AMV/ /1010. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Transcriptie

1 Vlaamse Regering AMV/ /1010 Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel , 1,2, van titel II van het VLAREM, ingediend door de nv G. Van Landschoot & Zonen, Prins Boudewijnlaan 22, 9991 Maldegem, exploitant van een slachthuis gelegen op hetzelfde adres. DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015; Pagina 1 van 10

2 Gelet op de aanvraag ingediend door de nv G. Van Landschoot & Zonen, Prins Boudewijnlaan 22, 9991 Maldegem, exploitant van een slachthuis gelegen op hetzelfde adres, op de kadastrale percelen: afdeling 5, sectie B, perceelnummers 51b2, 59n2, 29a, 44e, 51z en 58e, tot afwijking van artikel , 1, 2, van titel II van het VLAREM, luidende: "Het is verboden een inrichting die overeenkomstig submbrieken 45.1 a, b, d en e (slachthuizen), 45.2 (vetsmelterijen), 45.4 a (pensziederijen en darmwasserijen) en (dierlijke bijproducten, andere dan afvalstoffen als bedoeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalknnglopen en afvalstoffen) van de indelingslijst is ingedeeld in de eerste klasse te exploiteren: waarvan de opslagplaatsen en/of bedrijfsgebouwen gelegen zijn op minder dan 100 m afstand van een woongebied of van een recreatiegebied."; dat dit meer bepaald wordt aangevraagd voor een slachthuis deels gelegen in woongebied met een slachtcapaciteit van varkens per jaar; Gelet op het feit dat de afwijkingsaanvraag werd ontvangen op 10 juli 2015 en ontvankelijk werd verklaard op 3 augustus 2015; Gelet op de volgende motivering van de afwijkingsaanvraag aangehaald door de aanvrager: - een volledige hernieuwing van de eerder vergunde slachtcapaciteit en de uitbreiding ervan tot maximaal varkens per jaar of ton levend gewicht en een maximale dagcapaciteit van varkens of 392 ton geslacht gewicht per dag wordt gepland; het slachthuis werd in 1968 opgericht; - de capaciteitsverhoging wordt opgevangen binnen de bestaande productiegebouwen; - de uitbreiding in verwerkingscapaciteit heeft niet rechtstreeks tot gevolg dat de hinder evenredig toeneemt; Gelet op de volgende alternatieve maatregelen aangehaald door de aanvrager: volgende geurreducerende maatregelen worden onder meer genomen: het wachten van de varkens gebeurt inpandig, het wassen van de veewagens gebeurt inpandig, er wordt gebruik gemaakt van een gesloten broeitunnel, de opslag van restproducten gebeurt gekoeld in afgesloten tanks/mimten en het gebouw van de waterzuiveringsinstallatie wordt hermetisch afgesloten met een luchtafzuiging, inclusief lucht van slibtank en influentbuffer met zuivering over een biowasfilter en biofilter; - volgende geluidsreducerende maatregelen worden onder meer toegepast: motoren van veewagens worden stilgelegd tijdens het wachten en lossen, interne Pagina 2 van 10

3 transporten worden maximaal vermeden tijdens de stille uren, de processen verlopen in gesloten ruimtes die voldoende geluidstechnisch geïsoleerd zijn, alle ventilatie-eenheden zijn voorzien van een frequentieregelaar en zijn ingeregeld in een nacht- en dagregime; verder worden onder meer volgende aanpassingen gepland: vervanging van de bestaande snelkoeltunnelcondensor door een geluidsarm exemplaar, nieuwe machinekamer en condensor diepvrieshal, plaatsen geluidsdemper in het kanaal van de uitblaasventilatie van het broeikanaal en nieuwe luchtcondensor en warmtewisselaar via waterkoeling; inzake verkeersleefbaarheid en -veiligheid worden volgende maatregelen voorgesteld: aantal op- en afritten tot een minimum beperken, scheiding tussen vrachtwagens rein en onrein, duidelijk ingerichte permanente parkeergelegenheid voor de vleeshal, steenslagverharde parking voor personenwagens ten oosten van het buurbedrijfvan Landschoot R. en een extra parking achteraan het terrein; Gelet op het besluit met kenmerk 43010/7/1/A/8/HV/FC van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 26 februari 2015 waarbij vergunning wordt verleend voor het verder exploiteren en veranderen van een slachthuis, voor een termijn verstrijkend op 26 februari 2035; Gelet op de ligging van de inrichting deels in woongebied, deels in een zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo's en deels in agrarisch gebied volgens het gewestplan 'Eeklo - Aalter', vastgesteld bij het koninklijk besluit van 24 maart 1978; Gelet op de ligging van de inrichting in het gebied 'bedrijventerrein voor historisch gegroeid regionaal bedrijf volgens het provinciaal RUP 'Prins Boudewijnlaan - Hillestraat', goedgekeurd bij het ministerieel besluit van 4 februari 2010; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de afwijkingsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 1.2.2ter.2, 1, van titel II van het VLAREM; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat er geen bezwaarschriften werden ingediend; Gelet op het gunstige advies van 17 augustus 2015 van de afdeling Gebieden en Projecten van het departement Ruimte Vlaanderen; Pagina 3 van 10

4 Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 8 oktober 2015 van de afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 13 oktober 2015 van de gewestelijke milieuvergunningscommissie; Overwegende dat de exploitant een afwijking vraagt van artikel , 1, 2, van titel II van het VLAREM dat stelt dat het verboden is om een slachthuis (eerste klasse) te exploiteren indien de opslagplaatsen en/of bedrijfsgebouwen gelegen zijn op minder dan 100 m afstand van een woongebied of van een recreatiegebied; Overwegende dat een uitbreiding van de slachtcapaciteit tot maximaal varkens per jaar beoogd wordt; dat de exploitant momenteel vergund is voor het slachten van maximaal varkens per jaar, maar tot eind 2014 reeds vergund was voor het slachten van maximaal varkens/jaar; dat zowel in de vergunde als in de beoogde situatie de slachtactiviteiten gedurende 6 dagen per week plaatsvinden; Overwegende dat de geplande uitbreiding tot het slachten van maximaal varkens per jaar meer dan 100% bedraagt ten opzichte van de milieuvergunning van 26 februari 2015 waarbij vergunning werd verleend voor het slachten van maximaal varkens per jaar; dat de afstandsregel van toepassing is indien er meer dan 100% wordt uitgebreid ten opzichte van de basisvergunning; Overwegende dat er in een straal van 100 m rondom de perceelgrens van de inrichting een 70-tal woningen in woongebied zijn gelegen; dat ten opzichte van de opslagplaatsen en bedrijfsgebouwen een 30-tal woningen op minder dan 100 m afstand zijn gesitueerd; dat de dichtstbijzijnde woningen op circa 10 m en 25 m afstand zijn gelegen; dat de woning die op circa 10 m is gelegen, zich volgens het provinciaal RUP binnen een zone voor parking, toeritten en circulatie bevindt; Overwegende dat vooraan het bedrijf, aan de Prins Boudewijnlaan, een parking is gelegen; dat daarachter (verder van het woongebied aan de overzijde van de straat) een winkelruimte, laadkades, versnijdingszaal met verpakkingsruimte, koelcel en bureaumimte zijn gelegen; dat zich daarachter het feitelijke slachthuis bevindt; dat achteraan het bedrijf de waterzuiveringsinstallatie en wasplaats voor de vee- en koelwagens zijn gelegen; Pagina 4 van 10

