COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Transcriptie

1 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, COM(25) 539 definitief 25/215 (CNB) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (door de Commissie ingediend) NL NL

2 TOELICHTING 1. Op 7 maart 1997 publiceerde Eurostat de eerste reeks geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP's), als voorgeschreven in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad. De GICP's waren bedoeld voor internationale vergelijkingen van de inflatie van de consumptieprijzen; zij vormen de basis voor het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de Europese Monetaire Unie (MUICP), dat onder andere door de Europese Centrale Bank wordt gebruikt voor het volgen van de inflatie in de Economische en Monetaire Unie. 2. De GICP's bieden de beste statistische basis voor internationale vergelijkingen van de inflatie van de consumptieprijzen. Er zijn intussen belangrijke vorderingen gemaakt bij de harmonisatie van de gebruikte methoden. 3. In het kader van Verordening (EG) nr. 2494/95 heeft de Commissie tot dusverre dertien gedetailleerde verordeningen goedgekeurd, waarbij zij specifieke uitvoeringsmaatregelen voor de samenstelling van het GICP heeft vastgesteld. 4. Dit voorstel voor een ontwerpverordening van de Raad over de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het GICP is opgenomen in het GICPwerkprogramma en in het statistisch programma voor de Commissie voor 24 en 25 (onderwerp 55). 5. Met het voorstel wordt beoogd minimumnormen voor de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het GICP vast te stellen, teneinde de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en relevantie van de GICP's te verbeteren. 6. Artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad over de GICP's luidt: '1. Het GICP, het EICP en het MUICP worden maandelijks vastgesteld. 2. De prijzen moeten eens per maand worden verzameld. Wanneer bij een geringere frequentie toch een GICP kan worden geproduceerd dat aan het in artikel 4 bedoelde vergelijkbaarheidsvereiste voldoet, kan de Commissie (Eurostat) een uitzondering op het maandelijks verzamelen van de prijzen maken. Dit lid staat een meer frequente verzameling van de prijzen niet in de weg.' 7. Ingevolge artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie moet het GICP worden samengesteld op basis van een doelsteekproef die binnen elk elementair aggregaat voldoende prijzen omvat om rekening te houden met de prijsschommelingen in de populatie. 8. Momenteel worden de prijzen in de lidstaten op zeer uiteenlopende tijdstippen verzameld. Sommige lidstaten verzamelen de prijzen elke maand op slechts één dag, andere spreiden de prijsverzameling over enkele weken, terwijl weer andere alleen in het begin van de referentiemaand prijzen verzamelen. Eén lidstaat berekent de prijswijziging in de lopende maand aan de hand van in de tweede helft van de voorgaande maand verzamelde prijzen. 9. Voor producten die dikwijls binnen een maand grote, onregelmatige prijswijzigingen laten zien (zoals energieproducten en verse levensmiddelen), kunnen de gevolgen NL 2 NL

3 van het gebruik van uiteenlopende tijdstippen voor de verzameling van de prijzen bijzonder groot zijn. Zo zal een GICP voor een lidstaat die de energieprijzen aan het begin van de maand verzamelt, niet dezelfde prijsontwikkeling te zien geven als een GICP waarbij ze de hele maand door verzameld worden, want energieprijzen veranderen vaak sterk binnen een maand. 1. Deze verschillen in de perioden waarin de prijzen worden verzameld, kunnen voor de perioden die worden vergeleken tot gevolg hebben dat zich op korte termijn grote verschillen in de geschatte prijswijziging voordoen. Er is dan ook een geharmoniseerde aanpak van de GICPdekking in de tijd noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de op grond van de verzamelde prijzen berekende GICP's voldoen aan de eisen inzake vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en relevantie in de artikelen 4 en 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2494/ De voorgestelde verordening van de Raad stelt minimumnormen vast door te bepalen dat de prijzen gedurende ten minste een gehele werkweek rond het midden van de kalendermaand moeten worden verzameld. Wanneer bij bepaalde producten vaak grote, onregelmatige prijswijzigingen optreden, moeten de prijzen gedurende meer dan een week worden verzameld; dit geldt met name voor energieproducten en verse levensmiddelen. Deze producten hebben vaak een grote invloed op het maandelijkse en jaarlijkse GICPinflatiepercentage. 12. De voorgestelde verordening mag niet van invloed zijn op de tijdige publicatie van de GICP's, en mag ook niet in de weg staan aan de vrijgave van voorlopige GICP's of actuele schattingen van het GICP, die gebaseerd zijn op een deel van de waargenomen prijsgegevens. 13. Na overleg met de diensten van de Commissie is de tekst redactioneel gewijzigd en aangepast in verband met de door de Juridische dienst gestelde eisen. 14. DG Ecfin, de ECB en nationale deskundigen op het gebied van de prijsstatistiek hebben sinds begin 23 tijdens diverse vergaderingen van de GICPwerkgroep over de dekking van de GICP's in de tijd gesproken. Dit voorstel is een compromis dat tijdens de vergadering van de werkgroep in november 24 werd bereikt en dat door de meeste afgevaardigden werd gesteund. 15. Het Comité statistisch programma (CSP) stemde in mei 25 in het kader van de regelgevingsprocedure over de voorgestelde verordening. Enkele delegaties tekenden bezwaar aan. Zij vonden de regeling te duur in verhouding tot de baten, die moeilijk te beoordelen zijn. Mocht het voorstel worden goedgekeurd, dan zullen sommige lidstaten vragen om een afwijking en om financiële steun van de Commissie voor de uitvoering van de verordening. 16. Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk stemden tegen (65 stemmen). Hongarije en Polen onthielden zich (39 stemmen). Alle andere lidstaten waren voor het voorstel (217 stemmen). Het CSP gaf dientengevolge geen advies. 17. De uitvoering van de voorgestelde verordening heeft waarschijnlijk financiële gevolgen voor de nationale bureaus voor de statistiek die hun procedures voor de gegevensverzameling moeten veranderen om aan de verordening te voldoen. NL 3 NL

4 18. Artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad luidt: 'Bij de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen bij deze verordening wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de kostenbatenverhouding en geldt de voorwaarde dat een en ander voor de lidstaten geen aanzienlijke extra uitgaven mag meebrengen, tenzij de Commissie (Eurostat) tot het eind van het tweede jaar van de tenuitvoerlegging twee derde van de extra kosten op zich neemt.' 19. In dit geval valt te verwachten dat enkele lidstaten van de Commissie middelen zullen vragen om de voorgestelde verordening uit te voeren. Eurostat houdt hier in zijn financieringsbesluit rekening mee. NL 4 NL

5 Voorstel voor een 25/215 (CNB) VERORDENING VAN DE RAAD houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft (Voor de EER relevante tekst) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen 1, en met name op artikel 4, derde alinea, en artikel 5, lid 3, Gezien het advies van de Europese Centrale Bank 2, zoals vereist krachtens artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2494/95, Overwegende hetgeen volgt: (1) De geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP's) zijn geharmoniseerde inflatiecijfers die de Commissie en de Europese Centrale Bank nodig hebben voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van artikel 121 van het EG Verdrag. De GICP's zijn bedoeld om internationale vergelijkingen van de inflatie van de consumptieprijzen te vergemakkelijken. Het zijn belangrijke indicatoren voor het beheer van het monetaire beleid. (2) Krachtens artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2494/95 moet iedere lidstaat in het kader van de uitvoering van de verordening vanaf januari 1997 een GICP samenstellen. (3) Volgens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2494/95 moet het GICP gebaseerd zijn op de prijzen van goederen en diensten die in het economisch gebied van de lidstaat gekocht kunnen worden voor de rechtstreekse bevrediging van de behoeften en wensen van de consumenten. (4) Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie van 9 september 1996 inzake initiële maatregelen tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad inzake 1 PB L 257 van , blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/23 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van , blz. 1). 2 Advies uitgebracht op (nog niet verschenen in het Publicatieblad). NL 5 NL

6 geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen 3 definieerde de dekking van het GICP als de goederen en diensten die deel uitmaken van de monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens in het economisch gebied van de lidstaat in een van beide of in beide tijdsperioden die worden vergeleken. (5) Ingevolge artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie moeten GICP's worden samengesteld op basis van een doelsteekproef die binnen elk elementair aggregaat voldoende prijzen omvat om rekening te houden met de prijsschommelingen in de populatie. (6) Verschillen in de perioden waarin de prijzen worden verzameld, kunnen leiden tot grote verschillen in de geschatte prijswijziging voor de tijdsperioden die worden vergeleken. (7) Een geharmoniseerde aanpak van de GICPdekking in de tijd is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de op grond van de verzamelde prijzen berekende GICP's voldoen aan de eisen inzake vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en relevantie in artikel 4, derde alinea, en artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2494/95. (8) Voor de samenstelling van indexcijfer van de consumptieprijzen voor de Europese Monetaire Unie (MUICP) en het Europees indexcijfer van de consumptieprijzen (EICP) is een geharmoniseerd concept van de GICPdekking in de tijd nodig. Dit mag er echter niet aan in de weg staan dat voorlopige GICP's of op het GICP gebaseerde actuele schattingen van de gemiddelde prijswijziging worden vrijgegeven op basis van de prijsgegevens die zijn waargenomen in de maand waarop het lopende indexcijfer betrekking heeft. (9) Volgens Verordening (EG) nr. 1921/21 van de Commissie van 28 september 21 houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad wat de minimumnormen voor herzieningen van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 262/2 4 mogen wijzigingen in het systeem van geharmoniseerde regels geen herzieningen tot gevolg hebben, maar moeten zo nodig schattingen worden gemaakt van het effect op het jaarlijkse wijzigingspercentage van het GICP. (1) Overeenkomstig artikel 3 van Besluit 89/382/EEG, Euratom is het Comité statistisch programma geraadpleegd 5, 3 PB L 229 van , blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1688/ van de Raad (PB L 214 van , blz. 12). PB L 261 van , blz. 49. PB L 181 van , blz. 47. NL 6 NL

7 HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Doel Met deze verordening wordt beoogd minimumnormen vast te stellen voor de perioden waarin de prijzen worden verzameld teneinde de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en relevantie van de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP'S) te verbeteren. Artikel 2 Voorwerp De GICP is een op een steekproef gebaseerde statistiek die een beeld geeft van de gemiddelde prijswijziging die zich voordoet tussen de kalendermaand van het lopende indexcijfer en de tijdsperiode waarmee deze wordt vergeleken. Artikel 3 Minimumnormen voor de prijsverzameling 1. De prijzen worden verzameld gedurende ten minste een gehele werkweek in, of rond, het midden van de kalendermaand waarop het indexcijfer betrekking heeft. 2. Voor producten waarvan bekend is dat de prijs binnen een maand dikwijls sterk en onregelmatig verandert, worden de prijzen over een langere periode dan een werkweek verzameld. Deze regel heeft met name betrekking op: a) energieproducten; b) verse levensmiddelen, zoals groente en fruit. Artikel 4 Uitvoering De bepalingen van deze verordening worden uiterlijk in december 26 ten uitvoer gelegd en worden met ingang van het indexcijfer voor januari 27 van kracht. Artikel 5 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. NL 7 NL

8 Gedaan te Brussel, Voor de Raad De Voorzitter NL 8 NL

9 FINANCIEEL MEMORANDUM DATUM: BEGROTINGSONDERDEEL: KREDIETEN: 2. TITEL VAN DE MAATREGEL: Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende gedetailleerde regels voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad, wat de dekking in de tijd van de verzameling van prijzen in het kader van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen betreft 3. RECHTSGRONDSLAG: Op grond van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad moeten geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP's) worden berekend. 4. DOELSTELLINGEN VAN DE MAATREGEL: Met deze verordening wordt beoogd minimumnormen vast te stellen voor de perioden waarin de prijzen moeten worden verzameld teneinde de vergelijkbaarheid, betrouwbaarheid en relevantie van de geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP's) te verbeteren. 5. FINANCIËLE GEVOLGEN PERIODE VAN 12 MAANDEN 5. UITGAVEN TEN LASTE VAN DE EGBEGROTING (RESTITUTIES/INTERVENTIES) NATIONALE AUTORITEITEN ANDERE 5.1 ONTVANGSTEN EIGEN MIDDELEN EG (HEFFINGEN/DOUANERECHTEN) OP NATIONAAL VLAK (miljoen euro) LOPEND BEGROTINGS JAAR 26 (miljoen euro) VOLGEND BEGROTINGS JAAR 27 (miljoen euro) RAMING VAN DE UITGAVEN 1,8 (,72 +,36) RAMING VAN DE ONTVANGSTEN 5.2 BEREKENINGSWIJZE De uitvoering van de voorgestelde verordening heeft waarschijnlijk financiële gevolgen voor de nationale bureaus voor de statistiek die hun gegevensverzamelingsprocedures moeten veranderen om aan de verordening te voldoen. Artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad luidt: 'Bij de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen bij deze verordening wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de kostenbatenverhouding en geldt de voorwaarde dat een en ander voor de lidstaten geen aanzienlijke extra uitgaven mag meebrengen, tenzij de Commissie (Eurostat) tot het eind van het tweede jaar van de tenuitvoerlegging twee derde van de extra kosten op zich neemt.' Bovengenoemde ramingen van de uitgaven zijn gebaseerd op voorlopige, approximatieve schattingen van de extra kosten voor de bureaus voor de statistiek van de lidstaten. Eurostat verwacht dat de extra kosten voor dit voorstel in de praktijk lager zullen zijn dan de hierboven genoemde bedragen. 6. IS FINANCIERING MOGELIJK UIT KREDIETEN DIE IN HET BETROKKEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING ZIJN OPGENOMEN? JA 6.1 IS FINANCIERING MOGELIJK DOOR OVERSCHRIJVING VAN EEN HOOFDSTUK VAN DE LOPENDE BEGROTING NAAR EEN ANDER? NEEN 6.2 IS EEN AANVULLEND BUDGET NODIG? NEEN 6.3 MOETEN IN DE VOLGENDE BEGROTING KREDIETEN WORDEN OPGENOMEN? JA OPMERKINGEN: De uitvoering van de voorgestelde verordening heeft waarschijnlijk financiële gevolgen voor de nationale bureaus voor de statistiek die hun gegevensverzamelingsprocedures moeten veranderen om aan de,72,36 NL 9 NL

10 verordening te voldoen. Artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad luidt: 'Bij de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen bij deze verordening wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de kostenbatenverhouding en geldt de voorwaarde dat een en ander voor de lidstaten geen aanzienlijke extra uitgaven mag meebrengen, tenzij de Commissie (Eurostat) tot het eind van het tweede jaar van de tenuitvoerlegging twee derde van de extra kosten op zich neemt.' Het valt te verwachten dat enkele lidstaten van de Commissie middelen zullen vragen om de voorgestelde verordening uit te voeren. Eurostat houdt hier in zijn financieringsbesluit rekening mee. NL 1 NL