VERKENNEND BODEMONDERZOEK VOORDIJK 274A TE BARENDRECHT GEMEENTE BARENDRECHT

Transcriptie

1 VERKENNEND BODEMONDERZOEK VOORDIJK 274A TE BARENDRECHT GEMEENTE BARENDRECHT

2 Verkennend bodemonderzoek Voordijk 274a te Barendrecht in de gemeente Barendrecht Opdrachtgever Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving bv Postbus AA Barendrecht Project BAR.WIS.NEN Rapportnummer 52 Status Eindrapportage Datum 8 april 2 Vestiging Opsteller Doetinchem Drs. ing. S. Schut Paraaf Kwaliteitscontrole Ing. J. Winkelhorst Paraaf Kwaliteitszorg Econsultancy is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer (VKB). De VKB is een vereniging van bodemadviesen onderzoeksbureaus en heeft als doel kwaliteitsborging en continue verbetering van de dienstverlening van haar leden op het gebied van bodembeheer. Het VKB keurmerk geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de VKB aan haar leden stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Econsultancy werkt volgens een dynamisch kwaliteitssysteem, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek. Ons kwaliteitssysteem is gecertificeerd volgens de kwaliteitsborgingsnormen van de NENENISO 9:28. Betrouwbaarheid Dit bodemonderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid echter uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een bodemonderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de milieuhygiënische bodemkwaliteit. Daarnaast betreft het bodemonderzoek een momentopname. Econsultancy accepteert derhalve op voorhand geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Econsultancy uitgevoerde bodemonderzoek neemt. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie.

3 INHOUDSOPGAVE. INLEIDING VOORONDERZOEK Geraadpleegde bronnen Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie Calamiteiten Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie Belendende percelen/terreindelen Terreininspectie Toekomstige situatie Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten Geohydrologie CONCLUSIES VOORONDERZOEK (ONDERZOEKSOPZET) VELDWERK Uitgevoerde werkzaamheden Zintuiglijke waarnemingen Grond Grondwater ANALYSERESULTATEN Uitvoering analyses Interpretatie analyseresultaten Resultaten grond en grondwatermonsters SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES... 6 BIJLAGEN:. Topografische ligging van de locatie 2a. Locatieschets 2b. Foto's onderzoekslocatie 3. Boorprofielen 4. Analyserapporten 5. Toetsingskader analyseresultaten 6. Rapportagegrenzen laboratorium 7. Geraadpleegde bronnen 8. Uitgevoerd bodemonderzoek 9. Regionale achtergrondgehalten 52 BAR.WIS.NEN

4 . INLEIDING Econsultancy heeft van Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving bv opdracht gekregen voor het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek aan de Voordijk 274a te Barendrecht in de gemeente Barendrecht. Het bodemonderzoek is uitgevoerd in het kader van de Bouwverordening, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Het verkennend bodemonderzoek heeft tot doel met een relatief geringe onderzoeksinspanning vast te stellen of op de onderzoekslocatie een grond en/of grondwaterverontreiniging aanwezig is, teneinde te bepalen of er milieuhygiënische belemmeringen zijn voor de nieuwbouw op de onderzoekslocatie, alsmede de bestemmingsplanwijziging. Het vooronderzoek is verricht conform de NEN 5725:29 "Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek". Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de NEN 574:29 "Bodem Landbodem Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond". Het veldwerk en de bemonstering zijn verricht onder certificaat op grond van de BRL SIKB 2 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek", protocollen 2 en 22. De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (Circulaire bodemsanering 29). Tevens is rekening gehouden met de achtergrondwaarden in de grond, zoals deze door de gemeente Barendrecht zijn vastgesteld. Econsultancy is gecertificeerd voor de protocollen 2 en 22 van de BRL SIKB 2. In dat kader verklaart Econsultancy geen eigenaar van de onderzoekslocatie te zijn of te worden. 2. VOORONDERZOEK 2. Geraadpleegde bronnen De informatie over de onderzoekslocatie is gebaseerd op de bij de gemeente Barendrecht aanwezige informatie (contactpersoon mevrouw F. van Rootselaar), informatie verkregen van de opdrachtgever (contactpersonen de heer J. Goes en de heer H.J. Stolk) en informatie verkregen uit de op maart 2 uitgevoerde terreininspectie. Van de locatie en de directe omgeving zijn uit verschillende informatiebronnen gegevens verzameld over: het historische, huidige en toekomstige gebruik; eventuele calamiteiten; eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken; de bodemopbouw en geohydrologie; verhardingen, kabels en leidingen. Bijlage 7 geeft een overzicht van de geraadpleegde bronnen. 52 BAR.WIS.NEN Pagina van 6

