Vitality Institute DomJur Rechtbank Utrecht Zaak-/ rolnummer: / KG ZA Datum: 26 oktober 2006

Transcriptie

1 Vitality Institute DomJur Rechtbank Utrecht Zaak-/ rolnummer: / KG ZA Datum: 26 oktober 2006 Vonnis in kort geding in de zaak van tegen 1. [EISER 1], wonende te Rossum, gemeente Maasdriel, 2. [EISER 2], wonende te Rossum, gemeente Maasdriel, 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [EISER 1] HOLDING B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Zaltbommel, 4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VITALITY INSTITUTE B. V., gevestigd en kantoorhoudende te Zaltbommel, eisers in conventie, verweerders in reconventie, procureur mr. A.M.P.M. Adank, advocaat mr. T.P.M. Kouwenaar te 's- Hertogenbosch, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MANAGEMENT & METHODE B.V., gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te Amersfoort, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur mr. J. Anema. De eisende partijen zullen hierna afzonderlijk als A.P. [eiser 1], [eiser 2], [eiser 1] Holding en Vitality Institute worden aangeduid en gezamenlijk als eisers. De gedaagde partij wordt hierna M&M genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding - de mondelinge behandeling - wijziging en vermeerdering van de eis (in conventie) - de eis in reconventie - pleitnota en producties van eisers - pleitnota en producties van M&M Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten In conventie en in reconventie 2.1. A.P. [eiser 1] verzorgt reeds jarenlang opleidingen op het gebied van natuurlijke geneeswijzen. In dat kader is in 2001 [eiser 1] Opleidingen B.V, opgericht, in welke vennootschap A.P. [eiser 1] en [eiser 2] ieder 50% van de aandelen hielden. A.P. [eiser 1] en [eiser 2] zijn tevens de bestuurders van [eiser 1] Opleidingen B.V A.P. [eiser 1] heeft voorts een bedrijfsconcept ontwikkeld onder de naam Executive Health Coaching. In dat kader gaf A.P. [eiser 1] al dan niet samen met anderell adviezen, training en coaching op het gebied van gezondheid van mensen binnen een organisatie M&M is actief op het gebied van marketing, commercialising en management. Enig aandeelhouder en bestuurder is G. van Vliet, hierna: Van Vliet.

2 2.4. In oktober 2004 zijn A.P. [eiser 1] en Van Vliet overleg begonnen over een samenwerking om op die wijze tot uitbreiding en betere resultaten van de activiteiten van [eiser 1] Opleidingen B.V. te komen Op 1 december 2004 heeft Van Vliet buiten medeweten van A.P. [eiser 1] de volgende handelsnamen voor M&M in het Handelsregister laten registreren: Vitality Clinic, Vitality Products, Vitality Music, Vitality Institute, Vitality Hotels Eind december 2004 heeft Van Vliet, althans M&M, buiten medeweten van A.P. [eiser 1] de volgende domeinnamen laten registreren: vitalitymanager.nl; vitalitymanager.com; vitalitymanager.be en vitalitycoach.ni Op 7 februari 2005 is buiten medeweten van A.P. [eiser 1] op naam van Integration Group, met hetzelfde adres als M&M, de domeinnaam vitality-institute.nl geregistreerd. Integration Group is één van de handelsnamen van M&M Op 9 april 2005 hebben A.P. [eiser 1], M&M en [eiser 2] een overeenkomst gesloten, genaamd (ver)koopovereenkomst van aandelen c.q. aandeelhoudersovereenkornslt. In deze overeenkomst is vastgelegd dat [eiser 2] haar aandelenpakket, te weten 50% van de aandelen in [eiser 1] Opleidingen aldus aan A.P. [eiser 1] en aan M&M verkoopt dat A.P. [eiser 1] 1 % verkrijgt en M&M 49%. Voorts is in die overeenkomst waarin A.P. [eiser 1] als partij A wordt aangeduid, M&M als partij B en [eiser 2] als partij C - onder meer het volgende opgenomen: "Artikel 1 Intentie en inbreng van partijen Partijen zijn voornemens met elkaar nadere invulling te geven aan en groei te realiseren m.b.t. de opleidingsactiviteiten van [eiser 1] Opleidingen B.V.; Partij A brengt de reeds opgebouwde kennis en contacten m.b.t. natuurgeneeskundige opleidingen in en partij B zijn kennis van marketing, commercialising en management. ( ) Artikel 2 Koopsom en levering aandelen (...) Partij B verklaart zich als toekomstig aandeelhouder op voorhand accoord met levering van 1% van de aandelen van Partij C aan Partij A en vervolgens inbreng c.q. verkoop van het 51%-aandelenpakket van Partij A in [eiser 1] Holding B.V. Artikel 4 Beëindiging c.q, gelijkheid samenwerking / aandeelhouderschap Indien door één van partijen voor 31 december 2006 te kennen wordt gegeven de samenwerking te willen beëindigen, zal partij A verplicht c.q. gerechtigd zijn de aandelen terug te kopen van partij B tegen de door partij B tot dan toe betaalde koopsom voor zijn 49%-pakket en wordt de samenwerking - zonder verdere (schade)vergoeding - per direct ontbonden. ( ) 2.9. Op 10 mei 2005 is Vitality Institute opgericht ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het onder 2.2 genoemde bedrijfsconcept. Enig aandeelhouder en bestuurder van Vitality Institute is [eiser 1] Opleidingen B.V. Vitality Institute is op 12 mei 2005 ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Daarbij zijn de volgende handelsnamen geregistreerd; Vitality Institute 13.V., Vitality Check, Vitality Coach, Vitality Hotel, Vitality Hotels, Vitality Center en Vitality Centre.

3 2.10. Bij akte van 7 juni 2005 genaamd levering van aandelen heeft [eiser 2] overeenkomstig de onder 2.8 genoemde overeenkomst haar aandelen in [eiser 1] Opleidingen B.V. aan A.P. [eiser 1] en aan M&M geleverd. Op enig moment heeft A.P. [eiser 1] zijn aandelenpakket van 51% in [eiser 1] Opleidingen B.V. ingebracht in [eiser 1] Holding Op 20 september 2005 heeft Vitality Institute bij het Benelux-Merkenbureau een beeldmerk gedeponeerd waarin haar naam is opgenomen. Dit beeldmerk is onder nummer ingeschreven in het BeneIux-Merkenregister In juni 2006 is komen vast te staan dat partijen de samenwerking niet willen voortzetten Op 18 augustus 2006 is buiten medeweten van [eiser 1] c.s. op naam van Integration Group ofwel M&.M de domeinnaam vitalitymatters.nl geregistreerd. Onder deze naam heeft M&M vervolgens een website geopend met dezelfde inhoud als de website vitalityinstitute.nl van Vitality Institute. Recentelijk heeft M&M een automatische doorschakeling aangebracht op de website vitality-institute.nl, waardoor bezoekers van die site worden doorgeschakeld naar de website vitalitymatters.nl. 3. Het geschil in conventie 3.1. Eisers vorderen na wijziging en vermeerdering van hun eis - samengevat - het volgende: a) M&M moet worden veroordeeld om binnen een bepaalde termijn de aan haar geleverde aandelen in het kapitaal van [eiser 1] Opleidingen over te dragen aan [eiser 1] Holding dan wel aan [eiser 2] tegen terugbetaling van EUR ,-, waarbij als dwangmiddel primair een dwangsom wordt gevorderd en subsidiair dat dit vonnis in de plaats treedt van de medewerking van M&M aan de overdracht; b) M&M moet worden veroordeeld om op straffe van verbeurte van een dwangsom binnen een bepaalde termijn (i) al het nodige te doen om de registratie van de domeinnaam vitality-institute.nl op naam te zetten van Vitality Institute en (ii) primair: het gebruik te staken van het teken Vitality dan wel van daarmee overeenstemmende tekens waarin de handelsnaam en merknaam voorkomen dan wel van handelsnamen en domeinnamen waarin de naam Vitality voorkomt en tevens te zorgen voor doorhaling van handelsnamen en domeinnamen met dat teken of die tekens voor zover deze door M&M zijn geregistreerd, dan wel subsidiair: het gebruik te staken van de tekens Vitality Institute en Vitality Matters en tevens te zorgen voor doorhaling van de handelsnamen Vitality Institute en Vitality Matters en van de domeinnaam vitalitymatters.nl; c) M&M moet worden veroordeeld om op straffe van verbeurte van een dwangsom te zorgen dat de automatische doorschakeling van de website vitality-institute.nl naar de website vitalitymatters.nl onmiddellijk wordt beëindigd; d) De termijn als bedoeld in artikel 260 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) moet worden bepaald op zes maanden na de datum van dit vonnis McM voert verweer Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. Het geschil in reconventie 4.1. M&M vordert - samengevat - het volgende: (i) Eisers althans A.P. [eiser 1] moet worden bevolen om op straffe van een dwangsom onmiddellijk na de betekening van dit vonnis hun onrechtmatig handelen te staken, althans het gebruik te staken van de auteursrechten van M&M onder meer door het verveelvoudigen en/of openbaar maken op het internet (kennelijk bedoeld is: van de Vitality namen en van de tekst van de website; opm. rechter), althans hun voornemen daartoe te staken;

4 (ii) Eisers althans A.P. [eiser 1] moet worden bevolen binnen een bepaalde termijn EUR 5,000,- exclusief BTW te betalen voor buitengerechtelijke rechtsbijstand; (iii) De termijn als bedoeld in artikel 260 Rv. moet worden bepaald op zes maanden na de datum van dit vonnis Eisers voeren verweer Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 5. De beoordeling in conventie 5.1. Aangezien eisers hun vordering mede hebben gebaseerd op het merkenrecht zoal neergelegd in het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom, moet worden voldaan aan het voorschrift van artikel 4.6 van dat verdrag. Daartoe wordt overwogen dat (de voorzieningenrechter in) deze rechtbank bevoegd is, nu M&M gevestigd is binnen het arrondissement Utrecht M&M heeft jegens [eiser 2] als meest vérstrekkend verweer aangevoerd dat zij, [eiser 2], geen belang heeft bij haar deel van de vordering. M&M stelt daartoe dat [eiser 2] geen enkel recht jegens haar, M&M, kan doen gelden Dit verweer treft doel. Blijkens de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft [eiser 2] jegens M&M voldaan aan haar verplichting tot levering van de aandelen in [eiser 1] Opleidingen zoals opgenomen in de overeenkomst van 9 april Weliswaar is in artikel 4 van die overeenkomst voor M&M een voorwaardelijke verplichting tot teruglevering van die aandelen opgenomen, maar volgens die bepaling moeten de aandelen dan aan A.P. [eiser 1], niet aan [eiser 2], worden geleverd, zodat [eiser 2] daaraan geen rechten kan ontlenen. Gesteld noch gebleken is dat [eiser 2] verder nog iets van M&M te vorderen heeft De vordering zal derhalve jegens [eiser 2] worden afgewezen en zal verder worden beoordeeld jegens A.P. [eiser 1], [eiser 1] Holding en Vitality Institute, die hierna gezamenlijk als [eiser 1] c.s. worden aangeduid. Ten aanzien van de teruglevering van de aandelen 5.5. Voor dit deel van de vordering, hiervoor vermeld in 3.1 onder a), geldt dat M&M heeft erkend dat zij op grond van de overeenkomst van 9 april 2005 tot de teruglevering van de aandelen gehouden is, nu de samenwerking tussen partijen is geëindigd. Volgens haar stelling is zij echter niet bereid aan die teruglevering mee te werken, zolang de winst over 2005 en over de relevante periode van 2006 niet is vastgesteld en uitbetaald Overwogen wordt dat het uitkeren van de winst, anders dan de teruglevering van de aandelen, geen verplichting is die uit de overeenkomst van 9 april 2005 voortvloeit. Die winstuitkering kan ook niet worden beschouwd als een verplichting die tegenover de terugleveringsverplichting staat en als zodanig tot opschorting van de teruglevering zou kunnen leiden. Volgens M&M heeft zij er echter belang bij dat het vaststellen en bestemmen van de winst vóór de teruglevering van de aandelen plaatsvindt, omdat zij daarop anders als aandeelhoudster geen invloed meer heeft. M&M ziet er echter aan voorbij dat zij als minderheidsaandeelhoudster geen doorslaggevende stem in de AVA heeft. Voorts valt niet in te zien welke invloed van M&M verder nog van belang zou kunnen zijn, nu de verplichting tot uitkering van de winst aan de aandeelhouders door [eiser 1] c.s. is erkend en de daarvoor benodigde jaarcijfers over 2005 en het eerste halfjaar van 2006 inmiddels beschikbaar zijn. Onder deze omstandigheden heeft M&M onvoldoende belang om te eisen dat vaststelling van de winst plaatsvindt voordat zij de aandelen teruglevert.

5 5.7. Nu hieruit volgt dat de teruglevering van de aandelen als zodanig in beginsel voor toewijzing vatbaar is, is daarmee ook gegeven dat [eiser 1] c.s. - anders dan M&M heeft gesteld - een voldoende spoedeisend belang bij hun vordering hebben De vraag rijst dan aan wie de aandelen geleverd moeten worden. Gevorderd is dat aan [eiser 1] Holding dan wel aan [eiser 2] geleverd zal worden, doch daartoe is M&M niet verplicht, nu volgens artikel 4 van de overeenkomst van 9 april 2005 aan A.P. [eiser 1] geleverd moet worden. A.P. [eiser 1] heeft echter in zijn brief van 30 juni 2006 aan M&M uitdrukkelijk meegedeeld dat [eiser 1] Holding als koper van de aandelen zal optreden en M&M heeft daartegen in haar antwoordbrief van 5 juli 2006 geen bezwaar gemaakt De levering van de aandelen aan [eiser 1] Holding is derhalve toewijsbaar Ten aanzien van de gevorderde termijn voor de levering wordt overwogen dat het effectueren van de levering afhankelijk is van een derde, te weten een notaris. Om die raden dient aan M&M een ruimere termijn te worden gegund dan gevorderd is. De hierna te bepalen termijn moet redelijk worden geacht Tegen de primair gevorderde dwangsom als zodanig heeft M&M geen of onvoldoende verweer gevoerd, zodat deze dwangsom als dwangmiddel toewijsbaar is. Het subsidiair gevorderde dwangmiddel behoeft derhalve geen bespreking meer. De dwangsom dient redelijkerwijze aan een maximum te worden gebonden. Het hierna te bepalen maximum moet redelijk worden geacht. Ten aanzien van de intellectuele eigendomsrechten Dit onderdeel van de vordering, hiervoor vermeld in 3.1 onder b), valt in twee subonderdelen uiteen. Het eerste subonderdeel betreft de domeinnaam vitalityinstitute.nl. Aan de gevorderde overdracht van deze domeinnaam leggen [eiser 1] c.s. ten grondslag dat M&M met het gebruik van deze domeinnaam (i) inbreuk maakt op het aan Vitality Institute toekomende merkrecht, dan wel (ii) handelt in strijd met de (pre)contractuele eisen van redelijkheid en billijkheid, dan wet (iii) onrechtmatig jegens hen, [eiser 1] c.s., handelt Ten aanzien van de eerstgenoemde grond, het merkrecht, geldt dat voor een merkinbreuk als bedoeld in artikel 2.20 van het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom allereerst vereist is dat teken en merk gelijk zijn of voldoende met elkaar overeenstemmen. In dit geval is het teken een domeinnaam, waarbij volgens vaste rechtspraak aan de uitgang ".nl" geen betekenis toekomt, zodat het gaat om "vitalityinstitute". Het merk van Vitality Institute is het onder 2.11 vermelde beeldmerk. Evident is dat de enkele woorden "vitality institute" niet gelijk zijn aan dat beeldmerk. Voor de vraag of er sprake is van een voldoende mate van overeenstemming, moet volgens vaste rechtspraak het teken in de vorm zoals het wordt gebruikt, vergeleken worden met het merk in de vorm zoals het is ingeschreven. Daarbij gaat het - eveneens volgens vaste rechtspraak - om een globale vergelijking van de totaalindrukken, waarbij aan de overeenkomsten tussen teken en merk meer belang toekomt dan aan de verschillen In dit geval leidt de voorgeschreven vergelijking tot het oordeel dat de totaalindrukken in visueel opzicht weinig overeenkomsten vertonen, terwijl een auditieve en begripsmatige vergelijking hier geen rol van betekenis kunnen spelen, aangezien daarin de bijzondere kenmerken van het merk zoals dat is ingeschreven, niet betrokken kunnen worden. Er is derhalve onvoldoende overeenstemming tussen de gewraakte domeinnaam en het beeldmerk om tot merkinbreuk te kunnen leiden Ten aanzien van de andere twee gronden, genoemd onder 5.12, is van belang dat M&M de domeinnaam in kwestie op 7 februari 2005 heeft laten registreren. Als onweersproken staat vast dat M&M daarover op geen enkel moment mededeling heeft gedaan aan [eiser 1] c.s. Ten tijde van de registratie waren de onderhandelingen over de samenwerking tussen partijen reeds enkele maanden gaande. Die onderhandelingen hebben onder meer geleid tot de oprichting van Vitality Institute met de indirecte deelneming van M&M

6 in die vennootschap, en tot de samenwerking van partijen om de handelsactiviteiten van Vitality Institute te verbeteren en uit te breiden. Voorts is met medeweten van M&M bij de oprichting van Vitality Institute voor haar onder meer de handelsnaam Vitality Institute B.V. geregistreerd en is met medewerking van M&M in de persoon van G. van Vliet het meergenoemde beeldmerk op naam van Vitality Institute gedeponeerd. M&M heeft van haar kant niet aannemelijk gemaakt dat zij er enig belang bij heeft dat de genoemde domeinnaam op haar naam staat. Onder deze omstandigheden handelt M&M in strijd met de contractuele redelijkheid en billijkheid dan wel handelt M&M onrechtmatig jegens [eiser 1] c.s. door te weigeren de domeinnaam over te dragen aan Vitality Institute Het tweede subonderdeel van de vordering vermeld in 3.1 sub b) betreft primair het gebruik van het teken Vitality dan wel van daarmee overeenstemmende tekens, met name van - kort gezegd - alle tekens met het woord Vitality. Het gevorderde is op dit punt zodanig ruim geformuleerd, dat in geval van toewijzing bij voorbaat executiegeschillen zijn te verwachten. Het primair gevorderde is reeds om die reden niet voor toewijzing vatbaar Het subsidiair gevorderde betreft de tekens Vitality Institute en Vitality Matters, de handelsnamen Vitality Institute en Vitality Matters alsmede de domeinnaam vitalitymatters.nl. Ook hier stellen [eiser 1] c.s. als grondslag voor het gevorderde dat M&M met het gebruik van deze namen (i) inbreuk maakt op het aan Vitality Institute toekomende merkrecht, dan wel (ii) handelt in strijd met de (pre)contractuele eisen van redelijkheid en billijkheid, dan wel (iii) onrechtmatig jegens hen, [eiser 1] c.s., handelt Ten aanzien van de gestelde merkinbreuk door de tekens Vitality Institute en Vitality Matters gelden de eisen die hiervoor onder 5.13 reeds zijn vermeld. De voorgeschreven vergelijking leidt ook hier tot het oordeel dat er onvoldoende overeenstemming tussen teken en merk bestaat om tot een merkinbreuk te kunnen leiden. Verwezen wordt naar hetgeen op dat punt hiervoor onder 5.14 reeds is overwogen Ten aanzien van het gebruik van Vitality Institute en Vitality Matters als handelsnamen geldt dat het volgens artikel 5 Handelsnaamwet moet gaan om handelsnamen die daadwerkelijk gebruikt worden in het handelsverkeer. Gesteld noch gebleken is dat M&M in die zin de handelsnaam Vitality Institute gebruikt of heeft gebruikt. In zoverre is er geen plaats voor een verbod op grond van het genoemde wetsartikel. Wel moet in aanmerking genomen worden dat volgens M&M aan haar zelf, niet meer aan Vitality Institute, het recht op die handelsnaam toekomt. Mede gelet op de handelwijze van M&M tot nu toe kan dan niet worden uitgesloten dat zij de handelsnaam in kwestie alsnog zal gaan gebruiken. Dat gebruik zal dan echter als een verboden gebruik in de zin van artikel 5 Handelsnaamwet aangemerkt moeten worden, nu die naam geheel gelijk is aan de naam van Vitality Institute (aan de toevoeging "B.V." komt bij de vergelijking geen betekenis toe). Weliswaar heeft M&M de handelsnaam Vitality Institute reeds in december 2004 en derhalve vóór de oprichting van Vitality Institute laten registreren, doch gelet op het feit dat zij die handelsnaam nadien niet daadwerkelijk heeft gevoerd en mede gelet op de hiervoor onder 5.15 omschreven gang van zaken kan zij geen aanspraak meer maken op die handelsnaam en moet het gebruik daarvan als onrechtmatig jegens [eiser 1] c.s. worden beoordeeld. De bestaande dreiging van het verboden gebruik rechtvaardigt dat op voorhand het gebruik van de naam Vitality Institute wordt verboden en dat de registratie ervan in het Handelsregister moet worden doorgehaald Voor de handelsnaam Vitality Matters geldt dat deze afwijkt van de handelsnaam van Vitality Institute. Het gebruik van die afwijkende handelsnaam is slechts verboden en daarmee onrechtmatig jegens [eiser 1] c.s., indien door een te geringe afwijking van de naam van Vitality Institute gevaar voor verwarring bij het publiek kan ontstaan. Daarvan is naar voorlopig oordeel geen sprake. Weliswaar bevatten de beide namen het woord Vitality als het meest kenmerkende element, doch de betekenis van dat woord is meer algemeen dan specifiek, zodat het slechts een zwak onderscheidend vermogen heeft Voorts kan de combinatie met "Institute" niet ais een slechts geringe afwijking van de combinatie met "Matters" worden beschouwd, mede gezien de woordspeling die in

7 "Matters" is begrepen. Voor het gevorderde staken van het gebruik van de handelsnaam Vitality Matters en de domeinnaam vitalitymatters.nl is derhalve geen plaats. Ten aanzien van de automatische doorschakeling Dit deel van de vordering, hiervoor vermeld in 3.1 onder c), houdt in dat M&M ervoor moet zorgen dat de automatische doorschakeling van de website vitality-institute.nl naar de website van M&M, te weten vitalitymatters.nl, ongedaan wordt gemaakt. Dat deze doorschakeling onrechtmatig is jegens [eiser 1] c.s., is door M&M niet weersproken. Volgens haar verklaring ter zitting had zij al opdracht gegeven om die doorschakeling ongedaan te maken, maar was nog niet bekend of aan die opdracht al uitvoering was gegeven. Het belang van [eiser 1] c.s. brengt dan mee dat de gevorderde veroordeling van M&M op punt toch wordt toegewezen. Ten aanzien van de gevorderde termijn als bedoeld in artikel 260 Rv Voor dit onderdeel van de vordering, hiervoor vermeld in 3.1 onder d) geldt dat het hierna toe te wijzen staken van het gebruik op een handelsnaamrecht dan wel op een onrechtmatig handelen is gebaseerd. Aangezien handelsnaamrechten niet vallen onder de intellectuele eigendomsrechten die genoemd zijn in het zogeheten TRIPs-verdrag, behoeft de gevorderde termijn niet te worden bepaald. Ten aanzien van de vordering als geheel De gevorderde termijnen voor hetgeen ter zake van de genoemde onderdelen b) en c) zal worden toegewezen, dienen redelijkerwijze op de hierna te vermelden wijze te worden bepaald De gevorderde dwangsom betreffende die onderdelen b) en c) dient redelijkerwijze te worden gematigd en aan een maximum te worden gebonden. De hierna te vermelden bedragen moeten redelijk worden geacht AI het voorgaande leidt ertoe dat de conventionele vordering op de hierna te vermelden wijze zal worden toegewezen M&M zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De gevorderde toepassing van artikel 14 van de Handhavingsrichtlijn (Richtlijn 2004/48/EG) wordt daarbij afgewezen, nu de door [eiser 1] c.s. gestelde omvang van de gemaakte kosten is betwist en [eiser 1] c.s. tegenover die betwisting geen specificaties hebben overgelegd waaruit de aard en de omvang van de gestelde kosten zou kunnen blijken. De kosten aan de zijde van [eiser 1] c.s. worden begroot op: - vast recht EUR 248,- - dagvaarding -- 71,32 - salaris procureur ,- Totaal EUR 1.135,32 6. De beoordeling in reconventie 6.1. M&M legt aan haar vordering ten grondslag dat zij de naam Vitality heeft bedacht en dat zij de tekst van de website van Vitality institute heeft opgesteld. Om die reden komst volgens M&M aan haar het auteursrecht betreffende die naam en die tekst toe Dit standpunt van M.&M kan niet worden aanvaard. Voor auteursrechtelijke bescherming van een werk is vereist dat het werk een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijke stempel van de maker draagt. De naam Vitality is op zich zelf een algemeen gangbaar Engels woord, terwijl ook de wijze waarop dit woord als naam is gebruikt, niet als oorspronkelijk kan worden aangemerkt. Voor de tekst van de website geldt dat op grond van artikel 10 Auteurswet aan teksten slechts auteursrechtelijke bescherming kan

8 toekomen, indien het gaat om een werk van letterkunde, wetenschap of kunst. De tekst van de website kan niet als dén van deze werken worden aangemerkt Nu hieruit volgt dat M&M noch ten aanzien van de naam Vitality noch ten aanzien van de tekst van de website aanspraak kan maken op auteursrechtelijke bescherming, is de vordering van M&M niet toewijsbaar De vordering in reconventie zal derhalve worden afgewezen M&M zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld, De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op EUR 408,- voor salaris procureur, nu niet anders is gevorderd. 7. De beslissing De voorzieningenrechter in conventie: 7.1. wijst de vordering jegens [eiser 2] af; 7.2. veroordeelt M&M om binnen drie weken na de dag van betekening van dit vonnis haar aandelen met de nummers tot en met in het kapitaal van [eiser 1] Opleidingen B.V. over te dragon aan [eiser 1] Holding tegen ontvangst van EUR ,-, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR ,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend, dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met dien verstande dat boven een bedrag van EUR ,- geen dwangsommen meer worden verbeurd; 7.3. veroordeelt M&M om binnen vijf werkdagen na de dag van betekening van dit vonnis al het nodige te doen om te bewerkstelligen dat de registratie van de domeinnaam vitalityinstitute.nl op naam van Vitality Institute wordt gezet, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.000,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend, dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met dien verstandig dat boven een bedrag van EUR ,- geen dwangsommen meer worden verbeurd; 7.4. verbiedt M&M de handelsnaam Vitality Institute te gebruiken en gebiedt M&M zorg te dragen voor de doorhaling van die handelsnaam, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.000,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend, dat zij zich na de betekening van dit vonnis niet aan dat verbod houdt dan wel binnen vijf werkdagen na de betekening van dit vonnis de doorhaling niet bewerkstelligt, met dien verstande dat boven een bedrag van EUR ,- geen dwangsommen meer worden verbeurd; 7.5. veroordeelt M&M om binnen vijf werkdagen na de dag van betekening van dit vonnis te zorgen voor beëindiging van de automatische doorschakeling van de website vitalityinstitute.nl naar de website vitalitymatters.nl of naar een andere website, zodanig dat bezoekers van de website vitalityinstitute.nl deze website ongehinderd kunnen bezoeken en gebruiken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.000,- voor iedere dag, een gedeelte van een dag als een hele dag gerekend, dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met dien verstande dat boven een bedrag van EUR ,- geen dwangsommen meer worden verbeurd; 7.6. veroordeelt M&M in de proceskosten, aan de zijde van [eiser 1] c.s. tot op heden begroot op EUR 1.135,32; in reconventie:

9 7.7. wijst de vordering af; 7.8. veroordeelt M&M in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 408,-; in conventie en in reconventie: 7.9. verklaart de onderdelen 7.2 tot en met 7.6 alsmede 7.8 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd. Dit vonnis is gewezen door mr. G.A.M.E. van der Burg -van Geest en is in het openbaar uitgesproken op 26 oktober Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.