Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk. Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming

Transcriptie

1 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer definitief revisie v02 13 juni 2017

2

3 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding 1 2 Toetsingskader Europese richtlijnen Wet natuurbescherming Programmatische aanpak stikstof PAS) Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid Coepelduynen 10 3 Effectanalyse en beoordeling Oppervlakteverlies Versnippering Verzuring en vermesting door stikstofdepositie uit de lucht Verontreiniging Verdroging Verstoring door geluid, licht en trillingen Optische verstoring Verstoring door mechanische effecten Cumulatieve effecten Conclusie 18 4 Stikstofdepositieonderzoek AERIUS-berekeningen Conclusie 19 5 Conclusie 20 Bijlagen 1. Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) 2. Memo Hydrologisch effect aanbrengen damwand

4 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 1 Inleiding Projectbeschrijving Het project Wantveld bevindt zich in Noordwijk in de provincie Zuid-Holland. Voor de herontwikkeling van het Wantveld is een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële effecten als gevolg van het voorgenomen project op omliggende Natura 2000-gebieden. Het huidige parkeerterrein zal verdwijnen. Wel blijven 50 parkeerplaatsen langs de weg op het Wantveld bestaan. Het project betreft de realisatie van 150 woningen en een ondergrondse parkeergarage (één-laags) met 550 parkeerplaatsen op het Wantveld te Noordwijk. De effecten als gevolg van deze nieuw te realiseren woningen en parkeergarage zijn onderzocht. Het project ligt op geringe afstand van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Onderstaande figuur geeft de ligging van het project weer ten opzichte van dit Natura gebied. Figuur 1-1 Ligging project het Wantveld (rood omlijnd) te Noordwijk ten opzichte van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid Voortoets: eerste verkenning van mogelijke effecten op Natura 2000-gebieden In figuur 1-2 is aangegeven hoe het projectgebied is gelegen ten opzichte van Natura gebieden. De locatie ligt op circa 40 meter van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid en op > 1 km van het Natura 2000-gebied Coepelduynen. Blad 1 van 22

5 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Figuur 1-2 Ligging projectgebied (rode ster) te Noordwijk ten opzichte van Natura 2000-gebieden Voor Natura 2000-gebieden geldt een beschermingsregime om aantasting van de natuurlijke kenmerken van deze gebieden te voorkomen. In de Wet natuurbescherming (verder Wnb) is de bescherming van deze gebieden geregeld. In het kader van de besluitvorming (vergunningverlening) over het project dient getoetst te worden op de mogelijke gevolgen voor Natura 2000-gebieden. Ook activiteiten buiten een Natura 2000-gebied kunnen de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar brengen. Dit wordt externe werking genoemd. Voor projecten geldt een vergunningplicht als het project een verslechterend of significant verstorend effect kan hebben op een Natura 2000-gebied (art. 2.7 Wnb). Als significante effecten niet met zekerheid kunnen worden uitgesloten, moet er op grond van de Wet natuurbeschermingswet een passende beoordeling worden opgesteld (art 2.8 Wnb). Blad 2 van 22

6 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 De voorliggende rapportage verkent de noodzakelijkheid van een passende beoordeling. Dit vormt een eerste stap in de toetsing aan de Wnb - gebiedsbescherming; de zogenaamde 'oriëntatiefase' waarin sprake is van een voortoets. Binnen deze voortoets staat de volgende vraag centraal: Kan de beoogde ontwikkeling - gelet op de instandhoudingsdoelstelling van enig Natura gebied - de kwaliteit van de habitattypen 1 en de leefgebieden van soorten waarvoor het gebied is aangewezen verslechteren of een significant verstorend effect hebben? Kunnen deze effecten bij voorbaat redelijkerwijs uitgesloten worden of kunnen de effecten leiden tot significante aantasting van de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden? 1 Definitie habitattype: land- of waterzone met bijzondere geografische, abiotische én biotische kenmerken die zowel geheel natuurlijk als half-natuurlijk kunnen zijn. Voor de in Nederland voorkomende habitattypen staan in het 'Profielendocument' onder andere de vegetatietypen, abiotische randvoorwaarden, typische soorten die tot een bepaald habitattype behoren (Begrippenlijst Regiegroep Natura 2000). Blad 3 van 22

7 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 2 Toetsingskader 2.1 Europese richtlijnen Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn wordt algemeen beschouwd als de richtlijn waarin de bepalingen van de Conventie van Bern uit 1982 in het Europees Gemeenschapsrecht zijn omgezet. Hij heeft zowel gebiedsbescherming als soortbescherming tot doel. De Habitatrichtlijn is gericht op de realisatie van een coherent Europees ecologisch gebiedennetwerk, het zogenaamde Natura 2000-netwerk. Hiervoor dienen de EU-landen in overleg met de Europese Commissie speciale beschermingszones aan te wijzen, soms in combinatie met Vogelrichtlijngebieden. Als speciale beschermingszones worden alleen gebieden aangewezen met natuurlijke vegetaties (habitats) genoemd in Bijlage I van de Habitatrichtlijn en/of de leefgebieden van diersoorten die zijn genoemd in Bijlage II (zie kader). De aanwijzing van gebieden als speciale beschermingszone heeft een aantal gevolgen. Zo dienen de EU-landen maatregelen te treffen zodat de natuurlijke vegetaties (habitats) en/of de leefgebieden van de te beschermen soorten zich verder kunnen ontwikkelen. Binnen de aangewezen gebieden kunnen plannen of projecten die significante gevolgen op deze ontwikkeling hebben alleen worden toegestaan indien ze een dwingende reden van groot openbaar belang vertegenwoordigen en indien is aangetoond dat er voor het plan of project in kwestie geen alternatief is. Bovendien moeten als vergoeding voor de natuurwaarden die worden aangetast, compenserende maatregelen worden getroffen om de samenhang van het Natura 2000-netwerk te waarborgen. Vogelrichtlijn De Vogelrichtlijn verplicht de lidstaten van de Europese Unie de instandhouding te garanderen van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten waarop het Europese verdrag van toepassing is. Artikel 4 van de Vogelrichtlijn bevat, net als de Habitatrichtlijn, de verplichting tot het aanwijzen van zogenaamde speciale beschermingszones. Deze worden Vogelrichtlijngebieden genoemd. Vogelrichtlijngebieden zijn vervolgens, vaak samen met Habitatrichtlijngebieden, ingevoegd in het Natura 2000-netwerk. 2.2 Wet natuurbescherming In de Wet natuurbescherming (vervangt sinds de Natuurbeschermingswet 1998) is de bescherming van (Natura 2000-)gebieden geregeld. In deze wet worden de bepalingen van de Europese Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn ten aanzien van gebiedsbescherming uitgewerkt. Het aanwijzingsbesluit is voor Natura 2000-gebieden van groot belang, omdat het onder meer het referentiekader biedt voor het beheerplan, de beoordeling van plannen, projecten en activiteiten en de vergunningverlening. Dit referentiekader wordt gevormd door de instandhoudingsdoelstellingen en de begrenzing van het gebied (in de vorm van een kaart met een toelichting). De hoofdvraag in de voortoets is of er een kans op significant negatieve gevolgen bestaat. Dat is het geval als op grond van objectieve gegevens niet valt uit te sluiten dat het project significante gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van het gebied. Op deze vraag zijn drie antwoorden mogelijk: Blad 4 van 22

8 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 - Er is zeker geen negatief effect. Dit betekent dat er geen vergunning gebiedsbescherming op grond van de Wet natuurbescherming nodig is. - Er is wel een mogelijk negatief effect, maar dit is zeker geen significant negatief effect. Dit betekent dat vergunningverlening aan de orde is. Omdat het effect zeker niet significant is, volstaat daarvoor de zogenoemde verslechteringstoets. - Er is kans op een significant negatief effect. Dit betekent dat vergunningverlening aan de orde is. Omdat er kans op een significant negatief effect bestaat, is een passende beoordeling vereist. Uit dit onderzoek, waarbij ook cumulatieve effecten moeten zijn meegenomen, kan blijken (1) dat er geen kans is op een negatief effect. In dat geval wordt de vergunning verleend. Ook kan blijken dat (2) er kans is op een aanvaardbaar negatief effect. In dat geval wordt de vergunning verleend onder voorschriften/beperkingen. Wanneer de gevolgen (3) inderdaad significant blijken te kunnen zijn, moet aangetoond worden dat er geen alternatieven zijn, dat er een dwingende reden van groot openbaar belang is en dat voorzien is in compensatie. 2.3 Programmatische aanpak stikstof PAS) Op 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vastgesteld, waardoor de vergunningverlening in het kader van de Wnb voor het aspect stikstof is vereenvoudigd. In het programma aanpak stikstof werken overheden en maatschappelijke partners samen om de stikstofuitstoot te verminderen en daarmee ook economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Door middel van brongerichte maatregelen wordt een (extra) daling van de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden bereikt. Een deel van de daling van de stikstofdepositie komt beschikbaar als depositieruimte voor economische ontwikkelingen. Het overige deel komt ten goede aan de natuur waardoor gewaarborgd is dat de Natura 2000-doelen worden gehaald. Het PAS verdeelt de gecreëerde depositieruimte in vier delen: Figuur 2-1 Schematische verdeling depositieruimte. De werkelijke verdeling verschilt per Natura 2000-gebied Autonome groei Reservering voor autonome groei. Het betreft economische ontwikkelingen en de groei van activiteiten die reeds plaatsvinden bij de aanvang van het programma en waarvoor geen toestemming vooraf vereist is. Voorbeelden zijn bevolkingsgroei (woningen, verwarming) en de groei van het autobezit. Blad 5 van 22

9 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Ruimte voor grenswaarden Reservering voor initiatieven met een stikstofuitstoot beneden de grenswaarde van 1 mol per hectare per jaar. Prioritaire projecten (segment 1) Ontwikkelingsruimte voor projecten die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling natuurbescherming. Het gaat om projecten van aantoonbaar provinciaal- of Rijksbelang, zoals bijvoorbeeld de projecten van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT). Vrije ruimte (segment 2) Vrije ontwikkelingsruimte waarmee het bevoegd gezag vergunning kan verlenen aan initiatiefnemer voor projecten die stikstof uitstoten. De depositieruimte van de segmenten 1 en 2 wordt ontwikkelingsruimte genoemd. Ontwikkelingsruimte betreft de ruimte voor stikstofdepositie die binnen de PAS beschikbaar wordt gesteld voor het realiseren van nieuwe of uitbreiding van bestaande economische activiteiten. De beschikbaar komende depositieruimte heeft het mogelijk gemaakt om de in de Wnb opgenomen vergunningplicht enigszins te verlichten. Als de maximale bijdrage van een project aan de stikstofdepositie op een stikstofgevoelig habitat in het Natura 2000-gebied minder dan 1 mol/ha/jaar bedraagt, kan in de regel volstaan worden met een melding 2. Met de stikstofdepositie die deze projecten veroorzaken is in de PAS rekening gehouden middels de ruimte voor grenswaarden. Sinds de inwerkingtreding van de PAS zijn er veel meldingen ingediend. Hierdoor is in bepaalde Natura 2000-gebieden de depositieruimte voor de grenswaarde voor 95% benut. Als dit het geval is, wordt de grenswaarde verlaagd van 1,00 mol/ha/jr naar 0,05 mol/ha/jr. Dit heeft als gevolg dat er voor die gebieden geen melding meer ingediend kan worden, maar dat er een vergunning aangevraagd moet worden. Eind maart 2017 zijn de grenswaarden voor de Natura 2000-gebieden in de omgeving van het projectgebied nog niet verlaagd. Indien men gebruik wil maken van de ontwikkelingsruimte (segment 1 en 2) dient een vergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag, die vervolgens deze ontwikkelingsruimte kan toebedelen. Als de totale bijdrage van een project 0,05 mol/ha/jaar of lager is dan gelden er geen procedurele verplichtingen op grond van de Wet natuurbescherming (geen melding, geen vergunning). 2 De meldingsplicht geldt alleen voor bepaalde activiteitencategorieën: oprichting, verandering of uitbreiding van een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer en bestemd voor landbouw of industrie wedstrijden met gemotoriseerde voertuigen het plaatsen van extra landbouwhuisdieren in een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer en bestemd voorlandbouw de aanleg of wijziging van infrastructuur die uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor gemotoriseerd weg-, spoorweg-, vaarweg- of luchtvaartverkeer Blad 6 van 22

