NMV positief over verruiming uitrijperiode

Transcriptie

1 n u m m e r 155 o k t L e d e n b l a d N e d e r l a n d s e M e l k v e e h o u d e r s V a k b o n d NMV positief over verruiming uitrijperiode De NMV was positief over het door het ministerie van LNV begin september genomen besluit om de uitrijperiode voor dierlijke mest op zand- en lössgrond te verlengen. Onaangenaam verrast was de NMV over het door minister Verburg op 16 september genomen besluit om de uitrijperiode voor drijfmest op klei- en veengrond niet te verlengen tot 1 oktober. In een brief aan het ministerie van LNV drong de NMV er eind augustus bij de minister op aan de uitrijperiode van drijfmest op zanden lössgrond tot en met 15 september en op klei- en veengrond tot 1 oktober te verlengen. De NMV voorzag begin september al dat de grasland percelen op klei- en veengrond nooit voor 15 september voldoende berijdbaar zouden zijn om het uitrijden van mest mogelijk te maken. Op de extreme natte augus tusmaand volgde vervolgens een uiterst natte tweede septemberweek waarin er bijvoorbeeld in Zuidwest-Nederland meer dan 50 mm regen viel. Voor melkveehouders op zand- en lössgrond zag het ministerie van LNV de ernst van de situatie in en gaf men de melkveehouders de gelegenheid om tot en met 15 september hun drijfmest op grasland uit te rijden. Voor melkveehouders op klei- en veengrond volgde een onaangenaam besluit, zij kregen niet de mogelijkheid om de mestputten leeg te maken en hun volledige mestplaatsingsruimte te benutten. Ook kunnen zij in de knel komen met hun opslagcapaciteit. Het milieurisico en het ontbreken van een landbouwkundige noodzaak waren voor het ministerie de redenen achter het genomen besluit. De minister gaf als oplossing aan dat boeren maar moesten investeren in een grotere opslagcapaciteit. Echter een grotere opslagcapaciteit verhindert geenszins dat de door deze weigering ontstane mestoverschotten van 2010 niet verdwijnen, maar doorgeschoven worden naar de mestboekhouding van In dit nummer: - KDW loslaten - Reactie minister op ganzenbeleid - Zachte landing is niet realistisch - Soepeler beleid maïswortelkever? Op 22 september jl. heeft de NMV een gesprek gehad op het ministerie met de verantwoordelijke beleidsmakers. Het knelpunt bleek dat men op het ministerie een andere visie heeft op wat landbouwkundig noodzakelijk is dan de NMV. De NMV blijft hierover met LNV in gesprek, en heeft aangedrongen op een structurele afspraak over wanneer en onder welke omstandigheden de uitrijperiode in de toekomst verlengd mag worden. NMV inventariseert mestprobleem Om een indruk te krijgen van de omvang van de problemen die door de weigering van de minister zijn ontstaan, verzoekt de NMV leden en niet-leden zich te melden, en bij ons aan te geven hoeveel kuub mest noodgedwongen in de put is blijven zitten. De NMV zal, uiteraard na anonimiseren van de gegevens, hierna het ministerie opnieuw benaderen. U kunt uw informatie doorgeven via info@nmv. nu. Bij voorbaat danken wij u voor uw medewerking.

2 Kritische Depositie Waarde (KDW) loslaten Begin deze zomer heeft minister Verburg de voorlopige Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) naar de Kamer gestuurd. De inhoud van deze voorlopige PAS geeft totaal geen duidelijkheid en roept alleen maar vragen op. Daarom heeft de NMV hierover een brief naar de minister en LNV-Commissieleden gestuurd met alleen maar vragen. Op 9 september jl. was de NMV door LNV uitgenodigd voor het rondetafelgesprek over de PAS. De NMV heeft daar vooral het probleem van de Kritische Depositie Waarde (KDW) per habitatsoort naar voren gebracht. Om habitatsoorten en -typen in stand te houden dient de KDW geen uitgangspunt te zijn, juist omdat andere factoren als waterbeheer, beheer van het gebied heel belangrijk zijn gebleken bij het in stand houden van de soorten en typen. Bovendien heeft de klimaatsverandering een behoorlijke invloed op de soortenrijkdom in een gebied. Daarnaast zijn er grote vraagtekens te plaatsen bij de door Alterra gebruikte methode om tot een KDW te komen. De depositie van ammoniak is niet te meten. Men kan slechts getallen produceren door het gebruik van een rekenmodel. Op dit rekenmodel is door wetenschappers flinke kritiek geuit. De uitkomsten van het rekenmodel zouden een onzekerheid hebben van 100 %(!). Het zou veel te onnauwkeurig zijn voor praktische toepassingen. De auteurs van een Alterra-rapport (953) komen tot de conclusie dat het met het rekenmodel niet mogelijk is om een KDW van enige praktische betekenis te bepalen. Dezelfde auteurs produceerden niettemin enige tijd later alsnog KDW s, zonder dat ons ooit duidelijk is geworden op welke wetenschappelijke gronden het rekenmodel nu ineens wel acceptabel is. Door milieuwetgeving voorziet de Europese Commissie in de wijze waarop habitatsoorten beschermd moeten worden. Daarom hebben we als agrarische sector met verschillende milieuwetgevingen te maken, zoals de wetgeving betreffende gewasbeschermingsmiddelen, mestbeleid en het lozingenbesluit. Maar ook de Reconstructiewet heeft deels bijgedragen aan de bescherming van habitatsoorten en -typen. Omdat deze laatste wet nog steeds niet geheel is uitgevoerd, kunnen de effecten daarvan nog altijd niet in zijn geheel waargenomen en berekend worden. Daarnaast hebben we nog de Wet Ammoniak en Veehouderij (WAV), waarmee de veehouderij redelijk uit de voeten kan omdat er in de wet duidelijk wordt aangegeven om welke gebieden het gaat en wat de mogelijkheden zijn. Dat die milieuwetgeving gewerkt heeft, kan men terugvinden in onderzoeken en cijfers. Het stikstofplafond uit de NEC-richtlijn is zo goed als behaald. Nitraat in het grondwater is op de meeste plaatsten onder de 50 mg/l gedaald. Water in vele watergangen bevat veel minder schadelijke stoffen. Dit zijn zeer positieve gegevens, die niet buiten beschouwing gelaten mogen worden bij de invulling van Natura Alle extra maatregelen, die de agrarische sector moet nemen om de stiksofdepositie terug te dringen, gaan heel veel geld kosten. Wie die kosten voor zijn rekening moet nemen, is onbekend. Als landbouwondernemers willen wij rendement op ons geïnvesteerde vermogen, maar investeren in maatregelen voor natuurdoelen levert de landbouwsector geen rendement, terwijl voor veel melkveehouders de financiële rek eruit is. In het rapport van het PBL en het LEI, Verkenning van aanvullende maatregelen in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof, wordt gesteld: Met een selectie van aanvullende maatregelen is een daling van 50 mol per ha in 2020 mogelijk op stikstofbelaste Natura 2000-gebieden, tegen kosten van enkele tientallen miljoenen euro s per jaar. Omdat er veel nieuwe Kamerleden zijn, heeft de NMV na het rondetafelgesprek extra informatie gestuurd aan de Kamerleden, zodat zij zich een beter beeld kunnen vormen over Natura 2000 en stikstof. 2

3 Wat is kritische depositie waarde en wat betekent het woord mol? Met de term kritische depositie wordt bedoeld: de grens waarboven de kwaliteit van het natuurdoeltype significant wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van de atmosferische stikstofdepositie. Dit is een directe vertaling van de internationaal gangbare definitie: de kritische depositie is een kwantitatieve schatting van de blootstelling aan één of meer verontreinigende stoffen, waar beneden geen significante schadelijke effecten optreden aan gespecificeerde gevoelige elementen in het milieu, volgens de huidige stand van kennis (Nilsson & Grenfeldt, 1988; o.a. overgenomen in Europese regelgeving). De kritische depositie kan vergeleken worden met de huidige of toekomstige depositie, om een beeld te krijgen van de knelpunten. Wanneer de atmosferische depositie op een locatie hoger is dan het kritische niveau van het aldaar voorkomende of gewenste natuurdoeltype, dan bestaat er een duidelijk risico op significant negatieve schadelijke effecten (dat wil zeggen: het niet halen van het doel). Gefocust is op negatieve effecten in termen van veranderingen in biodiversiteit. Hoe hoger de overschrijding van het kritische niveau en hoe langduriger die overschrijding, hoe groter het risico op (ongewenste) veranderingen in biodiversiteit. De kritische depositiewaarden zijn zowel uitgedrukt in mol stikstof per hectare per jaar als in kilogram stikstof per hectare per jaar. De relatie tussen beide is als volgt: 1 mol N = 0,014 kg N 1 kg N = 71,43 mol N De getallen zijn afgerond op 100 mol en 1 kg. Deze afronding is toegepast om enerzijds concrete kritische waarden aan te geven waarmee gerekend kan worden en die een indeling in gevoeligheidsklassen mogelijk maken, maar om anderzijds niet te suggereren dat de waarden generiek heel precies bepaald kunnen worden (daarbij moet bedacht worden dat de onzekerheid en/of lokale variatie binnen een natuurdoeltype veelal groter is dan die 100 mol en/of 1 kg). Met nadruk moet worden gewezen op het feit dat voor meerdere natuurdoeltypen de bandbreedte rond de weergegeven waarde vrij groot is. Deze bandbreedte wordt veroorzaakt door de breedte van het natuurdoeltype en/of door variatie in lokale omstandigheden (zoals de hydrologie, de mate van fosfaatbeperking, de zuurgraad, de intensiteit van beheer). De gevoeligheid voor stikstof is dus tot op zekere hoogte afhankelijk van de andere randvoorwaarden van een natuurdoeltype. De concrete kritische depositiewaarden zijn ook vertaald naar gevoeligheidsklassen en wel als volgt: Reactie minister op ganzenbeleid De minister geeft aan begrip te hebben voor de situatie waarin melkveehouders verkeren met gronden gelegen in de ganzengebieden en dat de ganzenproblematiek haar volledige aandacht heeft. De verantwoordelijkheid van beheer ligt bij de provincies. Daarom is ze in gesprek met provincies, LTO, Natuurmonumenten, Natuurlijk Platteland, de 12 landschappen, Vogelbescherming en jagersvereniging om te bezien waar het beleid aangescherpt kan worden. Ze vindt regionaal maatwerk belangrijk. De beleidsregels van het Faunafonds zijn volgens haar helder geformuleerd. Het eigen risico van 250,- (extra arbeid en 5% van het getaxeerde bedrag) wordt beschouwd als normaal bedrijfsrisico. De relatie met salmonella in de melk en ganzen vindt de minister onvoldoende om hier nader onderzoek naar te verrichten. Wanneer er wel een verband mocht bestaan dan moet er worden bepaald of dat aanleiding is om de ganzen extra te bejagen of verjagen. De NMV is teleurgesteld over de reactie van de minister en is van mening dat de minister te weinig verantwoordelijkheid neemt om de problematiek aan te pakken. De NMV zal andere wegen zoeken om de ganzenproblematiek aan te kaarten om zo begrip en verandering in beleid te creëren voor de problemen rondom salmonella en schadevergoedingen. 3

4 Update diergezondheid Afgelopen zomer heeft de NMV overleg gehad met de NZO waar de huidige situatie omtrent diergezondheid in Nederland is besproken. Het doel voor para-tbc, inmiddels bij veel veehouders bekend, is dat elke aangesloten melkveehouder per 1 januari 2011 minimaal een status A of B behoort te hebben. De statussen zijn als volgt ingedeeld: Status A: geen paratbc aangetoond Status B: besmet, met afvoer van besmette dieren Status C: besmet, zonder afvoer van besmette dieren Op dit moment zijn er minder dan 10 melkveehouders die nog niet hebben deelgenomen aan het Paratuberculose Programma Nederland (PPN), welke alleen in Nederland verplicht is. Net als salmonella is para-tbc via de mest overdraagbaar en wordt het ook via de melk bemonsterd. Salmonella wordt vanaf het voorjaar 2008 op ieder bedrijf drie keer per jaar gemonitord en men kan de uitslag gunstig of ongunstig krijgen. De huidige procedure is zo dat wanneer 4 van de 5 uitslagen ongunstig zijn een plan van aanpak wordt geadviseerd. Na het tankmelk onderzoek kan dan een individueel melkonderzoek (30 euro) en een mestonderzoek (6 euro) plaatsvinden. De NMV heeft aangedrongen om de meest concurrerende tarieven te hanteren. Het blijkt dat er wat betreft de frequentie van salmonella regionaal grote verschillen zijn en dat er vanaf begin jaren 90 veel meer salmonellaverschijnselen voorkomen. Ook blijkt dat bij de bedrijven met een ongunstige status vaak meer aanvoer van runderen plaatsvindt, dit is echter niet statistisch betrouwbaar. Mede naar aanleiding van de recente berichtgeving vanuit de NMV omtrent ganzenschade dient er meer wetenschappelijk onderzoek te worden gedaan naar een eventuele relatie tussen de aanwezigheid van salmonella in bepaalde waterrijke gebieden en de aanwezigheid van organismen in die gebieden. Uit een groot aantal diepte-interviews met besmette en niet-besmette bedrijven blijkt bovendien dat er weinig verschillen zijn tussen deze bedrijven in bedrijfsvoering. Ontdekking van salmonella is volgens Europese wetgeving meldingplichtig, alleen geldt er geen inspanningsverplichting, wel een resultaatsverplichting. Verder heeft de NMV gewezen op het feit dat antibioticagebruik in de melkveehouderij geen structureel groot probleem is en niet is geweest de afgelopen jaren. Het blijkt dat 90% van de boeren droogzetters gebruikt. Het curatieve antibioticagebruik in de melkveehouderij is dus zeer beperkt. Subsidieregeling milieuvriendelijke maatregelen De NMV heeft Dienst Regelingen gevraagd om de registratie van her bestelde oormerken te gebruiken voor de selectie van oormerkleveranciers. De NMV is van mening dat een leverancier met een significant hoger uitvalspercentage dan de gemiddelde oormerkleverancier niet langer de melkveehouders van (inferieure) oormerken mag voorzien. Een regulering op basis van uitvalpercentages voorkomt dat melkveehouders die slechte ervaringen hebben met oormerken, door gebrek aan informatie, wederom een vervelende ervaring krijgen met oormerken die uitvallen. Naast minder irritatie bij veehouders zorgt een selectie van leveranciers op basis van uitvalspercentages er bovendien voor dat er minder problemen zijn in de handhaving van de I&Rwetgeving. Op dit moment gaat het ministerie van LNV er vanuit dat er zelfregulering plaatsvindt op basis van de lijst met uitvalpercentages die zij jaarlijks publiceert. De praktijk leert echter dat slechts een gering aantal veehouders op de hoogte is van het bestaan van een lijst waarop de uitvalspercentages zijn weergegeven. Wij houden u op de hoogte van de uitkomst van ons verzoek. 4 Regulering oormerkleveranciers middels registratie uitvalspercentage Op 18 oktober wordt door het ministerie van LNV de Regeling Landbouwsubsidies opengesteld. Agrarische ondernemers kunnen dan in het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma van de EU subsidie aanvragen voor investeringen in milieuvriendelijke maatregelen als mestverwerking, rijenbemesting, mestopslag en energie. O.a. de uitbereiding van mestopslag, voor opslag boven de zes maanden wordt gesubsidieerd. De subsidie kan oplopen tot maximaal 40% met een maximum van ,- Met name voor melkveehouders met te weinig mestopslag is de subsidieregeling een interessant gegeven. Wanneer u van de regeling gebruik wilt maken is het belangrijk dat u de opdracht pas geeft nadat u de toewijsbrief voor subsidie hebt ontvangen. Voor meer info:

5 Zachte landing is niet realistisch Zoals de NMV in 2008 al heeft aangegeven, door onder andere een ludieke actie, zal quotumverruiming niet leiden tot een zachte landing. Minister Verburg ziet dat nu gelukkig ook in maar helaas begaat ze weer dezelfde fout om het quotum jaarlijks met 2,5 tot 3 % te verruimen. Hiermee zul je niet het gewenste effect bereiken en bij afschaffing van de melkquotering zal de landing heel hard blijven aankomen. De reden voor de verruiming vindt de NMV onbegrijpelijk. Verruimen omdat er in Nederland grote bedragen aan superheffing betaald moeten worden is toch geen argument. Elke melkveehouder weet wat zijn quotum is en als hij geen maatregelen neemt en het overschrijdt, dat hij hiervoor moet betalen. Dat is een keuze die iemand maakt. Het quotum zou alleen verruimd kunnen worden wanneer er meer vraag naar melk is dan aanbod. Meer melk heeft vooral nadelige gevolgen. Teveel melk zal de melkprijs drukken als vraag en aanbod niet in evenwicht zijn. Maar meer melken heeft ook voor het milieu gevolgen, hoe blijven we in Nederland binnen de milieugebruiksruimte en behouden we de derogatie? Zijn deze punten wel meegenomen in het besluit? EMB-demonstratie verplaatst naar 20 oktober De demonstratie voor het Europarlement in Straatsburg op 22 september, waarover wij in de vorige Koebont melding maakte, is verplaats naar 20 oktober. Met een tiental trekkers en wagens zal het belang van de landbouw en de melkveehouderij in het bijzonder bij de EU ministers onder de aandacht gebracht worden. Houd de site van uw vakbond in de gaten, daar zullen wij u nader informeren wanneer de exacte details bekend zijn. EMB organiseert vraag en aanbod (buitenlandse) stages De European Milk Board heeft haar leden gevraagd om vraag en aanbod van praktijkstage adressen te inventariseren. Zoekt uw zoon/dochter een buitenlands stageadres of biedt u een scholier op de agrarische school graag de mogelijkheid om op uw bedrijf ervaring op te doen, laat het ons weten ( info@nmv.nu of bel ). U dient hierbij rekening te houden met het feit dat kennis van de Engelse of Duitse taal bij een buitenlandse stagiair nodig is. Via Koebont houden wij u op de hoogte van vraag en aanbod met betrekking tot praktijkstages. Ledenraad FrieslandCampina neemt dit najaar besluit over kwantumtoeslag Ondersteund door 370 collegaleden van FrieslandCampina plaatste Leo Lacroix de kwantumtoeslag dit voorjaar op de agenda van het bestuur van de coöperatie. Naast de melkveehouder uit Zuid-Limburg dienden nog twee andere melkveehouders een verzoek in om de kwantumregeling kritisch onder de loep te nemen. Lacroix vindt net als de NMV de kwantumregeling de minst coöperatieve regeling binnen FrieslandCampina. Volgens de kwantumregeling krijgen bedrijven die veel melk aan de coöperatie leveren een hogere melkprijs uitgekeerd dan de kleinere bedrijven. Naar aanleiding van de ingediende verzoeken heeft het bestuur een commissie ingesteld die de kwantumregeling gaat evalueren en opnieuw onder de loep neemt. Zij zal het bestuur een advies geven waarna het bestuur in de ledenraad met een voorstel zal komen. De NMV pleit net als Lacroix voor een eerlijke verdeling van de logistieke en verwerkingskosten van de melk. Zij zijn van mening dat alle melk even wit is en de kwantumtoeslag derhalve niet binnen een coöperatie past. De NMV blijft de uitkomst van het door Lacroix en de andere twee initiatiefnemers ingediende verzoek met belangstelling volgen. 5

6 Soepeler beleid maïswortelkever? Op 25 augustus is in Duitsland vlak over de grens bij Venlo een maïswortelkever aangetroffen. Aangezien de maïswortelkever de quarantainestatus heeft, is bestrijding hiervan verplicht in het kerngebied (straal van 1 km rond de vindplaats). Naar aanleiding van deze vondst is een kerngebied (straal 1 km) en een veiligheidszone (straal 5 km, dus 4 km buiten kerngebied) ingesteld. Vanwege de plek van de vondst liggen grofweg de helft van deze cirkels in Nederland. In het Nederlandse deel van het kerngebied blijkt geen maïs te staan, in de veiligheidszone bevinden zich wel ongeveer 90 maïspercelen. Op al deze percelen wordt nu middels feromoonvallen extra gecontroleerd. Verder mag er i.v.m. de verplichte vruchtwisseling volgend jaar op deze percelen geen maïs verbouwd worden. Gedragscode ballonvaarders convenant onwaardig Nu zowel de NMV als LTO Nederland er met de ballonvaardersverenigingen KNVvL en PBN niet in zijn geslaagd om tot een convenant te komen, hebben de ballonvaarders zelf een convenant getekend dat zij beschouwen als gedragscode voor ballon vaarders. De uitvoering van dit convenant is door zowel de KNVvL als PBN voor haar leden verplicht gesteld. In de ogen van de NMV is dit een zorgelijke ontwikkeling: een gedragscode die is opgesteld door partijen met dezelfde belangen is niet hetzelfde als een convenant. Een dergelijke gedragscode draagt zeker niet bij aan het oplossen van een meningsverschil tussen ballonvaarder en melkveehouder. De NMV is van mening dat een bedrag van 50 euro een tegemoetkoming is die recht doet aan de overlast die een melkveehouder heeft van een onaangekondigde ballonlanding. 6 De NMV is het altijd eens geweest met dit uitroeiingbeleid. Uit de impactanalyse van het LEI bleek duidelijk dat deze aanpak het kosteneffectiefst was. De kosten voor bestrijding in een beperkt gebied zijn lager dan de schade die de kever in heel Nederland aan zou kunnen richten als deze zich hier zou vestigen. De inzet van de NMV is wel altijd geweest dat deze bestrijdingskosten niet alleen op de getroffen telers afgewenteld mogen worden. Het is in het belang van alle maïstelers en deze telers dienen dus ook schadeloos gesteld worden. I.v.m. precedentwerking voor andere teelten heeft LNV hier nooit in mee willen gaan. De inzichten zijn echter veranderd. Volgens de nieuwste inzichten zou de maïswortelkever in Nederland amper kunnen overleven, waardoor de populatie klein blijft en maar zeer weinig schade aan zou kunnen richten. In landen als Polen, Engeland en Duitsland zijn al enkele jaren maiswortelkevers aangetroffen. Ondanks minimale bestrijding blijkt Vraag van een lid de schade hier tot nu toe enorm mee te vallen. Het draagvlak voor de verplichte bestrijding in de EU is dan ook sterk verminderd. Er is op dit moment verdeeldheid over de te volgen koers. De quarantainestatus handhaven, of afschaffen en de bestrijdingsmaatregelen versoepelen. De Plantenkundige Dienst (PD) wil het liefst van de quarantainestatus af. Zij vindt verplichte bestrijding met de huidige inzichten niet meer aan de telers uit te leggen. Het risico van het opheffen van de quarantainestatus is echter dat er dan geen wettelijke verplichting meer is tot bestrijding en telers dus vrij zijn tot het nemen van maatregelen. Als zou blijken dat de kever zich hier wel zou kunnen vestigen en schade aanricht, is effectieve bestrijding niet meer mogelijk. Het is zeker niet ondenkbaar dat de kever zich aan het klimaat aanpast. De NMV heeft het standpunt ingenomen dat maatregelen versoepeld mogen worden, maar dat wel goed gemonitord moet worden wat hier de gevolgen van zijn. Indien zou blijken dat de kever zich hier wel zou kunnen vestigen, moet het direct mogelijk zijn weer tot een verplichte bestrijding over te gaan. Onlangs ontving ik een formulier van Buma/ Stemra en SENA, moet ik rechten gaan? betalen? Zowel SENA en Buma/Stemra houden zich bezig met de rechten van auteursrechtelijk beschermd werk en sturen daar facturen voor. Een melkveebedrijf brengt normaliter geen muziek ten gehore aan derden. De NMV adviseert u, wanneer dit inderdaad het geval is, om op het formulier te verklaren dat u geen muziek ten gehore brengt (verklaring E op het formulier van SENA) en dit na ondertekening op de achterzijde van het formulier terug te sturen. Het is van belang dat u dit doet om te voorkomen dat u een factuur ontvangt met een geschatte aanslag. Your global partner in

7 Perceelsregistratie: laatste stand van zaken Dienst Regelingen is op dit moment nog steeds bezig om percelen te herzien. Elke ondernemer ontvangt een brief van DR met daarin een termijn om zijn/haar perceelsgegevens te corrigeren (naar beneden bij te stellen). Mocht dit niet lukken of is men van mening dat dit niet nodig is dan kan men zelf telefonisch contact opnemen met Dienst Regelingen. VAN DE VOORZITTER De discussie in de EU over het GLB na 2013 is in volle gang. Minister Verburg heeft 2 jaar geleden met het uitbrengen van haar houtskoolschets hier al een voorsprong op genomen. Ze wordt op dit moment qua gewicht echter voorbij gestreefd door Frankrijk en Duitsland. Zij hebben een gezamenlijk standpunt naar buiten gebracht dat behoorlijk afwijkt van Verburgs houtskoolschets. Om vanuit Nederland een standpunt te bepalen heeft LNV een tweetal seminars gehouden. Belangrijkste onderwerp is de verdeling van het beschikbare budget. Op dit moment zit dat nog voor het overgrote deel in de 1 e pijler. Dit zijn vooral de bedrijfstoeslagen, gebaseerd op historische referentie. De discussie gaat over het herverdelen van deze toeslagen. Allereerst door ze in meerdere of mindere mate te egaliseren, waarbij over gegaan wordt van de historische referentie naar een gelijkere verdeling per ha. Mogelijk zelfs afhankelijk van de maatschappelijke waarde van het gebied. Dan is er de overgang van de rechtstreekse betalingen in de 1 e pijler naar extra betalingen voor maatschappelijke prestaties en Wanneer er niet naar beneden bijgesteld wordt zal er waarschijnlijk een boete volgen (een korting op de toeslagrechten). Tegen deze beslissing kan men in beroep gaan. De AID zal dan een fysieke meting doen. Wanneer men een door de overheid gecertificeerd bedrijf benadert om de perceelsoppervlakten vast te stellen, kan men het risico van een boete beter inschatten. Deze zal immers op dezelfde manier een perceel inmeten als de AID. Begin oktober zal er tussen de NMV en Dienst Regelingen wederom een gesprek betreffende de perceelsregistratie plaatsvinden. De NMV zal pleiten om de kosten die de melkveehouderij moet maken om hun Gemeenschappelijk Landbouw Beleid vergoedingen voor groene en blauwe diensten in de 2 e pijler. In de workshop waar ik aanwezig was, bleek dat het benodigde budget voor alle wensen in deze 2 e pijler ongeveer net zo groot was als het totale bedrag dat nu in de 1 e pijler zit. Daarnaast werd vanuit de zaal ingebracht dat er ook nog de wens ligt om een behoorlijk deel van het budget te benutten voor het versterken van de concurrentiekracht. Kortom, een heel getouwtrek aan het beschikbare geld, waarbij ook nog niet eens duidelijk is hoeveel geld er na 2013 beschikbaar is voor de Europese landbouwbegroting. Ik stak mijn vinger omhoog en gaf aan de oplossing te hebben. Als je er nu met een effectieve marktregulering voor zorgt dat vraag en aanbod in balans zijn en boeren kostendekkende prijzen voor hun producten ontvangen, hebben ze de toeslagen in de 1 e pijler helemaal niet nodig. Deze kunnen dan overgeheveld worden naar de 2 e pijler, of voor nog andere doeleinden gebruikt worden. Ik heb aangegeven dat melkveehouders, maar ook andere agrariërs, de kost perceelsoppervlakten te laten vaststellen, vergoed te krijgen wanneer zij hun oppervlakten juist hebben opgegeven. Graag verneemt de NMV van haar leden tegen welke problemen men op dit moment nog aanloopt, zodat de NMV dit nog in het gesprek van oktober mee kan nemen. willen verdienen met het product dat ze produceren en helemaal niet afhankelijk willen zijn van een toeslag van de overheid. Maar dat was volgens de heer Lapperre, directeur Programmadirectie GLB, natuurlijk niet realistisch. Er is juist gekozen voor verdergaande liberalisering met opener grenzen en meer concurrentie. Zolang men nog steeds blind achter deze liberaliseringkoers aan blijft lopen, ben ik blij dat er landen als Duitsland en Frankrijk zijn. Hun doel is dat zoveel mogelijk geld vanuit het GLB op het boerenerf blijft komen. Het zal er waarschijnlijk op neer komen dat een groot deel van het budget als vaste basispremie/ha rechtstreeks uitbetaald blijft worden. Het zou niet nodig moeten zijn, maar met de te verwachten instabiele, structureel te lage melkprijs, voor veel melkveehouders noodzaak om te overleven. Hans Geurts, voorzitter NMV 7

8 Agenda 18 oktober NMV-bestuursvergadering om uur in De Schakel, Nijkerk. 2, 3, 4 november Rundveerelatiedagen te Hardenberg. Op de NMV-site vindt u actueel nieuws. Adressen NMV ABC Het Platform Aarde Boer Consument houdt op 8 oktober a.s. een bijeenkomst waar vertegenwoordigers van boeren-, natuur-, milieu- en dierenwelzijnsorganisaties, ontwikkelingsorganisaties, lokale voedsel-netwerken en andere stad-platteland initiatieven en overige organisaties die werkzaam zijn op het gebied van voedsel en landbouw, alsmede individuele personen die zich inspannen voor voedsel en landbouw, elkaar beter kunnen leren kennen en ervaringen en meningen kunnen uitwisselen op het gebied van landbouw en voedsel. Voor de uitnodiging en agenda van deze dag, zie: Vele NMV-ers hebben al via MAIN Energie geprofiteerd van de gunstige tarieven en besparen nu zo n 10 tot 20% per jaar op hun energienota. Naast de financiële voordelen, bieden wij u ook persoonlijk contact. Bij MAIN Energie krijgt u direct een medewerker aan de lijn, die uw vragen kan beantwoorden. U heeft geen administratieve rompslomp en MAIN Energie zegt voor u uw huidige contract op. Voor meer informatie bel naar MAIN Energie, tel , en vermeld duidelijk dat u lid bent van de NMV en van het NMV-tarief gebruik wilt maken. Zijn er daarna nog vragen over het tarief of anderszins, bel dan met het NMV-secretariaat, dan zullen wij samen met u en MAIN Energie de onduidelijkheden wegnemen. Secretariaat NMV Tabaksland 73, 4031 MH Ingen tel / fax info@nmv.nu Contactpersonen NMV Groningen en Drenthe: Steef Pronk, De Wilp, Friesland: Harm Wiegersma, Rinsumageest, Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, Noord-Overijssel: Ronald van der Scheer, Kamperveen, Oost-Nederland: Marion Logtenberg, Baak, Rivierengebied: Peter van Beest, Lienden, Gelderse Vallei/Utrecht-Oost: Kees Groenestein, Eemnes, Noord-Holland Noord: Sjaak Ruyter, Schagen, Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, De Ronde Venen: Rene Wahle, Zevenhoven, Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Chiel Markus, Papekop, tel Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: Teunis Sterk, Hei- en Boeicop, Holland-West: Ard van der Harg, Pijnacker, West-Brabant, Zeeland en Zuidhollandse Eilanden: M. Bouwmeester, Bosschenhoofd, Langstraat e.o.: Frank van Pelt, Oosteind, Midden-Brabant: Jos Klijs, Tilburg, De Kempen: Peter Vingerhoets, Diessen, Maaskant: Pieter Sommers, Elsendorp, Limburg en Zuidoost-Brabant: Gerda Huzen, Nederweert, U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contact personen of bij het NMV-secretariaat. NMV-meldpunt I&R: tel Foto Koebont : Roeland Koning 8 NMV feliciteert familie Verhulst De NMV feliciteert Jack Verhulst en zijn gezin met de Beste Ondernemers Visie trofee, een prijs die in het West-Brabantse Etten-Leur wordt uitgereikt aan de groenste onderneming. Landelijk bestuurder Verhulst heeft een melkveebedrijf waarbij het uitgangspunt meer natuur in het agrarisch bedrijf centraal staat. Het juryrapport vermeldde: Het bedrijf van Jack en Annelies Verhulst wordt tot in de kleinste details duurzaam gerund. NMV op beurzen Ieder jaar is de NMV aanwezig op diverse landbouwbeurzen. Op 23 september jl. stond NMV-regio Friesland op de Agrarische Schouw in Joure, waar de NMV-stand druk bezocht werd. Op 17 oktober staat de NMV-stand op de Boer en burger-beurs in het openluchtmuseum te Ootmarsum. De Rundveerelatiedagen in Hardenberg vinden dit jaar plaats op 2, 3 en 4 november. Op deze gezellige beurs heeft de NMV natuurlijk ook weer een stand. Dus ook hier kunt u in gesprek met de NMV. Kom langs bij de NMV-stand. Ledenactie Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u mee kan denken, praten en beslissen? Word dan nu lid van de NMV: de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan. Word nu lid tot 1 januari 2012 en betaal maar 10 extra! En ontvang als welkomstgeschenk één van de prachtige De faire melk-doeken of een NMV-overall. Ook wanneer u uw collega lid maakt, beloont de NMV dit met één van de welkomstgeschenken. Meer informatie over De faire melk vindt u op: Geef u op bij het NMV-secretariaat, tel of via onze site De NMV-overalls zijn ook te bestellen. Ze kosten 29,- per stuk, de verzendkosten bedragen 7,50. Verkrijgbaar in de maten 50, 52, 54, 56, 58, 60 en 62. De overalls zijn ook te bestellen in kindermaten 116, 128, 134, 140, 158 en 164. De kinderoveralls kosten 35,- per stuk.