Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart
|
|
- Renée Goossens
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart Ligger en buis in lineair elastische halfruimte Projectorganisatie HSL-Zuid Projectbureau Noordelijk Holland Holland Railconsult ir. C.P.L. Walschot Kenmerk GMV-CPL Versie 0.2 Utrecht, 6 oktober 2000 Fout! Tekstfragment niet gedefinieerd.
2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Modelbeschrijving Algemeen Ligger in lineair elastische halfruimte Geometrie Randvoorwaarden Buis in lineair elastische halfruimte Geometrie Randvoorwaarden Afmetingen Lengte Overige afmetingen Grondparameters Tunnelparameters Pulsbelasting Krachtverloop Aangrijppunt 12 2 Berekeningen Vergelijkingscriteria Numerieke resultaten Algemeen Verplaatsingen in de tijd, invering van de tunnel Amplitudespectra 17 3 Conclusies en samenvatting 18 Colofon 19 Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Verticale verplaatsingen in de tijd Amplitudespectra Passage van een enkele aslast Vervormingen van de tunnel 2/19
3 Inleiding Voor de projectorganisatie Hogesnelheidslijn Zuid is onderzoek verricht naar het dynamisch gedrag van de boortunnel onder het Groene Hart. In dit rapport worden eindige elementen berekeningen besproken waarbij de tunnel op twee manieren is gemodelleerd namelijk: 1. Als een Timoshenko ligger in een lineair elastische halfruimte; 2. Als een holle buis in een lineair elastische halfruimte. Deze berekeningen vormen een aanvulling op een voorafgaand onderzoek naar het dynamisch gedrag van de als ligger gemodelleerde tunnel het vrije veld (zie Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart, onderzoek naar het dynamisch liggergedrag van de tunnel bij treinpassages in het vrije veld. Modellering als Timoshenko ligger, ir. C.L. Kamp, Holland Railconsult, 3 april 2000). De eindige elementen modellen met de Timoshenko ligger in een lineair elastische halfruimte en de buis in een lineair elastische halfruimte en de gehanteerde modelparameters worden beschreven in hoofdstuk 2. De resultaten van de gemaakte berekeningen en de vergelijking met de resultaten van het voorafgaande onderzoek naar het dynamisch liggergedrag in het vrije veld worden besproken in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 geeft de conclusies en een samenvatting van het onderzoek. 3/19
4 1 Modelbeschrijving 1.1 Algemeen In een voorafgaande fase van het onderzoek naar het dynamisch gedrag van de boortunnel onder het Groene Hart is de tunnel gemodelleerd als een continu elastisch ondersteunde ligger in het vrije veld (zie Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart, Onderzoek naar het dynamisch liggergedrag van de tunnel bij treinpassages in het vrije veld. Modellering als Timoshenko ligger, ir. C.L. Kamp, Holland Railconsult, 3 april 2000). De eigenschappen van de grond worden bij deze modellering bepaald door de parameters k grond en c grond, respectievelijk de verticale stijfheid en de verticale demping van de grond. De eigenschappen van de ligger worden bepaald door de parameters EI, ηga en μ, respectievelijk de buigstijfheid en de afschuifstijfheid van de ligger en de meetrillende massa van de grond en van de tunnel per eenheid van lengte. Het bijbehorende model is te zien in figuur 1. EI, ηga, μ k grond, c grond Figuur 1 Elastisch ondersteunde ligger in vrije veld In fase 2 van het onderzoek naar het dynamisch gedrag van de HSL-Boortunnel wordt het model van de tunnel uitgebreid. De tunnelbuis wordt op twee manieren gemodelleerd namelijk: 1. Als een Timoshenko ligger in een lineair elastische halfruimte; 2. Als een continue buis in een lineair elastische halfruimte. De eigenschappen van de Timoshenko ligger en de buis worden bepaald door de parameters EI, ηga en μ, respectievelijk de buigstijfheid en de afschuifstijfheid en de massa van de tunnel per eenheid van lengte. De eigenschappen van de grond worden bepaald door de parameters E grond, ν grond, ρ grond χi grond, respectievelijk de elasticiteitsmodulus, de dwarscontractie, de soortelijke massa en de materiaaldemping van de grond. 4/19
5 1.2 Ligger in lineair elastische halfruimte Geometrie De ligger in de lineair elastische halfruimte is gemodelleerd met behulp van eindige elementen. De lineair elastische halfruimte is gemodelleerd als een blok met een eindig volume. Het blok is opgebouwd uit meerdere lagen, overeenkomstig de verschillende grondlagen rondom de tunnel. Het blok is gemodelleerd met behulp van 8 - knoops solid elementen. Ter plaatse van de tunnelbuis is in het blok in horizontale richting een cilindervormige uitsparing aangebracht. De Timoshenko ligger ligt in het centrum van deze uitsparing en is gemodelleerd met behulp van driedimensionale 2 - knoops balkelementen. De knooppunten van de balkelementen zijn rechtstreeks gekoppeld aan de omliggende knooppunten van de 8 knoops solid elementen van de halfruimte. Een afbeelding van het model van de Timoshenko ligger in de lineair elastische halfruimte is te zien in figuur 2. Figuur 2 Timoshenko ligger in lineair elastische halfruimte 5/19
6 Randvoorwaarden Het dynamisch gedrag van de ligger wordt bepaald door deze te belasten met een puls in verticale richting aan het uiteinde van de ligger in het voorvlak van het model in figuur 2. Omdat de belasting niet excentrisch is, is er sprake is van symmetrie. Het model in figuur 2 is daarom feitelijk een kwart model. De vlakken aan de linkerzijde en aan de voorzijde van het model zijn symmetrie-vlakken. De vlakken aan de rechterzijde en aan de onderzijde hebben oneindige randvoorwaarden om de trillingsgolven uit het model weg te kunnen laten lopen in verband met dissipatie van mechanische energie. De vrijheidsgraden van de knooppunten die per vlak zijn vastgelegd staan in tabel 2. Tabel 1: vastgelegde vrijheidsgaden Vlak / vrijheidsgraad Ux Uy Uz Rotx Roty Rotz Oneindig Boven Achter X X X X X X Voor X X X Links X X X Rechts X Onder X X = vastgelegde vrijheidsgraad In het model van de ligger zijn de knooppunten op de uiteinden van de balkelementen zodanig met de omliggende knooppunten van de cilindervormige uitsparing in het blok grond verbonden, dat ze samen een star geheel vormen. Alle vrijheidsgraden van de segmenten van de ligger (translaties en rotaties) en de omliggende grond zijn dus rechtstreeks gekoppeld. Een gedetailleerdere weergave van de koppeling van de ligger met de halfruimte is te zien in figuur 3. Figuur 3 Koppeling van vrijheidsgraden 6/19