10 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Provinciale beleidsregels Omdat de ontwikkelingsruimte in segment 2 bij sommige Natura 2000-gebieden schaars is en de bevoegde gezagen die schaars beschikbare ontwikkelingsruimte willen verdelen over meerdere projecten, hebben zij beleidsregels opgesteld. Voor het merendeel van de Natura 2000-gebieden wordt per project maximaal 3 mol/ha/jaar beschikbaar gesteld. Bij zwaarwegende omstandigheden kan het bevoegd gezag van deze regels afwijken. Dit geldt niet voor de Natura 2000-gebieden binnen de provincie Zuid-Holland. 2.4 Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid Kennemerland-Zuid is een uitgestrekt duingebied vanaf Noordwijk aan Zee tot aan de zuidkant van het Noordzeekanaal. Het is een reliëfrijk en landschappelijk afwisselend gebied, dat grotendeels bestaat uit kalkrijke duinen. De overgang tussen de kalkrijke jonge duinen en ontkalkte oude duinen ligt ter hoogte van Zandvoort. Dit levert een soortenrijke en kenmerkende begroeiing op, met duinroosvegetaties in het open duin, duingraslanden, vochtige en droge duinvalleien, plasjes, goed ontwikkelde struwelen en diverse vormen van duinbossen. Vegetaties van vochtige en natte duinvalleien komen met name voor ten zuiden van Zandvoort, waarvan het Houtglob het best ontwikkelde kalkrijke, natte duinvallei is. Het areaal kalkrijk duingrasland is vooral rondom Zandvoort groot. Hier komen ook voorbeelden van het zeedorpenlandschap voor. De oudere duinen van het zuidoostelijk gedeelte herbergen goed ontwikkeld kalkarm duingrasland. Ook zijn er in het zuidelijke puntje en ter hoogte van Zandvoort paraboolduincomplexen aanwezig. Het Kennemerstrand is de enige locatie langs de Hollandse vastelandsduinen, waar een jonge strandvlakte met embryonale duinen en een uitgestrekte oppervlakte met kalkrijke duinvalleien aanwezig is. Aan de binnenduinrand zijn diverse landgoederen aanwezig. Hier is een aantal oude buitenplaatsen gelegen, die voor een aanzienlijk deel zijn bebost met naaldbos en loofbos, waaronder oude bossen met rijke stinzeflora. Dit gebied is in april 2013 door de staatssecretaris van het ministerie van Economische Zaken definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. In oktober 2014 is een wijzigingsbesluit genomen met betrekking tot de begrenzing. Het betreft een Habitatrichtlijngebied. De instandhoudingsdoelen zijn in tabel 2-1 weergegeven. Tabel 2-1 Instandhoudingsdoelen Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid (bron: aanwijzingsbesluit) Doelst. Opp.vl. Doelst. Kwal. Doelst. Pop. Habitattypen H2110 Embryonale duinen = = 2.01 H2120 Witte duinen > > 2.01 Kernopgaven H2130A *Grijze duinen (kalkrijk) > > 2.02, α H2130B *Grijze duinen (kalkarm) = > 2.02, α H2130C *Grijze duinen (heischraal) > > 2.02, α H2150 *Duinheiden met struikhei = = H2160 Duindoornstruwelen = (<) = H2170 Kruipwilgstruwelen = (<) = H2180A Duinbossen (droog) = = 2.04 H2180B Duinbossen (vochtig) = > H2180C Duinbossen (binnenduinrand) = = H2190A Vochtige duinvalleien (open water) > > 2.05,W H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) > > 2.05,W Blad 7 van 22

11 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Doelst. Doelst. Opp.vl. Kwal. H2190C Vochtige duinvalleien (ontkalkt) = = Doelst. Pop. Kernopgaven H2190D Vochtige duinvalleien (hoge moerasplanten) > > 2.05,W Habitatsoorten H1014 Nauwe korfslak = = = 2.05,W H1318 Meervleermuis = = = H1903 Groenknolorchis > > > 2.05,W Legenda W α Kernopgave met wateropgave Sense of urgency: beheeropgave = Behoudsdoelstelling > Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling = (<) Achteruitgang ten gunste van andere doelstellingen toegestaan * voor een naam betekent het prioritaire soort of habitattype 2.01 Ruimte voor natuurlijke verstuiving: witte duinen H2120 en embryonale duinen H2110 o.m. van belang als habitat voor kleine mantelmeeuw A183, dwergstern A195, bontbekplevier A137 en strandplevier A * Uitbreiding en herstel kwaliteit van grijze duinen *H2130, ook als habitat van tapuit A277, velduil A222 en blauwe kiekendief A082, door tegengaan vergrassing en verstruweling Uitbreiding oppervlakte (ook in zeereep)6 en verbetering kwaliteit (structuurvariatie en soortenrijkdom) van duinbossen (droog) H2180_A. 2.05W Behoud oppervlakte en herstel kwaliteit van vochtige duinvalleien (kalkrijk) H2190_B. Behoud vochtige duinvalleien H2190 als habitat van roerdomp A021, lepelaar A034, blauwe kiekendief A082, velduil A222, noordse woelmuis *H1340, nauwe korfslak H1014 en groenknolorchis H1903 (vergroting oppervlakte is vrijwel overal gedaan). Op Terschelling en Schiermonnikoog meer ruimte voor duinbossen (vochtig) H2180_B. In figuur 2-2 is de begrenzing van dit habitatrichtlijngebied weergegeven. Blad 8 van 22

12 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Figuur 2-2 Begrenzing Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid (bron: aanwijzingsbesluit, min. EZ, 2014) Blad 9 van 22

13 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v Coepelduynen Coepelduynen omvat de smalle strook kustduinen tussen Katwijk en Noordwijk. Het relatief kleine gebied heeft een duinlandschap dat reliëfrijk en landschappelijk zeer afwisselend is. Het gebied behoort tot de kalkrijke jonge duinen. Er is geen duidelijke binnenduinrand aanwezig, waardoor de overgang naar het polderlandschap vrij abrupt is. Delen zijn in het verleden door de mens beïnvloed en gebruikt voor het drogen van netten, het weiden van vee en als duinakker. Hierdoor is een specifiek open duinlandschap ontstaan met een afwisseling van duingraslanden, struwelen en bos, waarin waardevolle flora en fauna voorkomt. Zo zijn er twee duinvalleien, Guytendel en Spijkerdel. Van 1890 tot 1965 werden deze duinpannen gebruikt als aardappelveld. Recent zijn hier natuurherstelmaatregelen getroffen, door de valleien uit te graven tot op het grondwaterniveau. Er komen op grote schaal goed ontwikkelde, kalkrijke duingraslanden voor, die kenmerkend zijn voor het zeedorpenlandschap, met daarin veel zeldzame plantensoorten. Dit gebied is in december 2009 door de (toenmalige) minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Het betreft een Habitatrichtlijngebied. De instandhoudingsdoelen zijn in tabel 2-2 weergegeven. Tabel 2-2 Instandhoudingsdoelen Natura 2000-gebied Coepelduynen (bron: aanwijzingsbesluit) Doelst. Opp.vl. Doelst. Kwal. Doelst. Pop. Habitattypen H2120 Witte duinen = > H2130A *Grijze duinen (kalkrijk) = = 2.02 H2160 Duindoornstruwelen = = H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) = > Legenda = Behoudsdoelstelling > Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling * voor een naam betekent het prioritaire soort of habitattype 2.02 Uitbreiding en herstel kwaliteit van grijze duinen *H2130, ook als habitat van tapuit A277, velduil A222 en blauwe kiekendief A082, door tegengaan vergrassing en verstruweling. In figuur 2-3 is de begrenzing van dit habitatrichtlijngebied weergegeven. Kernopgaven Blad 10 van 22

14 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Figuur 2-3 Begrenzing Natura 2000-gebied Coepelduynen (bron: aanwijzingsbesluit, min. EZ, 2013) Blad 11 van 22

15 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 3 Effectanalyse en beoordeling Door de realisatie, de aanwezigheid en het gebruik van de woningen en de parkeergarage kunnen mogelijk effecten optreden. Mogelijke effecten die kunnen optreden zijn bepaald met behulp van de Effectenindicator op basis van de activiteit woningbouw van het ministerie van EZ en op basis van expert-judgement. Door het project kunnen verschillende storende factoren optreden. Het gaat om oppervlakteverlies, versnippering, verzuring en vermesting door stikstofdepositie uit de lucht, verontreiniging, verdroging, verstoring door geluid, verstoring door licht, verstoring door trillingen, optische verstoring en verstoring door mechanische effecten. In dit hoofdstuk wordt per storende factor onderzocht of die in dit geval daadwerkelijk kan optreden en zo ja, of deze dan tot een mogelijk significant negatief effect kan leiden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de realisatie- en de gebruiksfase. 3.1 Oppervlakteverlies Het projectgebied ligt geheel buiten Natura 2000-gebieden. Om die reden is er ook geen sprake van oppervlakteverlies van Natura 2000-gebieden. Hierdoor wordt geen negatief effect verwacht als gevolg van het project op de instandhoudingsdoelen van enig Natura 2000-gebied. Daarnaast is mogelijk sprake van een toename van schaduwwerking waarvan de effecten op de instandhoudingsdoelen in beeld gebracht moeten worden. Indien een habitattype te lang in de schaduw ligt, kan de kwaliteit dusdanig afnamen dat het zich niet meer kwalificeert als habitattype. Het betreft echter relatief lage gebouwen (maximaal vijf bouwlagen) en gezien er bebouwing dichter bij het Natura 2000-gebied aanwezig is, reikt de schaduwwerking niet tot het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Negatieve effecten zijn daarom uitgesloten. 3.2 Versnippering Het project vindt plaats binnen het projectgebied. In de Natura 2000-gebieden vinden geen ingrepen plaats die een versnipperende werking hebben. Hierdoor wordt geen negatief effect verwacht als gevolg van het project op de instandhoudingsdoelen van enig Natura 2000-gebied. 3.3 Verzuring en vermesting door stikstofdepositie uit de lucht Verzuring van bodem of water is een gevolg van de uitstoot (emissie) van vervuilende gassen door bijvoorbeeld fabrieken en (vracht)voertuigen, maar ook door de stookinstallaties van woningen ten behoeve van verwarming. De uitstoot bevat onder andere zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen (VOS). Deze verzurende stoffen komen via lucht of water in de grond terecht en leiden aldus tot het zuurder worden van het biotische milieu. Vermesting is in dit geval de 'verrijking' van ecosystemen door stikstofdepositie. Het gaat daarbij om aanvoer door de lucht (droge en natte neerslag van ammoniak en stikstofoxiden). Vermesting kan ook optreden door nitraat- en fosfaataanvoer via het oppervlaktewater. Van dit laatste is bij dit project geen sprake. Blad 12 van 22

16 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 De effecten van verzurende stoffen zijn niet altijd te scheiden van die van vermestende stoffen, omdat een deel van de verzurende stoffen ook vermestend werkt (aanvoer van stikstof). Om deze reden zijn beide effecten hier samen genomen. Verzuring leidt tot een directe of indirecte afname van de buffercapaciteit (het neutralisatievermogen) van bodem of water. Op termijn resulteert dit proces in een daling van de zuurgraad. Hierdoor zullen voor verzuring gevoelige soorten verdwijnen, wat kan resulteren in een verandering van het habitattype en daarmee mogelijk het verdwijnen van typische (dier)soorten. De groei in veel natuurlijke landecosystemen zoals bossen, vennen en heidevelden worden gelimiteerd door de beschikbaarheid van stikstof. Het gevolg van stikstofdepositie is dat deze extra stikstof extra groei geeft. Daarbij is de beschikbaarheid van stikstof bepalend voor de concurrentieverhoudingen tussen de plantensoorten. Wanneer door stikstofdepositie de hoeveelheid beschikbaar stikstof boven een bepaald kritisch niveau komt, neemt een beperkt aantal plantensoorten sterk toe ten koste van meerdere andere. Hierdoor neemt de biodiversiteit af. Dit heeft ook effect op de fauna, doordat hierdoor verandering van het leefgebied optreden, waardoor een gebied ongeschikt wordt als bijvoorbeeld broed- of foerageergebied. Gevoeligheid instandhoudingsdoelen voor stikstofdepositie De Natura 2000-gebieden Kennemerland-Zuid en Coepelduynen zijn (zeer) stikstofgevoelig en de reikwijdte van stikstofdepositie is groter dan bijvoorbeeld verstoring door geluid. Er worden woningen ontwikkeld en als gevolg hiervan gaat extra verkeer van en naar het gebied rijden. Daarnaast zal sprake zijn van verkeer van en naar de parkeergarage. Deze toename van verkeer zorgt voor een toename van uitstoot van stoffen, waaronder stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3), die voor bepaalde natuur schadelijk kunnen zijn. Ook de woningen zelf kennen een uitstoot van deze stoffen naar de omgeving. Een toename van uitstoot van NOx en NH3 kan leiden tot negatieve effecten op Natura 2000-gebieden in de omgeving. Daarom worden stikstofdepositieberekeningen uitgevoerd om de mogelijke effecten van stikstofdepositie in beeld te brengen (zie hoofdstuk 4 en bijlage 1). 3.4 Verontreiniging Er is sprake van verontreiniging als er verhoogde concentraties van stoffen in een gebied voorkomen, die onder natuurlijke omstandigheden niet of in zeer lage concentraties aanwezig zijn. Het is niet aannemelijk dat als gevolg van het project hier sprake van zal zijn. Bovendien zijn nieuwe ontwikkelingen gebonden aan voorschriften en regels uit de Waterwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. In het kader hiervan worden bij het ontwerp en de inrichting van het projectgebied voorzieningen getroffen om verontreinigingen te voorkomen, waardoor ecologisch gerelateerde effecten niet aan de orde zijn. (Significante) Negatieve effecten zijn uitgesloten. 3.5 Verdroging De Natura 2000-gebieden in de omgeving zijn deels gevoelig voor verdroging. De droge duinhabitattypen zijn niet gevoelig voor verdroging. Het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid is aangewezen voor een aantal habitattypen die gevoelig zijn voor verdroging. Het betreft H2160 Duindoornstruwelen, H2170 Kruipwilgstruwelen, H2180B Duinbossen (vochtig), H2180C Duinbossen (binnenduinrand) en H2190A/B/C/D Vochtige duinvalleien (alle subtypen). Daarvan komen er twee habitattypen voor binnen 1,5 km van het projectgebied: Blad 13 van 22

