SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

Transcriptie

1 SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Provincie Vlaams-Brabant PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 18/03/201512/03/2015

2 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer, in opdracht van CREOSUM Contactpersoon opdrachtnemer Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot CREOSUM, i.o.v. Provincie Vlaams-Brabant Marthe Moris (CREOSUM) en Daan Demey (Provincie Vlaams-Brabant) TECHNUM (Tractebel Engineering n.v.) Ilgatlaan Hasselt T info@technum-tractebel.be Eveline Hoppers KWALITEIT DOCUMENTGESCHIEDENIS (BOVENSTE RIJ IS HUIDIGE VERSIE) Versie Datum Opmerkingen 2 12/03/2015 Definitieve versie 1 09/03/2015 Ontwerp Datum 18/03/201512/03/2015 Versienummer 2 Projectnummer P DOCUMENTVERANTWOORDELIJKHEID Datum Auteur(s) Eveline Hoppers 18/03/201512/03/2015 Datum Documentscreener(s) Anne Devivier 18/03/201512/03/2015 BESTANDSINFORMATIE Bestandsnaam P PRUP Bedrijventerreinen Aarschot - Geintegreerd advies Laatst opgeslagen 18/03/201512/03/2015

3 INHOUD 1. Inleiding 2 2. Korte beschrijving van het plan 2 3. Conclusie van het verzoek tot raadpleging Algemeen Screening Plan-MER-plicht: onderzoek aanzienlijke effecten 5 4. Geïntegreerd advies 6 5. Doorwerking naar het voorgenomen plan Landbouw Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Water Fauna en Flora Verkeer 9 Bijlage 1: Inrichtingsvisie optimalisatie bedrijventerreinen aarschot 10 P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 1

4 1. INLEIDING Het regionaal bedrijventerrein van Aarschot Meetshoven-Nieuwland is verouderd. Er is nood aan een herontwikkeling van dit gebied, waarbij de beschikbare ruimte zo goed mogelijk gebruikt wordt. De provincie werkte hiervoor een inrichtingsvisie uit, waarbij o.a. een diversifiëring van het terrein uitgewerkt werd. Met het opstellen van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot wil de provincie Vlaams-Brabant de nodige rechtszekerheid bieden aan alle betrokken partijen in dit gebied. De ruimtelijke visie werd ontwikkeld met de betrokken actoren. Krachtens art van het D.A.B.M. dient de initiatiefnemer van een plan/programma in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage een aantal instanties te raadplegen aangaande de mogelijke aanzienlijke milieueffecten die het plan of programma kan hebben. In dit kader werd voor het PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot een Verzoek tot raadpleging opgemaakt, met daarin de elementen die krachtens artikel 4, 2 van het Plan-m.e.r.-besluit in dit verzoek opgenomen moeten worden (o.a. een beschrijving van het plan/programma, evenals een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten). Deze nota omvat het geïntegreerd advies voor het PRUP bestaande uit een synthese en conclusie van de verschillende adviezen die door de provincie Vlaams-Brabant werden ontvangen naar aanleiding van het verzoek tot raadpleging. Voorliggende nota zal eerst een korte beschrijving van het voorgenomen plan geven, waarna de belangrijkste conclusies uit het verzoek tot raadpleging worden samengevat. Hierna zal, op basis van de ontvangen adviezen van de aangeschreven instanties, een geïntegreerd advies worden samengesteld. Op basis hiervan kan ten slotte worden aangegeven hoe de vertaling en doorwerking van deze adviezen naar het voorgenomen plan gebeurt. 2. KORTE BESCHRIJVING VAN HET PLAN Het bestaande bedrijventerrein is aan een grondige herontwikkeling toe. De huidige infrastructuur is niet meer up-to-date en bedrijven trekken weg naar andere terreinen, die interessanter zijn om zich te vestigen. Om de herontwikkeling van start te kunnen laten gaan, werd een inrichtingsvisie uitgewerkt, die als basis zal dienen om in de toekomst opportuniteiten en nieuwe ontwikkelingen op af te wegen. Deze visie werd met alle betrokken partijen (publiek en privaat) samen uitgewerkt. De opmaak van het PRUP is één van de acties die moeten genomen worden om het bestaande bedrijventerrein te optimaliseren. De inrichtingsvisie werd opgemaakt vanuit volgende uitgangspunten: Inbedden van het bedrijventerrein als onderdeel van de stad Aarschot Logische en duidelijke herkenbaarheid onderdeel van de stad Aarschot Ruimtelijke dragers versterken als uithangbord en identiteit van het bedrijventerrein Visie op schaal en morfologie van bedrijven - flexibiliteit Werken vanuit een morfologie van bedrijven o Zuinig ruimtegebruik o Voorzien van gemeenschappelijke infrastructuren ruimteen (in veel gevallen ook) kostenbesparend o Inbedden in een logische en kwaliteitsvolle padenstructuur o Energiebewust werken Door ontwerpend onderzoek werd volgend voorkeursscenario uitgewerkt: P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 2

5 Morfologie Het bedrijventerrein wordt morfologisch geïntegreerd in het stadsweefsel van Aarschot: Tussen Demer en Ter Heidelaan: kleinschalige morfologie (met uitzondering van de Nijverheidslaan) als overgang tussen wonen en bedrijvigheid. Kop van Nieuwland: personeel intensieve activiteiten (zoals voorzien in het project Kop van Nieuwland ) Overig bedrijventerrein: grootschalige morfologie (maar interne opdeling mogelijk) Grootschalige gebouwen: In het zuidelijk deel (omwille van het orthogonaal karakter van het terrein) Langsheen de Nijverheidslaan, om de kamstructuur (en interne hoofdontsluiting) te benadrukken Aan de noordzijde van de Ter Heidelaan (buffer naar het Meetshovenbos) Kleinschalig ter hoogte van en aansluitend aan woningen als overgang naar grootschalige bedrijven: Betekomsesteenweg Spoorwegstraat De morfologie en functie van de Kop van Nieuwland wordt tot over de Demer doorgetrokken. Op die manier wordt die zijde van de Kop ook afgewerkt. Figuur 1 Netwerk Gewenste morfologie van het bedrijventerrein De bestaande kamstructuur (Nieuwlandlaan Nijverheidslaan) vormt de basis voor de interne hoofdontsluiting van het gebied. Deze kamstructuur wordt ook éénvormig aangelegd. De Betekomsesteenweg wordt voor gemotoriseerd verkeer afgesloten aan de Ter Heidelaan / het fietspad blijft behouden. De ontsluiting van de Ter Heidelaan gebeurt via een beperkte ventweg aan de zuidzijde. De ontsluiting voor trage weggebruikers wordt georganiseerd door een gemengde padenstructuur (zowel langsheen de ontsluitingsstructuur als via alternatieve paden). De relatie met het centrum van Aarschot wordt ondersteund door de, degelijke ingerichte, Betekomsesteenweg. P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 3

6 Figuur 2 Groen-blauw Gewenste ontsluiting van het bedrijventerrein Integratie van het bedrijventerrein in de omgeving: De Demer wordt versterkt als landschappelijke structuur in het bedrijventerrein Het Elzenhof en Grote Laakweg integreren zich (ze functioneren als stedelijke groenzone en overgang tussen de stad en het bedrijventerrein) Overgangen tussen het bedrijventerrein en de omgeving (geen harde buffers) Grotere groenstructuren krijgen ook een rol als gemeenschappelijke hemelwaterbuffer. Figuur 3 Gewenste groen-blauwe structuur van het bedrijventerrein Integratie van wonen met omliggende bedrijvigheid: delen van het gebied ten noorden van de Demer transformeren naar woon-werkplaatsen als overgang tussen grootschalige bedrijven en woningen. Grotere bedrijven worden gestimuleerd zich te vestigen langs de Nieuwlandlaan Nijverheidslaan om de kamstructuur verder benadrukken. Langsheen de Ter Heidelaan worden zichtlocaties voor bedrijven gecreëerd (i.f.v. toonzalen). Toegangen tot het bedrijventerrein situeren zich langs de Ring, de Ter Heidelaan en op de kruising van de Nijverheidslaan met de Betekomsesteenweg Dit voorkeursscenario werd uitgewerkt in onderstaande een inrichtingsvisie (zie bijlage 1). Meer informatie is terug te vinden op P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 4

7 3. CONCLUSIE VAN HET VERZOEK TOT RAADPLEGING 3.1 Algemeen De noodzaak tot het opstellen van een MER werd nagegaan op basis van het optreden van aanzienlijke effecten, zoals dit blijkt uit de aard van het plan en de ligging van het studiegebied. Op basis van een toetsing van de plan-mer-plicht overeenkomstig artikel , 5 van het D.A.B.M. kan geoordeeld worden dat: De opmaak van het PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot valt onder de definitie van een plan of programma; Het PRUP valt onder het toepassingsgebied van het D.A.B.M. omdat het een plan is dat een kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project; Het plan is niet van rechtswege plan-mer-plichtig aangezien het PRUP geen kader vormt voor een vergunning voor de in bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 opgenomen projecten. Het PRUP vormt wel een kader voor een vergunning voor de in bijlage III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004, aangepast door het besluit van 1 maart 2013, opgenomen projecten, namelijk voor de rubriek 13 Wijzigingen en uitbreidingen van projecten. 3.2 Screening Plan-MER-plicht: onderzoek aanzienlijke effecten De geplande bestemmingswijzigingen hebben betrekking op de verdere ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein van Aarschot Meetshoven- Nieuwland. Gezien er voor zowel de bestaande als de bijkomende verhardingen binnen het studiegebied de noodzakelijke buffering zal worden voorzien, worden geen belangrijke fysische veranderingen en abiotische verstoringen van het bodem- en watersysteem verwacht. De realisatie van het plan leidt niet tot risico s die potentieel aanleiding kunnen geven tot schadelijke milieueffecten. Gezien onder meer de verbeterde ontsluitingsstructuur, de uitbreiding van het fietsnetwerk en de beperkte schaal van nieuwe ontwikkelingen wordt er geen significante impact op de verkeersontsluiting verwacht. Rekening houdend met de reeds aanwezige en beperkte uitbreiding van de activiteiten binnen het studiegebied zal de lucht- en geluidskwaliteit ten gevolge van emissies van verkeer en/of verwarmingsemissies niet significant wijzigen. Er treden geen significante verstoringen op van beschermde of waardevolle cultuurhistorische, landschappelijke of ecologische elementen. Gezien het plan een kleine wijziging inhoudt werd een screening uitgevoerd om te oordelen of het plan aanzienlijke milieueffecten kan veroorzaken. Globaal kan geoordeeld worden dat het plan niet resulteert in aanzienlijke milieueffecten en bijgevolg niet plan-mer-plichtig is. P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 5

8 4. GEÏNTEGREERD ADVIES Met het oog op raadpleging en adviesverlening over de mogelijke aanzienlijke effecten die het voorgenomen plan kan hebben, werd de nota verzoek tot raadpleging op 8 januari 2015 overgemaakt aan volgende instanties: College van Burgemeester en Schepenen gemeente Aarschot Agentschap Ondernemen, Entiteit Ruimtelijke Economie Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Ruimte Vlaanderen, Afdeling Participeren en Adviseren Lokaal (APL) Onroerend Erfgoed Agentschap Wegen en Verkeer Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) De Lijn Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), Afdeling Operationeel Waterbeheer Waterwegen en Zeekanaal nv Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Veiligheidsrapportering Op 6 februari 2015 werd een herinneringsbrief gestuurd aan de instanties die nog geen advies hadden uitgebracht. Ruimte Vlaanderen heeft per mail d.d. 11 februari 2015 aangegeven geen advies te zullen uitbrengen. Van de gemeente Aarschot, het Agentschap Wegen en Verkeer en De Lijn is evenmin een advies ontvangen. Het Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, en Onroerend Erfgoed en Waterwegen en Zeekanaal nv geven een voorwaardelijk positief advies. Het Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling vraagt om de afbakening van het plangebied te verduidelijken en de bijbehorende impact op landbouw. Daarnaast geeft ze aan dat alle inrichtingen voor onder meer eventuele hemelwater- en groenbuffers binnen het bedrijventerrein zelf moeten worden voorzien. Onroerend Erfgoed geeft aan dat de impact van het onttrekken van grondwater op het nabij gelegen valleigebied nader onderzocht moet worden. Daarnaast vraagt ze om het uitvoeren van een archeologisch vooronderzoek eventueel gevolgd door een archeologisch onderzoek als voorwaarde in het RUP op te nemen. Waterwegen en Zeekanaal nv geeft aan dat een bouwvrije zone van 10 m t.o.v. de waterkering voorzien moet worden en dat bij werken in de buurt van de waterkering een stabiliteitsstudie moet worden uitgevoerd. De overige adviesverlenende instanties zijn van oordeel dat de mogelijke gevolgen op het milieu in de nota verzoek tot raadpleging correct zijn beschreven, dat het besluit van het gevoerde milieueffectenonderzoek correct is en dat het plan bijgevolg geen aanzienlijke milieueffecten zal creëren 1. Globaal genomen worden door deze instanties geen bezwaren geuit met betrekking tot de ontheffing van de plan-mer-plicht voor het PRUP "Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot". 1 Steeds van toepassing voor het specifieke aspect waar deze adviesverlenende instanties betrekking op hebben. P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 6

9 Aanvullend wordt door een aantal instanties in hun advies wel om een bijkomende toelichting van de nota verzoek tot raadpleging gevraagd of worden suggesties gedaan om het plan verder te optimaliseren (mogelijke milieueffecten verder te minimaliseren). In paragraaf 5 Doorwerking naar het voorgenomen plan wordt aangegeven hoe de (voor dit plan) relevante elementen zullen worden vertaald naar het voorgenomen plan. van het bedrijventerrein voorzien. Zo is waterberging mogelijk binnen het in het PRUP Stationsomgeving Aarschot, deelgebied uitbreiding Nieuwland, aangeduide agrarisch gebied met ecologisch belang en waterberging. Het Agentschap voor Natuur en Bos vraagt om bij de groenaanleg te kiezen voor inheemse en standplaatsgeschikte soorten en om de natuur- en milieuvriendelijke maatregelen uit de screeningsnota ook in praktijk te brengen. Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken geeft enkele aandachtspunten met betrekking tot de ontsluiting van het bedrijventerrein en het ontwerp van fietspaden. 5. DOORWERKING NAAR HET VOORGENOMEN PLAN In deze paragraaf wordt bijkomende toelichting gegeven, als antwoord op bepaalde opmerkingen van de adviesinstanties. Ook wordt aangegeven welke elementen doorwerken in het RUP of nog verder onderzocht zullen worden in de verdere procedure. 5.1 Landbouw Het PRUP heeft tot doel om de beschikbare ruimte voor bedrijvigheid beter te benutten. Er wordt geen uitbreiding voorzien van de nu reeds voor bedrijvigheid bestemde gebieden, met uitzondering van eventuele randzones die momenteel reeds in gebruik zijn als bedrijventerrein (zie bijlage 1). Ter hoogte van deze randzones komen geen agrarische bestemmingen voor. Het plan heeft bijgevolg geen impact op het bestaand agrarisch gebruik of agrarische bestemmingen. Ook de voorziene groen- en waterbergingsvoorzieningen worden binnen de bestaande bestemmingen Figuur 441 Grafisch plan PRUP Stationsomgeving Aarschot DeelRUP Uitbreiding Nieuwland P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 7

10 5.2 Landschap, Bouwkundig erfgoed en Archeologie Landschap Tijdens de aanlegwerkzaamheden zijn mogelijk tijdelijke bemalingen noodzakelijk, gezien de hoge grondwaterstand in het studiegebied. Daarnaast zijn binnen het studiegebied momenteel een aantal grondwaterwinningen aanwezig. Bij de vestiging van nieuwe bedrijven of de uitbreiding van bestaande bedrijven is het mogelijk dat dit aantal toeneemt. Dit is momenteel echter niet gekend. Het onttrekken van grondwater kan een impact hebben op de kenmerken (o.a. kwel, voorkomende vegetaties) van de in het nabijgelegen valleigebied van de Demer aangeduide beschermd landschap Meander van Vorsdonk Turfputten en/of de aangeduide ankerplaats Demer- en Laakvallei tussen Aarschot en Werchter. Gezien de locaties en mate van, al dan niet tijdelijke, grondwateronttrekkingen binnen het studiegebied onbekend zijn, kan op dit moment geen impact berekening worden gemaakt. Aangenomen mag worden dat de maatregelen die in het RUP opgenomen worden in het kader van de discipline Fauna en Flora (zie 5.3) voldoende zijn om aanzienlijke effecten op de kenmerken van het beschermd landschap en/of aangeduide ankerplaats in de vallei van de Demer te voorkomen. Archeologie Volgens Onroerend Erfgoed is de archeologische potentie van het studiegebied zeer hoog, onder andere door de topografische ligging in de Demervallei met de aanwezigheid van een donk. Hierdoor kunnen nieuwe ontwikkelingen schade veroorzaken aan ongekend archeologisch patrimonium. Via een archeologisch vooronderzoek (zonder ingreep in de bodem), zoals een veldprospectie, luchtfotografische prospectie of een archivalisch onderzoek, eventueel gevolgd door een archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem kan bepaald worden of en welke maatregelen nodig zijn om aanwezige archeologische waarden te bewaren. Niet bij alle ontwikkelingen zal een archeologisch vooronderzoek nodig zijn. In het Onroerenderfgoeddecreet is vastgelegd wanneer een archeologisch vooronderzoek verplicht is. Dit is onder meer afhankelijk van de totale oppervlakte van de percelen, de oppervlakte van de geplande bodemingrepen, de ruimtelijke bestemming van het terrein en de ligging binnen of buiten een archeologische zone uit de vastgestelde inventaris. In de algemene bepalingen van het RUP wordt de verplichting opgenomen om bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor een project met een ingreep in de bodem advies van Onroerend Erfgoed in te winnen. In overleg met Onroerend Erfgoed kan dan de noodzaak voor een archeologisch vooronderzoek geval per geval beoordeeld worden. Verder blijft de geldende wetgeving in verband met archeologisch erfgoed van toepassing. Op deze manier kunnen de effecten op het archeologisch erfgoed gemilderd worden.deze wetgeving is van toepassing en moet gevolgd worden. 5.3 Water In het RUP zal een bouwvrije zone van 10 m ten opzichte van de waterkering (volledig gabarit van dijken, keermuren, ) worden opgenomen ten behoeve van waterkeringswerken (aanleggen, verhogen, versterken en onderhouden van waterkeringen) en toezicht van de dijk. In de voorschriften van deze bouwvrije zone zal de verplichting opgenomen worden om bij werken in deze zone advies van Waterwegen en Zeekanaal nv in te winnen om de noodzaak voor een stabiliteitsonderzoek na te gaan.bij werken in deze zone, of ingrepen met een impact binnen deze zone (bv. tijdelijke grondwaterstandsdaling) dient voorafgaand een stabiliteitsstudie te worden uitgevoerd om de noodzakelijke maatregelen te bepalen om de integriteit en de stabiliteit van de waterkering te vrijwaren. P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 8

11 5.4 Fauna en Flora In de algemene bepalingen van het RUP zal het volgende worden opgenomen: Bij de groenaanleg moeten inheemse en standplaatsgeschikte soorten gebruikt worden. Ingrepen die een bemaling met een invloedstraal tot aan de verdrogingsgevoelige vegetaties in de vallei van de Demer als gevolg kunnen hebben zijn niet toegestaan. Grondwaterwinningen met een invloedstraal tot aan de verdrogingsgevoelige vegetaties in de vallei van de Demer zijn niet toegestaan. In het kader van het PRUP Stationsomgeving Aarschot DeelRUP Uitbreiding Nieuwland is voor de Passende beoordeling 2 door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) berekend dat maximaal ca m³ per jaar in het Zand van Diest onttrokken kan worden zonder een nadelige invloed van grondwaterverlaging op het nabij gelegen Habitatrichtlijngebied. een ontsluitingsstructuur waarbij de Nieuwlandlaan-Nijverheidslaan de interne hoofdontsluiting vormt voor het bedrijventerrein. Fietsinfrastructuur Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken vraagt om bij het inplanten/ontwerp van fietspaden rekening te houden met vrachtverkeer. Aanliggende fietspaden dienen te worden vermeden en de dode hoekproblematiek dient te worden meegenomen. De afstand tussen vrachtverkeer en fietsers dient voldoende groot te zijn en conflictpresentatie is van belang. Ter hoogte van de zijstraten kan ervoor worden gekozen om de fietspaden uit te buiten. Het plan heeft tot doel de fietspaden zoveel mogelijk los te koppelen van gemotoriseerd verkeer door zoveel mogelijk vrijliggende fietspaden te voorzien. 5.5 Verkeer Ontsluiting bedrijventerrein Betekomsesteenweg Meetshoven Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken hecht er belang aan dat de ontsluiting van het bedrijventerrein Betekomsesteenweg verspreid kan verlopen, afhankelijk vanwaar het verkeer komt, via de toegangen Terheidelaan * Nijverheidslaan en R25 * Nieuwlandlaan. Het RUP voorziet 2 SumResearch (2008) Passende beoordeling Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Stationsomgeving Aarschot beperkte uitbreiding Nieuwland. P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 9

12 BIJLAGE 1: INRICHTINGSVISIE OPTIMALISATIE BEDRIJVENTERREINEN AARSCHOT P Geïntegreerd advies - PRUP Optimalisatie bedrijventerreinen Aarschot 10