CURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie HERTENTAMEN1001B VERSIE Januari :00-16:00
|
|
- Annelies van de Velden
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Page 1 of 17 CURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie HERTENTAMEN1001B VERSIE -1 6 Januari :00-16:00 Voor u liggen 63 multiple choice vragen Vul op de schrapkaart het juiste antwoord in door het betreffende vakje helemaal in te kleuren met een potlood. De letters A,B,C en D op het tentamen komen overeen met de cijfers 1,2,3 en 4 op de schrapkaart. Vergeet niet op de schrapkaart uw naam, uw collegekaartnummer en welke versie u heeft (1 of 2) in te vullen. Wanneer u klaar bent dient u de schrapkaart in te leveren en de presentielijst te tekenen. Lees de vraag goed vóór u antwoord geeft. U heeft DRIE UUR de tijd Veel succes!! 1
2 2
3 Page 3 of Wat zit aan het 5'-koostof uiteinde van deoxyribose in DNA? A. Adenine B. Waterstof C. Guanine D. Fosfaat 2. Wat is de hybridisatie van het koolstofatoom in kooldioxide (CO 2 )? A. sp 3. B. Niet gehybridiseerd. C. sp. D. sp Wat liet het Miller-Urey experiment zien? A. Het leven op aarde was afkomstig van andere planeetstelsels. B. Vulkaanuitbarstingen hebben Kooldioxide, stikstof, zwavelzuur en waterstofsulfide in de vroege atmosfeer van de aarde gebracht. C. Onder specifieke omstandigheden, kunnen de bouwstenen van het leven gevormd worden. D. Kooldioxide, stikstof, zwavelzuur en waterstofsulfide waren vermoedelijk aanwezig in de vroege atmosfeer van de aarde. N NH N N 4. Alle vier hierboven weergegeven moleculen lossen op in water. Wat is de juiste volgorde van toenemende oplosbaarheid in water (slechtst oplosbare eerst). A. I, II, III, IV. B. II, I, IV, III. C. III, IV, I, II. D. IV, III, II, I. I II III IV 5. Wat bepaald de stabiliteit van het DNA molecuul? A. Sterke waterstofbruggen tussen de suikers en de Fosfaatgroepen. B. De direct verbinding van de basen met de Fosfaat moleculen C. De verbinding tussen purines en pyrimidines. D. Fosfodiesterbinding tussen de nitrogene basen. 3
4 O H 3 C N 6. Beschouw de bovenstaande verbinding. Welke niet-covalente interacties kan dit molecuul hebben met watermoleculen? A. H-brug acceptor, H-brug donor, dipool-dipool. B. H-brug acceptor, dipool-dipool. C. H-brug donor, dipool-dipool. D. H-brug donor, H-brug acceptor. 7. Wat gebeurd er met de ph in de vacuole wanneer organisch materiaal verteerd wordt in een voedsel vacuole? A. Neemt toe om te helpen bij te vertering en neemt dan weer af wanneer de vertering compleet is. B. Is altijd constant. C. Is constant gedurende de vertering en neemt na de vertering af. D. Neemt af om te helpen bij te vertering en neemt dan weer toe wanneer de vertering compleet is. 8. Welke stoffen ontstonden in de experimenten die Urey en Miller uitvoerden in hun onderzoek naar het ontstaan van leven op aarde? A. Aminozuren, purines/pyrimidines en suikers. B. Eiwitten, nucleïnezuren en suikers. C. Aminozuren, eiwitten en purines/pyrimidines. D. Aminozuren, nucleïnezuren en purines/pyrimidines. Answer: A 9. De ph van een waterige oplossing is 3. Wat is de [HO - ]? A. Dat kan ik niet weten want om dat uit te rekenen is de pka van het zuur nodig. B. Nul want het is juist een zure oplossing. C M. D M De functie N(t) = 2-2*e -3t modelleert begrensde exponentiële groei. Van welke differentiaalvergelijking is deze functie een oplossing? 4
5 Page 5 of 17 A. N (t) = 3*(2 - N(t)). B. N (t) = 2*(3 - N(t)). C. N (t) = 2 - N(t). D. N (t) = -3*N(t). Answer: A 11. Een organisme blijkt te groeien in het licht met CO 2 als enige koolstofbevattende verbinding in het medium. In het donker treedt geen groei op. Er wordt geen zuurstof geproduceerd. Hoe zou je dit metabolisme beschrijven? A. Fototrofe fermentatie. B. Chemoorganoautotrofie. C. Chemolithoautotrofie. D. Anoxygene fotoautotrofie. 12. Waneer wordt een organisme een protist genoemd? A. Als het een echte kern bevat maar niet tot de dieren, planten of schimmels behoort. B. Als het een echte kern bevat maar vergistingen kan uitvoeren zoals een prokaryoot. C. Als het organellen bevat en prokaryoot is. D. Als het 1-cellig is en zich kan bewegen. Answer: A 13. Wat kun je zeggen van de wateroplosbaarheid van bovenstaande moleculen? A. Aan de hand van de bovenstaande structuren kan ik hierover geen uitspraak doen. B. Beide moleculen zijn identiek dus hebben dezelfde wateroplosbaarheid. C. Beide moleculen zijn enantiomeren dus hebben dezelfde wateroplosbaarheid. D. Beide moleculen zijn diastereomeren dus hebben een verschillende wateroplosbaarheid. 14. Het leven op aarde begon ongeveer...? 5