17 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 H2160 Duindoornstruweel: ligt op circa 75 m van het Wantveld en kan ook in drogere omstandigheden voorkomen (zie abiotische eisen ten aanzien van vochttoestand uit het profieldocument). Het ontwerp-natura 2000-beheerplan 3 maakt geen melding van verdroging als knelpunt. Een knelpunt vormt de vestiging van Amerikaanse vogelkers, die in de beschutting van Duindoorn tegen vraag door grazers kan opgroeien en zich in korte tijd explosief kan uitbreiden, waardoor duindoornstruwelen afsterven. Figuur 3-1 Verspreiding H2160 in omgeving Wantveld (Bron: AERIUS Calculator) Figuur 3-2 Abiotische eisen vochttoestand H2160 Duindoornstruweel (Bron: profieldocument H2160) H2180C Duinbossen Binnenduinrand: ligt op circa 190 m van het projectgebied. Dit habitattype kan ook in drogere omstandigheden voorkomen (zie abiotische eisen ten aanzien van vochttoestand uit het profieldocument). Het ontwerp-natura beheerplan maakt geen melding van verdroging als knelpunt. Het grootste knelpunt is de aanwezigheid van gebiedsvreemde soorten en stikstofdepositie. 3 Provincie Noord-Holland, augustus Ontwerp Natura 2000 beheerplan Kennemerland-Zuid Blad 14 van 22

18 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Figuur 3-3 Verspreiding H2180C Duinbossen (Binnenduinrand) in de omgeving Wantveld (Bron: AERIUS Calculator) Figuur 3-4 Abiotische eisen vochttoestand H2180C Duinbossen (Binnenduinrand) (Bron: profieldocument H2180) Uitbreiding van bebouwd oppervlak resulteert in een toename van verhard oppervlak (= negatief effect op oppervlaktewater). Als gevolg van een afname in infiltratie heeft een uitbreiding van verhard oppervlak ook een negatief effect op het grondwater. Dit wordt conform wet- en regelgeving gecompenseerd door retentie, zodat negatieve effecten worden voorkomen, dan wel zeer lokaal blijven. Het hydrologisch effect van de aanleg van de damwand ten behoeve van de parkeergarage is toegelicht in bijlage 2. Geconcludeerd wordt dat het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid niet in de stromingsrichting ligt van de parkeergarage. Eventuele effecten van opstuwing/verlaging door de parkeergarage zijn dus sowieso relatief klein. Met een ringleiding ten behoeve van bebouwing worden negatieve effecten voorkomen. De beperkte verandering in de grondwaterstanden (als geen ringleiding wordt aangelegd) zal niet leiden tot het ongeschikt worden van de standplaatsfactoren voor de twee gevoelige habitattypen in de nabijheid van het projectgebied, gezien de variatie aan vochttoestand waarbinnen de habitattypen kunnen voorkomen (zie figuur 3-2 en figuur 3-4). Dan zijn (significant) negatieve effecten uit te sluiten. De afstand tot het Natura 2000-gebied Coepelduynen is groot en ligt aan de andere kant van de bebouwing van Noordwijk. Daarom kan worden geconcludeerd dat dit gebied buiten het invloedsgebied ten aanzien van effecten op het grondwater ligt. Effecten door verdroging als gevolg van het project op de instandhoudingsdoelen van enig Natura 2000-gebied zijn uitgesloten. Blad 15 van 22

19 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v Verstoring door geluid, licht en trillingen Zowel in de realisatie- als in de gebruiksfase is sprake van verstoring door geluid, licht en trillingen. Het effect van geluid, licht en trillingen reikt niet zo ver. Op enkele honderden meters van het projectgebied is een verstorend effect uitgesloten. Gezien de ligging van het projectgebied ten opzichte van de wegen en de bebouwing tussen het projectgebied en het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid (zie figuur 3-5) is van de voorgenomen activiteit geen additionele verstoring op enig Natura 2000-gebied te verwachten in de gebruiksfase. Figuur 3-5 Bebouwing en een weg aanwezig tussen het projectgebied en het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid 3.7 Optische verstoring Er is geen sprake van toename van optische verstoring door de aanwezigheid en/of beweging van mensen dan wel voorwerpen die niet thuishoren in het natuurlijke systeem. Optische verstoring betreft verstoring door de aanwezigheid en/of beweging van mensen dan wel voorwerpen die niet thuishoren in het natuurlijke systeem. In het geval van de projectontwikkeling zou het dan gaan om de aanwezigheid van bebouwing en de beweging van de voertuigen, met name door de netwerkeffecten, en van mensen. De bebouwing zelf grenst aan bestaande bebouwing en grenst niet direct aan het Natura gebied Kennemerland-Zuid, zodat een verstorend effect op dit Natura 2000-gebied uitgesloten is. Het Natura 2000-gebied Coepelduynen ligt op grote afstand en is van het projectgebied gescheiden door de bebouwing van Noordwijk. Daarom is er geen sprake van optische verstoring in het Natura 2000-gebied Coepelduynen. Omdat nu ook al voertuigen en mensen over de wegen in en nabij de Natura 2000-gebieden rijden en lopen en de ligging van de wegen na realisatie van het project niet veranderen, zijn effecten uitgesloten. Blad 16 van 22

20 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v Verstoring door mechanische effecten Onder mechanische effecten vallen verstoring door betreding, golfslag, luchtwervelingen en dergelijke, die optreden ten gevolge van menselijke activiteit. Om dit soort effecten te krijgen, moeten activiteiten in de Natura 2000-gebieden plaatsvinden. Dat is bij dit project niet het geval. De projectontwikkeling zou kunnen leiden tot enige beperkte toename van bezoekers aan de Natura 2000-gebieden. De nieuwe bewoners kunnen ook nieuwe recreanten in de Natura 2000-gebieden worden, met name in Kennemerland-Zuid. In beide gebieden is reeds sprake van een hoge recreatiedruk. Jaarlijks komen ruim 2 miljoen bezoekers in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (Beleidsplan Nationaal Park Zuid-Kennemerland 4 ). De 150 woningen leiden tot een kleine toename in bezoekersaantallen ten opzichte van de huidige aantallen. De hoge actuele recreatiedruk heeft geleid tot maatregelen om significant negatieve effecten van deze recreatiedruk te voorkomen: Coepelduynen; het midden en zuiden is afgesloten, gesloten tussen half maart en half augustus, het gebied ten oosten van het wandel- en fietspad door de Coepelduynen (tussen Noordwijk en Katwijk) is het hele jaar door afgesloten voor honden (staat met bordjes aangegeven). Kennemerland-Zuid; deels veel paden (maar deels ook struinen, zoals in de Amsterdamse Waterleidingduinen). In het Nationaal Park Zuid-Kennemerland is wel een zonering aangebracht waarbij de hoofdtoegangen zijn ingericht op grote aantallen bezoekers met voorzieningen. Andere ingangen zijn alleen per fiets of te voet te bereiken. Daarnaast hebben in Kennemerland-Zuid de knelpunten die enigszins gerelateerd zijn aan recreatie vooral een hydrologisch aspect; ontwatering voor de bouw van recreatiewoningen of verdroging als gevolg van beregening van de golfbaan (KIWA, EEG-consult, november 2007). In het verleden zijn al tal van hydrologische maatregelen genomen, die een gunstig effect hebben op grondwaterafhankelijke natuurwaarden, zoals het afbouwen van de waterwinning. De verwachting is dat de recreanten vooral gebruik zullen maken van de bestaande structuren voor onder andere wandelen en fietsen. In combinatie met de huidige mitigerende maatregelen met betrekking tot de recreatiedruk en de functie van de recreatie in het openhouden van het gebied, is een negatief effect uitgesloten. Enig extra gebruik van de routes zal niet leiden tot een significante verstoring door extra betreding. Effecten als gevolg van mechanische verstoring kunnen daarom worden uitgesloten. 3.9 Cumulatieve effecten De verplichting ook de effecten van andere plannen en projecten in beschouwing te nemen, vindt zijn oorsprong in de Habitatrichtlijn. In artikel 6 lid 3 van de Habitatrichtlijn staat dat bij de passende beoordeling rekening moet worden gehouden met cumulatie van effecten van andere plannen en projecten. Al voltooide plannen en projecten hoeven niet te worden meegenomen in de cumulatiebeoordeling. Al uitgevoerde plannen en projecten zijn in feite een onderdeel van het huidige gebruik. Mochten zij wel effecten hebben dan uit zich dat in de huidige staat van de natuur en zullen er in het kader van dat voltooide project mitigerende en/of compenserende maatregelen genomen moeten zijn/worden. In de cumulatietoets moeten, middels een officieel 4 Voor Coepelduynen is geen beleidsplan bekend als voor Kennemerland-Zuid Blad 17 van 22

21 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 besluit, voorgenomen projecten worden meegenomen; projecten waarvoor eventueel een vergunning is verleend maar die nog niet zijn uitgevoerd. In het rekenmodel voor stikstofdepositie AERIUS wordt reeds rekening gehouden met bekende concrete plannen en projecten die een toename van stikstofdepositie tot gevolg hebben op de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden Conclusie Op basis van deze effectanalyse kan worden geconcludeerd dat verzekerd is dat het project geen negatieve effecten zal hebben op enig Natura 2000-gebied, als het gaat om ruimtebeslag, versnippering, verontreiniging, verdroging, verstoring of mechanische effecten. Bij deze storingsfactoren is geconcludeerd dat negatieve effecten met zekerheid zijn uit te sluiten voor de meest nabijgelegen Natura 2000-gebieden Kennemerland-Zuid en Coepelduynen. Daarmee zijn ook negatieve effecten op verder weg gelegen Natura 2000-gebieden uit te sluiten. Ten aanzien van stikstofdepositie wordt een AERIUS-berekening uitgevoerd (zie hoofdstuk 4). Op grotere afstand liggen ook nog stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Het rekenprogramma AERIUS zal automatisch alle gebieden betrekken die in het invloedsgebied liggen voor de stikstofdepositie. Blad 18 van 22

22 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 4 Stikstofdepositieonderzoek 4.1 AERIUS-berekeningen Voor het project is de bijdrage aan de stikstofdepositie in de omliggende Natura 2000-gebieden onderzocht met het rekenprogramma AERIUS Calculator. AERIUS Calculator wordt in de Regeling natuurbescherming (artikel 2) voor het vergunningtraject voorgeschreven als rekeninstrument. 4.2 Conclusie De uitgangspunten en de rekenresultaten zijn opgenomen in bijlage 1. Uit het stikstofdepositieonderzoek blijkt dat de depositiebijdrage 2,62 mol N per hectare per jaar bedraagt op een voor stikstofgevoelig habitattype in het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Op de overige Natura 2000-gebieden bedraagt de bijdrage 0,05 mol N/ha/jaar of minder. Het project is op grond van de stikstofdepositiebijdrage vergunningplichtig in het kader van de Wnb. De benodigde ontwikkelingsruimte voor het project bedraagt 2,62 mol N/ha/jaar. Blad 19 van 22

23 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 5 Conclusie Uit voorgaande hoofdstukken blijkt dat een (significant) negatief effect uit te sluiten is. Een nader onderzoek (passende beoordeling) vanuit de Wet natuurbescherming is niet aan de orde. - In een voortoets (toets aan de Wet natuurbescherming gebiedsbescherming) is voor elke relevante storingsfactor bepaald of een significant negatief effect met zekerheid uit te sluiten is. - Het project leidt gezien de aard en omvang van het voornemen, het feit dat het project niet direct grenst aan een Natura 2000-gebied, het hydrologisch effect van het aanbrengen van een damwand beperkt is en er reeds een recreatieve zonering aanwezig is, niet tot mogelijk negatieve effecten, anders dan stikstofdepositie. - Het project leidt maximaal tot een stikstofdepositiebijdrage van 2,62 mol N per hectare per jaar op een voor stikstofgevoelig habitattype in het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Op de overige Natura 2000-gebieden bedraagt de bijdrage 0,05 mol N/ha/jaar of minder. - Het project is op grond van de stikstofdepositiebijdrage vergunningplichtig in het kader van de Wnb. De benodigde ontwikkelingsruimte voor het project bedraagt 2,62 mol N/ha/jaar. - Wanneer voor het project ontwikkelingsruimte is toebedeeld in het kader van de PAS, kan worden geconcludeerd dat er geen (significante) negatieve effecten zullen optreden c.q. dat er geen aantasting van de natuurlijke kenmerken van enig Natura 2000-gebied zal plaatsvinden. Dit volgt uit de passende beoordeling bij het PAS (ministerie van EZ en ministerie van I&M, januari 2015) en de voorliggende voortoets. Blad 20 van 22

24 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) Blad 21 van 22

25 Inhoudsopgave Blz. 1 Inleiding Gebruiksfase en realisatiefase Leeswijzer 3 2 Wettelijk kader Wet natuurbeschermingswet Wettelijk kader PAS 4 3 Uitgangspunten Rekenprogramma Gebruiksfase Realisatiefase Stikstofdepositieberekeningen Natura Resultaten Gebruiksfase Realisatiefase 15 5 Conclusie 16 Bijlage A: Gebruiksfase, direct Bijlage B: Gebruiksfase, indirect Bijlage C: Gebruiksfase, totaal Bijlage D: Realisatiefase, direct Bijlage E: Realisatiefase, indirect Bijlage F: Realisatiefase, totaal Bijlage G: Gml-bestand

26 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 1 Inleiding Voor de herontwikkeling van het Wantveld te Noordwijk is een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële effecten van stikstofdepositie als gevolg van het voorgenomen project op omliggende Natura 2000-gebieden. Het huidige parkeerterrein zal verdwijnen. Wel blijven 50 parkeerplaatsen langs de weg op het Wantveld bestaan. Het project betreft de realisatie van 150 woningen en een ondergrondse parkeergarage met 550 parkeerplaatsen op het Wantveld te Noordwijk. De effecten als gevolg van deze nieuw te realiseren woningen en parkeergarage zijn onderzocht. Het project ligt op korte afstand van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Onderstaande figuur geeft de ligging van het project weer ten opzichte van dit Natura 2000-gebied. Figuur 1-1 Ligging project het Wantveld (rood omlijnd) te Noordwijk ten opzichte van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid 1

27 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Figuur 1-2 Ligging project het Wantveld te Noordwijk ten opzichte van het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid 1.1 Gebruiksfase en realisatiefase Als gevolg van het project gaat extra verkeer in de omgeving rijden, dat zal leiden tot een toename van de uitstoot van stoffen, waaronder stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3), die voor bepaalde natuur schadelijk kan zijn. Daarnaast zullen woningen in gebruik zijn. Ook dit leidt tot een toename van de uitstoot van stoffen, waaronder NOx. Een toename van de uitstoot van deze stoffen kan vanwege de stikstofdepositie leiden tot negatieve effecten op het Natura gebied Kennemerland-Zuid. Bij het bepalen van de bijdrage aan de stikstofdepositie van de woningen en het extra verkeer als gevolg van het project speelt de aanwezigheid van bestaand verkeer een rol. Dit komt door de invloed die het project (inclusief parkeergarage) heeft op het bestaande verkeer dan naar de huidige parkeerplaatsen op het Wantveld rijdt. De mogelijke effecten van het project op Natura 2000-gebieden zijn daarom alleen te beoordelen als bekend is wat de effecten zijn van de huidige verkeerssituatie op deze gebieden. Potentiële effecten van stikstofdepositie op het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid kunnen zowel tijdens de realisatiefase als tijdens de gebruiksfase van het project optreden. Tijdens de realisatiefase zullen machines en mensen aanwezig zijn om het project te realiseren. Tijdens de gebruiksfase zal extra verkeer in de omgeving rijden en leidt het gebruik van onder andere de Cvketel in de woningen tot de uitstoot van stoffen. In deze fase wordt onderscheid gemaakt tussen de huidige situatie met parkeerterrein en parkeerplaatsen langs de weg en de projectsituatie met woningen, ondergrondse parkeergarage en parkeerplaatsen langs de weg. Deze effecten op natuurgebieden zijn voor beide fases onderzocht. 2

28 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v Leeswijzer In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op het wettelijk kader dat aan dit onderzoek ten grondslag ligt. Hoofdstuk 3 gaat in op de uitgangspunten voor het onderzoek. In hoofdstukken 4 worden de resultaten van de berekeningen weergegeven. Tot slot worden de conclusies in hoofdstuk 5 weergegeven. 3

29 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 2 Wettelijk kader 2.1 Wet natuurbeschermingswet Binnen de EU worden de belangrijkste leefgebieden van de meest bedreigde en waardevolle soorten en habitattypen aangewezen als Natura 2000-gebied. Deze Natura 2000-gebieden moeten samen een Europees ecologisch netwerk vormen om de achteruitgang van de biodiversiteit te keren. De juridische basis voor dit netwerk zijn de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn, die in Nederland zijn doorvertaald in de Wet natuurbescherming (Wnb). Per gebied worden voor de soorten en habitattypen instandhoudingsdoelstellingen bepaald. Dit kunnen behouds- of uitbreidings-/verbeteringsdoelstellingen zijn. Het is verplicht om plannen en projecten te beoordelen op de gevolgen voor deze instandhoudingsdoelstellingen. Voor projecten geldt een vergunningsplicht als het project een verslechterend of significant verstorend effect kan hebben op een Natura 2000-gebied (art. 2.7 lid 2, Wnb). Bij vaststelling van plannen moet het bevoegd gezag rekening houden met de gevolgen van het plan voor Natura gebieden (art. 2.7 lid 1, Wnb). 2.2 Wettelijk kader PAS Op 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vastgesteld, waardoor de vergunningverlening in het kader van de Wnb voor het aspect stikstof is vereenvoudigd. In het programma aanpak stikstof werken overheden en maatschappelijke partners samen om de stikstofuitstoot te verminderen en daarmee ook economische ontwikkelingen mogelijk te maken. Door middel van brongerichte maatregelen wordt een (extra) daling van de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden bereikt. Een deel van de daling van de stikstofdepositie komt beschikbaar als depositieruimte voor economische ontwikkelingen. Het overige deel komt ten goede aan de natuur waardoor gewaarborgd is dat de Natura 2000-doelen worden gehaald. De PAS verdeelt de gecreëerde depositieruimte in vier delen: Figuur 2-1 Schematische verdeling depositieruimte. De werkelijke verdeling verschilt per Natura 2000-gebied 4

30 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Autonome groei Reservering voor autonome groei, zoals toename bevolking of wegverkeer. Ruimte voor grenswaarden Reservering voor initiatieven met een stikstofuitstoot beneden de grenswaarde van 1 mol per hectare per jaar. Prioritaire projecten (segment 1) Ontwikkelingsruimte voor projecten die zijn opgenomen in bijlage 1 bij de Regeling natuurbescherming. Het gaat om projecten van provinciaal belang of van Rijksbelang, zoals bijvoorbeeld de projecten van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT). Vrije ruimte (segment 2) Vrije ontwikkelingsruimte waarmee het bevoegd gezag vergunning kan verlenen aan initiatiefnemer voor projecten die stikstof uitstoten. De depositieruimte van de segmenten 1 en 2 wordt ontwikkelingsruimte genoemd. Indien men gebruik wil maken van deze ontwikkelingsruimte dient een vergunning aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag, die vervolgens deze ontwikkelingsruimte kan toebedelen. De beschikbaar komende depositieruimte heeft het mogelijk gemaakt om de in de Wnb opgenomen vergunningplicht enigszins te verlichten. Als de maximale bijdrage van een project aan de stikstofdepositie op een voor stikstof gevoelig habitat in een Natura 2000-gebied minder dan 1 mol/ha/jaar bedraagt, kan in de regel volstaan worden met een melding. Met de stikstofdepositie die deze projecten veroorzaken is in de PAS rekening gehouden middels de ruimte voor grenswaarden. Omdat de ontwikkelingsruimte in segment 2 bij sommige Natura 2000-gebieden schaars is en de bevoegde gezagen die schaars beschikbare ontwikkelingsruimte willen verdelen over meerdere projecten, hebben zij beleidsregels opgesteld. Voor het merendeel van de Natura 2000-gebieden wordt per project maximaal 3 mol/ha/jaar beschikbaar gesteld. Bij zwaarwegende omstandigheden kan het bevoegd gezag van deze regels afwijken. Om voor een activiteit de toename van de stikstofdepositie op een stikstofgevoelig habitattype te berekenen is het rekeninstrument AERIUS verplicht gesteld. Aan de hand van de resultaten van een berekening met AERIUS kan bepaald worden welke vervolgstappen in het kader van de Wnb gezet moeten worden. 5

31 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 3 Uitgangspunten 3.1 Rekenprogramma Om de stikstofbijdrage te bepalen, zijn berekeningen uitgevoerd met het wettelijk verplicht gestelde rekenprogramma AERIUS Calculator, versie 2016, voor het rekenjaar Dit is het jaar waarin de eerste effecten van het project zijn te verwachten. De bijdrage aan de stikstofdepositie in de omliggende Natura 2000-gebieden is berekend voor een vergunning Wet natuurbescherming (rekeninstelling in AERIUS). 3.2 Gebruiksfase Om de effecten van het project op de stikstofdepositie te onderzoeken, wordt onderscheid gemaakt tussen de huidige situatie met parkeerterrein en parkeerplaatsen langs de weg en de projectsituatie met woningen, ondergrondse parkeergarage en parkeerplaatsen langs de weg. Voor de verkeerssituatie zijn de uitgangspunten weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 3-1 Uitgangspunten verkeerssituatie Parkeerplaatsen op parkeerterrein Wantveld Parkeerplaatsen langs de weg op het Wantveld Parkeerplaatsen in parkeergarage Huidige situatie Projectsituatie Bij de wijze van berekenen wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die AERIUS biedt om een verschilberekening uit te voeren. Situatie 2 betreft dan de projectsituatie en situatie 1 de huidige situatie. Het verschil is de bijdrage van het project aan de stikstofdepositie (projectbijdrage). In de gebruiksfase wordt onderscheid gemaakt tussen directe emissies (waaronder Cv-ketels en fornuizen in woningen, afzuiginstallatie van parkeergarage, parkerend en manoeuvrerend verkeer op parkeerplaatsen) en indirecte emissies (verkeersaantrekkende werking van woningen, verkeer rijden van en naar parkeergarage en parkeerplaatsen). De uitlaatgassen van verkeer (emissies) bevatten stoffen die effecten kunnen hebben op de stikstofdepositie. Deze emissies zijn in de berekeningen opgedeeld in twee aspecten. De emissies die vrijkomen tijdens het parkeren en manoeuvreren op de parkeerplaatsen (parkeerterrein en parkeerplaatsen langs de weg) worden als directe emissies doorgerekend. De emissies die vrijkomen tijdens het rijden van en naar de ontwikkelingen en parkeerplaatsen, dus op de wegen in de omgeving, worden als indirecte emissies doorgerekend. Directe emissies Om de effecten van de directe emissies op de stikstofdepositie te onderzoeken, is gebruik gemaakt van onderstaande uitgangspunten. Huidige situatie In de huidige situatie is sprake van 616 parkeerplaatsen op het parkeerterrein Wantveld. De lichte motorvoertuigen rijden over de parkeerplaatsen en manoeuvreren om te parkeren. De emissies die hierbij vrijkomen, worden in de stikstofdepositieberekeningen doorgerekend als directe emissies. 6

32 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Het aantal lichte motorvoertuigen (mvt) dat gebruik maakt van het parkeerterrein Wantveld is als volgt bepaald: - het parkeerterrein bevat 616 parkeerplaatsen; - elke parkeerplaats is gemiddeld 600 uur per jaar bezet; - per keer parkeert een voertuig gemiddeld 2 uur; - op jaarbasis leidt dit tot (616 * 600 / 2 =) voertuigen. De directe emissies die vrijkomen op het parkeerterrein zijn weergegeven in tabel 3-2. Tabel 3-2 Directe emissies huidige situatie (parkeerterrein Wantveld) Stof Aantal lichte motorvoertuigen Gereden afstand op parkeerterrein Gereden afstand op parkeerterrein Emissiefactor Emissie [-] [mvt] [km/mvt] [km] [g/km/mvt] [kg/jaar] NOx , ,53 27,4 NH , ,027 1,4 De uitstoothoogte voor de directe emissies van het parkerende verkeer is 2,5 meter met een spreiding van 2,5 meter. Deze emissies zijn gemodelleerd als oppervlaktebron ter plaatse van het parkeerterrein Wantveld. Projectsituatie Om de effecten van de directe emissies van woningen op de stikstofdepositie te onderzoeken, is gebruik gemaakt van de standaard emissies die in AERIUS worden gehanteerd voor woningen. De emissie NOx bedraagt 1,1 kilogram per jaar (kg/jaar) per woning. De woningen zijn in AERIUS gemodelleerd als oppervlaktebron ter plaatse van de ontwikkellocatie. Er is gebruik gemaakt van onderstaande uitgangspunten. Tabel 3-3 Directe emissies projectsituatie (woningen) Woningen Emissiefactor NOx Emissie NOx Uitstoothoogte Spreiding [-] [kg/jaar/woning] [kg/jaar] [m] [m] 150 1,1 165,0 15 1,5 Om de effecten van de directe emissies op de stikstofdepositie te onderzoeken van het parkerende en manoeuvrerende verkeer in de parkeergarage en op de parkeerplaatsen, zijn de emissies bepaald die hierbij ontstaan. De emissies van het verkeer die in de parkeergarage ontstaan, worden afgezogen en komen in de buitenlucht via een mechanische afzuiginstallatie in een schacht van de garage. De emissie van de parkeergarage is in AERIUS gemodelleerd als puntbron ter plaatse van de schaft. De emissies van het verkeer op het parkeerplaatsen verspreiden zich direct in de buitenlucht. De emissies van de parkeerplaatsen zijn als oppervlaktebron gemodelleerd ter plaatse van deze parkeerplaatsen. In de huidige situatie maken huidige bewoners van omliggende woningen aan het Wantveld en (strand)bezoekers (verder: bewoners/bezoekers) gebruik van het parkeerterrein Wantveld. In de projectsituatie zullen deze bewoners/bezoekers gebruik maken van de ondergrondse parkeergarage Wantveld met 550 parkeerplaatsen en van de 50 parkeerplaatsen langs de weg op het Wantveld. Daarnaast zullen ook de toekomstige bewoners van de geplande appartementen op het Wantveld gebruik maken van deze parkeergarage en parkeerplaatsen langs de weg. In de projectsituatie zullen dus meer mensen gebruik maken van de parkeermogelijkheden op het Wantveld dan in de huidige situatie. 7

