MONTAGEFASE MAATGEVEND VOOR DIMENSIONERING TUNNELLINING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MONTAGEFASE MAATGEVEND VOOR DIMENSIONERING TUNNELLINING"

Transcriptie

1 ;r.c.b.m.bom, ir.h.c.w.duurland en ;r.p.sjov8oovlc, Holland Railconsult dr.lr.g.p.c. van Oosterhout, TNO Bouw Voor het berekenen van de liningvan geboorde tunnels s een aantal theorieên ontwikkeld met een grote verscheidenheid aan schematiseringen, variêrend van een enkele ring tot modellen op basis van de elndige-elementenmethode (EEM). Veel van deze theorieën gaan uit van belastingen in de eindsituatie. Uit metingen bij het proefproject 'Tweede Heinenoordtunnel'ls gebleken dat voor de dimensionering van de ining niet alleen de eindfase, maar met name de montagefase maatgevend s. Met een door Holland Rallconsult ontwikkeld driedimensionaal EEM-model is het mogelijk inzicht te krijgen n de spanningen in de ning, zowel n de montagefase als in de eindsituatie. MONTAGEFASE MAATGEVEND VOOR DMENSONERNG TUNNELLNNG COB-PRAKTJKMETNGEN EN DREDMENSONAAL EEM-LNNGMODEL De Heinenoordtunnel onder de Oude Maas heeft 2x2 rijstroken voor snelverkeer en 2x1 rijstrook voor langzaam verkeer. Om de capaciteit van deze tunnel te vergroten, wordt voor het langzaam verkeer een aparte tunnel gebouwd. De capaciteit van.de bestaande tunnel kan dan worden aangewend voor het snelverkeer. De nieuw aan te leggen tunnel, de Tweede Heinenoordtunnel, heeft een totale lengte van 1350 m, waarvan 950 m wordt geboord. n 1992 zijn door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat twee proefprojecten aangewezen waarbij kennis en ervaring kan worden opgedaan met het boren van boortunnels met grote diameter in de zachte Nederlandse bodem: de Tweede Heinenoordtunnel en de Botlekspoortunnel. Bij de Botlekspoortunnel zal eind 1998 worden gestart met boren. Bij de Tweede Heinenoordtunnel s het boren voltooid. Voor beide proefprojecten is een onderzoeksprogramma opgesteld. De uitvoering van de onderzoeken is in handen van het Centrum Ondergronds Bouwen (COB). Voor de Tweede Helnenoordtunnel ligt de concrete uitvoering van één van de vier onderzoeksthema's, 'Boren in slappe grond', bij de uitvoeringscommissie K100, ondersteund door het Projectbureau Boortunnels [1,2]. Dewerkwijze van het onderzoek is als volgt. Vooraf zijn onderzoeksdoelen vastgesteld. Voor de verschillende doelen worden voorspellingen gemaakt en metingen verricht. De resultaten worden vergeleken en geëvalueerd, waaruit conclusies worden gatrok- ken. Een onderdeel van het onderzoeksprogramma is het monitoren van de uitvoering van het proefproject en daaruit het ontwikkelen van kennis en kunde op het gebied van boren n slappe grond. Voor het onderzoeksdoel 'tunnelconstructies' zijn onder meer aan de linlng van de Tweede Helnenoordtunnel metingen verricht, waartoe door TNO Bouw twee ringen met betonnen segmenten zijn uitgerust met rekopnemers. drukdozen en verplaatstngsopnemers. Door het meten aan de tunnellining (en omliggende grond) tijdens de bouwfase en daarna, wordt kennis verzameld over het lininggedrag. De meetgegevens worden door TNO Bouw n samenwerking met Holland Railconsultgeévalueerd, waaruitinmiddels enkele hypothesen zijn opgesteld. Enkele belangrijke worden hierna besproken. Metïngenen hypothesen (3] Hypothese 1: Montagespanningen Uit de evaluatie van de metingen bleek dat spanningen als gevolg van het monteren van de segmenten, aanwezig blijven. De uiteindelijke spanningen in de!inlog worden sterk beïnvloed door deze rnontagespanntngen, n de figuren 1 en 2 zijn voor één segment (op 160 ten opzichte van de verticaal) de axiale en tangentiële normaalkrachten weergegeven in de eerste uren na plaatsing van de tweede meetring. Figuur 3 toont de gemeten normaalkrachten over de gehele tunnelomtrek. gedurende de eerste dagen na plaatsen van de meetring. CEMENT1998/9 25

2 Z..>::: c: 800 u ro >::: '- ro ra E -::1 '- 0c ~ ro 'x ro CD Axiale normaalkrachten in een segment tijdens de eerste uren na plaatsing. De aangegeven meetlocaties bevinden zich op een segment op gemiddeld 1/30 van de Tangentiële normaalkrachten in een segment (160 r,o. v. verticaal) tijdens de eerste uren na plaatsing -',..._::-::::-:.;~::::- :::\::::.. :: i grondspannlngen, waardoor de krachtsverdeling wijzigt. Figuur 3 geeft de tangentiële normaalkrachten over de gehele tunnelomtrek voor een langere periode. Deze figuur laat zien dat de montagespanningen uit de inbouwfase (deverdelingop ,17.00 uur) overde gehele omtrek aanwezig blijven. meet locaties rèkopnemars ) L spanningstrajecto rlën o Hypothetisch spanningsverloop door lokaal aanliggen van de sluitsteen Van tot uur bevond de meetring zich geheel in het schild. Daarna wordt het boorproces herstart en komt de meetring geleidelijk uit het schild met de daarbij behorende extra belasting op de ring. nfiguur 1 is goed te zien dat de axiale normaalkracht om uurtoeneemt door het aanzetten van de vijzels. Uit figuur 2 blijkt dat direct na het plaatsen van de segmenten spanningen aanwezig zijn terwijl de ring nog in het schild is, en dat in de eerste uren de tangentiële krachtsverdeling vrij constant is. Deze nagenoeg constante waarde van de normaalkrachten in de eerste uren na plaatsing wijst erop dat de initiële krachtsverdellng inderdaad door de montage van de segmenten moet zijn veroorzaakt. Eenmaal geplaatst en in het schild verandert het beeld nauwelijks, totdat de ring uit het schild komt. Op dat moment wordt de ring extra belast door grout- en Hypothese 2: Geen vlakke spanningstoestand Op basis van het gemeten krachtsverloop rondom de sluitsteen (344 ) wordt verondersteld dat de tangentiële spanningen niet gelijkmatig verdeeld door de sluitsteen gaan (fig. 4). Uit figuur 3 blijkt dat de tangentiële spanningen in de sluitsteen relatief laag zijn. Naar de sluitsteen toe wordt een afnemende grootte van de tangentiële spanningen gevonden. Hypothetisch gesproken kan dit betekenen dat spanningen lokaal worden doorgegeven door bijvoorbeeld hoekpunten of dat spanningen migreren tussen naastliggende ringen. Tangentiële normaalkrachten op verschillende tijdstippen Axiale normaalkrachten op verschillende tijdstippen 2001 > graden tov de verfkaal ~-:i~m1\/\/\' '~" ~ ti \ ü. ~ \\,.' \\..l<: V \J \" J....:z: \ 0" / \: \_0 ro : 0 0./:. / \... -v ~ i V ~1... "y: / 0- \ " c, J cl \1:$....tv ":. ~ g _1L :... \.l\ ~i.. 0 3_ :00 0 Ö \.!!! _ :00 v ~ -x- 6-11_97 8:59 J \ ÇJ 26

3 Als verklaring van dit fenomeen zijn twee hypothesen opgesteld:. plaatsingscrmauwkeurigheden van de segmenten tijdens de bouwfase;. vervormingsverschillen van reeds geplaatste en te plaatsen ringen door belastmgsverschillen tijdens de bouwtese. waardoor spanningsvertopen optreden door de geometrische opbouw: halfsteensverband, tapse sluitsteen en wrijving in de langsvoegen. Beide hebben tot gevolg dat de sluitsteen in de langsvoegen niet volledig aansluit op de naastliggende segmenten. Hypothese 3: Axiale normaalkrachten Axiale normaalkrachten n de ining ontstaan voornamelijk door de vütelkrachten uit de tunnelboormachine. Bij de eerste meetring is waargenomen dat de axiale normaalkrachten in de meetring enige relaxatie vertoonden. Ook in de tweede meetring is relaxatie waargenomen, echter met als verschil een opvallende afname van de axiale normaalkrachten in de bovenkant van de ring, terwijl deze onderin vrijwel constant blijven (fig. 5). Vergelijk daartoe de verdeling op , uur en , 8.59 uur, met name de afname van Een mogelijke verklaring kan zijn dat bij de tweede meetring, naast een mechanisme dat ook bij de eerste meetring optreedt, een tweede mechanisme aanwezig is:. Het eerste mechanisme betreft de relaxatie door axiale interactie van de lining met de omliggende grond. Dit mechanisme kan worden aangetoond door vergelijking van de som van de normaalkrachten in de lining en de totale vijzelkrachten in de tunnelboormachine (TBM). De gemiddelde totale vijzelkrachten nemen nauwelijksafin de tijd,maar de som van de axiale normaalkrachten wel.. Het tweede mechanisme betreft de excentriciteit van de som van de axiale normaalkrachten (liggermoment). Het liggermoment in de tweede meetring verandert sterk in de eerste dagen na plaatsing. Ook het (kanteljmomerrtdat de vijzels uitoefenen op de tunnel varieert sterk in de eerste dagen. Direct na plaatsing ligt de resultante van de vijzelkrachten nabij de neutrale lijn, maar na een aantal dagen ligt deze een stuk lager. Dit betekent dat axiale normaalkrachten bovenin de ringafnemen en onderin toenemen. De toename onderin compenseert daarbij de afname door relaxatie. Conclusies op basis van de hypothesen Op grond van metingen en waarnemingen en de vervolgens opgestelde hypothesen kan worden geconcludeerd datde spanningen in de ining in hoofdzaak door de volgende situaties worden veroorzaakt:. het inbouwen van een ring a. excentrische plaatsing van een vijzel op een segment; b. maatonnauwkeurigheden; c. plaatstngsonnauwkeurignelc: " excentriciteit van de som van de vijzelkrachten (kantelmoment en sturing van detbm);. belastingsverschillen tussen de ringen binnen het schild en buiten het schild tijdens de bouwfase;. belastingen Voorspelling in de eindsituatie. versus meting De conventionele modellen voor het berekenen van de ining gaan uit van de eindsituatie. Uitgangspunt daarbij is dat het monteren spanrungstoos geschiedt ende eindtoestand van de belastingen maatgevend is. Het is gebleken dat de initiële spanningen als gevolg van het monteren de krachtswerking in hoge mate beïnvloeden. Het uitgangspunt van spannlngsloos inbouwen wordt door de metingen tegengesproken. Verder gaan de modellen uit van vlakke spanningstoestanden (spanningen gelijkmatig verdeeld over de breedte van een segment) in de segrnentdoorsneees, Meetresultaten nabij de sluitsteen doen anders vermoeden. Daarnaast beschouwen de meeste modellen nimmer de invloed van de axiale spanningen. Metingen geven aan datin axiale richting spanningen optreden die invloed kunnen hebben op de spanningstoestanden in de overige richtingen. Het is daarom niet verwonderlijk dat een discrepantie wordt gevonden tussen modellen en metingen. Trompet-effect in de bouwfase TBM tunnelwand r+- staartafdichting 1 3p EEM gefaseerde liningmodeueringvan Holland Railconsult [4] Met de conventionele modellen kunnen de bij de metingen opgestelde hypothesen moeilijk worden onderbouwd. Onder meer de aanzienlijke discrepantie tussen de metingen en theoretische modellen is voor Holland Railconsultaanleidinggeweest een 3D- EEM gefaseerde linlngmodëllenng op te zetten, die spanningen en vervormingen in zowel de bouw- als eindfase driedimensionaal in beeld brengt. Bij de opbouw van hetmodel is ervan uitgegaan dat de volgende mogelijkheden voor belastingen in ieder geval aanwezig moesten. het inbouwen zijn: van een ring: a. excentrische plaatsing van een vijzel op een segment; b. en c. maatonnauwkeurigheden en ptaatsingsonnauwkeurigheden kunnen worden geschematiseerd. maar zijn (nog) geen onderdeel van de 3D-EEM modellering;. excentriciteit van de som van de axiale normaalkrachten en de situatie dat geen axiale normaalkrachten aanwezig zijn;. belastlngsverschlllen in de bouwtase, waarbij een deel van de!ining binnen het schild is en een deel van de lining wordt belast door grond-, grout- en/of waterspanningen; de grondïwatenbelastlngen in de eindfase. Verder moeten de volgende geometrische mogelijkheden zijn opgenomen: een aantal ringen, waarbij een ring is opgebouwd uit een aantal segmenten;. modelleren van de sluitsteen; segmenten van opeenvolgende ringen moeten onderling in halfsteensverband kunnen worden geplaatst; voegeigenschappen. TBM onbelaste ring-.! 2 L tunnelwand \ Lverhard grout 27

4 Modeiomschrijving Het model is geschreven in ANSYS en bestaat uit drie ringen met totaal 8100 achtknocos soud brick elementen (per knoop zes vrijheidsgraden). De grond rondom de tunnellining is geschematiseerd conform de theorie van Duddeck [5], door lineaire veren (in totaal 1418)op drievierde van de omtrek. Het toepassen van lineaire veren geeft een goede benadering van het gedrag van de tunnel indien de oedometerstijfheid van de grond ligt tussen 12 en 150 MPa. De segmenten zijn onderling verbonden door contactelementen (in totaal 576) in de langsvoegen en (in totaal 842) ringvoegen die alleen de drukspanningen kunnen overbrengen en waarvan eigenschappen onderling kunnen worden gevarlëerd, ad. hypothese 1-4,709-4,072-3, ,162-1,525-0,888-0,251 0,386 1,023 (j) Verplaatsingen in y-richung in de bouwfase (mm) Axiale spanningen in de bouwfase (knjm 2 ) ::~: mmm c:::::.l 538 fbj 'Trompet'-effect en spanningsconcentraties Conventionele ontwerpmodellen gaan vooralsnog uit van de belastingstoestand tijdens de eindsituatie van de lining. Metingen aan de Tweede Hemenoordtunnel hebben aangetoond dat de montagefase een dominante rol kan spelen in de spanningstoestand in de eindsituatie. Niet zozeer is dit van invloed op de uiterste grenstoestand. maar des te meer op de levensduur van de 1ining. Het EEM gefaseerde linlngmode! toont aan dat de montage een afdrachtmechanisme voor de belasting initieert, waarmee in de eindfase van de conventionele modellen geen rekening wordt gehouden: het zogenoemde 'trompet'-ettect (fig. 6). Te analyseren zijn de vervormingen van de segmenten in de bouwfase (fig. 7). De ring buiten het schild (ring 1in figuur 6) ondergaat aan top en zool een radiale indrukking (U~) onder invloed van voiledige grond- en waterbelasting (situatie als grout is verhard). Door deze indrukking wordt aan de volgende ring getrokken (ring 2), die op zijn beurt weer aan de ring binnen het schild (ring 3) gaat hangen. De U~uit 1wordt overgebracht naar ring 3. Ring 3 wordt, in tegenstelling tot ring 1, niet ondersteund door grond. Door de radiale indrukking aan top en zool van 3 ontstaat aan de flanken een radiusvergroting U x, Deze ractiusvergroting uit ring 3 wordt via ring 2 weer doorgegeven aan ring 1. Zo ontstaat als het ware een 'liggend-el'. 28 Uz,ri,top en zoo'! ~ zoo! ~ Uz,r3,top en zool -)- U -U -U x,r3.flank x,r2,f1ank x,r1,fl.:ank

5 De radiale indrukking aan top en zool van ring 3 is kleiner dan die van ring 1en de radiale verwijding aan de flanken van ring 3 is groter dan die van systeem radius van ring 3 is dus groter dan de systeemradius van ring 1. Omdat op do:!?:3 de vijzels aangrijpen en de vijzelkra(j:l1tf;mdoorgegeven moeten worden treedt een lokale excentriciteit op vijzelkrachten grijpen vij2:el~,ra(~htlen. De aan op de radius van ring 1maar op een grot,ere radius. Hierdoor wordt de radius 3 verder vergroot (vergelijk effect). Omdat de radius van ring 3 groter is dan van ring i, wordt gesproken van het trompet-effect. Door dit trompet-effect worden vijzelkrachten excentrisch de iningingeleid en ondergaan segmenten (kleine) rotaties om alle vrijheidsgraden. Hierdoor ontstaan (lokaal) piekspanningen (fig. 8). ad. hypothese 2 Spanningsconcentraties rondom de sluitsteen De praktijk heeft een aantal schadegevallen te zien gegeven, in en direct naast voegen. Met het EEM gefaseerde iningmodel wordt aangetoond dat ook bij ideale plaatsing van segmenten, in de voegel'1hoge piekspanningen kunnen ontstaan. " Spanningen in x-richting in de bouwfase (kn/m 2 ) Conventionele iningmodelleringen gaan uit van een vlakke spanningstoestand in segmenten in het vlak loodrecht op de tangentiële richting. Een ring met segmenten zou daardoor kunnen worden geschematiseerd door middel van staafelementen, waardoor een raamwerkberekening mogelijk wordt. Metingen aan de tunnelconstructie van de Tweede Heinenoordtunnel hebben laten zien dat de vlakke spanningstoestand, in ieder geval nabij de sluitsteen van de tweede meetring, verstoord wordt. Als verklaring van dit fenomeen zijn twee hypothesen opgesteld: onnauwkeurigheden tijdens plaatsen en vervormingsverschillen van reeds geplaatste en te plaatsen ringen. Het EEM gefaseerde iningmode! gaat uit van montage van segmenten zonder onnauwkeurigheden. Figuur 9 geeft de eerste ring weer met spanningen in de bouwfase in x-richting. Oe bouwfase onderscheidt zich van de eindfase doordat anderhalve ring met volledige grond- en waterdrukken wordt belast in plaats van drie ringen vol belast in de eindfase (conventionele modellen). -0, , ,258 _-0,212 ie!!d _ c::::::j SDi lll 0,017 Verplaatsingen in axiale richting in de bouwfase (mm) CEMENT

6 .. H Spanningsverloop 1 De sluitsteen in zelfs als geen sprake is van p\8at!;inllsljlnnau1nk(~urigheden, geen vlakke ondersteld in de colnve;intionlelebeschouwingen. De brede sluitsteenzijde laat een hogere spanning aan de buitenzijde van de steen zien dan de smalle sh.lit~enzijde. Dit wordt veroorzaakt door de geometrie vande langsvoeg, waardoor de sluit$$en en de naastiiggende segmenten niet over de gehele hoogte belastingen doorgeven (fig. 10). Binnen de sluitsteen zullen de spanningen spreiden over een zo groot mogelijke hoogte. Omdat de lengte van de smallesluitsteenzijde niet groot is, kan geen sp-reidll1gover de volledige hoogte optreden. Bij del>rede sluitsteenzij de is dit wel het geval. Persaido zal daardoor de gemiddelde spanning binnen de. spanningstrajectoriën aan de smalle sluitsteenzijde hoger zijn dan aande brede zijde. Dit impliceert geen vlakke spanningstoestand in het segment in het vlak toodreeht op de tangentiële richting. Spanningsverloop 2 n figuur 9 is het spanningsverioop in de langsvoeg tussen de sluitsteen en het naastliggende segment te zien. Nabij de hoekpunten van de segmenten lopen de spanningen op. Het in figuur 4 afgebeelde spanrungsvertoop kan hierin worden herkend. Op andere punten van de ringvoeg zijn eveneens lokaal piekspanningen waargenomen. Het oplopen van de spanningen nabij de hoekpunten en lokaal in de ringvoeg wordt veroorzaakt door de vervormingsverschihen tussen de verschillende ringen en de rotaties om atle vrijheidsgraden van de segmenten als gevolg van het trompet-effect. Deze spanningsverhogingen kunnen leiden tot schade. ad. hypothese 3 Axlafespannftlgen eltllggereffect Conventionele ontwerpmodellen meeste getallenniet gaan in de in op de axiale spanningstoestanden bij de zogenoemde rmgeerekeningen. Koppelngen tussen de ringen worden geschernaasèesd door middei van koppelstaven schatten, stijfheid. zekere, moeilijk in te is afhankelijk van de voeggeornetne, Vaak wordt ervan uitgegaan dat de berekende koppel kracht moet worden opgenomen door bijvoorbeeld een nokprindpe. De invloed en medewerking van het beton naast de nokken (het vlakke voegdeel waar wrijving kan worden a Doorsneden sluitsteen met spanningstrajectorien a. smalle zijde b. brede zijde ontwikkeld indien axiale normaalspanningen aanwezig zijn) wordt hierbij verwaarloosd. n het EEM gefaseerde 1iningmodel wordt dit effect wel in rekening gebracht. Afhankelijk van de toepassing van voegplaatjes en het type, zal de invloed en rnedewerking van het vlakke voegdeelin de ringvoeg belangrijk kunnen zijn. Oemate van belangrijkheid van het vlakke ringvoegdeel is afhankelijk van de optredende wrijvingscoëfficient ter plaatse. en de axiale normaalkracht Metingen aan de Tweede Heinenoerdturmel hebben laten zien dat bij een excentrische ligging van het zwaartepunt van de totale axiale norrneaseacht (liggermoment), een ontspanning van de axiale spanningen aan de minst gedrukte zijde van de tunneldoorsnede kan ontstaan. Deze ontspanning is na langere (meet)tijd nog aanwezig. De ontspanning heeft invloed op de maximaal te ontwikkelen wrijving ter plaatse in het vlakke voegdeel van de ringvoeg. en daarmee op het totale betastlngsatdraentmeenentsme. Met het EEM gefaseerde iningmode wordt oeexcentncitett van het normaalkrachtencentrum van de vijzelkrachten in rekening gebracht. Figuur 11 laat de invloed hiervan zien door middel van vervormingen. De onderzijde in deze figuur wordt meer ingedrukt dan de bovenzijde. De maximale wrijving zal aan de bovenzijde kleiner zijn dan aan de onderzijde van de tunneldoorsnede. Conçlusies Met het 3D-EEM gefaseerde liningmodel wordt aangetoond dat tijdens de bouwfase spanningen ontstaan die niet verdwijnen. Deze spanningen hebben een grote invloed op de uiteindelijke spanningen in de lining. Met het model worden spanningspieken voorspeld die zouden kunnen leiden tot lokale schaden, die de levensduur van de llning verkorten. Hypothesen opgesteld naar aanleiding van de metingen en de bevindingen met het model bevestigen elkaar. b... ~..~ " Het blijkt dat het in rekening brengen van de bouwfasebelastingen en de axiale spanntngscomponenten zeer belangrijk is voor een betere analyse van het constructleve gedrag van de liningten opzichte van de conventionele modellen. Met het model kan de invloed van geometneën en betastingsgevallen op het comple.xe O.limtelijkeeenstructievelininggedrag Aanbevelingen worden onderzocht. Naar aanleiding van de metingen en de bevindingen uit de 30 - EEM gefaseerde liningmodellering kunnen een aantal aanbevelingen worden gedaan: verder mode/onderzoek en metingen Met het model moet verder onderzoek worden gedaan naar het complexe ruimtelijke constructiegedrag van de lining. Verdere metingen en modelonderzoeken zullen elkaar moeten bevestigen. Hleruit moeten aanvullende conventionele, eisen worden gesteld aan de in de constructeurspraktijk gebruikelijke, modelleringen van de lining. Onderzocht moet worden of maattoleranties en plaatsingsonnauwkeurigheden dominante een invloed kunnen hebben op de optredende rnontagespennmge», Hieruit kunnen eventuele eisen worden opgesteld voor maattoleranties en pleatslngsonnauwkeurigheden (bijvoorbeeld plaatsingsprotocollen). Montagespanningen Het matigen van het trompet-effect zal de montagespanningen verminderen. Hiertoe moet ervoor worden gezorgd dat de ververmrngsverscnlüen tussen de onbelaste rinin het schild en de belaste ringen buiten het schild, minimaal zijn. vervormmgsverschillen kunnen bijvoorbeeld worden verminderd door: het ondersteunen van de ringen buiten het schild met een zogenoemde reformer; het vergroten van het aantal ringen binnen het schild (verlengen van het schild), waardoor de afstand tussen de vervormde nn-