7 1.3 Buis in lineair elastische halfruimte Geometrie De buis in de lineair elastische halfruimte is op vrijwel dezelfde wijze gemodelleerd als de Timoshenko ligger in de lineair elastische halfruimte. Het belangrijkste verschil zit in de modellering van de buis. Deze is, net als de omringende grond, gemodelleerd met 8 knoops solid elementen. De buis sluit direct aan op de omringende grond. Het model van de buis in de lineair elastische halfruimte is te zien in figuur 4. Figuur 4 Buis in lineair elastische halfruimte Randvoorwaarden Het dynamisch gedrag van de buis wordt eveneens bepaald door deze te belasten met een puls in verticale richting, precies in het midden van de onderzijde van de buis. Ook hier is dus sprake van symmetrie. De vrijheidsgraden van de knooppunten die per vlak zijn vastgelegd staan in tabel 2. Omdat het model geen balkelementen bevat, hoeven geen rotaties te worden vastgelegd. Tabel 2: vastgelegde vrijheidsgaden Vlak / vrijheidsgraad Ux Uy Uz Oneindig Boven Achter X X X Voor X Links X Rechts X Onder X 7/19
8 1.4 Afmetingen Lengte Om het dynamisch gedrag van de als oneindig lang beschouwde tunnel bij benadering goed te kunnen simuleren, moeten de eindige elementen modellen in de axiale richting van de tunnel voldoende lengte hebben. Omdat alle vrijheidsgraden van het knooppunten op het achtervlak van de modellen zijn vastgelegd, is de lengte zodanig gekozen dat trillingsgolven die door het achtervlak worden gereflecteerd, na reflectie voldoende zijn uitgedempt om het resultaat van dynamische berekeningen niet noemenswaardig te beïnvloeden. Om het aantal elementen in de modellen te beperken in verband met de rekentijd, zijn de modellen in lengterichting opgebouwd uit twee delen namelijk: 1. Een kort deel met een kleine en constante elementgrootte; 2. Een lang deel met een naar het achtervlak toe oplopende elementgrootte. Ad 1: Het eerste deel van de modellen moet van voldoende lengte zijn om de relatief grote vervormingen die in dit deel optreden, goed te kunnen bepalen met de gekozen elementgrootte. Als de tunnel wordt beschouwd als een continu elastisch ondersteunde buigligger, dan geldt voor deze lengte bij benadering: 4 E I L = π 1 k In deze vergelijking is E I de buigstijfheid van de ligger. k is de statische stijfheid van de omringende grond in verticale richting (zie ter vergelijking figuur 1). De benodigde lengte L 1 van het eerste deel van het model bedraagt maximaal ongeveer 75 [m]. Omdat de elementgrootte van het eerste en het tweede deel rondom de overgang van beide delen vrijwel gelijk is, is de lengte van het eerste deel van het model ter beperking van het totale aantal elementen vastgesteld op 60 [m]. Ad 2: De lengte van het tweede deel moet zodanig groot worden gekozen dat de trillingen hierin voldoende uitdempen om in het eerste deel van het model geen last te hebben van reflecties. Deze lengte is proefondervindelijk vastgesteld op 600 [m]. De totale lengte van beide modellen bedraagt 660 [m]. 8/19
9 Overige afmetingen De overige afmetingen van de modellen zijn te zien in figuur 5. De bijbehorende waarden staan in tabel 3. D tunnel L2 Ru, Ri D grond L1 B grond Figuur 5 Hoofdafmetingen Tabel 3: hoofdafmetingen Maat Betekenis Waarde Eenheid B grond Breedte grond 50 [m] D grond Diepte grond t.o.v. N.A.P. 50 [m] L1 Lengte eerste deel 60 [m] L2 Lengte tweede deel 600 [m] Ru Buitenstraal tunnelbuis 7.25 [m] Ri Binnenstraal tunnelbuis 6.65 [m] D tun km22.8 Diepte centrum tunnelbuis t.o.v. N.A.P. bij km [m] D tun km29.7 Diepte centrum tunnelbuis t.o.v. N.A.P. bij km [m] 9/19
10 1.5 Grondparameters De grond rondom de tunnel is gemodelleerd op twee verschillende manieren namelijk: 1. Overeenkomstig de opbouw van de grond bij km 22.8; 2. Overeenkomstig de opbouw van de grond bij km Bij km 22.8 is de verticale stijfheid van de grond het hoogst, bij km 29.7 het laagst (zie Dynamicaberekeningen boortunnel Groene Hart, Grondparameters, W. Gardien, Holland Railconsult, 29 februari 2000). De materiaaleigenschappen van de verschillende grondlagen staan in tabel 4 en 5. Voor km 22.8 ligt het maaiveld op 4.5 [m] beneden N.A.P. Voor km 29.7 ligt het maaiveld op 2.0 [m] beneden N.A.P. Tabel 4: Grondparameters km 22.8 Diepte grondlaag Soortelijke massa Glijdingsmodulus Materiaaldemping Dwars-constractie [m] ρ [kg/m 3 ] G [N/m 2 ] χi [ - ] ν [ - ] 1) Veen + klei -4.5 tot * ) Zand tot * ) Pleistoceen zand tot * Tabel 5: Grondparameters km 29.7 Diepte grondlaag Soortelijke massa Glijdingsmodulus Materiaaldemping Dwars-constractie [m] ρ [kg/m 3 ] G [N/m 2 ] χi [ - ] ν [ - ] 1) Klei, zand -2.0 tot * ) Zand -3.0 tot * ) Veen -4.5 tot * ) Klei -6.5 tot * ) Zand tot * ) Pleistoceen zand tot * Tunnelparameters Om de minst gunstige situatie met betrekking tot het dynamisch gedrag van de tunnel te kunnen simuleren, gelden de gebruikte buis- en liggerparameters voor een zo slap mogelijke tunnelbuis d.w.z. voor een tunnelbuis zonder inlay, waarbij de afzonderlijke segmenten van de tunnelwand met nokken worden verbonden. Deze situatie kan nog worden verdeeld in de volgende twee extreme situaties namelijk: 1. De nokken tussen de segmenten van de tunnelwand maken 20 % contact; 2. De nokken tussen de segmenten van de tunnelwand maken 100 % contact. De invloed van een reductie van het contactoppervlak tussen de nokken kan worden vertaald naar een lagere buigstijfheid van de buis of de ligger. De invloed van een reductie van het contactoppervlak tussen de nokken heeft een verwaarloosbare invloed op de afschuifstijfheid van de buis of de ligger (zie Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart, Liggerparameters, C.P.L. Walschot, Holland Railconsult, 29 maart 2000). 10/19