33 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Het aantal lichte motorvoertuigen (mvt) dat gebruik zal maken van de parkeergarage en de parkeerplaatsen langs de weg is als volgt bepaald: - het huidige parkeerterrein Wantveld wordt door bewoners/bezoekers gebruikt met mvt per jaar. In de projectsituatie zullen naar verwachting ook mvt per jaar gebruik maken van de parkeergarage/parkeerplaatsen door bewoners/bezoekers. Dit komt overeen met 507 mvt per etmaal; - als gevolg van de geplande appartementen zullen 448 mvt per etmaal ( mvt per jaar) gebruik maken van de parkeergarage/parkeerplaatsen door toekomstige bewoners; - in totaal zullen ( =) 955 mvt per etmaal ( mvt per jaar) gebruik maken van de parkeergarage/parkeerplaatsen. De directe emissies die vrijkomen in de parkeergarage en op de parkeerplaatsen langs de weg zijn weergegeven in tabel 3-4 voor de projectsituatie. Tabel 3-4 Directe emissies projectsituatie (parkeergarage en parkeerplaatsen Wantveld) Stof Aantal lichte motorvoertuigen Gereden afstand in parkeergarage / op parkeerplaatsen Gereden afstand in parkeergarage / op parkeerplaatsen Emissiefactor Emissie [-] [mvt] [km/mvt] [km] [g/km/mvt] [kg/jaar] NOx , ,53 51,7 NH , ,027 2,6 De totale emissies van de parkeergarage en parkeerplaatsen zijn evenredig verdeeld over de 550 parkeerplaatsen in de garage en de 50 parkeerplaatsen langs de weg, zoals onderstaand weergegeven. Tabel 3-5 Directe emissies projectsituatie (parkeergarage en parkeerplaatsen Wantveld) Stof Aantal parkeerplaatsen parkeergarage Aantal parkeerplaatsen langs de weg Totale emissie Emissie parkeergarage Emissie parkeerplaatsen langs de weg [-] [-] [-] [kg/jaar] [kg/jaar] [kg/jaar] NOx NH3 550 (875 mvt/etmaal) 550 (875 mvt/etmaal) 50 (80 mvt/etmaal) 50 (80 mvt/etmaal) 51,7 47,4 4,3 2,6 2,4 0,2 De uitstoot van stoffen in de parkeergarage vindt via één schacht plaats naar de buitenlucht met een uitstoothoogte van 6 meter en een warmte-output van 0,030 MW. Deze emissies zijn gemodelleerd als puntbron ter plaatse van de schacht van de parkeergarage. De uitstoothoogte voor de directe emissies van het parkerende verkeer op de parkeerplaatsen langs de weg is 2,5 meter met een spreiding van 2,5 meter. Deze emissies zijn gemodelleerd als oppervlaktebron ter plaatse van de parkeerplaatsen langs de weg. Indirecte emissies Om de effecten van de indirecte emissies op de stikstofdepositie te onderzoeken, is gebruik gemaakt van onderstaande uitgangspunten. Huidige situatie In de huidige situatie maken 507 lichte mvt per etmaal gebruik van het parkeerterrein. Dit komt overeen met mvt bewegingen per etmaal. 8

34 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Het huidige verkeer dat gebruik maakt van het parkeerterrein verdeelt zich over de wegen in de omgeving, zoals weergegeven in figuur % 50% 10% Figuur 3-1 Percentuele verdeling van het verkeer over de wegvakken in de omgeving als gevolg van het parkeerterrein in de huidige situatie (locatie parkeerterrein in blauw weergegeven) Projectsituatie De geplande woningen zorgen voor extra verkeersstromen op de wegen in de omgeving (verkeersgeneratie), die vervolgens zorgen voor extra emissies van stoffen. Dit worden indirecte emissies genoemd. Deze verkeersgeneratie wordt bepaald op basis van de CROW richtlijn 317 Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie voor centrum-dorps. De verkeersgeneratie (extra bewegingen van motorvoertuigen (mvt)) als gevolg van dit project bedraagt: - Woning: 6,3 mvt bewegingen per etmaal per woning - Totaal: (6,3 * 150 =) 945 mvt bewegingen per etmaal In de projectsituatie zullen bewoners/bezoekers gebruik maken van de ondergrondse parkeergarage Wantveld met 550 parkeerplaatsen en de 50 parkeerplaatsen langs de weg op het Wantveld. Daarnaast zullen ook de toekomstige bewoners van de geplande woningen op het Wantveld gebruik maken van deze parkeergarage en parkeerplaatsen langs de weg. Aangenomen wordt dat in deze situatie het verkeer zich op dezelfde manier verdeelt over de wegen in de omgeving als in de huidige situatie, zoals weergegeven in figuur 3-1. De totale verkeersgeneratie omvat de drie vervoersklassen licht, middelzwaar en zwaar vrachtverkeer. De percentuele verdeling over deze klassen als gevolg van de geplande woningen is bepaald aan de hand van het verkeersmodel van de gemeente Noordwijk voor het jaar 2015 (tabel 3-6). Tabel 3-6 Percentuele verdeling licht, middelzwaar en zwaar vrachtverkeer als gevolg van geplande woningen Vervoersklasse Percentuele verdeling Licht verkeer 94,7 % Middelzwaar vrachtverkeer 4,4 % Zwaar vrachtverkeer 0,9 % 9

35 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Het verkeer is gemodelleerd als lijnbronnen ter plaatse van de relevante wegvakken in de omgeving van de projecten. De wegvakken met licht, middelzwaar en zwaar vrachtverkeer zijn gemodelleerd als wegen binnen de bebouwde kom. 3.3 Realisatiefase In de realisatiefase zijn diverse mobiele werktuigen benodigd ten behoeve van de bouwwerkzaamheden. De meeste van deze werktuigen zijn elektrisch aangedreven, waardoor er geen sprake is van emissies van stoffen. Een beperkt aantal van de werktuigen is diesel aangedreven. Deze werktuigen hebben een emissie NOx, die kan leiden tot stikstofdepositie. De realisatiefase zal circa 1,5 jaar in beslag nemen. De laatste maanden van de realisatiefase zal voornamelijk bestaan uit het afwerken van de locatie. In het eerste jaar vinden de voornaamste stikstofemitterende activiteiten plaats. Met name de volgende activiteiten, met diesel aangedreven mobiele werktuigen, zijn bepalend voor de stikstofdepositie: - Inzet van mobiele werktuigen (grondverzet en bouwwerkzaamheden) - Aan- en afvoer van puin, bestrating (bijvoorbeeld klinkers) en beton, inclusief verkeersbewegingen voor de bouwwerkzaamheden en het personeel De activiteiten in deze fase zijn in één jaar gemodelleerd. Voor het berekenen van de emissies van door diesel aangedreven werktuigen hanteert AERIUS het emissiemodel van TNO 1. In dit model wordt voor het berekenen van de emissies NOx gebruik gemaakt van de volgende formule: Emissie = Lastfactor * Vermogen * Emissiefactor * TAF-factor Lastfactor = het gedeelte van het (gemiddelde) volle vermogen van dit machinetype dat gemiddeld gebruikt wordt [%] Vermogen = het gemiddelde vermogen van dit machinetype [kw] Emissiefactor = de gemiddelde emissiefactor behorend bij het bouwjaar [g/kwh] TAF-factor = aanpassingsfactor op de gemiddelde emissiefactor in verband met de afwijking van de gemiddelde gebruikstoepassing van dit machinetype als gevolg van wisselende vermogensvraag [-] Voor de werktuigen zijn de emissiefactoren NOx en bijbehorende TAF-factoren verkregen uit de boven genoemde TNO rapportage. Inzet van mobiele werktuigen De realisatie van de woningen en de ondergrondse parkeergarage is voor de mobiele werktuigen onder te verdelen in de volgende stappen: 1 Hulskotte, J. Verbeek, R., Emissiemodel Mobiele Machines gebaseerd op machineverkopen in combinatie met brandstof Afzet (TNO-034-UT _RPT-ML), TNO Bouw en Ondergrond, november

36 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 1. Realiseren damwand Om de grond bij de bestaande bebouwing te keren en daarmee de bouw van de parkeergarage mogelijk te maken wordt een damwand aangelegd over een totale afstand van 640 meter met behulp van een hydraulische kraan. De kraan kan 50 meter damwand per dag plaatsen en zal gedurende 8 uur per dag in werking zijn. Dit komt overeen met in totaal (640 / 50 * 8 =) 104 draaiuren. 2. Opnemen bestaande verharding parkeerterrein Ten behoeve van de toekomstige parkeergarage en woningen dient circa m 2 tegelwerk, klinkers en/of andere bestaande verharding te worden verwijderd. Voor de werkzaamheden wordt gebruik gemaakt van een graafmachine en een laadschop. De bestaande verharding wordt middels vrachtwagens afgevoerd. De emissies die daarbij vrijkomen, zijn verwerkt in het onderdeel aan- en afvoer van beton, puin en bestrating. 3. Ontgraven parkeergarage Ten behoeve van de toekomstige parkeergarage dient circa m 3 grond te worden afgegraven. Voor de graafwerkzaamheden wordt gebruik gemaakt van meerdere graafmachines. De afgegraven grond wordt afgevoerd middels dumpers naar een locatie op het strand. De uitgangspunten met betrekking tot het vervoer van de grond naar deze locatie wordt nader uitgewerkt bij het onderdeel afvoer van grond. 4. Afvoer van grond De grond (zand) afkomstig uit de afgraving van de parkeergarage wordt (vermoedelijk) gestort op het strand. De grond zal met behulp van dumpers worden vervoerd naar de opslaglocatie. Per dumper wordt gemiddeld 20 m 3 grond vervoerd. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling wordt m 3 grond verplaatst. Voor de verplaatsing van de grond zijn ( / 20 =) dumperladingen nodig. Het op en neer rijden (exclusief laden / lossen) neemt circa 10 minuten in beslag. Dit komt neer op circa (3.120 * 10 / 60 =) 520 uur. Het rijden met dumpers is in AERIUS gemodelleerd als lijnbron, waarbij de totale emissie NOx op deze lijn is gezet. Ook het laden en lossen van dumpers draagt bij aan de emissie (en daarmee de depositie) van stikstof. Het laden van een dumper neemt gemiddeld 5 minuten in beslag en het lossen gemiddeld 2 minuten. 5. Bouw parkeergarage en woningen Voor de bouw van de parkeergarage en woningen wordt gebruik gemaakt van een elektrische hijskraan (geen emissies) en een kleine graafmachine (bobcat). Deze werktuigen worden onder andere gebruikt om de structuren te plaatsen die vereist zijn om de betonnen muren en vloeren te kunnen realiseren (bekisting). Om het beton in de verschillende structuren te gieten/pompen wordt gebruik gemaakt van een betonpomp. De aanvoer en het verwerken van beton is opgenomen in het onderdeel aan- en afvoer van beton, puin en bestrating. In onderstaande tabel zijn de gebruikte eigenschappen van de mobiele werktuigen weergegeven. De nummers in de tabel komen overeen met de nummers in bovenstaande beschrijvingen. Deze eigenschappen zijn gebaseerd op de standaardwaarden die in AERIUS gehanteerd worden. 11

37 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Tabel 3-7 Draaiuren en eigenschappen van gebruikte mobiele werktuigen Nr. Werktuig Draaiuren per jaar Vermogen Emissiefactor Lastfactor TAF-factor Emissie 1 Hydraulische kraan [uren/jaar] [kw] [g/kwh] [%] [-] [kg/jaar] , ,1 4,6 2 Laadschop ,8 60 1,05 11,5 Graafmachine , ,87 1,3 3 Graafmachine , ,87 3,6 4 Dumper - rijden ,3 50 1,1 299,5 Dumper laden ,3 20 1,1 73,7 Dumper - lossen ,3 75 1,1 89,9 5 Graafmachine , ,87 5,0 De mobiele werktuigen die op het terrein van de inrichting ingezet worden, zijn in AERIUS als oppervlaktebronnen gemodelleerd. De werktuigen die van en naar de inrichting rijden, zijn in AERIUS als lijnbronnen gemodelleerd. Aan- en afvoer van klinkers en beton Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling vindt aan- en afvoer van klinkers en beton plaats. De huidige bestrating zal worden verwijderd om de bouw van de parkeergarage en de appartementen mogelijk te maken. Ten behoeve van de realisatie van de parkeergarage en appartementen zal beton worden aangevoerd. De benodigde hoeveelheid beton is berekend op basis van het aantal te realiseren parkeerplaatsen en woningen en een inschatting van de inhoud van de vloeren en muren. Op basis van deze inschatting blijkt dat circa m 3 beton nodig zal zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen puntbronnen van laden/lossen/verpompen en lijnbronnen van verkeersbewegingen. Puntbronnen Het laden van de vrachtwagens met klinkers draagt bij aan de emissie NOx. Tijdens het laden van de vrachtwagens blijft de motor stationair draaien. Ten opzichte van het normale rijgedrag is ter plaatse van de laadlocatie sprake van een afwijkende, min of meer gecumuleerde, emissie. Het laden van een vrachtwagen neemt circa 15 minuten in beslag. Het lossen van de betonmixers draagt tevens bij aan de emissie NOx. Tijdens het lossen van de betonmixers wordt de motor gebruikt om de laadbak leeg te kiepen. Het lossen van de betonmixers neemt circa 15 minuten in beslag. Het beton wordt via een betonpomp gestort in de bekisting. Ook deze betonpomp draagt bij aan de emissie NOx. Tijdens het verpompen van het beton wordt de motor gebruikt. Voor het verpompen van beton is circa 60 dagen 6 uur per dag (totaal 360 uur) een betonpomp aanwezig gedurende de bouwperiode. Tabel 3-8 Emissies behorende bij de aan- en afvoer van klinkers en beton Activiteit Draaiuren per jaar Vermogen Emissiefactor Lastfactor Emissie [uren/jaar] [kw] [g/kwh] [%] [kg/jaar] Laden klinkers ,0 20 3,1 Lossen betonmixers , ,4 Verpompen beton , ,4 12

