Rond of Rood? Een onderzoek naar de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam. Ivo Libregts Frans Moors

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rond of Rood? - 2004. Een onderzoek naar de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam. Ivo Libregts Frans Moors"

Transcriptie

1 Rond of Rood? Een onderzoek naar de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam Ivo Libregts Frans Moors

2 Rond of Rood? 2004 Een onderzoek naar de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam december 2004

3 2004 dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid [SoZaWe], Sociaal-wetenschappelijke Afdeling, Rotterdam Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding en verantwoording Inleiding Vraagstelling en opzet van het onderzoek Indeling van het onderzoeksrapport 10 Hoofdstuk 2 Respons en kenmerken van de onderzoeksgroep Inleiding Respons Primaire bron van inkomsten Leeftijd Geslacht Gezinstype en huishoudenssamenstelling Etniciteit Opleidingsniveau Deelgemeente 23 Hoofdstuk 3 Inkomen Inleiding Bron(nen) van inkomsten Het totale maandinkomen Jaarinkomen op maandbasis Overige inkomstengegevens Inkomensontwikkeling Spaargeld 33

5 Hoofdstuk 4 Woonlasten Inleiding De bruto huurlasten Bruto huur in vergelijking Huursubsidie en woonkostentoeslag De netto huur Ontwikkeling van de netto huur De onroerende-zaakbelasting Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en waterschapsheffingen Woonlasten van huiseigenaren De totale woonlasten Tevredenheid over de woning en de woonomgeving 48 Hoofdstuk 5 Onontkoombare lasten Inleiding Ziektekostenverzekering Verzekeringen Kosten van kinderen Scholings- en studiekosten Aflossing van schulden De totale onontkoombare lasten De bijzondere bijstand 60 Hoofdstuk 6 Functionele uitgaven Inleiding Vervoer Gebruik van de telefoon Lidmaatschappen en het gebruik van media De totale functionele lasten 68

6 Hoofdstuk 7 Het vrij besteedbaar inkomen Inleiding Het bruto vrij besteedbaar inkomen Het netto vrij besteedbare inkomen De ontwikkeling van het vrij besteedbare inkomen Effecten van het armoedebeleid op het besteedbaar inkomen 80 Hoofdstuk 8 Schulden Inleiding Betalingsachterstanden Leningen De totale schuldenlast Problematische schulden Schulden en het bestedingspatroon 96 Hoofdstuk 9 De financiële situatie Inleiding Rondkomen van een inkomen rond het sociale minimum Bezuinigingen 101 Hoofdstuk 10 Arbeid en reïntegratie Inleiding Werkenden Uitkeringsgerechtigden Overige arbeidsmarktgerelateerde gegevens 115 Hoofdstuk 11 Samenvatting en conclusies Samenvatting Conclusies 129

7

8 Hoofdstuk 1 Inleiding en verantwoording 1.1 Inleiding Sinds 1992 peilt de sociaal-wetenschappelijke afdeling van de dienst SoZaWe iedere twee jaar de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam. In de rapporten van dit onderzoek onder de titel Rond of Rood? worden inkomsten, vaste lasten, vrij besteedbare ruimte en schuldproblematiek van Rotterdamse huishoudens met een uitkering of arbeidsinkomen tot 125% van het sociale minimum in kaart gebracht. Het belangrijkste doel van het onderzoek is het houden van een vinger aan de pols van de financiële positie van Rotterdamse minimahuishoudens en het meten van de effecten van lokaal beleid daarop. Daarnaast is er in de laatste rapporten sprake van een verdere uitwerking van één of meer specifieke thema s. Met het oog op de invoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de in dit kader sterkere nadruk van de taakstelling van de dienst SoZaWe op reïntegratie van uitkeringsgerechtigden in het arbeidsproces, is dit keer specifiek aandacht besteed aan verschillende aspecten van reïntegratie en de beleving hiervan door de deelnemende respondenten. De invoering van de WWB heeft in meer aspecten invloed op de huishoudens die onderwerp zijn van het onderzoek. Armoedebestrijding wordt door de landelijke overheid in de afgelopen jaren steeds meer in het licht gezien van reïntegratiebeleid, waardoor de beleidsruimte die gemeenten in de jaren negentig kregen om een gericht en categoriaal inkomensondersteuning te geven aan specifieke doelgroepen van armoedebeleid, inmiddels sterk is beperkt. Rechtsongelijkheid tussen gemeenten en de dreiging van een armoedeval waren de belangrijkste argumenten om de beleidsvrijheid van de lokale overheid in dat kader te beperken. Alleen huishoudens die langdurig op het minimum zijn aangewezen en geen uitzicht meer hebben op betaald werk komen in aanmerking voor extra inkomensondersteuning in de vorm van een langdurigheidstoeslag die deel uitmaakt van de WWB. Hoewel de gemeente Rotterdam in strikte zin geen categoriaal beleid voerde, is in dit kader wel een einde gemaakt aan de regeling duurzame gebruiksgoederen waarvan de omschrijving van de doelgroep dicht bij die van de langdurigheidstoeslag lag. Daarnaast hebben gemeenten de volledige budgettaire verantwoordelijkheid gekregen voor de uitvoering van de WWB, waardoor het belang van de lokale overheid om het volume van het bijstandsbestand te beperken alleen maar is toegenomen. De omvorming van de bijstand krijgt zijn beslag in een periode van economische neergang, die vanaf 2003 direct merkbaar is in ieders portemonnee. Was er in de 7

9 periode , mede door de belastingherziening in het laatste jaar van die periode, sprake van een algemene koopkrachtstijging, in de jaren daarna is het allemaal minder geworden. Zoals alle inkomensgroepen deelden in de koopkrachtstijging van de jaren negentig, zo delen alle inkomensgroepen in de koopkrachtdaling van deze periode. Afhankelijk van het soort inkomen en het gezinstype bedraagt de koopkrachtdaling in 2004 van de huishoudens met een minimuminkomen tussen de 1,2 en 2% 1. De achteruitgang wordt ook beïnvloed door wijzigingen in de huursubsidie en de invoering van eigen bijdragen in de ziektekosten. Het algemene beeld van koopkrachtstijging en -daling moet worden genuanceerd als we de ontwikkelingen van de laagst- en de beterbetaalden bekijken. Was er in algemene zin in de periode sprake van een verbetering van de financiële positie van de laagstbetaalden, in relatie tot de koopkrachtontwikkeling van de beter betaalden is het verschil alleen maar groter geworden. Terwijl huishoudens met een laag inkomen er in de periode gemiddeld 2% in koopkracht op vooruit gingen, was de gemiddelde stijging van de koopkracht van alle Nederlandse huishoudens 7%. Zelfs als de effecten van huursubsidie, kwijtscheldingsregelingen en de bijzondere bijstand worden verdisconteerd, blijft de koopkrachtontwikkeling van de lage inkomens in de bewuste periode achter bij het gemiddelde 2. Ook als men op de langere termijn de koopkrachtontwikkeling van alle uitkeringsgerechtigden beschouwt, is er sprake van een blijvende achterstand. De koopkracht van uitkeringsgerechtigden bevindt zich in 2001 op een lager niveau dan in 1980, terwijl die voor werkenden en pensioengerechtigden in die periode respectievelijk met 13 en 7% steeg. In de vorige rapportage werd al geconstateerd dat landelijk en lokaal armoedebeleid en een economische hoogconjunctuur kennelijk niet hebben kunnen verhoeden dat de lage inkomens nog verder op achterstand zijn geraakt. De huidige laagconjunctuur en de beperking van de gerichte inkomensondersteuning voor de laagstbetaalden zal deze achterstand waarschijnlijk alleen maar vergroten. In dit rapport wordt becijferd in hoeverre de hierboven geschetste trends gelden voor Rotterdamse huishoudens met een inkomen rond het sociale minimum. Hierbij moet worden aangetekend dat de gegevens voor het grootste deel betrekking hebben op het jaar 2003: het rapport schetst dus de positie van de huishoudens met een minimuminkomen in dat jaar. Doordat er vanaf 1992 met regelmaat aan de hand van een vergelijkbare onderzoeksmethode de inkomenspositie van de huishoudens rond het minimum is gemeten, kan de ontwikkeling van de financiële positie op de 1 NIBUD (2004) 2 CBS/SCP (2001), p. 3 8

10 langere termijn worden gevolgd. Daarnaast wordt niet alleen een vergelijking gemaakt tussen de gegevens van de bijstandspopulaties over de periode ; door het geringe verloop in het vaste panel is het mogelijk een valide vergelijking te maken tussen de onderzoeksresultaten van de huishoudens die vanaf 2000 aan het onderzoek hebben deelgenomen. Hierdoor kan een vergelijking over vier jaar van alle onderzochte inkomensgroepen worden gemaakt, en kunnen de in de meerjarenvergelijkingen geschetste trends van de huishoudens met een bijstandsuitkering middels deze vergelijking worden gecontroleerd. 1.2 Vraagstelling en opzet van het onderzoek Het onderzoek ten behoeve van deze rapportage is verricht in opdracht van de Directeur SoZaWe. De onderzoeksopdracht was tweeledig: - een actualisering van de gegevens over inkomen, uitgaven en vrij besteedbare ruimte van de huishoudens met een inkomen rond het minimum in Rotterdam. Aan de hand hiervan een actualisering van gegevens over de bijdrage die het lokale armoedebeleid levert aan inkomensondersteuning en terugdringing van de vaste lasten van deze huishoudens; - aandacht voor attitude en ervaringen van de uitkeringsgerechtigde onderzoeksdeelnemers met betrekking tot reïntegratie op de arbeidsmarkt. Om deze vragen te beantwoorden is een vragenlijst ontworpen met daarin de elk onderzoeksjaar terugkerende rubrieken algemene gegevens, inkomsten, wonen en uitgaven, schulden en de financiële situatie. Daarnaast is ten behoeve van dit onderzoek de rubriek arbeid en reïntegratie toegevoegd. De vragenlijst is aangepast en toegesneden op de drie kerngroepen van het onderzoek: uitkeringsgerechtigden, werkenden met een laag inkomen en pensioengerechtigden zonder of met een klein pensioen. Als inkomensgrens wordt een huishoudensinkomen tot 140% van het sociale minimum gehanteerd; als uitgangspunt zijn de tarieven en bijstandsnormen van de tweede helft van 2003 genomen. Voor de huur en de huursubsidie zijn bij de berekeningen de bedragen van vóór 1 juli 2003 gebruikt. Per kerngroep is onderscheid gemaakt in vraagstelling aan oude en nieuwe onderzoeksdeelnemers, zodat bij de oude deelnemers niet meer hoefde te worden gevraagd naar reeds bekende gegevens. Daarna zijn eerst de respondenten aangeschreven die de vorige ronde al hebben deelgenomen en tot het vaste panel gerekend kunnen worden. Uiteraard zijn alleen dié adressen gebruikt die nog in het huidige SoZaWe-bestand en/of de Rotterdamse bevolkingsadministratie terug te vinden waren. Ondanks een 9

11 uitstekende respons van het vaste panel moest nog een aantal nieuwe huishoudens aan de onderzoeksgroep worden toegevoegd om het streefaantal van driehonderd huishoudens te behalen. Daartoe is een aantal gerichte steekproeven getrokken uit het bestand van bijstandsgerechtigden en ontvangers van bijzondere bijstand. Hierbij is rekening gehouden met een representatieve verdeling over een aantal kenmerken zoals geslacht, leeftijd, gezinstype en soort inkomen. De vragenlijst is aan de aldus geworven huishoudens toegestuurd, waarna deze ingevuld kon worden geretourneerd. Degenen die daar niet zelfstandig toe in staat waren, zijn bezocht door een interviewer of hebben telefonisch contact gehad met de speciaal voor dit onderzoek bij de SWA ingerichte helpdesk. Aan alle aangeschrevenen die na enige tijd nog niet gereageerd hadden, is een rappelbrief gestuurd. 1.3 Indeling van het onderzoeksrapport De indeling van dit rapport is voor de vaste items gelijk aan die van de vorige meting. In hoofdstuk 2 komen respons en de kenmerken van het huidige panel aan de orde. Hoofdstuk 3 handelt over de inkomsten van de huishoudens, alsmede de eventuele dynamiek daarin. De hoofdstukken 4 tot en met 7 gaan over de verschillende soorten uitgaven en het vrij besteedbaar inkomen. De schuldenproblematiek wordt beschreven in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9 komen de meer kwalitatieve aspecten van het leven met een inkomen rond het minimum aan de orde bod. In hoofdstuk 10 wordt aandacht besteed aan aspecten van reïntegratie. De samenvatting en conclusies zijn opgenomen in hoofdstuk 11. Voor het gehele rapport geldt dat, in verband met afrondingsverschillen, in sommige tabellen de percentages niet optellen tot honderd. De afwijking bedraagt maximaal één procent naar boven of naar beneden. 10

12 Hoofdstuk 2 Respons en kenmerken van de onderzoeksgroep 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven we een beeld van de respons en de non-respons en de gevolgen daarvan voor de representativiteit van de onderzoeksgroep. Verder wordt de samenstelling van het panel beschreven aan de hand van een aantal relevante sociodemografische kenmerken. Er is aandacht voor geslacht, leeftijd, geboorteland (plus etniciteit), opleidingsniveau, gezinstype (plus huishoudenssamenstelling), de primaire bron van inkomsten (soort inkomen) en de verdeling over de verschillende Rotterdamse deelgemeenten. 2.2 Respons De benaderingswijze van de respondenten wijkt in zoverre af van die in voorgaande jaren dat er dit keer geen gebruik hoefde te worden gemaakt van zichzelf aanmeldende deelnemers via krantenadvertenties. Om voldoende deelnemers over te houden, is er een aantal reguliere SoZaWe-cliënten aangeschreven alsmede een groep cliënten die alleen bijzondere bijstand van SoZaWe ontvangen en geen reguliere uitkering. Bij het aanschrijven van de nieuwe respondenten is vooral rekening gehouden met de leeftijd: met name potentiële deelnemers uit de jongere leeftijdsklassen zijn benaderd. Bij de 65-plussers bleken er na de vaste panelronde al genoeg respondenten uit die groep mee te doen, zodat er uit die inkomensgroep geen nieuwe respondenten hoefden te worden aangeschreven. Dit heeft geleid tot de responscijfers zoals die staan vermeld in de volgende tabel. Tabel 2.1 Responscijfers in aantallen en procenten Benaderd Bruto respons Netto respons Aantal % Aantal % Aantal % Deelnemers Bestand SoZaWe Totaal Hieruit blijkt dat de respons vanuit de groep vaste respondenten net als twee jaar geleden zeer goed te noemen is. Waar in 2002 al 69% wederom aan het onderzoek 11

13 deelnam, is dat in 2004 zelfs 78% (bruto respons). Uiteindelijk is na selectie op bruikbaarheid 77% daadwerkelijk in de analyse meegenomen (netto respons). Ook waren er enkele respondenten die inmiddels een te hoog inkomen hadden zodat zij niet meer tot de doelgroep van het onderzoek behoorden. Tevens is bij de groep nieuwe deelnemers (veelal jongeren) de respons in vergelijking met andere jaren zeer behoorlijk te noemen. Zowel bij de vaste als bij de nieuwe respondenten is er gebruik gemaakt van een rappèlbrief, die bij beide groepen ongeveer 10% extra bruikbare respons heeft opgeleverd. Een algemene conclusie kan dan ook zijn dat meer dan driekwart van het panel (77%) al eerder aan Rond of Rood-onderzoek heeft meegedaan en dus tot het vaste panel kan worden gerekend. De totale netto respons van alle aangeschrevenen bedraagt 54%. Omdat er deze keer geen zelfaanmelders zijn, kan de non-responsanalyse in principe plaatsvinden bij alle 585 aangeschrevenen. Twee kenmerken die van deze gehele groep bekend zijn, zijn het geslacht en de leeftijdsklasse. Deze gegevens staan vermeld in de navolgende tabel. Tabel 2.2 Respons en non-respons op de mailing naar enkele kenmerken (%) Respons (%) Non-respons (%) Totaal (%) N Geslacht Man Vrouw Leeftijd < 30 jaar t/m 39 jaar t/m 49 jaar t/m 64 jaar Totaal Vrouwen blijken relatief vaker dan mannen te responderen dan twee jaar geleden toen beide seksen een nagenoeg gelijk responspercentage lieten zien. De grote invloed van leeftijd op de respons, zagen we echter in 2002 ook al: hoe hoger de leeftijdsklasse, hoe hoger de respons. Een uitgebreidere non-responsanalyse kan worden gemaakt voor de huishoudens van het vaste panel, omdat we over meer gegevens van deze huishoudens beschikken. In de navolgende tabel maken we een vergelijking van de respons en de non-respons onder de deelnemers die ook in 2002 aan het onderzoek hebben 12

14 deelgenomen. Voor de samenstelling van de tabel zijn de kenmerken van twee jaar geleden gebruikt; een aantal actuele gegevens van de niet-deelnemende huishoudens is immers onbekend (zoals huidige gezinssituatie en primair inkomen). Tabel 2.3 Respons en non-respons van de respondenten die al eerder deelnamen (%) Respons (%) Non-respons (%) Totaal (%) N Geslacht Man Vrouw Leeftijd < 30 jaar t/m 39 jaar t/m 49 jaar t/m 64 jaar Gezinstype Alleenstaand Eenoudergezin Paar zonder kind Tweeoudergezin Soort inkomen Bijstand Werk AOW/pensioen Ander inkomen Etniciteit Autochtoon/westers Allochtoon/niet-westers Totaal (gemiddeld) (77%) (23%) (100%) 296 Van de vier soorten inkomens kan alleen bij de bijstandsgerechtigden worden nagegaan of er sprake is van representativiteit voor de totale populatie. Voor de overige soorten beschikken we immers niet over voldoende gegevens van de totale populaties om de representativiteit ervan te kunnen vaststellen. Als we de gegevens van deze groepen echter vergelijken met de kenmerken van de bijstandsgerechtigden, dan krijgen we echter wel een indicatie van de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende soorten inkomens. In de volgende tabel wordt een vergelijking gemaakt tussen de kenmerken van de respondenten met een bijstandsuitkering en het totale bestand van SoZaWe van begin

15 Tabel 2.4 Vergelijking tussen de huishoudens met een bijstandsuitkering in de responsgroep en het SoZaWe-bestand over enkele kenmerken (%) Totale SoZaWe-bestand Respondenten uit het Januari 2004 SoZaWe-bestand 2004 N= N=142 Geslacht Man Vrouw Leeftijd < 30 jaar t/m 39 jaar t/m 49 jaar t/m 64 jaar Gezinstype Alleenstaand Eenoudergezin Paar zonder kind 7 2 Tweeoudergezin 9 10 Totaal Net als twee jaar geleden treffen we binnen de gehele populatie een ondervertegenwoordiging van mannen en alleenstaanden aan in vergelijking met het SoZaWe-bestand van begin De ondervertegenwoordiging van mannen is groter dan in 2002 door het feit dat in tweeoudergezinnen de vrouw nog vaker dan voorheen als respondent is gaan optreden en vanwege de relatief grotere deelname van eenoudergezinnen aan het onderzoek. Eenoudergezinnen hebben relatief nog beter gerespondeerd dan twee jaar geleden, in tegenstelling tot de alleenstaanden. De geringe deelname van de paren zonder kinderen was in de vorige meting ook al aanwezig en wordt voor het totale eindpercentage gecorrigeerd door de deelname van de 65-plussers (zie de navolgende tabel). Ditzelfde is gebeurd bij de alleenstaanden. De ouderen behoren immers zonder uitzondering tot deze twee gezinstypen. De indeling in leeftijdsklassen van het bijstandspanel is een goede afspiegeling van het totale SoZaWe-bestand. In 2002 was er nog sprake van een vergrijsd bijstandspanel, met een relatieve oververtegenwoordiging van respondenten in de leeftijdsklasse jaar. Tot slot van deze paragraaf geven we een totaaloverzicht van een aantal kenmerken van de deelnemende huishoudens, zoals die in de volgende paragrafen van dit 14

16 hoofdstuk zullen worden uitgewerkt. Hiermee wordt enig reliëf gegeven aan de representativiteit van de totale responsgroep en de soorten inkomens afzonderlijk. Tabel 2.5 Enkele relevante kenmerken van de responsgroep in aantallen en procenten Aantal % Geslacht Man Vrouw Gezinstype Alleenstaand Eenoudergezin Paar zonder kind Tweeoudergezin 24 7 Leeftijdsklasse < 30 jaar t/m 39 jaar t/m 49 jaar t/m 64 jaar Soort inkomen Bijstand Werk AOW/pensioen Ander inkomen 27 9 Geboorteland Nederland Suriname/Antillen Turkije/Marokko Overig Totaal

17 Aantal % Etniciteit Autochtoon/westers Allochtoon/niet-westers Opleidingsniveau Geen Lagere school VMBO Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs Anders 19 6 Deelgemeente Stadscentrum 13 4 Delfshaven Overschie 7 2 Noord Hillegersberg/Schiebroek 12 4 Kralingen/Crooswijk 24 8 Prins Alexander Feijenoord IJsselmonde Charlois Hoogvliet 18 6 Totaal Primaire bron van inkomsten Zoals we in de voorgaande tabel hebben kunnen zien, zijn de respondenten ingedeeld in vier soorten bronnen waaruit het inkomen betrokken wordt: bijstand, werk, AOW/pensioen en ander inkomen (bv. WAO, WW of ANW). Deze indeling is gebaseerd op het primaire inkomen van de huishoudens (het hoogste inkomen). Voor een meer gedetailleerde beschrijving van het primaire inkomen verwijzen we naar het inkomenshoofdstuk. In de navolgende tabel wordt de grovere verdeling in soorten inkomens vergeleken met die van twee jaar geleden. 16

18 Tabel 2.6 Panelsamenstelling naar soort inkomen vergeleken (in aantallen en %) Soort inkomen Aantal % Aantal % Bijstand Werk AOW/pensioen Ander inkomen Alle huishoudens We zien dat er aan het huidige onderzoek zowel in absolute als in relatieve zin meer bijstandsgerechtigde respondenten hebben deelgenomen. Hiernaar is bewust gestreefd omdat de bijstandspopulatie immers een groot deel vormt van de totale groep minima. De bovenstaande omvang van de groep 65-plussers was al na de benadering van het vaste panel bereikt en de respons was dermate hoog in deze groep dat is besloten geen nieuwe ouderen bij het onderzoek te betrekken. De grotere groep bijstandsgerechtigden is ten koste gegaan van de werkenden en de overige inkomens. Bij de benadering van potentiële nieuwe respondenten is succesvol geprobeerd extra huishoudens uit deze groepen te bereiken door middel van het aanschrijven van cliënten van SoZaWe die jonger zijn dan 65 jaar, geen reguliere bijstandsuitkering hebben en alleen bijzondere bijstand ontvangen. Veranderingen binnen de groepen primaire inkomens zullen verderop in dit rapport worden beschreven. 2.4 Leeftijd De overige kenmerken zullen steeds worden afgezet tegen de indeling in soorten inkomens. De leeftijden van de respondenten van het gehele Rond of Rood-panel staan in klassen vermeld in het volgende overzicht. De leeftijdsopbouw van de bijstandsgroep kwam al eerder in dit hoofdstuk ter sprake. 17

19 Tabel 2.7 Leeftijd van de respondenten in klassen naar soort inkomen (%) Bijstand Werk AOW/ Ander Alle pensioen inkomen huishoudens n=142 n=60 n=84 n=27 N=313 Leeftijdsklasse < 30 jaar t/m 39 jaar t/m 49 jaar t/m 64 jaar Totaal We zien in de laatste kolom dat bijna de helft van de respondenten 50 jaar of ouder is (49%). Dat is iets minder dan twee jaar geleden, toen was het nog 54%. Daarentegen zijn de jongere leeftijdsklassen wat beter vertegenwoordigd dan in De groep werkenden bevindt zich relatief vaak in de leeftijdsklasse van jaar, maar ook de jarigen zijn in deze inkomensgroep beter vertegenwoordigd dan in het vorige Rond of Rood-onderzoek. We kunnen dan ook vaststellen dat de groep werkenden enigszins begint te vergrijzen. Enkele respondenten zijn zelf nog geen 65 jaar, maar omdat de partner dat wel is en het hoofdinkomen van het huishouden wordt gevormd door AOW/pensioen zijn zij bij die soort inkomen ingedeeld. 2.5 Geslacht Ook naar geslacht kunnen we een tabel naar soort inkomen samenstellen. Hieruit blijkt dat in het totale panel mannen zijn ondervertegenwoordigd, maar iets minder sterk dan we eerder zagen bij de sekse-verdeling van het bijstandspanel. Daarnaast zijn deze cijfers enigszins vertekend, omdat mannen weliswaar minder vaak zelf respondent zijn, maar hun financiële gegevens wel in het onderzoek worden meegenomen omdat zij als partner deel uitmaken van het huishouden (zowel bij de paren zonder kinderen als bij de tweeoudergezinnen heeft de vrouw van het stel vaak als respondent aan het onderzoek deelgenomen). 18

20 Tabel 2.8 Geslacht van de respondenten naar soort inkomen (%) Bijstand Werk AOW/ Ander Alle pensioen inkomen huishoudens n=142 n=60 n=84 n=27 N=313 Geslacht Man Vrouw Totaal Gezinstype en huishoudenssamenstelling Allereerst geven we voor het kenmerk gezinstype een zelfde tabel als bij de bespreking van voorgaande kenmerken. Tabel 2.9 Gezinstype naar soort inkomen (%) Bijstand Werk AOW/ pensioen Ander inkomen Alle huishoudens n=142 n=60 n=84 n=27 N=313 Gezinstype Alleenstaand Eenoudergezin Paar zonder kind Tweeoudergezin Totaal Net als twee jaar geleden blijkt iets meer dan de helft van het panel uit alleenstaanden te bestaan. De groep eenoudergezinnen is procentueel wel iets groter geworden. Met name binnen de bijstandsgroep hebben er meer huishoudens van dit gezinstype aan het onderzoek deelgenomen. Bij de werkenden zijn er iets meer alleenstaanden en juist minder eenoudergezinnen dan in de groep respondenten van De volgende tabel handelt over het aantal thuiswonende kinderen van de respondenten. Het gemiddeld aantal thuiswonende kinderen van eenoudergezinnen bedraagt 1,7 en dat van tweeoudergezinnen 2,4. Als we de respondent en de eventuele partner daarbij optellen, komen we tot een gemiddelde gezinsomvang van eenoudergezinnen van 2,7 en van 4,4 van tweeoudergezinnen. 19

21 Tabel 2.10 Thuiswonende kinderen per gezinstype met kinderen (%) Totaal Gezinstype Eenoudergezin Tweeoudergezin Totaal (n=118) De leeftijd van de kinderen is van belang voor de inkomenspositie van een huishouden. Omdat kinderen van 18 jaar of ouder als zelfstandig worden beschouwd, wordt er voor hen geen kinderbijslag meer ontvangen en als er geen jongere kinderen meer in het gezin zijn, wordt de bijstandsnorm voor alleenstaande ouders omgezet in een alleenstaandennorm (soms kostendelend). Een meerjarenvergelijking van de omvang van deze groep maakt duidelijk dat in 1997 en % van de kinderen 18 jaar of ouder is en als financieel zelfstandig wordt beschouwd. In 2002 was dit 12% en in het huidige onderzoek 11%. Bij 12% van de eenoudergezinnen is het jongste kind ouder dan 17 jaar waardoor er voor deze huishoudens een woningdelersnorm geldt en de betrokkene als alleenstaand wordt beschouwd. Niet alleen door toedoen van oudere thuiswonende kinderen kunnen respondenten een kostendelersnorm ontvangen, ook door het hebben van andere inwonenden kunnen bijstandsgerechtigden over een lagere uitkeringsnorm beschikken. Het blijkt dat 3% van de huishoudens andere inwonenden heeft, bij een derde van deze groep blijkt het zelfs om twee personen te gaan. Omdat het hier deels werkenden en 65-plussers betreft, worden er maar enkele alleenstaanden en eenoudergezinnen vanwege een kostendeling met andere inwonenden op hun bijstandsuitkering gekort. Tenslotte blijkt dat bij 7% van de respondenten die al eerder aan het onderzoek deelnamen de gezinssamenstelling in de afgelopen twee jaar is gewijzigd. De redenen hiervoor zijn de geboorte van een kind, het overlijden van de partner, beëindiging van een relatie of scheiding, het zelfstandig gaan wonen van oudere kinderen en de komst (inwoning) van familieleden. 2.7 Etniciteit De etniciteit is in dit onderzoek op verschillende manieren vastgesteld. Allereerst staat in onderstaande tabel een overzicht van het geboorteland van de respondenten over zes metingen weergegeven. 20

22 Tabel 2.11 Geboorteland van de respondenten over zes metingen (%) N=205 N=300 N=379 N=336 N=312 N=313 Geboorteland Nederland Suriname/Antillen Turkije/Marokko Overig Totaal Het aandeel respondenten dat in Nederland is geboren is in 2004 ten opzichte van twee jaar geleden weer iets gedaald. De groep die in Turkije of Marokko is geboren, is daarentegen weer iets groter geworden. Een verklaring hiervoor is dat er in deze meting geen gebruik is gemaakt van zelfaanmelders (veelal autochtone 65-plussers) en het nieuwe panel volledig uit het bijstandsbestand is geworven waarin zich relatief veel allochtonen bevinden. Omdat het geboorteland van de respondent nog niet alles zegt over iemands etniciteit, is er ook gekeken naar het geboorteland van de ouders. Aan de hand hiervan is een grove tweedeling samengesteld waarbij ook het primair inkomen is betrokken. Tabel 2.12 Etniciteit van de respondenten naar soort inkomen (%) Bijstand Werk AOW/ Ander Alle pensioen inkomen huishoudens n=142 n=60 n=84 n=27 N=313 Etniciteit Autochtoon/westers Allochtoon/niet-westers Totaal Net als twee jaar geleden blijkt het overgrote deel van de respondenten met een AOW/pensioen of een ander inkomen van autochtone origine. Bij de bijstandsgerechtigden hebben er relatief meer allochtonen aan het onderzoek deelgenomen, wederom een weerspiegeling van de concentratie van allochtonen in het bijstandsbestand. 21

23 2.8 Opleidingsniveau De gegevens over het opleidingsniveau van de respondenten staan vermeld in de navolgende tabel. Het handelt hier over met succes afgeronde opleidingen. Tabel 2.13 Opleidingsniveau van de respondenten naar soort inkomen (%) Bijstand Werk AOW/ pensioen Ander inkomen Alle huishoudens n=142 n=60 n=84 n=27 N=313 Opleidingsniveau Geen Lagere school VMBO Middelbaar onderwijs Hoger onderwijs Anders Totaal Van de vier soorten inkomens blijken de werkenden en de respondenten met een ander inkomen het hoogst opgeleid. Specifieke vakscholing en qua niveau niet eenduidig te bepalen buitenlandse opleidingen vallen in de categorie anders. De dalende trend in het aandeel respondenten met geen enkele afgeronde opleiding of alleen een lagere schoolopleiding heeft zich in de huidige meting gestabiliseerd op ongeveer een derde (33%). Allochtonen zijn net als twee jaar geleden vaker óf hoger opgeleid of hebben in het geheel geen opleiding gehad. Het percentage laaggeschoolden is nagenoeg hetzelfde als in de vorige meting, onder met name de nieuwe respondenten bevinden zich thans echter meer VMBO-ers, dit in tegenstelling tot de middelbaar geschoolden en in mindere mate de hoger geschoolden. Op het moment van onderzoek zijn 35 respondenten bezig met een beroepsgerichte opleiding of (taal-)cursus. Het betreft hier 13% van de bijstandsgerechtigden, 25% van de werkenden en 8% van de respondenten met een ander inkomen. Op de huidige opleidingsactiviteiten komen we verderop in dit rapport nog uitgebreider terug. 22

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Afhankelijk van een uitkering in Nederland Afhankelijk van een uitkering in Nederland Harry Bierings en Wim Bos In waren 1,6 miljoen huishoudens voor hun inkomen afhankelijk van een uitkering. Dit is ruim een vijfde van alle huishoudens in Nederland.

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting In hoofdstuk 9 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit hoofdstuk is uitgebreider

Nadere informatie

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Monitor lage inkomens DG Feijenoord Een analyse van de doelgroep van het armoedebeleid in de deelgemeente Feijenoord, gemeente Rotterdam

Monitor lage inkomens DG Feijenoord Een analyse van de doelgroep van het armoedebeleid in de deelgemeente Feijenoord, gemeente Rotterdam Monitor lage inkomens Een analyse van de doelgroep van het armoedebeleid in de deelgemeente Feijenoord, gemeente Rotterdam Frans Moors m.m.v. Paul de Graaf (COS) 2011 Sociale Zaken en Werkgelegenheid [SoZaWe],

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting In dit hoofdstuk wordt allereerst gekeken naar de bekendheid en het gebruik van vijf inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke

Nadere informatie

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Bijlage III Het risico op financiële armoede Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van de vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

rotterdam.nl/onderzoek Koopkrachtonderzoek

rotterdam.nl/onderzoek Koopkrachtonderzoek rotterdam.nl/onderzoek Koopkrachtonderzoek Tweede vervolgmeting van een panelonderzoek naar de effecten van landelijke en lokale bezuinigingsmaatregelen op de koopkracht van Rotterdamse huishoudens met

Nadere informatie

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep Hoofdstuk 16. Financiële situatie Samenvatting 16. FINANCIËLE SITUATIE In hoofdstuk 5 is aan de hand van een aantal trendvragen kort ingegaan op de financiële situatie van de inwoners van Leiden. In dit

Nadere informatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Hoofdstuk 24 Financiële situatie Hoofdstuk 24 Financiële situatie Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Zes op de tien Leidenaren zijn bekend

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 17. Financiële dienstverlening Samenvatting Leiden kent verschillende inkomensondersteunende regelingen, te weten: Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, Bijzondere bijstand, Declaratieregeling,

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-138 3 juli 2002 9.30 uur Verdere daling langdurige minima In 2000 hadden 229 duizend huishoudens al ten minste vier jaar achtereen een inkomen onder

Nadere informatie

Vakantiegeld-enquête 2016. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Vakantiegeld-enquête 2016. Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vakantiegeld-enquête 2016 Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting Vakantiegeld-enquête 2016 Auteurs Gea Schonewille Jasja Bos Inhoud SAMENVATTING... 6 1 INLEIDING... 8 2 AANTAL KEREN OP VAKANTIE...

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Waalwijk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens in de

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Olst-Wijhe.

Nadere informatie

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-079 3 december 2009 9.30 uur Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen Meeste kans op armoede bij eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Heerhugowaard 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013 Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013 Op Prinsjesdag 2013 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013. Prinsjesdag 2012

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013. Prinsjesdag 2012 Uitgewerkte voorbeelden koopkracht 2012-2013 Prinsjesdag 2012 Koopkrachtontwikkelingen 2012-2013 Voorbeeldberekeningen Prinsjesdag 2012 2012-2013 koopkrachtontwikkeling (bedragen netto per maand) Alle

Nadere informatie

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Ridderkerk 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens

Nadere informatie

Sociaal Wetenschappelijke Afdeling. Koopkrachtonderzoek

Sociaal Wetenschappelijke Afdeling. Koopkrachtonderzoek Sociaal Wetenschappelijke Afdeling Koopkrachtonderzoek Effecten van landelijke en lokale bezuinigingsmaatregelen op de koopkracht van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam in 212 Fase 1 Oktober

Nadere informatie

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist 2 Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Sociaal Raadslieden Zeist Bergweg 1 3701 JJ Zeist T 030-6923857 M sora.zeist@planet.nl I www.sociaalraadsliedenzeist.nl 3 4 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015

Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht

Nadere informatie

Koopkrachtonderzoek. Fase 2

Koopkrachtonderzoek. Fase 2 Koopkrachtonderzoek Fase 2 Nulmeting van een panelonderzoek naar de effecten van landelijke en lokale bezuinigingsmaatregelen op de koopkracht in 2012 van Rotterdamse huishoudens met een minimuminkomen

Nadere informatie

Sociaal Wetenschappelijke Afdeling. Koopkrachtonderzoek

Sociaal Wetenschappelijke Afdeling. Koopkrachtonderzoek Sociaal Wetenschappelijke Afdeling Koopkrachtonderzoek Effecten van landelijke en lokale bezuinigingsmaatregelen op de koopkracht van huishoudens met een minimuminkomen in Rotterdam in 212 Fase 1 Oktober

Nadere informatie

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2011-1796 Datum November 2011 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

centrum voor onderzoek en statistiek

centrum voor onderzoek en statistiek centrum voor onderzoek en statistiek WONEN, LEVEN EN UITGAAN IN ROTTERDAM 1999 Resultaten uit de Vrijetijdsomnibus 1999 Projectnummer: 99-1412 drs. S.G. Rijpma, drs. P.A. de Graaf Centrum voor Onderzoek

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel

Nadere informatie

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies

Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek. Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies M e m o Aan: Van: Onderwerp: Project: Betty Boerman en Inge Huiskers, Regio Gooi en Vechtstreek Sjoerd Zeelenberg en Elien Smeulders, RIGO Research en Advies Nadere profilering doelgroepen P27770 Datum:

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,

Nadere informatie

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012

Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg

Nadere informatie

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015 Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015 Op Prinsjesdag 2015 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

rotterdam.nl/onderzoek Koopkrachtonderzoek

rotterdam.nl/onderzoek Koopkrachtonderzoek rotterdam.nl/onderzoek Koopkrachtonderzoek Eerste vervolgmeting van een panelonderzoek naar de effecten van landelijke en lokale bezuinigingsmaatregelen op de koopkracht van Rotterdamse huishoudens met

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016 Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016 Op Prinsjesdag 2015 heeft het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens berekend. In januari 2016 zijn ze opnieuw

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 12. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van vijf Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen

Nadere informatie

Monitor lage inkomens Rotterdam

Monitor lage inkomens Rotterdam Monitor lage inkomens Rotterdam Een analyse van de doelgroep van het Rotterdamse armoedebeleid Een onderzoek naar het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen door Rotterdamse huishoudens met een

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2013-1941 Datum Juni 2013 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015 Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015 In januari 2015 berekent het Nibud de koopkrachteffecten voor 100 verschillende huishoudens. Hier staan van 5 van deze huishoudens

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Minimum-voorbeeld begrotingen en kostendelersnorm. Nibud, 2013

Minimum-voorbeeld begrotingen en kostendelersnorm. Nibud, 2013 Minimum-voorbeeld begrotingen en kostendelersnorm Nibud, 2013 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 INKOMSTEN... 4 3 MINIMALE UITGAVEN... 8 3.1 Minimum-voorbeeldbegrotingen... 8 3.2 Persoonlijk onvermijdbare uitgaven...

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen

Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen 2017 Het Nibud stelt elk jaar begrotingen op voor huishoudens met een minimum inkomen. We gaan uit van een inkomen op het niveau van het sociaal minimum. Dit is de bijstandsuitkering.

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Woonlasten Onderzoek HV Franeker

Woonlasten Onderzoek HV Franeker Woonlasten Onderzoek HV Franeker Inleiding De Huurdersvereniging Franeker heeft in mei 2015 besloten om een onderzoek uit te voeren naar de gevolgen van de stijgende huurprijzen en daaraan verbonden overige

Nadere informatie

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De gemeenteraad dient op grond van artikel 8 eerste lid onder c juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

B E R A A D S G R O E P

B E R A A D S G R O E P Deze Beraadsgroep kent 31 deelnemers. Sjaak Rijk is kwaliteitsadviseur bij Sociale Zaken Almere. Hij zal de deelnemers aan deze Beraadsgroep informeren over de wijzigingen in de Wet werk en bijstand sinds

Nadere informatie

Gemeentelijke heffingen 2015. Kwijtschelding. Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket

Gemeentelijke heffingen 2015. Kwijtschelding. Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket Gemeentelijke heffingen 2015 Kwijtschelding Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket Januari 2015 Mensen die weinig te besteden hebben, zoals veel mensen met een (bijstands)uitkering of alleen AOW,

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Maar mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016. Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking 2015-2016 Prinsjesdag 2015 Nibud, september

Nadere informatie

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer

Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Een onderzoek naar de doelgroep, het beleid en de risicogroepen voor armoede in de gemeente Zoetermeer Maart 2014 Colofon Uitgave Deze publicatie is een uitgave

Nadere informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland Inkomenstatistiek Westfriesland Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555 Rapportnummer 2012-1881 Datum Juli 2012 Opdrachtgever De zeven Westfriese gemeenten 1.

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Venlo. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Venlo. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Venlo De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Venlo 2009 De invloed van gemeentelijke

Nadere informatie

Armoedemonitor Den Haag 2008

Armoedemonitor Den Haag 2008 Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Den Haag 2008 Nummer 2. oktober 2008 Opgesteld door KWIZ te Groningen in opdracht van

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen van

Nadere informatie

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening.

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening. Toelichting op de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Algemeen Op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen met betrekking tot het verhogen

Nadere informatie

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE

EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Sterkste groei bij werknemers

Sterkste groei bij werknemers In 1994 stagneerde de ontwikkeling van de koopkracht nog. In de daarop volgende jaren nam de koopkracht echter steeds sterker toe: met 1% in 1995 tot 1,5% in 1997. De grootste stijging,,7%, deed zich voor

Nadere informatie

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015

ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van

Nadere informatie

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage

Nadere informatie

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data

ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data ARMOEDE NIET IN BEELD Overzicht op basis van CBS-data Armoede niet in beeld, overzicht op basis van CBS-data COLOFON Resultaten gebaseerd op eigen berekeningen gemeente Almere/ team Onderzoek & Statistiek

Nadere informatie

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2010 De invloed van

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen

Koopkrachtberekeningen Koopkrachtberekeningen 2017-2018 Uitgewerkte voorbeelden januari 2018 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend. Hier staan van negen van deze huishoudens

Nadere informatie

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN Versie 1.2 15 maart 2015 Inkomenseffecten landelijke en gemeentelijke minimaregelingen Onderzoek naar de effecten van de landelijke en gemeentelijke

Nadere informatie

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht

Nadere informatie

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Kerncijfers armoede in Amsterdam - Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386

Nadere informatie

Nibud minimum-voorbeeldbegrotingen 2015 / 1

Nibud minimum-voorbeeldbegrotingen 2015 / 1 Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen 2015 Het Nibud stelt elk jaar begrotingen op voor huishoudens met een minimum inkomen. We gaan uit van een inkomen op het niveau van het sociaal minimum. Dit is de uitkering

Nadere informatie

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen

Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling

Nadere informatie

Betaalbaarheid Haaglanden

Betaalbaarheid Haaglanden Betaalbaarheid Haaglanden De betaalbaarheid van sociale huurwoningen krijgt de laatste tijd steeds meer aandacht. De huurprijzen van sociale huurwoningen stijgen, terwijl het (besteedbare) inkomen van

Nadere informatie

Belasting- en inkomensregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen

Belasting- en inkomensregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen Belasting- en inkomensregelingen voor gezinnen met minderjarige kinderen Reinder Lok Huishoudens met minderjarige kinderen werden in 27 gemiddeld met 2 824 per jaar gecompenseerd door belasting- en inkomensregelingen

Nadere informatie

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 124649 23 december 2015 Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet 1 Begrippen In deze draagkrachtrichtlijnen

Nadere informatie

Effecten van recent beleid op financiële positie 55-plussers

Effecten van recent beleid op financiële positie 55-plussers Effecten van recent beleid op financiële positie 55-plussers Onderzoek onder representatief panel datum mei 15 auteur(s) Boukje Cuelenaere Joris Mulder versie V2. classificatie CentERdata, Tilburg, 15

Nadere informatie

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om

Nadere informatie

Toelichting bij de verordening. Algemeen

Toelichting bij de verordening. Algemeen Toelichting bij de verordening Algemeen Het Rijk heeft per 1 januari jl. de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) samengevoegd tot een nieuwe Wet werk en bijstand. Net zoals

Nadere informatie

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014 De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 worden de AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, WWB, IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 januari

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017 Koopkrachtberekeningen 2017-2018 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017 Het Nibud heeft de koopkrachteffecten voor 100 verschillende voorbeeldhuishoudens berekend op basis van de plannen die op Prinsjesdag

Nadere informatie

Gemeentelijke heffingen 2015. Kwijtschelding. Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket

Gemeentelijke heffingen 2015. Kwijtschelding. Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket Gemeentelijke heffingen 2015 Kwijtschelding Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket Juli 2015 Als u weinig te besteden heeft, bijvoorbeeld omdat u een uitkering ontvangt of alleen AOW, dan krijgt

Nadere informatie

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête

Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête Nibud, 23 juni 2015 Vakantiegeld-enquête Auteurs Gea Schonewille Jasja Bos Visie De financiële zelfredzaamheid Het Nibud heeft verschillende vaardigheden gedefinieerd waarover iemand zou moeten beschikken

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2013. Nieuwsbericht 25-06-2013

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2013. Nieuwsbericht 25-06-2013 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2013 Nieuwsbericht 25-06-2013 Per 1 juli 2013 worden de AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, Wwb, IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012 Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012 Nibud, 16 september 2011 Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding

Nadere informatie

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013 Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013 Datum De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Someren d.d. gezien het advies

Nadere informatie

Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord. Fred Reelick

Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord. Fred Reelick Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord Fred Reelick Verhuizingen en uitstroom onder WWB-klanten in de deelgemeenten Charlois en Feijenoord Januari 2011 Fred

Nadere informatie

Gemeentelijke heffingen Kwijtschelding. Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket

Gemeentelijke heffingen Kwijtschelding. Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket Gemeentelijke heffingen 2014 Kwijtschelding Regel kwijtschelding op rotterdam.nl/mijnloket juli 2014 Mensen die weinig te besteden hebben, zoals veel mensen met een (bijstands)uitkering of alleen AOW,

Nadere informatie

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A)

ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A) ALGEMENE TOELICHTING (Toeslagenverordening WWB 2012-A) Lente-akkoord Per 1 januari 2012 zijn de regels van de WWB aangescherpt. Onderdeel van deze aanscherping was de invoering van de zogenaamde huishoudinkomenstoets.

Nadere informatie

Monitor Lage Inkomens Rotterdam

Monitor Lage Inkomens Rotterdam rotterdam.nl/onderzoek Monitor Lage Inkomens Rotterdam De doelgroep van het Rotterdamse armoedebeleid Onderzoek en Business Intelligence Monitor Lage Inkomens Rotterdam De doelgroep van het Rotterdamse

Nadere informatie

Informatie 10 januari 2015

Informatie 10 januari 2015 Informatie 10 januari 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS ARMOEDE WERELDWIJD Wereldwijd leven ongeveer 1,2 miljard mensen in absolute armoede leven: zij beschikken niet over basisbehoeften zoals schoon drinkwater,

Nadere informatie