11 De gebruikte ligger- en buisparameters staan in tabel 6 en tabel 7. Let op: i.v.m. symmetrie (zie 2.2 en 2.3) gelden de parameters voor de halve tunnel! Tabel 6: Liggerparameters Parameter Betekenis Waarde Eenheid EI 20% Buigstijfheid, 20 % contact nokken 3.36*10 12 [Nm 2 ] EI 100% Buigstijfheid, 100 % contact nokken 7.85*10 12 [Nm 2 ] ηga Afschuifstijfheid 1.06*10 11 [N] m Massa per eenheid lengte 3.28*10 4 [kg/m] Tabel 7: Buisparameters Parameter Betekenis Waarde Eenheid Dn Buitendiameter [m] Di Binnendiameter [m] E 20% Elasticiteitsmodulus, 20 % contact nokken 10.50*10 9 [N/m 2 ] E 100% Elasticiteitsmodulus, 100 % contact nokken 24.5*10 9 [N/m 2 ] ν Dwarscontractie 0.2 [ - ] ρ Soortelijke massa 2500 [kg/m 3 ] 1.7 Pulsbelasting Krachtverloop Het dynamisch gedrag van de Timoshenko ligger en de continue buis in de lineair elastische halfruimte wordt bepaald op basis van pulsresponsies. De pulsbelasting wordt uitgeoefend op het uiteinde van de ligger of de buis aan de voorzijde van het model. Het systeem wordt in principe aangestoten in al zijn eigenfrequenties. In het model wordt de puls benaderd door de belasting in de tijd te laten verlopen zoals is weergegeven in figuur 6. De amplitude van de belasting bedraagt 170 [kn]. Dit komt overeen met een enkele aslast van een Thalys. Het tijdsinterval is 0.01 [s] lang. F [N] F max = 170 [kn] T eind = 0.01 [sec] t [sec] Figuur 6 Pulsbelasting 11/19
12 Aangrijppunt In het geval van de ligger wordt de belasting verdeeld over alle knooppunten op de omtrek van de tunnel (in het voorvlak van het model). In het geval van de buis wordt de pulsbelasting verdeeld over drie knooppunten op de onderzijde van de binnenzijde van de tunnel (eveneens in het voorvlak van het model). 12/19
13 2 Berekeningen 2.1 Vergelijkingscriteria De dynamische eigenschappen van de Timoshenko ligger en de continue buis in de lineair elastische halfruimte worden vergeleken op basis van de volgende resultaten: 1. Amplitudespectra van de verticale verplaatsingen van de ligger en de buis; 2. De verticale verplaatsingen van de ligger en de buis door de passage van een enkele aslast van een Thalys. De verticale verplaatsingen van de ligger en de buis zijn bepaald voor een aantal punten op de onderzijde van de tunnel op het vlak x = 0. In het model van de ligger in de lineair elastische halfruimte model liggen deze punten op het grensvlak van de tunnelbuis en de omringende grond. Door de koppeling van de vrijheidsgraden van de ligger aan die van de omringende grond zijn de verplaatsingen van deze punten gelijk. In het model van de buis in de lineair elastische halfruimte liggen deze punten op de buitenzijde van de buiswand. Het eerste meetpunt ligt in het voorvlak van het model. Het laatste punt ligt op 30.0 [m] vanaf het voorvlak van het model. De onderlinge afstand tussen de meetpunten bedraagt 5.0 [m]. De meetpunten in het model met de buis zijn weergegeven in het geschematiseerde zijaanzicht van het model in figuur 7. De knooppuntnummers van de meetpunten van de verschillende modellen staan in tabel 8. Maaiveld 30 m Tunnelwand 5 m Puls y Meetpunten y z x Figuur 7 Meetpunten voor verticale verplaatsingen 13/19
14 Ad1: De amplitudespectra worden bepaald door middel van een Fourier transformatie van de verplaatsingen van de meetpunten op de ligger of op de buis in de tijd. Als voorbeeld zijn in figuur 8 de verticale verplaatsingen in de tijd van de meetpunten op de ligger te zien van 0.0 [s] tot 1.0 [s]. De bijbehorende amplitudespectra voor het frequentiebereik van 0 [Hz] tot 35 [Hz] zijn te zien in figuur 9. Figuur 8 Verticale verplaatsingen (tijddomein) Figuur 9 Amplitudespectra verticale verplaatsingen (frequentiedomein) 14/19
15 Tabel 8: knooppuntnummers meetpunten Z-coördinaat Knooppuntnummer [m] Km 22.8 Km 29.7 Ligger Buis Ligger Buis Ad 2: Omdat er sprake is van een lineair elastisch model, kunnen de verticale verplaatsingen van de tunnel ten gevolge van het passeren van een enkele aslast van een trein middels een integratieprocedure worden bepaald uit de berekende pulsresponsies van de verschillende meetpunten (zie Integratie procedure kritieke treinsnelheid, W. Gardien, Holland Railconsult, januari 2000). Als voorbeeld is in figuur 10 de vervorming van de ligger over een lengte van 60 [m] aan weerszijden van het aangrijppunt van de aslast weergegeven. De aslast bedraagt 170 [kn] en grijpt aan op x = 0 [m]. Figuur 10 Zakkingen van de ligger bij de passage van een enkele aslast (Thalys) 15/19
16 2.2 Numerieke resultaten Algemeen De amplitudespectra en het verloop van de verticale invering van de tunnel bij de passage van een enkele aslast zijn berekend voor de volgende situaties: 1. Stijve grond bij km 22.8, 20 % krachtoverdragend oppervlak tussen de nokken van de tunnelsegmenten; 2. Stijve grond bij km 22.8, 20 % krachtoverdragend oppervlak tussen de nokken van de tunnelsegmenten; 3. Slappe grond bij km 29.7, 20 % krachtoverdragend oppervlak tussen de nokken van de tunnelsegmenten; 4. Slappe grond bij km 29.7, 20 % krachtoverdragend oppervlak tussen de nokken van de tunnelsegmenten Verplaatsingen in de tijd, invering van de tunnel De grafieken met het verloop van de verplaatsingen in de tijd van de meetpunten op de ligger en de buis zijn opgenomen in bijlage 1. Hieruit kunnen de volgende zaken worden geconcludeerd: Volgens de verwachting zijn de (maximale) verplaatsingen van zowel de ligger als de buis voor de stijve ondergrond (situatie 1 en 2) kleiner dan voor de slappe ondergrond (situatie 3 en 4); De trillingen in de ligger dempen langzamer uit dan de trillingen in de buis. De oorzaak hiervan zijn verschillen in traagheid tussen de ligger en de buis. De totale massa s van de ligger en de buis zijn weliswaar gelijk, maar toch komen de verschillende trillingsvormen van de buis en de ligger niet helemaal overeen. Bij de ligger treden, inherent aan de modellering, trillingsvormen op waarbij de doorsnede van de tunnel in de verticale richting als een star geheel transleert. De traagheid behorend bij de totale massa van de (starre) tunneldoorsnede is dan bepalend voor de hoogte van de frequenties waarmee de tunnel trilt en de snelheid waarmee de trilling bij een gegeven materiaaldemping uitdempt. Bij de buis treden er naast de trillingen waarbij de gehele doorsnede van de tunnel schijnbaar als een star geheel transleert, ook trillingen op waarbij sprake is van lokale, relatief hoogfrequente trillingen van de tunnelwand. De traagheid van de tunnelwand is lokaal gezien minder groot dan die van een gehele (starre) tunneldoorsnede. De frequenties van de trillingen en de snelheid waarmee deze bij een gegeven materiaaldemping uitdempen zijn navenant groter. De verplaatsingen van de meetpunten dichtbij het excitatiepunt zijn bij de buis groter dan bij de ligger. De oorzaak hiervan ligt in de manier waarop de tunnel wordt belast. Bij de buis wordt de pulsbelasting over slechts enkele knooppunten verdeeld. Er is dan bij benadering sprake van een puntbelasting, en de bijbehorende vervormingen zijn navenant groter. Bij de ligger daarentegen wordt de last verdeeld over de knooppunten op de gehele omtrek van de buis in het voorvlak van het model. De amplitudes dichtbij het excitatiepunt blijven daardoor beperkt. 16/19
17 De grafieken met de vervorming van de tunnel door de passage van een enkele aslast van een Thalys zijn opgenomen in bijlage 2. Hieruit kunnen de volgende zaken worden geconcludeerd: De verplaatsingen in het voorafgaande onderzoek zijn berekend voor de ligger in het vrije veld (zie Onderzoek naar het dynamisch liggergedrag van de tunnel bij treinpassages in het vrije veld. Modellering als Timoshenko ligger, ir. C.L. Kamp, 3 april 2000) van de ligger komen vrij goed overeen met de verplaatsingen die de situatie bij km 29.7, dat wil zeggen voor slappe grond en 20 % krachtoverdragend oppervlak tussen de nokken van de tunnelwandsegmenten. De maximale zakking van de ligger in het vrije veld bedraagt ongeveer 1.25*10-5 [m]. Voor de gemaakte eindige elementen berekening bedraagt de maximale verplaatsing van de ligger ongeveer 1.75*10-5 [m]. De ligger in de lineair elastische halfruimte lijkt zich dus wat minder stijf te gedragen dan de equivalente ligger in het vrije veld; Door de manier waarop de pulslast op de buis wordt aangebracht, zijn de verplaatsingen van de buis dichtbij het excitatiepunt veel groter dan bij de ligger. Uit het verloop van de verplaatsingen van de buiswand over een bepaalde afstand kan daarnaast nog worden afgeleid dat er ten opzichte van de ligger trillingen optreden met een kleinere golflengte en een hogere frequentie Amplitudespectra De amplitudespectra voor de beschouwde situaties zijn opgenomen in bijlage 3. Voor alle vier de situaties geldt dat de amplitudespectra voor de ligger en de buis bij een bepaalde verticale stijfheid van de grond en een bepaalde buig- en afschuifstijfheid van de tunnel qua orde van grootte globaal overeenkomen. De verschillen tussen de ligger en de buis komen tot uiting op de volgende punten: Het verschil tussen de amplitudes in het excitatiepunt en de amplitudes van de overige meetpunten is bij de buis veel groter dan bij de ligger. De oorzaak hiervan ligt, zoals reeds vermeld, in de manier waarop de pulsbelasting wordt aangebracht. De amplitudes van de knooppunten nemen bij de buis relatief sneller af dan bij de ligger naarmate deze punten verder van het excitatiepunt verwijderd zijn. De oorzaak hiervan is dat de vervormingen van de buis een meer lokaal karakter hebben. De buis vervormt rondom het excitatiepunt niet zozeer als een buigligger. Door de manier waarop de belasting wordt aangebracht is het hier voornamelijk de tunnelwand zelf die vervormt. Bij de buis nemen de amplitudes van trillingen minder af ten opzichte van de ligger bij een toename van de frequentie. De oorzaak hiervan zijn trillingen van de tunnelwand zelf bij frequenties > 5 [Hz ] die in minder mate voorkomen in de ligger. Ter illustratie van de trillingen die optreden in de ligger en in de buis zijn in bijlage 4 enkele afbeeldingen te zien van de vervormingen van de eindige elementen modellen voor de situatie bij km 29.7 op t = 0.1 [s]. Aan de vervormingen van de ligger is te zien dat het hier voornamelijk gaat om trillingen met relatief grote golflengten. Aan de vervormingen van de buis is te zien dat hier trillingen met korte golflengten, waarbij de buis voornamelijk lokaal vervormt, een belangrijke rol spelen. 17/19
18 3 Conclusies en samenvatting Voor de Projectorganisatie HSL Zuid is onderzoek verricht naar het dynamisch gedrag van de boortunnel onder het Groene Hart bij treinpassages. De tunnel is hiertoe op twee manieren gemodelleerd met behulp van eindige elementen namelijk: 1. Als een Timoshenko ligger in een lineair elastische halfruimte; 2. Als een holle continue buis in een lineair elastische halfruimte. Het gedrag van de tunnel bij treinpassages is voor beide gevallen bepaald op basis van pulsresponsies. Het gedrag van de tunnel wordt geïnterpreteerd aan de hand van: 1. Amplitudespectra van verschillende meetpunten op de ligger of op de buis; 2. Zakkingen van de ligger of de buis door de passage van een enkele aslast. De amplitudespectra van verschillende punten op de ligger en buis komen globaal vrij goed overeen. De verschillen tussen de ligger en de buis worden veroorzaakt door relatief grote lokale vervormingen van de buiswand dichtbij het aangrijpingspunt van de pulsbelasting en de dynamische eigenschappen van de buiswand zelf. Voor de buis betekent dit dat de amplitudes van trillingen minder snel afnemen ten opzichte van de ligger bij een toename van de frequentie voor frequenties > 5 [Hz]. De verplaatsingen van de ligger in het vrije veld die in een voorafgaand onderzoek op analytische wijze zijn bepaald komen goed overeen met verplaatsingen van de met behulp van eindige elementen gemodelleerde ligger in de lineair elastische halfruimte. De verschillen tussen vervormingen van de ligger of de buis door passage van een enkele aslast worden, zoals hierboven reeds genoemd, veroorzaakt door relatief grote lokale vervormingen van de buiswand dichtbij het aangrijppunt van de belasting en door de dynamische eigenschappen van de buiswand zelf. 18/19
19 Colofon Opdrachtgever Projectorganisatie HSL-Zuid Projectbureau Noordelijk Holland ir. P. Javanovic Uitgave Holland Railconsult Grote Projecten Vakgroep Geotechniek, Milieu, Dynamica en Vergunningen R 2.33 Daalseplein GW Utrecht Telefoon (030) Telefax (030) Auteur ir. C.P.L. Walschot adviseur dynamica Projectnummer 4823 NOH 19/19
20 Bijlage I Verticale verplaatsingen in de tijd
21 Bijlage II Amplitudespectra
22 Bijlage III Passage van een enkele aslast
23 Bijlage IV Vervormingen van de tunnel Vervorming ligger en bodem op t = 0.1 [s], vergrotingsfactor = 300 Vervorming ligger op t = 0.1 [s], vergrotingsfactor = 3000
24 Vervorming buis en grond op t = 0.1 [s], vergrotingsfactor = 75 Vervorming buis op t = 0.1 [s], vergrotingsfactor = 300
Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart
Dynamica berekeningen boortunnel Groene Hart Buis in lineair elastische halfruimte Extra berekeningen Projectorganisatie HSL-Zuid Projectbureau Noordelijk Holland Holland Railconsult ir. C.P.L. Walschot
Nadere informatieHolland Railconsult. modellering trillingsemissie van Japanse boortunnel ten behoeve van benchmarkstudie. HSL-Zuid Boortunnel ir. P.
Holland Railconsult modellering trillingsemissie van Japanse boortunnel ten behoeve van benchmarkstudie HSL-Zuid Boortunnel ir. P. Jovanovic Holland Railconsult Drs. W. Gardien Kenmerk GMV-WG-010025057
Nadere informatieSchuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat
Schuifspanningen loodrecht op een cilindrisch gat Colin van Weelden CT3000 Bachelor Eindwerk Begeleiders: 1379550 TU Delft P.C.J. Hoogenboom Delft, Juni 2010 C.B.M. Blom Voorwoord Dit rapport is het eindresultaat
Nadere informatiePredicties K300 - Dynamisch gedrag
Predicties K300 - Dynamisch gedrag CUR/COB K300 Project Managementbureau Holland Railconsult Dr.ir. H.G. Stuit Kenmerk GMV-HS-000039385 - Versie 0.4 Utrecht, 23 juni 2000 concept Fout! Tekstfragment niet
Nadere informatieTussentoets 2 Mechanica 4RA03 17 oktober 2012 van 9:45 10:30 uur
Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 7 oktober 20 van 9:45 0:30 uur De onderstaande balkconstructie bestaat uit een horizontale tweezijdig ingeklemde (bij punten A en D) rechte balk met een lengte van m die zowel
Nadere informatieEffect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD. Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse
Effect van aardbevingen op leidingen de robuustheid van HDD Paul Hölscher, Deltares i.s.m. Henk Kruse Onderwerpen 1. Verwachten we schade door geïnduceerde aardbevingen? 2. Wat speelt een rol? 3. Hoe berekenen
Nadere informatieSolid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1
Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1 Faculteit : Werktuigbouwkunde Datum : 1 april 2015 Tijd : 13.45-15.30 uur Locatie : Matrix Atelier Deze toets bestaat uit 3 opgaven. De opgaven moeten worden gemaakt
Nadere informatieVerslag Workshop Benchmarkstudie
Verslag Workshop Benchmarkstudie modellering trillingsemissie van Japanse boortunnel ten behoeve van benchmarkstudie Holland Railconsult Drs. W. Gardien Kenmerk GMV-WG-010019812 - Versie 0.0 Utrecht, 19
Nadere informatieFundatieblok stoomturbine en generator
Fundatieblok stoomturbine en generator Nynke Vollema Inhoud presentatie Algemeen Aandachtspunten ontwerp Modellering in DIANA Dynamische analyse Statische analyse Algemeen Betonblok 21 m x 7 m dikte min.
Nadere informatieOntwerpopdracht Constructieprincipes Opleiding Fijnmechanische techniek / Mechatronica Hogeschool van Utrecht
Ontwerpopdracht Constructieprincipes Opleiding Fijnmechanische techniek / Mechatronica Hogeschool van Utrecht Ellart A. Meijer April 2004 Inhoud 1. Vast te leggen vrijheidsgraden... 4 Overzicht van vrijheidsgraden:...
Nadere informatietentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u
Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting Seiches zijn opslingerende staande golven die in afgesloten havenbekkens kunnen ontstaan, wanneer vanaf zee golven met specifieke golflengtes de haven binnen dringen. In het Europoortgebied
Nadere informatieSTIJFHEIDSMATRIX VAN ASYMMETRISCHE
STIJFHEIDSMATRIX VAN ASYMMETRISCHE PROFIELEN Eindrapport Bachelor Eindwerk Naam J.R.van Noort Studienummer 1274082 Begeleiders dr. ir. P.C.J. Hoogenboom ir. R. Abspoel Datum 21-10-2009 VOORWOORD Dit rapport
Nadere informatienatuurkunde havo 2017-II
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Panfluit maximumscore In de buis bevinden zich longitudinale geluidsgolven met verschillende frequenties. Er treedt resonantie op
Nadere informatieF320. Dynamisch gedrag Botlekspoortunnel. Onderdeel B en C - Vergelijking predictie, metingen en postdictie treinpassage - Algemene evaluatie
EINDRAPPORT F320_D_12_49781 F320 Dynamisch gedrag Botlekspoortunnel Onderdeel B en C - Vergelijking predictie, metingen en postdictie treinpassage - Algemene evaluatie EINDRAPPORT F320_D_12_49781 F320
Nadere informatieInhoud. Toetsing dwarskrachtcapaciteit Heinenoordtunnel volgens de TNO- IBBC methode. Henco Burggraaf en Jan Zwarthoed
Toetsing dwarskrachtcapaciteit Heinenoordtunnel volgens de TNO- IBBC methode Henco Burggraaf en Jan Zwarthoed Inhoud Onderzoek kunstwerken RWS Bouwdienst e Heinenoordtunnel Uitgangspunten berekening door
Nadere informatieNiet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19
Naam: Patrick Damen Datum: 17 juni 2003 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 pagina: 1 van 20 Algemeen Om de zestal vragen van de opgave niet-lineaire
Nadere informatieSimulatie vluchtkanaal Building Exodus
Simulatie vluchtkanaal Building Exodus met Calandtunnel Bouwdienst Rijkswaterstaat ing. J. Hoeksma Holland Railconsult ir. E. Schermer. ir. R. van der Vooren kenmerk GP/99000004 - versie 2 Utrecht, 5 maart
Nadere informatieMechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus
Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten
Nadere informatieBasismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen
Blok 2 2.01 Een doorsnede waarin de neutrale lijn (n.l.) zich op een afstand a onder de bovenrand bevindt. a = aa (mm) De coordinaat ez van het krachtpunt (in mm). 2 2.02 Uit twee aan elkaar gelaste U-profielen
Nadere informatieSolico. Dakkapel Max overspanning tot 4075 mm. Solutions in composites. Verificatie. : Van den Borne Kunststoffen B.V. Versie : 1.
B.V. Everdenberg 5A NL-4902 TT Oosterhout The Netherlands Tel.: +31-162-462280 - Fax: +31-162-462707 E-mail: solico@solico.nl Bankrelatie: Rabobank Oosterhout Rek.nr. 13.95.51.743 K.v.K. Breda nr. 20093577
Nadere informatiePROJECT 4: Kinematics of Stephenson 2 mechanism
KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 4: Kinematics of Stephenson 2 mechanism ien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.
Nadere informatieVraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m
Vraag 1 Beschouw onderstaande pickup truck met de afmetingen in mm zoals gegeven. F G is de massa van de wagen en bedraagt 18,5 kn. De volledige combinatie van wielen, banden en vering vooraan wordt voorgesteld
Nadere informatieOnderzoek: het beste spoor naar strak spoor. dr. ir. Paul Hölscher
Onderzoek: het beste spoor naar strak spoor dr. ir. Paul Hölscher 1 oktober 2018 Overzicht: twee onderzoeken 1. Risicokaart spoorzakking Bruno Coelho rol van stijfheid ondergrond en baan op zakkingen (zakkingen
Nadere informatieExciting vibrations: usefull or annoying?
Exciting vibrations: usefull or annoying? Onderzoekseminarie KHBO - KATHO Stijn Debruyne Departement Industriële wetenschappen en technologie, KHBO Inhoud Wat is een trilling? Modale analyse in een notendop.
Nadere informatieONDERZOEKINGSCOMMISSIES (1977)
ONDERZOEKINGSCOMMISSIES (1977) COMMISSIE A 7 A 13 A16 A 19 A21 A 23 A 24 A 26 Onderzoek naar het plastische gedrag van constructies. Onderzoek naar de krachtsverdeling in scheve platen. Veiligheid. Statisch
Nadere informatiePiekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer
Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Gestelde vragen en antwoorden 1. Kan er ook een webinar gegeven worden op het gebruik van een plaat met ribben. Dit voorstel is doorgegeven, en al intern
Nadere informatieInvloeden van schok en trillingen op product en verpakkingen
Invloeden van schok en trillingen op product en verpakkingen Er zijn diverse invloeden die schade kunnen veroorzaken aan producten tijdens transport. Temperatuur, luchtvochtigheid, trillingen en schokken.
Nadere informatie94 Samenvatting te vervormen, wordt de huid bijzonder stijf bij grotere vervormingen. Uit onderzoek is gebleken dat deze eigenschap deels toe te schri
Samenvatting De biofysica kan worden beschouwd als het grensgebied tussen de natuurkunde en de biologie. In dit vakgebied worden natuurkundige methoden gebruikt om biologische systemen te analyseren en
Nadere informatieHoekselijn. Geotechnische aspecten geluidsschermen. Documentnummer R HL. BIS-nummer V. Datum 11 december 2015
Hoekselijn Geotechnische aspecten geluidsschermen Documentnummer R.2015.064.HL BIS-nummer 2009-049-V Datum 11 december 2015 Opdrachtgever Projectbureau Hoekselijn Opsteller Ir. D. Wilschut Autorisatie
Nadere informatie17 september 2014 ONTWERP EN BEREKENING NEN NEN--EN 1998 EN 1998--1 1 + MEMO 15 mei 2014 NIEUWBOUWREGELING 1 Ing. H.J. Hoorn RC
17 september 2014 ONTWERP EN BEREKENING NEN-EN 1998-1 + MEMO 15 mei 2014 NIEUWBOUWREGELING 1 Ing. H.J. Hoorn RC 2 Introductie 3 Introductie 4 Introductie 5 Introductie Regelgeving Groningen 6 Gegevens
Nadere informatiebedding met stijfheid > 0
grondbelasting. De snelheid waarmee de belasting verandert is evenredig met de snelheid waarmee de stijfheid van de grout verandert. Er is gekozen voor een snelle verharding van de grout. Dat houdt in
Nadere informatieSolid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 4
Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 4 Faculteit : Werktuigbouwkunde Datum : 1 april 2016 Tijd : 10.45-12.30 uur Locatie : Matrix Deze toets bestaat uit 3 opgaven. De opgaven moeten worden gemaakt met
Nadere informatieExamen Klassieke Mechanica
Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 23 januari 2009, academiejaar 08-09 IW2 en BIW2 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/4) vraag 2 (/4) vraag 3 (/5) vraag 4 (/4) vraag 5 (/3) TOTAAL (/20)
Nadere informatiewww. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van
Nadere informatieBuiging van een belaste balk
Buiging van een belaste balk (Modelbouw III) G. van Delft Studienummer: 0480 E-mail: gerardvandelft@email.com Tel.: 06-49608704 4 juli 005 Doorbuigen van een balk Wanneer een men een balk op het uiteinde
Nadere informatieDe ingevoerde geometrie en de berekende grondparameters zijn opgenomen in bijlage 3 en 6.
Kenmerk R012-1205944BXB-irb-V01-NL Verticale beddingsconstante omhoog Verticale beddingsconstante omlaag Horizontale beddingsconstante Wandwrijving bij axiale verplaatsing van de leiding De ingevoerde
Nadere informatieFACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN
FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE Kenmerk: 46055519/vGr Datum: 24 juli 2000 Vak : Inleiding Optica (146012) Datum : 21 augustus 2000 Tijd : 9.00 uur - 12.30 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk
Nadere informatieModule 5 Uitwerkingen van de opdrachten
Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:
Nadere informatie: Vermeld op alle bladen van uw werk uw naam. : Het tentamen bestaat uit 3 bladzijden inclusief dit voorblad.
POST HBO-OPLEIDINGEN Betonconstructeur BV Staalconstructeur BmS Professional master of structural engineering Toegepaste mechanica Materiaalmodellen en niet-lineaire mechanica docent : dr. ir. P.C.J. Hoogenboom
Nadere informatieAFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / Fax: 0(032) 9 /
AFIX Durmelaan 20 B-9880 Aalter Tel: 0(032) 9 / 381.61.01 Fax: 0(032) 9 / 381.61.00 http://www.afixgroup.com BEREKENIINGSNOTA STEIGER EN 12810 2N SW12 / 257 H2 A - LA WERKHOOGTE = 38,,50 M Berekeningsnota
Nadere informatieBelastingproeven PVC stellingkasten
TNO-rapport TNO-034-DTM-2010-04905 Belastingproeven PVC stellingkasten Van Mourik Broekmanweg P.O. Box 49 2600 AA Delft The Netherlands www.tno.nl T +31 88 866 30 00 F +31 88 866 30 10 wegwijzer@tno.nl
Nadere informatieInleiding. Eisen. Bomenbuurt, Den Haag. Projectnummer aa Dienst Stedelijke Ontwikkeling. - ir. R.N. Beekman
Project Bezonningsstudie bestemmingsplan Bomenbuurt, Den Haag Onderwerp Erratum R810129aaA2 Projectnummer Datum 810129aa 13.12.2012 Opdrachtgever Gemeente Den Haag, Dienst Stedelijke Ontwikkeling Opbergcode
Nadere informatieEindexamen vwo natuurkunde I
Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht
Nadere informatieDe invloed van kromming op de eigenfrequentie van oppervlaktes
Bachelor Eindwerk CT3000 De invloed van kromming op de eigenfrequentie van oppervlaktes Kaufman Center for the Performing Arts, Missouri Auteur Studentnummer Datum Universiteit Faculteit Afdeling Eerste
Nadere informatieAARDBEVINGSBELASTINGEN: Gevolgen voor de constructeur
AARDBEVINGSBELASTINGEN: Gevolgen voor de constructeur Matthijs de Hertog Arup 1 Introductie 16 Augustus 2012: Aardbeving bij Huizinge (Magnitude 3,6) Zwaarste aardbeving tot dat moment, dichtbij aangehouden
Nadere informatieStatische calculatie Country High 8 x 2 m. NL14200 brug Aetsveld B rev0. Ir. EHM Volker. Streetlife Bv. Oude Singel 144.
Statische calculatie Country High 8 x 2 m NL14200 brug Aetsveld B3 Country High brug model 28-9-2015 rev0 Ir. EHM Volker Streetlife Bv Oude Singel 144 2312 RG Leiden T:071-524 6846 www.streetlife.nl streetlife@streetlife.nl
Nadere informatieBachelor Eindwerk. Eigenfrequentie van belaste panelen
Onderzoek naar een gebruiksvriendelijke ontwerpformule voor de eigenfrequentie van panelen ten gevolge van belasting. Bachelor Eindwerk Eigenfrequentie van belaste panelen Roland van Dijk 4189469 11/11/2014
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME
TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte
Nadere informatienatuurkunde havo 2018-I
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Scheepsradar maximumscore uitkomst: s =,9 0 4 m Elektromagnetische golven bewegen met de lichtsnelheid. De afstand die 8 4 het signaal
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde pilot II
Eindexamen havo natuurkunde pilot 0 - II Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden scorepunten toegekend. Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore Voor de grondtoon
Nadere informatieUitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003
Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en
Nadere informatieHoe belangrijk is lineaire algebra voor akoestiek en omgekeerd?
Hoe belangrijk is lineaire algebra voor akoestiek en omgekeerd? 9 februari 2007 Overzicht 1 Situering 2 Numerieke simulatie 3 Gedempt massa-veersysteem 4 Numerieke simulaties voor trillingen 5 Versnellingstechnieken
Nadere informatieSimulatie van onthechtingsmechanismen bij betonconstructies versterkt met uitwendig gelijmde koolstofvezelwapening. DOV mei 2004 Ernst Klamer
Simulatie van onthechtingsmechanismen bij betonconstructies versterkt met uitwendig gelijmde koolstofvezelwapening DOV mei 2004 Ernst Klamer Afstudeercommissie Prof. dr. ir. D.A. Hordijk (TU/e) Dr. ir.
Nadere informatieT G6202. Info: auteur: Examencommissie Toelatingsexamen Arts en Tandarts, bron: Juli 2015, id: 11941
1. Een astronaut vertrekt met zijn ruimteschip van de planeet Zylton. De valversnelling op Zylton is viermaal kleiner dan de valversnelling g op de aarde. Op het moment van de lancering is de verticale
Nadere informatieSolico. Brugdekpaneel 500x40. Solutions in composites. Mechanische eigenschappen. Versie : 2. Datum : 16 januari 2013
Solico B.V. Everdenberg 5A NL-4902 TT Oosterhout The Netherlands Tel.: +31-162-462280 - Fax: +31-162-462707 E-mail: composites@solico.nl Bankrelatie: Rabobank Oosterhout Rek.nr. 13.95.51.743 K.v.K. Breda
Nadere informatieGeschreven door: Mohammad Suleiman Noor Delft, Technische Universiteit Delft. Begeleiders: Dr.ir. P.C.J. Hoogenboom Ir. A.
Modelvorming van stalen silo s Berekeningen van de verplaatsingen en de kolomkrachten onder invloed van een horizontale belasting met het gebruik van analyseprogramma s en dynamische modellen Geschreven
Nadere informatieTENTAMEN DYNAMICA ( )
TENTAMEN DYNAMICA (1914001) 8 januari 011, 08:45 1:15 Verzoek: Begin de beantwoording van een nieuwe opgave op een nieuwe pagina. Alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden beoordeeld. Opgave 1 (norm:
Nadere informatieOpgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Onder de uitwijking verstaan we de verschuiving ten opzichte van de evenwichtsstand. Opgave 2 Periode Opgave 3 1 f T Opgave 4 Dan is het geluid een zuivere toon. Opgave 5 Een harmonische
Nadere informatieVariantenstudie versterking Scheffersplein
Variantenstudie versterking Scheffersplein Iv-Infra b.v. i Opdrachtgever: Gemeente Dordrecht Objectnummer opdrachtgever: 108021 Project: Variantenstudie versterking Scheffersplein Projectnummer: INPA110670
Nadere informatieNotitie. TNO Technical Sciences Oude Waalsdorperweg AK Den Haag Postbus JG Den Haag
Notitie Aan Eric Ivens, Hans de Haan Projectorganisatie Zuidasdok Van Dr. ir. A.P. Berkhoff, ir. M.G. Dittrich Onderwerp Resonatoren als geluidreducerende maatregel bij de Schinkelbrug Inleiding Naar aanleiding
Nadere informatie2. Vind een configuratie voor een lens-geleiding die aan de specificaties kan voldoen. Geef deze configuratie weer in voldoende schetsen.
Uitwerking van de ontwerpopdracht Constructieprincipes door: Anton Verbruggen. 1. Welke coördinaten oeten worden vastgelegd. Alle behalve de z-as. Overigens ga ik ervan uit een zeer geringe rotatie o de
Nadere informatieANALYTISCHE OPLOSSING LIGGERWERKING COB F-512: BOORTUNNEL GROENE HART
FUGRO INGENIEURSBUREAU BV Adviesafdeling Geotechniek ANALYTISCHE OPLOSSING LIGGERWERKING COB F-512: BOORTUNNEL GROENE HART COB-rapportnummer: F512-6-11 Opdrachtnummer: 16-83- Opdrachtgever : Stichting
Nadere informatieExamen Klassieke Mechanica
Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 2de bachelor burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur 14 januari 2008, academiejaar 07-08 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/3) vraag 2 (/5) vraag 3 (/5)
Nadere informatieHet modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel
Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Mark Bakker i Een onvolkomen put kan gemodelleerd worden met een meerlagenmodel door het watervoerend pakket op te delen in drie lagen gescheiden
Nadere informatienatuurkunde vwo 2018-II
Mechanische doping maximumscore 5 uitkomst: V =,7 0 m 4 3 voorbeeld van een berekening: Er geldt: Enuttig = Pt = 50 0,5 = 5 Wh. Enuttig 5 Dus geldt: Ein = = = 56 Wh. η 0,80 De batterij heeft een energiedichtheid
Nadere informatieVerbanden en functies
Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.
Nadere informatieDe trekproef. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. De trekproef - inleiding. Principe. Bepalen van materiaaleigenschappen
De trekproef Principe Materiaal inklemmen tussen klemmen welke met een constante snelheid uit elkaar bewegen Hoe belangrijk is het om materiaaleigenschappen te kennen? Uitvoering: volgens genormaliseerde
Nadere informatie4 HET VLOERSYSTEEM BIJ NIEUW ONTWERP NEW ORLEANS 3 5 BEREKENINGEN EIGENSCHAPPEN ELEMENTEN VOOR INVOER 3
Bijlage 1 1 BEREKENING VAN HET WINDBELASTINGSSPECTRUM 2 1.1 Overzicht gebruikte formules 3 1.2 Invoer in de formules 3 1.3 Overzicht spreadsheet berekening spectrum 3 1.4 Grafische weergave windspectra
Nadere informatieBewegingen en Trillingen. Nokkenmechanisme: deel B
Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Ingenieurswetenschappen Departement Werktuigkunde Bewegingen en Trillingen Nokkenmechanisme: deel B Groepsnummer 35 Jan-Pieter Jacobs Christophe Mestdag 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS 22 juli 1999 70 --- 13 de internationale olympiade Opgave 1. Absorptie van straling door een gas Een cilindervormig vat, met de as vertikaal,
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan
Nadere informatie2
2 3 4 5 6 7 8 o o 9 10 11 12 13 Windbelastinganalyse conform NEN-EN 1991-1-4/NB Boomnummer 96 Project Naam project GDH Iep Projectnummer 2175 Datum veldwerk 6-9-2016 Standplaats Johan v. Oldebarneveldlaan
Nadere informatieNOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2
NOTITIE BEREKENING INVLOED WP DE KOOKEPAN OP STRAALVERBINDING TELE2 Datum Aan Burgerwindpark de Kookepan B.V. Van S. Flanderijn, Pondera Consult Betreft Notitie berekening invloed WP de Kookepan op straalverbinding
Nadere informatieHerberekening Terbregseplein
Herberekening Terbregseplein Detailanalyse deuvelverbinding Gerco-Kees Bloemsma Coen van der Vliet Imagine the result wie, wat, waar? 1 Rotterdam Terbregseplein 2 3 Oorspronkelijke constructie langsvoegen
Nadere informatieExperiment DutchBE (Belgium) Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten
Q2-1 Dansende korrels - Een model voor fase-overgangen en instabiliteiten (10 punten) Lees de algemene instructies in de aparte enveloppe voor je met het experiment begint. Introductie Fase-overgangen
Nadere informatieDOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES
DOORBUIGING VAN BETONCONSTRUCTIES 1. De buigstijfheid EI 1.1 Inleiding 1.2 De relatie tussen moment en kromming: EI 1.3 Tension Stiffening 1.4 M-κ diagrammen voor de UGT en de BGT 1.4.1 Berekening van
Nadere informatie9.1 Oppervlakte-eenheden [1]
9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +
Nadere informatieDe bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)
De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in
Nadere informatie1. Opdrachtomschrijving. 2. Probleemstelling / Doelstelling. 3. Uitwerkingen van de vragen: Bijlagen: Inhoudsopgave: 1.
Inhoudsopgave: 1. Opdrachtomschrijving 1.1 Het Project 2. Probleemstelling / Doelstelling 2.1 Probleemstelling 2.2 Doelstelling 2.3 Eisen 3. Uitwerkingen van de vragen: 3.1 Welke coördinaten moeten worden
Nadere informatieRapport voor D-Sheet Piling 9.2. Ontwerp van Damwanden Ontwikkeld door Deltares
BEM1502769 gemeente Steenbergen Rapport voor D-Sheet Piling 9.2 Ontwerp van Damwanden Ontwikkeld door Deltares Bedrijfsnaam: Ingenieursbureau Walhout Civil Datum van rapport: 4/23/2015 Tijd van rapport:
Nadere informatieSchöck Isokorb type D
Schöck Isokorb type Inhoud Pagina Toepassingsvoorbeelden 84 Productbeschrijving 85 Bovenaanzichten 86 apaciteitstabellen 87-92 Rekenvoorbeeld 93 Bijlegwapening 94 Inbouwhandleiding 95-96 hecklist 97 Brandwerendheid
Nadere informatieRij woningen met penanten naast het trapgat
Rij woningen met penanten naast het trapgat 1 Algemeen In dit voorbeeld wordt de stabiliteit van een rij van vier woningen beschouwd. De stabiliteit wordt verzekerd door penanten die zich naast het trapgat
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatieTentamen numerieke analyse van continua I
Tentamen numerieke analyse van continua I Donderdag 13 november 2008; 14.00-17.00 Code: 8W030, BMT 3.1 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven Het eamen is een volledig open
Nadere informatieTPG locatie Nijmegen; verkennend trillingsonderzoek. Datum 19 november 2010 Referentie 20080985-07
TPG locatie Nijmegen; verkennend trillingsonderzoek Datum 19 november 2010 Referentie 20080985-07 Referentie 20080985-07 Rapporttitel TPG locatie Nijmegen; verkennend trillingsonderzoek Datum 19 november
Nadere informatieDuurzaam spoor op het spoor
Duurzaam spoor op het spoor Aanpak verzakkingen & trillingen; Onderzoek TU Delft Michaël Steenbergen Assistant Professor Railway Engineering Technische Universiteit Delft Innorail workshop, 28 september
Nadere informatieIn een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.
Fysica Vraag 1 In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 1 cm en h3 = 15 cm. De dichtheid ρ3 wordt gegeven door:
Nadere informatieS3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. a) steunpuntreacties. massa balk m b = b * h * l * ρ GB = 0.5 * 0.5 * 10 * 2500 = 6250 kg
S3 Oefeningen Krachtenleer Hoofdstuk VII VII-1. Een gewapend-betonbalk ligt op planken met een grondoppervlak van 1000 x 50 mm². De volumemassa van gewapend beton is 500 kg/m³. Gevraagd : a) de steunpuntsreacties
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Nadere informatieAFSCHUIFSTIJFHEID EN MAXIMALE SCHUIFSPANNING VAN RONDE DOORSNEDEN
AFSCHUIFSTIJFHEID EN MAXIMALE SCHUIFSPANNING VAN RONDE DOORSNEDEN eindrapport BSc.-eindwerk november 2003 student: Begeleiders: Roberto Spaan Dr.ir. P.C.J. Hoogenboom 9787189 Ir. W.J.M. Peperkamp Voorwoord
Nadere informatieTentamen Systeemanalyse (113117)
Systeemanalyse (113117) 1/6 Vooraf Tentamen Systeemanalyse (113117) 17 augustus 2010, 8:45 12:15 uur Dit is een open boek tentamen, hetgeen betekent dat gebruik mag worden gemaakt van het dictaat Systeemanalyse
Nadere informatieUITWERKING MET ANTWOORDEN
Tentamen T0 onstructieechanica Januari 0 UITWERKING ET ANTWOORDEN Opgave a) Drie rekstrookjes b) Onder hoeken van 45 graden c) Tussen 0,5l en 0,7l (basisgevallen van Euler) d) () : Nee de vergrotingsfactor
Nadere informatiejaar: 1989 nummer: 25
jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een
Nadere informatieRapport voor D-Sheet Piling 9.3
Rapport voor D-Sheet Piling 9.3 Ontwerp van Damwanden Ontwikkeld door Deltares Bedrijfsnaam: Cor Nab BV Dongle client ID: 01-30150-001 Datm van rapport: 1/26/2015 Tijd van rapport: 6:44:36 AM Datm van
Nadere informatieWisnet-HBO update nov. 2008
Lineair verband Lineair verband Wisnet-HBO update nov. 28 Twee grootheden hebben een lineair verband als je in een grafiek de ene grootheid tegen de ander uitzet en je ziet een rechte lijn. Bijvoorbeeld:
Nadere informatieNauwkeurigheid van Schaalelementen in SCIA Engineer
Delft University of Technology Nauwkeurigheid van schaalelementen in SCIA Engineer, BSc Eindwerk C.T.J.D.M. Steenbergen, april 2014 Nauwkeurigheid van Schaalelementen in SCIA Engineer Bachelor Eindwerk
Nadere informatie