7 gen buiten het schild en de te plaatsen '01'1- vervormde' ring in het schild wordt vergroot; '" het dikker maken van de!ining, waardoor de ringen stijver zijn en vervormingsverschillen afnemen. Verder is een voordeel dat axiale spanningen over een grotere dikte worden gespreid en daardoor de invloed ervan op het totale ruimtelijke constructiegedrag wordt verminderd. Montagespanningen van invloed op de gebruikstoestand van de lining. Scheurvorming door (lokale piek )spanningen uit de montagefase zouden kunnen worden beperkt door het toepassen van vezels in het beton. Constructiedetails Het constructiegedrag van de lining wordt sterk bepaald door het grote aantal voegen. De geometrie van de voegen en de toegepaste (lokale) voegstrippen en -platen zijn details waarmee het constructiegedrag van de liningsterk kan worden bèinvloed. Onderzocht moet worden wat de invloed is van voegen met verschillende geometrteën en van voegstrippenen -ptaten, Holland Railconsult onderzoekt op dit moment de invloed van verschillende voegplaten (zoals kaublt, triplex enz.) in de ringvoegen van de lining. literatuur 1. COB- Nieuwsbrief 3, november COB- Nieuws, nr. 10, maart Blom, C.B.M. en s.ec. van Oosterhout, Tweede-orde evaluatie tunnelconstructie Tweede Heinenoordtunnel, deel 1 en 2. CUR/COB-rapport Kl00-W061/065, Jovanovlc, P.S.,Three-dimensional analyses of segmented tunnel lining. Holland Rallconault, Utrecht, Duddeek, H., Empfehtungen zur Berechnung van Tunneln im Lockergestem DE LEVENSDUUR VAN TUNNELELEMENTEN VAN GEWAPEND BETON Grote bedragen wordengeinvesteerd in geboorde tunnels. De Heinenoordtunnel is de n de komende tijd volgen de Westerscheldetunnel, de HSL Groene-Harttunnel en tunnels in de Betuwelijn. Misschien zelfs een tunnel naar Schiphol-U op de Noordzee? Aan de binnenzijde worden die tunnels bekleed metgeprefabriceerde gewapend-betonelementen. Als we de vraag stellen hoe het zit met de levensduur van die bekleding, blijkt dat die elementen een praktisch onbeperkte levensduur hebben. Beton is een poreus materiaal. Onder invloed van capillaire opzuiging en van de overdruk van het grondwater (ten opzichte van de luchtdruk in de tunnel) z!jnde wanden van de tunnel na enige tijd (enkelejaren) geheel verzadigd met water. Hoe komt het dat de binnenkant van een tunnel of vaneen keldertoch droog blijft? Niet alleen visueel, maar ook bij aanraking kan de binnenwand droog aanvoelen. Bijgoede ventilatie verdampt er aan het oppervlak en in de buitenste millimeters van de dekking net iets meerwater dan er door de poriën kan worden aangevoerd. Meer nog dan door de lagere temperatuur van het grondwater blijft de wand van een geventileerde kelder koel omdat door de verdamping van vocht aan het oppervlak, de temperatuur daalt (het 'Eau de Cologne effect'). Wanneer men een gedeelte van de betonwand van een droge kelder afplakt met dampdichte folie en daardoor de verdamplngachterdefotiesettunoert, ziet men na enige tijd grote vochtplekken en zelfs waterdruppels achter de folie. Beton is in die zin niet waterdicht. Alleen de buitenste millimeters aan de binnenzijde van een constructie drogen uit. Beton dat met water is verzadigd, is echter wel dampdicht. C0 2 noch 02 kunnen de met water verzadigde betondekking passeren. Carbonatatie van tieton onder invloed van C0 2 uit de lucht in de tunnel blijft daarom beperkt tot enkele millimeters onder het oppervlak (metingen aan kelderwanden bevestigen dat). De wapeningin de tunnel elementen ligt dus aan de binnenzijde in met vocht verzadigd beton enis met de ph van rond 13,5 van normaal beton afdoende beschermd tegen corrosie. Bovendien bevat het grondwaterveei te weinig zuurstof (02) om corrosie van wapeningte onderhouden en kan door de met vocht verzadigde dekking aan de binnenzijde onvoldoende 02 uit de lucht passeren. Men zou kunnen stellen dat het beton van de tunnelelementen hoge kwaliteit heeft en zo dicht is dat het, in tegenstelling zo'n met het hiervoor gestelde, geheel impermeabel voor vocht is. Echter, in dat geval ligt de wapening aan de binnenzijde in uitdrogend droog beton. Voor het electrolytische proces van corrosie is vocht nodig. Daarom zal ook in dit, overigens onwaarschijnlijke geval, geen corrosie optreden. n beide gevallen, permeabel of impermeabel beton, is corrosie van de wapening uitgesloten. Vanaf de buitenzijde van de tunnel omdat daarvoor onvoldoende zuurstof (0 2 ) de wapening kan bereiken. Gevaarvoorwapenlngscorroste is er daarom in het geheel niet. Langjarige ervaring met kelderwanden van gewapend beton bevestigt deze conclusie. Blijft de vraag over mogelijke aantasting van het beton zelf door het grondwater. Die vraagkan men ook stellen met betrekking tot het beton in alle funderingsconstructles. Totop heden is nietgebleken dat beton in funderingen door grondwater wordt aangetast. Er is geen enkele reden om te denken dat dit in het geval van tunnelelementen wel het geval zou zijn. De conclusie: noch wat betreft corrosie van de wapening of aantasting van het beton, zijn redenen aan te voeren voor beperkingen aan de levensduur van de betonnen tunnelelementen. Eventuele bekledingen aan de binnenzijde met brandwerend materiaal en/of siertegels zullen het beton slechts beschermen tegen aantasting. Voor rubber afdichtingsprofielen geldt eveneens een nagenoeg onbeperkte levensduur, mits deze door afdekking of plaatsing zijn afgeschermd tegen ultra violetstraling door zonlicht en tegen droging (ook uitdroging onder invloed van ventilatie in de tunnel). wat de technische levensduur van het materiaal beton betreft, brengen investeringen in tunnels van gewapend beton geen risico's met zich mee. W.R. de Sitter 31

PAO Cursus: Praktijkonderzoek geboorde tunnels - april 1999

PAO Cursus: Praktijkonderzoek geboorde tunnels - april 1999 PAO Cursus: Praktijkonderzoek geboorde tunnels - april 1999 3D-EEM-ANALYSE TUNNELCONSTRUCTIE ir. E.J. van der Horst ir. C.B.M. Blom ir. P.S. Jovanovic - Holland Railconsult - Holland Railconsult - Holland

Nadere informatie

bedding met stijfheid > 0

bedding met stijfheid > 0 grondbelasting. De snelheid waarmee de belasting verandert is evenredig met de snelheid waarmee de stijfheid van de grout verandert. Er is gekozen voor een snelle verharding van de grout. Dat houdt in

Nadere informatie

Spanningen in de bouwfase en de gebruiksfase van boortunnels. Voorwoord

Spanningen in de bouwfase en de gebruiksfase van boortunnels. Voorwoord Voorwoord Dit rapport is het eindresultaat van mijn afstudeerproject aan de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft. Dit rapport is geschreven in opdracht van de Projectorganisatie

Nadere informatie

CUR / COB F300 Deelcommissie Montagespanningen en Dwarsverbindingen

CUR / COB F300 Deelcommissie Montagespanningen en Dwarsverbindingen CUR / COB F300 Deelcommissie Montagespanningen en Dwarsverbindingen Referentieberekeningen t.b.v. montagespanningen 3D - analyse boorproces Centrum Ondergronds Bouwen ir. N.M. Naaktgeboren Holland Railconsult

Nadere informatie

Montagespanningen bij de bouw van geboorde tunnels

Montagespanningen bij de bouw van geboorde tunnels Montagespanningen bij de bouw van geboorde tunnels Literatuurstudie CUR/COB K300 Deelcommissie K340: Montagespanningen en Dwarsverbindingen Holland Railconsult ir. E.J. van der Horst kenmerk VC/MVD/95167

Nadere informatie

Schade aan tunnellining van gesegmenteerde boortunnels

Schade aan tunnellining van gesegmenteerde boortunnels Voorstudie Schade aan tunnellining van gesegmenteerde boortunnels Auteur: Keimpe Bloemhof Studienummer 9074117 Technische Universiteit Delft Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen Afstudeerrichting

Nadere informatie

Montagespanningen Botlekspoortunnel

Montagespanningen Botlekspoortunnel Montagespanningen Botlekspoortunnel Vergelijking van resultaten BorTAS berekeningen met resultaten statische meetring F300-W-043 Centrum Ondergronds Bouwen (COB) Deelcommissie F340 Holland Railconsult

Nadere informatie

Rij woningen met penanten naast het trapgat

Rij woningen met penanten naast het trapgat Rij woningen met penanten naast het trapgat 1 Algemeen In dit voorbeeld wordt de stabiliteit van een rij van vier woningen beschouwd. De stabiliteit wordt verzekerd door penanten die zich naast het trapgat

Nadere informatie

Rij woningen met penanten in de voor- en achtergevel

Rij woningen met penanten in de voor- en achtergevel Rij woningen met penanten in de voor- en achtergevel 1 Algemeen In dit voorbeeld wordt de stabiliteit van een rij van drie woningen, waarbij de stabiliteit verzekerd wordt door penanten die zijn opgenomen

Nadere informatie

Bezwijkveiligheid boortunnels

Bezwijkveiligheid boortunnels Bezwijkveiligheid boortunnels Verslag EEM-berekeningen R.P. Roggeveld 6 november 2007 1 Inhoud Inkadering Krachtswerking boortunnel Veiligheidsbeschouwingen Modelopbouw en -uitbreiding Werkwijze bezwijkmechanisme

Nadere informatie

Meetrapport meetring Botlekspoortunnel

Meetrapport meetring Botlekspoortunnel 2-CON-DYN-R-214 Meetrapport meetring Botlekspoortunnel TNO Bouw Contactpersoon Lange Kleiweg 5, Rijswijk Postbus 49 26 AA Delft Telefoon 15 284 2 Fax 15 284 39 9 Datum 18 december 2 Auteur(s) Ir. D.J.

Nadere informatie

Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland

Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland Silo s Zeeburgereiland te Amsterdam Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland code: V0891 Silo s Zeeburgereiland te Amsterdam Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland 11 december 2008 datum:

Nadere informatie

Het rapport is geschreven in opdracht van het projectbureau Noordelijk Holland van de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid).

Het rapport is geschreven in opdracht van het projectbureau Noordelijk Holland van de Hogesnelheidslijn-Zuid (HSL-Zuid). Voorwoord Dit rapport maakt deel uit van mijn afstudeerwerk bij de sectie Betonconstructies aan de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (Citg) van de TU Delft. Dit rapport is als voorstudie de

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

Instrumentatie statische meetring Botlekspoortunnel Leverings- en inbouwrapport

Instrumentatie statische meetring Botlekspoortunnel Leverings- en inbouwrapport 2000-CON-DYN-R-2106 Instrumentatie statische meetring Botlekspoortunnel Leverings- en inbouwrapport TNO Bouw Contactpersoon Datum Dr.Ir. G.P.C. van Oosterhout 24 oktober 2000 Lange Kleiweg 5, Rijswijk

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten

Nadere informatie

Schöck Isokorf type D

Schöck Isokorf type D Inhoud Shök Isokorf type 12/10 Q8+Q8 K7417 Pagina Toepassingsvoorbeelden 84 Produtbeshrijving 85 Bovenaanzihten 86 Capaiteitstabellen 87 Rekenvoorbeeld 88 Bijlegwapening 89 Inbouwhandleiding 90-91 Cheklist

Nadere informatie

Schöck Isokorb type D

Schöck Isokorb type D Schöck Isokorb type Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 84 Productbeschrijving 85 Bovenaanzichten 86 apaciteitstabellen 87-92 Rekenvoorbeeld 93 Bijlegwapening 94 Inbouwhandleiding 95-96 hecklist 97 Brandwerendheid

Nadere informatie

In\lllo.edven voeqrnoterlolen op de krochtswerking in gesegimenteerde betonnenboortunnels

In\lllo.edven voeqrnoterlolen op de krochtswerking in gesegimenteerde betonnenboortunnels In\lllo.edven voeqrnoterlolen op de krochtswerking in gesegimenteerde betonnenboortunnels mei 1998 van der Horst 366038 Delft Faculteit der Civiele Techniek Vakgroep Mechanica & Constructies sectie Betonconstructies

Nadere informatie

EINDRAPPORT TC151-01-09 TC151. Bezwijkveiligheid van boortunnels

EINDRAPPORT TC151-01-09 TC151. Bezwijkveiligheid van boortunnels EINDRAPPORT TC151-01-09 TC151 Bezwijkveiligheid van boortunnels EINDRAPPORT TC151-01-09 TC151 Bezwijkveiligheid van boortunnels Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Inleiding 7 1.1 Geschiedenis 7 1.2 Inhoud van

Nadere informatie

Vervormingseigenschappen

Vervormingseigenschappen Vervormingseigenschappen Betonconstructies kunnen niet uitsluitend worden ontworpen op druk- en treksterkte. Vervormingen spelen ook een belangrijke rol, vooral doorbuiging. Beheersing van de vervorming

Nadere informatie

Schöck Isokorf type Q, Q+Q

Schöck Isokorf type Q, Q+Q Schöck Isokorf type, + + Schöck Isokorf type K7417 Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 68 Productbeschrijving/Capaciteitstabellen type 69 Bovenaanzichten type 70-72 Rekenvoorbeeld type 73 Productbeschrijving/Capaciteitstabellen

Nadere informatie

Tweede orde evaluatie tunnelconstructie Tweede Heinenoordtunnel - Deel juni ir. C.B.M. Blom dr.ir. G.P.C.

Tweede orde evaluatie tunnelconstructie Tweede Heinenoordtunnel - Deel juni ir. C.B.M. Blom dr.ir. G.P.C. 97-CON-R0751 Tweede orde evaluatie tunnelconstructie Tweede Heinenoordtunnel - Deel 1 27 juni 1997 ir. C.B.M. Blom dr.ir. G.P.C. van Oosterhout K100-W-61 Werkrapport CUR/COB Uitvoeringscommissie K100 Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat

Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat Colin van Weelden CT3000 Bachelor Eindwerk Begeleiders: 1379550 TU Delft P.C.J. Hoogenboom Delft, Juni 2010 C.B.M. Blom Voorwoord Dit rapport is het eindresultaat

Nadere informatie

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van EC -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). e volgende parameters

Nadere informatie

7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie 7.3.1 Kanaalplaatvloeren Buiging

7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie 7.3.1 Kanaalplaatvloeren Buiging Tabel 4 Brandwerendheidseisen met betrekking tot bezwijken (zie Bouwbesluit tabellen V) bouwconstructie brandwerendheidseis (min.) bouwconstructie waarvan bet bezwijken l~idt tot bet onbruikbaar worden

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053

GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053 GEBRUIKSAANWIJZING Wolff Vochtmeter V1-D4 #071053 1. Productomschrijving: De Wolff V1-D4 vochtmeter is een niet-destructieve vochtmeter voor het meten van diverse ondergronden zoals beton, dekvloeren,

Nadere informatie

Schöck Isokorb type K

Schöck Isokorb type K Schöck Isokorb type Schöck Isokorb type Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 42 Productbeschrijving 43 Bovenaanzichten 44-48 Capaciteitstabellen 49-51 Rekenvoorbeeld 52 Bijlegwapening 53 Inbouwsituatie

Nadere informatie

VI-D4 Beton Vochtmeter

VI-D4 Beton Vochtmeter VI-D4 Beton Vochtmeter PRODUCTBESCHRIJVING De Caisson VI-D4 vochtmeter is een niet-destructieve vochtmeter voor het meten van diverse ondergronden zoals beton, dekvloeren, gips etc. Door middel van het

Nadere informatie

Levensduurmetingen in de Groene Hart Tunnel

Levensduurmetingen in de Groene Hart Tunnel Levensduurmetingen in de Groene Hart Tunnel Ir. Sander J. Lokhorst Rijkswaterstaat HSL-Zuid / Holland Railconsult 1 1 Inleiding De Groene Hart Tunnel is onderdeel van de 100 kilometer lange HSL-Zuid tussen

Nadere informatie

Schöck Isokorf type D

Schöck Isokorf type D Inhoud Schöck Isokorf type K7417 Pagina Toepassingsvoorbeelden 90 Productbeschrijving 91 Bovenaanzichten 92 Capaciteitstabellen 93-101 Rekenvoorbeeld 102 Bijlegwapening 103 Inbouwhandleiding 104-105 Checklist

Nadere informatie

Luchtschachten op de Boortunnel Groen Hart

Luchtschachten op de Boortunnel Groen Hart Luchtschachten op de Boortunnel Groen Hart Eindrapport Een onderzoek naar de invloed van de aanleg van de luchtschachten op de vervorming en krachtswerking in de lining van de tunnel Mei 2001 COLOFON Luchtschachten

Nadere informatie

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden:

Bij montage dient men rekening te houden met 3 belangrijke randvoorwaarden: Opslag en transport Om beschadiging, vervorming en vervuiling van de gevelbekleding te voorkomen dient men bij transport en de opslag zorgvuldig te werk te gaan. De delen dienen schoon, droog en vlak getransporteerd

Nadere informatie

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m Vraag 1 Beschouw onderstaande pickup truck met de afmetingen in mm zoals gegeven. F G is de massa van de wagen en bedraagt 18,5 kn. De volledige combinatie van wielen, banden en vering vooraan wordt voorgesteld

Nadere informatie

Schöck Isokorb type D

Schöck Isokorb type D Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 86 Productbeschrijving 87 Bovenaanzichten 88 apaciteitstabellen 89-97 Rekenvoorbeeld 98 Bijlegwapening 99 Inbouwhandleiding 100-101 hecklist 102 Brandwerendheid 32-33

Nadere informatie

Flexvloer. Inhoud presentatie. Inleiding Doelstelling Dwarskrachtcapaciteit Stijfheid Conclusies Aanbevelingen

Flexvloer. Inhoud presentatie. Inleiding Doelstelling Dwarskrachtcapaciteit Stijfheid Conclusies Aanbevelingen Flexvloer Onderzoek naar de constructieve aspecten van een nieuw vloersysteem Henco Burggraaf Presentatie DOV 31 oktober 6 Inhoud presentatie capaciteit 2 1 Flexvloer Nieuw vloersysteem met netwerk van

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

Wanneer is beton waterdicht?

Wanneer is beton waterdicht? thema Het ontstaan, voorkomen en herstellen van scheuren in beton Wanneer is beton waterdicht? In de praktijk worden veel betonconstructies gerealiseerd die waterdicht moeten zijn, zoals kelders, tunnels

Nadere informatie

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19

Niet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 Naam: Patrick Damen Datum: 17 juni 2003 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 pagina: 1 van 20 Algemeen Om de zestal vragen van de opgave niet-lineaire

Nadere informatie

Hygroscopische eigenschappen

Hygroscopische eigenschappen 2013/12 Hout Hygroscopische eigenschappen Hout en vocht Hout is een natuurproduct dat na droging en verwerking gevoelig blijft voor vocht. Dit betekent dat het kan uitzetten en krimpen. Gebeurt dit ongelijkmatig,

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet

Nadere informatie

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC MONTAGEHANDLEIDING BELANGRIJKE INFORMATIE Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC Lees de hele handleiding aandachtig. Als de hierin vermelde instructies niet worden opgevolgd, is

Nadere informatie

Vergelijking Q-last en puntlasten op magazijnvloeren. Puntlasten op vloeren vaak onderschat. Puntlasten op vloer vaak onderschat

Vergelijking Q-last en puntlasten op magazijnvloeren. Puntlasten op vloeren vaak onderschat. Puntlasten op vloer vaak onderschat Vergelijking Q-last en puntlasten op magazijnvloeren Puntlasten op vloeren vaak onderschat 48 8 17 1 Niels Punt, Lex van der Meer ABT bv Nieuwe kleding, nieuwe laptop, nieuwe fiets? Het wordt steeds gewoner

Nadere informatie

DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES

DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES 1. De buigstijfheid EI 1.1 Inleiding 1.2 De relatie tussen moment en kromming: EI 1.3 Tension Stiffening 1.4 M-κ diagrammen voor de UGT en de BGT 1.4.1 Berekening van

Nadere informatie

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek

SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies. Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek SBRCURnet Project Autogene krimp van betonconstructies Dag van Betontechnologie 30 maart 2017 Ton van Beek 1 Inhoud Autogene krimp Typen krimp Definitie Autogene krimp Wat is autogene krimp Definitie autogene

Nadere informatie

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken.

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken. MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 8 APRIL 2008 BETREFFENDE DE STANDAARDISERING VAN DE CONTAINERSLEDES DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE OPENBARE BRANDWEER EN DE CIVIELE BESCHERMING. (B.S. 11.06.2008) Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet zelden zeer ingrijpend. In de regel moet de complete bestaande vloer worden verwijderd

Nadere informatie

Rekenmodellen voor betonnen tunnelconstructies vergelijken met praktijkmetingen

Rekenmodellen voor betonnen tunnelconstructies vergelijken met praktijkmetingen Voorwoord Dit is het eindverslag van mijn afstudeerwerk aan de Faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen (Citg) van de Technische Universiteit Delft. Dit werk is verricht bij de sectie Ondergronds

Nadere informatie

QuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017

QuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017 QuakeShield Modellering constructief gedrag bij belasting in het vlak 17 November 2017 Advisering op het gebied van constructies voor gebouwen en civiele werken QuakeShield Systeem Het QuakeShield Systeem

Nadere informatie

Module 3 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 3 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Normaalspanningen Opdracht 1 a De trekkracht volgt uit: F t = A f s = (10 100) 25 = 25 000 N = 25 kn b De kracht kan als volgt worden bepaald: l F Δl

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. WG Kennis Bram Leenhouts. Beantwoord door Ruud Bosters September Alternatieve teenconstructies

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. WG Kennis Bram Leenhouts. Beantwoord door Ruud Bosters September Alternatieve teenconstructies Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen Betreft (actie en nr.) Alternatieve teenconstructies Actie 229 Afschrift aan WG

Nadere informatie

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want

zwaartekracht (N of kn) Dus moeten we Fz bepalen dat kan alleen als we de massa weten. Want Sterkteberekening Dissel berekenen op afschuiving. Uitleg over de methode Om de dissel te berekenen op afschuiving moet men weten welke kracht de trekker kan uitoefenen op de bloemkoolmachine. Daarvoor

Nadere informatie

Installatie instructie voor stalen glijopleggingen met een dubbele gekromde glijoppervlak Type FIP-D. uw bouw onze technologie

Installatie instructie voor stalen glijopleggingen met een dubbele gekromde glijoppervlak Type FIP-D. uw bouw onze technologie Installatie instructie voor stalen glijopleggingen met een dubbele gekromde glijoppervlak Type FIP-D control your solids www.vilton.nl uw bouw onze technologie www.insolids.nl1/7 INHOUDSOPGAVE 1. Doel...3

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING INLEIDING Vit literatuuronderzoek is gebleken dat bij boortunnelprojecten gebruik wordt gemaakt van verschillende ringsystemen. In het ene project worden veel verschillende ringtypes

Nadere informatie

Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart

Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart Ligger en buis in lineair elastische halfruimte Projectorganisatie HSL-Zuid Projectbureau Noordelijk Holland Holland Railconsult ir. C.P.L. Walschot Kenmerk

Nadere informatie

Herberekening Terbregseplein

Herberekening Terbregseplein Herberekening Terbregseplein Detailanalyse deuvelverbinding Gerco-Kees Bloemsma Coen van der Vliet Imagine the result wie, wat, waar? 1 Rotterdam Terbregseplein 2 3 Oorspronkelijke constructie langsvoegen

Nadere informatie

Plastische zones in de grond rondom boortunnels t.g.v. groutdrukken Voorstudie

Plastische zones in de grond rondom boortunnels t.g.v. groutdrukken Voorstudie Colofon Plastische zones in de grond rondom boortunnels t.g.v. groutdrukken Voorstudie D. Nakken (Studienr: 9595089) Technische Universiteit Delft Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen Sectie

Nadere informatie

Rapport Betreffende. INSTRUMENTATIE DYNAMISCHE MEETRING BOTLEKSPOORTUNNEL, HOOGVLIET K300-w-026. Opdrachtnummer: N-0812

Rapport Betreffende. INSTRUMENTATIE DYNAMISCHE MEETRING BOTLEKSPOORTUNNEL, HOOGVLIET K300-w-026. Opdrachtnummer: N-0812 Rapport Betreffende INSTRUMENTATIE DYNAMISCHE MEETRING BOTLEKSPOORTUNNEL, HOOGVLIET K300-w-026 Opdrachtnummer: N-0812 Opdrachtgevers: CUR/COB Postbus 420 2800 AK Gouda Boortunnelcombinatie BTC Botlek Postbus

Nadere informatie

Bouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos

Bouwen in Beton BOUBIBdc1. Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Bouwen in Beton BOUBIBdc1 Scheurvorming in beton Docent: M.Roos Scheurvorming Toetsing scheurwijdte Stromingschema scheurwijdte Scheurvorming Op buiging belaste gewapende betonelementen scheuren onder

Nadere informatie

Veelvlakkige portalen

Veelvlakkige portalen 1 De Noord/Zuidlijn en de Nieuwe Leeuwarderweg worden bij Station Buikslotermeerplein bovengronds gedragen door 28 betonnen portalen. De engineering was uiterst complex. Juist om schijnzekerheid te voorkomen,

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie

Pagina's : 6 Tabellen : 1 Figuren : 11 Bijlagen : -

Pagina's : 6 Tabellen : 1 Figuren : 11 Bijlagen : - 05-CVB-R0321 ORIENTEREND ONDERZOEK NAAR HET GEDRAG BIJ BRAND VAN EEN HOUTEN VLOER-PLAFONDCONSTRUC- TIE MET EEN PLAFOND VAN LEEM OP RIET 22 december 2005 WTJB/GTTB Opdrachtgever: Leembouw Nederland Van

Nadere informatie

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad.

: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 4 bladzijden inclusief dit voorblad. POST HBO-OPLEIDINGEN Betonconstructeur BV Staalconstructeur BmS Master of structural engineering Toegepaste mechanica Materiaalmodellen en niet-lineaire mechanica docent : dr.ir. P.C.J. Hoogenboom TENTAMEN

Nadere informatie

Tracé Boortunnel lange variant

Tracé Boortunnel lange variant DHV B.V. 3.5 Tracé Boortunnel lange variant 3.5.1 Beschrijving Vanaf de A13 gaat het Tracé Boortunnel lange variant (BTL) omlaag om de A4, alle aansluitingen van knooppunt Ypenburg en de Laan van Hoornwijck

Nadere informatie

Schöck Isokorb type QS 10

Schöck Isokorb type QS 10 Schöck Isokorb type Schöck Isokorb type 10 Inhoud Pagina Bouwkundige aansluitsituaties 152 Afmetingen 153 Kopplaat staalconstructie/bijlegwapening 154 Capaciteiten/Voegafstanden/Inbouwtoleranties 155 Inbouwhandleiding

Nadere informatie

CONCEPT. K Evaluatierapport Tweede Heinenoordtunnel

CONCEPT. K Evaluatierapport Tweede Heinenoordtunnel CONCEPT K100-06 Evaluatierapport Tweede Heinenoordtunnel VERSIE 5 MAART 2004 VOORWOORD...1 SAMENVATTING EN CONCLUSIES...3 HOOFDSTUK 1...6 INLEIDING...6 1.1 Kennisopbouw via praktijkonderzoek naar boortunnels...6

Nadere informatie

Onderzoek naar de aanwezigheid en locatie van holle ruimten onder de bestaande dijkbekleding van de Gorishoekse Nol

Onderzoek naar de aanwezigheid en locatie van holle ruimten onder de bestaande dijkbekleding van de Gorishoekse Nol Rapport Onderzoek naar de aanwezigheid en locatie van holle ruimten onder de bestaande dijkbekleding van de Gorishoekse Nol Opdrachtgever: Waterschap Scheldestromen / Projectbureau Zeeweringen Kenmerk

Nadere informatie

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be PROBETON vzw Beheersorganisme voor de controle van de betonproducten PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be TECHNISCHE

Nadere informatie

CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 2.8 Antwoorden

CONSTRUCTIEMECHANICA 4. 2.8 Antwoorden ONSTRUTEEHN 4.8 ntwoorden oorsnedegrootheden.1.1 a) met de oorsprong van het assenstelsel in punt : Z (00; 6,5) mm b) zz 9,1 x 10 8 mm 4 5, x 10 8 mm 4 z z 0 c) met behulp van de irkel van ohr: zz, x 10

Nadere informatie

96-CON-R0302Specificatie van de instrumentatie ten behoeve van de meetringen in de Tweede Heinenoordtunnel. 9 mei 1996

96-CON-R0302Specificatie van de instrumentatie ten behoeve van de meetringen in de Tweede Heinenoordtunnel. 9 mei 1996 96-CON-R0302Specificatie van de instrumentatie ten behoeve van de meetringen in de Tweede Heinenoordtunnel 9 mei 1996 R. Both 1 F.J.M. Hoefsloot 2 R.L. Kuijer 3 F.M. Middeldorp 4 P.C. van Staalduinen 4

Nadere informatie

Technisch HEXA FLOORING

Technisch HEXA FLOORING Technisch HEXA FLOORING MASSIEF NT - I T S ALL IN Deze documentatie maakt onderdeel uit van het Informatief magazine Massief NT - TMA02-082017 HEXA FLOORING HEXA FLOORING De balkonbodemplaat van Massief

Nadere informatie

Memo. Berend Feddes. Simon Duivenvoorde april 2005

Memo. Berend Feddes. Simon Duivenvoorde april 2005 Memo Dienst Beheer Infrastructuur afdeling Technisch Specialistisch Onderhoud Aan Berend Feddes Van Telefoonnummer Datum Simon Duivenvoorde 0182-62 22 82 21 april 2005 Betreft Korte notitie met aandachtspunten

Nadere informatie

98-CON-R0782 Predictie statische belastingproef Tweede Heinenoordtunnel. 26 mei 1998

98-CON-R0782 Predictie statische belastingproef Tweede Heinenoordtunnel. 26 mei 1998 98-CON-R0782 Predictie statische belastingproef Tweede Heinenoordtunnel 26 mei 1998 dr.ir. G.P.C. van Oosterhout, TNO Bouw ir. P.P.T. Litjens, GD ir. M.J.L van Prooijen, TNO Bouw K100-W-082 Werkrapport

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat. Bouwdienst Rijkswaterstaat

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat. Bouwdienst Rijkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat -Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Het tablet is om vele redenen een populaire toedieningsvorm van geneesmiddelen. Het gebruikersgemak en het gemak waarmee ze grootschalig kunnen worden geproduceerd zijn slechts twee van de

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Polymeren zijn grote moleculen die zijn opgebouwd uit een beperkt aantal soorten bouwblokken waarvan er een groot aantal in een molecuul zijn verwerkt. Meestal bestaat een polymeermolecuul uit een lange

Nadere informatie

Schöck Isokorf type K

Schöck Isokorf type K 7417 Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 46 Productbeschrijving 47 Bovenaanzichten 48-52 Capaciteitstabellen 53-55 Rekenvoorbeeld 56 Bijlegwapening 57 Inbouwsituatie bij breedplaatvloeren 58 Speciale

Nadere informatie

Schöck Isokorb type Q, Q+Q

Schöck Isokorb type Q, Q+Q Schöck Isokorb type, + + Schöck Isokorb type Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 64 Productbeschrijving/Capaciteitstabellen type 65 Bovenaanzichten type 66-68 Rekenvoorbeeld type 69 Productbeschrijving/Capaciteitstabellen

Nadere informatie

De technologie van waterdicht beton

De technologie van waterdicht beton 1 Waterdichtheid afhankelijk van materiaaleigenschappen, scheuren en voegen De technologie van waterdicht beton Is beton waterdicht? In de praktijk wel, zo bewijzen vele woonarken met betonnen casco in

Nadere informatie

UNIVERSAL S T A N D A R D-Ve verbinding

UNIVERSAL S T A N D A R D-Ve verbinding Pagina 1 van 7 versie 02-10-2006 UNIVERSAL S T A N D A R D-Ve verbinding 1. SCHOONMAKEN Maak de binnenkant van de mof zorgvuldig schoon. Let vooral op de kamer waar de ring in ligt (verwijder alle grond,

Nadere informatie

Bij de aanleg van de ring zijn voor de verkeerswegen twee soorten brugconstructies gebruikt:

Bij de aanleg van de ring zijn voor de verkeerswegen twee soorten brugconstructies gebruikt: 1. FASERING IN HOOFDLIJNEN Zie tekst Maarten Moers 2. BOUWEN BINNEN BESTAANDE BRUGGEN De twee binnenste Ringland-tunnels, bestemd voor stedelijk verkeer, passen perfect tussen de pijlers van de bestaande

Nadere informatie

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn

Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Rapport Prestatie Gevellamel versus Luchtgordijn Datum: 18 september 2017 Windsafe Projects B.V. Science Park 5080 5692 EA Son Nederland Project Titel Prestatie Gevellamel versus luchtgordijn Document

Nadere informatie

Bijlage 3 Bouwtechnieken

Bijlage 3 Bouwtechnieken Bouwtechnieken 1 Bouwtechnieken Geotechnische gesteldheid Toepasbaarheid van verschillende tunneltechnieken wordt in belangrijke mate bepaald door de geotechnische gesteldheid van de bodem. (Bodemopbouw,

Nadere informatie

Niet-lineaire mechanica INHOUD LES 1. Niet-lineair materiaalgedrag: gewapend betonnen wanden en staalprofielen. Niet-lineair raamwerk-element

Niet-lineaire mechanica INHOUD LES 1. Niet-lineair materiaalgedrag: gewapend betonnen wanden en staalprofielen. Niet-lineair raamwerk-element INHOUD LES 1 Niet-lineair gedrag van een kabel-element Niet-lineair materiaalgedrag: gewapend betonnen wanden en staalprofielen Niet-lineair raamwerk-element Demonstratie van computerprogramma Dr.Frame

Nadere informatie

Meetrapport meetring Zuid in de Tweede Heinenoordtunnel - Periode 3 tot en met 26 november 1997

Meetrapport meetring Zuid in de Tweede Heinenoordtunnel - Periode 3 tot en met 26 november 1997 97-CON-R1529 Meetrapport meetring Zuid in de Tweede Heinenoordtunnel - Periode 3 tot en met 26 november 1997 16 januari 1998 dr. ir. G.P.C. van Oosterhout ir. P.C. van Staalduinen Auteursrechten Alle rechten

Nadere informatie

Stap 2. Geometrisch niet-lineair model Het elastisch weerstandsmoment dat nodig is om dit moment op te nemen is

Stap 2. Geometrisch niet-lineair model Het elastisch weerstandsmoment dat nodig is om dit moment op te nemen is Uitwerking opgave Pierre Hoogenboom, 9 november 001 a = 15 m, b = 7 m en c = 4 m. Aangenomen: Vloeispanning 40 MPa Veiligheidsfactor vloeispanning 1, Van Amerikaanse Resistance Factors (Phi) wordt geen

Nadere informatie

Evaluatie Tweede Heinenoordtunnel

Evaluatie Tweede Heinenoordtunnel Evaluatie Tweede Heinenoordtunnel Technische, juridische en contractuele aspecten bij de bouw van de eerste geboorde tunnel in Nederland, 1996-1999 Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland Bouwdienst Rijkswaterstaat

Nadere informatie

F512-07-03 F512. Praktijkonderzoek Boortunnel Groene Hart. Liggerwerking van boortunnels in de bouwfase

F512-07-03 F512. Praktijkonderzoek Boortunnel Groene Hart. Liggerwerking van boortunnels in de bouwfase EINDRAPPORT F512-07-03 F512 Praktijkonderzoek Boortunnel Groene Hart Liggerwerking van boortunnels in de bouwfase EINDRAPPORT F512-07-03 F512 Praktijkonderzoek Boortunnel Groene Hart Liggerwerking van

Nadere informatie

eindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING

eindrapport Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting SAMENVATTING Optimalisatie van de geextrudeerde boortunne/: de binnenbekisting eindrapport SAMENVATTING Wanneer men kijkt naar de kostenopbouw van een geboorde tunnel, die gebouwd wordt volgens de gebruikelijke segmenten-methode,

Nadere informatie

Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB - Commissie K100. Tangentiële interactie tussen segmenten Cluster 15 : Predictie V-19

Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB - Commissie K100. Tangentiële interactie tussen segmenten Cluster 15 : Predictie V-19 Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB - Commissie K100 Tangentiële interactie tussen segmenten Cluster 15 : Predictie V-19 Projectbureau Boortunnels maart 1996 Praktijkonderzoek boortunnels CUR / COB

Nadere informatie

Samenvatting ontwerpberekeningen geboorde gedeelte Tweede Heinenoordtunnel .. "...

Samenvatting ontwerpberekeningen geboorde gedeelte Tweede Heinenoordtunnel .. ... ~T Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Bouwdienst Rijkswaterstaat Droge infrastructuur Afdeling Tunnelbouw Samenvatting ontwerpberekeningen geboorde gedeelte Tweede

Nadere informatie

Infiltratievoorzieningen meten, modelleren, dimensioneren

Infiltratievoorzieningen meten, modelleren, dimensioneren Infiltratievoorzieningen meten, modelleren, dimensioneren Harry van Luijtelaar Stichting RIONED Utrecht, 2 februari 2012 Overzicht presentatie Dimensioneren (module C2200) Weten begint met meten! Modelleren

Nadere informatie

Colofon. D. Nakken (Studienr: )

Colofon. D. Nakken (Studienr: ) Colofon Veiligheid van de lining van boortunnels bij extreme groutdrukken Plastische zones in de grond rondom boortunnels ten gevolge van groutdrukken Hoofdonderzoek D. Nakken (Studienr: 9595089) Technische

Nadere informatie

Notitie Dossier 8915

Notitie Dossier 8915 Notitie 02 03 2016 Dossier 8915 Brandschade bergingen Tichelberg Noord te Zoetermeer Verslag inspecties d.d. 21 en 26 januari 2016 tijdens verwijderen dakbedekking 1 Inleiding Op 31 december 2014 heeft

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse De constructie bestaat uit een drie keer geknikte staaf die bij A is ingeklemd en bij B in verticale richting is gesteund. De staafdelen waarvan

Nadere informatie

EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING IN EN DIRECT ACHTER DE TUNNELBOORMACHINE BIJ DE TWEEDE HEINENOORDTUNNEL

EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING IN EN DIRECT ACHTER DE TUNNELBOORMACHINE BIJ DE TWEEDE HEINENOORDTUNNEL EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING IN EN DIRECT ACHTER DE TUNNELBOORMACHINE BIJ DE TWEEDE HEINENOORDTUNNEL PERIODE 1 TOT EN MET 7 NOVEMBER 1997 EVALUATIE VAN DEFORMATIES VAN DE TUNNELLINING

Nadere informatie