5 2.2 Afbakening onderzoekslocatie vooronderzoek Het vooronderzoek omvat de onderzoekslocatie en direct hieraan grenzende percelen binnen een afstand van 25 meter. De onderzoekslocatie (± 4.38 m²) ligt aan de Voordijk 274a, circa 8 m ten noordwesten van de kern van Barendrecht in de gemeente Barendrecht (zie bijlage ). Het perceel, waar de onderzoekslocatie deel van uitmaakt, is kadastraal bekend gemeente Barendrecht, sectie A, nummer 398. Volgens de topografische kaart van Nederland, kaartblad 37 H, 24 (schaal :25.), bevindt het maaiveld zich op een hoogte van circa,5 m +NAP en zijn de coördinaten van de onderzoekslocatie X = , Y = Historisch en huidig gebruik onderzoekslocatie Volgens de Grote Historische Atlas van Nederland, deel "West Nederland ", kaartblad 37, 99 (schaal :5.), was de locatie, alsmede de omgeving ervan, destijds in agrarisch gebruik (akker en weide). De bewoning in de omgeving concentreerde zich destijds voornamelijk langs de Voordijk (lintbebouwing). Vermoedelijk is in 974 het huidige woonhuis en de aangrenzende noordelijk gelegen schuur gebouwd ten behoeve van veehandel. Ten noorden van deze schuur is, op een afstand van circa meter, een schapenhok gesitueerd. Uit het gemeentelijk archief is gebleken dat in 99 voor de bedrijfsactiviteiten een milieuvergunning is verleend. De locatie is grotendeels onverhard (siertuin en grasland). Een gedeelte van het terrein is voorzien van een klinkerverharding. Op de locatie zijn diverse slootjes aanwezig. Direct ten noorden van de schuur is een bovengrondse dieseltank (± 3. l.) onder een overkapping op een betonvloer aanwezig. Uit historisch kaartmateriaal zijn geen aanwijzingen gevonden die aanleiding geven een slootdemping op de locatie te verwachten. De voormalige schapenschuur en de schuur die grens aan het woonhuis bevat asbestverdachte dakbedekking (golfplaat). In bijlage 2a is de huidige situatie op een locatieschets weergegeven. Bijlage 2b bevat enkele foto's van de onderzoekslocatie. 2.4 Calamiteiten Voor zover bij de opdrachtgever bekend hebben zich op de onderzoekslocatie in het verleden geen calamiteiten met een bodembedreigend karakter voorgedaan. Ook uit informatie van de gemeente Barendrecht blijkt niet dat er zich in het verleden bodembedreigende calamiteiten hebben voorgedaan. 2.5 Uitgevoerd(e) bodemonderzoek(en) op de onderzoekslocatie In maart 995 is door Lexmond Milieu Adviezen bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (rapportnummer /JA, zie bijlage 8) waarvan het noordelijk deel van de huidige onderzoekslocatie deel van uit maakte. Destijds is er in de bovengrond een lichte verontreiniging met kwik aangetoond. In de ondergrond zijn echter geen verontreinigingen aangetoond. Het grondwater bleek licht verontreinigd met chroom, zink, tolueen en xylenen. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 2 van 6

6 2.6 Belendende percelen/terreindelen De onderzoekslocatie is gelegen in de bebouwde kom van Barendrecht. In bijlage 7 zijn de geraadpleegde informatiebronnen voor de omliggende terreindelen en belendende percelen binnen 25 meter van de onderzoekslocatie opgenomen. Het bodemgebruik van de omliggende terreindelen is als volgt: aan de noordzijde bevinden zich een watergang en de Dudokdreef; aan de oostzijde bevinden zich enkele woonpercelen; aan de zuidzijde bevinden zich de Voordijk met aan de overzijde een woonwijk; aan de westzijde bevinden zich een sloot met aan de overzijde een woonperceel (nr. 276). Op het perceel dat in oostelijke richting aan de onderzoekslocatie grenst is in december van 993 door Lexmond Milieu Adviezen bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. In de bovengrond is destijds plaatselijk een lichte verontreiniging met nikkel aangetoond. Plaatselijk overschrijdt de concentratie EOX de referentiewaarde in de ondergrond en is plaatselijk een lichte verontreiniging met koper aangetoond. In het grondwater zijn destijds licht verhoogde concentraties aan chroom en arseen aangetoond. Uit de bodeminformatie die de gemeente Barendrecht ten behoeve van onderhavig onderzoek heeft opgesteld (23 februari 2) blijkt dat op het perceel Voordijk 274 een benzineservicestation aanwezig zou zijn geweest. Betreffende locatie grenst aan de zuidoostzijde aan de onderhavige onderzoekslocatie. Deze locatie is derhalve als "mogelijk potentieel verdacht (mogelijk verontreinigd)" aangemerkt. In het kader van deze vermelding is, in opdracht van de gemeente Barendrecht, door Koenders en Partners adviseurs en procesmanagers in januari van 2 (projectnummer 9353) een "historisch onderzoek" conform de NEN 5725 uitgevoerd. In dit onderzoek zijn geen aanwijzingen gevonden voor het (in het verleden) bestaan van een benzineserviecestation ter plaatse. Derhalve is geadviseerd om de status van deze locatie te wijzigen in "voldoende onderzocht en/of gesaneerd". In het kader van onderhavig onderzoek is aangenomen dat er geen sprake is (geweest) van een dergelijke activiteit nabij de onderzoekslocatie. Uit de verzamelde informatie blijkt dat er vanuit de omliggende percelen geen grensoverschrijdende verontreinigingen zijn te verwachten. 2.7 Terreininspectie Voorafgaand aan het bodemonderzoek is er een terreininspectie uitgevoerd. Deze is gericht op de identificatie van bronnen, die mogelijk hebben geleid of kunnen leiden tot een grond en/of grondwaterverontreiniging. De tijdens de terreininspectie aangetroffen situatie komt overeen met de locatiegegevens, zoals deze zijn opgenomen in paragraaf 2.3. Afgezien van de potentiële bron voor een grond en/of grondwaterverontreiniging (bovengrondse dieseltank), die in de voorgaande paragrafen is beschreven, zijn er tijdens de terreininspectie geen aanvullende potentiële bronnen aangetroffen. Op het maaiveld zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de doelstelling van het onderzoek de terreininspectie niet conform de NEN 577 ("Bodem Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond") is uitgevoerd. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 3 van 6

7 2.8 Toekomstige situatie De initiatiefnemer is voornemens het perceel te herontwikkelen. De herontwikkeling voorziet in de sloop van de opstallen en in de nieuwbouw van een kleinschalig appartementengebouw voor senioren (55+) met een aantal parkeerplaatsen en een woning. De in de huidige situatie aanwezige slootjes zullen blijven gehandhaafd in de toekomstige situatie. 2.9 Informatie lokale of regionale achtergrondgehalten De gemeente Barendrecht heeft de lokale achtergrondgehalten van een aantal metalen, PAK, EOX en minerale olie voor grond vastgesteld. De onderzoekslocatie ligt binnen de kwaliteitszone 2 (zie bijlage 9). 2. Bodemopbouw De originele bodem bestaat volgens de bodemkaart van Nederland, kaartblad 37 Oost, 972 (schaal :5.), uit een kalkloze poldervaaggrond, die volgens de Stichting voor Bodemkartering voornamelijk is opgebouwd uit lichte zavel. De afzettingen, waarin deze bodem is ontstaan, behoren geologisch gezien tot de Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren. 2. Geohydrologie De onderzoekslocatie is gelegen op de overgang tussen het WestNederlands Veengebied en het Zuidwestelijk Zeekleigebied. Aan het maaiveld is een ± 5 m dikke, slecht doorlatende deklaag aanwezig, die voornamelijk bestaat uit klei en veen. Hieronder ligt het eerste watervoerend pakket, die wordt gevormd door grove, grindhoudende zanden van de Formatie van Kreftenheye. Het eerste watervoerend pakket heeft een dikte van ± m en wordt aan de onderzijde begrensd door een ± 5 m dikke kleilaag van de Formatie van Waalre. Onder deze kleilaag ligt het tweede watervoerend pakket, die is opgebouwd uit fluviatiele zanden van de Formatie van Waalre en mariene zanden van de Formatie van Maassluis. Binnen de Formatie van Waalre komen enkele kleilagen voor, die vanwege de beperkte verbreiding niet als scheidende lagen worden beschouwd. Het tweede watervoerend pakket heeft een dikte van ± 65 m en wordt aan de onderzijde begrensd door kleiige afzettingen van de Maassluis Formatie. De onderzoekslocatie is gelegen in de Binnenlandse Polder, waar het zomerpeil op 2, m NAP en het winterpeil op 2,2 m NAP ligt. 3. CONCLUSIES VOORONDERZOEK (ONDERZOEKSOPZET) Ten behoeve van het bodemonderzoek is, op basis van het vooronderzoek, een aantal deellocaties geïdentificeerd. In tabel I zijn de onderzoeksstrategieën, die van toepassing zijn op de betreffende deellocaties, weergegeven. Tabel I. Onderzoeksstrategie Deellocatie Oppervlakte Verwachte stoffen Onderzoeksstrategie A: bovengrondse dieselolietank (3. l) B: overig terreindeel ± 5 m 2 minerale olie, aromaten VEP ± m 2 ONV Onderzoeksstrategieën volgens NEN574: VEP : Verdacht, plaatselijke bodembelasting, uitgezonderd ondergrondse opslagtanks ONV : Onverdacht 52 BAR.WIS.NEN Pagina 4 van 6

8 4. VELDWERK 4. Uitgevoerde werkzaamheden Tijdens het opstellen van het boorplan is rekening gehouden met de doelstellingen en de richtlijnen, welke geformuleerd zijn in de inleiding. Daarnaast is rekening gehouden met de onderzoeksprotocollen, zoals weergegeven in tabel I, en de ligging van kabels en leidingen. Bijlage 2a bevat de locatieschets met daarop aangegeven de situering van de boorpunten en de peilbuis. In bijlage 3 zijn de boorprofielen opgenomen. Aan de hand van de geldende onderzoeksstrategieën zijn de werkzaamheden uitgevoerd zoals die in tabel II zijn vermeld. Het veldwerk is op 22 maart 2 uitgevoerd onder kwaliteitsverantwoordelijkheid van de heer A. Bruil. Deze medewerker van Econsultancy in Doetinchem is geregistreerd als ervaren veldwerker voor het protocol 2 van de SIKB BRL 2 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek". Tabel II. Uitgevoerde werkzaamheden Deellocatie Veldwerk Analyses Boringen/peilbuizen Verharding Grond Grondwater A: bovengrondse dieselolietank (3. l) 2 (, m mv) (peilbuis) klinkers olie/aromaten (x) (*D) standaardpakket (x) B: overig terreindeel (*A) (*B) (*C) (*D) (*E) (,5 m mv) 4 (2, m mv) klinkers/onverhard standaardpakket (4x) (*C) (*E) In verband met de aanwezigheid van een vloeistofdichte vloer zijn de boringen langs de gevel van het pand geplaatst Door deze verharding is geboord Inclusief organische stof en lutum (3x) Inclusief organische stof (x) Het grondwateronderzoek is in combinatie met deellocatie A uitgevoerd Van het opgeboorde materiaal is een boorbeschrijving conform de NEN 54 gemaakt en zijn er grondmonsters genomen over trajecten van ten hoogste,5 m, waarbij bodemlagen met verontreinigingskenmerken of een afwijkende textuur separaat bemonsterd zijn. Voor de geplaatste peilbuis geldt dat het onderste gedeelte van de peilbuis (het peilfilter) is geperforeerd en de ruimte tussen de wand van het boorgat en het peilfilter is opgevuld met filtergrind. Boven het filtergrind is een laag zwelklei aangebracht, zodat er géén verontreinigingen van bovenaf in de peilbuis kunnen migreren. De filterstelling is bepaald op basis van de grondwaterstand, zoals deze tijdens de veldwerkzaamheden op 22 maart 2 is ingeschat. De peilbuis is direct na plaatsing afgepompt en na een wachttijd van minimaal een week is het grondwater bemonsterd. 4.2 Zintuiglijke waarnemingen 4.2. Grond De bovengrond bestaat voornamelijk uit zwak humeus, zwak tot matig zandige klei. Plaatselijk bestaat de bovengrond uit zwak siltig, zeer fijn tot matig fijn zand. De ondergrond bestaat voornamelijk uit zwak tot sterk zandige klei en daaronder plaatselijk uit zwak tot matig siltig zeer fijn zand. De ondergrond is plaatselijk zwak gley en veenhoudend. De bovengrond is plaatselijk zwak tot matig puinhoudend. Verder zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen waargenomen. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 5 van 6

9 Tijdens de veldwerkzaamheden zijn op het maaiveld van de onderzoekslocatie, alsmede in de bodem, geen asbestverdachte materialen aangetroffen. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de doelstelling van het onderzoek de veldwerkzaamheden niet conform de NEN 577 ("Bodem Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond") zijn uitgevoerd Grondwater De grondwaterbemonstering is op 29 maart 2 uitgevoerd door de heer A.G.C. Rondeel. Deze medewerker van Econsultancy in Doetinchem is geregistreerd als ervaren veldwerker voor het protocol 22 van de SIKB BRL 2 "Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek". Tijdens de grondwaterbemonstering zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen aangetroffen. Tabel III geeft een overzicht van de grondwaterstand en de in het veld bepaalde waarden van de ph en het geleidingsvermogen van het grondwater. De ph en het geleidingsvermogen vertonen geen afwijkingen ten opzichte van regionaal bekende waarden. Tabel III. Overzicht grondwaterstand, ph en geleidingsvermogen van het grondwater Peilbuisnummer Situering peilbuis Filterstelling (m mv) Grondwaterstand 29 maart 2 (m mv) ph () EGV (μs/cm) A centraal op de onderzoekslocatie,72,7,6 6, ANALYSERESULTATEN 5. Uitvoering analyses Alle te analyseren grond en grondwatermonsters zijn aangeboden aan ALcontrol Laboratories. Dit laboratorium is erkend door de Raad voor Accreditatie en is AS3geaccrediteerd voor milieuhygienisch bodemonderzoek. In het laboratorium zijn in totaal 5 grondmengmonsters samengesteld (3 grondmengmonsters van de bovengrond en 2 grondmengmonsters van de ondergrond). De 5 grondmengmonsters en het grondwatermonster zijn geanalyseerd op één van de volgende pakketten: standaardpakket grond: droge stof, metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) en minerale olie; olie/aromaten grond: droge stof, vluchtige aromaten (BTEX), naftaleen en minerale olie; standaardpakket grondwater: metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromaten (BTEX), styreen, naftaleen, gehalogeneerde koolwaterstoffen (VOX) en minerale olie. Tevens is van 4 grondmengmonster het lutumgehalte stof en/of organische bepaald. In afwijking op de NEN 574 is afgezien van het bepalen van het organische stof en lutumgehalte van ieder grondmengmonster. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 6 van 6

10 Tabel IV geeft een overzicht van de samenstelling van de grondmengmonsters en de analysepakketten. Tabel IV. Overzicht van de samenstelling van de grondmengmonsters en de analysepakketten Grondmengmonster Traject (cm mv) Analysepakket Bijzonderheden MMA A (46) + A3 (4595) + A2 (65) minerale olie en aromaten + organische stof MMB B4 (2) + B6 (3) standaardpakket + lutum en organische stof ondergrond nabij bovengrondse dieselolietank (geen oliewaterreactie) bovengrond met zintuiglijke verontreiniging (zwak puin, matig baksteenhoudend) MMB2 B4 (27) + B5 (6) + B3 (5) + B (5) + B7 (5) + B8 (5) MMB3 B (5) + B3 (6) + B4 (5) + B (5) MMB4 B9 (49) + B5 (5) + B (5) + B3 (72) standaardpakket + lutum en organische stof standaardpakket standaardpakket + lutum en organische stof bovengrond noordelijk terreindeel (zintuiglijk schoon) bovengrond zuidelijke terreindeel (zintuiglijk schoon) ondergrond (zintuiglijk schoon) 5.2 Interpretatie analyseresultaten De analyseresultaten zijn getoetst aan het toetsingskader van VROM (circulaire bodemsanering 29). Het toetsingskader voor de beoordeling van de gehalten en/of concentraties van verontreinigingen is gegeven in de toetsingstabel en bevat voor grond en grondwater drie te onderscheiden waarden met de verschillende niveaus: achtergrondwaarde 2: deze waarde ("AW2") geeft de gehalten aan zoals die op dit moment voorkomen in de bodem van natuur en landbouwgronden, waarvoor geldt dat er geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen; streefwaarde: deze waarde ("S") geeft het milieukwaliteitsniveau aan voor grondwater, waarbij als nadelig te waarderen effecten verwaarloosbaar worden geacht; tussenwaarde: deze waarde ("T") is de helft van de som van de achtergrondwaarde 2 (of in het geval van grondwater de streefwaarde) en de interventiewaarde. De tussenwaarde is de concentratiegrens waarboven in beginsel nader onderzoek moet worden uitgevoerd, omdat het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat; interventiewaarde: deze waarde ("I") geeft het niveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen, die de bodem heeft voor mens, plant of dier. Bij gehalten en/of concentraties boven de interventiewaarde is er sprake van een sterke verontreiniging. Bij overschrijding van de interventiewaarde wordt vaak een nader onderzoek uitgevoerd om de ernst van de verontreiniging en de saneringsurgentie te bepalen. Wanneer het boven de tussenwaarde of interventiewaarde gelegen gehalte een natuurlijke oorsprong heeft, is uitvoering van vervolgonderzoek meestal niet noodzakelijk. In bijlage 5 is de toetsingstabel opgenomen uit de eerder genoemde circulaires. Deze bijlage bevat de achtergrondwaarden 2 en de interventiewaarden, alsmede de berekeningswijze die moet worden gevolgd om deze waarden naar grondsoort te differentiëren. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 7 van 6

11 De achtergrondwaarden 2 en de interventiewaarden voor de grond zijn berekend met behulp van de door het laboratorium bepaalde waarden voor het organische stof en lutumgehalte. Voor de toetsing van de analyseresultaten van één van de mengmonsters van de ondergrond is gebruik gemaakt van een aangenomen humus en lutumgehalte van respectievelijk,5% en,%. Het hanteren van deze waardes geeft de strengst mogelijk toetsing aan de achtergrondwaarden 2 en de interventiewaarden voor de grond. Bijlage 6 geeft een overzicht van de rapportagegrenzen van de uitgevoerde analyses. De gebruikte analysetechnieken zijn weergegeven op de certificaten in bijlage 4. Om de mate van verontreiniging aan te geven wordt de volgende terminologie gebruikt: Grond: niet verontreinigd: gehalte < achtergrondwaarde 2 en/of detectielimiet; licht verontreinigd: gehalte > achtergrondwaarde 2 en < tussenwaarde; matig verontreinigd: gehalte > tussenwaarde < interventiewaarde; sterk verontreinigd: gehalte > interventiewaarde. Grondwater: niet verontreinigd: concentratie < streefwaarde en/of detectielimiet; licht verontreinigd: concentratie > streefwaarde en < tussenwaarde; matig verontreinigd: concentratie > tussenwaarde < interventiewaarde; sterk verontreinigd: concentratie > interventiewaarde. 5.3 Resultaten grond en grondwatermonsters Tabel V geeft een overzicht van de parameters in de grond die de geldende toetsingskaders overschrijden. Tabel V. Overschrijdingen toetsingskaders grond Grondmengmonster Traject (cm mv) Gehalte > AW2 (licht verontreinigd) Gehalte > AW2 en achtergrondwaarde Gehalte > T (matig verontreinigd) Gehalte > I (sterk verontreinigd) MMA A (46) + A3 (4595) + A2 (65) MMB B4 (2) + B6 (3) lood zink MMB2 B4 (27) + B5 (6) + B3 (5) + B (5) + B7 (5) + B8 (5) MMB3 B (5) + B3 (6) + B4 (5) + B (5) cadmium kobalt koper kwik lood nikkel zink PCB cadmium (*A) MMB4 B9 (49) + B5 (5) + B (5) + B3 (72) (*A:) Voor deze parameter is geen achtergrondwaarde vastgesteld 52 BAR.WIS.NEN Pagina 8 van 6

12 Tabel VI geeft een overzicht van de parameters in het grondwater die de geldende toetsingskaders overschrijden. Tabel VI. Overschrijdingen toetsingskaders grondwater Grondwatermonster Situering peilbuis Concentratie > S (licht verontreinigd) Concentratie > T (matig verontreinigd) Concentratie > I (sterk verontreinigd) A centraal op de onderzoekslocatie barium benzeen xylenen naftaleen (*A)..trichloorethaan (*A:) Opgemerkt wordt dat de detectiegrens voor de parameter naftaleen hoger is dan de streefwaarde en de AS3 rapportage grenseis, waardoor het niet uit te sluiten is dat het monster licht verontreinigd is en derhalve (formeel) als zodanig wordt gerapporteerd. De tabellen VII t/m XII geven een overzicht van de analyseresultaten van de grondmengmonsters en het grondwatermonster. Bijlage 4 bevat de door het laboratorium aangeleverde resultaten. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 9 van 6

13 Tabel VII. Analyseresultaten grond(meng)monster(s) (gehalten in mg/kg d.s. tenzij anders vermeld) Monstercode MMA AW2 T I AS3 droge stof(gew.%) 8.9 gewicht artefacten(g) < aard van de artefacten(g) geen organische stof (% vd DS) 2.6 VLUCHTIGE AROMATEN benzeen < tolueen < ethylbenzeen < oxyleen <.5 p en mxyleen <. xylenen (.7 factor) totaal BTEX (.7 factor).2 naftaleen <. MINERALE OLIE fractie C C2 <5 fractie C2 C22 <5 fractie C22 C3 <5 fractie C3 C4 <5 totaal olie C C4 < Monstercode en monstertraject MMA: A (46) A3 (4595) A2 (65) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 29. Staatscourant april 29 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit. Staatscourant 2 december 27. Nr Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 3728) ( en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 29. De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan tussenwaarde het gehalte is groter dan tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens. voor meer informatie zie analysecertificaat AS3 laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3 t/m 39 versie 4.25 juni 28. a gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en kleiner dan de AS3 rapportagegrenseis. Verondersteld wordt dat de waarde kleiner is dan de AW2. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en groter dan de AS3 rapportagegrenseis. De achtergrond en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum 25%; humus 2.6%. 52 BAR.WIS.NEN Pagina van 6

14 Tabel VIII. Analyseresultaten grond(meng)monster(s) (gehalten in mg/kg d.s. tenzij anders vermeld) Monstercode MMB AW2 T I AS3 droge stof(gew.%) 75.9 gewicht artefacten(g) < aard van de artefacten(g) geen organische stof (% vd DS) 6. lutum (bodem)(% vd DS) 3 METALEN barium cadmium < kobalt koper kwik < lood molybdeen < nikkel zink POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <. fenantreen.9 antraceen.3 fluoranteen.23 benzo(a)antraceen.2 chryseen.2 benzo(k)fluoranteen.8 benzo(a)pyreen.3 benzo(ghi)peryleen.4 indeno(.2.3cd)pyreen.2 PAKtotaal ( van VROM) (.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) < PCB 52(µg/kgds) < PCB (µg/kgds).2 PCB 8(µg/kgds) < PCB 38(µg/kgds).8 PCB 53(µg/kgds).6 PCB 8(µg/kgds).4 som PCB (7) (.7 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE fractie C C2 <5 fractie C2 C22 <5 fractie C22 C3 2 fractie C3 C4 27 totaal olie C C Monstercode en monstertraject MMB: B4 (2) B6 (3) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 29. Staatscourant april 29 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit. Staatscourant 2 december 27. Nr Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 3728) ( en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 29. De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan tussenwaarde het gehalte is groter dan tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens. voor meer informatie zie analysecertificaat AS3 laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3 t/m 39 versie 4.25 juni 28. a gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en kleiner dan de AS3 rapportagegrenseis. Verondersteld wordt dat de waarde kleiner is dan de AW2. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en groter dan de AS3 rapportagegrenseis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. De achtergrond en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum 3%; humus 6%. 52 BAR.WIS.NEN Pagina van 6

15 Tabel IX. Analyseresultaten grond(meng)monster(s) (gehalten in mg/kg d.s. tenzij anders vermeld) Monstercode MMB2 AW2 T I AS3 droge stof(gew.%) 78. gewicht artefacten(g) < aard van de artefacten(g) geen organische stof (% vd DS) 2.8 lutum (bodem)(% vd DS) 3 METALEN barium cadmium < kobalt koper kwik < lood molybdeen < nikkel zink POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <. fenantreen.2 antraceen <. fluoranteen.6 benzo(a)antraceen.4 chryseen.5 benzo(k)fluoranteen.3 benzo(a)pyreen.4 benzo(ghi)peryleen.5 indeno(.2.3cd)pyreen.4 PAKtotaal ( van VROM) (.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) < PCB 52(µg/kgds) < PCB (µg/kgds) < PCB 8(µg/kgds) < PCB 38(µg/kgds) < PCB 53(µg/kgds) < PCB 8(µg/kgds) < som PCB (7) (.7 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE fractie C C2 <5 fractie C2 C22 <5 fractie C22 C3 <5 fractie C3 C4 <5 totaal olie C C4 < Monstercode en monstertraject MMB2: B4 (27) B5 (6) B3 (5) B (5) B7 (5) B8 (5) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 29. Staatscourant april 29 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit. Staatscourant 2 december 27. Nr Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 3728) ( en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 29. De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan tussenwaarde het gehalte is groter dan tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens. voor meer informatie zie analysecertificaat AS3 laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3 t/m 39 versie 4.25 juni 28. a gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en kleiner dan de AS3 rapportagegrenseis. Verondersteld wordt dat de waarde kleiner is dan de AW2. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en groter dan de AS3 rapportagegrenseis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. De achtergrond en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum 3%; humus 2.8%. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 2 van 6

16 Tabel X. Analyseresultaten grond(meng)monster(s) (gehalten in mg/kg d.s. tenzij anders vermeld) Monstercode MMB3 AW2 T I AS3 droge stof(gew.%) 78.9 gewicht artefacten(g) < aard van de artefacten(g) geen METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen < nikkel zink POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <. fenantreen. antraceen.3 fluoranteen.23 benzo(a)antraceen.4 chryseen.3 benzo(k)fluoranteen. benzo(a)pyreen.6 benzo(ghi)peryleen.5 indeno(.2.3cd)pyreen.3 PAKtotaal ( van VROM) (.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) < PCB 52(µg/kgds) < PCB (µg/kgds).8 PCB 8(µg/kgds).5 PCB 38(µg/kgds) 2.4 PCB 53(µg/kgds) 2. PCB 8(µg/kgds). som PCB (7) (.7 factor)(µg/kgds) MINERALE OLIE fractie C C2 <5 fractie C2 C22 <5 fractie C22 C3 <5 fractie C3 C4 <5 totaal olie C C4 < Monstercode en monstertraject MMB3: B (5) B3 (6) B4 (5) B (5) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 29. Staatscourant april 29 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit. Staatscourant 2 december 27. Nr Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 3728) ( en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 29. De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan tussenwaarde het gehalte is groter dan tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens. voor meer informatie zie analysecertificaat AS3 laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3 t/m 39 versie 4.25 juni 28. a gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en kleiner dan de AS3 rapportagegrenseis. Verondersteld wordt dat de waarde kleiner is dan de AW2. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en groter dan de AS3 rapportagegrenseis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. De achtergrond en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum %; humus.5%. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 3 van 6

17 Tabel XI. Analyseresultaten grond(meng)monster(s) (gehalten in mg/kg d.s. tenzij anders vermeld) Monstercode MMB4 AW2 T I AS3 droge stof(gew.%) 74.7 gewicht artefacten(g) < aard van de artefacten(g) geen organische stof (% vd DS).6 lutum (bodem)(% vd DS) 7.2 METALEN barium cadmium < kobalt koper < kwik < lood < molybdeen < nikkel zink POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen <. fenantreen <. antraceen <. fluoranteen <. benzo(a)antraceen <. chryseen <. benzo(k)fluoranteen <. benzo(a)pyreen.9 benzo(ghi)peryleen <. indeno(.2.3cd)pyreen <. PAKtotaal ( van VROM) (.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28(µg/kgds) < PCB 52(µg/kgds) < PCB (µg/kgds) < PCB 8(µg/kgds) < PCB 38(µg/kgds) < PCB 53(µg/kgds) < PCB 8(µg/kgds) < som PCB (7) (.7 factor)(µg/kgds) 4.9 a MINERALE OLIE fractie C C2 <5 fractie C2 C22 <5 fractie C22 C3 <5 fractie C3 C4 <5 totaal olie C C4 < Monstercode en monstertraject MMB4: B9 (49) B5 (5) B (5) B3 (72) De resultaten zijn voor de interventiewaarde getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld in de Circulaire Bodemsanering 29. Staatscourant april 29 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit Bodemkwaliteit. Staatscourant 2 december 27. Nr Tevens zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: De gewijzigde grenswaarden van een aantal OCB (per 3728) ( en de wijziging in de Staatscourant 67 van 7 april 29. De gehalten die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: het gehalte is groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan tussenwaarde het gehalte is groter dan tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde het gehalte is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens. voor meer informatie zie analysecertificaat AS3 laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek; grondprotocollen 3 t/m 39 versie 4.25 juni 28. a gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en kleiner dan de AS3 rapportagegrenseis. Verondersteld wordt dat de waarde kleiner is dan de AW2. b gecorrigeerd gehalte is groter dan de achtergrondwaarde (of geen AW2 voor opgesteld) en groter dan de AS3 rapportagegrenseis. + de interventiewaarde voor barium geldt alleen voor die situaties waarbij duidelijk sprake is van antropogene verontreiniging. De achtergrond en interventiewaarden zijn afhankelijk van de bodemsamenstelling. Voor de toetsing is gebruik gemaakt van de volgende samenstelling: lutum 7.2%; humus.6%. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 4 van 6

18 Tabel XII. Analyseresultaten grondwatermonster(s) (concentraties in µg/l tenzij anders vermeld) Monstercode A S T I AS3 METALEN barium cadmium <.8 a kobalt < koper < kwik < lood < molybdeen < nikkel < zink < VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen oxyleen.9 p en mxyleen 3.7 xylenen (.7 factor) styreen < naftaleen <.2 # b GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN.dichloorethaan < dichloorethaan < dichlooretheen <. a. 5.. cis.2dichlooretheen.37 trans.2dichlooretheen <. som (cis.trans).2 dichloorethenen ( factor) dichloormethaan <.2 a. 5.2.dichloorpropaan <.25.2dichloorpropaan <.25.3dichloorpropaan <.25 som dichloorpropanen (.7 factor) tetrachlooretheen <. a tetrachloormethaan <. a trichloorethaan trichloorethaan <. a trichlooretheen < chloroform < vinylchloride <. a tribroommethaan < MINERALE OLIE fractie C C2 <25 fractie C2 C22 <25 fractie C22 C3 <25 fractie C3 C4 <25 totaal olie C C4 < a De resultaten zijn getoetst aan de toetsingswaarden zoals vermeld Circulaire Bodemsanering 29. Staatscourant april 29. De concentraties die de betreffende toetsingswaarden overschrijden zijn als volgt geclassificeerd: de concentratie is groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan tussenwaarde de concentratie is groter dan tussenwaarde en kleiner dan of gelijk aan de interventiewaarde de concentratie is groter dan de interventiewaarde geen toetsingswaarde voor opgesteld niet geanalyseerd # verhoogde rapportagegrens. voor meer informatie zie analysecertificaat AS3 laboratoriumanalyses voor grond, waterbodem en grondwateronderzoek; grondwaterprotocollen 3 t/m 39 versie 3.25 juni 28 a gecorrigeerde concentratie is groter dan of gelijk aan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld) en kleiner dan de AS3 rapportagegrenseis. Verondersteld wordt dat de concentratie kleiner is dan de streefwaarde. b gecorrigeerde concentratie is groter dan de streefwaarde (of geen streefwaarde voor opgesteld) en groter dan de AS3 rapportagegrenseis. 52 BAR.WIS.NEN Pagina 5 van 6

19 6. SAMENVATTING, CONCLUSIES EN ADVIES Econsultancy heeft in opdracht van Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving bv een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Voordijk 274a te Barendrecht in de gemeente Barendrecht. Het bodemonderzoek is uitgevoerd in het kader van de Bouwverordening, alsmede een bestemmingsplanwijziging. De bovengrond bestaat voornamelijk uit zwak humeus, zwak tot matig zandige klei. Plaatselijk bestaat de bovengrond uit zwak siltig, zeer fijn tot matig fijn zand. De ondergrond bestaat voornamelijk uit zwak tot sterk zandige klei en daaronder plaatselijk uit zwak tot matig siltig zeer fijn zand. De ondergrond is plaatselijk zwak gley en veenhoudend. Er zijn op basis van het vooronderzoek, tijdens de terreininspectie en bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden geen aanwijzingen gevonden, die aanleiding geven een asbestverontreiniging op de locatie te verwachten. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de doelstelling van het onderzoek de veldwerkzaamheden niet conform de NEN 577 ("Bodem Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond") zijn uitgevoerd. Op de onderzoekslocatie zijn de volgende deellocaties onderzocht: A: bovengrondse dieselolietank Zintuiglijk zijn in de bodem geen verontreinigingen aangetroffen. In de bodem ter plaatse zijn analytisch eveneens geen verontreinigingen aangetoond. In het grondwater ter plaatse zijn verhoogde gehalten aan barium, benzeen, xylenen, naftaleen en..trichloorethaan aangetoond. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de detectiegrens voor de parameter naftaleen hoger is dan de streefwaarde en de AS3 waardoor het grondwater (formeel) als licht verontreinigd met naftaleen wordt aangemerkt. De vooraf gestelde hypothese, dat de onderzoekslocatie als "verdacht" kan worden beschouwd op het voorkomen van minerale olie en vluchtige aromaten wordt, op basis van de lichte verontreiniging met xylenen en naftaleen, gedeeltelijk bevestigd. B: overig tereindeel In het opgeboorde materiaal zijn ter plaatse van boring B4 en B6 sporen puin en baksteen aangetroffen. Verder zijn er zintuiglijk geen verontreinigingen aangetroffen. De bovengrond ter plaatse van boring B4 en B6 is analytisch licht verontreinigd met lood en zink. In de bovengrond van het noordelijke deel van de onderzoekslocatie zijn geen verontreinigingen aangetoond. In de bovengrond van het zuidelijke terreindeel is een lichte verontreiniging met cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, nikkel, zink en PCB aangetoond. Hierbij dient te worden opgemerkt dat alle gemeten waarden van de zware metalen, behalve cadmium, zich onder de voor het gebied vastgestelde achtergrondwaarden bevinden. In de ondergrond zijn geen verontreinigingen aangetoond. De verhoogde gehalten met lood en zink ter plaatse van boring B4 en B6 zijn hoogstwaarschijnlijk te relateren aan de zintuiglijke bijmengingen. Het grondwater is in combinatie met deellocatie A onderzocht. De vooraf gestelde hypothese, dat de onderzoekslocatie als "onverdacht" kan worden beschouwd wordt, op basis van de marginale overschrijdingdingen van de AW2 in de bovengrond en de marginale overschrijdingen van de streefwaarde in het grondwater niet bevestigd. Echter, gelet op de aard en mate van verontreiniging, bestaat er géén reden voor een nader onderzoek en bestaan er met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem géén belemmeringen voor de nieuwbouw alsmede de bestemmingsplanwijziging van de onderzoekslocatie. Indien er werkzaamheden plaatsvinden, waarbij grond vrijkomt, kan de grond niet zonder meer worden afgevoerd of elders worden toegepast. De regels van het Besluit bodemkwaliteit zijn hierop mogelijk van toepassing. Econsultancy Doetinchem, 8 april 2 52 BAR.WIS.NEN Pagina 6 van 6

20 TITEL: topografische ligging van de locatie PROJECT: BRO.D8.TAN NUMMER: SCHAAL: :25. DATUM: 642 KAARTBLAD: 37 H BIJLAGE:

21 Voordijk Oratoriumhof woonhuis (nr.276) B5 B B4 foto B8 B5 B2 B B2 tuin B9 B6 A schuur B3 B6 foto 2 B3 woonhuis (nr.274a) schuur A2 B B7 A3 B4 Dudokdreef (nr.4) woonhuis (nr.255b) LEGENDA: woonhuis (nr.274) boring tot,5 m mv boring tot, m mv boring tot 2, m mv peilbuis (nr. t/m ) (nr.2) bovengrondse tank in lekbak 3. l asfalt m 25 m water TITEL: locatieschets A3 bebouwing woonhuis (nr.272) PROJECT: BAR.WIS.NEN NUMMER: 52 SCHAAL: :5 DATUM: 642 standplaats + richting fotoname GETEKEND: RNa BIJLAGE: 2a

22 Bijlage 2b Foto's onderzoekslocatie Foto. Foto BAR.WIS.NEN

23 Bijlage 3 Boorprofielen

24

25 Boorprofielen Pagina van 3 Boring: A Boring: A klinker Zand, zeer fijn, zwak siltig, sterk wortelhoudend, geen oliewater reactie, beigegrijs Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig wortelhoudend, geen oliewater reactie, bruin Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig kleihoudend, matig gleyhoudend, geen oliewater reactie, grijsbeige Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig kleihoudend, geen oliewater reactie, blauwgrijs baksteen Klei, zwak zandig, zwak humeus, matig wortelhoudend, geen oliewater reactie, bruin Klei, matig zandig, zwak gleyhoudend, geen oliewater reactie, beigegrijs Boring: A3 Boring: B klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, sterk wortelhoudend, geen oliewater reactie, beigegrijs Klei, matig zandig, zwak humeus, matig wortelhoudend, geen oliewater reactie, bruinbeige gras Klei, zwak zandig, grijsbruin Klei, sterk zandig, beigegrijs 3 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig kleihoudend, donkergrijs Boring: B2 Boring: B3 gras Klei, zwak zandig, donker grijsbruin gras Klei, zwak zandig, zwak roesthoudend, grijsbruin Projectcode: 52 Projectnaam: BAR.WIS.NEN Opdrachtgever: Wissing Stedebouw Boormeester: A. Bruil Locatie: Voordijk 274a, Barendrecht Getekend volgens NEN 54

26 Boorprofielen Pagina 2 van 3 Boring: B4 Boring: B gras Klei, matig zandig, zwak grindig, zwak puinhoudend, donkerbruin Klei, zwak zandig, blauwgrijs 5 6 gras Klei, zwak zandig, zwak gleyhoudend, zwak houthoudend, grijsbruin 7 2 Klei, sterk zandig, neutraalgrijs 3 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig kleihoudend, donkergrijs Boring: B6 Boring: B klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak schelphoudend, beigegrijs 5 5 gras Klei, matig zandig, bruingrijs Boring: B8 Boring: B9 5 5 gras Klei, zwak zandig, grijsbruin klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, zwak schelphoudend, beigegrijs 2 8 Klei, matig zandig, donker blauwgrijs 3 Klei, zwak zandig, donker groengrijs 3 5 Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak kleihoudend, blauwgrijs Boring: B Boring: B gras Klei, zwak zandig, bruingrijs groenstrook Klei, matig zandig, bruingrijs Projectcode: 52 Projectnaam: BAR.WIS.NEN Opdrachtgever: Wissing Stedebouw Boormeester: A. Bruil Locatie: Voordijk 274a, Barendrecht Getekend volgens NEN 54

27 Boorprofielen Pagina 3 van 3 Boring: B2 Boring: B3 5 5 gras Zand, zeer fijn, matig siltig, matig kleihoudend, grijsbeige 5 6 tuin Klei, zwak zandig, grijsbruin Klei, zwak zandig, bruingrijs Klei, zwak zandig, zwak gleyhoudend, oranjegrijs Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk kleihoudend, zwak veenhoudend, bruingrijs Boring: B4 Boring: B5 5 tuin Klei, matig zandig, zwak wortelhoudend, grijsbruin klinker Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak grindig, brokken klei, zwak schelphoudend, beigegrijs 2 3 Klei, zwak zandig, bruingrijs Klei, zwak zandig, zwak gleyhoudend, oranjegrijs Klei, zwak zandig, zwak veenhoudend, donker grijsbruin Boring: B6 3 gras Klei, matig zandig, matig baksteenhoudend, grijsbruin 5 2 Klei, matig zandig, bruingrijs 8 Projectcode: 52 Projectnaam: BAR.WIS.NEN Opdrachtgever: Wissing Stedebouw Boormeester: A. Bruil Locatie: Voordijk 274a, Barendrecht Getekend volgens NEN 54

28 Bijlage 4 Analyserapporten

29 ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat AG Rotterdam Tel.: +3 () Fax: +3 () Analyserapport ECONSULTANCY BV S. Schut Fabriekstraat 9c 75 AP DOETINCHEM Blad van 7 Uw projectnaam : BAR.WIS.NEN Uw projectnummer : 52 ALcontrol rapportnummer : , versie nummer: Rotterdam, 442 Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 52. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 5 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 7 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend, R. van Duin Laboratory Manager ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 725:25 ONDER NR. L 28 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM