Het feit dat er. voor de doorvertaling en. daarom als

Transcriptie

1 Paritaire commissie decentralisatie WERKGROEP WONEN Algemene conclusies 1. Fiche Actieprogramma Inzet gronden lokale besturen voor sociaal woonbeleid 2. Fiche Verwaarlozing / Ongeschikt- en onbewoonbaarheid 3. Fiche Leegstand 4. Fiche Procedure sociale woningbouw 5. Fiche Toewijzing sociale woning 6. Fiche Toewijzing woningkwaliteit voor zelfstandige woningen

2 Paritaire commissie decentralisatie ALGEMENE CONCLUSIES Werkgroep Wonen 1. ALGEMENE BEVINDINGEN OVER HET VERLOOP - De vergaderingen verliepen in een constructieve en open sfeer. - Er zijn voldoende significante decentralisaties uit voort gevloeid. Dezee decentralisaties zijn voldoende concreet. Belangrijke kritische succesfactoren daarbij waren: w Het feit dat er in het beleidsveld Wonen reeds heel wat denkwerk is verricht omtrentt subsidiariteit en decentralisatie. Het politieke leiderschap en engagement van het kabinet van de bevoegde minister De duidelijke insteek van VVSG als start voor de discussie. De expertise en ervaring van de delegatie van de lokale en provinciale besturen. De constructieve medewerking vann de Vlaamse administratie, die instond voor de doorvertaling en aftoetsing van de VVSG-voorstellen. - Er is eveneens overeenstemming over de trajecten die zullen wordenn opgestart om dezee decentralisaties effectief uit te voeren. Er zijn bovendien voldoende garanties dat de partners rond tafel daarbij zullen worden betrokken. 2. VOORSTELLEN TOT VERVOLG VAN DE WERKGROEP De samenstelling van de werkgroep heeft duidelijk zijn meerwaarde aangetoond. De werkgroep kan daarom als forum interessante mogelijkhede en bieden voor pro-actief overleg, ook voor aspecten die niet onder de noemer decentralisatie vallen. 1

3 Paritaire commissie decentralisatie FICHE ACTIEPROGRAMMA INZET GRONDEN LOKALE BESTUREN VOORR SOCIAAL WOONBELEID Werkgroep Wonen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid IMPACT Regelgevend Budgettair Andere IMPLEMENTATIETRAJECT Nieuw trajectt Aansluiten bij bestaand traject t VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting - De realisatiegraad van het Bindend Sociaal Objectief (BSO) blijftt de leidraadd waarrond het beleid wordt opgebouwd (Vlaams strategisch kader). - Voor de uitvoering van dit beleidskader is er onder andere nood aan eenn inventarisatie van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwbare onbebouwde percelen in eigendom van Vlaamse publiekee en semipublieke actoren op het grondgebiedd van de gemeente en aan de uitwerking van een visie over de inzet van deze grondenn voor de realisatie van het BSO. Dit is een taak t van de gemeente als regisseur van het lokaal woonbeleid. Er is consensus over het feit datt het lokaall niveau deze taak moet opnemen en daarover moet rapporteren aan de Vlaamse overheid. De verplichting om een gemeentelijk actieprogramma op te maken, blijft dus behouden. Daarbij moeten de principes van planlastvermindering worden toegepast en moet zo veel als mogelijk worden aangesloten bij de lokale beleids- en beheerscyclus (BBC). 1

4 - De bepaling van het percentage van aanwending van deze onbebouwde percelen voor de realisatie van het BSO behoort strikt tot het operationele beleid van de lokale besturen (in overleg met alle actoren). De verplichting om minstens 25% aan te wenden, wordt dus geschrapt. Er zal wel worden onderzocht of er een slag om de arm moet komen voor besturen die kennelijk onwillig zijn. - Het gemeentelijk actieprogramma is noodzakelijk om later via de stedenbouwkundige vergunning de private ontwikkelaars een sociale last op te leggen. De beleidsvisie van de bevoegde minister hierover zal binnen enkele weken worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering. - Er komt bij de aanpassing van de regelgeving ook meer duidelijkheid over het begrip semipublieke rechtspersonen (in de memorie van toelichting) Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid Over welke concrete onderdelen van het aangegeven thema is overeenstemming bereikt? Hoe ziet de toegenomen beleidsvrijheid eruit (minder sturing door minder regelgeving, minder toezicht, sterkere regie-instrumenten, meer financiële ademruimte, )? Actieprogramma Planlastvermindering en aansluiting BBC Nee 25%-norm Afschaffing van deze verplichting (kan eventueel worden aangehouden voor 2bgemeenten) Wordt differentiatie voorzien? En indien ja, volgens welke criteria? Nee 2. IMPACT 2.1. Regelgevend Artikel Voorgestelde wijziging Decreet Grond- en Pandenbeleid van 27 maart Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen Budgettair Geen transfer van middelen en mensen Andere - Vanuit ABB zal een ondersteuningsaanbod worden uitgewerkt voor de integratie in de BBC. 2

5 - Het Agentschap Wonen-Vlaanderen zet maximaal in op ondersteuning van gemeenten en het verder stimuleren van intergemeentelijke samenwerking. 3. IMPLEMENTATIETRAJECT 3.1. Nieuw traject Er wordt hiervoor geen nieuw traject opgezet Aansluiten bij bestaand traject Evaluatie en wijziging grond- en pandendecreet Planning Opstart voorjaar 2015 Trekker Naam Functie 1. Helmer Rooze AG Agentschap Wonen Betrokken actoren 1. VVSG 2. VVP 3. Overige woonpartners 4. VMSW 5. Departement Ruimte Vlaanderen Verantwoordelijke voor het bewaken van de conclusies van de werkgroep Naam Functie Bram Opsomer Projectcoördinator ABB 3

6 Paritaire commissie decentralisatie FICHE VERWAARLOZINIG / ONGESCHIKT- EN ONBEWOONBAARHEID Werkgroep Wonen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid IMPACT Regelgevend Budgettair Andere IMPLEMENTATIETRAJECT Nieuw trajectt Aansluiten bij bestaand traject t VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting - Wat verwaarlozing betreft, wordt gewerkt aan een volledige decentralisatd tie die gelijk loopt met de decentralisatie voor het thema leegstand, gerealiseerd in het decreet grond- en pandenbeleidd en in het kader van deze decentralisatieoefening verder doorgevoerd. - Het beleid omtrent ongeschikt- en onbewoonbaarheid vertrekt vanuit de gewestelijke e kwaliteitsvereisten, waardoorr de Vlaamse component aanwezig moet blijven. Besturen die aantonen dat ze omtrent woningkwa aliteitsbewaking visie ontwikkelenn en een voldoendee professionele structuur uitbouwen, hebben sinds 2014 de mogelijkheid om een vrijstelling te krijgen van de adviesvereiste in de procedure tot ongeschikt- en e onbewoonbaarverklaring. In de gemeenten die een eigen heffing op ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen invoeren, zal de gewestelijkee heffing niet langer toegepast worden op voorwaarde dat de lokale besturen een minimaal Vlaams kader volgen. 1

7 - Hoewel een koppeling van de fiscale ontvoogding en de vrijstelling van de adviesvereiste in de procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring logisch is en het lokale woningkwaliteitsbeleid versterkt, zal dergelijke koppeling niet noodzakelijk zijn Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid Over welke concrete onderdelen van het aangegeven thema is overeenstemming bereikt? Verwaarlozing (inventarisatie en heffing) Hoe ziet de toegenomen beleidsvrijheid eruit (minder sturing door minder regelgeving, minder toezicht, sterkere regie-instrumenten, meer financiële ademruimte, )? Volledige decentralisatie cf. leegstand Fiscale bevoegdheid o&o Mogelijkheid ontvoogding Nee Wordt differentiatie voorzien? En indien ja, volgens welke criteria? Nee 2. IMPACT 2.1. Regelgevend Artikel Voorgestelde wijziging Decreet van 22/12/1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. BVR van 2/4/1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. Decreet van 13/12/2013 houdende de Vlaamse codex Fiscaliteit Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen Budgettair Geen transfer van middelen en mensen Andere - Er blijft nood om centraal nog een aantal aspecten te monitoren, mede om daarover aan het Vlaams Parlement te kunnen rapporteren. Er moet nog onderzocht worden hoe dit moet aangepakt worden. 2

8 - Het Agentschap Wonen zet maximaal in op ondersteuning van gemeenten en het verder stimuleren van intergemeentelijke samenwerking. 3. IMPLEMENTATIETRAJECT 3.1. Nieuw traject Er wordt hiervoor geen nieuw traject opgezet Aansluiten bij bestaand traject Wijzigingen regelgeving woonkwaliteit en fiscaliteit Planning Voorjaar 2017 Trekker Naam Functie 1. Helmer Rooze AG Agentschap Wonen Betrokken actoren 1. VVSG 2. VVP 3. Overige woonpartners 4. Vlabel 5. Verantwoordelijke voor het bewaken van de conclusies van de werkgroep Naam Functie Bram Opsomer Projectcoördinator ABB 3

9 Paritaire commissie decentralisatie FICHE LEEGSTAND Werkgroep Wonen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid IMPACT Regelgevend Budgettair Andere IMPLEMENTATIETRAJECT Nieuw trajectt Aansluiten bij bestaand traject t VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting - De Vlaamse overheid beperkt zicht tot het bepalen van het strategisch kader op hoofdlijnen voor leegstand, waarbij het de lokale besturen machtigt daaromtrent heffingen inn te voeren. - De lokale besturen krijgen volledige beleidsvrijheid om zelf te bepalen of ze hieromtrent beleid wensen te voeren en, indien ze dit doen, zelf te bepalen hoe ze daar nvulling aan geven. De uitzonderlijke gewestelijke leegstandsheffing (UGLH) en de minimumheffingen worden dus geschrapt. Ook de verplichting tot het bijhouden van een leegstandsregister wordtt geschrapt, evenals de tegemoetkoming in de kostenn voor de opmaak en de jaarlijkse actualisatie van het register.. 1

10 1.2. Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid Over welke concrete onderdelen van het aangegeven thema is overeenstemming bereikt? Hoe ziet de toegenomen beleidsvrijheid eruit (minder sturing door minder regelgeving, minder toezicht, sterkere regie-instrumenten, meer financiële ademruimte, )? UGLH Schrappen Nee Minimale heffingsbedragen Schrappen Nee Verplicht leegstandsregister Schrappen Nee Tegemoetkoming in de kosten voor de opmaak en de jaarlijkse actualisatie van het leegstandsregister Schrappen Wordt differentiatie voorzien? En indien ja, volgens welke criteria? Nee 2. IMPACT 2.1. Regelgevend Artikel Voorgestelde wijziging Decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart t.e.m Schrappen t.e.m Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. Schrappen BVR van 10 juli 2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen Budgettair Geen transfer van middelen en mensen Andere Er blijft nood om centraal nog een aantal aspecten omtrent leegstand te monitoren. Gelet op het wegvallen van de verplichtingen inzake het leegstandsregister, zal worden onderzocht hoe deze nood aan informatie-uitwisseling het best kan worden ingevuld. 2

11 3. IMPLEMENTATIETRAJECT 3.1. Nieuw traject Er wordt hiervoor geen nieuw traject opgezet Aansluiten bij bestaand traject Evaluatie en wijziging grond- en pandendecreet Planning Opstart voorjaar 2015 Trekker Naam Functie 1. Helmer Rooze AG Agentschap Wonen Betrokken actoren 1. VVSG 2. VVP 3. Overige woonpartners 4. ABB 5. Verantwoordelijke voor het bewaken van de conclusies van de werkgroep Naam Functie Bram Opsomer Projectcoördinator ABB 3

12 Paritaire commissie decentralisatie FICHE PROCEDURE SOCIALE WONINGBOUW Werkgroep Wonen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid IMPACT Regelgevend Budgettair Andere IMPLEMENTATIETRAJECT Nieuw trajectt Aansluiten bij bestaand traject t PUNTEN WAAROVER GEEN OVEREENSTEMMING IS BEREIKT VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting - De financiering van de sociale woningbouw en de opmaak van de d minimalee procedureregels voor het bekomen van deze financiering makenn deel uit van het Vlaamse strategische kader. - Bij het uittekenen van deze procedures moet rekening gehouden wordenn met de principes van planlastvermindering, met voldoende mogelijkheid voor lokalee flexibiliteitt en met een zo kort mogelijke doorlooptijd zodat lokale l besturen op een zo gepast mogelijke m manier kunnen inspelenn op lokale noden. De regelgeving zal op ditt punt geëvalueerd worden. De bindende advisering door het Agentschap Wonen-Vlaanderen zal daarbij worden geschrapt. 1

13 1.2. Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid Over welke concrete onderdelen van het aangegeven thema is overeenstemming bereikt? Procedure sociale woningbouw Hoe ziet de toegenomen beleidsvrijheid eruit (minder sturing door minder regelgeving, minder toezicht, sterkere regie-instrumenten, meer financiële ademruimte, )? Planlastvermindering, meer flexibiliteit, zo kort mogelijke doorlooptijd, afschaffing bindende advisering Wordt differentiatie voorzien? En indien ja, volgens welke criteria? Nee 2. IMPACT 2.1. Regelgevend Artikel Voorgestelde wijziging Procedurebesluit Wonen van 25 oktober 2013 Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. Financieringsbesluit van 21 december 2012 Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. MB van 14 mei 2013 houdende vaststelling van technische normen voor sociale woningen ( het ABC ) Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. MB van 13 februari 2014 bij het Procedurebesluit Wonen Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. MB van 27 mei 2014 houdende de uitvoering van diverse besluiten met betrekking tot het woonbeleid in Vlaanderen Verschillende artikels Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen Budgettair Geen transfer van middelen en mensen Andere Het Agentschap Wonen-Vlaanderen zet maximaal in op ondersteuning van gemeenten en het verder stimuleren van intergemeentelijke samenwerking. 2

14 3. IMPLEMENTATIETRAJECT 3.1. Nieuw traject Er wordt hiervoor geen nieuw traject opgezet Aansluiten bij bestaand traject Evaluatie en wijziging Procedurebesluit Wonen en Financieringsbesluit Planning Omschrijving mijlpaal Startdatum 1. Bevraging n.a.v. de evaluatie van het Procedurebesluit Wonen Maart-april Schriftelijke reactie op uitgangspunten m.b.t. de evaluatie van het Financieringsbesluit 3. Terugkoppelingsvergadering m.b.t. de concrete voorstellen tot wijziging van het MB bij het Procedurebesluit Wonen 4. Terugkoppelingsvergadering m.b.t. de concrete voorstellen tot wijziging van het Financieringsbesluit en het Procedurebesluit Wonen Trekker Naam Functie April 2015 Juni Helmer Rooze/Ben Forier AG Agentschap Wonen/VMSW Betrokken actoren 1. VVSG 2. VVP 3. Overige woonpartners Verantwoordelijke voor het bewaken van de conclusies van de werkgroep Naam Functie Bram Opsomer Projectcoördinator ABB Augustus - september

15 4. PUNTEN WAAROVER GEEN OVEREENSTEMMING IS BEREIKT Er was geen overeenstemming over onderstaande VVSG-voorstellen, maar er was binnen de werkgroep, na discussie en op basis van onderstaande argumenten, wel consensus over het feit dat de tijd niet rijp is om deze voorstellen te weerhouden in het kader van de werkzaamheden van de paritaire commissie decentralisatie. Over welke concrete onderdelen is geen overeenstemming bereikt? Trekkingsrecht waarbij per gemeente/per intergemeentelijk project sowieso een bepaald bedrag is voorzien Wat zijn de argumenten voor meer lokale beleidsvrijheid? Het lokale bestuur zou meer vat moeten kunnen hebben op welke projecten wanneer ontwikkeld worden, volgens de prioriteiten die zij bepalen. Er zou bijvoorbeeld een zekerheid moeten kunnen bestaan over voldoende beschikbare middelen voor een project. Een trekkingsrecht kan daarin voorzien. Dit kan enige jaren opgespaard worden. Als er dan projecten worden ontwikkeld in de gemeente, zou men gebruik kunnen maken van het trekkingsrecht om een prioritair dossier sneller te laten verlopen. Verdergaand zou men kunnen opperen dat budget voorzien wordt per gemeente a rato van haar BSO. Wat zijn de argumenten tegen meer lokale beleidsvrijheid? Nu legt de beoordelingscommissie op basis van de budgettaire beschikbaarheid en op basis van het strategische Vlaamse beleidskader de programmatie vast. Door de installatie van een trekkingsrecht zou die controle wegvallen, wat beleidsmatig niet wenselijk en ook budgettair onhaalbaar is. De Vlaamse en Europese begrotingsregels (met name de annaliteit van de begroting), in combinatie met de wachtlijsten, maakt een trekkingsrecht praktisch en budgettair niet werkbaar. Ook de speciale dynamiek van de sector zorgt ervoor dat een trekkingsrecht heel moeilijk kan gerealiseerd worden. Bouwprocessen kennen vaak een grillig verloop. Het huidige systeem zorgt ervoor dat overschotten omwille van vertragingen in het ene project door het schaalvoordeel kunnen worden ingezet voor andere projecten. Dit is niet mogelijk met gemeentelijke trekkingsrechten, met een minder efficiënte en effectieve inzet van de beperkte middelen tot gevolg. Het is wel de bedoeling om de vragen te beoordelen op een hoger niveau met de beoordelingscommissie, zodat er 4

16 Gemeentelijke vergunningverlening staat gelijk met een goedkeuring om in aanmerking te komen voor financiering van de Vlaamse Overheid De gemeente moet sowieso de vergunning geven en is dus betrokken bij inhoud, locatiekeuze, ontwerp, Hier kruipt enorm veel tijd, overleg in, wat leidt tot weloverwogen keuzes. Het is aannemelijk dat gemeenten bij sociale woningbouw de specifieke bouwnormen die gehanteerd worden voor sociale woningen, meenemen in hun vergunningverlening. De SHM kan hierop door de Vlaamse overheid bij een ex post-controle nog steeds aangesproken worden. Of de Vlaamse overheid kan voorzien in specifieke begeleiding vooraf. een objectievere verdeling van de middelen mogelijk is. Het woonbeleid kent een sterke Vlaamse strategische component. Er zijn dus ook instrumenten nodig om de Vlaamse beleidsdoelstellingen te bewaken. Er is op Vlaams niveau wel de duidelijke wil om in te gaan op de wens van de lokale besturen naar meer ondersteuning van de lokale vragen, minder planlast en een slankere procedure waarbij de uitkomst van het lokaal woonoverleg de basis is. 5

17 Paritaire commissie decentralisatie FICHE TOEWIJZING SOCIALE WONING Werkgroep Wonen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid IMPACT Regelgevend Budgettair Andere IMPLEMENTATIETRAJECT Nieuw trajectt Aansluiten bij bestaand traject t VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting - Het komt de Vlaamse overheid toe om regels betreffende de toewijzing vann sociale woningen vast te stellen voor het ganse Vlaamse grondgebied, om zo gelijkberechtiging te verzekeren en willekeur tegen te gaan. - Binnen deze regels moeten er voldoende vrijheidsgraden blijven voor de lokale besturen om afhankelijk van hun noden en specifieke uitdagingen eigen accenten te leggen. De lokale besturen kunnen nu al eigen toewijzingsreglementen opstellen die afwijken van de Vlaamse regels voor 3 gevallen (lokale binding, specifieke doelgroepen, leefbaarheid). Er E zal gestreefd worden naar een vereenvoudigde procedure voor toewijzingsregels voor specifieke doelgroepen(naar het voorbeeld van de vereenvoudigde procedure voor ouderen). Daarvoor zall aansluitingg gezocht worden met de lokale BBC. - Vooral voor de aanpak van leefbaarheidsproblemen, moet een flexibelere procedure kunnenn gehanteerd worden door hett lokale bestuur voor zover dat aantoont dat het zich daarvoorr 1

18 baseert op een duidelijk visie op basis van objectieve gegevens (bv. demografische evoluties - probleemanalyse). - Ook de incongruentie tussen artikel 24 en artikel 28 KSH zal hierbij worden meegenomen Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid Over welke concrete onderdelen van het aangegeven thema is overeenstemming bereikt? Procedure toewijzing sociale woning Hoe ziet de toegenomen beleidsvrijheid eruit (minder sturing door minder regelgeving, minder toezicht, sterkere regie-instrumenten, meer financiële ademruimte, )? Planlastvermindering, meer flexibiliteit, versterking lokale regie, aansluiting bij BBC Wordt differentiatie voorzien? En indien ja, volgens welke criteria? Nee 2. IMPACT 2.1. Regelgevend Artikel Vlaams Wooncode Voorgestelde wijziging 95, 1, 3 de t.e.m. 5 de lid en 2 Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. Ook andere artikels komen in aanmerking Kaderbesluit Sociale Huur 17 t.e.m. 21 Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. 24 t.e.m. 29 Nog geen concrete tekstwijziging overeengekomen. Ook andere artikels komen in aanmerking 2.2. Budgettair Geen transfer van middelen en mensen Andere - Vanuit ABB zal een ondersteuningsaanbod worden uitgewerkt voor de integratie in de BBC. - Het Agentschap Wonen zet maximaal in op ondersteuning van gemeenten en het verder stimuleren van intergemeentelijke samenwerking. 2

19 3. IMPLEMENTATIETRAJECT 3.1. Nieuw traject Herziening kaderbesluit Sociale Huur Planning Omschrijving mijlpaal Startdatum 1. Evaluatie kaderbesluit sociale huur Begin Herschrijven regelgeving Najaar 2016 Trekker Naam Functie 1. Helmer Rooze/Ben Forier AG Agentschap Wonen/VMSW Betrokken actoren 1. VVSG 2. VVP 3. Overige woonpartners Verantwoordelijke voor het bewaken van de conclusies van de werkgroep Naam Functie Bram Opsomer Projectcoördinator ABB 3.2. Aansluiten bij bestaand traject N.v.t. 3

20 Paritaire commissie decentralisatie FICHE TOEWIJZING WONINGKWALITEIT VOOR ZELFSTANDIGE WONINGEN Werkgroep Wonen INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting Elementen van overeenstemming voor het verruimen van de lokale beleidsvrijheid IMPACT IMPLEMENTATIETRAJECT PUNTEN WAAROVER GEEN OVEREENSTEMMING IS BEREIKT VOORSTELLEN TOT DECENTRALISATIE Managementsamenvatting De Vlaamse overheid is niet bereid om in te gaan op de vragen vanuit de lokalee besturen. Het voorstel om strengere gemeentelijke normen voorr zelfstandig wonen weerhouden. mogelijk te maken wordt niet 1.2. Elementen van overeenste emming voor het beleidsvrijheid verruimen van de lokale N.v.t. 2. N.v.t. IMPACT 1

21 3. IMPLEMENTATIETRAJECT N.v.t. 4. PUNTEN WAAROVER GEEN OVEREENSTEMMING IS BEREIKT Over welke concrete onderdelen van het aangegeven thema is geen overeenstemming bereikt? Strengere normering voor zelfstandige woningen Schrappen voorafgaande goedkeuring gemeentelijke normen van Wat zijn de argumenten voor meer lokale beleidsvrijheid? Het is onlogisch dat een gemeente enkel strenger kan optreden voor de kwaliteit van een kamer en niet voor de kwaliteit van een woning. Een gemeenten kan een gerichter beleid voeren op de verhuur van woningen. Een verordening kan sneller in werking treden als er geen specifiek toezicht meer nodig is. Dit zorgt ook op Vlaams niveau- voor minder administratieve last Wat zijn de argumenten tegen meer lokale beleidsvrijheid? De kwaliteitsvereisten voor zelfstandige woningen liggen voldoende hoog. Het risico is reëel dat de druk op (het laagste segment van) de private huurmarkt in de omliggende gemeenten toeneemt als een gemeente beslist om strengere kwaliteitsvereisten vast te stellen. Bovendien is het wenselijk om in het Vlaams Gewest een eenduidig beleid inzake de minimale kwaliteitsnormen voor woningen te voeren, met het conformiteitsattest als uniform instrument dat voor alle woningen in Vlaanderen op basis van dezelfde criteria wordt uitgereikt. Het onderscheid met kamers, waarvoor de gemeenten wel strengere normen kunnen opleggen, is verantwoord gezien de specifieke stedelijke problematiek en het belang van bijkomende, gemeentelijke brandveiligheidsvereisten voor kamerwoningen. Ook het voorstel m.b.t. het schrappen van het specifiek toezicht voor gemeentelijke kamerreglementen wordt niet weerhouden, gelet op de recente ervaringen met reglementen die ter goedkeuring zijn voorgelegd (en waarvan een minderheid zonder bijsturing kan worden goedgekeurd). 2