Hendrik van Veldeke en zijn muziek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hendrik van Veldeke en zijn muziek"

Transcriptie

1 Hendrik van Veldeke en zijn muziek

2 Inhoudsopgave Voorwoord Herman Baeten... 7 Oud en nieuw in een ewogen tijdsgewricht Jozef Janssens (Brussel)... 9 Hendrik van Veldeke en de Maaslandse kunst en architectuur van zijn tijd Elizaeth Den Hartog (Leiden) Promotie van een nieuw menseeld Jozef Janssens (Brussel) De taal van Hendrik van Veldeke Jan Goossens (Leuven) Wie wol sang er von minnen! Veldekes lyriek Frank Willaert (Antwerpen) Veldekes int-ervaaslegende Jan Goossens (Leuven) Laatste Trojaan, eerste omein Jozef Janssens (Brussel) eflecties over de hedendaagse uitvoering van middeleeuwse narratieve teksten Hendrik van Veldekens Eneide Benjamin Bagy (Parijs) In het voetspoor van Veldeke Essay over de verloren melodieën van Hendrik van Veldeke Marc Lewon (Oxford) De overlevering van het dichtwerk van Hendrik van Veldeke Jan Goossens (Leuven) Voetnoten Biliografieën

3 voorwoord Hendrik van Veldeke is de eerste met naam gekende dichter uit ons taalgeied. Georen in paleek ij Hasselt is hij ook een gouwgenoot. Bovendien wordt hij eschouwd als de eerste minnezanger en gold hij als groot tooneeld voor latere meesters als Wolfram von Eschenach, Walther von der Vogelweide en Neidhardt von euental. Veldeke is in de Manesse-codex en in het Weingartner Liederhandschrift present met dichtwerk én een geïdealiseerd portret. Als we spreken van een minnezanger spreken we uiteraard ook over muziek. Er is echter geen enkel spoor van zijn muziekproductie ewaard geleven. Dat is niet uitzonderlijk; ij de meeste minnezangers lijven de muzikale sporen eperkt tot sporadische neumennotatie ij enkele gedichten. Hoe heeft de poëzie en het proza van onze gouwgenoot geklonken? Die intrigerende vraag deed ons jaren geleden esluiten een parcours op te starten in een poging om Veldekes muziek terug tot klinken te rengen. Dat leidde in 200 tot een symposium (Leuven) met de elangrijkste specialisten ter zake. De oneantwoorde vragen werden opgelijst en leidde tot een werklijst over hoe het onderzoek zo concreet mogelijk kon geeuren. Het onderzoek werd deels mee gevolgd door de Alamire Foundation, die de taak op zich nam een reeks data te verzamelen voor het verdere onderzoek. Een elangrijk aspect innen het project was het zogenaamde lao rond de teksten en muziek van Veldeke. Er werden twaalf musici uit innen- en uitenland uitgenodigd om onder leiding van Benjamin Bagy en Marc Lewon tot een aantal hypothetische reconstructies te komen. Dat lao had plaats in Alden Biesen gedurende drie weekends in de winter Uiteindelijk resulteerde heel dit onderzoek tot de 30ste Internationale Dag van de Oude Muziek in Alden Biesen op 30 juni Het concertpuliek hoorde die dag de klinkende resultaten van de workshops, en daarenoven liefst achttien ensemles met programma s rond de figuur van Hendrik van Veldeke. Het werd een groot succes. Niemand had verwacht dat het resultaat zo divers en mooi kon zijn. De aanwezige musici en het concertpuliek waren ijzonder opgetogen en de algemene conclusie was dat dit onderzoek nu een verder gevolg moest krijgen*. Wij vonden het als impulscentrum voor muziek dan ook noodzakelijk om het afgelegde parcours te consolideren in een pulicatie rond de muziek van Hendrik van Veldeke. Daarvoor deden we een eroep op een aantal specialisten die zowel de context als het repertoire van Veldeke konden duiden. Het oek dat u in handen heeft, enadert het onderwerp dus op de eerste plaats vanuit historisch, kunsthistorisch en literair oogpunt. We zijn echter ook ijzonder verheugd met de sustantiële ijdragen van de twee coaches van de lao s. Hun ijdragen moeten een elangrijke start etekenen voor verder onderzoek naar de klinkende wereld van onze eerste minnezanger. Het is onze vurige wens dat deze pulicatie in de komende jaren zal resulteren in verder onderzoek. Vooral ook hopen we dat het musici kan inspireren om het repertoire van Veldeke opnieuw tot klinken te rengen, in zuivere reconstructies of op een creatieve wijze die, geïnspireerd op de hier voorgestelde methodologie, het literaire repertoire van onze eerste dichter uit de Neder landse taal alle eer aandoet. De pulicatie is een verzameling van negen uitgereide essays. Voetnoten en iliografieën maken het onderzoekers mogelijk om met het voorgestelde materiaal verder aan de slag te gaan. Waar nodig en mogelijk werden de essays geïllustreerd met afeeldingen en notenvooreelden. Op die manier wordt de pulicatie ook een kijkoek. ommige ijdragen zullen een reed puliek kunnen 6 7

4 Oud en nieuw in een ewogen tijdsgewricht Jozef Janssens oeien; andere zijn eerder estemd voor vakspecialisten maar ieden ook niet-kenners een mooie kijk op de diverse aspecten uit de wereld van Hendrik van Veldeke. We hopen dan ook dat deze pulicatie ruime elangstelling zal krijgen én dat ze artiesten Neerpelt, januari 2014 Herman Baeten Voorzitter Musica, Impulscentrum voor Muziek en wetenschappers zal aanmoedigen met het materiaal creatief aan de slag te gaan. Als dat lukt, heen we ons doel ereikt. Dan is het project rond Hendrik van Veldeke een geslaagde neerslag van heel wat veldwerk uit de voorije jaren over de historische uitvoeringspraktijk. * Voor uitgereide informatie en duiding verwijzen we naar 1. panningen allerwegen Hendrik van Veldeke leefde en werkte als dichter-zanger in het Duitse ijk. We zullen dan ook vooral aandacht esteden aan de situatie aldaar. Maar voor de moderne lezer is het vermoedelijk niet overodig om dit rijk ondig voor te stellen. Het was in Veldekes tijd een ijzonder uitgestrekt rijk, estaande uit een lappendeken van veelsoortige heerlijkheden (hertogdommen, graafschappen, prinsisdommen). Het estreek het hele geied innen een reusachtige rechthoek met als zijden in het westen de chelde, de Graafschap Loon omstreeks 1200 Grens huidige Limurg Tessenderlo Halen Braant Lummen Herk Maas, de aône en de hône, in het oosten de Oder en de ava, een zijrivier van de Donau, in het zuiden Midden-Italië (de pauselijke staten) en in het noorden Denemarken en de Oostzee. Keizer Hendrik VI voegde aan dit enorme geied zelfs Zuid-Italië en icilië toe. Om zich enigszins vertrouwd te maken met de middeleeuwse realiteit loont het de moeite om als gedachtenoefening de volgende steden historisch te situeren en te vergelijken met hun moderne staatkundige ligging: Marseille, Avignon, Lyon, Maastricht, Brus- t.- Truiden Brustem Kolmont Loon Tongeren Montenaken Lommel Beringen Luik Peer Maaseik Grevenroek Bilzen Bree Graafschap Hoorn Neeroeteren tokkem Leut Vucht Mechelen ekem Kessenich Kuringen Hasselt Diepeneek Alken Maastricht Oicht Limricht Urmond tein Elslo Braant [Af. 1] Verwarring is troef met etrekking tot de enaming Limurg. Het is de naam van een middeleeuws hertogdom, een modern Nederlands hertogdom (in de 19de eeuw) én een hedendaagse Belgische en Nederlandse provincie. In het kader van de Hasseltse tentoonstelling over Hendrik van Veldeke, Peren op de euken (najaar 2007) verscheen er in Het Belang van Limurg een artikelenreeks over de middeleeuwse geschiedenis van het graafschap Loon, het geied dat grotendeels overeenkomt met de huidige provincie Belgisch Limurg. Het ovenstaande kaartje werd ij die gelegenheid vervaardigd. 9

5 [Af. 1] Initiaal met de schrijvende Flavius Josephus uit de Antiquitates Judaicae en de De Bello Judaico uit de kloosteriliotheek van int-truiden. (Chantilly, Musée Condé, ms , f. 3v). Uit: Lapière, 191, af Veldeke. Wolram van Eschenach noemt in zijn Parzival van circa 1205 de vroeg gestorven Veldeke ( O wê, daz so vruo erstarp von 2. De adij van int-truiden Aangezien Hendrik van Veldeke aantoonaar kennis had van Latijn, Duits en Frans en vertrouwd was met de Franse hofcultuur, wordt verondersteld dat hij een clericale opleiding moet heen genoten in een elangrijk geestelijk centrum in de uurt: de enedictijnenadij van int-truiden, Maastricht of Luik. 9 Aangezien de familie Veldeke relaties had met de adij van int-truiden en de adij niet ver van paleek vandaan lag, is het denkaar dat Hendrik daar naar school ging. Er waren een kloosterschool, die in de 11de eeuw ook seculiere clerici toeliet, en een parochieschool, die in het derde kwart van de 12de eeuw in handen van de adij kwam. 10 Ook Veldekes latere opdrachtgevers, de graven van Loon, hadden relaties met de adij, al waren die niet altijd even vriendschappelijk. Na inlijving van het graafschap Duras in 1190 verkregen ze de ondervoogdij. 11 Het is al met al duidelijk dat de dichter al van jongs af aan ekend zal zijn geweest met wat er zich te int-truiden op artistiek geied afspeelde De kloosteriliotheek In de jaren dat Hendrik opgroeide, was Wiricus van tapel at van int-truiden, van 1155 tot zijn dood in 110. Wiricus, die voor 1155 proost en iliothecaris van het klooster was geweest, liet de kloosteriliotheek aanzienlijk uitreiden met ter plekke afgeschreven teksten en met anden die van elders kwamen. Zo n twintig manuscripten leven ewaard, waaronder enkele geïllumineerde exemplaren. 12 Een van die oeken is het tweede deel van de Bijel van int-truiden. De decoratie van dit oek is enigszins archaïserend omdat men proeerde aan te sluiten ij het reeds estaande deel, dat ouder was. 13 Een ander elangwekkend werk uit Wiricus tijd is een manuscript met de Antiquitates Judaicae en de De Bello Judaico van Flavius Josephus. Het frontispiece met de I en de N van het In principio waarmee het scheppingsverhaal egint, is prachtig verlucht. 14 Dat werd waarschijnlijk niet in int-truiden zelf gedaan, maar ergens anders in de Maasvallei. Interessant is de initiaal met de schrijvende Flavius Josephus (Af. 1), aangezien Veldekke der wise man! ), wat impliceert dat Hendrik geen hoge leeftijd ereikte. deze figuur overeenkomst vertoont met de schrijvende evangelisten uit de Maaslandse edelsmeedkunst van rond en met de figuren van de innenste twee ogen van het Maastrichtse Bergportaal van circa ijker versierd, met twaalf miniaturen, is het zogenaamde aint Trond Lectionary in New York. 15 Een tweede lectionarium uit de adij heeft naast enkele versierde initialen een volladminiatuur met de Kruisiging van Christus (Af. 2). 16 Bij deze schildering is de relatie met de Maaslandse kunst wel heel duidelijk te leggen. De in medaillons gevatte personificaties van de zon en de maan doen sterk denken aan de geëmailleerde exemplaren die in de jaren 1990 tijdens opgravingen in de adij te tavelot werden gevonden en die in het derde kwart van de 12de eeuw worden gedateerd (Af. 3a-). 17 Verder is er uit de kloosteriliotheek een handschrift ewaard dat een verhandeling over de maagdelijkheid van Maria evat, in de vorm van een dialoog, evenals verschillende werken van de kerkvader Hiëronymus. De enige afeelding in dit handschrift toont rechts Maria die ij haar zoon Christus links emiddelt voor at odulphus, een voormalige at van int-truiden en schrijver van het traktaat. At odulphus zit geknield voor Christus met zijn kromstaf in de arm en zijn handen gevouwen. 1 De spaarzamer versierde Conlationes Patrum van Cassianus werden deels door dezelfde hand verlucht. Dit oek werd afgeschreven door de monnik Arnulfus, die hoopte dat de vele letters die hij aan het perkament had toevertrouwd zijn zonden ij God zouden uitwissen. 19 Over Wiricus emoeienis met de verfraaiing van klooster en kloosterkerk geven de Gesta aatum Trudonensium veel informatie. 20 Bij zijn aantreden egon de at direct met de herouw van het ouwvalige, deels houten kloosterpand. Aan dat werk kwam noodgedwongen een eind toen de adijkerk in 1156 door een rand geteisterd werd, waarij alleen het koor gespaard leef. 21 Nadat het noodzakelijke herstel was uitgevoerd 22, werd de kerk gepleisterd en van een vloer van gepolijste stenen voorzien. Om het randgevaar tegen te gaan, kreeg het dak een voor die tijd uitzonderlijke edekking met leien. Ook kwam er een nieuw koorgestoelte en werd de inventaris van de kerk uitgereid met tapijten, gewaden, zijden kapmantels, reliekhouders, kruisen en andere zaken die nodig waren voor het vieren van de eredienst. 23 Intussen liet Wiricus tussen 1169 en 1172 een nieuw grafmonument voor. Trudo en Eleucherius oprichten, waarin hun uit goud en zilver vervaardigde schrijn werd ondergeracht. Die schrijn was eveneens hersteld en had aan de voorzijde vergulde voorstellingen van de Majestas en de twee heiligen. 24 Hierna was eindelijk het kloosterpand, waar het allemaal mee egonnen was, aan de eurt. ondom plaatste hij vervolgens zwarte en levendige zuilen; hij voegde er nu eens twee, dan vier sierlijk ijeen en plaatste er ovenop fraai geeeldhouwde kapitelen. De ruimte tussen de zuilen overspande hij met in oogvorm gekapte en gepolijste stenen. Dit hele werk voltooide hij naar wens innen het jaar, onder de ewonderende likken van iedereen. 25 In de Gesta worden Wiricus ouwprojecten uitvoerig ehandeld, wat voor de 12de eeuw hoogst uitzonderlijk is. Er zijn weinig kunstwerken uit dit tijdvak waarvan zulke uitgereide contemporaine eschrijvingen estaan. Hier is dus iets ijzonders aan de hand. Het maken van een kunstige eschrijving stond in de Oudheid ekend als ekphrasis en is afgeleid van de eschrijving van het schild van Achilles in Homerus Ilias (XVIII, ). 26 Het leren toepassen van ekphrasis ehoorde tot het klassieke retorica-onderwijs. De edoeling was een oject [Af. 2] Kruisigingsminiatuur uit het Lectionarium uit de kloosteriliotheek van int-truiden (Düsseldorf, Nordrhein-Westfälisches Hauptstaatsarchiv G XI I. M. meyers, in: Handschriften uit de adij van int Truiden, 196, p. 1). Copyright Düsseldorf, Nordrhein-Westfälisches Hauptstaatsarchiv. [Af. 3a-] Personificaties van de zon en maan op s die in de jaren 1990 werden gevonden tijdens opgravingen in de adij te tavelot (tavelot, Musée de la Principauté). Foto s Brussel Kikirpa

6 [Af. 2] Een minnend paar met verliefde paarden (Londen, British Lirary, Ms. towe 17, f. 106r). zijn roek afgestroopt en toont ostentatief zijn achterwerk (f. 223r). Met deze en dergelijke illustraties is het profane rutaal de religieuze werkelijkheid innengedrongen. Dat lijkt ook uit de voorstellingen van jachtscènes, ridderlijke gevechten en uitundig musicerende en dansende jonge mensen. En verder worden we verrast door een naakt adend koppel in de maand mei (f. 7r), geliefden die elkaar innig omhelzen (f. 29v), een man en een vrouw die onder een oom schaak spelen (f. 141r), een vrijend koppeltje in de natuur (f. 59r), of een verliefd koppeltje te paard, waarij de paarden elkaar al even verliefd aankijken (f. 106r) (Af. 1 en 2). Ook muziekinstrumenten worden overvloedig uitgeeeld: harpen voor engelenmuziek in de hemel, schalmeien, vedels, psalters, doedelzakken en azuinen voor aardse festijnen. Die curieuze mix van religieuze en wereldse afeeldingen ereikt zijn hoogtepunt op de laatste ladzijde van het getijdenoek (f. 273r) (Af. 3). Een geed tot Maria eindigt met de woorden: dulce Vergene, oiez moi. Amen (Zoete maagd, verhoor mij. Amen). 2 Daaronder vinden we een opmerkelijke voorstelling van de god der liefde, die tronend in een oom zijn pijlen naar eneden gooit; hij wordt geflankeerd door speellieden die een psalterium en een vedel hanteren; onder de oom ligt een verliefd paar in innige omarming met vogeltjes rondom en een hondje en een konijn. Eenzelfde voorstelling wordt ook aangetroffen in ivoren spiegeldekseltjes uit die tijd. 3 (Af. 4). Ook daar: verliefde jongeren, een al dan niet gevleugelde koning der liefde in een oom, een lenteachtige natuur, egeleidende muzikanten En doet de manifest aanwezige natuur niet aan de eroemde Van Veldeke-miniatuur in het al even eroemde Manesse-handschrift denken? 4 Ze dateert uit dezelfde tijd als het Maastrichts getijdenoek. Her Heinrich von Veldig, zoals de ruriek ons leert, zit als een peinzende, edroefde minnaar-dichter op een groene, met loemen ezaaide heuvel en is omgeven door driftig rondfladderende en rondhuppelende vogels: een ekster, een fazant, een ooievaar en zangvogels allerhande. Over zijn rechterschouder loopt een eekhoorntje. Dergelijke taferelen verwacht men in een wereldse liederenundel, maar zijn op zijn minst opmerkelijk in een vroom geedenoek De liefde in verschillende gedaanten, dans, muziek en jacht, een vrouwelijke opdrachtgeefster, teksten in de volkstaal voor leken Dat alles wijst op een nieuwe cultuur, die gemeenzaam onder de noemer hoofs wordt gevat. Het Maastrichtse getijdenoek is een hoofs handschrift. Het getijdenoek is een redelijk late illustratie van een reeks ontwikkelingen die zich reeds veel vroeger in het Maasland manifesteerden en waarij nieuwe waarden het daglicht zagen: elangstelling voor het hier en nu, aandacht voor de natuur, aandacht voor de vrouw en de liefde, tederheid, fijngevoeligheid en kunstzinnigheid. Die waarden worden in verand geracht met een nieuw eeld van de mens: de hoofse mens. Wat dat precies etekende en welke invloeden hier in het spel waren, proeren we in het volgende hoofdstuk te achterhalen. 2. Vrouwelijke waarden in de cultuur [Af. 4] Ivoren spiegeldekseltje met verliefde koppeltjes en de God der liefde in een oom, vermoedelijk in Parijs vervaardigd in het egin van de 14de eeuw (Parijs, Musée de Cluny, Cl. 9191). [Af. 3] Verliefd paar op de laatste ladzijde van het Maastrichts getijdenoek (Londen, British Lirary, Ms. towe 17, f. 273r) De sentimentele Latijnse literatuur Alcuinus van York (ca ) werd door Karel de Grote uitgenodigd om in zijn palts een school op te richten. Vanuit die opdracht werd hij de facto de minister van onderwijs aan het Karolingische hof. Het is innen de context van dit oek over Hendrik van Veldeke niet zonder etekenis dat Karel de Grote zijn vertrouweling tot at van de int-ervaas in Maastricht promoveerde. 5 Alcuinus stimuleerde de kennis van de antieke literatuur en kreeg innen de intieme kring rond Karel de Grote de respectvolle ijnaam Flaccus, naar de omeinse dichter Quintus Horatius Flaccus. 6 Alcuinus deed zijn ijnaam alle eer aan met een aantal geschriften waarin hij op hoogst retorische wijze de vriendschap ezingt. Men oordele zelf in het volgende gedicht voor een afwezige vriend, waar hij verzucht: We zullen dit lied eindigen terwijl de tranen al schrijvend opwellen; Maar de liefde in onze orst eindigt nooit. Ik he dit lied al wenend geschreven, mijn geliefde (karissime), En ik geloof dat de genadige Christus de stromen van tranen uit mijn ogen zal wegvegen (Carmen 55, 4:1-5) 7 De dichter klaagt edroefd over de afwezigheid van de geliefde vriend en evoceert de wisselende staat van zijn onrustig gemoed, het smachtend verlangen, de hoop en angst van de minnaar, aangestoken door het vuur der liefde (flamma amoris). Hoewel de gevoelsexplosie ij Alcuinus sensueler en passioneler klinkt dan ij vele van zijn tijdgenoten, staat hij met deze uitarstingen van 56 57

7 paleeks dialect als dichtertaal gehanteerd? Met het moderne paleeks of, wat ruimer, het Demerlands dialect van Hasselt tot chulen of, nog wat ruimer, de Westlimurgse dialecten links van de lijn Tongeren-Hamont, komen we er niet. Die dialecten heen hun structuur pas in de moderne tijd gekregen en zijn ij het onderzoek van onze vraag onruikaar. Wel is die structuur het resultaat van de overname van taalelementen uit het naije Braants en van jongere interne ontwikkelingen, waar de oostelijk aangrenzende Limurgse dialecten voor een aanzienlijk deel verschoond van zijn geleven. 1 Dat etekent dat Veldekes moedertaal dichter ij het huidige oostelijke Limurgs dan ij het paleeks moet staan, hoewel ook dat oostelijker Limurgs lang niet meer hetzelfde is als in de middeleeuwen. Dat geldt in het ijzonder voor het Maastrichts, dat we wegens de ervatiuslegende geneigd zouden kunnen 2. De liederen zijn nauwer met Veldeke te verinden. Het Maastrichts is echter duidelijk sterker verwestelijkt en door het Nederlandse staatsverand ook al duidelijk verder vernoordelijkt dan de dialecten uit zijn omgeving. Een deel van de overlevering van het dichtwerk van Veldeke, namelijk dat van de ervaas, schijnt min of meer te eantwoorden aan onze verwachting van een taalvorm uit zijn geoortestreek. Maar het grootste deel van zijn werk (de Eneide en de liederen) doet dat niet. Volgens een verouderde literatuurgeschiedschrijving die daar moeite mee had, is het immers overgeleverd in het Duits in plaats van in een Nederlands gekleurd Limurgs. Laten we dat eeld proeren te preciseren en te corrigeren. Daarij zal duidelijk worden dat de liederen en de Eneide niet op dezelfde manier te eoordelen zijn. Veldekes liederen zijn overgeleverd in drie handschriften van het einde van de 13de en het egin van de 14de eeuw. Die stammen alle drie uit het zuidwesten van het Hoogduitse, dus zuidelijke (Opperduitse) deel van het Duitse taalgeied, dat van de zogenaamde Alemannische dialecten. Het eerste handschrift (A, het kleine Heidelergse) stamt uit een niet nader te epalen plaats in de Elzas; het tweede (B, het Weingartner) komt uit Konstanz; het derde (C, het grote Heidelergse) uit Zürich. Met een moderne ril ekeken: uit drie verschillende landen dus, maar toch niet heel ver uit elkaar. Die lokalisering is aan hun taalgeruik merkaar. Ik maak dat in het geval van het Elzassische handschrift (A) duidelijk aan de hand van een eclatant vooreeld: de naam van onze dichter. Die heet in de eide andere handschriften Heinrich of Hainrich von Veldeg, Veldig of Veldegge, maar in A eenmaal Heinrich von Veltkilchen en eenmaal Heinrich von Veltkilche. De letterlijke vertaling daarvan luidt Hendrik van Veldkerke(n). Die vervormde en geherinterpreteerde naam met zijn opvallende l in plaats van een r is een typisch Alemannisch verschijnsel. De verspreiding van het type Kilche in plaats van Kirche in de middeleeuwse amtelijke schrijftaal is te vinden op kaart 114 van de Historischer südwestdeutscher prachatlas. Ze concentreert zich vooral in het zuidelijke deel van het Alemannische dialectgeied. Er estaat een vermoeden dat ons handschrift in traatsurg is ontstaan, maar de kaart evat een aanduiding dat we wat verder zuidelijk moeten zoeken. Maar natuurlijk hoeft de schrijfwijze van de naam van een dichter in een handschrift nog niet in de taal van die dichter tot stand te zijn gekomen. Kijken we naar de taal van Veldekes liederen in de drie handschriften, dan stellen we vast dat ze in alle drie een Alemannisch-Hoogduitse (= hd.) gestalte heen, maar dan toch met een opvallend kenmerk, dat het gemakkelijkst herkenaar is in B. (Dat handschrift evat overigens ook tekstkritisch gesproken de este tekst). Het kenmerk waar het om gaat wordt door de uitgevers H. Moser en H. Tervooren in de klassieke uitgave van de vroeg-middelhoogduitse lyriek, Des Minnesangs Frühling (=MF) omschreven als deutlich erkennare nicht-mittelhochdeutsche Einsprengsel in den eimen (BC), aer auch im Text selst (A). 2 In een artikel van 1971 heeft Tervooren de voornaamste kenmerken innen de verzen ( im Text selst, dus afgezien van de rijmen) in A opgesomd. 3 In 1947 waren Th. Frings en G. chie hem daarin al voorafgegaan. 4 Die kenmerken en dan gaat het ijvooreeld om het herhaalde he voor hij (Hoogduits er) en het nog talrijker dat (voor Hoogduits das) wijzen allemaal veel verder naar het noorden dan het Alemannisch, maar geen enkel is specifiek Limurgs. Maar ij nader toezien is er toch één geval waarij we exclusief in Limurg en een aansluitende smalle strook ijnland terecht komen. In het lied dat ij Moser-Tervooren het nummer XXXIV draagt (het derde in A), luidt vers 5 so wol mich des daz ich si ie gesach ( een geluk voor mij dat ik haar ooit gezien he ). Daarin is mich een datief ij wol. In het Hoogduits moet dat mir zijn. Het geruik van mich zowel in datief- als in accusatief-functie is thans een exclusiviteit van het Limurgs en van een ijnlandse driehoek Aken-emscheid-Venlo. 5 Nu is het wel vervelend dat dit lied door alle uitgevers van Des Minnesangs Frühling als onecht wordt eschouwd, d.w.z. als niet door Veldeke gedicht, hoewel het als 49ste strofe ook in handschrift C staat. Maar de argumentatie voor deze afwijzing is zwak. Volgens de MF-uitgaven van Lachmann-Haupt dragen deze en een volgende strofe nicht das Gepräge Veldekes. 6 Dat is een oordeel op grond van een niet geëxpliciteerde sujectieve indruk. Daar heeft een volgende uitgever, Fr. Vogt een zakelijk argument aan toegevoegd: chon der eim hân: undertân spricht gegen Veldeke. 7 Maar ook dat is niet erg overtuigend. Frings en chie heen erop gewezen: Limurgische Formen von hân [= heen ] sind Eindringlinge aus Köln. Ze waren in Limurg dus niet volkomen afwezig, en inderdaad is dit hân, in de vorm haan of hane, thans nog zuidoostelijk Limurgs. Ik zie alles samengenomen dus geen reden om voor dit lied het auteurschap van Veldeke te ontkennen. We heen ijgevolg ten minste één sterke aanduiding voor een meer specifiek Limurgs residu im Text selst van een lied in het kleine Heidelergse handschrift. Th. Klein puliceerde in 1973 een opsomming en espreking van de noordelijke, niet-hoogduitse elementen in de overlevering van Veldekes liederen zowel in als uiten het rijm. Het esluit van zijn grondige analyse 9 is een evestiging van de Duitse filologische traditie dat die liederen oorspronkelijk in het Limurgs zijn geschreven en door het werk van kopiisten een Hoogduits uitzicht heen gekregen. Ter afronding wil ik wel op twee dingen wijzen. Ten eerste: juist Limurgse taalvormen als ich en accusativisch mich ewijzen in dit verand niets, aangezien zij ook Hoogduits zijn. Ten tweede: het aantal niet Hoogduitse (dus Nederlands-Nederduitse) elementen in de liederen is vrij aanzienlijk, maar het aantal specifiek naar Limurg wijzende eperkt zich tot één. Van de niet-hoogduitse elementen in de rijmen van B en C espreek ik hier slechts het meest opvallende complex. Het wordt ook door Klein genoemd; in 2003 he ik het zelf explicieter esproken. Het gaat om de vierde strofe van het eerste lied, waarin de minnaar zijn spijt uitdrukt over zijn onehouwen gedrag tegenover de geliefde. Ik geef de tekst in de versie C, met normalisering van de spelling. Das üel wort sî verwâten, daz ich nie kunde verlâten dô mich etroug mîn tumer wân. Der ich was gerende ûz der mâten, ich at si in der caritâten daz si mich muez al umevân ô vil het ich niht getân, daz si ein weninc ûz strâten dur mich ze unrehte wolte stân. (Het ongelukkige woord zij vervloekt dat ik niet kon onderdrukken toen mijn dwaas waaneeld mij edroog. Haar naar wie ik ovenmate verlangde vroeg ik, vervuld van liefde, dat ze mij zou willen omhelzen. Zoveel had ik niet (voor haar) gedaan, dat zij zich wat van het rechte pad af door mij ten onrechte zou egeven.) Het rijm in deze strofe is formeel doorlopend in orde, maar dat is het resultaat van het ewaren van zeer opvallende noordelijke taalkenmerken ten koste van het Hoogduitse karakter van de tekst. Ik verduidelijk. In de rijmreeks verwâten / verlâten / mâten / caritâten / strâten is het allereerste kenmerk van een verhoogduitsing van een Nederlandse of Nederduitse tekst, namelijk de toepassing van de klankverschuivingsregel dat de t in s (z) verandert, niet doorgevoerd. Er staat immers verlâten en niet verlassen, mâten en niet massen, strâten en niet strassen. Ook het verleden deelwoord verwâten vervloekt evat een onverschoven t. Van dit werkwoord, waarvan de infinitief eveneens verwâten luidt, zijn elders wel verschoven vormen overgeleverd. 10 (Frings en chie geven Middelfrankische vooreelden van asterendes verwazen ). 11 Ook in (Hoogduitse) handschriften van de Eneide komt verwazen ( vervloeken ) voor ijvooreeld in vers 10.6 van het Thüringse handschrift G: Des muze dich got verwazen 12 maar in het Duitse zuidwesten was het in het egin van de 14de eeuw vermoedelijk uitgestorven. In de formule met 0 1

8 een leenwoord in der caritaten kon de tweevoudige t uiteraard niet tot s verhoogduitst worden. Het gaat om een uitdrukking waarvan Frings en chie met een verwijzing naar het Middelnederlandsch woordenoek constateren dat ze in het Middelnederlands reich ezeugt is. 13 In het Middelhoogduits daarentegen lijkt de overlevering nogal mager te zijn. 14 Het ziet er dus naar uit dat in onze rijmreeks de vormen verwâten en caritâten de Alemannische afschrijvers voor onoverkomelijke moeilijkheden stelden. Ze lieten ze daarom gewoon staan, met het gevolg dat ze ook de spelling van de drie andere rijmwoorden niet konden aanpassen. We kunnen ons oordeel over de taal van de liederen als volgt samenvatten. Ze zijn overgeleverd in een Hoogduitse (Alemannische) taalvorm, maar met ehoud van een vrij aanzienlijk aantal resten van hun oorspronkelijke taalvorm. Die is niet Hoogduits, maar Nederlands-Nederduits. Als we hem in dit laatste complex preciezer trachten te lokaliseren, dan denken we op grond van onze kennis van de afkomst van onze dichter aan Limurg. In één esproken taalvorm wordt dit vermoeden ook concreet evestigd. 3.1 Oud en jong in de ervatius-overlevering Dat kan verduidelijkt worden aan de hand van een vergelijking met de restanten van een veel ouder, eveneens Limurgs, handschrift. Het gaat hier om de zogenaamde ervatiusfragmenten: stukjes perkament met in totaal 47 geheel of gedeeltelijk ewaarde verzen, die in iliotheken in München en Leipzig gevonden werden. Het handschrift waaruit zij stammen, is omstreeks 1200 of weinig later geschreven, dat wil zeggen: toen Veldeke nog leefde of nog maar kort voordien overleden was. De schrijftaal van die fragmenten moet dus die van de dichter zelf zijn of er in ieder geval zeer dicht ij staan. Ik concretiseer het verschil tussen deze taal en die van het jonge handschrift aan de hand van een uittreksel. int ervaas is in de Tongerse Lievevrouwekerk pas tot isschop gewijd en houdt een preek, waarin zich het Pinksterwonder herhaalt dat ieder hem in zijn eigen taal verstaat. Links staat de tekst van een fragment, waarin helaas het einde van de episode ontreekt, rechts de corresponderende tekst van het jonge handschrift. Ontrekende stukjes in het fragment zijn door punten gemarkeerd. De verspreiding van de ervatiusverering volgens M. Zender. 3. De ervatiuslegende Veel meer Limurgs treffen we aan in de ervatiuslegende, die overigens in zijn geheel in een Limurgs gekleurde Middelnederlandse schrijftaal is overgeleverd. Maar dat is dan wel een taal van drie eeuwen later dan het origineel; het Leidse handschrift wordt gedateerd omstreeks In driehonderd jaar kan er in een taal heel veel veranderen. Dat geldt zeker voor het Limurgs, dat juist in die periode een heroriëntering heeft doorgemaakt. In Veldekes tijd keek men er naar het oosten, waar Keulen in sociocultureel opzicht de toon aangaf. Toen het Leidse handschrift werd geschreven had het westen met Vlaanderen en Braant die modelrol overgenomen. Het handschrift van omstreeks 1470 is uiteraard een afschrift van een verloren ouder handschrift. Of dit laatste nog een of meer voorgangers heeft gehad, weten we niet. Maar wat wel vaststaat, is dat Veldekes taalvorm, al of niet via een of meerdere tussenfasen, in het ewaarde jonge handschrift een aantal veranderingen heeft ondergaan. Die kunnen we als verwestelijkingen en moderniseringen Kopenhagen karakteriseren. Gdansk Dv der gude sente eruas Doen der goede sinte eruaes gew ende gegerwet was Ghewijet ende ghegherwet was Tut den g worde Totten gods woerde alse dar tu gehorde Als daer toe ghehoerde, D got siner teiken ein 645 oe dede god sijnre teyken eyn da sine gotheit ane erschein Daer sijne godheit ane erscheyn De uele manech heuet gedan. Die menghe myrakel hevet ghedoen. du he ten lechtere ginc stan Doe hi ten predickstoel ghinck stoen ente eruas der gude inte seruaes die goede it geistliken mude 650 Mit gheisteliken moede Ende he predeken solde Ende hij predicken solde wat so he spreken wolde Wat soe hij spreken wolde Dat sande heme got te munde. Dat sande hem god te monde. de negeine sprake ne kunde Die egheyne sprake en conde Mer grix eine, 655 Anders dan griexsche alleyne, ander sprake negeine Ander sprake alleyne Ne kunde he gespreken En conde hij spreken noch verstaen.. ervan Loire Fontenelle eine o mme Amsterdam otterdam Maas oer Hasselt Keulen Brussel Maastricht Aken Luik Bonn Moezel Parijs Metz traatsurg Hamurg Groningen Bremen Utrecht Geneve Arnhem Münster Dortmund Luxemurg Trier hone Eems ijn Zurich Bern Frankfurt Bodenmeer ijn Vaduz Ele Hannover Goslar Donau Berlijn Leipzig pree Oder Linz Augsurg München alzurg Lyon Venetië Milaan Weser Quedlinurg Praag Pilsen Brno Warschau Poznan Wroclaw Kraków Freistadt Wenen Graz Ljuljana Bratislava Boedapest Zagre ( Toen de goede int ervaas gewijd en (met de liturgische gewaden) ekleed was om Gods woord te verkondigen, deed God een van zijn mirakelen waar zijn Godheid uit leek en waarvan hij er vele heeft gedaan. Toen de goede int ervaas in vrome gezindheid op de kansel ging staan en wilde gaan prediken, zond God hem in zijn mond wat hij wilde zeggen. Hij die geen enkele andere taal kende dan uitsluitend Grieks een andere taal kon hij niet spreken of verstaan ). Uit een vergelijking van deze twee versies van amper zeventien verzen (op 6.230) kunnen we al veel leren. Ik noem de opvallendste verschillen. Op het geied van de spelling: die is in het jonge handschrift verwestelijkt. De oe-klank van toen, goed, gemoed, die in de fragmenten nog (zoals in het Latijn) met de letter u werd weergegeven (641, 644, 649, 650) is er vervangen door het westelijke duele spellingsteken oe. De spelling is onder westelijke invloed ook gemoderniseerd, hoewel die moderniseringen in de spelling van het Nederlands vaak achteraf weer ongedaan zijn gemaakt. Dat geldt voor de wijziging van g in gh voor palatale klinkers of tweeklanken (642, 644, 647, 64, 650, 654), voor die van ei in ey (645, 646, 654, 655), die van c of k in epaalde posities in ck (64, 651). Een opvallende wijziging die achteraf niet meer ongedaan is gemaakt, is de vervanging van een enkele letter voor lange klinkers in gesloten lettergrepen door een cominatie van twee letters: worde/woerde en gehorde/ghehoerde (643, 644), gedan/ghedoen en stan/stoen (647, 64) zie hiervoor ook verderop en grix/ griexsche (655). De spelling van deze klinkers in het fragment is maar een onderdeel van de algemene regel dat de lange klinkers er even goed als de korte met één enkele letter worden weergegeven. Op het geied van de uitspraak: het fragment kent nog het verschil tussen een korte 2 Genua 3

9 de korte klinkers in open lettergreep gerekt werden, moest dat normaal twee verschillende lange klinkers opleveren, een meer open in ijvooreeld deken (de geestelijke), gevel of regen, die een wg. e evatten, en een meer gesloten in ijvooreeld deken (eddek), vlegel of ezel, waarin de e van de eerste lettergreep een umgelautete a is. Achteraf konden de twee kort geleven e s samenvallen en hetzelfde kon met de twee lang geworden e s geeuren. Het eerste is doorgevoerd in een groot deel van het Nederlandse taalgeied, maar ook van het geied ten oosten van Limurg. Dat is echter niet geeurd in het grootste deel van Limurg, waar tot vandaag geld, helpen en vechten een andere klinker evatten dan ed, leggen en tellen. Veldeke moet dus ook het verschil gemaakt heen. Bij de twee gerekte e s waren de predisposities voor een samenval gunstiger, omdat het langeklinkersysteem meer elementen evatte dan het korteklinkersysteem en er dus minder speelruimte voor de afzonderlijke elementen was. Die geringere speelruimte lijkt ook uit de algemene samenval van de gerekte umlaut van a met de gerekte oorspronkelijk korte i van ijvooreeld zeven, negen en zeker. We zien dan ook dat in een deel van de moderne Limurgse dialecten samenval van de twee gerekte e s heeft plaatsgevonden. Het gaat hier vooral om noordelijke Limurgse dialecten, maar hun geied dringt met een spits door in het zuiden, met Maastricht als speerpunt. 22 Het product van de samenval is een lange gesloten ee, zoals in de Nederlandse standaardtaal. 23 Dat zou een aanduiding kunnen zijn voor de stelling dat de samenval vrij recent is en dat Veldeke het verschil tussen de twee gerekte e s nog kende, maar zekerheid heen we niet. Hieroven werd op de overelasting van het spellingsysteem voor de klinkers in de fragmenten gewezen: gemiddeld 5,4 functies per klinker. Dat getal is het quotiënt van de deling 27 : 5, waarin de 5 voor het aantal klinkertekens staat. Was het aantal klinkers (zonder de tweeklanken) in het Oudlimurgs dan 27? Hier is een kleine correctie nodig. De umlaut van een van ouds lange aa, zoals we die in de Limurgse dialecten in woorden als kaas, haring, schaar aantreffen, wordt in de fragmenten soms a, soms e geschreven. Elk van deze twee tekens is dus drager van die functie. Het systeem evatte ijgevolg 26 klinkers, en ovendien 6 tweeklanken, wat een totaal geeft van 32 vocaalfonemen. Dat is meer dan het duele van het moderne Nederlands, dat er 15 heeft. 3.3 De rijmen Met deze constatering is rekening te houden ij een onderzoek van Veldekes rijmmogelijkheden. 24 Hoe groter het aantal vocaalfonemen in een taal, des te kleiner het aantal woorden en woordvormen waarin elk van die vocaalfonemen gemiddeld voorkomt. Anders uitgedrukt: in een taal met een rijke vocaalinventaris is het moeilijker rijmen dan in een met een arme inventaris. Aangezien het middeleeuwse Limurgs een rijke inventaris had, stond Veldeke in rijmtechnisch opzicht dus voor een moeilijker taak dan een moderne Nederlandse dichter (in de veronderstelling dat die nog zou willen rijmen!). Hij kon het zich wel gemakkelijker maken door het met het rijm niet al te nauw te nemen, dat wil zeggen door ook rijmen te ezigen met een afwijking in de medeklinkers (assonanties) of in de klinkers (acconsonanties). Van de eerste mogelijkheid maakt hij slechts uitzonderlijk geruik. Een vooreeld leveren de verzen Gode gauen si den lof / ende entfing heren iscop, wat in het jonge handschrift veranderd is in Gode gauen sij den loff / Ende ontfinghen haren usscoff. ijmparen met klinkerverschillen zijn talrijker, ook al lijkt dat door de overelasting van de afzonderlijke klinkertekens niet zo duidelijk uit de fragmenten. Het meest opvallende vooreeld is het rijmpaar ervas / was, waarin het eerste lid zoals gezegd een oude lange aa heeft, het tweede een oude korte, kort geleven of gerekt. 25 Het paar staat eenmaal in het afgedrukte fragment (het jonge handschrift spelt de twee a s wel verschillend), maar komt in het gedicht als geheel niet minder dan 131 maal voor. Dat Veldeke in zijn episch werk doorlopend zuivere rijmen geruikte, is dus onjuist, tenminste als we de klank van de rijmen uitsluitend etrekken op zijn moedertaal, het Limurgs dialect. Maar was zijn moedertaal wel zonder meer zijn dichtertaal? Zijn ervaas moest ij de voordracht verstaan worden door pelgrims uit een geied dat zich lang niet tot Limurg eperkte. In het westen ehoorde heel het Braants met het zuidelijke ivierengeied ertoe en in het oosten het hele noordelijke ijnland tot en met de Moezel. Op een kaart van M. Zender uit 1973 (hier verkleind overgenomen op p. 2) vinden we de 4. De Eneide De Eneide is overgeleverd in zeven min of meer volledige handschriften en in fragmenten van nog eens zeven andere handschriften. Hun ontstaanstijd strekt zich uit van het egin van de 13de tot in de tweede helft van de 15de eeuw; hun geografische spreiding omvat een groot deel van het Hoogduitse geied, van Thüringen tot Beieren/Oostenrijk in het zuidoosten en de Elzas in het zuidwesten. Handschriften uit Limurg of het aangrenzende deel van het ijnland ontreken. De taal van deze overlevering in zijn geheel is Hoogduits, met telkens regionale kenmerken van de ontstaansgeieden der afzonderlijke handschriften. Het lijkt er dus op dat Veldeke zijn ridderepos in een andere taal geschreven heeft dan zijn liederen en zijn ervaas, namelijk in een regionale Hoogduitse literaire taal, die door het werk van kopiisten telkens opnieuw aanpassingen aan de streek van hun handschriften onderging. Maar het is veel raadselachtiger en ingewikkelder dan dat. In een epiloog, die meestal niet aan onze dichter zelf wordt toegeschreven, wordt de fantastische geschiedenis van Veldekes autograaf verteld. Op de ruiloft van de gravin van Kleef met landgraaf Herman van Thüringen raakte de dichter zijn ûchelîn door een diefstal kwijt. Het was toen voor ongeveer vier vijfde voltooid (unz daz der hêre Ênêas / frowen Lavînen rief gelas, tot waar heer Eneas de rief van dame Lavinia las ). In Thüringen werd daarop daz mâre dô gescrien / anders dan oz im was lien, het verhaal anders geschreven dan wanneer het in zijn ezit was geleven. Pas daarna wordt gezegd dat de dichter negen jaar na de diefstal naar Thüringen kwam en daar in opdracht van paltsgraaf Herman het werk voltooide. In het tweede citaat stellen de woorden gescrien en anders ons voor raadsels. Is er iemand anders ij te pas gekomen die in die negen jaar de tekst herschreven heeft, en zo ja, deed die dat dan in een andere taalvorm dan de oorspronkelijke, die in Kleef aan de Nederrijn nog goed egrepen werd? Of wordt met de passage Veldeke zelf edoeld, van wie pas daarna gezegd wordt dat hij na negen jaar verspreiding van de plaatsen waar een ervatiusverering is geattesteerd. Die omvat op zijn minst de genoemde geieden, maar het is lang niet uitgesloten dat er nog van veel verder pelgrimstochten naar Maastricht werden ondernomen. Of en hoe Veldeke het proleem heeft opgelost om door al die mensen verstaan te worden, is in samenhang met de eoordeling van de taal van de Eneide te eoordelen. naar Thüringen kwam? Als dat het geval is, heeft hij dan zelf de tekst in een nieuwe taalvorm gegoten? In ieder geval is duidelijk dat hij het werk in Thüringen voltooid heeft. En voor de rest kunnen we alleen maar oordelen op grond van de handschriftelijke overlevering, die een kleine generatie na de voltooiing van het werk inzet, echter niet in Thüringen, maar wel in het zuidoostelijke Beieren en het Alemannische zuidwesten. We kunnen het proleem als volgt samenvatten. Enerzijds is de taal van de Eneide-overlevering een naar de handschriften gedifferentieerd Hoogduits (Middel- en Opperduits). Anderzijds stamde de dichter uit Limurg en heeft hij de eerste vier vijfde van het werk vermoedelijk in of in de uurt van die streek gedicht. Dat deel is door iemand anders of door hemzelf in Thüringen herschreven. Was het iemand anders, dan kunnen we vermoeden dat dit geeurde in de Middelduits-Thüringse taalvorm die het vertrekpunt vormt van de tekstoverlevering. Was het Veldeke zelf, dan stelt zich de vraag of hij dat nog in het Limurgs ofwel in een intussen aangeleerd Thürings heeft gedaan. In het minder waarschijnlijke eerste geval is de asis van de overlevering een Thürings afschrift van de tweede Veldeke-versie geweest. Het laatste vijfde van het werk heeft de dichter zelf in Thüringen geschreven. Het lijkt waarschijnlijker dat dit in een Thüringse dan in een Limurgse taalvorm is geeurd. In ieder geval is er aanleiding om de taal van de eerste vier vijfde van het werk met die van het laatste vijfde te vergelijken. De toestand is dus wezenlijk ingewikkelder dan ij de liederen. Daar komt nog ij dat het te onderzoeken tekstcorpus zeer veel groter is: de verzen van de uitgaven zijn door de in de afzonderlijke handschriften en fragmenten overgeleverde tekstmassa met iets minder dan zeven te vermenigvuldigen. Ter vergelijking: ij de drie handschriften met de liederen komen we tot ongeveer één honderdste van die tekstomvang. 6 7

10 was gezegd. Wel integendeel. Een goed minnezanger moest er lijk van geven dat hij de conventies van het genre tot in de puntjes eheerste. Dat toonde hij door de vertrouwde thema s, de ekende woordenschat, de traditionele liedvormen te hanteren, maar wel op een andere wijze dan zijn voorgangers al hadden gedaan. Wat een goede minnezanger ij zijn puliek moest ereiken, was dus tegelijk herkenning en verwondering. Herkenning: de toehoorders stelden vast dat de zanger de wetten van het minnelied tot in de puntjes eheerste. Maar ook verwondering: de zanger moest de clichés op zo n creatieve wijze hanteren dat zijn meesterschap duidelijk werd 4. Dat Veldeke de conventies eheerste, staat uiten kijf. Maar hij speelde er ook mee. Terwijl de natuureschrijving in de hoofse minneliederen van trouvères en trouadours na een paar verzen altijd overgaat in de evocatie van de hoopvolle of juist hopeloze liefde die een mannelijke ik koestert ten aanzien van een volmaakte, maar onereikare vrouwe, is dat ij Veldeke niet noodzakelijk het geval. In zijn derde lied ijvooreeld is het pas in het midden van de tweede strofe dat het natuurtafereel verschijnt (dat dan natuurlijk geen Natur-eingang meer is). In Lied XIV neemt het natuurtafereel met een virtuoze eschrijving van het liefdeleven van de vogels niet minder dan twee van de drie strofen in eslag. Dergelijke uitvoerige eschrijving vinden we ook in de tweede strofe van Lied IV: ît diu sunne ir liehten schîn gegen der kelte hât geneiget und diu kleinen vogellîn ir sanges sint gesweiget, Trûrec ist das herze mîn. ich waene, ez wil winter sîn, der uns sîne kraft erzeiget an den luomen, die man siht in liehter varwe erlîchen garwe; (Lied IV, 2, vv. 1-10; MF 59, 11) (inds de zon haar heldere stralen voor de koude heeft doen wijken en de kleine vogeltjes hun zang heen doen verstommen, is mijn hart treurig. Ik vrees dat de winter op komst is, die ons zijn macht demonstreert aan de hand van de loemen, waarvan men de heldere kleur helemaal ziet verleken.) Nu komt het minneleed, denkt de ervaren toehoorder na deze omstandige inleiding. Maar zijn verwachtingen worden niet ingelost: trouvères zich meer dan eens juist inspannen om hun toehoorders duidelijk te maken dat niet de natuur, maar enkel de minne heerst over hun gemoed 5. Nooit schonk ik aandacht aan seizoen of maand, noch aan een loem die ontluikt of zich verergt, noch aan het gras dat naast de ron ontspruit, zingt Bernart de Ventadorn. Maar wanneer mij door de liefde grote lijdschap overkwam, vond ik dat zo n mooi egin, dat ik geloof dat dat ogenlik dan het este is 6. En de trouvère Gace Brulé ezweert ons dat weiden noch oomgaarden, tuinen noch ossen hem aan het zingen rengen, maar enkel het evel van zijn vrouwe: N en puis avoir plus avenant raison ( Ik kan er geen etere reden voor heen ) 7. In een ander lied trekt hij fel van leer tegen de valse minnaars, die enkel in de lente over de liefde zingen: Pour verdure ne pour pree Ne pour fueille ne pour flour Nule chançons ne m agree, e ne muet de fine amour. Maiz li faignant proieour Dont ja dame n iert amee Ne chantent fors qu en paschour; Lors se plaignent sanz dolour. (osenerg Danon eds. 195, lied 4, vv. 1-) dâ von mir eschiht leit und anders niht. (Lied IV, 2, vv ; MF 59, 21) (Daardoor valt mij leed te eurt, en niets anders.) (Om groen noch om weide noch om lad noch om loem ehaagt een lied mij, als het niet ontspruit uit zuivere liefde. Maar de huichelachtige aanidders, die nooit een vrouwe heen emind, zingen alleen maar in de paastijd. Dan klagen ze zonder leed.) Het lied is uit, en het is geen minnelied. Het jaargetijde, niet de liefde, is de oorzaak van de neerslachtigheid van de minnaar. Veldekes eigenzinnige positie als dichter van natuurtafereeltjes wordt nog duidelijker als we in overweging nemen dat trouadours en Zulke verzen lijken ij Veldeke ondenkaar. Vreugde of verdriet, hij vindt ze evengoed in de natuur als in de liefde. De loden ernst waarmee zijn omaanse en Duitse tijdgenoten zo vaak (niet altijd!) de liefde ezingen, lijkt aan hem niet esteed. [Af. 1] Herr Heinrich von Veldeke (Codex Manesse, c ). (Heidelerg Universitätsiliothek, Cod. Pal. Germ. 4 fol. 30 r ). 2. Veldekes demasqué van de hoofse liefde Uitgesponnen natuurtaferelen kwamen ook in de toenmalige Latijnse liefdespoëzie voor, en het is niet onmogelijk dat Veldeke toch de enige clericus onder de vroege Duitse minnezangers daar de mosterd heeft gehaald. Maar ik vermoed dat Veldekes enthousiasme voor de natuur niet losgemaakt kan worden van het scepticisme waarmee hij elders in zijn poëzie het nogal etherische ideaal van de hoofse minne ejegent. Neem ijvooreeld zijn vierde lied: Tristran muose sunder sînen danc staete sîn der küniginne, wan in daz poisûn dar zuo twanc mêre danne diu kraft der minne. Des sol mir diu guote danc wizzen, daz ich sölhen tranc 96 97

11 vrouw. Kortom, heel wat kenmerken die we ij Veldeke gevonden heen, treffen we ook in dit repertoire aan. En zo is Veldekes lyriek, ondanks haar grote uitstraling, toch ook een typisch product van de regio tussen chelde en ijn. Lang geleden al eschreven de grote Veldekespecialisten Theodor Frings en Gariele chie de lyriek van onze Maaslandse zanger als Aufstieg aus volkstümlicher Kleinkunst 37. Beide geleerden wilden met deze karakterisering erop wijzen dat Veldeke zich ontwikkeld zou heen van een eenvoudige, lokale naar een meer prestigieuze omaanse poëtica. In deze zin zou ik hun uitspraak niet willen onderschrijven: hoe zouden we trouwens Veldekes liederen in een chronologische orde kunnen rangschikken? Maar als we hun uitspraak zo egrijpen dat Veldekes hoofse minnelied voor een deel de sporen draagt van een regionale, door het danslied gedomineerde lyrische traditie, dan zou ik dat eslist niet willen tegenspreken. Een songfestival in int-truiden Jozef Janssens Wie wol sang er von minnen! Veldekes lyriek As a minnesinger, Hendrik van Veldeke had a perfect command of the conventions of courtly love poetry, which he deployed in a superior literary game characterized y humour and irony. He knew how to elude the expectations of his audience, seeing off the virtuous idealism and haughty rhetoric of the other minnesingers, French and German alike. In most of his songs, he demonstrated his scepticism towards the sincerity of their love declarations, which he elieved often concealed far more prosaic aspirations. In contrast to the lachrymose tone which dominated most of their songs, he considered joy to e the supreme virtue and the mandatory requirement for anyone moving in courtly circles. Taking into account the refinement of Veldeke s poetry, it seems highly improale that his songs were meant for a mainly provincial, even ackward audience (in Limurg) that had yet to e introduced to courtly love poetry, as has sometimes een argued in the past. Most likely they were performed at the most prominent courts of his time. Taking into consideration the moility and constantly changing composition of medieval courts, the question of where precisely Veldeke composed and sang his songs, seems a it trifling. Most of the poets elonging to the first generation of the German Minnesang must have known one another, which explains the success of that new literary mode as well as the numerous allusions ack and forth that may e found in their poetry. As to the performance of these sutle songs, one should assume that this occurred not so much at crowded and noisy courtly festivals, such as the famous celeration which Frederick Bararossa organized in Mayence in 114, ut in the intimacy of much smaller gatherings. Two explanations which are not mutually exclusive may e given for Veldeke s somewhat peculiar position in the history of early Minnesang. Firstly, as he was the only cleric among the Minnesänger of his generation, one may imagine that the more sexually oriented Latin love poetry may have influenced his scepticism towards the idealism of courtly love. econdly, he was the only Minnesänger originating from the old duchy of Lotharingia, which was predominantly opposed to the grand chant courtois and much more in favour of short, often monostrophic, joyous dancing songs, which in the course of the thir teenth century would evolve into the formes fixes of the rondeau and virelai that would play such an important role in late mediaeval literary and musical history. De Oudfranse roman Guillaume de Dole dateert van het egin van de 13de eeuw, en werd wellicht voor de Luikse prins-isschop geschreven door Jean enart. Het is een schromelijk onderschatte ridderroman. Het werk kon de ernstige filologen uit de voorije eeuwen niet ekoren; het gaat over nauwelijks iets en zijn puur wereldse mentaliteit otste met het cliché van de middeleeuwen als vroom en christelijk. Bovendien heeft de roman een verwarrende vorm: een cominatie van een simpel verhaaltje met 46 ingevoegde Franse liederen, sommige met vermelding van de dichter-zanger: Gace Brulé, de Châtellain de Coucy, Jaufré udel, Bernart de Ventadorn en enaut de Beaujeu. Er wordt in het werk te pas en te onpas gezongen De laatste jaren heen we evenwel oor gekregen voor de ironische toon, voor het sutiele spel met de vertelinstantie, voor de talrijke verwijzingen naar en het creatief samenspel met andere werken, voor de moderniteit van vorm en inhoud: een verhaal over het vertellen van een verhaal, over fictie en werkelijkheid. 1 Een merkwaardige passage vormt de deelname van het hoofdpersonage aan een groot tornooi tussen Franse en Duitse ridders in int-truiden; ook de Duitse keizer is er aanwezig. De reis ernaartoe is aanleiding voor de dichter om de schoonheid te eschrijven van Maastricht (Tref sor Meuse, v. 1975). Het doet ons denken aan de eschrijving van deze stad in Veldekes Leven van int ervaas. Op de vooravond van het tornooi is er in int-truiden feest in de hererg waar Guillaume zijn intrek heeft genomen: er wordt gedanst, gegeten en gedronken. En dan egint men te zingen. De mooie Galeran van Limurg heft een liefdeslied aan; dan volgt de zoon van de graaf van Maastricht, die in deze kunst zeer edreven was. Daarna volgt tot onze niet geringe verazing een jonge man die een liefdeslied ten este geeft: Un vallez le conte de Los, Qui de chanter avoit le los, Chanta aprés celui de Tré (vv ) (Een jonge man van de graaf van Loon, die de reputatie had een goede zanger te zijn, zong na die van Maastricht). De zanger van de graaf van Loon met een goede reputatie? Dat kan toch niemand anders zijn dan Hendrik van Veldeke? Onmogelijk is het niet en het is een verleidelijke gedachte, maar het is helaas niet te ewijzen

12 ron over twee of meer verschillende plaatsen en doet ook het omgekeerde. De eerste werkwijze is een teken van een explicietere manier van vertellen, die niet ang is van herhalingen en ook analytischer is doordat zij elementen die in de ron met elkaar vervlochten zijn, uit elkaar haalt. Het tweede procedé leidt tot een duidelijker structurering van de vertelstof. Daarij worden van het verhaalverloop afleidende uitweidingen, die in weerwil van de inkortingen van de oudere teksten in de Vita nog overgeleven waren, tot een minimum herleid. amenvattend kunnen we zeggen dat Veldeke in de voorstelling en de schikking van zijn stof tamelijk vrij met zijn ron omspringt, epische verredingen en met het oog op zijn doelpuliek vereenvoudigingen doorvoert en concrete details inouwt. Zijn ente ervas is veel minder een skelet dan zijn ron: het werk heeft door de verreding in opouw en vertelwijze epische kwaliteit gekregen. 1. Maurits Gysseling (red.), m.m.v. Willy Pijnenurg, Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300), eeks II: Literaire handschriften. Deel 1, Fragmenten, Martinus Nijhoff, s-gravenhage, 190, p Jan Goossens, Die ervatiusruchstücke. Mit einer Untersuchung und Edition der Fragmente Cgm 5249/1, 1 der Bayerischen taatsiliothek München, in: Zeitschrift für deutsches Altertum und deutsche Literatur, 1991 (120), p Nagedrukt in Bijlagen van de Vereniging voor Limurgse dialect- en naamkunde, 4, Hasselt, Uitgaven en vertalingen Er estaan zes uitgaven van de volledige ervaaslegende op asis van het Leidse handschrift: 1. J.H. Bormans, Heynrijck van Veldeken. int ervatius Legende. Uitgegeven naer het handschrift uit het midden der XVde eeuw, in: Annales de la ociété historique et archéologique de Maestricht, Maastricht, 15, p Diplomatische, maar lang niet vlekkeloze uitgave, thans ijna onvindaar geworden. 2. P. Piper, Höfische Epik. Erster Teil. Die ältesten Vertreter ritterlicher Epik in Deutschland, Union Deutsche Verlagsgesellschaft, tuttgart, z.j. (ca 190) (= Deutsche National-Litteratur, 4, Erste Ateilung, 1). De ervatiuslegende evindt zich op p (Mislukte) poging tot omspelling van de tekst in het Oud-Limurgs naar het model van O. Behaghels Eneide-uitgave van G.A. Van Es, m.m.v. G.I. Lieftinck en A.F. Mirande, int ervaes Legende. In Dutschen dichtede dit Heynrijck die van Veldeke was georen. Naar het Leidse handschrift uitgegeven, N.V. tandaard-boekhandel, Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven, Tweede uitgave met een eschrijving van het handschrift door G.I. Lieftinck, Tjeenk Willink/ Noorduijn, Culemorg, Diplomatische (niet vlekkeloze) uitgave, met toevoeging in voetnoot van de fragmenten die in 199 door L. charpé waren uitgegeven. 4. Theodor Frings en Gariele chie, Die epischen Werke des Henric veldeken I. ente ervas anctus ervatius, VEB Max Niemeyer Verlag, Halle (aale), Kritische, naar het model van de tot dan toe ekende fragmenten ewerkte Oud-Limurgse uitgave. Een aantal passages die door de uitgevers aan latere kopiisten werden toegeschreven, staat uiten de editietekst, in een aanhangsel. Onder de tekst van de uitgave is die van de Vita naar de editie van A. Kempeneers afgedrukt, met weglating van de samenhangende stukken waar Veldeke geen rekening mee heeft gehouden. 5. Kim Vivian, Ludo Jongen en ichard H. Lawson, The Life of aint ervatius. A Dual-Language Edition of the Middle Dutch Legend of aint ervatius y Heinrich von Veldeke and the Anonymous Upper German Life of ervatius, The Edwin Mellen Press, Lewiston-Queenston-Lampeter, De diplomatische uitgave met Engelse vertaling van Veldekes ervatius op p Jan Goossens, ita chlusemann en Norert Voorwinden, Heinric van Veldeken. ente ervas, agenda Verlag, Münster, 200 (= Biliothek mittelniederländischer Literatur BIMILI, 3). Diplomatische uitgave met Duitse vertaling. Er estaan drie vertalingen van de ervatiuslegende in moderne talen: de hieroven onder nr. 5 en 6 genoemde Engelse en Duitse en verder de volgende Nederlandse: 7. L. Jongen en C. chotel, Hendrik van Veldeke, ervaaslegende, tichting Historische eeks Maastricht, Maastricht, Er estaat geen enkele volledige uitgave van alle ervatiusfragmenten. De twee volgende uitgaven evatten samen de volledige ekende tekst: The legend of aint ervatius is in two parts, of 3254 and 2976 verses respectively. The first part tells the story of the saint s life, and in the second we find the translatio and elevatio with the miracles after his death. Both parts are framed with introductory texts and epilogues, containing information aout the poet and his patrons. The work, which was written in the 1170s, survives in fragments of a manuscript written a few decades later and a complete manuscript dating from around Veldeke s most important source was a Latin vita, which is ased in turn on two older and more extensive sources: the Actus ancti ervatii y the northern French monk Jocundus from efore 10 and the anonymous Gesta ancti ervatii, dating from aout He proaly also consulted the Actus directly. The poet took certain details from his knowledge of the outh Limurg landscape. The ervatius legend is the story of a saint, a vita. This is a type of narrative text that greatly flourished from the Merovingian period until the eformation and was particularly popular in the medieval ishopric of Liege where texts were written aout its regional saints. Most of the texts are written in Latin prose, ut adaptations arose at the same time in local languages, composed in rhyming couplets. Veldeke can e seen as the pioneer of this The legend of aint ervatius genre. The popular worship of these regional saints was greatly encouraged y aeys and chapters of important churches where their graves were located. The same applies to aint ervatius and the Maastricht chapter. Veldeke s poetry was performed as part of the popular veneration of pilgrims. Veldeke s legend of aint ervatius was a significant literary achievement. Firstly in technical terms: it is the first German poetry in the new, more regular form (Ehrismann), that is to say in short verses with three or four arses and regular rhyming couplets. econdly, it is impressive ecause of its narrative structure: in comparison with his Latin predecessors, Veldeke has achieved a harmonious alance etween the two parts. He does so y moving the caesura etween the two parts and eliminating some elements, changing the position of others and ringing together still others that he found at different places in the vita, and also y incorporating new elements. Thirdly, his narrative style is circumstantial, with generous use of filler verses and stopgaps. Veldeke, as a pioneer of the new, slimmed-down verse epic was forced to do this y the need for rhyme. But there is more to it than that: he worked according to the model of the extensive narrative epos and used rounding out, additions and digressions to create the road epic style he wanted

13 [Af. 5] Lavinia schrijft een liefdesrief aan Eneas die door een oogschutter zal worden verstuurd. Dit is de passage waar Veldeke het werk moest stopzetten door de diefstal van het onvoltooide handschrift. (Berlijn, taatsiliothek zu Berlin - Preussischer Kulturesitz, ms. germ. f. 22, f. 71r). onder controle te krijgen. Ze esluit uiteindelijk haar gevoelens aan Eneas kenaar te maken. Ze schrijft een rief in sconem latine (v ) en ekent enigszins verhuld dat hij haar liever is dan alle mannen die ze ooit zag. Ze laat die rief op een pijl afschieten in de richting van Eneas, die de oodschap meteen doorheeft. (Af. 5) Hij rijdt tot ij het raam en zwijgend staan ze elkaar aan te staren, overrompeld door liefde. Thans is het de eurt aan Eneas om te piekeren en eten en slaap te laten; hij vreest zelfs te zwak te zullen zijn voor de afgesproken tweekamp, maar gelukkig stelt hij weldra vast dat de liefde in hem ongekende krachten vrijmaakt. Niet lang daarna wordt alles in gereedheid geracht voor het tweegevecht. De aanhangers van de twee strijders moeten zich op een afstand houden, maar dat is niet naar de zin van de Turnus-getrouwen, die zich in geval van verlies niet aan de uitslag van het duel willen houden. Een gevecht reekt los en koning Latinus vlucht van het strijdperk. Eneas wil tusseneide komen, maar wordt door een giftige pijl in de arm getroffen. Ascanius rengt hem ijlings naar het kamp, waar een arts de pijlpunt verwijdert en de wonde met een krachtig kruid geneest. Intussen verliezen velen het leven op het slagveld en dreigen de Trojanen het onderspit te delven, totdat Eneas zich opnieuw in de strijd stort. De vijand wordt verdreven naar Laurentum, de hoofdstad van Latium, en wanneer de Trojanen de voorposten in vlammen doen opgaan, wordt esloten om het gevecht te eëindigen en toch maar over te gaan tot een tweegevecht. Vanuit de urcht kijkt Lavinia doodsang toe; ze eklaagt zich dat ze haar geliefde geen teken van haar liefde heeft geschonken. Ze is vastesloten zich van de toren naar eneden te storten indien Eneas in het gevecht de dood zou vinden. Het gevecht egint. De stormloop is zo hevig dat de twee ruiters uit het zadel worden geworpen. De strijd gaat in volle hevigheid te voet verder. Turnus haalt zwaar uit, maar Eneas wordt door de aanlik van Lavinia gesterkt. Eneas ontvangt zo n zware slag op zijn helm, door Vulcanus onverwoestaar gemaakt, dat het zwaard van Turnus in tweeën reekt. Turnus vlucht weg en tracht zich nog met een geroken speerschacht te verdedigen, maar Eneas slaat hem een dij af. Turnus geeft zich gewonnen en Eneas is ereid hem genade te verlenen en hem als vazal te aanvaarden, als Turnus hem ten teken van overgave zijn handen iedt. Dan ziet Eneas aan diens vinger de gestolen ring van Pallas. Dat is voor hem te veel en hij onthoofdt de moordenaar van zijn vriend. Thans wordt vrede gesloten. Latinus is ijzonder opgetogen, maar zijn vrouw sterft van woede en wrok. Veertien dagen later worden de ruiloft en de kroning van Lavinia en Eneas met grote praal gevierd. De dichter vergelijkt het feest met het hoffeest te Mainz waar keizer Frederik zijn twee zonen tot ridder wijdde. Uit Eneas en zijn zoon Ascanius, die ook Julus wordt genoemd, wordt een machtig geslacht georen dat via omulus en emus, de stichters van ome, naar Julius Caesar en Augustus leidt. Augustus zette ome op de kaart als het onetwistare centrum van de wereld en maakte onze Verlossing mogelijk. Amen. In nomine domini (v ). 3. In dialoog met de antieke letterkunde 3.1. Eneas en de liefde Arma virumque cano, Troiae qui primus a oris/ Italiam, fato profugus, Laviniaque venit/ litora (Ik zing van oorlog, ik zing van de man die het eerst door het lot van Trojes kusten verjaagd naar Italië kwam aan het Lavinische strand ). Dit zijn ongetwijfeld de eroemdste verzen uit de omeinse Oudheid: de eerste regels van de eerste zang van de Aeneis van Vergilius (30-19 v. Chr.). 15 Menig humanioraleerling zal ze gescandeerd heen en als ewijs van zijn eruditie trots uit het hoofd heen gedeiteerd. Veel minder ekend is dat middeleeuwse clerici met de Aeneis waren grootgeracht en in staat waren niet slechts de eerste zin te citeren, maar lange passages en zelfs volledige zangen. choolauteurs, zoals Mathias van Vendôme (Ars versificatoria, 1175), schrijven voor dat de eschrijvingen en uitweidingen als klassieke modellen vanuiten moeten worden geleerd, om niet in persoonlijke fantasieën te verdwalen. Het epos van Vergilius was een ewonderde en wijd geapprecieerde inspiratieron. 16 En toch ging Veldeke niet te rade ij die literaire autoriteit ij uitstek. Hij geeft het in de epiloog zelf toe: Daz ist genuogen chuntleich, Als es da tichte Hainreich, Der auzer Welschen üchen las, Da es von Latine getichtet was Al nach der warheide. Diu uch heizent Eneide, Diu Virgilius da von schreip (vv ) (Dat is velen ekend, zoals daar Hendrik dichtte, die het in Franse oeken gelezen had, waar het uit het Latijn volledig naar de waarheid was gedicht. De oeken 17 die Vergilius daarover schreef, heten Eneide.) De passage leert ons twee dingen. De titel waarmee vaak naar Veldekes werk wordt verwezen, wordt door de dichter voorehouden voor het epos van Vergilius. Daarom spreken we eter niet van Eneide of Eneit, wat in Duitse literatuurgeschiedenissen nochtans geruikelijk is, maar van de Eneasroman. 1 Ten tweede vernemen we in de passage dat Veldeke zich op Franse oeken aseerde, die dan op hun eurt teruggingen op de Latijnse Aeneis. Als uitgangspunt voor zijn Eneasroman vertrok Veldeke inderdaad van de Anglo-Normandische oman d Eneas. Die anonieme roman van ca is typisch voor de renaissance van de antieke literatuur aan het hof van Hendrik II en Eleonora van Aquitanië. 19 (Af. 6). Die nieuwe elangstelling voor de oudheid gaf daar het ontstaan aan een nieuw genre: de antikiserende romans. De oman de Thèes, rond dezelfde tijd geschreven als de Eneas, hoogstwaarschijnlijk voor de Engelse koningin, evat een programmatische proloog. De dichter etoogt er dat men naar het vooreeld van de antieke auteurs Homerus, Plato, Vergilius en Cicero zijn wijsheid moet uitdragen om op die manier eeuwige faam te verwerven! Naast wijsheid is de dichter echter vooral geïnteresseerd in ridderlijke gevechten, vrouwelijk schoon en de liefde. De thematiek van armes/amors (wapens/liefde), dit wil zeggen ridders die zich overtreffen in de strijd uit liefde voor een jonkvrouw, maakt steile opgang. In de Aeneis was de naam Lavinia in de eerste regels een geografische aanduiding en in de rest van het epos nauwelijks meer dan een vrouwennaam; in de oman d Eneas wordt aan het onervaren meisje dat de liefde ontdekt een duizendtal verzen esteed. Hetzelfde geldt eigenlijk voor Dido, wier liefdesonrust s nachts door Vergilius in één nuchtere zin wordt gesuggereerd: de liefde ontzegt aan haar leden een rustige slaap (egin oek IV). De omein- [Af. 6] Het door de Grieken geschonken paard wordt triomfantelijk de stad Troje innengeleid, terwijl men de muren egint af te reken. Miniatuur uit een handschrift van de oman de Troie van Benoît de ainte-maure (ca. 1160), het ekendste vooreeld van een Anglo-Normandische antikiserende roman. (Vaticaanstad, Bilioteca Apostolica, reg. Lat. 1505, f. 197v)

14 hun productie vereiste een immense investering van materialen en tijd is het zeer onwaarschijnlijk dat er verscheidene oeken met het werk van Veldeke in omloop waren, louter voor het genoegen van individuele lezers. Veel overgeleven manuscripten van middeleeuwse teksten in de omgangstaal werden pas lange tijd na het overlijden van de auteur gekopieerd. Alleen de rijkste en machtigste edelen konden zich de luxe permitteren om een seculier verhaal te laten kopiëren, en het is zeer onwaarschijnlijk dat een rijk klooster kloosters waren de elangrijke centra voor manuscriptproductie zijn middelen zou spenderen aan het kopiëren van een nieuwgeschreven, niet-christelijke tekst als de Eneide. Veldekes eigen werkkopie van het verhaal (die niet is ewaard geleven) werd gestolen vóór hij het manuscript had voltooid, en hij had geen tweede kopie of een andere vorm van ackup de dichter kon pas verder schrijven aan zijn werk toen hij het gestolen manuscript negen jaar later weer in zijn ezit had. Honderden jaren voor de uitvinding en verspreiding van de drukpers was het lezen en schrijven voorehouden voor een selecte groep individuen in wereldlijke hoven, kathedralen of kloosters. Het stelt onze vereelding op de proef om te egrijpen hoe teksten als die van Veldeke konden worden overgeracht, geleerd en gesmaakt. De teksten werden uit het hoofd geleerd iets wat wij ons nog maar moeilijk kunnen voorstellen. De op het geheugen (memoria) geaseerde orale traditie was krachtig en evident onder middeleeuwse studenten, clerici, intellectuelen, dichters en performers van elk pluimage 1. Wij kunnen ons vandaag de diepte van die traditie niet meer voorstellen, net zo min als de middeleeuwse geleerden in staat zouden zijn om onze ogenschijnlijk ongelimiteerde opslag van elektronische data te egrijpen, de uiterst snelle zoekfuncties en ultrasnelle communicatiemiddelen. Maar geheugen en manuscripten leefden ook in de 12de eeuw zij aan zij, in een synergie die het mogelijk maakte dat een verhaal als de Eneide oraal werd overgeleverd en verspreid, met een zeldzaam manuscript als referentiepunt. Aangezien die traditie overwegend oraal was, moeten we aannemen dat de geschreven verhalen op hun eurt een stem kregen (door reciteren of zingen, of een mengvorm van de twee) en gehoord werden door actieve luisteraars. Dat impliceert dus het geruik van de menselijke stem als instrumentum van zowel inhoud als emotie. Maar wat was, innen dit zeer eenvoudige concept van vocale transmissie, de precieze aard van die transmissie? Onze antwoorden op die vragen zullen de eslissingen onderouwen die we nemen ij pogingen om de modus van een verloren orale traditie te reconstrueren. 3. Veldekes voorlopers: Germaanse epiek vóór de 12de eeuw Hoewel algemeen wordt aangenomen vooral op asis van eschrijvingen van uitvoeringen dat vroegmiddeleeuwse epiek het domein was van gilden of rondtrekkende entertainers (die we verder verhalenzangers zullen noemen) 2, zijn er geen muzikale ronnen van epische gedichten uit de vroege middeleeuwen ekend 3. We heen ook geen redenen om te veronderstellen dat zulke ronnen zouden zijn geschreven, vermits het muzikale milieu waarin de teksten oorspronkelijk werden overgeracht, gezongen en geacteerd, er een was van zuiver orale traditie. Zangers gaven, generatie op generatie, repertoires en technieken aan elkaar door, zonder het ostakel van dure geschreven ronnen. Het geruik van muzikale notatie was zoals quasi zonder uitzondering geldt voor het middeleeuwse lied - veronden met de wereld van het scriptorium en de klerikale of aristocratische verzamelaar, niet met de wereld van de uitvoerende muzikant (overigens zal een christelijke kopiist nauwelijks aandacht heen gehad voor liederen met een profaan thema, toch niet zo lang zijn at stond toe te kijken). De vroegste overgeleven werken uitsluitend als tekst overgeleverd omvatten de Beowolf-epiek in het Oud-Engels, het Hilderandslied in het Oud-Hoogduits en de teksten van de Poëtische Edda in het Oud-Ijslands. Hoewel Veldeke niet langer ehoorde tot de oudere generatie ongeletterde zangersgilden hij werkte in de hofmaatschappij van de late 12de eeuw stond in zijn tijd het orale karakter van de uitvoeringspraktijk nog stevig overeind. Veldeke schreef zijn tekst neer in een manuscript maar toch kunnen we er zeker van zijn dat dit document geen muzikale notatie evatte, noch instructies over de wijze waarop zijn verhaal kon worden overgeracht: in stilte gelezen of hardop gezongen, als cantilene tussen spreken en zingen, of op een andere manier hooraar gemaakt voor luisteraars. 4. Te rade ij de middeleeuwse ronnen zelf Er is al veel geschreven over de uitvoering van vroege middeleeuwse epiek, in het ijzonder over de Duitse, Oud-Engelse en Oud-Ijslandse epiek en het Franse chanson de geste. Het concrete ewaarde muzikale materiaal is echter zo eperkt dat het in de laatste dertig jaar slechts een handvol uitvoerders heeft kunnen inspireren tot reconstructiepogingen. De weinige overgeleven melodieën waarvan men veronderstelt dat ze veronden waren met narratieve teksten, zijn niet ewaard geleven samen met die teksten; zij verschijnen in andere contexten, gewoonlijk in latere ronnen, en refereren slechts vaag aan vroegere orale tradities. 4 Indien we vandaag een middeleeuwse epiekvoorstelling zouden horen, dan zouden we de uitvoeringsstijl waarschijnlijk situeren in het domein van de ethnomusicologie, eerder dan in dat van de historische musicologie. De overgeleven muzikale documenten komen nochtans uit de wereld van het klerikale of seculiere scriptorium, en maken geruik van de eschikare notatiesymolen (meestal de zogenaamde vierkante notatie) van de 13de en 14de eeuw. Die symolen waren verre van toereikend om de vele variaelen en sutiliteiten van een narratieve uitvoering te representeren. We kunnen onmogelijk achterhalen wat de motieven waren achter deze notaties, en of de schrijver zich zelfs maar ewust was van hun relatie met een uitvoeringstraditie. Wat zijn deze overgeleven muzikale documenten, en hoe zouden ze in verand kunnen staan met de uitvoering van een narratief verhaal als Veldekes Eneide? We ezitten één wijdefaamde melodie uit de late 13de eeuw, edoeld als een oscene parodie op een chanson de geste; ze werd gezongen door een van de karakters in Adam de Adam Halles de muziekdrama la Halle: oin oin et Marion et Marion (ca. (ca. 122) 122). source: (Af. Paris BN 1) fr X X X X X X X X X X X Au-di-ger, dist aim-er-ge, ou-se vous di. (Audiger, says aimerge, I say shit to you) Indien deze korte melodie inderdaad was geaseerd op een of ander vocaal model voor een 13de-eeuws chanson de geste, dan kunnen we tenminste vaststellen dat de melodie syllaisch is en geschreven in een zeer conservatieve modaliteit. Dit type melodie wordt geassocieerd met de onepaalde structuur van de laisse-strofe. Daar zijn andere vooreelden uit de 12de en 13de eeuw van ekend, meest in het ijzonder een melodie uit het anonieme chantefale Aucassin et Nicolette. 5 Deze melodieën zijn slechts indirect veronden met de epische of vertellende versvorm, maar ze zouden ons een referentiekader kunnen aanreiken voor het werkingsproces. Op gelijkaardige wijze zoals John tevens heeft aangetoond was de lyrische lai met zijn stucturele en muzikale wortels in de sequentia duidelijk geassocieerd met het verhalen vertellen6. Er zijn 12de- en 13de-eeuwse lais ekend die ijelse verhalen vertellen: Noach en de zondvloed, amson en Delilah, het Oude en het Nieuwe Testament, en natuurlijk Aelards eroemde Planctus David over de dood van aul en Jonathan. De lyrische lais, die ook overgeleven zijn in het Oud-Frans, het Oud-Occitaans en het Middel-Hoogduits (de taal van Veldeke), zijn ijzonder in hun geruik van eenvoudige muzikale middelen om complexe tekststructuren te ondersteunen. De melodieën zijn namelijk hoofdzakelijk syllaisch, vaak geschreven in modi geaseerd op re of sol, en ze comineren duidelijk gedefinieerde modale ewegingen. Door het geruik van herhaling en muzikale patronen wordt de illusie gecreëerd van complexiteit, variatie en narratieve energie. In zijn verhandeling De Musica vermeldt Johannes de Grocheio (ca. 1300) een gezongen episch gedicht genaamd Cantus gestualis (chanson de geste), dat het genre indirect in de arena van gezongen heiligenlevens rengt: 1 [Af. 1] Adam de Halles: oin et Marion (ca. 122)

15 6. De hedendaagse uitvoerder aan het werk: een perspectief vanuit de praktijk Welke vocale en muzikale middelen kunnen we hanteren voor de hervertelling van de Eneide, op zo een manier dat het ingewikkelde verhaal zich op een natuurlijke wijze kan ontvouwen over een lange tijdsperiode? Ik he vele jaren gewerkt aan een mogelijke oplossing van dit proleem, in een waaier van gelijkaardige repertoires. Dat heeft me ervan overtuigd dat er inderdaad een oplossing mogelijk is een uitvoering die Veldekes tekst respecteert, die rekening houdt met de eisen van het verhaal, maar evengoed met het puliek, met het vocale engagement van de uitvoerder, en met een plausiel idee van 13de-eeuwse modus, melodische eweging en structuur. De zoektocht naar uitvoeringsoplossingen vindt plaats in de niet-tastare, vloeiende omgeving van uitvoerders aan het werk, een omgeving die moeilijk op papier is te reproduceren. Het is eenvoudig om het idee achter een epaalde uitvoering te vatten als je het het gehoord. Een korte demonstratie van een gesproken of gezongen tekst, een modale eweging gespeeld op een instrument, of het visuele onderzoek van het instrument zelf etekenen alleen iets in de context van die uitvoering, en kan nauwelijks omvat worden door woorden. In dezelfde geest zal ik met de hierop volgende notities vanop de werkvloer enige achtergrond proeren te geven ij mijn werk met narratieve teksten. Uiteraard ontreekt hier het cruciale element van klank: de hoorare en visuele aanwezigheid van uitvoerder en instrument in live uitvoeringen. Op die wijze moeten we deze virtuele workshop etreden, die estaat uit gedrukte woorden en notaties, en waar de luisteraars (en potentiële luisteraars) hopelijk kunnen egrijpen wat de praktische kwesties zijn waarmee een hedendaagse verhalenzanger wordt geconfronteerd. In die omgeving zullen we enkele van de factoren onderzoeken die leiden tot één mogelijke reconstructie van middeleeuwse narratieve poëzie in uitvoering. essentie terugvinden die aan de grondslag lag van het fossiel? Als vooreeld zal ik één ron van middeleeuwse Germaanse melodieën onderzoeken, en demonstreren hoe ze kan worden toegepast op de uitvoering van een epaalde scène van de Eneide. De ron is het Germaanse liedoek dat ekend staat als het Jenaer Liederhandschrift (sigl. J) 13. Ik he dit oek gekozen, omdat het de omvangrijkste ewaarde verzameling is van middeleeuwse Germaanse teksten voorzien van melodieën. Het evat een repertoire van 13de-eeuwse pruchgesang uit de periode die volgt op Veldekes dood. ommige van de melodieën in dit manuscript zouden zelfs een vroegere herkomst kunnen heen. In dat opzicht geeft J ons een rijke ron aan melodische materialen, modale ewegingen en liedstructuren, daterend uit de hele 13de eeuw tot de periode van de productie van het manuscript, rond Het hier gekozen lied, Golt von Arâie ist guot ( Araisch goud is goed ), is van de hand van een weinig ekende 13de-eeuwse pruchdichter die zichzelf Fegfeuer (Vagevuur) noemde. De dichter maakt luchtige opmerkingen over de oneduidende sociale status en materiële onzekerheid van varnden (reizende dichters/ zangers), die afhingen van de vrijgevigheid van hun roodheren. Met andere woorden, het lied komt direct uit het milieu van dichters en zangers die hun kost verdienden met het vertellen van verhalen. In het J manuscript verschijnt het als volgt: (Af. 3) De tekst van de eerste strofe, die op muziek is gezet, gaat als volgt: Golt von Arâye ist guot, daz dar ouch neman strâfen! weilch hêrre tugent unde werdicheit 7. Een repertoire van modale ewegingen Mijn eerste idee was om op zoek te gaan naar de essentiële elementen in ewaard geleven middeleeuwse melodieën, en te trachten ze te egrijpen als het resultaat van een traditie waarin retorisch egaafde zangers verhalen vertelden een traditie die, door zijn orale context, veel flexieler en meer aanpasaar moet zijn geweest dan alles wat we geschreven vinden in de latere manuscripten. Wat zijn de meest elementaire deeltjes, de ouwstenen of modale ewegingen waarmee melodieën, deuntjes, Weisen kunnen worden opgeouwd? Zou het niet mogelijk zijn om, vertrekkend van estaande middeleeuwse melodieën in manuscripten, een soort van modaal DNA te extraheren, dat zou kunnen worden geruikt om de zanger een meer vloeiende toegang te geven tot de tekst van het vertelde verhaal? Zouden we, door middel van variatie en herhaling innen een klein repertoire van modale ewegingen, deze ewegingen niet aan de tekst zelf kunnen koppelen, geruikmakend van alle mogelijkheden die de stem ons iedt? Ik en ervan overtuigd dat dit een potentieel werkproces is voor de hedendaagse zanger die verloren gegane orale tradities wil reconstrueren. De verkregen uitkomst is soepel en flexiel, aanpasaar aan de tekst en toch muzikaal samenhangend. Het zou de zanger de vrijheid geven om de tekst vorm te geven van de ene uitvoering naar de andere, terwijl tegelijkertijd een hoogst gestructureerde modale integriteit lijft ehouden. Ik kan me zelfs voorstellen dat sommige van de verzen, indien zorgvuldig ontwikkeld, uiteindelijk onmiskenaar zouden gaan klinken als de ewaarde melodieën die we kennen uit de manuscripten. Mogelijk was het juist zo n melodische constellatie die een of andere scrient ertoe aanzette om een melodie te noteren, in een tijdperk (de 14de eeuw) waarin die orale traditie al aan het vervagen was. Het was niet méér dan de kristallisatie van een stervende traditie, zoals het fossiel van een levend organisme dat lang geleden zijn kracht tot ewegen heeft verloren. Misschien kunnen we, in plaats van ons te focussen op het fossiele overlijfsel, opnieuw die levende, organische [Af. 3] Jenaer Liederhandschrift (facsimile, J manuscript, f. 35r-35v)

16 1 Golt von Arâye ist guot (Fegfeuer) X X X X X X X X X X X X X X X Golt von A- râ-ye ist guot, daz dar ouch neman strâ- fen! Jenaer Liederhandschrift, fol. 35r 2 X X X X X X X X X X X X X X X X welich hêrre tugent unde werdicheit von kynde hât vuorslâfen, 3 X X X X X X X X X X X X X XX X kant ich in y namen, ich wolte in schelten daz iz klünge! X X X X X X X X X X X X X X X X welich hêrre syn ougen nyder slêt, als ich yn schone gruoze, X X X X X X X X X X X X X X X ich wene, syn vuortzaltez guot myr selten kummer uoze, X X X X X X X X X X X X X XX X und sîn lo hynderwere tzuo mezzen ich vil gerne sunge. [Af. 3] Jenaer Liederhandschrift (facsimile, J manuscript, f. 35r-35v) 7 X X XX X X X X X X X X X X X X X ât und êre ie was vil guot unde dar tzuo ge- neme, X X X X X X X X X X X X X X X X X [Af. 4] Golt von Arâie ist guot in transcriptie. a- er swer guot mit schanden spart, des lo ist wider tze- me. Basic modal gestures: Golt von Arâye ist guot 1 von kynde hât vuorslâfen, kant ich in y namen, ich wolte in schelten daz iz klünge! weilch hêrre syn ougen nyder slêt, als ich yn schone gruoze, ich wene, syn vuortzaltez guot myr selten kummer uoze, und sîn lo hynderwere tzuo mezzen ich vil gerne sunge. ât und êre ie was vil guot unde dar tzuo geneme, aer swer guot mit schanden spart, des lo ist wider tzeme. Hier is het lied in een neutrale moderne transcriptie: (Af. 4) Het is mogelijk om uit dit lied een eperkt aantal melodische ewegingen te extraheren die essentieel zijn voor de identiteit en modaliteit van deze angspruch. Een dergelijke groep van ewegingen zou er als volgt kunnen uitzien: (Af. 5) Toegegeven, dit is een groep van ewegingen geaseerd op mijn eigen intuïtie van hoe dit lied is geconstrueerd. Een andere zanger of wetenschapper zou licht afwijkende keuzes kunnen maken, maar al ij al zou er weinig verschil zijn in de essentiële kenmerken van de ewegingen. Zo is er de vaststelling dat de componist een zeer traditionele modus heeft geruikt geaseerd op re. In een ideale uitvoeringscontext zou de hedendaagse uitvoerder zich deze vocale ewegingen eigen maken, en in staat zijn om ze uit het hoofd te kennen in elke volgorde, geplaatst ij eender welke tekst, al dan niet met herhalingen of ongewone cominaties, om aldus een oneindige serie van langere of kortere melodieën te kunnen creëren. Het verkregen muzikale materiaal respec- 7 descending: dalend: X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X same or ascending: dalend of stijgend: X X X X X X X X X X X X X X X X X teert de essentiële modale identiteit van de geschreven ron, wordt flexiel gehanteerd en is toepasaar op andere teksten. Net zoals melodieën (Weisen of Töne) in de pruchdichting-traditie lijkaar kunnen dienen voor het zingen van diverse, ongerelateerde teksten, heen we hier te maken met een verdere deconstructie van een Ton tot kleinere ewegingscomponenten, opdat ze vrijelijk en op soepele wijze opnieuw geassemleerd kunnen worden om een verhaal te vertellen. De Ton ehoudt zijn integriteit als microstructuur en als modale eenheid. Laten we terugkeren naar een uittreksel uit de Eneide om het materiaal concreet toe te passen. Ik he hier de eroemde scène gekozen waarin de treurende Dido, in de steek gelaten door Eneas, plannen maakt om zich van het leven te eroven. Wat volgt is een deel van de scène zoals ze in het Berlijnse manuscript staat, niet geschreven in de versvorm van een [Af. 5] Golt von Arâie ist guot

17 Approaching Veldeke In recent years the minnesongs of Heinrich van Veldeke have received increasing attention locally and internationally as the works of a Flemish-orn poet who, coming from a language order with French-speaking areas, played a significant role in transferring omance literary and musical culture to German-speaking areas and instigating the era of German courtly love song. However, when approaching minnesang as a performative art one encounters the common prolem that little of the actual music has survived. Veldeke s songs share this fate and thus are missing a significant portion of their rhetorical context, which as an unwritten form of art originally relied on performance alone. ince it has een shown in the past decades that a numer of Veldeke s songs had een modelled on French and Occitan songs, it is only natural to assume that the associated melodies can also e transferred, thus implicitly providing music for a portion of Veldeke s poetic oeuvre. Yet a closer investigation of the inner relationships etween the original omanic texts and their melodies reveals that the structure of the texts always influences the shape of the melodies, resulting in a close ond which mainly depends on the characteristics of the particular language and its underlying metrical principles. In short: omanic melodies fit omanic poems, ut not necessarily their German counterparts. Thus it is not surprising that the practice of one-toone adaption of omanic melodies to their assumed German contrafactures results in unsatisfactory performance editions. A case study exemplifies these findings and shows that the idea of transferring French or Occitan melodies to German contrafactures can e successful when the melodies are sensily altered to fit their new linguistic and metric cloak. Once a technique has een developed to shape melodies to certain textual circumstances in a stylistically meaningful way, new paths to recruit historical melodies for texts with no tune can e opened up. The example of Oswald von Wolkenstein s contrafactures demonstrates that the adoption of a melody for a new text does not necessarily have to result in a comparale metrical structure. Melodies can e fitted and appropriated to texts which radically deviate from the model in their metrical set-up. Hence it should e possile to treat melodies taken from unrelated songs of the same era to Veldeke s texts and thus otain an aundance of musical material for his songs. The resulting pseudo-contrafactures will most definitely not reproduce what Veldeke himself sang, ut it will e coherent with a medieval approach to the performance practice of courtly, secular song. Another method of otaining custom-made melodies for Veldeke s song texts is y writing new compositions. As has een estalished aove, the crossing of the language oundary represents a change of paradigm and rings in its wake inevitale conflicts etween melodic and metric structures. For that reason, it would e sensile to make use of the extant, if rare, German repertoires of secular song melodies as stylistic models for new compositions, and in so doing omit the additional step of adaptation. In a series of master classes in , Benjamin Bagy and I conducted a practical experiment using different sources as mines to excavate a vocaulary of modal gestures or elementary musical uilding locks which then could e reassemled in a process of oral adaptation to existing Veldeke texts. Even if only a hypothesis, the resulting melodies proved to e stylistically sound and so to fulfil their function of providing a fitting medium for transferring Veldeke s oeuvre from a merely written form into a sounding performance. Vooreeldstudie: de proleemzones van een contrafact Chanter m estuet ireement (Gace Brulé) en Die noch nie wurden verwunnen (Hendrik van Veldeke) De melodie van Chanter m estuet ireement van Gace Brulé (ca ca. 1213) is in een aantal ronnen in lichtjes verschillende versies ewaard. Voor onderstaand vooreeld werd de versie van het Trouvère-handschrift V gekozen 1. We zien hier een tendentieel syllaische versie van het lied (linkerkolom). In de rechterkolom werd dezelfde melodie met de strofe Die noch nie wurden verwunnen van Veldeke zodanig onderlegd dat de afzonderlijke lettergrepen met ehulp van een voorafgaande versanalyse op de juiste plaats vallen: Marc Lewon Bij een lik op de linkerkolom valt op dat de melodie hier op ideale wijze de accentverhoudingen en de metrische ouw van de (Franse) tekst weergeeft. Melodie en tekst passen perfect samen. In het contrafact aan de rechterzijde daarentegen zien we een reeks ongerijmdheden ondanks het feit dat deze onderlegging voor een contrafacttoepassing zelfs meer dan ehoorlijk functioneert. We heen de opvallendste omcirkeld. Aangezien ze toe te schrijven zijn aan de verschillende taalritmische en metrische verhoudin

18 Een elegantere hoewel natuurlijk niet enig denkare oplossing, zou een uitsplitsing op lettergrepen van een der melismen kunnen zijn. Voor de volgende onderlegging moet enkel nog een opmaattoon worden toegevoegd: Met deze enaderingswijzen zijn echter enkel de eerste, oppervlakkige prolemen van de tekstonderlegging opgelost. De met de cijfers 1 tot 4 gemarkeerde plaatsen in het contrafact vertonen een houterige woord-toon-verhouding, die moet worden weggewerkt. Cijfer 1 legt de vinger op de wonde; de versanalyse toont dat hier het woord wurden een metrisch (ewust?) foutieve klemtoon heeft gekregen. Dat etekent dat de onderliggende metriek dit woord een toonuiging opdringt, die voor het vers in een zwevende accentuering resulteert en zodoende het schijnaar regelmatige ritme van het vers onmiddellijk weer opreekt. Dit sterk retorisch stijlmiddel veronderstelt ook een goede muzikale omzetting. Helaas volgt de melodie deze metrische wending niet. Daardoor wordt de foutieve accentuering ook nog muzikaal versterkt; de eerste melodieregel klinkt op deze plaats hoekig. De oplossing zou een verplaatsing van epaalde tonen kunnen zijn zoals in de stollenherhaling in de derde regel. Dit verschuift de melodische accentverhoudingen: Cijfer 2 etreft de overgang van de eerste naar de tweede versregel. Terwijl in het Franse vooreeld hier een nieuwe inhoudelijk-syntactische oog op de uitroep helaz egint, vertoont het contrafact van Veldeke een enjamement, d.w.z. dat de etekenissamenhang over de versgrens heen reikt tot in de tweede regel. Idealiter wordt deze oog ook in de voordracht vloeiend vormgegeven, maar dat wordt in dit geval emoeilijkt door de wispelturige melodievorming. De herhaling van het melodisch hoogtepunt (a-c 1 ) aan het egin van regel 4 evestigt tevens dat dezelfde tonen in regel 2 tot de structuur ehoren en eter niet worden gewijzigd. Om de regelovergang zachter te maken, zou dus het einde van regel 1 moeten veranderen. Dat kan met ehulp van de parallel geouwde regel 3, die een toon hoger cadenseert: Cijfer 3 etreft de tweede toonuiging in de tekst, ditmaal (en zeker niet toevallig) op het woord minne, dat daardoor een ijzonder accent krijgt. In de onderlegging wordt ook hier de foutieve eklemtoning weer versterkt in plaats van ze als zwevende accentuering te camoufleren. Naargelang de gekozen onderlegging voor de oventallige lettergreep in deze regel (zie oven) is een andere oplossing denkaar. Nog een mogelijkheid kan erin estaan deze plaats via de performance, m.a.w. de interpretatie, geloofwaardig te maken. Bij cijfer 4, dat vooral etrekking heeft op het accentuerende melisme op de oneklemtoonde laatste lettergreep in het woord schîne, komen eveneens meerdere mogelijkheden in aanmerking, in functie van de gekozen oplossing voor de drielettergrepige opmaat (zie oven). Vele andere ongerijmdheden, die hier niet zijn vermeld, komen ij het eenvoudig doorzingen van het contrafact snel naar voor, vooral wanneer men het Franse vooreeld als geslaagde vergelijkingsasis neemt. Een volledige aanpassing van een vooreeldmelodie op een nieuwe tekst (als pseudo-contrafact ) he ik ij wijze van vooreeld uitgewerkt aan de hand van een lied van Walther von Klingen. 4 Bij dergelijke werkwijze is het soms nodig, wanneer men wijzigingen aan de melodie aanrengt, om ook naastliggende plaatsen aan te passen, omdat door de nieuwe context een soort kettingreactie kan ontstaan. Deze case study is niet edoeld om het voorliggende contrafact in een correcte uitgave te tonen. Wel he ik getracht te laten zien welke eslissingen genomen moeten worden, en in welke gevallen een verandering aan een contrafactmelodie nodig is om ze tot een functioneel vehikel te maken voor een nieuwe, eventueel anderstalige tekst. De overlevering van het dichtwerk van Hendrik van Veldeke ente ervas Jan Goossens 1) Fragmenten van een handschrift van ca of weinig later, in totaal 47 verzen, gedeeltelijk in de Bayerische taatsiliothek in München: cgm 5249/1, gedeeltelijk in de Biliothek des Bundesgerichtshofs in Leipzig: Ph 176. Een derde deel, in de Universitätsiliothek in München, is in de Tweede Wereldoorlog verrand, maar de tekst was voordien al uitgegeven. 2) Een volledig handschrift van ca in de Universiteitsiliotheek Leiden, BPL Cod verzen. Liederen 1) Kleine Heidelerger Liederhandschrift, Universitätsiliothek Heidelerg, cod. pal. germ. 357 van ca (A). Bevat 17 strofen op naam van Veldeke, waarvan er echter slechts 7 in de andere handschriften op zijn naam voorkomen. 2) Weingartner Liederhandschrift, Württemergische Landesiliothek tuttgart, HB XIII poetae germanici van ca (B). Bevat 4 strofen op naam van Veldeke, die ook allemaal voorkomen in 3) Grosse Heidelerger (Manessische) Liederhandschrift, Universitätsiliothek Heidelerg, cod. pal. germ. 4, ongeveer gelijktijdig met 2 (C). Bevat 61 strofen op naam van Veldeke. Eneide A. Min of meer volledige handschriften 1) Berliner Handschrift, Berliner taatsiliothek Ms. Germ. Fol. 22 van ca (B). Bevat van de ca verzen de verzen en De rest is verloren. 3) Münchener Handschrift, Bayerische taatsiliothek München, cod. germ. Monac. 57, egin 14de eeuw (M). De eerste verzen ontreken. 4) Heidelerger Pergamenthandschrift, Universitätsiliothek Heidelerg, cod. pal. germ. 36 (H). Uit Würzurg Volledig. 5) Eiacher Handschrift, Genève-Cologny, Biliotheca Bodmeriana, cod. 3, late 14de eeuw (E). Met kleine lacunes

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22. Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een gebed bij het begin van het nieuwe jaar Ik ben met u 2. Gods hand 3. Zegen Vrede met God 4. In de kerk 5. Is Deze niet de Christus? Deze ontvangt zondaars 6. Echte vrienden

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Klassieke Muziekgeschiedenis De Middeleeuwen (500 1500)

Klassieke Muziekgeschiedenis De Middeleeuwen (500 1500) Klassieke Muziekgeschiedenis De Middeleeuwen (500 1500) Algemeen Als je aan de Middeleeuwen denkt, dan denk je waarschijnlijk aan grote kastelen, ridders en jonkvrouwen. Natuurlijk, dit is een gedeelte

Nadere informatie

I. Het ontbreekt mij aan niets? Psalm 23 is een geliefde psalm van David. Hij is kort en krachtig. De eerste vers begint sterk:

I. Het ontbreekt mij aan niets? Psalm 23 is een geliefde psalm van David. Hij is kort en krachtig. De eerste vers begint sterk: Groot Nieuws 6 sep 2015 Ds. Stephen Overduin Psalm 23 Mij ontbreekt niets 231 Een psalm van David. De HEER is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets. 2 Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij

Nadere informatie

Heeft God het Kwaad geschapen?

Heeft God het Kwaad geschapen? Heeft God het Kwaad geschapen? Zondagavond 22 september 2013 (Genade & Waarheid Preek) Inleiding A. Genade & Waarheid Preken (Soms) Ingewikkelde of wettisch toegepaste onderwerpen bekeken vanuit Genade

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen van God, We zijn vandaag bij elkaar om onze doden te herdenken. Vier namen zullen worden genoemd, vier mensen uit onze gemeente, die in het afgelopen

Nadere informatie

Orde voor de ingebruikneming van een orgel of ander muziekinstrument

Orde voor de ingebruikneming van een orgel of ander muziekinstrument Orde voor de ingebruikneming van een orgel ander muziekinstrument Het orgel muziekinstrument wordt tot aan het moment van het zegengebed nog niet bespeeld. De liederen die voordien worden aangegeven, zullen

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Ik hoop voor u dat u ooit eens flink verliefd bent geweest. Niet zo n beetje van: die of die vind ik best aardig. Misschien wordt dat nog wel eens wat

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen Zondag 52 Zondag 52 gaat over de zesde bede. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen. Lees de tekst

Nadere informatie

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf Madonna met breiwerk, 1400-1410. Geschilderd door Bertram von Minden (1340-1414), detail uit het Buxtehude Altaar Onderzoek

Nadere informatie

Les 5 God: Zoon Ketters over Jezus

Les 5 God: Zoon Ketters over Jezus Les 5 God: Zoon Doelstelling: de catechisant kan in 1 minuut aan een ander uitleggen wie Jezus voor hem/haar is, weet welke afwijkende meningen er in de loop der tijd geweest is m.b.t. de Here Jezus en

Nadere informatie

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent De Bijbel Een geloofsboek EWe kunnen vele wegen gaan met de Bijbel. De één ervaart het vooral als een mooi kunstobject. Vele kunstenaars hebben er inspiratie in gevonden om een kunstwerk te maken. We kennen

Nadere informatie

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente Bijbelstudie 1 Korintiërs Diversiteit in de kerk is van alle tijden. En nu onze cultuur en de kerk minder goed op elkaar aansluiten dan wel eens gedacht, worden we vaker bepaald bij de verschillen tussen

Nadere informatie

Paasmorgen 2011 in de Open Hof te Drunen Voorganger ds. M. Oostenbrink Organist dhr. B. Vermeul Mmv zanggroep Joy. De tuin van de Opstanding

Paasmorgen 2011 in de Open Hof te Drunen Voorganger ds. M. Oostenbrink Organist dhr. B. Vermeul Mmv zanggroep Joy. De tuin van de Opstanding Paasmorgen 2011 in de Open Hof te Drunen Voorganger ds. M. Oostenbrink Organist dhr. B. Vermeul Mmv zanggroep Joy De tuin van de Opstanding Voor de dienst zingt Joy: U hebt de overwinning behaald Fear

Nadere informatie

Inleiding op Middeleeuwse Epiek

Inleiding op Middeleeuwse Epiek Inleidingop MiddeleeuwseEpiek I. Periodisering II. Oudnederlands: 700-1150 a) Inleiding b) De oudste zin De oudste bron in het Nederlands is het volgende zinnetje: Hebban olla vogola nestas higunnan Hinase

Nadere informatie

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

HC zd. 42 nr. 31. dia 1 HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1

Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1 Evenbeeld van God blok A - nivo 2 - avond 1 Tijd Wat gaan we doen 19.00 Mentorkwartiertje 19.15 Geschapen naar Gods Beeld - woordweb 19.25 Bespreken Genesis 1: 26-28 / psalm 8 19.35 Ik ben Gods Beeld dus..

Nadere informatie

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

Gemeente van onze Here Jezus Christus, Gemeente van onze Here Jezus Christus, Echt gelukkig! Dat is het thema waar we vanochtend over na gaan denken. En misschien denkt u wel: Wat heeft dat thema nu met deze tekst te maken, Die gaat toch over

Nadere informatie

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen GODS GEZIN Studielessen voor 4-7 jarigen 2003 Geschreven door Beryl Voorhoeve en Judith Maarsen Oorspronkelijk bedoeld voor studie in kleine groepen in de Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling

Nadere informatie

Opwekking 346: Opwekking 167:

Opwekking 346: Opwekking 167: Opwekking 346: Maak ons tot een stralend licht een stralend licht Tot de wereld ziet wie haar het leven geeft. Laat het schijnen door ons heen. Maak ons tot een woord van hoop een levend woord dat U verlossing

Nadere informatie

Kerstfeest 2014. Ds. W.E. den Hertogschool

Kerstfeest 2014. Ds. W.E. den Hertogschool Kerstfeest 2014 Ds. W.E. den Hertogschool Kling klokjes klingelingeling, kling klokjes kling. Laat de boodschap horen: Jezus is geboren, Voor die blijde klanken, willen wij God danken. Kling klokjes klingelingeling,

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.! De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit

Nadere informatie

Oasemoment "De Heer is mijn herder" Parochie Sint-Willibrord - woensdag 22 mei 2013

Oasemoment De Heer is mijn herder Parochie Sint-Willibrord - woensdag 22 mei 2013 Oasemoment "De Heer is mijn herder" Parochie Sint-Willibrord - woensdag 22 mei 2013 Lezing (uit de Nieuwe Bijbelvertaling) Psalm 23 Een psalm van David. De Heer is mijn herder, het ontbreekt mij aan niets.

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Jaar B - Bouwen aan Zijn Rijk

Jaar B - Bouwen aan Zijn Rijk B I J L A G E B I J J A A R B Gebeden en liederen GEBEDEN GEKEND IN HEEL DE WERELD Onze Vader Onze Vader, die in de Hemel zijt, Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede op aarde zoals in

Nadere informatie

NOTA EFEZIËRS 1,7-10 IN DE NIEUWE BIJBELVERTALING

NOTA EFEZIËRS 1,7-10 IN DE NIEUWE BIJBELVERTALING NOTA EFEZIËRS 1,7-10 IN DE NIEUWE BIJBELVERTALING Jan Lambrecht 1 De zogeheten lofzang van de brief aan de Efeziërs, 1,3-14, bestaat uit één lange zin, de langste van het Nieuwe Testament, in een overdadige

Nadere informatie

Ontmoetingskerk, Laren NH 15 maart 2015 Johannes 6: 1-15

Ontmoetingskerk, Laren NH 15 maart 2015 Johannes 6: 1-15 Ontmoetingskerk, Laren NH 15 maart 2015 Johannes 6: 1-15 Suzanne neemt je mee, naar een bank aan het water, duizend schepen gaan voorbij en toch wordt 't maar niet later, en je weet dat zij te gek is,

Nadere informatie

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. Huwelijk Eucharistische gebeden 2. Eucharistisch Gebed XII-b Jezus, onze Weg. Brengen wij dank aan de Heer, onze God. Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil

Nadere informatie

Vijf redenen waarom dit waar is

Vijf redenen waarom dit waar is Les 14 Eeuwige zekerheid Vijf redenen waarom dit waar is In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Is de echte (ware) gelovige voor eeuwig veilig en geborgen in Christus? Voor

Nadere informatie

Kerk- en Schooldienst in de Maranathakerk. in samenwerking met de Protestants Christelijke Basisschool Samen op Weg VERWONDERING!

Kerk- en Schooldienst in de Maranathakerk. in samenwerking met de Protestants Christelijke Basisschool Samen op Weg VERWONDERING! Kerk- en Schooldienst in de Maranathakerk in samenwerking met de Protestants Christelijke Basisschool Samen op Weg VERWONDERING! Voorganger: ds. Peter Smilde Pianist en organist: Bas van Viegen Met medewerking

Nadere informatie

Waarom zou ik geloven?

Waarom zou ik geloven? Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2015 Deel #2: 22 nov 2015 Mijn doel met de 2 toespraken Ik probeer je te laten zien dat het christelijke

Nadere informatie

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam Goede buren Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam Voorganger: ds. Joke van der Neut Organist: Alex Hommel Orgelspel Welkom door ouderling van dienst Jan

Nadere informatie

376. Uitleg van het Scheppingsverhaal (1) 9-11-2014

376. Uitleg van het Scheppingsverhaal (1) 9-11-2014 Uitleg van het Scheppingsverhaal (376, 377, 378, 393, 394) 376. Uitleg van het Scheppingsverhaal (1) 9-11-2014 Deze preek is mede gebaseerd op Het Geheime boek van Johannes (Codex II, Boek 1, pag. 1 en

Nadere informatie

Liturgie openluchtdienst. Zondag 12 juli 2015. Thema: Een reis rond de wereld

Liturgie openluchtdienst. Zondag 12 juli 2015. Thema: Een reis rond de wereld Liturgie openluchtdienst Zondag 12 juli 2015 Thema: Een reis rond de wereld Voorganger: ds. J.W. Leurgans m.m.v. Muziekvereniging De Eendracht Ouderling van dienst: Carla van Welzenis Hervormde Gemeente

Nadere informatie

Romeinen. Romeinen. Germanen

Romeinen. Romeinen. Germanen Romeinen Romeinen Grieken en Romeinen lijken op elkaar qua levensstijl. Het Romeinse rijk is ontstaan in Rome (753 v. Chr.). De Romeinen kwamen 50 v. Chr. naar Nederland. De Romeinen hebben het Latijns

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/94829

Nadere informatie

C JAAR PREEK ADVENT. H. Maria Maior, Dordrecht. Rorate Coeli. Dauwt heemlen.

C JAAR PREEK ADVENT. H. Maria Maior, Dordrecht. Rorate Coeli. Dauwt heemlen. 1 C JAAR PREEK ADVENT Vierde zondag van de Advent Zondag - Rorate Coeli Dauwt heemlen, wijkt vaneen Zondag 20 december 2015 EERSTE LEZING Micha 5, 1 3 GRADUALE Psalm 80, 1-8 TWEEDE LEZING Hebreeen 10,

Nadere informatie

De klassieke tijdlijn

De klassieke tijdlijn De klassieke tijdlijn In de lessen geschiedenis heb je waarschijnlijk al gehoord over de tijdlijnen, of de historische periodes en waarschijnlijk ook over exacte datums zoals 476. In dit documentje kom

Nadere informatie

DBO 10 Zondag 8 maart 2015. Klaagliederen. Inleiding

DBO 10 Zondag 8 maart 2015. Klaagliederen. Inleiding DBO 10 Zondag 8 maart 2015 Klaagliederen Inleiding Stel dat je geen vast patroon hebt bij het Bijbellezen. Je gebruikt bijvoorbeeld niet het leesrooster in het blad Visie. Toch wil je een gedeelte uit

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

De eerste liefde van God

De eerste liefde van God De eerste liefde van God Trouwpreek over 1 Johannes 3:16 (ds. Jos Douma) gehouden in de trouwdienst van Jeroen en Marjoke Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is

Nadere informatie

Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14

Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14 Zondag 22 mei 2011 - Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & 20-25 // Johannes 14, 1-14 Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Twee prachtige lezingen vanochtend. Er

Nadere informatie

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen vandaag wil ik dit gebod toepassen op het geloofsgesprek onderwerp van de gemeenteavond komende week onze overtuiging is dat zulke gesprekken hard nodig zijn voor de opbouw van onze gemeente tegelijk is

Nadere informatie

Nadieh Jolyn Siekmans

Nadieh Jolyn Siekmans Vlinder, fladderend in de lucht doe je hen de groeten in jouw vlucht als je ze boven de hoogste bomen wellicht zult tegenkomen Samenkomst voor het afscheid van Nadieh Jolyn Siekmans * 9 mei 1994 17 januari

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Jezus, het licht van de wereld

Jezus, het licht van de wereld Jezus, het licht van de wereld Het evangelie naar Johannes 8: 1-30 1 Overzicht 1. De overspelige vrouw 2. Jezus als het Licht der wereld 3. Twistgesprekken met de Farizeeën 2 De overspelige vrouw Bijbeltekst

Nadere informatie

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool

Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool Handreiking bij 40 DAGEN GEBED voor groep 4-8 van de basisschool NAAM September 2009 In september en oktober 2009 was de Levend evangelie Gemeente bezig met het onderwerp 40 DAGEN GEBED. Om gemeente breed

Nadere informatie

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan

naar God Verlangen Thema: juni welkom in de open deur dienst voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan welkom juni in de open deur dienst 19 2016 Thema: Verlangen naar God n.a.v. Psalm 42 voorganger: ds. W. Dekker muziekteam: Theda, Lisette, Rik Aart-Jan en Nathan organist: Christian Boogaard Welkom en

Nadere informatie

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april 2016 08:19

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april 2016 08:19 Velen hebben moeite met de tekenen en wonderen die in de Bijbel staan beschreven, ook met de opstanding van Christus uit de doden en met zijn hemelvaart. Maar als we daarmee moeite hebben, dan kunnen we

Nadere informatie

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs

! plaag/pest protocol voor het primair onderwijs Bijlage 1: Dit protocol is van toepassing op een niet pesten school, dit houdt in dat de leerlingen ervan op de hoogte zijn dat pesten niet word getolereerd. Word pesten onverhoopt tocht geconstateerd,

Nadere informatie

Samenzang na de dienst

Samenzang na de dienst Samenzang na de dienst Datum: 29 juni 2014 Plaats: Schildkerk 1 Alle roem is uitgesloten Alle roem is uitgesloten, onverdiende zaligheen, heb ik van mijn God genoten, k roem in vrije gunst alleen. Ja,

Nadere informatie

De Bijbel open 2012 37 (22-09)

De Bijbel open 2012 37 (22-09) 1 De Bijbel open 2012 37 (22-09) Onlangs kreeg ik een vraag over twee genezingen in de bijbel. De ene gaat over de verlamde man in Lukas 5 die door het dak van een huis tot Jezus wordt gebracht en door

Nadere informatie

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE TEKST 1 In een bijbels perspectief verschijnt de mens als faiblesse et promesse. Mensen zijn tezelfdertijd eindig onvolkomen en oneindig beloftevol. Beperkt, kwetsbaar,

Nadere informatie

CURSUSMAP 1 (NBG) Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Dr. Bob Gordon Kees de Vlieger. Een Kerygma cursus

CURSUSMAP 1 (NBG) Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Dr. Bob Gordon Kees de Vlieger. Een Kerygma cursus CURSUSMAP 1 (NBG) Discipelen van Jezus Leren leven in de kracht van Jezus Dr. Bob Gordon Kees de Vlieger Een Kerygma cursus Copyright Stichting Kerygma Nederland Baron van Nagellstraat 9a 3781 AP Voorthuizen

Nadere informatie

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest

God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus: Zijn opstanding De Heilige Geest Basiscursus Christelijk geloof Module 1 Les 1: Les 2: Les 3: Les 4: Les 5: Les 6: Les 7: Les 8: God bestaat en Hij is belangrijk We hebben God nodig in ons leven Jezus: Zijn leven Jezus: Zijn dood Jezus:

Nadere informatie

Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten

Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten Sterker dan de dood Paasprogramma 2016 Groep 1 t/m 4 Joh. Bogermanschool Houten Kinderen zingen Vertel me eens Heer Jezus Toen u op aarde was Waarom geloofde niemand toen Dat u de koning was? Ze wilden

Nadere informatie

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4 Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 Artikel 1 t/m 4 Werkboek 7 Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 1 t/m 4 Hoofdstuk 3 en 4 gaat over de bekering. Hoofdstuk 3 en 4 heeft 17 artikelen. In dit werkboek

Nadere informatie

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b 1 Verkondiging Enkele kinderen vragen in de kerk: waarom vieren we kerst? En wat betekent het voor u? Reactie op de antwoorden Ja, waarom vieren we kerst? En wat betekent

Nadere informatie

Epifanie: Feest van de Verschijning in de Vroege kerk werd dit feest gevierd en niet Kerst. Het Feest van de verschijning van Jezus onder de mensen.

Epifanie: Feest van de Verschijning in de Vroege kerk werd dit feest gevierd en niet Kerst. Het Feest van de verschijning van Jezus onder de mensen. Inleiding: Epifanie: Feest van de Verschijning in de Vroege kerk werd dit feest gevierd en niet Kerst. Het Feest van de verschijning van Jezus onder de mensen. Wat ik u graag zou willen geven is verwondering

Nadere informatie

Ooit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen,

Ooit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen, Ooit komt er een dag dat de hemel openbreekt en de doden zullen opstaan. Ooit komt er een dag dat U terug komt op een wolk en dat U kijkt met ogen, stralend als de zon Ooit zal het zo zijn dat we leven

Nadere informatie

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein

LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen. Refrein LIEDERENBLAD TIME 2 SING 18 september 2011 Thema: Je steentje bijdragen 19.00 uur LAAT HET FEEST ZIJN IN DE HUIZEN (Opw. 533) Laat het feest zijn in de huizen, mensen dansen op de straat, als het onrecht

Nadere informatie

a) Zoek kenmerken van barokkunst. Wat is er typisch voor deze kunstuiting en waarom? Het belangrijkste kenmerk van barokkunst is dat zij overdadig

a) Zoek kenmerken van barokkunst. Wat is er typisch voor deze kunstuiting en waarom? Het belangrijkste kenmerk van barokkunst is dat zij overdadig a) Zoek kenmerken van barokkunst. Wat is er typisch voor deze kunstuiting en waarom? Het belangrijkste kenmerk van barokkunst is dat zij overdadig was. Een tweede belangrijke kenmerk is dat zij doorgaans

Nadere informatie

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie 40-dagendagboek Discipelen van Jezus Leren leven in de kracht van Jezus Kees de Vlieger Een Kerygma studie Copyright Stichting Kerygma Nederland Kerkstraat 24-3 3781 GB Voorthuizen Tel. 0342-475048 E-mail:

Nadere informatie

TOEN GOD ALLES MAAKTE

TOEN GOD ALLES MAAKTE Bijbel voor Kinderen presenteert TOEN GOD ALLES MAAKTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: Bob Davies en Tammy S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

San Damiano, weg naar het heiligdom

San Damiano, weg naar het heiligdom God, onze Leidsman, de eeuwen spreken van Uw stem, die gehoord werd door mensen die vanuit de diepte van hun hart uitzagen naar Uw licht. Uw roepstem hebben wij verstaan en onbevreesd zijn wij op weg gegeaan.

Nadere informatie

Deze handreiking is van:

Deze handreiking is van: 9 lessen over het volgen van Jezus Deze handreiking is van: Deze cursus is geschreven Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen. Ten behoeve van de kinderstudiegroepen voor de bovenbouw Gebruikte

Nadere informatie

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder Jezus zoekt ruzie Inleiding Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader,

Nadere informatie

Kapelgroep Gemert zondag 30 oktober 016. Thema: Midden in de dood zijn wij in het leven

Kapelgroep Gemert zondag 30 oktober 016. Thema: Midden in de dood zijn wij in het leven Kapelgroep Gemert zondag 30 oktober 016 voorganger: Huub Schumacher Thema: Midden in de dood zijn wij in het leven Schriftlezingen: Apocalyps 7,2-4+9-14 Evangelie van Matteüs 5, 1-12a Wij zijn allemaal

Nadere informatie

DE STELLING VAN NAPOLEON

DE STELLING VAN NAPOLEON www.raves.nl ton@raves.nl DE STELLING VAN NAPOLEON LUIDT: Als men aan de drie zijden van een willekeurige driehoek ABC gelijkzijdige driehoeken legt dan vormen de zwaartepunten van die drie gelijkzijdige

Nadere informatie

Mededelingen. De bloemen gaan vandaag naar Broeder F.L. Milané. Schoollied Opwekking 331 >

Mededelingen. De bloemen gaan vandaag naar Broeder F.L. Milané. Schoollied Opwekking 331 > Mededelingen De bloemen gaan vandaag naar Broeder F.L. Milané Schoollied Opwekking 331 > Breng dank aan de Eeuwige, breng dank aan de Heilige, breng dank aan onze Vader die ons Jezus zond. Opwekking 331

Nadere informatie

Lieve gemeente, beste jongens en meisjes,

Lieve gemeente, beste jongens en meisjes, Lieve gemeente, beste jongens en meisjes, De preek gaat over: God was blij met Noach. Noach vond genade bij God. Noach was de Here God welgevallig. Dat merkte Noach (Gods knipoog), dat merkten de mensen

Nadere informatie

Drempelgebed. De mensen stromen binnen. Het gaat nu echt beginnen de dominee gaat spreken met zijn beroemde preken.

Drempelgebed. De mensen stromen binnen. Het gaat nu echt beginnen de dominee gaat spreken met zijn beroemde preken. Voorhof, 21 april 2013 - Kerk-Schooldienst Thema: Bouwstenen voor een goed leven. Voorganger: ds. Dick Steenks Organist: Ton van Dienst M.m.v. kinderen bovenbouw Julianaschool *** Binnenkomst kerkenraad,

Nadere informatie

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 vmo-t/havo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

Stel jezelf niet onder de Wet!

Stel jezelf niet onder de Wet! Dit document is een script van onderwijs dat is bedoeld om via video te worden getoond. In de video worden relevante tekst, dia s, media en afbeeldingen getoond om de presentatie te vereenvoudigen. Daarom

Nadere informatie

JEZUS VERGEEFT EN GENEEST

JEZUS VERGEEFT EN GENEEST LITURGIE voor de themadienst ter afsluiting van de VBW De bouwplaats op zondag 25 oktober 2015 om 9.30 uur in de Elimkerk te t Harde. JEZUS VERGEEFT EN GENEEST Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr.

Nadere informatie

[1] Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.

[1] Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd. Rinze IJbema - 2 Timoteüs 1, 14 [1] Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd. Kracht en genade. Ik had twee week terug een gesprekje met Nynke hier over deze belijdenisdienst.

Nadere informatie

Liederen voor zondag 5 oktober 2014

Liederen voor zondag 5 oktober 2014 Liederen voor zondag 5 oktober 204 Lied 224 God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt maakt Hij mij zijn wil bekend. Hij geeft elke dag nieuwe liefde, nieuwe

Nadere informatie

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat 2014 lok 2, week 4, les 1 Groep 7-8 Herstellen Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders edoelt dan wat er staat Wat ga je doen?

Nadere informatie

Les 3 Monniken en Ridders MUZIEK

Les 3 Monniken en Ridders MUZIEK Les 3 Monniken en Ridders MUZIEK Annemieke Hooijschuur en Hanneke de Jong Les 3 Monniken en Ridders MUZIEK Wereldlijke en Geestelijke Voorkennis De leerlingen zijn enigszins op de hoogte van de levenswijze

Nadere informatie

Ontmoetingskerk - Laren NH, 5 april 2015 - Pasen Johannes 20

Ontmoetingskerk - Laren NH, 5 april 2015 - Pasen Johannes 20 Ontmoetingskerk - Laren NH, 5 april 2015 - Pasen Johannes 20 Zal ik mijn man nog tegenkomen na de dood? Zullen we elkaar herkennen? Dat vroeg een vrouw me, enkele weken geleden. De vraag klinkt niet voor

Nadere informatie

Liturgie Jeugddienst Nijbroek in samenwerking met de jeugddienstcommissie van Terwolde 19 oktober 2014. Selfie? Ie-self!

Liturgie Jeugddienst Nijbroek in samenwerking met de jeugddienstcommissie van Terwolde 19 oktober 2014. Selfie? Ie-self! Liturgie Jeugddienst Nijbroek in samenwerking met de jeugddienstcommissie van Terwolde 19 oktober 2014 Selfie? Ie-self! Voorganger: Dhr. G.J. Heinen Muzikale medewerking: koor van Groot Schuylenburg uit

Nadere informatie

Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017

Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017 Liturgie voor de kerkdienst in de Dorpskerk op zondag 2 april 2017 Deze dienst is in het bijzonder gericht op mensen met een verstandelijke beperking. Het thema is: Hé, je wordt geroepen! Voorganger: Ds.

Nadere informatie

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I Preek Gemeente van Christus, De mooiste dingen in het leven kun je niet als erfernis wegschenken Let er maar eens op. De belangrijkste dingen zijn geen erfstuk. Zeker, je kunt mooie spulletjes erven. Of

Nadere informatie

Koptische, Gotische, Armeense, Ethiopische en Syrische vertaling

Koptische, Gotische, Armeense, Ethiopische en Syrische vertaling Koptische, Gotische, Armeense, Ethiopische en Syrische vertaling 1 In de tijd dat de mensen het Grieks van de Septuaginta (Griekse vertaling van het Oude Testament) steeds slechter begonnen te verstaan,

Nadere informatie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8 [1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding

Nadere informatie

Inleiding op het Evangelie Jezus openbaart zijn heerlijkheid

Inleiding op het Evangelie Jezus openbaart zijn heerlijkheid Het Evangelie naar Johannes Inleiding op het Evangelie Jezus openbaart zijn heerlijkheid Age Romkes Stichting Artios, kopiëren niet toegestaan Bijbelteksten zijn met toestemming overgenomen uit de Herziene

Nadere informatie

Protestantse Gemeente De Open Hof Orde van dienst zondag 27 januari 2019 Voorganger: ds. Lyonne Verschoor-Schuijer Muziek: dhr.

Protestantse Gemeente De Open Hof Orde van dienst zondag 27 januari 2019 Voorganger: ds. Lyonne Verschoor-Schuijer Muziek: dhr. Protestantse Gemeente De Open Hof Orde van dienst zondag 27 januari 2019 Voorganger: ds. Lyonne Verschoor-Schuijer Muziek: dhr. Leo Lommers =====================================================================================================================================================================================

Nadere informatie

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar Schriftlezing: Exodus 14 vers 1 t/m 22 Gezang 343 vers 1 t/m 5 (Liedboek) Psalm 130 vers 3 (Schoolpsalm) Psalm 65 vers 1 en 2 (Nieuwe Psalmberijming)

Nadere informatie

Liturgie. PGA wijkgemeente. Arnhem Zuid

Liturgie. PGA wijkgemeente. Arnhem Zuid Liturgie PGA wijkgemeente Arnhem Zuid Vierplaats De Kandelaar mei 2015 APOSTOLISCHE GELOOFSBELIJDENIS Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus,

Nadere informatie

De vorm van het verhaal

De vorm van het verhaal Over dit boek Het verhaal van Reinaart de vos is een van de oudste verhalen in het Nederlands. Het is geschreven in de 13 de eeuw door Willem. Wie die Willem precies was, weten we niet. Willem heeft het

Nadere informatie

Zondag 16 februari 2014. Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

Zondag 16 februari 2014. Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help! Zondag 16 februari 2014 Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help! Voorganger: ds. Bram Bregman Organist: dhr. Klaas Keimpema Pianist en dirigent schoolkoor: dir. Adriaan Stuij Welkom -

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie