Boekverslag Nederlands Het verrotte leven van Floortje Bloem door Yvonne Keuls

Transcriptie

1 Boekverslag Nederlands Het verrotte leven van Floortje Bloem door Yvonne Keuls Boekverslag door een scholier 2136 woorden 27 april keer beoordeeld Auteur Genre Yvonne Keuls Psychologische roman, Eerste uitgave 1982 Waargebeurd Vak Nederlands Inhoudsopgave: Zakelijke gegevens pagina 3 Samenvatting pagina 4 Leeservaring pagina 5 t/m 8 Informatie over de auteur pagina 9 en 10 Zakelijke gegevens Titel: Het verrotte leven van Floortje Bloem. Schrijfster: Yvonne Keuls Illustrator: Claudette Keuls Jaar uitgifte: 1982 Verklaring v/d titel: Het leven van een 14-jarig heroïnehoertje is erg verrot. Dat verteld Floortje ook tegen haar knuffel konijn. Motto: geen Samenvatting Het zusje van Beppie word geboren en tante Gerda wilt beslist geen baby in huis, dus staat moeder Floortje af. In het pleeggezin waar Floortje terecht komt overlijd de pleegvader dus komt ze op haar 8e jaar in een nieuw pleeggezin. Ze word brutaal op school en thuis dus word ze overgebracht naar een observatiehuis. Floortje is tegen kinderen bazig, oneerlijk en wreed. Ze word in een internaat geplaatst. Pagina 1 van 6

2 Er komen allerlei psychologen. Op haar 11e mag ze bij familie Peperzakken logeren. Later wilt ze niet meer komen door Gerard. Hij wil dat zij vieze dingen bij hem doet. Ze is dan al 12 jaar. De moeder van Floortje heeft Adri ontmoet, en ze trouwen. moeder denkt aan Floortje. En Adri gaat haar zoeken. Als ze haar hebben gevonden nemen ze haar in huis. Maar Floortje gaat veel meer met Beppie om dan met haar moeder. Ze gaat met Beppie mee naar een keet en drinkt en rookt daar. Floortje spijbelt van school en ontmoet Karin. Zij neemt haar mee naar Gerben. Hij is aardig. Als moeder weet dat Floortje spijbelt en naar Gerben gaat belt ze de politie en wilt ze haar niet meer zien. Beppie en Sjon komen bij Floor in het observatiehuis langs omdat ze 13 jaar is geworden. Dan krijgt ze haar konijn van Gerben. Floor ontsnapt later en gaat met Beppie in een kamer wonen. Als Floor bij Sjon is heeft ze een idee om Beppie afkicken en dan naar Gerda te brengen. Beppie word opgenomen in het ziekenhuis en gaat daarna meteen naar een afkickcentrum. Ze word daar na een paar weken gek door het christelijk gedoe en loopt weg. Floor zoekt Beppie in de stad maar word meegenomen door Onim. Ze moet voor hem werken. Als ze ontsnapt vind ze Beppie. Floor moet net als Beppie beginnen met tippelen om aan geld te komen. Ze word er ziek van en gaat dan chinezen. Sjon haalt Beppie over om mee te gaan naar een leven zonder zorgen. Als Beppie merkt dat dat niet waar is komt ze terug. Floor en Beppie hebben ruzie omdat Floor haar geen geld en drugs wilt geven. En Beppie slaat Floor in elkaar. Ze gooit de konijn van Floor het raam uit. Leeservaring 1. Thema A.1) Het verhaal heeft meerdere thema s. Namelijk: pleegkind, drugsverslaafd en prostitutie. 2.) motieven: drugs, slechte opvoeding, verliezen van geliefden. B.1.) Voor mij heeft het thema geen betekenis omdat ik zelf nooit in zo n situatie heb gezeten. Maar het is een aangrijpend verhaal. Ook omdat het echt gebeurd is en niet verzonnen. 2.) Mijn visie op dit thema is een beetje veranderd. Ik weet er nu meer over en ik wist ook niet dat het zo erg is. En dat als je in zo n situatie zit, er ook bijna niet meer uit kan. 2. Tijd A.1) Het tijdsverloop in het verhaal is chronologisch. Pagina 2 van 6

3 Er komen een paar flash-backs. Floortje denkt dan terug aan vroeger. Bijv. aan haar vroegere pleegouders of aan Gerben. 2.) Het verhaal speelt zich in het verleden af. Het effect is dat het lijkt of iemand verteld wat zij meegemaakt heeft. Het verhaal heeft een verteltijd van 15 jaar. Het begint als Floortje geboren wordt en eindigt als ze ongeveer 15 jaar is. Haar eerste tot twaalfde jaar word snel geschreven. Het meeste gebeurt op 12 en 13 jaar. B.1.) Het tijdsverloop maakt het verhaal wel duidelijk. Het word niet door elkaar verteld en die flash-backs zijn vliegensvlugge gedachten van Floortje. 2.) De tijd waarin het boek zich afspeelt is niet precies beschreven. Ik denk het in de tijd nu. Dus 20e eeuw, omdat de problemen drugs en prostitutie van deze tijd zijn. 3. Perspectief A.1.) Het is een wisselend ik-perspectief. Floortje vertelt zelf het grootste deel maar Beppie, tante Gerda en moeder vertellen ook stukken. 2.) Ik-perspectief. De auteur kruipt in de huid van de personages. B.1.) De verteller is bij de handeling betrokken door alles zelf mee te maken. 2.) Het perspectief heeft invloed op mijn manier van kijken doordat ik me ermee in ga leven. Ik lees net of ík de ik-persoon ben. 3.) Daardoor voel ik mezelf er ook bij betrokken, alsof ik het zelf meemaak. 4. Personages A.1.) De hoofdpersoon is Floortje Bloem. Ze heeft blond haar en heeft een rond gezicht. En ze is erg mager. Ze is na haar geboorte gelijk in een tehuis geplaatst en heeft dus nooit echte liefde gekend. En als dat er was, dan voor heel even. Ze is nerveus, druk en kan niet stil zitten. Ze wilt aardig gevonden worden. Niet door haar leeftijdgenootjes, maar door ouderen zoals de leiders, haar zus en pleegouders. Ze kan zich slecht concentreren en is driftsterk. Ze kan met haar leeftijdsgenoten slecht omgaan. Ze plaagt en ze slaat ze, daar heeft ze lol in. Beppie: Is de zus van Floortje. Ze is wel beter opgevoed dan Floortje maar ook met haar gaat het de verkeerde kant uit. Ze is liever bij haar tante dan bij haar moeder en de vriend. Ze begon met naar een keet te gaan en wat drinken en roken. Maar later kreeg ze steeds te horen dat werken slecht is en dat je beter van uitkering kunt leven. Ze is makkelijk over te halen. En als ze dan het huis uit gaat slaan haar stoppen door. Pagina 3 van 6

4 Ze begint aan drugs en gaat de prostitutie in. Ze is opstandig en snel agressief. Ook liegt en steelt ze. En sleept Floortje de drugswereld in. Tante Gerda: Is de zus van Floortje haar moeder. Ze heeft krullend haar en heeft een wat stevige bouw. Ze komt ontzettend ruw en hard over. Als een kind erbij, gesodemieter en gezeur oplevert, moet die eruit. Ze is duidelijk en kortaf. Geen lulverhaal eromheen en recht voor zijn raap. Maar ze heeft een goed hart. Ze zou je niet kwaad willen doen. En als je haar nodig hebt staat ze voor je klaar. Ze heeft een eigen café en is dus een echte zakenvrouw. 2.) Ik vind dat Floortje geen persoonlijke ontwikkeling doormaakt. Ze is altijd het stoute meisje. En wat de meeste mensen zeggen: onhandelbaar. Maar toen ze bij de familie Peperzakken terecht kwam, ging het beter. Ze kreeg liefde. En ze werd er minder druk van, ze werd er zelfs rustig van. Ook de leiders van het internaat zeiden dat het goed met haar gaat en dat ze veel rustiger is. Maar als ze dan niet meer naar de familie Peperzakken komt begint de ellenden weer opnieuw. B.1.) Floortje maakt inderdaad grote beslissingen. Ze besluit om elke keer terug te gaan naar de vrijheid. Naar het vieze appartement met drugs en tippelen voor geld. Ze durft niet geholpen te worden door de politie omdat ze bang is dat ze haar in het gekkenhuis plaatsen. Daarom loopt ze weg, en dat vind ik een foute beslissing. 2.) Adri spreekt me aan. Hij is zo n lieve man! Hij doet alles voor de moeder van Floortje. Hij troost haar, en zelfs laat hij zijn tanden eruit trekken omdat moeder haar verrotte tanden niet alleen durft laten trekken. Floortje ziet ook diep binnen in hem dat hij hetzelfde heeft als Gerben. Dat hij knuffelen en strelen ook fijn vind. Maar toen moeder dat zag concludeerde ze Floortje voor seksueel gestoorde. Ik vraag me af waarom Adri niet bij moeder wegging. 5. Ruimte A.1.) Er zijn verschillende ruimtes in het verhaal. Het meeste speelt zich in Rotterdam af. Pagina 4 van 6

5 Het kraakpand van Lexie waar Floortje en Beppie veel tijd doorbrengen. En de keet waar ze Sjon ontmoeten. In Leiden woont tante Gerda bij haar café. Ook is daar de flat van Gerben. Verder zit Floortje veel in pleeghuizen en internaten. Het huis van de familie Peperzakken is ook omschreven. Het is een groot huis met veel slaapkamers. Floortje zit het liefst op zolder omdat het daar lekker rustig is. Beneden staat een grote eettafel waar je met het hele gezin aan kunt zitten. B.1.) De ruimte bepaald wel degelijk de sfeer in het verhaal. In de internaten en pleeghuizen is Floortje altijd druk, agressief en gemeen. Bij de familie Peperzakken en bij Gerben voelt ze zich fijn en is ze rustig. In de woning van haar en Beppie is ze meestal stoned en als ze dat niet is heeft ze meestal grote ruzie met haar zus. 2.) Ik vind de sfeer die door de omgeving ontstaan is niet fijn. Er is altijd ellende. En wat ik het ergste vind is dat het boek niet goed afloopt. Dan vraag ik me nu elke keer af hoe het verder afloopt. 6. Spanning A.1.) Het spannendste stukje vond ik wanneer Floortje wegliep van een tehuis en dat ze wist dat de politie haar zou zoeken. Ze verstopte zich in een busje in een autobegraafplaats. Daar wachtte ze tot het donker werd en dan pas kon ze de straat op. Ze zag schimmen en schaduwen en was ontzettend bang. Bij een telefooncel belde ze Sjon. 2.) De schrijfster slaagt erin om het boek spannend te maken. floortje-bloem-door-yvonne-keuls Stijl. A.1.) citaat: Ik moest inderdaad weg. De hoofdleidster zei dat de staf besloten had dat ik tijdelijk in een observatiehuis geplaatst moest worden. Daar zouden ze kunnen bekijken wat voor mijn ontwikkeling het beste was. Ik heb al eens een keer in een observatiehuis gezeten, zei ik. Ja, maar dat is al zo lang geleden, er is intussen zoveel gebeurd (en daarbij knikte de hoofdleidster me veelbetekenend toe), je mag nou wel weer eens opnieuw bekeken worden. Door wie? vroeg ik. Ja meisje, door mensen die daar verstand van hebben. Door die gore psychologen zeker. Of door die halfbakken groepsleiders die stage moeten lopen en die mijn verhaal kunnen gebruiken om een scriptie van te maken. Ik verdom het vierkant. Ik ga niet meer naar een observatiehuis. Maar dat zei ik natuurlijk niet, ik keek gewoon heel liefjes terwijl zij verder zaten te bedisselen. Iemand moest me wegbrengen, maar wie? Het was donderdag en er was een vergadering en er kon eigenlijk niemand gemist worden. Maar godzijdank hadden wij ook stagiaires, dus: Laat Trudy haar dan maar Pagina 5 van 6

6 brengen. Goed zo, dacht ik, dat stomme kind is een makkie voor me. Ze heeft in ieder geval geen auto en ik zal wel zorgen dat ze me kwijtraakt op het station. 2.) deze stijl typeert: - goede zinslengte, niet te lang - het word in de verleden tijd verteld - de taalgebruik is direct en grof - er komen illustraties van Floortje haar konijn in voor B.1.) Ik vond het wel leuk dat er scheldwoorden in voorkwamen. Dat maakt het ook duidelijk dat iemand boos is. En verder vond ik het niet moeilijk om te lezen. Ik wist van alle woorden de betekenis behalve: sanjassin 2.) Deze stijl ligt ten opzichte van de scheldwoorden niet dichtbij mijn eigen taalgebruik. Maar bij korte duidelijke zinnen wel. Informatie over de auteur a.) Yvonne Keuls schrijft niet onder een andere naam. b.) Ze is op 17 december in 1931 geboren in Batavia. c.) Levensloop: Als ze 7 is komt ze in Nederland wonen. sinds 1967 verzorgd ze lezingen op scholen en in boekhandels en bibliotheken. Vanaf 1969 begint ze met het dramatiseren van beroemde boeken. En ze speel zelfs in theatervoorstellingen. Ze wordt bekend met het boek Jan Rap en zijn maat (1977). Voordat ze boeken schreef was ze onderwijzeres. Pagina 6 van 6