5 Overwegende dat er de laatste jaren geen klachten van omwonenden bekend zijn bij de gemeente en de afdeling Milieu-inspectie; dat tijdens het openbaar onderzoek in het kader van onderhavige aanvraag geen bezwaarschriften werden ingediend; Overwegende dat in de afwijkingsaanvraag volgende geurbronnen worden opgelijst: aanvoer en lossen van varkens, stallen dieren, onreine slachthal, vlamoven, reine slachthal, verwerking maag/dannen, fysico-chemische waterzuivering en biologische waterzuivering; dat de onreine slachthal wordt getypeerd als grootste geurbron; dat de afwijkingsaanvraag een studie bevat waarin de uitgaande lucht van de onreine slachthal werd geanalyseerd met GCMS (gaschromatografie met een massaspectrometer); dat uit de analyses blijkt dat deze lucht weinig geurbeladen is; Overwegende dat onder meer volgende geurreducerende maatregelen reeds worden toegepast: het wachten van de varkens gebeurt inpandig; het wassen van de veewagens gebeurt inpandig, waarbij het wassen pas kan starten bij een gesloten poort; warmterecuperatie van de vlamoven; er wordt gebruik gemaakt van een gesloten broeitunnel; opslag van restproducten gebeurt in afgesloten tanks/mimten en gekoeld; er is een continue beluchting van de waterzuiveringsinstallatie; Overwegende dat in de afwijkingsaanvraag de uitvoering van volgende bijkomende maatregelen worden voorgesteld: - verhoging van het emissiepunt van de onreine slachthal: van 9 m naar 15 m; - wijzigen van de uitblaasrichting van het emissiepunt van de onreine slachthal: niet meer richting woongebied langs de Prins Boudewijnlaan, maar wel naar boven; - afsluiten van het gebouw van de waterzuiveringsinstallatie en de afgezogen lucht, inclusief de lucht van de slibtank en de influentbuffer, zuiveren over een biowasfilter en biofilter; dat de verhoging van het emissiepunt van de onreine slachthal naar 15 m inmiddels werd uitgevoerd; Overwegende dat op basis van de afwijkingsaanvraag en de aanvullende nota's van 5 en 6 oktober 2015, opgesteld door een erkende MER-deskundige in de discipline lucht, deeldomein geur, de geuremissie van het slachthuis in de huidige situatie wordt ingeschat op OÜE/S; dat in de beoogde situatie een geuremissie van OÜE/S wordt verwacht; dat hierbij rekening werd gehouden met het gebruik van de gesloten broeitunnel waarbij geurhoudende componenten deels gecapteerd worden door het sproeiwater; dat voor de beoogde situatie ook rekening gehouden werd met de voorgestelde bijkomende maatregelen; Pagina 5 van 10

6 Overwegende dat op basis van de geuremissie de geurimmissie in de omgeving van het bedrijf werd berekend met het Immissie Frequentie Distributie Model (IFDM); dat in de nota van 6 oktober 2015 de geurimmissies ter hoogte van 5 omliggende woningen werden bepaald; Woning Gewestplan Huidig (OUE/m3) Gewenst (OUe/m3) Verschil (oue/m3) a b c d e Woongebied Woongebied Woongebied Woongebied Woongebied 2,35 3,06 4,38 1,65 1,61 2,18 3,04 4,33 1,85 1,72-0,17-0,02-0,05 +0,20 +0,11 Overwegende dat uit bovenstaande tabel blijkt dat het geurklimaat in de omgeving nagenoeg niet wijzigt in de beoogde situatie; dat deze woningen een sterk negatief effect ondervinden aangezien de geurimmissie er meer dan 1,7 OUE/m3 bedraagt; dat het aangewezen is om de voorgestelde maatregelen met betrekking tot het wijzigen van de uitblaasrichting van het emissiepunt van de onreine slachthal en tot het afsluiten van het gebouw van de waterzuiveringsinstallatie en het zuiveren van de afgezogen lucht, inclusief de lucht van de slibtank en de influentbuffer, over een biowasfilter en biofilter, op te leggen als bijzondere voorwaarden; dat, gelet op het feit dat er in de huidige situatie geen klachten zijn en het geurklimaat in de omgeving nauwelijks wijzigt in de beoogde toestand, het risico op geurhinder tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt; Overwegende dat met betrekking tot geluid in de afwijkingsaanvraag wordt gesteld dat onder meer de volgende geluidsreducerende maatregelen reeds worden toegepast: het wachten van de varkens gebeurt inpandig, motoren van de veewagens worden stilgelegd tijdens het wachten en lossen, interne transporten worden maximaal vermeden tijdens de stille uren, de processen verlopen in gesloten ruimtes die voldoende geluidstechnisch geïsoleerd zijn, alle ventilatie-eenheden zijn voorzien van een frequentieregelaar en zijn ingeregeld in een nacht- en dagregime, het wassen van de veewagens gebeurt inpandig waarbij het wassen pas kan starten bij gesloten poorten; Overwegende dat de afwijkingsaanvraag een geluidsstudie bevat, opgesteld op 9 januari 2015 door een erkend milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen; dat een aanvullende geluidsstudie werd aangeleverd, opgesteld op 21 september 2015 door een erkend milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen; dat in de studies het toekomstige geluidsniveau van de inrichting wordt bepaald; dat hiertoe het geluidsniveau per aanwezige relevante geluidsbron werd gemeten; dat voor de nieuwe installaties en niet te registreren installaties werd gebruik gemaakt van gegevens van de fabrikant; dat vervolgens door middel van simulaties de geluidsimmissie werd bepaald ter hoogte van 11 beoordelingspunten in de omgeving; dat uit de studies blijkt dat Pagina 6 van 10

7 zonder bijkomende maatregelen niet ter hoogte van elk beoordelingspunt kan voldaan worden aan de geluidsnormen; Overwegende dat de uitvoering van volgende maatregelen wordt voorgesteld: - vervanging van de bestaande snelkoeltunnelcondensor door een geluidsarm exemplaar; elimineren van de oude condensor Searle; - nieuwe machinekamer en condensor diepvrieshal; - geluiddicht uitvoeren waterzuiveringsinstallatie; nieuwe luchtcondensor NHs-Zitrec en warmtewisselaar via waterkoeling; - plaatsen geluidsdemper op de uitblaasventilatie broeilokaal; - ventilatie-eenheden op een ecologisch en geluidstechnische verantwoorde wijze inregelen, in een dagen nachtregime; plaatsen van een geluidsdemper op de afblaas van de warmterecuperator; plaatsen van een geluidsdemper op het ventilatierooster van het branderlokaal; Overwegende dat uit de geluidsstudies blijkt dat na het doorvoeren van de voorgestelde maatregelen zowel overdag als 's nachts kan voldaan worden aan de geluidsnormen; dat in de beoogde situatie gedurende de dagperiode een maximaal geluidsniveau van 47dB(A) wordt bereikt (beoordelingspunt 1, norm 55 db(a»; dat voor de nachtperiode een maximaal geluidsniveau van 41 db(a) wordt bereikt (beoordelingspunt 1, norm 50 db(a)); Overwegende dat het risico op geluidshinder tot een aanvaardbaar risico wordt beperkt, mits de voorgestelde maatregelen worden uitgevoerd; dat het aangewezen is om deze voorgestelde maatregelen op te leggen als bijzondere voorwaarden; dat het eveneens aangewezen is om de uitvoering van een geluidsmeting ter controle op te leggen als bijzondere voorwaarde; Overwegende dat het bedrijf is gelegen langs de Prins Boudewijnlaan (N9); dat deze gewestweg 3 rijstroken heeft en voorzien is van een fietspad; dat de aanvoer vanuit de richting Antwerpen grotendeels via de E34/A11, de Ringlaan en de Zeelaan gebeurt; dat vanuit de richting Brugge de aanvoer grotendeels via de Koning Leopoidlaan en Prins Boudewijnlaan gebeurt; dat de afvoer van varkenskarkassen en vleesproducten richting Gent voornamelijk vanaf de Prins Boudewijnlaan, Ringlaan, Zeelaan en vervolgens de E34/A11 gebeurt; dat de afvoer richting Brugge voornamelijk van de Prins Boudewijnlaan en Zeelaan plaatsvindt; Pagina 7 van 10

8 Overwegende dat er in de vergunde situatie maximaal 58 vrachtwagens per dag langskomen voor de aanvoer van varkens, de afvoer van vlees en van afvalproducten; dat hiervan 15 vrachtwagens tussen 1 uur en 6 uur 's morgens op het bedrijf langskomen voor de aanvoer van varkens; dat verder circa 100 personenwagens per dag (personeel en bezoekers) op het bedrijf langskomen; dat in de beoogde situatie maximaal 65 vrachtwagens per dag langskomen voor de aanvoer van varkens, de afvoer van vlees en van afval producten; dat hiervan 18 vrachtwagens tussen 1 uur en 6 uur 's morgens op het bedrijf langskomen voor de aanvoer van varkens; dat de nachtelijke aanvoer van varkens gebeurt via de middelste toegangsweg van het bedrijf die langs beide zijden is omgeven door de eigen bedrijfsgebouwen; dat verder circa 120 personenwagens per dag (personeel en bezoekers) op het bedrijf langskomen in de beoogde toestand; Overwegende dat in de afwijkingsaanvraag aangegeven wordt dat de verkeersgeneratie van het bedrijf in de beoogde situatie circa 13% bedraagt van de intensiteit op de Prins Boudewijnlaan; dat dit slechts 2% bedraagt van de theoretische capaciteit van deze gewestweg en de bijdrage van de verkeersgeneratie dus als beperkt kan beschouwd worden; Overwegende dat in de afwijkingsaanvraag gesteld wordt dat in het PRUP 'Prins Boudewijnlaan - Hillestraat' wordt aangegeven dat de verkeersafwikkeling van destijds een onveilige situatie creëerde ter hoogte van de Prins Boudewijnlaan en op het bedrijfsterrein zelf; dat onderstaande maatregelen werden uitgevoerd: - aantal op- en afritten beperken; - scheiding tussen vrachtwagens rein en onrein; - duidelijk ingerichte permanente parkeergelegenheid voor de Vleeshalle; een kleine bezoekers- en directieparking ter hoogte van het kantoor; parking voor personenwagens ten oosten; - extra parking voor vrachtwagens en wagens achteraan het terrein; dat gesteld wordt dat ten gevolge de uitvoering van deze maatregelen de verkeersleefbaarheid is geëvolueerd van significant negatief naar matig tot gering negatief; Overwegende dat, gelet de reeds uitgevoerde maatregelen en de beperkte toename van het aantal vrachtbewegingen in de toekomstige situatie, het risico op verkeershinder tot een aanvaardbaar niveau wordt beperkt; Overwegende dat de maatregelen die door de exploitant worden voorgesteld, gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van mens en milieu als de bepaling waarvan gevraagd wordt te mogen afwijken; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de afwijkingsaanvraag in te willigen, Pagina 8 van 10

9 BESLUIT: Artikel 1. De vraag van de nv G. Van Landschoot & Zonen, Prins Boudewijnlaan 22, 9991 Maldegem, exploitant van een slachthuis gelegen op hetzelfde adres, op de kadastrale percelen: afdeling 5, sectie B, perceelnummers 51b2, 59n2, 29a, 44e, 51z en 58e, tot afwijking van artikel , 1, 2, van titel II van het VLAREM, luidende: "Het is verboden een inrichting die overeenkomstig subrubrieken 45.1 a, b, d en e (slachthuizen), 45.2 (vetsmelterijen), 45.4 a (pensziederijen en darmwassenjen) en (dierlijke bijproducten, andere dan afvalstoffen als bedoeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen) van de indelingslijst is ingedeeld in de eerste klasse te exploiteren: waarvan de opslagplaatsen en/of bedrijfsgebouwen gelegen zijn op minder dan 100 m afstand van een woongebied of van een recreatiegebied.", wordt ingewilligd, meer bepaald voor een slachthuis deels gelegen in woongebied, met een slachtcapaciteit van varkens per jaar. Art. 2. De afwijking wordt verleend voor een termijn van de nog te verkrijgen milieuvergunning voor de geplande verandering. Art. 3. De afwijking is afhankelijk van de naleving van de volgende voorwaarden; 1 de uitblaasrichting van het emissiepunt van de onreine slachthal wordt gewijzigd: niet meer richting woongebied langs de Prins Boudewijnlaan, maar wel naar boven; 2 het gebouw van de waterzuiveringsinstallatie wordt afgesloten; de afgezogen lucht, inclusief de lucht van de slibtank en de influentbuffer, wordt behandeld met een biowasfilter en biofilter; 3 de bestaande snelkoeltunnelcondensor wordt vervangen door een geluidsarm exemplaar; 4 de oude condensor Searle wordt verwijderd; 5 er wordt een nieuwe machinekamer en condensor voor de diepvrieshal geïnstalleerd; 6 de waterzuiveringsinstallatie wordt geluidsdicht uitgevoerd; 7 er worden een nieuwe luchtcondensor NHs-Zitrec en warmtewisselaar via waterkoeling geïnstalleerd; 8 er wordt een geluidsdemper op de uitblaasventilatie van het broeilokaal geplaatst; 9 de ventilatie-eenheden worden in een dagen nachtregime gereguleerd; 10 er wordt een geluidsdemper op de afblaas van de warmterecuperator geplaatst; 11 er wordt een geluidsdemper op het ventilatierooster van het branderlokaal geplaatst; Pagina 9 van 10

10 12 binnen een termijn van 6 maanden na de verhoging van de slachtcapaciteit worden ter controle geluidsmetingen uitgevoerd door een milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen, deeldomein geluid, ter hoogte van de meest kritische plaatsen voor geluidshinder; de resultaten worden ter kennisgeving bezorgd aan de deputatie en de afdeling Milieuvergunningen en ter evaluatie aan de afdeling Milieu-inspectie. Art. 4. De afwijking doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Brussel, 7 DEC De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke SCHAl^C'IEGE M/f\ ff ï' Pagina 10 van 10