38 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Deze bronnen zijn in AERIUS gemodelleerd als puntbronnen op de locatie waar de desbetreffende activiteiten plaatsvinden. Lijnbronnen De klinkers en/of andere bestrating worden afgevoerd middels vrachtwagens. Bij een oppervlakte van m 2, een dikte van 10 cm en 75% open ruimte in het gestorte steen komt dit neer op circa m 3. De vrachtwagens hebben een laadvermogen van 20 m 3. Gedurende de afvoer van klinkers zullen circa (2.300 / 20 =) 115 vrachtwagens van en naar de ontwikkellocatie rijden. Dit komt neer op in totaal 230 vrachtwagenbewegingen met zwaar vrachtverkeer gedurende de realisatiefase. Het beton dat nodig is voor de bouw van de parkeergarage en woningen wordt aangevoerd middels betonmixers. Een betonmixer heeft een gemiddeld laadvermogen van 12 m 3. Gedurende de werkzaamheden zullen circa ( / 12 =) betonmixers van en naar de ontwikkellocatie rijden. Dit komt neer op in totaal bewegingen met zwaar vrachtverkeer gedurende de realisatiefase. Naast bovengenoemde activiteiten is ook rekening gehouden met de vervoersbewegingen ten behoeve van de aanvoer van diverse bouwmaterialen (wapening, bekisting, etc.) en personeel. Gedurende de bouwperiode wordt rekening gehouden met in totaal 15 motorvoertuigen per etmaal voor het personeel (licht verkeer) en 5 motorvoertuigen per etmaal voor de aanvoer van bouwmaterialen (zwaar vrachtverkeer). De benodigde vervoersbewegingen voor bovenstaande activiteiten worden in onderstaande tabel weergegeven. Voor de invoer in AERIUS wordt gebruik gemaakt van vervoersbewegingen per etmaal. Vanwege het beperkte aantal bewegingen op jaarbasis zijn de bewegingen van het vrachtverkeer geclusterd tot één waarde van vervoersbewegingen per etmaal (laatste kolom in onderstaande tabel). Tabel 3-9 Vervoersbewegingen Activiteit Type motorvoertuig Motorvoertuigen per etmaal (bouwperiode) Motorvoertuigen per jaar (bouwperiode) Afvoer klinkers Zwaar vrachtverkeer 115 Aanvoer beton Zwaar vrachtverkeer Aanvoer bouwmaterialen Zwaar vrachtverkeer 5 Vervoersbewegingen per etmaal (invoer AERIUS) Personeel Lichte vrachtverkeer Van deze vervoersbewegingen zal 40% de ontwikkellocatie vanuit het noorden (via het wegvak Northgodreef) bereiken en 60% via het zuiden (via het wegvak Wantveld). Deze vervoersbewegingen worden, net als in de gebruiksfase, beschouwd als indirecte emissies. Het verkeer is gemodelleerd als lijnbronnen ter plaatse van de relevante wegvakken in de omgeving van de projecten. De wegvakken met licht en zwaar vrachtverkeer zijn gemodelleerd als wegen binnen de bebouwde kom. 13

39 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v Stikstofdepositieberekeningen Voor het project zijn de volgende berekeningen uitgevoerd om de effecten van het project op de stikstofdepositie te bepalen: Gebruiksfase - Berekening op basis van de directe emissies (woningen, parkerend verkeer) - Berekening op basis van de emissies van lijnbronnen (indirecte emissies/verkeersaantrekkende werking) - Berekening op basis van het totaal aan emissies Realisatiefase - Berekening op basis van de emissies van punt- en oppervlaktebronnen - Berekening op basis van de emissies van lijnbronnen (indirecte emissies) - Berekening op basis van het totaal aan emissies De stikstofdepositie in de realisatiefase treedt gedurende een jaar op, terwijl de stikstofdepositie in de gebruiksfase voor onbepaalde tijd optreedt. Beide fasen zijn afzonderlijk doorgerekend (berekening voor onbepaalde tijd). Dit is gedaan, omdat de stikstofdepositiebijdragen, die veroorzaakt worden door de activiteiten in elke fase, niet tegelijkertijd optreden. De bijdrage aan de stikstofdepositie in de omliggende Natura 2000-gebieden is berekend ter plaatse van voor stikstof gevoelige habitats. 3.5 Natura 2000 Voor het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid bedraagt de grenswaarde op dit moment 1 mol N per hectare per jaar. Als de depositiebijdrage van een project meer dan 0,05 en minder dan 1 mol N/ha/jaar bedraagt, is dit project meldingsplichtig in het kader van de Wnb. Als de depositiebijdrage van een project 1 mol N/ha/jaar of meer bedraagt, is het project vergunningplichtig in het kader van de Wnb. De provincie Zuid-Holland heeft in haar beleidsregels opgenomen dat per project maximaal 3 mol N/ha/jaar beschikbaar kan worden gesteld. Als de depositiebijdrage van een project dus 1 mol N/ha/jaar of meer bedraagt, maar maximaal 3 mol N/ha/jaar, dan kan, indien voldoende depositieruimte beschikbaar is, voor dat project een Wnb-vergunning verleend worden. 14

40 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 4 Resultaten 4.1 Gebruiksfase De bijdrage aan de stikstofdepositie in de omliggende Natura 2000-gebieden is berekend ter plaatse van voor stikstof gevoelige habitats. De hoogste depositie voor de directe, indirecte en de totale emissies is weergegeven in onderstaande tabel voor het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Op de overige Natura 2000-gebieden bedraagt de bijdrage 0,05 mol N/ha/jaar of minder. Tabel 4-1 Stikstofdepositie op Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid in de gebruiksfase Hoogste depositie [mol N/ha/jaar] Benodigde ontwikkelingsruimte [mol N/ha/jaar] Directe emissies 0,29 0,29 Indirecte emissies 2,41 2,41 Totale emissies 2,62 2,62 In bovenstaande tabel valt het volgende aspect op. De som van de hoogste depositie van de directe (0,29 mol N/ha/jaar) en de indirecte (2,41 mol N/ha/jaar) emissies is ongelijk aan de totale emissies (2,62 mol N/ha/jaar). De hoogste depositie van de directe emissies vindt plaats op een ander hexagoon dan de hoogste depositie van de indirecte emissies. Daardoor is de hoogste depositie die berekend is in de totale berekening ongelijk aan de som van de individuele berekeningen van de directe en indirecte emissies. Alle resultaten zijn weergegeven in de (AERIUS) bijlagen A-C. 4.2 Realisatiefase De bijdrage aan de stikstofdepositie in de omliggende Natura 2000-gebieden is berekend ter plaatse van voor stikstof gevoelige habitats. De hoogste depositie voor de directe, indirecte en de totale emissies is weergegeven in onderstaande tabel voor het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Op de overige Natura 2000-gebieden bedraagt de bijdrage 0,05 mol N/ha/jaar of minder. Tabel 4-2 Stikstofdepositie op Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid in de realisatiefase Hoogste depositie Benodigde ontwikkelingsruimte [mol N/ha/jaar] [mol N/ha/jaar] Directe emissies 1,67 1,10 Indirecte emissies 2,14 1,35 Totale emissies 3,82 2,34 Alle resultaten zijn weergegeven in de (AERIUS) bijlagen D-F. In bovenstaande tabel valt het volgende aspect op. De som van de benodigde ontwikkelingsruimte van de directe (1,10 mol N/ha/jaar) en de indirecte (1,35 mol N/ha/jaar) emissies is ongelijk aan de totale emissies (2,34 mol N/ha/jaar). De benodigde ontwikkelingsruimte van de directe emissies vindt plaats op een ander hexagoon dan de hoogste depositie van de indirecte emissies. Daardoor is de benodigde ontwikkelingsruimte die berekend is in de totale berekening ongelijk aan de som van de individuele berekeningen van de directe en indirecte emissies. 15

41 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 5 Conclusie Het Wantveld te Noordwijk wordt herontwikkeld. Het voorgenomen project betreft de realisatie van 150 woningen en een ondergrondse parkeergarage. Er is een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële effecten van stikstofdepositie als gevolg van het voorgenomen project op omliggende Natura 2000-gebieden. Bij het project is sprake van een realisatiefase en een gebruiksfase. De stikstofdepositie in de realisatiefase treedt gedurende een jaar op, terwijl de stikstofdepositie in de gebruiksfase voor onbepaalde tijd optreedt. Beide fasen zijn afzonderlijk doorgerekend (berekening voor onbepaalde tijd). Dit is gedaan, omdat de stikstofdepositiebijdragen, die veroorzaakt worden door de activiteiten in elke fase, niet tegelijkertijd optreden. De hoogste stikstofdepositie is berekend voor de gebruiksfase. Hiermee is deze gebruiksfase maatgevend voor het bepalen van de vergunnings- of meldingsplicht in het kader van de Wet Natuurbescherming. De hoogst berekende stikstofdepositie in de gebruiksfase bedraagt 2,62 mol N/ha/jaar op het Natura 2000-gebied Kennemerland-Zuid. Het project is op grond van de stikstofdepositiebijdrage vergunningplichtig in het kader van de Wnb. De benodigde ontwikkelingsruimte voor het project bedraagt 2,62 mol N/ha/jaar. De benodigde ontwikkelingsruimte in de gebruiksfase is niet op elk hexagoon maatgevend. Op diverse hexagonen is de benodigde ontwikkelingsruimte in de gebruiksfase groter dan in de realisatiefase en op diverse hexagonen is dit omgekeerd. Daarom is een gml-bestand bijgevoegd (bijlage G) met voor elk hexagoon de hoogste benodigde ontwikkelingsruimte uit de gebruiksfase dan wel de realisatiefase. Dit bestand wordt bij de Wnb-vergunning gevoegd en kan gebruikt worden voor de afboeking van de benodigde ontwikkelingsruimte in AERIUS Register. 16

42 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage A: Gebruiksfase, direct

43 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Wantveld huidig Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 1/9

44 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Gemeente Noordwijk -, - Noordwijk Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Wantveld RgZsMk54c7V2 Datum berekening Rekenjaar 13 juni 2017, 13: Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx 27,40 kg/j 216,70 kg/j 189,30 kg/j NH3 1,40 kg/j 2,60 kg/j 1,20 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Natuurgebied Kennemerland-Zuid Provincie Zuid-Holland Situatie 1 Situatie 2 Verschil 0,14 0,44 + 0,29 Toelichting Stikstofdepositieberekening Wantveld gebruiksfase situatie 1: huidige situatie met parkeerterrein situatie 2: woningen met parkeergarage - directe emissies: woningen en parkerend verkeer Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 2/9

45 Locatie Wantveld huidig Emissie (per bron) Wantveld huidig Naam Parkeerterrein Locatie (X,Y) 90225, Uitstoothoogte 2,5 m Oppervlakte 1,6 ha Spreiding 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Continue emissie Temporele variatie NOx NH3 27,40 kg/j 1,40 kg/j Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 3/9

46 Locatie Wantveld project Emissie (per bron) Wantveld project Naam Parkeergarage schaft Locatie (X,Y) 90101, Uitstoothoogte 6,0 m Warmteinhoud 0,030 MW Continue emissie Temporele variatie NOx NH3 47,40 kg/j 2,40 kg/j Naam Langs de weg parkeren Locatie (X,Y) 90254, Uitstoothoogte 2,5 m Oppervlakte 0,2 ha Spreiding 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Continue emissie Temporele variatie NOx NH3 4,30 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 4/9

47 Naam Wantveld appartementen Locatie (X,Y) 90223, Uitstoothoogte 15,0 m Oppervlakte 1,1 ha Spreiding 1,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Continue emissie Temporele variatie NOx 165,00 kg/j Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 5/9

48 Depositie natuurgebieden Hoogste projectverschil (Kennemerland-Zuid) Hoogste projectverschil per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 6/9

49 Natuurgebied Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Situatie 2 Hoogste depositie (mol/ha/j) Depositie PASgebieden Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Kennemerland- Zuid 0,14 0,44 + 0,29 0,74 0,29 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 7/9

50 Depositie per habitattype Kennemerland-Zuid Habitattype Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? H2160 Duindoornstruwelen 0,14 0,44 + 0,29 0,29 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 0,14 0,44 + 0,29 0,29 H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,15 0,42 + 0,27 0,27 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,13 0,36 + 0,23 0,23 H2120 Witte duinen 0,08 0,27 + 0,19 0,19 H2110 Embryonale duinen 0,04 0,15 + 0,11 0,11 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,02 0,08 + 0,06 0,06 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 8/9

51 Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016_ _a9b5d9a5ef versie 2016_ _feb336c45f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Wantveld huidig Wantveld project RgZsMk54c7V2 (13 juni 2017) pagina 9/9

52 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage B: Gebruiksfase, indirect

53 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Wantveld huidig Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 1/11

54 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Gemeente Noordwijk -, - Noordwijk Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Wantveld S4G2msVfCZ4R Datum berekening Rekenjaar 07 april 2017, 10: Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx 75,71 kg/j 191,52 kg/j 115,81 kg/j NH3 5,77 kg/j 10,97 kg/j 5,20 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Natuurgebied Kennemerland-Zuid Provincie Zuid-Holland Situatie 1 Situatie 2 Verschil 2,36 4,77 + 2,41 Toelichting Stikstofdepositieberekening Wantveld gebruiksfase situatie 1: huidige situatie met parkeerterrein situatie 2: woningen met parkeergarage - indirecte emissies: verkeersaantrekkende werking Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 2/11

55 Locatie Wantveld huidig Emissie (per bron) Wantveld huidig Naam Marijkestraat oost Locatie (X,Y) 90347, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 8,75 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 102,0 NOx NH3 8,75 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 3/11

56 Naam Marijkestraat west Locatie (X,Y) 90294, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx < 1 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 102,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Naam Northgodreef Locatie (X,Y) 90574, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 40,21 kg/j NH3 3,07 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 406,0 NOx NH3 40,21 kg/j 3,07 kg/j Naam Wantveld Locatie (X,Y) 90118, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 25,94 kg/j NH3 1,98 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 507,0 NOx NH3 25,94 kg/j 1,98 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 4/11

57 Locatie Wantveld project Emissie (per bron) Wantveld project Naam Marijkestraat oost Locatie (X,Y) 90347, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 22,71 kg/j NH3 1,26 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 191,0 NOx NH3 16,38 kg/j 1,25 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 5,0 NOx NH3 5,10 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 1,0 NOx NH3 1,23 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 5/11

58 Naam Marijkestraat west Locatie (X,Y) 90294, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 2,10 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 191,0 NOx NH3 1,51 kg/j < 1 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 5,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 1,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Naam Northgodreef Locatie (X,Y) 90574, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 101,39 kg/j NH3 5,83 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 764,0 NOx NH3 75,67 kg/j 5,77 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 17,0 NOx NH3 20,05 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 4,0 NOx NH3 5,67 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 6/11

59 Naam Wantveld Locatie (X,Y) 90118, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 65,32 kg/j NH3 3,76 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 955,0 NOx NH3 48,86 kg/j 3,73 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 21,0 NOx NH3 12,79 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 5,0 NOx NH3 3,66 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 7/11

60 Depositie natuurgebieden Hoogste projectverschil (Kennemerland-Zuid) Hoogste projectverschil per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 8/11

61 Natuurgebied Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Situatie 2 Hoogste depositie (mol/ha/j) Depositie PASgebieden Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Kennemerland- Zuid 2,36 4,77 + 2,41 4,77 2,41 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 9/11

62 Depositie per habitattype Kennemerland-Zuid Habitattype Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? H2160 Duindoornstruwelen 2,36 4,77 + 2,41 2,41 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 2,36 4,77 + 2,41 2,41 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 2,03 4,10 + 2,07 2,07 H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,65 1,33 + 0,67 0,67 H2120 Witte duinen 0,17 0,36 + 0,19 0,19 H2110 Embryonale duinen 0,06 0,13 + 0,07 0,07 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,04 0,09 + 0,05 <=0,05 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 10/11

63 Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016_ _a9b5d9a5ef versie 2016_ _feb336c45f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Wantveld huidig Wantveld project S4G2msVfCZ4R (07 april 2017) pagina 11/11

64 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage C: Gebruiksfase, totaal

65 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Wantveld huidig Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 1/13

66 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Gemeente Noordwijk -, - Noordwijk Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Wantveld S5cyUXA41TRg Datum berekening Rekenjaar 13 juni 2017, 13: Totale emissie Situatie 1 Situatie 2 Verschil NOx 103,11 kg/j 408,22 kg/j 305,11 kg/j NH3 7,17 kg/j 13,57 kg/j 6,40 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Natuurgebied Kennemerland-Zuid Provincie Zuid-Holland Situatie 1 Situatie 2 Verschil 2,70 5,32 + 2,62 Toelichting Stikstofdepositieberekening Wantveld gebruiksfase situatie 1: huidige situatie met parkeerterrein situatie 2: woningen met parkeergarage - directe emissies: woningen en parkerend verkeer - indirecte emissies: verkeersaantrekkende werking Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 2/13

67 Locatie Wantveld huidig Emissie (per bron) Wantveld huidig Naam Parkeerterrein Locatie (X,Y) 90225, Uitstoothoogte 2,5 m Oppervlakte 1,6 ha Spreiding 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Continue emissie Temporele variatie NOx NH3 27,40 kg/j 1,40 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 3/13

68 Naam Marijkestraat oost Locatie (X,Y) 90347, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 8,75 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 102,0 NOx NH3 8,75 kg/j < 1 kg/j Naam Marijkestraat west Locatie (X,Y) 90294, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx < 1 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 102,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Naam Northgodreef Locatie (X,Y) 90574, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 40,21 kg/j NH3 3,07 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 406,0 NOx NH3 40,21 kg/j 3,07 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 4/13

69 Naam Wantveld Locatie (X,Y) 90118, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 25,94 kg/j NH3 1,98 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 507,0 NOx NH3 25,94 kg/j 1,98 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 5/13

70 Locatie Wantveld project Emissie (per bron) Wantveld project Naam Parkeergarage schaft Locatie (X,Y) 90101, Uitstoothoogte 6,0 m Warmteinhoud 0,030 MW Continue emissie Temporele variatie NOx NH3 47,40 kg/j 2,40 kg/j Naam Langs de weg parkeren Locatie (X,Y) 90254, Uitstoothoogte 2,5 m Oppervlakte 0,2 ha Spreiding 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Continue emissie Temporele variatie NOx NH3 4,30 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 6/13

71 Naam Wantveld appartementen Locatie (X,Y) 90223, Uitstoothoogte 15,0 m Oppervlakte 1,1 ha Spreiding 1,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Continue emissie Temporele variatie NOx 165,00 kg/j Naam Marijkestraat oost Locatie (X,Y) 90347, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 22,71 kg/j NH3 1,26 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 191,0 NOx NH3 16,38 kg/j 1,25 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 5,0 NOx NH3 5,10 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 1,0 NOx NH3 1,23 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 7/13

72 Naam Marijkestraat west Locatie (X,Y) 90294, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 2,10 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 191,0 NOx NH3 1,51 kg/j < 1 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 5,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 1,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Naam Northgodreef Locatie (X,Y) 90574, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 101,39 kg/j NH3 5,83 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 764,0 NOx NH3 75,67 kg/j 5,77 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 17,0 NOx NH3 20,05 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 4,0 NOx NH3 5,67 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 8/13

73 Naam Wantveld Locatie (X,Y) 90118, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 65,32 kg/j NH3 3,76 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 955,0 NOx NH3 48,86 kg/j 3,73 kg/j Standaard Middelzwaar vrachtverkeer 21,0 NOx NH3 12,79 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 5,0 NOx NH3 3,66 kg/j < 1 kg/j Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 9/13

74 Depositie natuurgebieden Hoogste projectverschil (Kennemerland-Zuid) Hoogste projectverschil per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 10/13

75 Natuurgebied Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Situatie 2 Hoogste depositie (mol/ha/j) Depositie PASgebieden Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Kennemerland- Zuid 2,70 5,32 + 2,62 5,32 2,62 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 11/13

76 Depositie per habitattype Kennemerland-Zuid Habitattype Hectare met hoogste projectverschil (mol/ha/j) Situatie 1 Situatie 2 Verschil Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 2,70 5,32 + 2,62 2,62 H2160 Duindoornstruwelen 2,70 5,32 + 2,62 2,62 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 2,09 4,31 + 2,22 2,22 H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,70 1,50 + 0,80 0,80 H2120 Witte duinen 0,24 0,59 + 0,35 0,35 H2110 Embryonale duinen 0,10 0,28 + 0,18 0,18 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,06 0,17 + 0,11 0,11 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 12/13

77 Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016_ _a9b5d9a5ef versie 2016_ _feb336c45f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Wantveld huidig Wantveld project S5cyUXA41TRg (13 juni 2017) pagina 13/13

78 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage D: Realisatiefase, direct

79 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Wantveld Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 1/10

80 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Gemeente Noordwijk -, - Noordwijk Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Wantveld RZ4rp6b96dg5 Datum berekening Rekenjaar 07 april 2017, 10: Totale emissie Situatie 1 NOx 396,53 kg/j NH3 - Depositie Hectare met hoogste projectbijdrage (mol/ha/j) Natuurgebied Kennemerland-Zuid Provincie Zuid-Holland Situatie 1 1,67 Toelichting Stikstofdepositieberekening Wantveld realisatiefase - alleen oppervlakte- en puntbronnen Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 2/10

81 Locatie Wantveld Emissie (per bron) Wantveld Naam Maken damwand Locatie (X,Y) 90148, NOx 4,63 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Hydraulische kraan 4,0 4,0 0,0 NOx 4,63 kg/j Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 3/10

82 Naam Opnemen bestaande verharding parkeerterrein Locatie (X,Y) 90225, NOx 12,82 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Laadschop 4,0 4,0 0,0 NOx 11,52 kg/j AFW Graafmachine 4,0 4,0 0,0 NOx 1,30 kg/j Naam Ontgraven parkeergarage Locatie (X,Y) 90225, NOx 3,60 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Graafmachine 4,0 4,0 0,0 NOx 3,60 kg/j Naam Laden grond parkeergarage Locatie (X,Y) 90208, NOx 73,73 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Dumper 4,0 4,0 0,0 NOx 73,73 kg/j Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 4/10

83 Naam Lossen grond parkeergarage Locatie (X,Y) 89891, NOx 89,86 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Dumper 4,0 4,0 0,0 NOx 89,86 kg/j Naam Bouw parkeergarage en woningen Locatie (X,Y) 90225, NOx 5,04 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Graafmachine 4,0 4,0 0,0 NOx 5,04 kg/j Naam Betonwerkzaamheden Locatie (X,Y) 90106, NOx 203,79 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Betonpomp 4,0 4,0 0,0 NOx 95,40 kg/j AFW Betonmixer 4,0 4,0 0,0 NOx 108,39 kg/j Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 5/10

84 Naam Laden klinkers Locatie (X,Y) 90206, NOx 3,07 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Vrachtwagen 4,0 4,0 0,0 NOx 3,07 kg/j Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 6/10

85 Depositie natuurgebieden Hoogste projectbijdrage (Kennemerland-Zuid) Hoogste projectbijdrage per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 7/10

86 Natuurgebied Hoogste depositie (mol/ha/j) Depositie PASgebieden Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Kennemerland-Zuid 1,67 1,10 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 8/10

87 Depositie per habitattype Kennemerland-Zuid Habitattype Hoogste depositie (mol/ha/j) Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? H2160 Duindoornstruwelen 1,67 1,10 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 1,10 1,10 H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,91 0,91 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,70 0,70 H2120 Witte duinen 0,62 0,62 H2110 Embryonale duinen 0,37 0,37 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,15 0,15 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 9/10

88 Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016_ _a9b5d9a5ef versie 2016_ _feb336c45f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Wantveld RZ4rp6b96dg5 (07 april 2017) pagina 10/10

89 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage E: Realisatiefase, indirect

90 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Wantveld Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 1/8

91 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Gemeente Noordwijk -, - Noordwijk Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Wantveld Rtr2rVbQrWhP Datum berekening Rekenjaar 07 april 2017, 10: Totale emissie Situatie 1 NOx 321,77 kg/j NH3 < 1 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectbijdrage (mol/ha/j) Natuurgebied Kennemerland-Zuid Provincie Zuid-Holland Situatie 1 2,14 Toelichting Stikstofdepositieberekening Wantveld realisatiefase - alleen lijnbronnen Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 2/8

92 Locatie Wantveld Emissie (per bron) Wantveld Naam Northgodreef - rijden vrachtwagens en personeel Locatie (X,Y) 90574, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 12,54 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 12,0 NOx NH3 1,19 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 8,0 NOx NH3 11,35 kg/j < 1 kg/j Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 3/8

93 Naam Wantveld - rijden vrachtwagens en personeel Locatie (X,Y) 90118, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 9,71 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 18,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 12,0 NOx NH3 8,79 kg/j < 1 kg/j Naam Rijden dumper Locatie (X,Y) 90105, NOx 299,52 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Dumper 4,0 4,0 0,0 NOx 299,52 kg/j Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 4/8

94 Depositie natuurgebieden Hoogste projectbijdrage (Kennemerland-Zuid) Hoogste projectbijdrage per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 5/8

95 Natuurgebied Hoogste depositie (mol/ha/j) Depositie PASgebieden Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Kennemerland-Zuid 2,14 1,35 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 6/8

96 Depositie per habitattype Kennemerland-Zuid Habitattype Hoogste depositie (mol/ha/j) Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? H2160 Duindoornstruwelen 2,14 1,35 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 1,35 1,35 H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 0,88 0,88 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 0,69 0,69 H2120 Witte duinen 0,51 0,51 H2110 Embryonale duinen 0,30 0,30 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,12 0,12 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 7/8

97 Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016_ _a9b5d9a5ef versie 2016_ _feb336c45f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Wantveld Rtr2rVbQrWhP (07 april 2017) pagina 8/8

98 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage F: Realisatiefase, totaal

99 Dit document bevat resultaten van een stikstofdepositieberekening met AERIUS Calculator. U dient dit document te gebruiken ter onderbouwing van een in het kader van de Wet natuurbescherming. De resultaten geven de stikstofeffecten van deze activiteit weer voor Natura gebieden. AERIUS Calculator maakt enkel voor de PAS-gebieden inzichtelijk welke stikstofgevoelige habitattypen er voor komen en op welke hiervan een effect is. Op basis hiervan is aangegeven voor hoeveel hectares ontwikkelingsruimte benodigd is. De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en stikstofoxide (NOx), of één van beide. Hiermee is de depositie van de activiteit berekend en uitgewerkt. Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator. Berekening Wantveld Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leeswijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 1/11

100 Contact Rechtspersoon Inrichtingslocatie Gemeente Noordwijk -, - Noordwijk Activiteit Omschrijving AERIUS kenmerk Wantveld RX1QtjyfrBTP Datum berekening Rekenjaar 07 april 2017, 10: Totale emissie Situatie 1 NOx 718,30 kg/j NH3 < 1 kg/j Depositie Hectare met hoogste projectbijdrage (mol/ha/j) Natuurgebied Kennemerland-Zuid Provincie Zuid-Holland Situatie 1 3,82 Toelichting Stikstofdepositieberekening Wantveld realisatiefase - alle bronnen (punt, oppervlakte en lijnbronnen) Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 2/11

101 Locatie Wantveld Emissie (per bron) Wantveld Naam Maken damwand Locatie (X,Y) 90148, NOx 4,63 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Hydraulische kraan 4,0 4,0 0,0 NOx 4,63 kg/j Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 3/11

102 Naam Opnemen bestaande verharding parkeerterrein Locatie (X,Y) 90225, NOx 12,82 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Laadschop 4,0 4,0 0,0 NOx 11,52 kg/j AFW Graafmachine 4,0 4,0 0,0 NOx 1,30 kg/j Naam Northgodreef - rijden vrachtwagens en personeel Locatie (X,Y) 90574, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 12,54 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 12,0 NOx NH3 1,19 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 8,0 NOx NH3 11,35 kg/j < 1 kg/j Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 4/11

103 Naam Wantveld - rijden vrachtwagens en personeel Locatie (X,Y) 90118, Uitstoothoogte 2,5 m Warmteinhoud 0,000 MW NOx 9,71 kg/j NH3 < 1 kg/j Soort Voertuig Aantal voertuigen (/dag) Stof Emissie Standaard Licht verkeer 18,0 NOx NH3 < 1 kg/j < 1 kg/j Standaard Zwaar vrachtverkeer 12,0 NOx NH3 8,79 kg/j < 1 kg/j Naam Ontgraven parkeergarage Locatie (X,Y) 90225, NOx 3,60 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Graafmachine 4,0 4,0 0,0 NOx 3,60 kg/j Naam Rijden dumper Locatie (X,Y) 90105, NOx 299,52 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Dumper 4,0 4,0 0,0 NOx 299,52 kg/j Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 5/11

104 Naam Laden grond parkeergarage Locatie (X,Y) 90208, NOx 73,73 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Dumper 4,0 4,0 0,0 NOx 73,73 kg/j Naam Lossen grond parkeergarage Locatie (X,Y) 89891, NOx 89,86 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Dumper 4,0 4,0 0,0 NOx 89,86 kg/j Naam Bouw parkeergarage en woningen Locatie (X,Y) 90225, NOx 5,04 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Graafmachine 4,0 4,0 0,0 NOx 5,04 kg/j Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 6/11

105 Naam Betonwerkzaamheden Locatie (X,Y) 90106, NOx 203,79 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Betonpomp 4,0 4,0 0,0 NOx 95,40 kg/j AFW Betonmixer 4,0 4,0 0,0 NOx 108,39 kg/j Naam Laden klinkers Locatie (X,Y) 90206, NOx 3,07 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof verbruik (l/j) Uitstoot hoogte (m) Spreiding (m) Warmte inhoud (MW) Stof Emissie AFW Vrachtwagen 4,0 4,0 0,0 NOx 3,07 kg/j Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 7/11

106 Depositie natuurgebieden Hoogste projectbijdrage (Kennemerland-Zuid) Hoogste projectbijdrage per natuurgebied Habitatrichtlijn Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 8/11

107 Natuurgebied Hoogste depositie (mol/ha/j) Depositie PASgebieden Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? Kennemerland-Zuid 3,82 2,34 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 9/11

108 Depositie per habitattype Kennemerland-Zuid Habitattype Hoogste depositie (mol/ha/j) Overschrijding KDW Ontwikkelingsruimte max. benodigd (mol/ha/j) beschikbaar? H2160 Duindoornstruwelen 3,82 2,34 H2130A Grijze duinen (kalkrijk) 2,34 2,34 H2180Abe Duinbossen (droog), berken-eikenbos 1,78 1,78 H2180C Duinbossen (binnenduinrand) 1,39 1,39 H2120 Witte duinen 1,12 1,12 H2110 Embryonale duinen 0,67 0,67 H2130B Grijze duinen (kalkarm) 0,27 0,27 H2170 Kruipwilgstruwelen 0,06 0,06 Geen overschrijding* Wel overschrijding Ontwikkelingsruimte beschikbaar** Geen ontwikkelingsruimte beschikbaar Voor het desbetreffende gebied vind er geen relevante depositie plaats op OR-relevante hexagonen. Het concept wel of niet ontwikkelingsruimte beschikbaar (groen vinkje of rood kruis) is dus niet van toepassing * Deze uitkomst wordt niet meegenomen in de toetsing aan de Wnb. Bij de toetsing aan de Wnb gaat het om de relevante hexagonen waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd. ** Bij beoordeling van een in het kader van de Wnb wordt vastgesteld of er voldoende ontwikkelingsruimte beschikbaar is en of dat significante verslechtering uitgesloten kan worden. Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 10/11

109 Disclaimer Rekenbasis Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Deze berekening is tot stand gekomen op basis van: AERIUS Database versie 2016_ _a9b5d9a5ef versie 2016_ _feb336c45f Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Wantveld RX1QtjyfrBTP (07 april 2017) pagina 11/11

110 Bijlage 1 Stikstofdepositieonderzoek (incl. AERIUS-bijlage) projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage G: Gml-bestand

111 Herontwikkeling Wantveld te Noordwijk Voortoets Wet natuurbescherming - gebiedsbescherming projectnummer juni 2017 revisie v02 Bijlage 2 Memo Hydrologisch effect aanbrengen damwand Blad 1 van 22

112 Memo memonummer JVR Parkeergarage Wantveld datum 6 juni 2017 aan Christel Schellingen Antea Group van Jan van Roestel Antea Group kopie Intern project Hydrologie parkeergarage Wantveld projectnr betreft Invloed parkeergarage op grondwaterstanden Inleiding Aan de Wantveld weg te Noordwijk is een ondergrondse parkeergarage gepland. Rondom de parkeergarage komt een damwand tot ca. 5 m-mv. Binnen deze damwand ligt de onderzijde van de parkeergarage op ca. 3.5 m-mv. De vraag is in hoeverre de parkeergarage invloed heeft op de grondwaterstanden in de omgeving. Om dit in beeld te brengen wordt gebruik gemaakt van de gegevens van het Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase (IDDS Archeologie rapport 1741 van 2 maart 2015). Achtereenvolgens wordt ingegaan op de geohydrologische situatie ter plaatse, de mogelijke invloed van de parkeergarage op de grondwaterstanden en conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de aanleg van de parkeergarage. Geohydrologische situatie Ter plaatse van de geplande parkeergarage ligt het maaiveld tussen ca. NAP m en NAP m. Van het maaiveld tot ca. NAP -0.5 m à NAP -1.5 m komt een pakket leemarm matig fijn zand voor waarvan de k-waarde naar schatting 5 m/dag bedraagt. Onder dit zandpakket ligt een kleilaag met een laagdikte van 1 à 1.5 m. Ter plaatse van de parkeergarage zijn in boringen eenmalig de grondwaterstanden waargenomen in het ondiepe zandpakket. Tussen 8 januari en 14 januari 2015 liggen deze overwegend tussen 3.3 en 3.5 m-mv. Uitgedrukt in NAP ligt de grondwaterstand overwegend tussen ca. NAP +3.7 m en NAP +4.2 m De laagdikte van de watervoerende laag (tussen de grondwaterstand en bovenkant kleilaag) bedraagt omstreeks 4.5 m. Mogelijke invloed van de parkeergarage op de grondwaterstanden Volgens de eenmalig waargenomen grondwaterstanden ligt de onderkant van de parkeergarage nauwelijks in het grondwater. De grondwaterstand (ca. 3.4 m-mv) ligt gemiddeld ca. 0.1 m hoger dan de onderkant van de parkeergarage (ca. 3.5 m-mv). De parkeergarage heeft in dit geval geen of nauwelijks invloed op de grondwaterstroming omdat de laagdikte van de watervoerende laag van het zandpakket van ca. 4.5 m vrijwel blijft gehandhaafd. Wel liggen damwanden rond het gebouw die tot ca. 5 m-mv reiken. Echter, omdat het hier smalle damwanden betreft en onder de damwand nog zo n 3 m aan watervoerend zandpakket overblijft heeft dit nauwelijks invloed op de grondwaterstroming onder de garage door en dus op de grondwaterstanden. blad 1 van 2

113 memonummer: JVR Parkeergarage Wantveld betreft: Invloed parkeergarage op grondwaterstanden Mogelijke invloed van de parkeergarage bij de hoogste grondwaterstanden De parkeergarage ligt op een zandrug (oorspronkelijk duingebied) waarbij aan de westzijde de zee en het strand liggen en aan de oostzijde de polders. De hoger gelegen zandrug heeft een breedte van ca m. Volgens peilbuisgegevens aan de noordkant, verder weg in het duingebied, bedraagt de stijging van de grondwaterstanden maximaal ca. 1 à 1.5 m ten opzichte van de hiervoor eenmalig waargenomen grondwaterstanden. In het midden van de zandrug is de stijging het grootst. Ver weg naar de randen neemt deze af. Het verhang van de grondwaterstanden is dus maximaal ca. 1.5 m over 500 m, van het midden naar de zandrug naar de zee of andersom naar de polders. Bij deze hoogste grondwaterstanden ligt de parkeergarage dieper in het grondwater, namelijk maximaal ca. 1.5 m. Daaronder is echter nog ca. 4.5 m watervoerend pakket aanwezig via welke het grondwater weg kan stromen. Een belangrijk effect van de parkeergarage op de grondwaterstanden wordt dus niet verwacht. Aan de westkant van de Noordwijk heeft de aanleg van een dijklichaam in/onder de duinen geleid tot grondwateroverlast ter plaatse van bebouwing in Noordwijk zelf. Blijkbaar heeft het dijklichaam geleid tot opstuwing van de grondwaterstanden in Noordwijk. Om elk risico bij de parkeergarage te voorkomen zou rond de damwand van de parkeergarage een drainleiding met ruime dimensies kunnen worden gelegd op bijvoorbeeld ca. 4 m-maaiveld. De drain aan de oostkant staat dus in verbinding met de drain aan de westkant van de parkeergarage. Mocht de aanleg van de parkeergarage onverhoopt bovenstrooms (aan de oostkant) tot ongewenste opstuwing leiden, dan wordt dit water door de ringdrainage afgevoerd naar de westzijde waar het water infiltreert. Op deze manier wordt elk risico van te hoge grondwaterstanden bij bebouwing voorkomen. Het Natura 2000-gebied ligt niet in de stromingsrichting van het grondwater ter plaatse van de geplande parkeergarage maar ernaast. Het eventuele effect van de parkeergarage op de grondwaterstanden, voor zover aanwezig, is hier dus sowieso kleiner. Bij de aanleg van een ringdrainage rondom de parkeergarage, in verband met de eerder geconstateerde effecten op bebouwing bij de aanleg van een dijklichaam aan de westkant van Noordwijk, treden in ieder geval geen effecten op de grondwaterstanden op. Conclusies en aanbevelingen De beschikbare gegevens geven aan dat de aanleg van de parkeergarage geen invloed heeft op de grondwaterstanden. Er zijn echter geen langdurig waargenomen grondwaterstanden beschikbaar ter plaatse van de parkeergarage. Daarnaast is aan de westkant van Noordwijk de ervaring opgedaan met de aanleg van een dijklichaam, wat de grondwaterstanden aan de oostkant aanzienlijk heeft opgestuwd. Dit heeft tot wateroverlast bij bebouwing geleid. Om alle risico te voorkomen kan het aanbeveling verdienen om een drainage ringleiding rond de parkeergarage te leggen. Door deze bijvoorbeeld op 4 m-mv te leggen wordt aan de oostkant van de parkeergarage water gedraineerd en aan de westkant geïnfiltreerd. Een mogelijke opstuwing van grondwaterstanden wordt hiermee vrijwel voorkomen. Door de permante ligging van de drain onder grondwater wordt de kans op verstopping geminimaliseerd. Het Natura 2000-gebied ligt niet in de stromingsrichting van de parkeergarage. Eventuele effecten van opstuwing/verlaging door de parkeergarage zijn dus sowieso relatief klein. Met een ringleiding ten behoeve van bebouwing worden negatieve effecten ook hier voorkomen. blad 2 van 2

114 Over Antea Group Van stad tot land, van water tot lucht; de adviseurs en ingenieurs van Antea Group dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen en wegen, realiseren woonwijken en waterwerken. Maar we zijn ook betrokken bij thema s zoals milieu, veiligheid, assetmanagement en energie. Onder de naam Oranjewoud groeiden we uit tot een allround en onafhankelijk partner voor bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group zetten we deze expertise ook mondiaal in. Door hoogwaardige kennis te combineren met een pragmatische aanpak maken we oplossingen haalbaar én uitvoerbaar. Doelgericht, met oog voor duurzaamheid. Op deze manier anticiperen we op de vragen van vandaag en de oplossingen van de toekomst. Al meer dan 60 jaar. Contactgegevens Rivium Westlaan LD CAPELLE A/D IJSSEL Postbus AN ROTTERDAM T E. info.nl@anteagroup.com Copyright 2016 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.