SchoolOndersteuningsProfiel: Het Rijks vmbo campus

Transcriptie

1 SchoolOndersteuningsProfiel: Het Rijks vmbo campus 1. Korte beschrijving van Het Rijks vmbo campus Ontdek wat je kunt leren, leer wat je kunt ontdekken. Het Rijks is er voor alle leerlingen met een vmbo-advies en biedt leerlingen veel mogelijkheden om binnen en buiten onze school ontdekkend te leren. We hebben een groot en gevarieerd aanbod op sportief, creatief, dienstverlenend en technologisch gebied. Kenmerkend voor onze school is het ontdekkend leren. De nadruk ligt op thematisch, levensecht, praktijkgericht, gevarieerd en uitdagend leren met veel persoonlijke aandacht. Wij dagen onze leerlingen uit en waar nodig coachen wij ze om zelf op zoek te gaan naar mogelijke oplossingen voor een vraagstuk. Op deze manier ontdekken ze waar ze het beste passen met hun unieke talenten en bouwen ze aan zelfvertrouwen. Op Het Rijks vmbo Campus kunnen alle leerwegen gevolgd worden (basis-kader-gemengdtheoretisch), voor leerlingen met en zonder lwoo-indicatie. We bieden leerlingen de mogelijkheid om onderdelen van het programma op een hoger niveau te volgen. Het Rijks is nu nog gehuisvest op twee locaties: locatie Hatertseweg en locatie Goffertweg. In de nabije toekomst gaan we samen verder onder één dak op de Goffertweg. De brugklasleerlingen van Het Rijks hebben hun eigen thuisbasis op de Goffertweg. In hun eigen gedeelte van de school hebben ze hun ingang, klaslokaal en aula waardoor ze binnen een kleinschalige, vertrouwde en veilige omgeving kunnen landen binnen het vmbo. Zij volgen een afwisselend programma met vaklessen, projecten en talenturen. Op de locatie Hatertseweg kunnen de leerlingen in de bovenbouw nu nog kiezen uit drie profielen: economie & ondernemen of zorg & welzijn (vmbo-b en vmbo-k) en dienstverlening & producten (vmbo-gt). Op de locatie Goffertweg kunnen de leerlingen in de bovenbouw nu nog kiezen uit de volgende drie profielen: techniek of economie (Horeca, Bakkerij en Recreatie; vmbo-b en vmbo-k) en dienstverlening & producten (vmbo-gt). De huidige burgklasleerlingen stromen in de bovenbouw door in het profiel Dienstverlening & Producten. Binnen dit profiel zullen de richtingen zorg & welzijn, economie en techniek als keuzevak sterk vertegenwoordigd zijn. Wat je ook kiest, na het vmbo op Het Rijks kun je nog alle kanten op. Op Het Rijks staat de loopbaan van de leerling centraal. Om de leerling de best mogelijke kansen te bieden zorgen wij voor een intensieve samenwerking tussen ouders, leerling, school en omgeving. De locatie Hatertseweg en de locatie Goffertweg hebben beide ongeveer 450 leerlingen, waarvan ongeveer 60% lwoo-leerlingen. Op Het Rijks werken de docenten in teams. De teamleider is de eindverantwoordelijke van het team. Elke klas heeft een eigen mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. Voor uitgebreide informatie 1

2 2. Visie op ondersteuning Onderwijs op maat voor alle leerlingen; ondersteuning op maat voor alle leerlingen. Twee zaken die in de onderwijsvisie van Het Rijks onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De leerling moet met de best mogelijke leerresultaten op het voor hem of haar passende niveau door kunnen stromen naar het mbo. Hiervoor is het belangrijk dat de leerlingen ontdekken wie zij zijn, wat hun talenten zijn en hoe ze die in kunnen zetten. Ondersteuning heeft hierbij als doel de leerling te helpen zijn schoolcarrière succesvol af te ronden. Uitgangspunt daarbij is, dat een leerling die op school is toegelaten een leerling is waarvoor ons onderwijs passend is. Dat houdt uiteraard in dat we ervan uitgaan dat de leerling het niveau aan kan. We leggen ons de verplichting op, dat als we een leerling plaatsen, we ons ook tot het uiterste zullen inspannen om deze leerling naar een diploma te leiden. Daar waar er extra ondersteuning nodig is, zal de balans tussen aandacht voor de leerling en aandacht voor de klas als geheel in evenwicht moeten blijven. Samen met de leerling en ouders kijken wij welke ondersteuning nodig en mogelijk is binnen of buiten onze school. 3. Basisondersteuning (niveau 1) De basisondersteuning vormt het normale pedagogische kader van de school. Alle medewerkers van Het Rijks zorgen samen voor een veilig en optimaal klimaat waarin leerlingen zich betrokken voelen bij het onderwijs en de leerstof tot zich kunnen nemen. Basisondersteuning is gericht op de voortgang in het leren. Deze basisondersteuning begint bij ons al bij de aannameprocedure. Voor de definitieve plaatsing worden alle leerlingen, die zich hebben aangemeld bij ons op school, uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek waarin we ingaan op de kenmerken van onze school en de wensen van leerling en ouder(s)/verzorger(s). Ook willen we, samen met leerling en ouders, de leerling zo goed mogelijk in kaart brengen. Daarnaast hebben we contact met de school waar de leerling, op moment van aanmelding, onderwijs volgt. Deze school geeft informatie over taak- en werkhouding en sociaal-emotioneel functioneren van de leerling en geeft, indien gewenst, handelingsadviezen hoe om te gaan met de leerling. Zo brengen we in kaart welke ondersteuning een leerling nodig heeft. De mentor is de spil in onze zorgstructuur. De mentor heeft de zorg voor de klas als geheel en voor de individuele leerling. De mentor voert meerdere individuele gesprekken met elke leerling waaronder in ieder geval drie LOB-gesprekken. De mentor ondersteunt de leerling ook bij het invullen van zijn loopbaandossier. Hij houdt de vorderingen, de leerhouding en het welbevinden van de leerling in de gaten. Indien er reden tot bezorgdheid is ten aanzien van één van deze punten volgt er een gesprek met de leerling, eventueel gevolgd door contact met ouder(s)/verzorger(s). Voor er contact met externen wordt opgenomen zal er altijd overleg met ouder(s)/verzorger(s) plaatsvinden. De mentor houdt eveneens zicht op het verzuim (ook te-laat-komen) van de leerling (in samenwerking met de teamleider) en neemt indien nodig ook hiertoe als eerste contact op met ouder(s)/verzorger(s). Elke klas wordt gekoppeld aan een lid ondersteuningsteam. Het lid ondersteuningsteam neemt in ieder geval twee keer per jaar met de mentor de klas door om de ontwikkeling van de leerlingen door te spreken en om te kijken of het noodzakelijk is om interventies te plegen als de ontwikkeling hapert. Dit lid ondersteuningsteam is tevens het aanspreekpunt en/of vraagbaak voor de mentor. 2

3 Hoe wij de leerling systematisch volgen Alle mentoren van het eerste jaar gaan op huisbezoek bij de leerlingen van hun klas. Door middel van een huisbezoek proberen we de communicatielijnen tussen school en ouders kort te houden. Ook krijgt de mentor een idee van de leefwereld van de leerling. Hierdoor kan hij beter anticiperen op het gedrag en de ondersteuningsbehoeftes van een leerling. Het functioneren van de leerlingen wordt door het betreffende team regelmatig besproken onder leiding van de mentor en de teamleider. De leerling heeft de regie over zijn eigen leerproces. In dit kader worden ouder(s)/verzorger(s) een aantal keer per jaar uitgenodigd voor een voortgangsgesprek waarbij de leerling vertelt wat de opbrengsten van de afgelopen periode zijn en wat de doelen worden voor de komende periode. De ontwikkeling van elke leerling wordt gevolgd via Magister De prestaties van de leerlingen worden gevolgd via de toetsing en rapportages. Het betreft toetsen die samenhangen met de lesmethode maar ook methode-onafhankelijke toetsen. Het schoolverzuim (ziekteverzuim, spijbelen, verlof en te laat komen) wordt geregistreerd en gevolgd. Ouder(s)/verzorger(s) en school hebben inzicht in Magister. Het gedrag en de werkhouding van de leerling wordt gevolgd door het periodiek invullen van beoordelingskenmerken of competenties in Magister, welke tevens zichtbaar zijn op het rapport. De voortgang van leerlingen op onze school met betrekking tot taal en rekenen wordt onafhankelijk getoetst. We gebruiken een gevalideerde toets onder andere voor begrijpend lezen, woordenschat en de verschillende domeinen van rekenen. Op die manier kunnen wij in kaart brengen welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben bij Nederlands of rekenen. In het eerste leerjaar wordt elke leerling gescreend op dyslexie. De mentor begeleidt het loopbaanproces van de leerling. Loopbaanoriëntatie Meerdere keren per jaar voert de mentor een loopbaangesprek met de leerling. In de onderbouw worden wekelijks twee LOB-talent-lessen gegeven door de mentor waarbij loopbaanoriëntatie centraal staat. In de bovenbouw passen de leerlingen de geleerde theorie toe op leerwerkplekken en tijdens stages. Protocollen Dyslexieprotocol Verzuim- en verlofprotocol Meldcode Kindermishandeling Pestprotocol Protocol medicijnverstrekking 3

4 4. Basisondersteuning (niveau 2): Als er wat is met een kind Als blijkt uit het leerlingvolgoverleg dat de leerling ondersteuning nodig heeft bekijken de mentor, de teamleider en het lid ondersteuningsteam welke hulp voor deze leerling nodig is. De mentor blijft het aanspreekpunt voor leerling, ouder(s)/verzorger(s) en gespecialiseerde medewerkers. De ondersteuning wordt geëvalueerd tijdens een volgend leerlingvolgoverleg. Gespecialiseerde medewerkers Het Rijks heeft verschillende gespecialiseerde medewerkers in dienst. Zij kunnen indien nodig de docenten en leerlingen ondersteunen. Deze ondersteuning is gericht op het goed kunnen functioneren van leerlingen binnen het onderwijsleerproces. De specifieke ondersteuning kan betrekking hebben op meerdere gebieden. Zorgcoördinator De zorgcoördinator coördineert de interne en externe ondersteuning en is voorzitter van het zorg- en adviesteam. Orthopedagoog De orthopedagoog begeleidt en adviseert docenten en mentoren bij de ondersteuning van de leerlingen, denkt mee bij het opstellen van ontwikkelingsperspectiefplannen en voert incidenteel psychologisch onderzoek of dyslexie-onderzoek uit. Trajectbegeleiding De trajectbegeleidster is zichtbaar binnen het primaire proces en helpt de leerlingen met het plannen van hun leeractiviteiten en controleert wat zij nodig hebben om taken te volbrengen, doelen te bereiken en controleert of de leerlingen de opgegeven lesstof wel begrijpen. Zij houdt contact met mentoren en de vakdocenten over hoe het met de leerling gaat. Remedial teacher Het kan zijn dat leerlingen leerachterstanden hebben opgelopen in het basisonderwijs. Het kan ook zijn dat een leerling een leerstoornis heeft, zoals dyslexie of dyscalculie. Deze leerlingen kunnen in aanmerking komen voor extra hulp van de remedial teacher, waardoor ze toch meekunnen komen met de leerstof. Leerlingbegeleider Natuurlijk gaat het met de meeste leerlingen goed op school. Sommigen hebben echter een steuntje in de rug nodig, bijvoorbeeld omdat ze tijdelijk in een moeilijke situatie zitten of omdat het in de contacten met anderen niet goed loopt. Individuele hulp door de leerlingbegeleider kan in dit soort gevallen uitkomst bieden. De leerlingbegeleider beschrijft met de mentor samen het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling. In de regel komt een leerling bij de leerlingbegeleider terecht op advies van een mentor. Een leerling kan zelf ook aangeven dat zij of hij begeleiding op prijs stelt. Schoolmaatschappelijk werker De schoolmaatschappelijk werker houdt zich bezig met leerlingen die in een dusdanig lastige situatie zitten dat het functioneren op school hierdoor ernstig wordt belemmerd. De maatschappelijk werker zal samen met de leerling de situatie inventariseren en met de leerling trachten te werken aan een 4

5 aanvaardbare oplossing. Indien nodig en/of gewenst kan de schoolmaatschappelijk werker ook een huisbezoek afleggen of ouder(s)/verzorger(s) uitnodigen voor een gesprek. Coördinator sociale veiligheid De mentor is aanspreekpunt voor leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en docenten bij signalen rondom pesten. De coördinator sociale veiligheid ondersteunt de mentor en docenten bij het begeleiden van leerlingen en groepen leerlingen die met elkaar in conflict zijn o.a. door middel van het organiseren van gerichte activiteiten ter vergroting van de sociale veiligheid. Vertrouwenspersoon Bij kwesties rondom ongewenste omgangsvormen kunnen leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) er voor kiezen om in gesprek te gaan met de vertrouwenspersoon van de school. Begeleider passend onderwijs Binnen onze school zijn een aantal begeleiders passend onderwijs actief. Er zijn begeleiders die gespecialiseerd zijn in het ondersteunen van leerlingen met gedragsproblemen, (chronische) ziekte en/of een lichamelijke beperking. Ook is er een begeleider vanuit Kentalis voor leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis of cluster-2-gerelateerde problematiek. Extra ondersteuningsaanbod Faalangstreductietraining Een aantal keer per jaar wordt er bij ons op school een faalangstreductietraining gegeven voor leerlingen die hun zelfvertrouwen willen vergroten. Voor examenleerlingen is de faalangstreductietraining toegespitst op het vergroten van het zelfvertrouwen rondom de examens. Sociale vaardigheidstraining Voor leerlingen die het moeilijk vinden om op een goede manier contacten aan te gaan of te onderhouden, bieden wij een sociale vaardigheidstraining aan. Agressieregulatietraining Een aantal keer per jaar wordt er bij ons op school een agressieregulatietraining gegeven voor leerlingen die hun boosheid en/of agressie beter onder controle willen krijgen. Meidenproject Binnen sommige teams van onze school zijn meiden ondervertegenwoordigd. Zij kunnen ondersteuning krijgen om sterker en beter weerbaar te worden in de interactie met medeleerlingen. Kortdurende opvang in de time-out/het Kompas Leerlingen kunnen kortdurend terecht in de time-out/het Kompas als zij wegens persoonlijke omstandigheden de les op dat moment niet kunnen volgen. Ook leerlingen die verwijderd worden uit de les worden gedurende het betreffende uur in de time-out/het Kompas geplaatst. In de time-out/het Kompas is altijd een pedagogisch medewerker aanwezig. 5

6 5. Extra ondersteuning (niveau 3): als er meer voor het kind geregeld moet worden Zoals in onze visie op ondersteuning staat leggen we ons de verplichting op, dat als we een leerling plaatsen, we ons ook tot het uiterste zullen inspannen om deze leerling naar een diploma te leiden. We denken dat we door onze zorgvuldige aannameprocedure de belemmerende en beschermende factoren en de ondersteuningsbehoefte van elke leerling goed in beeld kunnen brengen. Samen met de ouder(s)/verzorger(s) en leerling moeten we in staat zijn om vast te leggen welke ondersteuning de leerling zal krijgen en hoe we deze gewenste ondersteuning organiseren. Dit leggen we vast in een OPP (ontwikkelingsperspectiefplan). Elke leerling zal zich uiteraard wel moeten houden aan de schoolregels. Als een kind medische en/of lichamelijke beperkingen heeft, moet altijd met de school besproken worden of de school in staat is de nodige medische handelingen te verrichten en/of welke faciliteiten er nodig zijn. Organisatie van de 3 de lijnondersteuning Een mentor meldt in samenspraak met een teamleider en het lid ondersteuningsteam een leerling aan voor het interne zorg- en adviesteam (IZAT) of externe zorg- en adviesteam (EZAT) als de basisondersteuning ontoereikend is. Het IZAT zal bekijken welke extra ondersteuning wenselijk is en waarop die gericht is. Acties kunnen zijn: Aanmelding voor bijzonder intern onderzoek Een van de specialisten inventariseert in korte tijd alle informatie over een leerling. Hierbij zullen de leerling, de mentor, leraren, leerlingbegeleiders en ook ouder(s)/verzorger(s) betrokken worden. Het doel van dit onderzoek is om leraren op deze manier handvatten te bieden voor de ondersteuning van de leerling. Ook kan worden doorverwezen naar externe hulpverlening. Aanmelding voor een gericht onderzoek De zorgcoördinator of orthopedagoog stelt een plan van aanpak op. Dit kan zeer divers zijn: van een uitgebreid intelligentieonderzoek tot een onderzoek naar de ontwikkeling van de executieve functies. Plaatsing in de interne time-out of het Kompas Leerling wordt gedurende een afgebakende periode, maximaal drie maanden, geplaatst in de time-out/het Kompas. Hiervoor formuleren we samen met de leerling, ouder(s)/verzorger(s) en mentor een aantal doelstellingen voor de leerling waar we gedurende deze periode intensieve extra ondersteuning op zullen bieden We beogen hiermee dat de leerling na deze periode terug kan keren naar de reguliere klas. Als blijkt dat de leerling blijvend meer intensieve ondersteuning nodig heeft om de schoolloopbaan succesvol te kunnen doorlopen dan zoeken we samen met ouder(s)/verzorger(s) en, indien nodig ook met het Samenwerkingsverband, naar een passender vorm van onderwijs. Aanmelding bij een andere school Als blijkt dat een leerling niet leerbaar is en geen ontwikkeling meer vertoont, dan onderzoeken wij (indien nodig in overleg met het Samenwerkingsverband) de plaatsing op passender scholen. Intensieve samenwerking tussen leerplichtzaken en de schoolarts De schoolarts en leerplichtambtenaar zijn regelmatig op school aanwezig en kunnen worden ingeschakeld bij veelvuldig verzuim van een leerling. 6

7 Communicatie met ouder(s)/verzorger(s) Zoals hierboven al omschreven vinden wij het belangrijk om samen met ouder(s)/verzorger(s) de ontwikkeling van de leerling te volgen. Mocht de leerling ondersteuning nodig hebben, dan zullen we altijd met ouder(s)/verzorger(s) bespreken wat de opties zijn en welke keuze we maken. Plaatsing op de school van aanmelding niet altijd mogelijk De school streeft ernaar dat alle leerlingen geplaatst kunnen worden op de school van aanmelding. Echter, niet altijd past de leerling bij de school van aanmelding. De school zoekt dan samen met de ouder(s)/verzorger(s) een beter passende school. Er zijn drie redenen voor doorverwijzing naar een andere school: 1. de school kan niet voldoen aan de te specifieke ondersteuningsvraag; 2. een teveel aan kinderen met ondersteuningsvragen kan de ondersteuningskracht van de school te boven gaan; 3. het kind voldoet niet aan het niveau van de school. De scholen van Nijmegen en omgeving zijn lid van het Samenwerkingsverband VO-VSO. Het SWV zorgt ervoor dat elke leerling een onderwijsplek op een school krijgt. In overleg met ouder(s)/verzorgers(,) de school van herkomst, de school van aanmelding en de andere school wordt de leerling door het Samenwerkingsverband op een school geplaatst waar voldaan wordt aan de zorgvraag van het kind. Job Heijltjes (zorgcoördinator) mei