6 A. 40 miljoen jaar geleden. B. 600 miljoen jaar geleden. C. 4 miljard jaar geleden. D. 6.4 miljard jaar geleden. 15. Een bilaag van een celmembraan en de dubbele streng van DNA hebben overeenkomsten in hun moleculaire structuur. Welke van de onderstaande uitspraken zijn juist? A. Beiden bestaan uit twee lagen die met H-bruggen verbonden zijn. B. De bouwstenen van een enkele laag/streng wordt bij beiden verbonden door uitsluitend hydrofobe/van der Waals interacties. C. De bouwstenen van DNA zijn chiraal en die van celmembranen achiraal. D. Beiden bestaan uit twee lagen met een hydrofiele buitenkant. 16. Gram-negatieve staafjes? A. Bevatten allemaal structuren die axiale filamenten genoemd worden. B. Zijn bijvoorbeeld Escherchia coli maar ook veel pathogene soorten. C. Zijn bijvoorbeeld Bacillus subtillus maar ook veel pathogene soorten. D. Zijn allemaal verwant. 17. Het gebruik van antibiotica in de veeteelt leidt tot? A. Resistentie bij dieren. B. Resistentie bij mensen. C. Resistentie bij bacteriën D. Resistentie bij virussen 18. Nicotine (zie structuur) interacteert met zogenaamde nicotinereceptoren in onze hersenen. Nicotinereceptoren zijn G-proteine gekoppelde eiwitten. Welke van de onderstaande nicotine isomeren zullen de hoogste biologische activiteit vertonen? A. Racemisch nicotine. B. Het spiegelbeeld van het natuurlijke nicotine. C. Natuurlijk nicotine. D. Maakt niet uit. N N nicotine 6
7 Page 7 of Een bacterie blijkt in staat zich elk half uur te verdubbelen. Men beënt een cultuur zodat de celdichtheid 150 bacteriën per ml bevat. Er treedt een zogenaamde lagfase op waarbij de cellen zich niet verdubbelen gedurende 0.5 uur en daarna begint de exponentiële groei (de logfase). Welke dichtheid heeft de cultuur 2 uur na beënten bereikt? A cellen/ml. B cellen/ml. C. 600 cellen/ml. D cellen/ml. 20. Bij een toename van de hoeveelheid CO 2 in de atmosfeer, zal...? A. Zullen grotere oppervlakken van de aarde bevroren blijven. B. De fotosynthese snelheid toenemen. C. Het vaker regenen. D. De temperatuur stijgen. 21. Naast uiterlijke kenmerken ( het oog wil ook wat ), kiezen mensen waarschijnlijk ook op geur een partner en wel een met een afwijkend MHC complex (onderdeel van het immuunsysteem). Wat zijn de fitnessverhogende voordelen van een dergelijk keuzesysteem? A. Het selecteert voor een goed reukvermogen bij het nageslacht. B. Het voorkomt (de nadelige) effecten van inteelt. C. Het nageslacht kan een groter scala aan bacterie-infecties onschadelijk maken. D. Zowel A als C zijn juist. 22. Als moleculen te hydrofiel zijn kunnen ze moeilijk een celmembraan passeren. Hoe komt dat? A. Hydrofiele moleculen blijven steken in het membraan door H-brug vorming. B. Hydrofiele moleculen hydrolyseren de esterbindingen van de membraan moleculen. C. Om een membraan te passeren zijn juist van der Waals interacties nodig. D. Door hun hoge dipoolmoment blijven ze steken in het membraan. 23. Het precieze moment waarop licht energie wordt omgezet in chemische energie is? A. Wanneer licht door chlorofyl geabsorbeerd wordt. B. Chlorofyl geoxideerd wordt. C. Chlorofyl gereduceerd wordt. D. Water gehydrolyseerd wordt. 7
8 H 2 N CO 2 H H 2 N CO 2 H CO 2 H lysine NH 2 asparaginezuur 24. Hierboven staan de proteogene aminozuren lysine en asparaginezuur weergegeven. Eenmaal ingebouwd in een eiwit kunnen juist deze twee een sterke interactie aangaan. Welke is dat? A. polaire covalent. B. apolaire covalent C. ionogeen. D. dipool-dipool. 25. In niet cyclische fotofosforylatie wordt water gebruikt voor de? A. Reductie van chlorofyl. B. Hydrolyse van ATP. C. Excitatie van chlorofyl. D. Oxidatie van NADHP. Answer: A 26. Fotofosforylatie levert de Calvin-Benson cyclus? A. Protonen en elektronen. B. ATP en NADH. C. Water en fotonen. D. CO 2 en glucose. 27. Hoeveel stereoisomeren zijn er theoretisch mogelijk van het onderstaande alkeen? A. 3 B. 4 C. 2 D Welke van de volgende verbindingen oxideren andere verbindingen door vrije energie en waterstof te krijgen en reduceren andere verbindingen door vrije energie en waterstof te geven? A. Riboflavines 8
9 Page 9 of 17 B. NAD C. ATP D. Chlorofyl 29. Waarom is seksuele voortplanting evolutionair zo belangrijk? A. Voordat seks evolueerde waren alle nakomelingen klonen van het ouderlijk organisme. B. Een nieuwe vorm van celdeling, meiose, zorgde voor grote variatie in het nageslacht. C. Twee verschillende gunstige mutaties die onafhankelijk van elkaar in twee verschillende individuen ontstaan zijn kunnen bij elkaar komen. D. Zowel A, B als C zijn juist. CH 2 OH O OH OH OH OH H H HO H H O C C OH C H C OH C OH CH 2 OH D-glucose OH CH 2 OH OH O OH OH 30. D-glucose is het meest voorkomende suikermolecuul in de natuur. In een waterige oplossing is D-glucose in meerdere verschijningsvormen aanwezig waarvan er in het onderstaande schema drie zijn weergegeven. Welke van de onderstaande uitspraken is JUIST? A. Alle drie vormen zijn diastereomeren van elkaar. B. De smeltpunten van beide cyclische vormen zullen hetzelfde zijn. C. De 2 cyclische vormen zijn epimeren van elkaar (anomeren in dit geval). D. De 2 cyclische vormen zijn elkaars enantiomeren. 31. Volgens de chemiosmotische hypothese zal de energie voor de synthese van ATP die geproduceerd wordt gedurende de stroom van elektronen door de ademhalingsketen gestuurd worden door? A. Hydrolyse van GTP. B. Diffusie van protonen. C. Reductie van FAD. D. Reductie van NAD Het oxiderende reagens aan het einde van de elektronentransportketen is? A. NAD + B. FAD 9
10 C. 0 2 D. ATP H 3 C O CH3 H 3 C O CH3 33. Wat kun je zeggen van de kookpunten van de onderstaande moleculen? A. De kookpunten zijn identiek. B. Hoogstwaarschijnlijk verschillen de kookpunten. C. Zeker verschillende kookpunten D. Aan de hand van bovenstaande gegevens kan ik hierover geen uitspraak doen. Answer: A 34. Gedurende de vergisting (fermentatie) van 1 molecuul glucose is de netto productie van ATP...moleculen? A. 1 B. 2 C. 3 D De gebeurtenis in het celdelingsproces waarbij duidelijk microfilamenten bestrokken zijn, is? A. Cytokinese in dierlijke cellen. B. Chromosome condensatie tijdens de profase. C. Chromosoom segregatie tijdens de anafase. D. Verdwijnen van de nucleaire enveloppe tijdens de profase. Answer: A 36. Hoe luidt het centrale dogma van de biologie? A. Vrijwel alle organismen hebben membranen die voor een groot deel uit fosfolipiden zijn opgebouwd. B. DNA is de drager van erfelijke informatie. C. Alle hogere organismen hebben zuurstof nodig. D. Erfelijk materiaal (DNA) wordt vertaald in messengerrna en dit wordt vertaald in eiwit. 10
11 Page 11 of Lijnzaadolie (zie structuur onder) is een triglyceride dat is opgebouwd uit drie verschillende vetzuren. Is lijnzaad een chiraal molecuul? A. Nee, want er zijn geen asymmetrische C-atomen aanwezig. B. Ja, want er zijn drie asymmetrische C-atomen aanwezig. C. Nee, want het is een racemaat. D. Ja, want er is één asymmetrisch C-atoom aanwezig. 38. De microtubuli die de mitotische spoel (mitotic spindle) vormen, komen meestal vanuit de? A. Centriolen en telomeren. B. Euchromatines. C. Centromeren en kinetochoren D. De nucleus. 39 Tot welk type behoren de onderstaande reacties? A. 1= additie, 2=substitutie, 3=condensatie, 4=oxidatie. B. 1=condensatie, 2=oxidatie, 3=additie, 4=substitutie. C. 1=oxidatie, 2=condensatie, 3=substitutie, 4=additie. D. 1=substitutie, 2=additie, 3=oxidatie, 4=condensatie. Antwoord B 11
12 40. Iedere diploïde cel van een vrouw bevat... van ieder type chromosoom? A. Een totaal van 46. B. Twee. C. Een. D. Een totaal van Een mechanisme om de genetische diversiteit van de nakomelingen te bevorderen is? A. Cytokinese. B. Seksuele voortplanting. C. Mitose. D. Kloneren. R CH 2 OH O R CH 42. Onder invloed van NAD + kunnen alcoholen biosynthetisch omgezet worden in aldehyden zoals weergegeven in de bovenstaande reactievergelijking. Hoe heet dit proces? A. Reductie. B. Eliminatie. C. Oxidatie. D. Hydrolyse. NAD + NADH 43. Wat vertegenwoordigd potentiële energie? A. Alle in dit rijtje genoemde. B. Concentratie gradiënten C. Onevenwichtige elektrische ladingsbalansen. D. Chemische verbindingen. Answer: A 44. In een waterige oplossing komt glucose voor als een evenwicht tussen de lineaire en de cyclische vorm. De ringvormingsreactie is een: A. Reductie reactie (aldehyde naar alcohol). B. Substitutie reactie. C. Additie reactie. D. Geen van allen. 45. Fosforylatie van ADP tot ATP is endergonisch, terwijl de hydrolyse van ATP naar ADP is exergonisch. De beide reacties zijn daarom? 12
13 Page 13 of 17 A. Substraten. B. Geactiveerd. C. Kinetisch. D. Gekoppeld. 46. Welke type remmer kan volledig onschadelijk gemaakt worden door meer substraat toe te voegen? A. Niet competitieve. B. Competitieve. C. Irreversibele. D. Prostetische. 47. Welke van de bovenstaande verbindingen hoort niet in de evenwichtsvergelijkingen thuis? A. I. B. IV. C. II. D. III. 48. Welke van de volgende moleculen is een enzym? A. Hemoglobine. B. Catalase. C. Waterstof peroxide. D. Mangaan dioxide. 49. Zet de elementen koolstof (C), waterstof (H), zuurstof (O), en fosfor (P) in volgorde van afnemende aantal covalente bindingen die ze gewoonlijk vormen A. P > O > C > N > H B. C > P > N > O > H C. P > C > O > N > H D. P > C > N > O > H 50. De snelheid en richting van ionen wanneer ze in en uit de cel bewegen wordt bepaald door? 13
14 A. De grootte en lading van het ion. B. De concentratiegradiënt en de elektrochemische imbalans. C. Het aantal eiwitkanalen dat aanwezig is. D. De mogelijkheid van de ionen zich te ontdoen van water. 51. Hieronder ziet u een Lewis structuur getekend voor het nitraat anion (NO 3 ) -. Elk van de atomen voldoet aan de octetregel. Echter, er is wel sprake van formele lading op de atomen. Welke uitspraak is juist? A. Het zuurstof atoom gelabeld 1 heeft een formele lading van min één en zuurstofatomen 2 en 3 hebben ieder een formele lading van nul. B. Het stikstofatoom heeft een formele lading van nul en zuurstofatomen 2 en 3 hebben ieder een formele lading van min één. C. Het stikstofatoom heeft een formele lading van plus twee en alle zuurstofatomen hebben een formele lading van min één. D. Het zuurstof atoom gelabeld 1 heeft een formele lading van nul en zuurstofatomen 2 en 3 hebben ieder een formele lading van min één. 52. Wat is niet betrokken bij secundair actief transport? A. Koppeling aan een ander transport systeem. B. Gebruik van een bestaande concentratie gradiënt. C. Het directe gebruik van ATP. D. De plasma membraan. 53. Een lysosomaal hydrolase wordt in een cel gesynthetiseerd. Hoe komt dit enzym uiteindelijk in het lysosoom? A. Via Golgi, Ruw ER en plasma membraan. B. Via Ruw ER, mitochondrion en vesicle transport. C. Via endocytose. D. Via het ER, Golgi en vesicle transport. 54. Zuurstof heeft atoomnummer 8. Hoeveel ongepaarde elektronen heeft het zuurstof atoom en hoeveel valentie-elektronen volgens Lewis? A. Twee ongepaarde elektronen en vier valentie-elektronen. B. Twee ongepaarde elektronen en zes valentie-elektronen. 14
15 Page 15 of 17 C. Vier ongepaarde elektronen en zes valentie-elektronen. D. Twee ongepaarde elektronen en twee valentie-elektronen. 55. Welke van de volgende processen vindt NIET plaats op/in het glad (smooth) endoplasmatisch reticulum? A. Steroide biosynthese. B. Lipide biosynthese. C. Modificatie van eiwitten. D. Eiwitsynthese. 56. Welk motoreiwit is betrokken bij zowel de beweging van cilia (trilharen) als van vesicles in de cel? A. Myosine. B. Kinesine. C. Tubuline. D. Dyneine. 57. Wat is de brutoformule van abscissinezuur? A. C 16 H 20 O 4 B. C 15 H 19 O 4 C. C 14 H 20 O 4 D. C 15 H 20 O De vouwing van de binnenmembraan van mitochondriën? A. Maakt membraan omsloten compartimenten in het mitochondrion. B. Zorgt voor aanhechting van het mitochondriële DNA. C. Verhoogt het volume van de mitochrondriële matrix. D. Verhoogt de oppervlakte voor de uitwisseling van materiaal over de membraan. 15
16 59. In penicilline (een antibioticum) komt de volgende ringstructuur voor als onderdeel van het hele molecuul. Wat is de hybridisatie toestand van de koolstofatomen in deze ring? A. Koolstofatoom C1 is sp 3 en C2 en C3 zijn sp 2 B. Alle koolstofatomen zijn sp 2 C. De hybridisatie van alle koolstofatomen is sp 3 D. Koolstofatoom C1 is sp 2 en C2 en C3 zijn sp Welke van de volgende organellen waren volgens de endosymbiose theorie vroeger onafhankelijke prokaryote organismen? A. Golgi apparaat en chloroplasten. B. Mitochondriën en chloroplasten. C. Mitochondriën en lysosomen. D. Golgi apparaat en lysosomen. 61. Er bestaan sterke aanwijzingen dat via het proces van endosymbiose, d.w.z. het versmelten van twee verschillende prokaryote cellen, de eukaryote cel is ontstaan. Welke aanwijzing ondersteunt deze hypothese? A. Mitochondriën bezitten een dubbel-membraan. B. Mitochondriën hebben hun eigen chromosoom. C. Alle hier genoemde aanwijzingen ondersteunen de hypothese. D. Mitochondriën kunnen niet uit eenvoudige bestanddelen nieuw gesynthetiseerd worden, maar vermeerderen zich in de cel door deling. 62. Welke verbinding heeft het grootste dipoolmoment? A. Trifluormethaan (CHF 3 ) B. Methaan (CH 4 ) C. Tri-iodomethaan (CHI 3 ) D. Tetrachloormethaan (CCl 4 ) Answer: A 63. Stel dat een tumor exponentieel groeit met een verdubbelingstijd van 50 dagen. Hoe lang duurt het dan totdat de tumor drie keer zo groot geworden is? A. 50*3/2 = 75 dagen. B. 50*ln(3)/ln(2)» 79 dagen. C. 50*e (2/3)» 97 dagen. D. 50*e (3/2)» 224 dagen. 16
17 Page 17 of 17 Antwoord B 17
1. Covalent. 2. Ionogene fosfaat bindingen. 3. Niet- covalent. 4. Van der Waals interacties tussen de basen.
Vraag 1. Welk antwoord is niet juist? 1. Bacteriële genoom is circulair. 2. DNA replicatie begint bij de geboorte van een bacterie. 3. DNA replicatie is bi- directioneel. 4. Het bacteriële genoom heeft
Nadere informatievraag A B C D Eventuele illustratie 1s 2, (2sp 2 ) 5, 2p x 1. Het aantal neutronen en electronen. De som van het aantal protonen en neutronen.
kla ar vraag A B C D Eventuele illustratie 1 Vraag 1. Wat is de electronenconfiguratie van een zuurstof atoom in 2? 1 Vraag 10 Wat zegt het massagetal van een element (atoom)? 1 Vraag 11. atriumsulfaat
Nadere informatie1. I, II, III, IV. 2. II, I, IV, III. 3. III, IV, I, II. 4. IV, III, II, I.
Vraag 1. p welke waarneming heeft Charles Darwin zijn evolutietheorie nooit kunnen baseren? 1. Eenvoudiger fossielen komen in oudere aardlagen voor. 2. Gewervelde dieren hebben een overeenkomstig bouwplan.
Nadere informatieVraag 1. Een element heeft als elektron configuratie 1s 2 2s 2 2p 6 3s 2 3p 2. Met welk element correspondeert deze elektron configuratie?
Vraag 1. Een element heeft als elektron configuratie 1s 2 2s 2 2p 6 3s 2 3p 2. Met welk element correspondeert deze elektron configuratie? 1. Al 2. Ge 3. P 4. Si Vraag 2. Hoe luidt het centrale dogma van
Nadere informatieCURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie. TENTAMEN1001B (Deeltoets 1) VERSIE -2
Deeltentamen cursus1001b Page 1 of 13 CURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie TENTAMEN1001B (Deeltoets 1) VERSIE -2 28 september 2012 09:00-11:00 Voor u liggen 48 meerkeuze vragen. De
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieStudiehandleiding Biochemie I
Studiehandleiding Biochemie I 2006-2007 1 Proeftentamen Biochemie I 1. Vul de juiste term uit de lijst op de open plaatsen in onderstaande tekst in. Elke term mag maar éénmaal worden gebruikt maar niet
Nadere informatieCURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie. TENTAMEN1001B (Deeltoets 2) VERSIE oktober :00-11:00
Page 1 of 11 CURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie TENTAMEN1001B (Deeltoets 2) VERSIE -2 28 oktober 2011 09:00-11:00 Voor u liggen 47 multiple choice vragen Vul op de schrapkaart het
Nadere informatieBio- organische chemie, Biochemie & Celbiologie Deeltentamen 2 26 oktober 2009
Vraag 1. Fototrofen en chemotrofen zijn sterk van elkaar afhankelijk omdat: 1. Fototrofen energie leveren aan de chemotrofen en de chemotrofen leveren suikers aan de fototrofen. 2. Fototrofen de chemotrofen
Nadere informatieTentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST,
Tentamen Biochemie, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 1. Tijdens fotosynthese ontstaat O 2. Uit welke grondstof(fen) wordt dit O 2 gevormd? De reactie vereist energie. Hoeveel moleculen ATP worden
Nadere informatieNaam: Student nummer:
Vraag 1. a. Vergelijk de elektronen transportketen van de ademhaling met de elektronentransport keten van de licht reactie (eventueel met tekening). Geef aan waar ze plaats vinden, wie de elektronen donors
Nadere informatieBIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL]
BIOLOGIE Energie & Stofwisseling HAVO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van
Nadere informatie- 1 - Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, uur
Microbiologie en Biochemie (MIB-10306) Biochemie deel Vrijdag 29 februari 2008, 9.00-12.00 uur - Begin met het invullen van je naam en registratienummer. - Alle antwoorden moeten op het vragenformulier
Nadere informatieBOUWSTENEN VAN HET LEVEN
BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn
Nadere informatieExamen Voorbereiding Cellen
Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life
DNA & eiwitsynthese Vragen bij COO-programma bij hoofdstuk 11 en 12 Life De vragen die voorkomen in het COO-programma DNA & eiwitsynthese zijn op dit formulier weergegeven. Het is de bedoeling dat je,
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie
Chemie van het leven Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van Unit 1 van Biology, Campbell,10 e druk Versie 2014-2015 Chemische achtergrond van leven 1. Atoomnummer
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Interactieve opgaven bij de hoofdstukken 5 t/m 8 van Biology, Campbell Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken van Campbell s Biology : Hoofdstuk 5.4, pagina 77-86:
Nadere informatieCelmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)
Bacterie cel: prokaryoot: geen kern, geen chromosomen zoals wij ze kennen maar cirkelvormig Chromosoom: dus wel DNA Sommige autotroof: als ze pigmenten hebben waarmee ze fotosynthese kunnen uitvoeren Meeste
Nadere informatieCURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie. TENTAMEN1001B (Deeltoets 1) VERSIE -2
30 September 2011 Page 1 of 13 CURSUS1001B Bio-organische Chemie, Biochemie & Celbiologie TENTAMEN1001B (Deeltoets 1) VERSIE -2 30 september 2011 09:00-11:00 Voor u liggen 40 meerkeuze vragen. De antwoorden
Nadere informatieStudentnummer: Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord.
Naam: Studentnummer: FLP1 Tentamen 31 05 2013, 14:00 17:00h Dit tentamen bestaat uit 25 opgaven op 6 bladzijden. Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Omcirkel het juiste antwoord. Je mag boek,
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied
Nederlandse samenvatting voor geïnteresseerden buiten het vakgebied Met dit proefschrift ga ik promoveren in de biochemie. In dit vakgebied wordt de biologie bestudeerd vanuit chemisch perspectief. Het
Nadere informatieCelademhaling & gisting
Celademhaling & gisting Tekst voor de leerlingen V. Rasquin - 1 - DISSIMILATIE - TEKST VOOR DE LEERLINGEN celademhaling & GISTING Wij weten dat heel wat processen endergonisch zijn (ze vergen energie).
Nadere informatieDiagnostische toets Van HIV tot AIDS?
Diagnostische toets Van HIV tot AIDS? Moleculen 1. Basenparing In het DNA vindt basenparing plaats. Welke verbinding brengt een basenpaar tot stand? A. Peptidebinding B. Covalente binding C. Zwavelbrug
Nadere informatieScheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18
Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.
Nadere informatieHet kunnen onderscheiden van verschillende isomeren is nodig voor het begrijpen van de unieke eigenschappen die isomeren bezitten.
Eindtoets Bio-organische Chemie (8RB19) Mandag, 7 april, 2014, 9:00 12:00 (3 uur) Bij het begin van elke opgave staat het aantal punten dat te verdienen is en de geadviseerde tijdsbesteding. Er zijn in
Nadere informatie3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41
3 1 Functionele morfologie van de cel 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 2.1 Bouw en functie van het eenheidsmembraan 10 2.2 Overzicht van de celorganellen
Nadere informatieCelstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie
Celstofwisseling II (COO 5) Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 10 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Elektronen-transportketen 1. Van enkele processen in
Nadere informatiea) Teken molecuul I op het antwoordblad en omcirkel alle stereocentra.(5)
Hertentamen Bio-organische Chemie (8RB19) Maandag, 30 juni, 2014, 14:00 17:00 (3 uur) Bij het begin van elke opgave staat het aantal punten dat te verdienen is en de geadviseerde tijdsbesteding. Er zijn
Nadere informatieVragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011
Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie
Nadere informatieBIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo
BIOLOGIE Thema: Stofwisseling Havo Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai De student moet de bouw en werking van enzymen kunnen beschrijven moet het proces van foto
Nadere informatieUitwerkingen Bio-organische Chemie Werkcollege 1. 1. Hoeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen:
Uitwerkingen Bio-organische hemie Werkcollege 1 1. oeveel protonen, neutronen en elektronen hebben de volgende elementen: a. 39 K 19 c. 13 6 b. 32 S 16 d. 200 g 80 a. 19 protonen, 19 elektronen, 20 neutronen.
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 2
Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting door Adeline 2260 woorden 18 oktober 2016 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Nanotechnologie Met nano wordt aangeduid dat iets erg
Nadere informatieStoffen, structuur en bindingen
Hoofdstuk 1: Stoffen, structuur en bindingen Scheikunde vwo 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken
Nadere informatieBIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen
www.dlwbiologie.wordpress.com BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen Havo 4 Thema 2 Basisstof 5 (blz. 68 en 69) De submicroscopische cel. Binas 79 B, C, D. Vwo 4 Thema 2 Basisstof 5
Nadere informatieLes wetenschappen: biologie
Les wetenschappen: biologie 1. De ontdekking van cellen: Vermogen= 0,2mm Lichtmicroscoop= x 1000 Elektronenmicroscoop= x 1000 2. Cellen in relatie met andere organisatieniveaus: Organisme Algemeen Konijn
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieMicrobiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel)
Microbiology & Biochemistry (MIB-10306, microbiologie deel) 1. Morfologie (vorm, grootte, onderdelen) a. Teken schematisch de doorsnede van een bacterie en benoem 10 structuren. vacuole met reservestoffen,
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieMembranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015
Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Vragen bij COO over hoofdstuk 11, 12 en 17 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk Membranen 1. Je wordt gevraagd een kunstmatige membraan te
Nadere informatiea. 38 b. 38 c. 0 d. 36/38
Microbiologiedeel: Hieronder staan vier vragen die de stijl en diepgang hebben van de vragen van het microbiologiedeel zoals ze op het tentamen gevraagd kunnen worden. 1.a. Hoeveel ATP kan de gram negatieve
Nadere informatieDNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008
DNA & eiwitsynthese Oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 16 en 17 van Campbell, 7 e druk December 2008 DNA 1. Hieronder zie je de schematische weergave van een dubbelstrengs DNA-keten. Een
Nadere informatieWe wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!
Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor
Nadere informatieSamenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj
Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj Samenvatting door Fabienne 1166 woorden 24 oktober 2017 5 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatieParagraaf 1: Fossiele brandstoffen
Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,
Nadere informatieOverzicht van reactievergelijkingen Scheikunde
verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding
Nadere informatieBiochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal
Biochemie van Leven college 6 uit de serie Het Levend Heelal Nora Goosen Moleculaire Genetica Leids Instituut voor Chemie Universiteit Leiden 1. Introductie Elke vorm van leven op aarde is opgebouwd uit
Nadere informatieVan mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?
Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)
Nadere informatiede cel A&F_MBO_H01.indd :21
1 de cel De cel 1 Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende componenten van een cel. Het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen
Nadere informatie4. deleted. 1. ATP kan een reactie aandrijven omdat
1. ATP kan een reactie aandrijven omdat a. bij de hydrolyse van ATP warmte vrijkomt b. de hydrolyse van ATP de entropie doet toenemen c. ATP sterk bindt aan het substraat van enzymen d. ATP thermodynamisch
Nadere informatieVoorbereidende opgaven Examencursus
Voorbereidende opgaven Examencursus Tips: Maak de volgende opgaven voorin in één van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een som niet lukt, werk hem dan uit tot waar je kunt en
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk : Cellen Samenvatting door Anna 1714 woorden 12 november 2017 8,1 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk : Cellen Paragraaf 1: Celonderdelen Om het overzicht
Nadere informatieTentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, Antwoorden
Tentamen Biochemie,, onderdeel Abrahams, 2e jaar MST, 26-09-2014 Antwoorden 1. Hieronder is de structuur weergegeven van octadecyl rhodamine B chloride. Let op de alifatische (CH 2 ) 17 keten die is veresterd
Nadere informatieStamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich blijven delen. Drie verschillende stamcelbronnen zijn:
Boekverslag door L. 1556 woorden 8 april 2014 7.4 100 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 4.1 Levende cellen Van systeem aarde tot molecuul Een organisatieniveau is de schaal waarop onderzoek plaatsvindt,
Nadere informatieEen rondleiding door de cel (COO 2)
Een rondleiding door de cel (COO 2) Vragen bij de oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 7 en 8 van Biology, Campbell, 9 e druk Versie 2012-2013 De vragen die voorkomen in het COO-programma
Nadere informatieFiguur 1 Enantiomeren.
Inleiding De synthetisch organisch chemicus beschikt over een gereedschapskist aan technieken waarmee hij in staat is (bijna) iedere denkbare verbinding te synthetiseren. De synthese van deze verbindingen
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Etheen 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn weergegeven: 2 H 2 H 2 H 2 H 2 H H H H H H H H + 2H 2 2 H + H H H H H H H 2 voor de pijl 1 formule van glucose en het overgebleven fragment
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend onder de naam bakkersgist. De bekendste toepassing van deze gist is het gebruik voor het rijzen van brood, maar
Nadere informatieWelke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom
Nadere informatieAchtergronden bij het Metabolaspel
Achtergronden bij het Metabolaspel Colofon Naar idee: dr. M. Lopes Cardozo, Universiteit Utrecht prof. dr. M.C.E. van Dam Mieras, Universiteit Leiden Projectleiding: J. Berkhout, Open Universiteit Nederland
Nadere informatieDe cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1
de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.
Nadere informatieArchaebacteriën. Eubacteriën. Eukaryoot
H5n 10-09-2001 16:41 Pagina 100 Samenvatting De gist Saccharomyces cerevisiae is bij de meeste mensen bekend als bakkersgist en wordt behalve voor het bereiden van brood onder andere ook gebruikt voor
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling Samenvatting door M. 1566 woorden 14 januari 2017 4,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 1: stofwisseling Paragraaf
Nadere informatieOrganismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof
Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme
Nadere informatieSamenvatting biologie thema 2
Samenvatting biologie thema 2 Doelstelling 1 Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. - Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen
Nadere informatieENERGIEOMZETTINGEN IN DE CEL
BOUW VAN DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 5 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan...5 2.2.3. Transportmogelijkheden
Nadere informatie1. A. Noem de drie domeinen waarin alle levende organismen worden ingedeeld.
Microbiële diversiteit (COO) Hand-out bij de COO-module, versie 2 oktober 2013 Indeling A. Noem de drie domeinen waarin alle levende organismen worden ingedeeld. B. Alle levende organismen worden in drie
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieBiologie 1997 Augustus
www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 22 het topje van de eiwitberg
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 22 het topje van de eiwitberg Samenvatting door een scholier 1627 woorden 31 mei 2011 8,3 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar HOOFDSTUK 22 Het topje van de eiwitberg
Nadere informatieTentamen BIOCHEMIE. (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008)
Tentamen BIOCHEMIE (MST-BCH-0708FWN dinsdag 29 januari 2008) Enzymkinetiek en Signaaltransductie 1a Geef twee redenen waarom de snelheid v 0 van een enzymgekatalyseerde reactie S P wordt gemeten op t =
Nadere informatiea. Geef de 1-lettercode van de aminozuren in het peptide in de corresponderende volgorde. (4P)
HERTENTAMEN Eindtoets BIOCHEMIE (8RA00) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld 16-08-2013 09:00 12:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik geen rode pen! 1 Peptiden en eiwitten
Nadere informatieHetzelfde DNA in elke cel
EIWITSYNTHESE (H18) Hetzelfde DNA in elke cel 2 Structuur en functie van DNA (1) Genen bestaan uit DNA Genen worden gedragen door chromosomen Chromosomen bestaan uit DNAmoleculen samengepakt met eiwitten
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieDe eukaryotische cel. Inleiding¹
De eukaryotische cel Bronvermelding: 1 Theorie: Junqueira L.C. en Carneiro J. (2004, tiende druk), Functionele histologie, Maarssen. Uitgeverij Elsevier. Hoofdstuk 3, 'De cel'. 2 Wikipedia, de vrije encyclopedie,
Nadere informatieAugustus geel Chemie Vraag 1
Chemie Vraag 1 Men beschikt over een oplossing van ijzer(ii)nitraat met c = 3,00 mol/l en heeft voor een experiment 0,600 mol nitraationen nodig. Hoeveel ml van de oplossing dient men te gebruiken?
Nadere informatie<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine
Nadere informatie<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 1. Algemene structuur van een nucleotide (links) en de structuren van de verschillende basen (rechts).
DA is het molecuul dat in levende organismen alle genetische informatie bevat. et komt doorgaans voor als een dimeer van twee complementaire nucleotide-polymeren, waarbij de individuele nucleotiden in
Nadere informatieMethanobrevibacter Methanospirillum. Methanosarcina Methanocaldococcus. Methanotorris. Methanosaeta. Methanothermus
Methanobrevibacter Methanospirillum Methanosarcina 13. 6 Methanocaldococcus Methanotorris Methanosaeta Methanothermus Grote % GC spreiding, = grote fylogenetische heterogeniteit Andere electronen acceptoren
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen Samenvatting door een scholier 299 woorden 28 januari 215 7 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Nanotechnologie 1 nanometer =, 1 meter
Nadere informatieENZYMEN. Hoofdstuk 6
ENZYMEN Hoofdstuk 6 H6 ENZYMEN opbouw en werking mechanisme Invloeden op de enzymactiviteit Temperatuur ph Enzym-substraatconcentratie Remstoffen Naamgeving Toepassing mogelijkheden enzymen Spijsverteringsenzymen
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit
Nadere informatieAminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.
Activiteit 5 Peptidebindingen en Penicilline Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. In de natuur komen ongeveer 100 verschillende
Nadere informatieFrank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 29 november 2016 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieIntermezzo, De expressie van een eiwit.
Samenvatting Bacteriën leven in een omgeving die voortdurend en snel verandert. Om adequaat te kunnen reageren op deze veranderingen beschikken bacteriën over tal van sensor systemen die de omgeving in
Nadere informatie1: Nanotechnologie. 2: Cellen bekijken
1: Nanotechnologie Een cel is een zelfstandige biologische eenheid - Door celmembraan in het inwendige van de cel gescheiden met zijn omgeving. - Met behulp van eiwitten in het celmembraan wordt de opname
Nadere informatieChapter 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting 125 126 Samenvatting De familie van Nudix hydrolase enzymen omvat een groep verwante eiwitten die een specifieke chemische omzetting in nucleotieden kunnen faciliteren. In dit proefschrift
Nadere informatieB2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat
Samenvatting door L. 1614 woorden 6 september 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 2 Cellen B1 Weefselonderzoek Kanker bij kanker is de celdeling van een cel ontregeld en ontstaat een
Nadere informatieSAMENVATTING 141 Aminozuren zijn bouwstenen voor de synthese van eiwitten die nodig zijn voor de groei van een organisme. De synthese van aminozuren kost energie dat wordt gewonnen uit de voedingstoffen
Nadere informatieRondleiding door de cel
Rondleiding door de cel Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 5, 6 en 7 van Biology, Campbell, 7 e druk juli 2007 Introductie Deze module behandelt de volgende delen van hoofdstukken
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM
HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM Cellen, weefsels en organen (grondig lezen) Cellen: Organen: Weefsel: kleinste functionele eenheden van ons lichaam zeer uiteenlopende morfologie (=vorm/bouw) die samenhangt
Nadere informatieVoorbeelden organel: celkern, vacuole, mitochondriën en endoplasmatisch rediculum.
Samenvatting door S. 1531 woorden 1 mei 2015 6.3 25 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1. De levende natuur wordt ingedeeld in 3 domeinen: Bacteriën Archea Eukaryoten Bacteriën
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatie