel en Joffe (1985) en Pourlis en Antonopoulos (2011), maar Landsdown (1968) beweert dat dit enchondraal gebeurt. Beide claviculae zijn reeds aanwezig op de 7 de embryonale dag (ED 7 ) als een twijgachtige structuur. Op ED 8 zijn de uiteinden van de claviculae verlengd, naar centraal toe gebogen en vergroeid aan de ventrale zijde. Een V-vormige structuur is dan aanwezig. Het epicleidium (extremitas omalis claviculae) wordt op ED 9 gevormd. Aan de ventrale zijde ontstaat het hypocleidium (apophysis furculae) op ED 10 (Figuur 1) (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij kippen (Gallus domesticus) werden primaire ossificatiecentra in de clavicula geobserveerd op het moment van de geboorte en op latere leeftijd. Op het moment van uitkippen werd in de clavicula telkens 1 primair ossificatiecentrum geïdentificeerd. Op latere leeftijd werden geen bijkomende ossificatiecentra geobserveerd (Hogg 1980). Figuur 1. Craniolateraal aanzicht van de schoudergordel van de kwartel. De grijs en zwart aangeduide regio s stellen respectievelijk kraakbeen en geossificeerd beenweefsel voor. De schaalbalk staat voor 2 mm bij E7; 2,5 mm bij E8; 3 mm bij E9 en 3,5 mm bij E10. (Uit Pourlis en Antonopoulos, 2011) 6

13 2.3.2 De scapula De ossificatie van de scapula werd bestudeerd tijdens de embryonale ontwikkeling en in juveniele stadia bij kwartels. Een eerste ossificatiecentrum werd centraal in het corpus scapulae geobserveerd op ED 7 (Figuur 1). Het schouderblad is op dat moment al volledig kraakbenig aanwezig. De ossificatie gebeurt in craniale en caudale richting. De ossificatie is prominenter in craniale richting. Op het moment van uitkippen is enkel het corpus verbeend. Het craniale en caudale deel zijn op dat moment nog kraakbenig. Ossificatie van de scapula treedt vroeg op in de embryonale ontwikkeling en bevestigt zo de theorie van Fujioka (1955) (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de kip ossificeert de scapula, net als bij de kwartel, vroeg in de embryonale ontwikkeling (Rumpler, 1962). Anderzijds werd een laattijdige verbening van de scapula vastgesteld op ED 18 (Rinaldi en Caronna, 1971). Enkelvoudige ossificatiecentra van de scapula werden beschreven op het moment van uitkippen. Op latere leeftijd werden geen bijkomende ossificatiecentra waargenomen (Hogg, 1980) Het coracoid Bij de kwartel werd op ED 7 vastgesteld dat een benige schede van perichondrale oorsprong aanwezig is in het centraal gedeelte van de diafyse van het coracoid (Figuur 1). Landson (1968) stelde dit vast op ED 10 en Nakane en Tsudzuki (1999) op ED 9. Een intense toename in beendikte werd vastgesteld op ED 11. De uiteinden van het coracoid bleven tijdens de rest van de embryonale ontwikkeling kraakbenig aanwezig (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de kip werd door Fujioka (1955) en Rinaldi en Caronna (1971) een verbenig van het coracoid geobserveerd tussen ED 9 en ED 10. Deze verbening is van perichondrale oorsprong en grijpt plaats in het centraal gedeelte van het bot. Op het moment van uitkippen werd vastgesteld dat enkelvoudige ossificatiecentra aanwezig zijn in het coracoid. Op latere leeftijd werden geen bijkomende ossificatiecentra teruggevonden (Hogg, 1980). 2.4 Het sternum Bij de rode valk (Buteo rufinus), woerd (Anas platyrhynchos), oehoe (Bubo bubo), ibis (Geronticus eremita), duif (Columba livia), ooievaar (Ciconia ciconia), gans (Anser anser) en de kalkoen (Meleagris gallopavo) werd tijdens het bestuderen van het sternum vastgesteld dat er zich een verschil in anatomie van dit bot voordoet in verschillende vogelspecies. Daarom werden de vogelspecies opgedeeld in drie groepen, nl.: de vliegende, de zwemmende en de lopende vogelsoorten. Het sternum bestaat uit 3 grote delen: het corpus sterni, het rostrum sterni en de carina sterni (Düzler et al., 2006). De hoogte van de carina sterni is gecorreleerd met het al of niet kunnen vliegen van vogels. Vliegende vogels hebben een grote en prominent aanwezige carina, terwijl lopende vogels een kleine tot zelfs afwezige carina hebben (King en McLelland, 1985). Recenter 7

14 onderzoek toonde echter aan dat de sternale kam groot en hoog kan zijn in de drie hierboven vermelde groepen van vogelspecies (Düzler et al., 2006). Bij de kip wordt in leeftijdsonderzoek de focus gelegd op de verbening van de kraakbenige kam van het sternum. Het sternum werd door Breugelmans et al. (2007) opgemeten nadat de weke delen voorzichtig weggeprepareerd waren tijdens de postmortale dissectie. De totale lengte en het kraakbenig deel van de sternale kam werd gemeten aan de ventrale zijde, zowel op radiografische opnames als op het vrijgeprepareerde sternum (Figuur 2). De lengte van het kraakbeen werd vergeleken met de totale lengte van de sternale kam om zo de ossificatie te kunnen bepalen (Breugelmans et al., 2007). Op moment van uitkippen zijn in het sternum 5 ossificatiecentra aanwezig. Elk van deze ossificatiecentra komt overeen met een sternaal segment dat hoort bij een ribbenpaar. Het ossificatiecentrum van het sternale segment dat bij het 5 de ribbenpaar hoort is soms heel klein. Op latere leeftijd werden geen nieuwe ossificatiecentra meer gevonden (Hogg, 1980). Mestkuikens (broilers) op D 49 beschikken over een sternale kam die nog voor meer dan 60% uit kraakbeen bestaat. Naarmate de leeftijd toeneemt, vermindert de relatieve lengte van het kraakbeendeel. Broilers beschikken op D 98 over een sternale kam die 42-52% kraakbeenweefsel bevat. Leghennen op D 154 hebben een sternale kam die nog voor 10,5-26% uit kraakbeen bestaat. Een 2 jaar oude hen heeft een volledige verbeende sternale kam (Figuur 3) (Breugelmans et al., 2007). Figuur 2. Geprepareerd sternum met bijhorende beenderen van de kip: 1. totale lengte 2. lengte van het kraakbenig gedeelte 3. ribben 4. coracoid 5. clavicula (Uit Breugelmans et al., 2007) Figuur 3. Links lateraal zicht van het sternum A. broiler D 49 B. broiler D 98 C. leghen D 154 D. leghen 2 jaar (Uit Breugelmans et al., 2007) 2.5 Het vleugelskelet Uit een recente studie van Pourlis en Antonopoulos (2011) blijkt dat de osteogenese van de humerus, ulna, radius, femur, tibia en fibula analoog verlopen bij de kwartel als bij de kip. De osteogenese in de kwartel start echter vroeger dan in de kip. Bij de kwartel gaat de osteogenese van start vanaf de ED 6 terwijl bij de kip de osteogenese tussen ED 7,5 en ED 8 van start gaat (Pourlis et al., 1998). 8

15 2.5.1 De humerus Bij de kwartel werd op ED 6 een volledig kraakbenige humerus geobserveerd. De humerus bevat op dat ogenblik al een diaphysaire ossificatie. Op ED 8 is een periostale reactie zichtbaar ter hoogte van de benige schede van de diafyse, waardoor de dikte van het been toeneemt. Op ED 12 is de ossificatie zodanig uitgebreid dat het volledige corpus humeri verbeend is. De humerus en de tibia blijken de grootste groeisnelheid te vertonen in vergelijking met andere lange beenderen (Pourlis et al., 1998; Pourlis en Antonopoulos 2011). Bij de kip werden verschillende enkelvoudige ossificatiecentra geobserveerd op het moment van uitkippen. Op latere leeftijd werden geen bijkomende ossificatiecentra gezien door Hogg (1980). De eerste 5 dagen na het uitkippen is de lengte van de lange beenderen bij alle individuen ongeveer gelijklopend. Vanaf D 6 treden niet-geslachtsgebonden, individuele variaties op (Church en Johnson, 1964) De radius Bij de kwartel werd op ED 6 ossificatie vastgesteld in het centrum van de kraakbenige diafyse van de radius. Een periostale benige schede werd op ED 8 opgemerkt. Op dat ogenblik is een lichte kromming van het bot reeds zichtbaar. In vergelijking met de ulna is de periostale reactie van de radius minder uitgesproken. De uiteinden van de radius blijven gedurende de volledige embryonale ontwikkeling kraakbenig. De radius en de fibula blijken de laagste groeisnelheid te vertonen in vergelijking met de andere lange beenderen (Pourlis et al., 1998; Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de kip zijn op het moment van uitkippen in de radius verschillende primaire ossificatiecentra aanwezig. Op D 21, D 28, D 35, D 42 en D 49 zijn bijkomende ossificatiecentra aanwezig in de radius (Hogg, 1980) De ulna Bij de kwartel is een perichondrale benige schede van de ulna aanwezig op ED 6. Tijdens de embryonale ontwikkeling blijft de ossificatie beperkt tot het corpus van de ulna. De benige schede van de ulna breidt zich uit naar de uiteinden van het bot en zal een lichte kromming vertonen. Een intense periostale reactie wordt geobserveerd op D 8. Deze reactie is verantwoordelijk voor het verdikken van de benige schede en dit vooral ter hoogte van het centrum van het bot (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de kip zijn op het moment van uitkippen in de ulna van het kuiken meerdere ossificatiecentra aanwezig. Op D 7, D 14, D 21, D 28, D 35, D 42 en D 49 werden bijkomende ossificatiecentra geobserveerd (Hogg, 1980). 9

16 2.5.4 De carpaalbeentjes Bij de kwartel is op ED 7 een rudimentair kraakbenig elementje aanwezig op de plaats van het os carpi ulnare. Een kraakbenig knopje van het os carpi radiale is aanwezig op diezelfde dag. Tussen D 8 en D 10 treedt er een endochondrale ossificatie op van beide carpaalbeentjes (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de kip zijn op het tijdstip van uitkippen geen ossificatiecentra opgemerkt. In het os carpi ulnare werd geen ossificatiecentrum geobserveerd tot op D 21 ; vanaf die dag zijn ossificatiecentra wel waarneembaar in dit bot. Een ossificatiecentrum in het os carpi radiale werd geïdentificeerd op D 14 (Hogg, 1980). Figuur 4. Dorsaal aanzicht van het vleugelskelet van de kwartel. De grijze en zwarte zones duiden respectievelijk kraakbeen en verbeend weefsel aan. (Naar Pourlis en Antonopoulos, 2011) De metacarpalia Bij de kwartel is het os metacarpale II op ED 6 kraakbenig aanwezig, waarna dit kraakbenig elementje samen met het veel grotere os metacarpale III versmelt. De versmelting neemt plaats ter hoogte van het proximale uiteinde van het os metacarpale III. Op ED 7 ontstaat het centrale ossificatiecentrum in het os metacarpale III. Deze ossificatie is schedevormig en is van perichondrale oorsprong. De uitbreiding naar de uiteinden toe gebeurt aan een heel hoog tempo. Een periostale reactie was reeds zichtbaar ter hoogte van de benige schede van het os metacarpale III op ED 9. Het os metacarpale IV vertoont ossificatie vanaf ED 7. Op ED 9 is een periostale reactie op te merken, die zeer zwak aanwezig blijft gedurende de volledige embryonale ontwikkeling (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de trapgans (Eupodotis spp.) werd een secundair ossificatiecentrum ontdekt in het proximale uiteinde van het os metacarpale III. Dit ossificatiecentrum was voor het eerst waargenomen tussen D 63 en D 78. Het sluiten van de onderliggende groeischijf werd geobserveerd tussen D 133 en D 192 Het sluiten van deze groeischijven gebeurt analoog bij kippen en duiven (Naldo et al., 1998; Naldo et al., 2000). Bij de kip werden op het moment van uitkippen geen ossificatiecentra geobserveerd in de ossa metacarpalia. Op D 7 zijn er ossificatiecentra in het os metacarpale II geïdentificeerd (Hogg, 1980). 10

17 2.5.6 De digiti Bij de kwartel werden kraakbenige phalangen van de digiti II, III, en IV waargenomen op ED 7. Op ED 9 werden de eerste ossificatiecentra van de phalangen in digiti II en III geobserveerd. De ossificatie van de phalangen is van perichondrale oorsprong. De perichondrale ossificatie van de phalanx van digitus IV treedt pas op vanaf ED 14 (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Bij de kip werd op het moment van uitkippen een ossificatiecentrum geobserveerd in de phalangen van digiti II en III. In de phalanx van digitus IV is er wat variatie mogelijk, in het merendeel van de gevallen is 1 ossificatiecentrum aanwezig, maar dit is in sommige gevallen afwezig. Op volwassen leeftijd is in de meeste gevallen in digitus II een 2 de phalanx zichtbaar; in een minderheid van de gevallen is slechts 1 phalanx aanwezig. Steeds zijn er in het volwassen skelet 2 phalangen aanwezig in digitus III en slechts 1 phalanx in digitus IV (Hogg, 1980). 2.6 Het pootskelet Van de lange pootbeenderen werden de femur, tibiotarsus en tarsometatarsus van kippen (Church en Johnson, 1964; Breugelmans et al., 2007) en trapganzen (Naldo et al., 1998; Naldo et al., 2000), osteometrisch geëvalueerd. De volledige lengte van deze beenderen werd opgemeten alsook de middiafysaire breedte aan de hand van radiografische opnames (Figuur 10) en op de beenderen zelf (Church en Johnson, 1964, Naldo et al., 2000, Breugelmans et al., 2007). Bij de kip werd de dikte van de kraakbeenlaag van de femur en de tibiotarsus bestudeerd op longitudinale doorsneden van de desbetreffende beenderen (Figuur 8). De aanwezige groeiplaten werden geëvalueerd en de dikte van het kraakbeen van de proximale en distale epifyse werd met behulp van een liniaal opgemeten (Breugelmans et al., 2007). Ossificatiecentra werden geobserveerd in de beenderen van het loopskelet op het moment van uitkippen tot op volwassen leeftijd (Hogg, 1980). De ossificatiepatronen, het verschijnen van ossificatiecentra en de tijdstippen van de epifysaire vergroeiingen in lange beenderen zijn gelijkaardig bij verschillende vogelspecies, met name de trapgans, de gedomesticeerde kip en de duif (Naldo et al., 2000) De femur Bij de kip zijn op het moment van uitkippen in de femur enkelvoudige ossificatiecentra aanwezig, nadien worden geen bijkomende ossificatiecentra geobserveerd (Hogg, 1980). Bij broilers is in de periode tussen D 49 en D 98 een opvallende toename in lengte en breedte van de femur geobserveerd (Figuur 7). Bij broilers tot D 98 is het bedekkend kraakbeen van de femurkop en van de femorale condyli steeds meer dan 3 mm dik, bij leghennen ouder dan D 154 is dit minder of gelijk aan 1 mm (Figuur 5 en 6). Proximaal noch distaal zijn er groeiplaten aanwezig in de femur. De lengte van de femur bij broilers is 11,6 cm op de leeftijd van D 98 (Figuur 7) (Breugelmans et al., 2007). 11

18 Figuur 5. Lengte- en breedteverschil van de femur. Links broiler D 70 ; rechts leghen D 154. Let op het verschil in hoeveelheid gewrichtskraakbeen. (Uit Breugelmans et al., 2007) Figuur 6. Longitudinaal doorgezaagde femurkop in longitudinale richting. Van links naar rechts: broiler D 56, D 70 en D 98, leghen D 154 en leghen 2 jaar. Let op de progressieve afname van de dikte van het kraakbeen op de kop van de femur. (Uit Breugelmans et al., 2007) Figuur 7. Lengtegroei van de femorale, tibiotarsale en tarsometatarsale beenderen bij broilers. (Naar Breugelmans et al., 2007) De tibiotarsus Bij de kip zijn op het moment van uitkippen enkelvoudige ossificatiecentra aanwezig in de tibiotarsus. Vanaf D 56 werd het verschijnen van een secundair ossificatiecentrum in de processus cnemialis geobserveerd (Hogg, 1980). Bij broilers tot D 98 is het proximale tibiotarsaalkraakbeen steeds om en bij de 4 mm dik, bij leghennen ouder dan D 154 is dit slechts 1 mm dik of minder (Breugelmans et al., 2007). De tibiotarsus is één van de weinige beenderen met secundaire ossificatiecentra die gelegen 12

19 Figuur 8a. Longitudinale doorsnede door de proximale groeischijf van de tibiotarsus van de kip. Van links naar rechts: broiler D 56, D 70 en D 98, leghen D 154 en leghen 2 jaar. Let op het progressief sluiten van de groeischijf. (Uit Breugelmans et al., 2007) Figuur 8b. Radiografische opnames van de proximale groeischijf van de tibiotarsus. (Uit Breugelmans et al., 2007) Figuur 8c. Longitudinale doorsnede door de distale groeischijf van de tibiotarsus van de kip. Van links naar rechts: broiler D 56, D 70 en D 98, leghen D 154 en leghen 2 jaar. Let op het progressief sluiten van de groeischijf. (Uit Breugelmans et al., 2007) Figuur 8d. Radiografische opnames van de distale groeischijf van de tibiotarsus. (Uit Breugelmans et al., 2007) zijn ter hoogte van het proximale en distale einde van dit bot (Figuur 8) (Church en Johnson, 1964; Breugelmans et al., 2007). De distale epifyse (Figuur 8c en 8d) is eigenlijk geen echte epifyse, maar een vergroeiing van de tibia met de tarsaalbeentjes (Parsons, 1905). Op D 56 tot D 70 is de distale 13

20 groeiplaat van de tibiotarsus nog waarneembaar, maar vanaf D 98 is het sluiten van de groeiplaat duidelijk geobserveerd. De proximale groeiplaat blijft langer open en op D 56, D 70 en D 98 is deze nog duidelijk te observeren. De proximale groeiplaat is reeds gesloten op D 150 (Breugelmans et al., 2007). De tibiotarsus blijkt de grootste groeisnelheid te vertonen in vergelijking met de andere lange beenderen van het vogelskelet (Figuur 9) (Latimer, 1927; Church en Johnson, 1964). Figuur 9.. Lengtegroei van de lange beenderen van de kip. (Uit Church en Johnson, 1964) De fibula De leeftijdsgebonden veranderingen van de fibula zijn zeer schaars gedocumenteerd, slechts enkele enkelvoudige ossificatiecentra werden in de fibula geobserveerd op het moment van uitkippen. Op latere leeftijd werden geen bijkomende ossificatiecentra geobserveerd (Hogg, 1980). 14

21 Figuur 10. Radiografische resultaten van lange beenderen betreffende hun groeipatroon. (Uit Church en Johnson, 1964) De tarsometatarsus Bij kippen werd in de tarsometatarsus slechts 1 ossificatiecentrum geobserveerd op het moment van uitkippen (Hogg, 1980). De hoogste groeisnelheid van de tarsometatarsus werd waargenomen op D 14 tot D 21. De groeiratio daalt enorm tussen de 11 de en 15 de levensweken (Naldo et al., 2000). In het proximaal deel van de tarsometatarsus is een secundair ossificatiecentrum aanwezig (Figuur 10). De onderliggende groeischijf kan waargenomen worden op D 1, maar het sluiten ervan laat op zich wachten tot op D 122 (Church en Johnson, 1964). Op D 98 vervaagt deze groeiplaat. Ze is nog amper zichtbaar op D 154. De groeiplaat is volledig verdwenen bij dieren ouder dan D 154. Door Church en Johnson (1964) en Breugelmans et al. (2007) werden radiografische opnames gebruikt om morfometrische analyses van de tarsometatarsus te bekomen. De tarsometatarsus werd daarbij over de hele lengte gemeten van de proximale epifyse tot aan het gewrichtsoppervlak van de trochlea ossis 15

22 metatarsalis III. De breedte werd gemeten ter hoogte van het eerste metatarsaalbeentje (Church en Johnson, 1964; Breugelmans et al., 2007). De lengte en de diameter van de tarsometatarsus zijn groter in snel groeiende broilers dan in leghennen (Williams et al., 2000). 16

23 DISCUSSIE Deze literatuurstudie laat zien dat er erg weinig beschreven is over de leeftijdsbepaling aan de hand van het skelet bij vogels. De weinige aanwezige literatuur steunt op onderzoeken die onvolledig of zeer beperkt zijn uitgewerkt. De meeste proefopzettingen gebeurden slechts op een deel van het vogelskelet. Het volledige skelet werd slechts in één enkel onderzoek bestudeerd (Hogg, 1980). Dit onderzoek werd echter alleen bij kippen uitgevoerd en niet bij andere vogelspecies. Daarboven zijn tijdens de meeste onderzoeken een te geringe hoeveelheid dieren gebruikt als referentie materiaal. Ruim een eeuw geleden zijn wel een klein aantal uitgebreide onderzoeken uitgevoerd op kippen. De voorbije decennia hebben de economie en de industrie een grote druk uitgeoefend op de pluimveesector. Hierdoor is het industrieel gehouden pluimvee na strenge selectie veel sneller gaan groeien. Daarom dient nagegaan te worden of de gegevens van een eeuw geleden nog van toepassing zijn op deze zeer snel groeiende broilers en veel trager groeiende legkippen. Recent onderzoek (Breugelmans et al., 2007) wees uit dat de femur lengte bij broilers 11,6 cm is op een leeftijd van 14 weken. Uit voorafgaand onderzoek (Church en Johnson, 1964) werd aangetoond dat leghennen van 20 weken een maximale lengte van de femur van 9 cm bezaten. Een diepgaander onderzoek dringt zich op om recente data van uiteenlopende kippenrassen, gaande van broilers tot legkippen, te verzamelen en te vergelijken. De laatste twee decennia werd vaker onderzoek gedaan omtrent de leeftijdsbepaling aan de hand van het skelet bij de kwartel. Deze vogel is een actueel belangrijke diersoort omdat het zowel een wild als een gedomesticeerd dier is en ook vaak gebruikt wordt als proefdier. Om die reden is het belangrijk van de kwartel een morfologische databank aan te leggen. Deze data kunnen dan steeds geraadpleegd worden tijdens onderzoek op deze vogelspecies (Pourlis en Antonopoulos, 2011). Tijdens het bestuderen van het artikel van Hogg (1980) doken vaak onduidelijkheden op. De auteur vermeldt immers zogenaamde single centres of ossification in sommige lange beenderen. Die term werd in deze literatuurstudie vertaald als enkelvoudige ossificatiecentra. De term zorgt echter voor heel wat verwarring: vermoed wordt dat de auteur bedoelt dat er in bepaalde beenderen vele verschillende kleine ossificatiecentra simultaan ontstaan die allen heel dicht bij elkaar liggen en dan versmelten om één enkel ossificatiecentrum te vormen. Hogg (1980) is de enige auteur die over verschillende ossificatiecentra spreekt en door het gebrek aan informatie en beeldmateriaal in het artikel, kan niet worden uitgemaakt wat er precies mee bedoeld wordt. De nomenclatuur betreffende de aviaire anatomie is vaak verwarrend. Veel verschillende namen worden gebruikt om éénzelfde structuur aan te duiden. De tarsometatarsus wordt vaak aangeduid als metatarsus, de tibiotarsus als tibia en de furcula als de clavicula. Dit lijkt een overgenomen nomenclatuur van de mammalia. Een standaardisatie van de nomenclatuur in de aviaire anatomie dringt zich daarom op. De nomenclatuur in deze literatuurstudie werd, om verwarring te vermijden, gebaseerd op de Nomina Anatomica Avium (Baumel et al., 1993). 17

24 Over het al of niet bestaan van secundaire ossificatiecentra in het vogelskelet wordt reeds lang gediscussieerd. Meer dan een eeuw geleden was Parsons (1905) reeds van mening dat de groeischijf tussen de tibiale diafyse en het zogenaamde distale ossificatiecentrum van de tibiotarsus geen groeischijf is maar een eenvoudige versmelting van de tarsus met de tibia. De meeste auteurs duiden dit distale botgedeelte echter aan als een secundair ossificatiecentrum, zonder hierbij een opmerking te maken. Bij het bestuderen van de literatuur was het opvallend dat er geen informatie beschikbaar was over de beenderen van de bekkengordel en de tenen van het pootskelet. De schedel en de wervels werden slechts in één artikel beschreven (Hogg, 1980). Aan de lange beenderen van het vogelskelet werd meer aandacht besteed, zowel op het vlak van de vleugel als op het vlak van de poot. De studies betreffende de vleugel zijn echter meer gericht op het skelet van de kwartel dan op het skelet van de kip. Omgekeerd is het pootskelet bij de kip beter bestudeerd dan bij de kwartel. Over de verbening van het sternum is eveneens zeer weinig gekend. De studie van Breugelmans et al. (2007) was zeer beperkt en de proefopzet zou dan ook moeten herhaald worden, met een grotere groep dieren als referentie. Daarom mag besloten worden dat er een groot tekort is aan kennis over de leeftijdsgebonden veranderingen in het vogelskelet en in het bijzonder over de kennis van de moderne kippenrassen. Aanvullend onderzoek hieromtrent heeft niet enkel een diergeneeskundige, maar ook een economisch belangrijke waarde.. 18

25 REFERENTIELIJST Baron J., Klein K. O., Yanovski J. A., Novosad J. A., Bacher J. D., Bolander M. E., Cutler G. B. (1994). Induction of growth plate cartilage ossification by basic fibroblast growth factor. The Endocrine Society 135, Breugelmans S., Muylle S., Cornillie P., Saunders J., Simoens P. (2007). Age determination of poultry: a challenge for customs. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift 76, Baumel J. J., King A. S., Breazile J.E., Evans H. E., Vanden Berge J.C. (1993). Handbook of Avian Anatomy: Nomina Anatomica Avium, Second Edition. Nuttall Ornithological Club Publication. 23. Cambridge, Massachusetts. Church L. E., Johnson L. C. (1964). Growth of long bones in the chicken. Rates of growth in length and diameter of the humerus, tibia and metatarsus. American Journal of Anatomy Doménech-Ratto G., Fernàndez-Villacañas Marín M., Ballester-Moreno A., Doménech-Asensi P. (1999). Development and segments of cartilage canals in the chick embryo. A light microscope study. European Journal of Anatomy 3, Düzler A., Özgel Ö., Dursun N. (2006). Morphometric analysis of the sternum in avian species. Turkish Journal of Veterinary and Animal Science 30, Farnum C.E., Wilsman N.J. (1993). Determination of proliferative characteristics of growth plate chondrocytes by labeling with bromodeoxyuridine. Calcified Tissue International 52, Fell H. B. (1925). The histogenesis of cartilage and bone in the long bones of the embryonic fowl. The Journal of Morphology and Physiology 40, Fujioka T. (1955). Time and order of appearance of ossification centers in the chicken skeleton. Acta Anatomica Nipponica 30, Fürst A., Meier D., Michel S., Schmidlin A., Held L., Laib A. (2008). Effect of age on bone mineral density and micro architecture in the radius and tibia of horses: an Xtreme computed tomographic study. BMC Veterinary research 4:3. Hogg D. A. (1980). A re-investigation of the centres of ossification in the avian skeleton at and after haching. Journal of Anatomy 130, King A.S., McLelland J. (1985). Form and function in birds. Academic Press London Volume 3. Kirkwood J.K., Duignan P.J., Kember N. F., Bennett M. P., Price D.J. (1989). The growth rate of the tarsometatarsus bone in birds. The Zoological Society of London 217, Kirkwood J.K., Spratt D. M. J., Duignan P.J. (1989). Patterns of cell proliferation and growth rate in limb bones of the domestic fowl (Gallus domesticus). Research in Veterinary Science 47, Lambrecht H. (2010). Leeftijdsbepaling bij reeën. Masterproef, Universiteit Gent, p

26 Landsdown A. B. G. (1968). The origin and development of the clavicle in the quail (Coturnix coturnix Japonica). Journal of Zoology 156, Latimer H. B. (1927). Postnatal growth of the chicken skeleton. The American Journal of Anatomy 40, Montes L., de Margerie E., Castanet J., de Ricqlès A., Cubo J. (2005). Relationship between bone growth rate and the thickness of calcified cartilage in the long bones of the galloanserae (Aves). Journal of Anatomy 206, Morris P. (1972). A review of mammalian age determination methods. Mammal Review, Volume 2, p Nakane Y., Tsudzuki M. (1999). Development of the skeleton in Japanese quail embryos. Development, growth and differentiation 76, Naldo J.L., Samour J. H., Bailey T. A. (1998). Radiographic monitoring of the ossification of the long bones in kori (Ardeotis kori) and white bellied (Eupodotis senegalensis) bustards. Research in Veterinary Science 65, Naldo J. L., Bailey T. A., Samour J. H. (2000). Radiographic analysis of the growth rate of long bones in bustards. Research in Veterinary Science 69, Parsons F.G. (1905). On pressure epiphyses. Journal of Anatomy and Physiology Pourlis A.F., Antonopoulos J. (2011). The ossification of the pectoral gridle en wing skeleton of the quail (Coturnix coturnix Japonica). Anatomia Histologia Embryologia, 40, Pourlis A.F., Magras I. N., Petridis D. (1998). Ossification and growth rates of the limb long bones during the prehatching period in the quail (Coturnix coturnix Japonica). Anatomia Histologia Embryologia, 27, Rinaldi L., Caronna E. W. (1971). L ossificazione embrionale del pollo (Gallus domesticus L.). Archivio Italiano di Anatomia e di Embriologia 76, Rumpler Y. (1962). Apparition chronologique des points d ossification du squelette de l embryon de poule. Comptes Rendus de l Association des Anatomistes 48, Russel A. P., Joffe D. J. (1985). The early development of the quail (Coturnix c. Japonica) furcula reconsidered. Journal of Zoology 206, Williams B., Solomon S., Waddington D, Thorp B., Farquharson C. (2000). Skeletal development in the meat-type chicken. British Poultry Science 41, Yang K.-T. A., Yang A. D. (2006). Evaluation of activity of epiphyseal plates in growing males and females. Calcified Tissue International 78,

27 WETTEKSTEN (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) VERORDENING (EG) nr. 2091/2005 VAN DE COMMISSIE van 15 december 2005 houdende bekendmaking, voor 2006, van de bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 vastgestelde landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), alsook op de andere verordeningen houdende gemeenschappelijke marktordeningen voor graanproducten, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie van 17 december 1987 tot vaststelling van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties (2), en met name op artikel 3, vierde alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) Het is dienstig de op 1 januari 2006 geldende volledige versie van de restitutienomenclatuur bekend te maken, zoals deze voortvloeit uit de bepalingen van de verordeningen betreffende de uitvoerregelingen voor landbouwproducten. (2) Er dient rekening te worden gehouden met de bij Verordening (EG) nr. 1719/2005 van de Commissie (3) aangebrachte en vanaf 2006 van toepassing zijnde wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur met betrekking tot kazen en de restitutienomenclatuur moet dienovereenkomstig worden aangepast, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EEG) nr. 3846/87 wordt als volgt gewijzigd: 1) Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening. 2) Bijlage II wordt vervangen door bijlage II bij deze verordening. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 15 december Voor de Commissie Mariann FISCHER BOEL Lid van de Commissie (1) PB L 270 van , blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van , blz. 11). (2) PB L 366 van , blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 558/2005 (PB L 94 van , blz. 22). (3) PB L 286 van , blz NL Publicatieblad van de Europese Unie L 343/1 BIJLAGE 1 LANDBOUWPRODUCTENNOMENCLATUUR VOOR DE UITVOERRESTITUTIES INHOUD Sector Bladzijde 1. Granen, bepaalde soorten van meel, gries en griesmeel van tarwe of van rogge 4 2. Rijst en breukrijst 6 3. Op basis van granen en rijst verwerkte producten 8 4. Mengvoeders op basis van granen Rundvlees Varkensvlees Pluimveevlees Eieren Melk en zuivelproducten Groenten en fruit Op basis van groenten en fruit verwerkte producten Olijfolie Witte en ruwe suiker in onveranderde vorm Stropen en bepaalde andere producten van de suikersector Wijn Pluimveevlees GN-code Omschrijving Productcode ex 0105 Levend pluimvee (hanen, kippen, eenden, ganzen, kalkoenen en parelhoenders): met een gewicht van niet meer dan 185 g: hanen en kippen: vrouwelijke selectie- en vermeerderingskuikens: legrassen andere andere: legrassen andere kalkoenen: ex andere: ganzen ex 0207 Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee (bedoeld bij post 0105), vers, gekoeld of bevroren: van hanen of van kippen: ex niet in stukken gesneden, bevroren: ex geplukt, schoongemaakt, zonder kop en zonder poten, doch met hals, met hart, met lever en met spiermaag (zogenaamde kippen 70 %): hanen en kippen, waarbij de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen volledig zijn verbeend: andere ex geplukt, schoongemaakt, zonder kop, zonder hals, zonder poten, zonder hart, zonder lever en zonder spiermaag (zogenaamde kippen 65 %), of in andere staat aangeboden: kippen 65 % : hanen en kippen, waarbij de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen volledig zijn verbeend: 21

28 andere hanen en kippen, geplukt, schoongemaakt, zonder kop en zonder poten, doch met hals, hart, lever en spiermaag in onregelmatige samenstelling: hanen en kippen, waarbij de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen volledig zijn verbeend: andere ex delen en slachtafvallen van pluimvee, bevroren: delen: met been: ex helften en kwarten: van hanen en kippen, waarbij de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen volledig zijn verbeend: andere L 343/22 NL Publicatieblad van de Europese Unie GN-code Omschrijving Productcode ex dijen en delen van dijen: van hanen en kippen, waarbij de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen volledig zijn verbeend: andere ex andere: helften of kwarten, zonder staarten: van hanen en kippen, waarbij de punt van het borstbeen, het dijbeen en het scheenbeen volledig zijn verbeend: andere delen omvattende een hele dij of een stuk dij en een rugdeel, die niet meer bedragen dan 25 % van het gewicht van het hele deel: van hanen of kippen, waarbij het dijbeen volledig is verbeend: andere van kalkoenen: niet in stukken gesneden, bevroren: geplukt, schoongemaakt, zonder kop en zonder poten, doch met hals, met hart, met lever en met spiermaag (zogenaamde kalkoenen 80 %) geplukt, schoongemaakt, zonder kop, zonder hals, zonder poten, zonder hart, zonder lever en zonder spiermaag (zogenaamde kalkoenen 73 %), of in andere staat aangeboden ex delen en slachtafvallen van pluimvee, bevroren: delen: ex zonder been: gehomogeniseerd vlees, separatorvlees daaronder begrepen: andere: andere dan staarten met been: dijen en delen van dijen: onderdijen en delen van onderdijen andere NL Publicatieblad van de Europese Unie L 343/23 8. Eieren GN-code Omschrijving Productcode ex Vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt: van pluimvee: broedeieren (1): van kalkoenen of ganzen andere andere Vogeleieren uit de schaal en eigeel, vers, gedroogd, gestoomd of in water gekookt, in een bepaalde vorm gebracht, bevroren of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen: eigeel: ex gedroogd: ex ander: geschikt voor menselijke consumptie ex ander: ander: ex vloeibaar: geschikt voor menselijke consumptie ex ander, inclusief bevroren: geschikt voor menselijke consumptie ander: ex gedroogd: ex andere: geschikt voor menselijke consumptie ex andere: ex andere: geschikt voor menselijke consumptie (1) Onder deze onderverdeling vallen alleen eieren van pluimvee die voldoen aan de voorwaarden, vastgesteld door de bevoegde autoriteiten van de Europese Gemeenschap en waarop het registratienummer van het producerende bedrijf en/of andere gegevens zoals bedoeld in artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2782/75 van de Raad (PB L

Publicatieblad van de Europese Unie L 212/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 212/7 2.8.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 212/7 VERORDENING (EG) Nr. 1179/2006 VAN DE COMMISSIE van 1 augustus 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1251/96 houdende opening en vaststelling

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 28 mei 2008 Betreft: Voorstel voor een

Nadere informatie

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie 25.11.2006 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 november 2006 tot wijziging

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 8 juni 2011 (OR. en) 2010/0318 (COD) LEX 1192 PE-CONS 13/1/11 REV 1 COEST 109 NSI 31 WTO 145 CODEC 549 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

BASISCIRCULAIRE. Met deze circulaire komt circulaire 59/2008 van 26 juni 2008 te vervallen.

BASISCIRCULAIRE. Met deze circulaire komt circulaire 59/2008 van 26 juni 2008 te vervallen. nummer : 65/2011 datum : 29 december 2011 BASISCIRCULAIRE onderwerp : GN-nomenclatuur en restitutienomenclatuur GN-nomenclatuur en restitutienomenclatuur Ieder jaar publiceert de Europese Commissie (EC)

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN L 70/4 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/386 VAN DE COMMISSIE van 11 maart 2019 tot vaststelling van regels betreffende de verdeling, na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2003 (OR. en) 6232/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0302 (ACC) COR 2 (en,es,nl) PECOS 14 AGRIORG 10

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 april 2003 (OR. en) 6232/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0302 (ACC) COR 2 (en,es,nl) PECOS 14 AGRIORG 10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 april 2003 (OR. en) 6232/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0302 (ACC) COR 2 (en,es,nl) PECOS 14 AGRIORG 10 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN: CORRIGENDUM

Nadere informatie

Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2008 VAN DE COMMISSIE

Ontwerp. VERORDENING (EG) Nr. /2008 VAN DE COMMISSIE Ontwerp VERORDENING (EG) Nr. /2008 VAN DE COMMISSIE van [ ] tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat minimumnormen voor de behandeling van seizoensgebonden

Nadere informatie

Krom. borstbeen oorzaken & achtergronden

Krom. borstbeen oorzaken & achtergronden Tekst: Sigrid van Dort Juli 2012 Krom borstbeen oorzaken & achtergronden D.C. Warren heeft het meest uitgebreide onderzoek naar een krom borstbeen bij kippen gedaan (1926-1937) over minstens zes generaties

Nadere informatie

resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus priscus). Deze wetenschap berust voornamelijk op (fig. 1). (=Steppewisent) Inleiding

resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus priscus). Deze wetenschap berust voornamelijk op (fig. 1). (=Steppewisent) Inleiding Enige aantekeningen bij de determinatie van fossiele resten van Bos primigenius (= Oeros) en Bison priscus (=Steppewisent) Door Henk Hiddingh Inleiding In bovenpleistocene rivierafzettingen worden op diverse

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 94/44 31.3.2004 VERORDENING (EG) Nr. 599/2004 VAN DE COMMISSIE van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.3.2012 COM(2012) 106 final 2012/0046 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling inzake de wijziging

Nadere informatie

Anatomische terminologie

Anatomische terminologie 1 Skelet Anatomische terminologie links / rechts proximaal / distaal lateraal / mediaan / mediaal centraal / perifeer ventraal / dorsaal intern / extern craniaal / caudaal magnus (major / maximus) / parvus

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Straatsburg, 12 december 2012 (OR. en) 2012/0054 (COD) LEX 1316 PE-CO S 61/1/12 REV 1 WTO 332 AGRI 698 UD 253 CODEC 2470 VERORDE I G VA HET EUROPEES PARLEME

Nadere informatie

AFDELING I LEVENDE DIEREN EN PRODUCTEN VAN HET DIERENRIJK

AFDELING I LEVENDE DIEREN EN PRODUCTEN VAN HET DIERENRIJK 31.10.2011 GECOMBINEERDE NOMENCLATUUR I 1 AFDELING I LEVENDE DIEREN EN PRODUCTEN VAN HET DIERENRIJK Aantekeningen 1. Voor zover niet anders is bepaald, heeft de vermelding in deze afdeling van dieren van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2505/96 betreffende

Nadere informatie

Gemeenschappelijke douanetarieven sector slachtpluimvee

Gemeenschappelijke douanetarieven sector slachtpluimvee Gemeenschappelijke douanetarieven sector pagina 1 Productschappen Vee, Vlees en Eieren; Afd. Medebewind Telefonische informatie: Team Info (079) 368 7101/ 02/ 03/ 04 0105 Eendagskuikens

Nadere informatie

CERTIFICAATVERPLICHTING BIJ INVOER

CERTIFICAATVERPLICHTING BIJ INVOER CERTIFICAATVERPLICHTING BIJ INVOER Lijst in artikel, lid 2, onder a), punt i), bedoelde producten en de op grond van artikel 4, lid, onder d), geldende maxima (de volgorde is die bijlagen I bij Verordening

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 5.6.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 144/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 468/2012 VAN DE COMMISSIE van 1 juni 2012 tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

En toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie

En toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie On the origin of species En toen kwam Darwin 1. Het ontstaan van het leven 2. Getuigen van deevolutietheorie Verklaring voor het ontstaan van leven komt voor in alle culturen. Creationisme Nemen de bijbel

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 396/849 Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende

Nadere informatie

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 09.07.1998 COM(1998)424def. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 97/80/EG houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn

Nadere informatie

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron

Afweer systeem tegen ziektes, moederlijk hormoon,ontwikkeling, vogels, testosteron Niet-technische samenvatting 2015311 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Heeft de kwaliteit van het afweer systeem bij de vader een invloed on de kwetsbaarheid van de kinderen voor moederlijk

Nadere informatie

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6 Oefenvragen 1 De diafyse van een pijpbeen; a) Is het middenstuk van een pijpbeen b) Is onderdeel van de gewrichten c) Bevind zich aan de uiteinden van een pijpbeen d) Bevind zich vlak onder het periost

Nadere informatie

curriculum vitae ancient hunters, modern butchers

curriculum vitae ancient hunters, modern butchers curriculum vitae Boudewijn Voormolen werd op juli 198 geboren in Rotterdam, is daar opgegroeid en blijven wonen tot 25. Na zijn MAVO doorliep hij in Rotterdam van 1989 tot 1991 het versnelde VWO aan de

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen

MIND & MOVEMENT COACH. Bewegen Bewegen Om te kunnen bewegen hebben we spieren nodig, maar ook een skelet dat ons lichaam vorm geeft en de beweging mogelijk maakt. Onze gewrichten zorgen er voor dat dit mogelijk is binnen ons lichaam.

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.7.2018 C(2018) 3304 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.7.2018 tot wijziging van bijlage V bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

10.6.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/7

10.6.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/7 10.6.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 150/7 VERORDENING (EG) Nr. 514/2008 VAN DE COMMISSIE van 9 juni 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 376/2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7

Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7 15.11.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/7 VERORDENING (EG) Nr. 1679/2006 VAN DE COMMISSIE van 14 november 2006 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE RAAD tot verlenging van de geldigheidsduur

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.2.26 COM(25) 539 definitief 25/215 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) 175 176 Samenvatting In dit proefschrift heb ik het ontstaan van de onderste holle ader, de levervaten en het hart bestudeerd. Het onderzoek is uitgevoerd op humane, muizen en varkens embryo s die opgedeeld

Nadere informatie

De filosofie van het voeren

De filosofie van het voeren Terug naar Voorwoord Terug naar Inhoudsopgave Verder naar volgende hoofdstuk De filosofie van het voeren Inhoudsopgave van dit hoofdstuk: Het algehele beeld Hoe voeding in de Natuur er uit zou zien...

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 12 november 2003 Betreft:

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19772 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19772 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19772 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bertens, Laura M.F. Title: Computerised modelling for developmental biology :

Nadere informatie

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING

Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities. in Early Childhood Health. The Generation R Study. Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Fetal Origins of Socioeconomic Inequalities in Early Childhood Health The Generation R Study Lindsay Marisia Silva SAMENVATTING Sociaal-economische gezondheidsverschillen vormen een groot maatschappelijk

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 11.12.2002 COM(2002) 732 definitief 2002/0292 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1766/92 ten aanzien

Nadere informatie

SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907. Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907. Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam SPORTMASSAGE les 1 woensdag 190907 Hoofdstuk 1 Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam 1.1 plaatsbepalende uitdrukkingen anatomische stand ( de stand die gebruikt wordt voor

Nadere informatie

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Om uw rugklachten beter te kunnen begrijpen is een basiskennis van de rug noodzakelijk. Het Rughuis heeft in haar behandelprogramma veel aandacht

Nadere informatie

B o e k h o u d r e c h t

B o e k h o u d r e c h t Overgang naar de IFRSstandaard: welke en zijn van toepassing? CATHERINE DENDAUW 1 Wetenschappelijk raadgeefster bij de Hoge Raad voor de Economische Beroepen Gastdocente aan de UCL en de FUNDP van Namen

Nadere informatie

Bouw van een skeletspier

Bouw van een skeletspier Reina Welling WM/SM-theorieles 5 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer Bouw van een skeletspier faculty.etsu.edu Welke eigenschappen horen bij type I en welke bij type II spiervezels? Vooral

Nadere informatie

United States Food Safety and Washington, DC Department of Inspection Service 20250 Agriculture

United States Food Safety and Washington, DC Department of Inspection Service 20250 Agriculture Modelscertificaat voor doorvoer door of opslag in de Europese Unie van voor menselijke consumptie bestemde samengestelde producten : Veterinair certificaat voor invoer in de EU I.1. Verzender I.2. Referentienummer

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.5.2018 C(2018) 3120 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.5.2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van

Nadere informatie

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan 7 3584 CL UTRECHT

Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan 7 3584 CL UTRECHT > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Universiteit Utrecht, Faculteit Diergeneeskunde Prof. Dr. A. Pijpers Yalelaan 7 3584 CL UTRECHT Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F

Nadere informatie

In dit overzicht staan de producten waarvoor na 6 november 2016 buiten de tariefcontingenten nog een certificaat nodig is.

In dit overzicht staan de producten waarvoor na 6 november 2016 buiten de tariefcontingenten nog een certificaat nodig is. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland In dit overzicht staan de producten waarvoor na 6 november 2016 buiten de tariefcontingenten nog een certificaat nodig is. CERTIFICAATVERPLICHTING BIJ INVOER Lijst

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Skelet Hoofdstuk 1 Waarom een spreekbeurt over het skelet? Ik wil graag een spreekbeurt over het skelet houden omdat ik het een interessant onderwerp vind. Ik wil aan jullie laten zien dat het skelet niet

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 2.4.2003 COM(2003) 158 definitief 2003/0060 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 96/16/EG

Nadere informatie

Overzicht diverse invoermogelijkheden die worden beheerd door de douane

Overzicht diverse invoermogelijkheden die worden beheerd door de douane Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Marktordening Louis Braillelaan 80 2719 EK Zoetermeer Postbus 692 2700 AR Zoetermeer www.rvo.nl T 079-368 7595 E teamba@pbonet.nl

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 20 januari 2017 (OR. en) 5469/17 FISC 20 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.1.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 12/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.5.2008 COM(2008) 314 definitief 2008/0097 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 834/2007 inzake de

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.2.2019 C(2019) 595 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 6.2.2019 tot wijziging van bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Verificatielijst gehakt, vleesbereidingen en separatorvlees

Verificatielijst gehakt, vleesbereidingen en separatorvlees Verificatielijst gehakt, vleesbereidingen en separatorvlees Divisie Veterinair & import Catharijnesingel 59 3511 GG Utrecht Postbus 43006 3540 AA Utrecht www.nvwa.nl Versie 1.0 Vraag Voldoet de opslag

Nadere informatie

Het Menselijke skelet vertelt

Het Menselijke skelet vertelt Het Menselijke skelet vertelt o 1 Hoi! Ik ben Evy Cuypers, archeologe! Ik ben François-Xavier, fysisch antropoloog! "Op de opgravingen te Tell Tweini in Syrië hebben we een graf ontdekt. Na het voorzichtig

Nadere informatie

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG) 19.9.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 247/13 COMMISSIE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 18 september 2009 ter uitvoering van Richtlijn 2008/73/EG van de Raad wat betreft informatiepagina's op

Nadere informatie

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8) VERORDENING (EU) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 28 mei 2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet

Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Je bent wat je eet Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Versnellen melkproducten de ziekte van Huntington? Is er een verband

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012R0028 NL 25.06.2012 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE 23.2.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 50/51 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17 februari 2012 tot wijziging van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad, wat betreft de modellen van

Nadere informatie

VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD. van 15 juli houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen

VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD. van 15 juli houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen Nr. L 166/2 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 17. 7. 68 VERORDENING (EEG) Nr. 968/68 VAN DE RAAD van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de regeling voor mengvoeders op basis van granen

Nadere informatie

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1, bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 364 van 25/11/98 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 59/98 door de Raad vastgesteld op 20 juli 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 219. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

Publicatieblad van de Europese Unie L 219. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. Publicatieblad van de Europese Unie L 219 Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 29 augustus 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen VERORDENINGEN Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1206

Nadere informatie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het

Nadere informatie

Project kreupelheid bij vleesvarkens

Project kreupelheid bij vleesvarkens Dierengezondheidszorg Vlaanderen Project kreupelheid bij vleesvarkens Copyright 2018 DGZ Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2012 COM(2012) 90 final 2012/0040 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad wat betreft de

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R0969 NL 01.01.2012 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 969/2006 VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

Minimum bepaalbaarheidsgrens

Minimum bepaalbaarheidsgrens Stofnaam Type methode Te onderzoeken in Minimum bepaalbaarheidsgrens Vocht Gravimetrisch Mengvoeders uitgezonderd mineralenmengsels; diervoedergrondstoffen en enkelvoudige diervoeders uitgezonderd minerale

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2018 C(2018) 2980 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 22.5.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 wat betreft de eisen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 201/1 VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 201/1 VERORDENINGEN 30.7.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 201/1 I (Besluiten op grond van het EG- en het Euratom-Verdrag waarvan publicatie verplicht is) VERORDENINGEN VERORDENING (EG) Nr. 733/2008 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN 4.2.2017 NL L 31/13 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/193 VAN DE COMMISSIE van 3 februari 2017 tot wijziging van bijlage II bij Beschikking 2007/777/EG en bijlage I bij Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 266/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 266/3 7.10.2008 Publicatieblad Europese Unie L 266/3 VERORDENING (EG) Nr. 976/2008 VAN DE COMMISSIE 6 oktober 2008 tot wijziging Verordeningen (EG) nr. 2430/1999, (EG) nr. 418/2001 en (EG) nr. 162/2003 wat betreft

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 343/2 Publicatieblad van de Europese Unie 19.12.2013 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 1360/2013 VAN DE RAAD van 2 december 2013 tot vaststelling van de bedragen van

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) 8424/09 LIMITE PUBLIC COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 1 april

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede

Nadere informatie

15537/02 jg 1 DG B I

15537/02 jg 1 DG B I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2002 (13.12) (OR. fr) 15537/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0292 (VNS) AGRI 309 WTO 176 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens

Nadere informatie

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 171/100 26.6.2019 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1084 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 wat betreft de harmonisatie van de lijst van erkende of geregistreerde

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 10.3.98 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 71/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 98/11/EG VAN DE COMMISSIE van 27 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.9.2003 COM(2003) 566 definitief 2003/222 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD houdende wijziging van Verordening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.9.2007 COM(2007) 544 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de ontwikkeling van de uitgaven uit het ELGF Alarmsysteem

Nadere informatie

Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007

Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007 Tussentijdse resultaten van de monitoring voor vogelgriep januari tot september 2007 Actieve monitoring bij wilde vogels In de actieve monitoring werden van januari tot einde september 2007 bij 2.047 wilde

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.8.2011 COM(2011) 524 definitief 2011/0228 (COD) C7-0229/11 NL Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG van

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) 6294/17 AGRILEG 42 VETER 16 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048897/03 Betreft: het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (OR. en) 5133/03. Interinstitutioneel dossier: 2002/0258 (ACC) PECOS 3 AGRIORG 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (OR. en) 5133/03. Interinstitutioneel dossier: 2002/0258 (ACC) PECOS 3 AGRIORG 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (OR. en) 5133/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0258 (ACC) PECOS 3 AGRIORG 4 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.07.2002 COM(2002) 409 definitief 2002/0166 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een

Nadere informatie

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet

Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet Opdrachten Pathologie Hoofdstuk 3 / Bouw van het skelet Het Skelet: Schedel Romp, bestaat uit: o Borstkas: 12 paar ribben/cotae: 7 paar ware ribben; 3 paar valse ribben; 2 paar zwevende ribben. o Borstbeen/Sternum:

Nadere informatie

F1 71 PE T4.3 TREKKERS

F1 71 PE T4.3 TREKKERS NL F1 71 PE T4.3 TREKKERS NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Ontwerp Brussel, 23.6.2009. RICHTLIJN../ /EG VAN DE COMMISSIE van [ ] tot wijziging, met het oog op aanpassing van de technische

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 6.11.2002 COM(2002) 607 definitief 2002/0258 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van een protocol tot aanpassing van de handelsaspecten

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 21 oktober 2015 (OR. en) 13273/15 AGRILEG 197 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 16 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: D041473/02 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie