fryslin g provincie C.1. Overige van toepassing zijnde wetgeving/regelingen..6 C.3. Datum in werking treden van de vergunning. 7

Transcriptie

1

2 p r o v i ns je frys lsn provincie fryslin g C.1. Overige van toepassing zijnde wetgeving/regelingen..6 C.2. Ongewone voorvallen/calamiteiten..6 C.3. Datum in werking treden van de vergunning. 7 C.4. Overige.. 7 D. BESLUIT: 4 A. WEERGAVE VAN DE FEITEN: Op 3 april 2009 hebben wij uw aanvraag, zoals bedoeld in artikel 8.24 van de Wet milieubeheer, om wijziging van uw vergunning voor een elektriciteitsproductiebedrijf (Centrale Bergum) aan de Koumarwei 2 in Burgum ontvangen. A.2. Beschri vin aanvraa. ~~ Uw aanvraag betreft het wijzigen van voorschrift 3.3van de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer van 29 april 1999, kenmerk MO/ In voorschrift 3.3 is voorgeschreven dat de vergunninghouder elk half jaar een lijst met daarop aangegeven de laatste wijzigingen van de procedures van het milieuzorgsysteem bij ons College indient. Uw voorstel is om deze verplichting te laten vervallen. A.3. Locatie. De inrichting is gevestigd op het perceel, kadastraal bekend gemeente Tytsjerksterdiel, sectie B, nummer 3262, plaatselijk bekend Koumarwei 2 te Burgum. A.4. Huidi ever unnin situatie. De onderliggende vergunning van 29 april 1999, kenmerk MO/ , betreft een vergunning op hoofdzaken. Dit maakt dat de vergunning niet los gezien kan worden van de vergunningaanvraag, het milieuzorgsysteem, het bedrijfsmilieuplan, het milieujaarplan en het milieujaarverslag. In de vergunning is een beperkt aantal voorschriften opgenomen m.b.t. het bedrijfsmilieuplan, het milieujaarplan, het milieuzorgsysteem en zijn doelvoorschriften voor de relevante milieuaspecten aan de vergunning verbonden. A.5. Relatie verzoek met de huidi e ver unnin situatie. De aanvraag betreft het wijzigen van voorschrift 3.3van de vergunning van 29 april Het huidige voorschrift 3.3 luidt: eelk halfjaar ontvangt het College een ljist met daarop aangegeven de laatste wijzigingen van de procedures. Inzage van een gewjizigde procedure door het College dient te allen tijde mogeljik te zjin.". Uw verzoek is om deze verplichting te laten vervallen. -2/8- Ons kenmerk:

3 provinsje fryslan provincie fryslan g, A.G. Procedure. Wij hebben een exemplaar van het verzoek verzonden aan de wettelijke adviseurs en andere bestuursorganen die betrokken moeten worden bij de totstandkoming van de beschikking op de aanvraag. Wij hebben met betrekking tot de aanvraag en/of de ontwerp-beschikking, die wij overeenkomstig de bepalingen van de Wet milieubeheer van 29 juni tot en met 10 augustus 2009 ter inzage hebben gelegd, geen adviezen of zienswijzen ontvangen. B. OVERWEGINGEN: Wij zijn op basis van artikel 8.2, tweede lid, van de Wet milieubeheer juncto categorie 1.3, onder b, van Bijlage I van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer bevoegd op de aanvraag te beslissen. B.2. Beoordelin ontvankeli kheid. De aanvraag voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wet milieubeheer, zodat de aanvraag ontvankelijk is. B.3. Inhoudeli ke beoordelin. Wet milieubeheer: Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 8.8 t/m 8.10van de Wet milieubeheer vormt het toetsingskader voor de beoordeling van uw aanvraag. I. Bij de beslissing op de aanvraag moet het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in artikel 8.8, eerste lid, van de Wet milieubeheer in ieder geval betrekken: a. de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; b. de gevolgen voor het milieu, mede in hun onderlinge samenhang bezien, die de inrichting kan veroorzaken, mede gezien haar technische kenmerken en haar geografische ligging ; c. de met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting zal zijn of is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu; d. ingebrachte adviezen en zienswijzen; e. de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen, dan wel zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen; het systeem van met elkaar samenhangende technische, administratieve en organisatorische maatregelen om de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt, te monitoren, te beheersen en, voor zover het nadelige gevolgen betreft, te verminderen, dat degene die de inrichting drijft, met betrekking tot de inrichting toepast, alsmede het milieubeleid dat hij met betrekking tot de inrichting voert. -3/8- Ons kenmerk:

4 provinsje fryslan provincie fryslan g, Dit houdt in dat ten minste de aspecten genoemd onder a t/m f bij de besluitvorming betrokken moeten worden. II. Voorts dient het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in artikel 8.8, tweede lid, van de Wet milieubeheer bij de beslissing op de aanvraag in ieder geval rekening te houden met: a. het voor hem geldende milieubeleidsplan; b. het Landelijk afvalbeheerplan (LAP); c. geldende richtwaarden voor de onderdelen van het milieu, waarvoor de inrichting gevolgen kan hebben. Dit betekent dat als uitgangspunt wordt genomen overeenstemming met de betrokken aspecten. Onder omstandigheden heeft het bevoegd gezag echter de mogelijkheid hiervan gemotiveerd af te wijken. III. Bovendien moet het bevoegd gezag ingevolge het bepaalde in artikel 8.8, derde lid, van de Wet milieubeheer bij de beslissing op de aanvraag in ieder geval in acht nemen: a. geldende grenswaarden, die op basis van hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer gelden of die voortvloeien uit hoofdstuk 5 van de Wet geluidhinder; b. zogenaamde instructieregels op basis van artikel 8.45 van de Wet milieubeheer; c. instructieregels op grond van de Provinciale milieuverordening Fryslan; d. bindende ministeri5le aanwijzingen die krachtens artikel 8.27 van de Wet milieubeheer zijn gegeven. Dit wil zeggen dat de inrichting in ieder geval moet voldoen aan de voorschriften, zoals deze gesteld zijn onder III a t/m d. Als niet voldaan kan worden aan deze eisen, dan moet ingevolge het bepaalde in artikel 8.10, tweede lid, van de Wet milieubeheer de vergunning worden geweigerd. De vergunning moet ingevolge het bepaalde in artikel 8.10, tweede lid ook worden geweigerd indien door verlening van de vergunning niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Uit uw aanvraag en de daarbij behorende stukken is ons het volgende gebleken. Ingevolge artikel 21, eerste lid, van de Richtlijn 96/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geintegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gpbv), treffen de Lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen om uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Deze richtlijn wordt hierna aangehaald als IPPC-richtlijn. Ter verdere implementatie van de IPPC-richtlijn en EG-inspraakrichtlijn zijn op 1 december 2005 de wet van 16 juli 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en het besluit van 8 oktober 2005, houdende wijziging van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, in werking getreden. Tevens is op 1 december 2005 de Regeling aanwijzing BBT-documenten (BBT = beste beschikbare technieken) in werking getreden. -4/8- Ons kenmerk:

5 pr ovins j e fryslan provincie fryslan ~ M Binnen uw inrichting zijn gpbv-installaties als omschreven in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer aanwezig. Dit zijn installaties als bedoeld in bijlage 1 van de IPPC-richtlijn, verder te noemen gpbv-installaties. Met onze beschikking van 6 juni 2007, kenmerk , hebben wij uw revisievergunning van 29 april in overeenstemming gebracht met de regels ter uitvoering van de IPPCrichtlijn. Het aanpassen van voorschrift 3.3van uw revisievergunning heeft geen gevolgen voor het in overeenstemming zijn van de vergunning met de IPPC-richtlijn. B.4. Bestaande toestand van het milieu. De aanvraag heeft betrekking op een vergunning voor een bestaande inrichting met een al bestaande milieubelasting. De inrichting is sinds 1974 gelegen op het gezoneerde industrieterrein Centrale Bergum. Het verzoek tot wijziging van het voorschrift heeft geen invloed op de bestaande toestand van het milieu. ~~ Er zijn ons geen ontwikkelingen bekend met betrekking tot de inrichting en het gebied waarin de inrichting ligt die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu. B.6. Adviezen en zlenswl zen. In dit stadium van de procedure hebben wij nog geen adviezen en zienswijzen ontvangen. B.7. De mllleuas ecten en de toe e aste technieken. De onderliggende vergunning van 29 april 1999, kenmerk MO/ , betreft een vergunning op hoofdzaken (VOH). In een VOH behoeft bij het opnemen van voorschriften minder in details getreden te worden en kan aan het bedrijf binnen de gestelde milieuhygienische kaders een grote handelingsvrijheid worden gelaten. Dit geldt vooral als het bedrijf over een gecertificeerd milieuzorgsysteem, op basis van ISO of EMAS, beschikt. Het is van belang dat het bevoegd gezag zich een goed beeld kan vormen van het milieuzorgsysteem en van de veranderingen die dit systeem in de tijd ondergaat. Met het huidige voorschrift 3.3 hebben wij hieraan invulling gegeven. Voorschrift 3.3 luidt: aelk halfjaar ontvangt het College een lijst met daarop aangegeven de laatste wjizigingen van de procedures. Inzage van een gewjizigde procedure door het College dient te allen tijde mogelijk te zijn." Overigens is het bijhouden van een complete en toegankelijke documentatie van het milieuzorgsysteem een verplichting volgens ISO en EMAS. Electrabel heeft de documenten die behoren tot het milieuzorgsysteem ondergebracht in haar eigen elektronische netwerk (Intranet van Electrabel). In dit systeem bevinden zich altijd de meest actuele documenten. Dit elektronische netwerk beschikt niet over een mogelijkheid om een specifieke lijst met gewijzigde documenten te genereren. Op de procedures en documenten is echter wel een wijzigings- of revisiedatum zichtbaar. -5/8- Ons kenmerk:

6 provinsj e fryslan provincie fryslan g, Het verzoek tot wijziging van voorschrift 3.3luidt: "De vergunninghouder ziet er op toe dat deinrichtingin werking isin overeenstemming met het milieuzorgsysteem, dat de procedures met betrekking tot het milieuzorgsysteem actueel gehouden worden en dat het personeel werkt volgens de procedures. Bij een bedrijfsbezoek kan het bevoegde gezag, toegang krijgen tot de procedures van het mi%euzorgsysteem." Het verzoek behelst een aantal aspecten dat al geregeld is in de voorschriften 3.1 en 3.2 van de vigerende vergunning. Wij zien daarom geen aanleiding om het voorstel in zijn geheel over te nemen, maar beperken ons tot het schrappen van de verplichting om elk half jaar de wijzigingen aan ons toe te zenden. Het gewijzigde voorschrift 3.3 komt als volgt te luiden: De vergunninghouder dient aan een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar op diens eerste verzoek een overzicht van gewjizigde procedure en documenten terinzage te geven; inzage van gewjizigde procedures en documenten dient te allen tijde ~ mogelijk te zijn." Wij hebben de aanvraag getoetst aan het toetsingskader en de bepalingen over voorschriften en beperkingen (artikelen 8.7 tot en met 8.17Wm). Onze conclusie is dat gelet op het belang van de bescherming van het milieu, voorschrift 3.3 gewijzigd kan worden. Wij willen u er nog op wijzen dat de metingen en registraties volgens voorschrift 5.1 van de vigerende vergunning uitgevoerd moeten worden volgens het milieuzorgsysteem en de aanvraag. Hierbij is voorgeschreven dat wijzigingen van deze procedures en het betreffende onderdeel van de aanvraag vooraf ter goedkeuring aan ons College dienen te worden overgelegd. Deze verplichting blijft ongewijzigd. C. OVERIGE ASPECTEN: C.1. Overi evan toe assln zindewet evln Ire elln en. Op grond van artikel 8.9 van de Wet milieubeheer zijn wij verplicht er voor te zorgen dat er bij onze beslissing op uw aanvraag geen strijd ontstaat met regels die met betrekking tot uw inrichting gelden onder andere bij of krachtens de in artikel 13.1,tweede lid, genoemde wetten. Met het verlenen van de onderhavige vergunning ontstaat geen strijd met deze wetten. C.2. On ewone voorvallen/calamiteiten. Voorts is van belang dat hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer verplichtingen oplegt aan de vergunninghouder indien zich binnen de inrichting een ongewoon voorval voordoet, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu dreigen te ontstaan. Deze verplichtingen omvatten onder meer het (zoveel mogelijk) voorkomen, beperken en ongedaan maken van nadelige gevolgen voor het milieu als gevolg van het voorval hn het melden van het voorval aan het bevoegd gezag, in dit geval aan ons. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van het provinciaal milieu-alarmnummer ( ) of de telefax ( ). -6I8- Ons kenmerk:

7 provinsje fryslan provincie fryslan ~ C.3. Datum In werkln treden van de ver unnln. De vergunning treedt in werking op de dag nadat de beroepstermijn is afgelopen, tenzij er binnen de beroepstermijn een verzoek is gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. In dat geval treedt de vergunning in werking op het moment dat door de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dat verzoek is beslist. O.4. ~Oveni e. M Wij wijzen u nog op het volgende. Als u besluit uw inrichting aan een ander over te dragen, dan schrijft artikel 8.20 van de Wet milieubeheer voor dat u dat ten minste een maand tevoren aan ons moet melden. Artikel 5.20 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geeft aan welke gegevens u ons dan moet verstrekken. D. BESLUIT: Gelet op het voorgaande, de bepalingen in de Wet milieubeheer, alsmede afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en het Mandaatstatuut provincie Fryslan, hebben wij besloten: I. aan Electrabel de gevraagde vergunning te verlenen als bedoeld in artikel 8.24 van de Wet milieubeheer voor het wijzigen van voorschrift 3.3van de vergunning van 29 april 1999, kenmerk MO/ , voor een elektriciteitsproductiebedrijf (Centrale Bergum) aan de Koumarwei 2 in Burgum voorschrift 3.3als volgt te wijzigen: De vergunninghouder dient aan een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen ambtenaar op diens eerste verzoek een overzicht van gewijzigde procedure en documenten terinzage te geven; inzage van gewijzigde procedures en documenten dient te allen tijde mogelijk te zjin. Name het college van Gedeputeerde Staten, N.G. Kisternaker Clusterleider Omgevingsvergunningen en Toezicht -7/8- Ons kenmerk:

8 provinsje fryslsn CC provincie fryslan ~ I.a.a.: VROM-Inspectie Regio Noord Postbus RM GRONINGEN Wetterskip Fryslhn Postbus AA LEEUWARDEN College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tytsjerksteradiel Afdeling Milieu, Bouwen en Beheer Postbus AA BURGUM ~~ -8/8- Ons kenmerk:

9 provinsje fryslan provincie fryslan ~ M GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL Kennisgeving beschikking Wet milieubeheer Gedeputeerde Staten hebben naar aanleiding van de aanvraag van Electrabel Centrale Bur- Q gum aan de Koumaneei 2 te Burgum een vergunning op grond van de Wet milieubeheer 0 verleend. De aanvraag heeft betrekking op het wijzigen van voorschrift 3.3van de revisievergunning van 29 april 1999, kenmerk MO/ , waarin is voorgeschreven dat de vergunninghouder elk half jaar een lijst met de laatste wijzigingen van de procedures van het milieuzorg bij ons College indient. Uw voorstel is deze verplichting te laten vervallen. De stukken liggen van 31 augustus t/m 12 oktober 2009 ter inzage in het: provinsjehus, elke werkdag van 9.00 tot uur (graag vooraf contact opnemen); gemeentehuis in Burgum, elke werkdag van 8.30tot uur, tel ; "Berchhiem" te Burgum op maandag van 17.00tot uur; O Tegen het besluit kan van 1 september t/m 12 oktober 2009 beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage door: belanghebbenden die zienswijzen naar voren hebben gebracht over de ontwerpbeschikking; belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen naar voren te hebben gebracht over de ontwerp-beschikking. Het beroepschrift bevat ten minste: naam, adres en handtekening van de indiener; dagtekening ; omschrijving van het bestreden besluit; gronden van het beroep. Gedurende de beroepstermijn kan bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening. De indiener van het verzoekschrift moet daarbij een kopie van het beroepschrift meesturen. Voor inlichtingen en inzage van de stukken neemt u contact met de heer R. Deerns, afdeling Omgevingsvergunningen 8 Toezicht, tel T.a.v. Lift Marketing communicatie bv: Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad zaterdag 29 augustus 2009.