De bedoeling is om: - duidelijkheid te verschaffen aan gemeenten hoe om te gaan met nieuwe bodemverontreiniging;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De bedoeling is om: - duidelijkheid te verschaffen aan gemeenten hoe om te gaan met nieuwe bodemverontreiniging;"

Transcriptie

1

2

3 1 Inleiding Met enige regelmaat wordt een gemeente geconfronteerd met bodemverontreiniging. Dit kan zijn door een melding van een calamiteit of door een bodemonderzoek waarbij een verontreiniging wordt aangetroffen. In sommige situaties moet deze verontreiniging gesaneerd worden. In Noord-Brabant zijn de provincie of één van de B5 gemeenten (Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond, Tilburg) het bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) bij de meeste bodemsaneringen. De overige gemeenten in de provincie krijgen echter soms ook te maken met verontreinigingen waarbij zij bevoegd gezag zijn. Het gaat dan om nieuwe bodemverontreiniging (ontstaan na 1 januari 1987= nieuwe bodemverontreiniging ) of om gevallen van niet-ernstige bodemverontreiniging (omvang verontreiniging kleiner dan 25 m³ grond en/of 100 m³ grondwater boven de interventiewaarde). De officiële benaming van laatstgenoemde categorie is geen geval van ernstig bodemverontreiniging. In deze handreiking wordt hiervoor de term niet-ernstige bodemverontreiniging gehanteerd. 1.1 Aanleiding en doel Bij de aanpak van nieuwe bodemverontreiniging kan zowel de provincie als de gemeente het bevoegd gezag zijn. De Wbb is gericht op de afhandeling van historische gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Provincie Noord-Brabant is dan het bevoegd gezag of één van de B5 gemeenten. Dit heeft als gevolg dat de overige gemeenten minder ervaring hebben met het behandelen van een bodemsanering. Deze handreiking is opgesteld om te zorgen voor een uniforme en transparante aanpak van nieuwe bodemverontreiniging en van situaties met zogenaamde niet-ernstige bodemverontreiniging. De bedoeling is om: - duidelijkheid te verschaffen aan gemeenten hoe om te gaan met nieuwe bodemverontreiniging; - inzicht bieden in de aanpak van gevallen van niet-ernstige bodemverontreiniging; - zorgen voor een uniforme aanpak in de provincie. 1.2 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt gekeken hoe je kunt bepalen of sprake is van nieuwe bodemverontreiniging. Hoofdstuk 3 gaat over nieuwe bodemverontreiniging binnen een inrichting. Aansluitend gaat hoofdstuk 4 over nieuwe bodemverontreiniging buiten een inrichting. Hoofdstuk 5 gaat kort in op calamiteiten. Het laatste hoofdstuk betreft de aanpak van gevallen van niet-ernstige bodemverontreiniging. 1

4 2 Nieuwe bodemverontreiniging 2.1 Algemeen Als bodemverontreiniging wordt aangetroffen is de eerste stap bepalen of sprake is van een oud geval of een nieuwe bodemverontreiniging. Bij een nieuwe bodemverontreiniging wordt onderscheid gemaakt tussen situaties binnen en buiten Wm-inrichtingen en calamiteiten. Op basis van het zorgplichtbeginsel, artikel 13 Wbb, is degene die handelingen (heeft) verricht, waardoor de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, verplicht alle handelingen te nemen, die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om de bodem te saneren en de directe gevolgen te beperken en zo veel mogelijk ongedaan te maken. Het moet hierbij gaan om handelingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 van de Wbb. 2.2 Onderscheiden van de situatie Verontreiniging veroorzaakt na ? ja nee Nieuwe bodemverontreiniging Oud geval, zie hoofdstuk 6 Is sprake van een calamiteit (ongewoon voorval)? ja nee Is de situatie binnen een inrichting? Zie hoofdstuk 5 ja nee Zie hoofdstuk 3 Zie hoofdstuk 4 2

5 2.3 Toelichting Is de verontreiniging veroorzaakt na 1 januari 1987? Er is sprake van nieuwe bodemverontreiniging als het grootste deel van de geconstateerde verontreiniging na 1 januari 1987 is ontstaan. Als het lastig is om te bepalen of een verontreiniging oud of nieuw is dan kan het volgende misschien helpen: - de soort activiteiten die op de locatie plaatsvonden: als een bepaalde activiteit voor de geconstateerde verontreiniging kan zorgen en deze activiteit heeft grotendeels na 1987 plaatsgevonden dan kan redelijkerwijs gesteld worden dat er sprake is van nieuwe bodemverontreiniging; - de stoffen die op de locatie gebruikt zijn: als de stof pas na 1987 op de locatie gebruikt is, kan gesteld worden dat sprake is van een nieuwe bodemverontreiniging; - de periode dat het bedrijf op de locatie gevestigd was; - of de bedrijfsactiviteiten gedurende een periode intensiever waren; - of er op een bepaald moment bodembeschermende maatregelen zijn genomen; - of er in de milieucontroles opmerkingen staan over de housekeeping van het bedrijf. Definitie nieuwe bodemverontreiniging Sinds 1 januari 1987 geldt dat iedere toevoeging van verontreiniging aan de bodem als nieuwe bodemverontreiniging wordt beschouwd. Dit betekent dat er al sprake is van bodemverontreiniging als een stof in de bodem na 1987 de achtergrondwaarde overschrijdt, terwijl voor 1987 de concentratie beneden de achtergrondwaarde lag. De hoeveelheid verontreinigde bodem, dus of het een ernstig geval is, is niet van belang. Het Wbb-criterium van 25 m³ grond en/of 100 m³ grondwater geldt niet. Om te kunnen spreken van een nieuwe verontreiniging is het noodzakelijk dat: - de verspreiding het gevolg is van een menselijk handelen, dan wel van een ongewoon voorval, en - de verontreiniging op enigerlei wijze schonere grond verontreinigt, dan wel grond die niet met de betreffende stof was verontreinigd, verder verontreinigt met een nieuwe stof. Een calamiteit wordt ook als een nieuwe bodemverontreiniging gezien. Als er sprake is van een oud geval, dan dient bepaald te worden wat de omvang en de urgentie is. Hiervoor geldt de standaard Wbb-saneringsregeling. Indien sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging neemt de provincie de afhandeling over. Voor het omgaan met gevallen van niet-ernstige bodemverontreiniging is in deze handreiking een apart hoofdstuk opgenomen. NB: bodemverontreiniging met asbest is in deze handreiking niet meegenomen; hierbij gelden andere regels zoals bijvoorbeeld het ontbreken van het volumecriterium en de datum van 1 januari 1993 als scheidslijn tussen oud en nieuw geval. Zie verder de website van AgentschapNL. Is sprake van een calamiteit? De term calamiteit of anders gezegd een ongewoon voorval wordt gebruikt in de Wet Bodembescherming en de Wet milieubeheer. Een ongewoon voorval is een plotseling gepleegde handeling of plotseling optredende gebeurtenis. Gedacht kan worden aan een verkeersongeluk waardoor uit en tankwagen chemicaliën lekken, een brand waardoor verontreinigd bluswater wegvloeit of een overstroming waardoor verontreinigd slib op het land achterblijft. 3

6 Onder een ongewoon voorval wordt NIET begrepen het gedurende langere tijd morsen of lekken tijdens een productieproces, het storten of lozen van een van een afvalstof op of in de bodem of het ontdekken van een geval van bodemverontreiniging. Bij het geleidelijk ontstaan van de verontreiniging kan evenmin gesproken worden van een ongewoon voorval. Het melden en afhandelen van een ongewoon voorval wordt via artikel 30 tot en met 35 van de Wet bodembescherming geregeld. Het begrip ongewoon voorval komt naast de Wet bodembescherming ook in de Wet milieubeheer voor (artikel 17.1 en 17.2). Het gaat dan om ongewone voorvallen binnen een inrichting. Onder ongewone voorvallen in de zin van artikel 17.1 Wm moet volgens de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State worden verstaan elke gebeurtenis in een inrichting, ongeacht de oorzaak daarvan, die afwijkt van de normale bedrijfsactiviteit en waardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of dreigen te ontstaan. Door dit zeer ruime begrip zijn er verschillenen bij de diverse bevoegde gezagen wat en wanneer iets gemeld moet worden. Om hier meer lijn in te krijgen is er een handreiking. handreiking- maatwerk-ongewone-voorvallen-artikel-17.2-wet-milieubeheer Omdat het belangrijk is om bij een calamiteit direct handelend op te treden om zo de omvang van bodemverontreiniging te beperken is de handreiking Ongewone voorvallen/incidenten opgesteld. Deze handreiking is beschikbaar via de website van Agentschap NL. In hoofdstuk 3 van de handreiking ongewone voorvallen staat het schema voor niet bevoegd gezag Wbb gemeenten. Is de situatie binnen of buiten een inrichting? Het is van belang of een nieuwe bodemverontreiniging binnen of buiten een inrichting is ontstaan omdat hierdoor een ander bestuursorgaan bevoegd gezag kan zijn. 4

7 3 Nieuwe bodemverontreiniging binnen een inrichting Inrichtingen beschikken over een omgevingsvergunning milieu in het kader van de Wabo of vallen onder een Algemene Maatregel van Bestuur zoals het Activiteitenbesluit. In de Wm-vergunning staan vaak voorschriften opgenomen over bodemverontreiniging en het uitvoeren van een nulsituatie- en eindsituatieonderzoek. Hetzelfde geldt voor het Activiteitenbesluit of andere AMvB besluiten. Binnen inrichtingen is het overheidsorgaan dat bevoegd is vanuit de Wet milieubeheer en de Wabo tevens bevoegd om handhavend op te treden op grond van artikel 13 Wbb. Wat als er nu een nieuwe bodemverontreiniging binnen een inrichting geconstateerd wordt? De te nemen stappen zijn opgenomen in een stroomschema op pagina Toelichting stroomschema Melding van bodemverontreiniging Door verschillende personen kan de melding verricht worden: - de veroorzaker meldt zelf dat bodemverontreiniging is geconstateerd, bijvoorbeeld na het uitvoeren van een bodemonderzoek op eigen initiatief; - de gemeente constateert de bodemverontreiniging, bijvoorbeeld bij het beoordelen van een nulsituatie onderzoek of een tussentijdse grondwater monitoring; - melding door derden. Vaak wordt van degene die de inrichting drijft, verlangd, dat een nulsituatie en eindsituatie onderzoek wordt uitgevoerd. Bij deze bodemonderzoeken wordt op plaatsen waar bodembedreigende activiteiten plaatsvinden de bodemkwaliteit vastgesteld. Bij het beëindigen van de activiteiten wordt het onderzoek herhaald om te bepalen of de kwaliteit verslechterd is. In artikel 2.11, lid 5 van het Activiteitenbesluit is opgenomen dat indien er geen nulsituatie onderzoek is uitgevoerd, de achtergrondwaarden als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit als referentiekader dienen. Voor vergunningsplichtige inrichtingen kan hierbij aangesloten worden. Bepaal bestuurlijk juridisch kader Zoals al eerder gesteld is het vergunningverlenende overheidsorgaan ook het bevoegd gezag voor het omgaan met nieuwe bodemverontreiniging binnen een inrichting. Meestal staan er voorschriften in de Wm-vergunning die gebruikt kunnen worden om het aanpakken van de verontreiniging af te dwingen. De Wet milieubeheer biedt in de vorm van artikel 17.1 en 17.2 alleen een basis als sprake is geweest van een ongewoon voorval. In sommige gevallen biedt dit bestuurlijk juridisch kader niet voldoende mogelijkheden, bijvoorbeeld omdat er geen voorschriften over bodemverontreiniging zijn opgenomen of als er sprake is van een AMvB inrichting. In die gevallen kan het bevoegd gezag in de vorm van de provincie of de B5 gemeenten gebruik maken van de artikelen 13 en 27 van de Wbb. Artikel 27 stelt dat GS en het college van B&W van de B5 gemeenten aanwijzingen kunnen geven. Hiermee heeft het bevoegd gezag dus instrumenten in handen om bodemonderzoek, bodemsanering of een evaluatieverslag te vragen. 5

8 Artikel 17.1 Wet milieubeheer Indien zich in een inrichting een ongewoon voorval voordoet of heeft voorgedaan, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, treft degene die de inrichting drijft, onmiddellijk de maatregelen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verlangd, om de gevolgen van die gebeurtenis te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, zoveel mogelijk te beperken en ongedaan te maken. Artikel 17.2 Wet milieubeheer 1. Degene die een inrichting drijft, waarin zich een voorval, als bedoeld in artikel 17.1, voordoet of heeft voorgedaan, meldt dat voorval zo spoedig mogelijk aan het bestuursorgaan dat bevoegd is een omgevingsvergunning voor een inrichting te verlenen, dan wel ingevolge artikel 8.41, tweede lid, onder a, het orgaan is waaraan de melding wordt gericht dan wel, in andere gevallen, aan burgemeester en wethouders. 2. Hij verstrekt dat bestuursorgaan tevens, zodra zij bekend zijn, de gegevens met betrekking tot: a. de oorzaken van het voorval en de omstandigheden waaronder het voorval zich heeft voorgedaan; b. de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen, alsmede hun eigenschappen; c. andere gegevens die van belang zijn om de aard en de ernst van de gevolgen voor het milieu van het voorval te kunnen beoordelen; d. de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken; e. de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen. 3. Het bestuursorgaan dat een melding als bedoeld in het eerste of tweede lid ontvangt, geeft van die melding en de daarbij verstrekte gegevens onverwijld kennis aan: a. de burgemeesters van de betrokken gemeenten; b. de inspecteur; c. de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio s in de gevallen dat de gevolgen van het voorval zich voordoen dan wel kunnen voordoen buiten de grenzen van de gemeente waar de inrichting geheel of in hoofdzaak is gelegen; d. gedeputeerde staten van de betrokken provincie in de gevallen dat het voorval verontreiniging of aantasting van de bodem tot gevolg heeft; e. andere bestuursorganen of overheidsdiensten, die direct belang hebben bij een onverwijlde mededeling. 4. Het bevoegd gezag kan voor categorieën van voorvallen als bedoeld in artikel 17.1, waarvan de nadelige gevolgen voor het milieu niet significant zijn, voorschriften stellen die afwijken van de verplichting, bedoeld in het eerste lid. In deze voorschriften kan worden bepaald dat de daarbij aangegeven categorieën van voorvallen binnen een bepaalde termijn worden gemeld of worden geregistreerd. De voorschriften worden gesteld in een omgevingsvergunning voor een inrichting of, indien voor de inrichting regels gelden krachtens artikel 8.40, in een beschikking. Van laatstbedoelde beschikking wordt mededeling gedaan door kennisgeving in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen. 5. Indien toepassing is gegeven aan het vierde lid, zijn het tweede en derde lid, alsmede de artikelen 17.3, 17.4 en 17.5 niet van toepassing. 6. Het bestuursorgaan dat een melding als bedoeld in het vierde lid ontvangt, geeft van die melding kennis aan de inspecteur. 6

9 Veroorzaker niet bekend Bij een nieuwe verontreiniging binnen een inrichting is de veroorzaker meestal bekend. Aanvullend bodemonderzoek noodzakelijk Inzicht in de omvang van de verontreiniging is nodig om te kunnen bepalen of en op welke manier de nieuwe bodemverontreiniging moet worden aangepakt. Als de beschikbare bodemgegevens niet genoeg informatie bevatten is aanvullend onderzoek nodig. Het bevoegd gezag kan dit eisen door de veroorzaker aan te schrijven. In de brief dient een termijn genoemd te worden waarbinnen het onderzoek moet worden uitgevoerd. Het aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd volgens de bestaande protocollen voor nader onderzoek. Bij een nieuwe bodemverontreiniging vindt afperking plaats tot de achtergrondwaarde of tot de waarde van het nulsituatie onderzoek. Opleggen van randvoorwaarden Volgens artikel 1.1a uit de Wet milieubeheer en artikel 13 van de Wet bodembescherming is de veroorzaker verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs, en bij een ongewoon voorval onverwijld, van hem kunnen worden verwacht. Wat is nu redelijkerwijs? Om dit te bepalen wordt een antwoord gezocht op de volgende vragen: - welke saneringsmaatregelen zijn technisch uitvoerbaar? - wat is de terugsaneerwaarde? - Welke eisen worden gesteld aan het plan van aanpak? - Binnen welke termijnen moet de sanering worden uitgevoerd? Technisch uitvoerbaar: als het technisch onhaalbaar is een verontreiniging volledig te saneren dan is het mogelijk om af te wijken van het principe van multifunctioneel herstel. Terugsaneerwaarde: als in het verleden een nulsituatie onderzoek is uitgevoerd dan gelden de toen aangetroffen waarden als terugsaneerwaarden. In alle overige gevallen wordt teruggesaneerd tot de achtergrondwaarde of de lokale achtergrondwaarde van de bodemkwaliteitskaart. Eisen aan het plan van aanpak: Plan van aanpak moet minimaal voldoen aan de inhoud van het BUS-meldingsformulier en aansluiten bij BUS voor zover de bodemverontreiniging valt onder één van de categorieën van uniforme sanering. Termijnen: in de wetgeving worden geen termijnen gesteld waarbinnen met de sanering gestart moet worden. Uitgangspunt is echter dat zo spoedig mogelijk met de sanering wordt begonnen als redelijkerwijs verlangd kan worden. 7

10 Afwijking zorgplicht bij MTBE/ETBE (circulaire) In het kader van de beoordeling van de vraag wat redelijkerwijs van een veroorzaker van een verontreiniging van de bodem of de aantasting ervan kan worden verlangd met als doel de verontreiniging of aantasting en de directe gevolgen daarvan zoveel mogelijk ongedaan te maken, kunnen ondermeer de volgende algemene factoren en omstandigheden een rol spelen: - de beste beschikbare technieken die beperkingen kunnen opleggen aan het volledig kunnen realiseren van de herstelplicht ex artikel 13 Wbb; - de onevenredigheid van de meerkosten van een verdergaande verwijdering van de aanwezige MTBE en/of ETBE verontreiniging waarbij de functie van het aangetaste grondlichaam in acht moet worden genomen. Indien sprake is van een bedreiging of aantasting van wateren die worden gebruikt of gebruikt kunnen worden ten behoeve van de drinkwatervoorziening of andere consumptieve doeleinden, is minder snel sprake van onevenredigheid in bovenbedoelde zin dan in het geval deze wateren worden gebruikt voor andere doeleinden of niet geschikt zijn voor deze functie; - de aanwezigheid van specifieke omstandigheden die het volledig voldoen aan de herstelplicht van artikel 13 Wbb onmogelijk maken (bijvoorbeeld de inrichting van het gebied) - het feitelijke (al dan niet adequate) beheer en onderhoud van bodembeschermende voorzieningen die aanwezig zijn op en in de directe nabijheid van het tankstation of brandstofoverslagplaats waar de MTBE en/of ETBE verontreiniging is ontstaan; - de risico s van permeatie door MTBE en/of ETBE-verontreinigingen van bijvoorbeeld kunststofleidingen die gebruikt worden voor de drinkwatervoorziening. Beoordelen plan van aanpak Het plan van aanpak wordt door het bevoegd gezag beoordeeld. De initiatiefnemer ontvangt een schriftelijke instemming of een verzoek om aanvullende gegevens. De schriftelijke instemming is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Gevolg hiervan is dat zienswijzen kunnen worden ingediend. Dan is afstemming met een jurist gewenst. Uitvoeren sanering De start van de sanering wordt vijf werkdagen voor aanvang gemeld bij het bevoegd gezag. De sanering wordt uitgevoerd onder milieukundige begeleiding en door een gecertificeerde aannemer. Opstellen evaluatieverslag Na de uitvoering van de sanering wordt een evaluatieverslag opgesteld. Hierbij wordt aangesloten bij de systematiek van BUS. Goedkeuring van het evaluatieverslag Het bevoegd gezag stuurt een schriftelijke goedkeuring naar de initiatiefnemer. Registratie restverontreiniging Voor een sanering op grond van artikel 13 wordt in de Wet bodembescherming geen Wbb-besluit door de bevoegde overheden voorgeschreven. Doorgaans ontbreekt derhalve een Wbb-besluit dat leidt tot registratie. Dit geldt ook voor een gesaneerde situatie waarbij sprake is van een restverontreiniging. Een dergelijke restverontreiniging wordt niet bij het Kadaster geregistreerd. Daar worden alleen beperkingen geregistreerd die uit een beschikking voortvloeien. De restverontreiniging kan wel in het bodeminformatiesysteem van de gemeente vastgelegd worden. 8

11 Kadastrale registratie De verplichting tot de registratie is vastgelegd in artikel 55 van de Wet bodembescherming. Hierin staat: 1. Een beschikking als bedoeld in de artikel 29, eerste lid, juncto 37, eerste lid, 39b juncto artikel 14 van het Besluit uniforme saneringen. 39c, tweede lid en 39d, derde lid, en een bevel als bedoeld in de artikel 30, 43 en 49, vermelden, onder verwijzing naar een bijgevoegde kadastrale kaart, de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken ten aanzien waarvan uit de beschikking of het bevel een publiekrechtelijke beperking als bedoeld in artikel onderdeel a van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken voortvloeit, dan wel ten aanzien waarvan bij de beschikking of het bevel zodanig beperking wordt gewijzigd of komt te vervallen. In de regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming staan de regels met betrekking tot de uitvoering van artikel 55. In artikel 3 van de regeling staat wanneer na een sanering nog registratie plaatsvindt. De kadastrale aantekening gaat alleen over ernstige restverontreiniging. Verder betreft de aantekening de beschikking op het nazorgplan. Als er een ernstige verontreiniging achterblijft waarvoor volgens de beschikking op het evaluatieverslag geen nazorg noodzakelijk is dan wordt deze geregistreerd als een vervallenverklaring. 9

12 Melding van bodemverontreiniging Bepaal bestuurlijk juridisch kader Veroorzaker bekend? Aanvullend bodemonderzoek nodig? Aanschrijven van veroorzaker voor uitvoeren aanvullend onderzoek nee Aanvullend onderzoek bekijken Aanschrijven veroorzaker en opleggen randvoorwaarden t.a.v. sanering Beoordelen plan van aanpak Uitvoeren sanering Opstellen evaluatieverslag Goedkeuring evaluatieverslag nee Restverontreiniging aanwezig? Procedure afgerond Registratie in BIS 10

13 4 Nieuwe bodemverontreiniging buiten een inrichting Bij nieuwe bodemverontreiniging buiten een inrichting gaat het niet om een calamiteit. Om welke situaties gaat het dan wel? Te denken valt aan: - verontreiniging van wegbermen bij wegen aangelegd na 1987; - verontreiniging van de bodem als gevolg van de aanleg van een werk in het kader van het vroegere Bouwstoffenbesluit en het huidige Besluit bodemkwaliteit; - Verontreiniging bij ondergrondse tanks op particulier terreinen. Dergelijke gevallen van bodemverontreiniging blijven vaak lang onopgemerkt. Op het moment dat er van uit een ander kader bodemonderzoek wordt verricht, komt de verontreiniging pas aan het licht. Er is ook niet altijd een duidelijke veroorzaker aan te wijzen. Handhaving van artikel 13 (het zorgplicht beginsel) ligt volgens artikel 95, lid 3 van de Wet bodembescherming bij de Minister van I&M, Gedeputeerde Staten en Burgemeester en Wethouders. Deze handhaving wordt niet beperkt tot inrichtingen en geldt daarom ook voor nieuwe bodemverontreiniging buiten inrichtingen. De drie genoemde overheden moeten wel onderling uitmaken wie in het concrete geval besluit tot handhaven. Als een nieuw geval als eerst bekend is bij de gemeente dan pakt de gemeente het nieuwe geval zelf op. De aanpak wordt wel afgestemd met de accountmanager bodem van de provincie. Bij situaties waar problemen zijn door bijvoorbeeld grootte van de verontreiniging, ontbreken van kennis bij de gemeente etc., dan biedt de provincie ondersteuning of neemt de afhandeling over van de gemeente. Er zijn geen duidelijke eisen/criteria voor afhandeling door gemeente of provincie. Dit moet per geval in overleg bepaald worden. 5 Ongewone voorvallen (calamiteiten) 5.1 Algemeen Wanneer door een ongeval of een ander ongewoon voorval de bodem verontreinigd raakt of dreigt te raken, dient de veroorzaker onverwijld maatregelen te nemen om (verspreiding van) de verontreiniging te voorkomen. Als de bodem al verontreinigd is geraakt, moet hij deze zo snel mogelijk ongedaan maken. In principe moet de veroorzaker in de gelegenheid worden gesteld om de benodigde acties te ondernemen. Als de geboden spoed zich hiertegen verzet, kan het bevoegde gezag Wbb de acties (laten) uitvoeren en deze in rekening brengen bij de veroorzaker. Er is dan sprake van rauwelijke bestuursdwang zoals vastgelegd in artikel 5.33 van de Awb ( geen termijn als de geboden spoed dit eist ). De veroorzaker moet wel zo spoedig mogelijk schriftelijk aansprakelijk worden gesteld. 5.2 Werkproces In 2009 heeft Witteveen+Bos in opdracht van Bodemplus een handreiking opgesteld voor de afhandeling van calamiteiten. Hoofdstuk 3 van deze handreiking beschrijft het werkproces voor niet Wbb bevoegde gemeenten. Hiernaar wordt verwezen. ncidenten_ pdf 11

14 6 Niet ernstige gevallen oude bodemverontreiniging 6.1 Algemeen Bij bodemverontreiniging ontstaan vóór 1987 is vaak de eerste stap met behulp van een nader onderzoek de ernst en omvang bepalen. Indien de hoeveelheid sterk verontreinigde grond kleiner is dan 25 m³ en/of de hoeveelheid sterk verontreinigd grondwater minder is dan 100 m³, dan wordt gesproken over een niet ernstig geval van bodemverontreiniging. In de Wet bodembescherming wordt niets meer gezegd hoe met deze verontreiniging moet worden omgegaan, terwijl in sommige situaties het wel gewenst is om de verontreiniging te saneren. Hierbij valt te denken aan koop/verkooptransacties, bouwwerkzaamheden. Vaak wordt ad hoc bedacht bijvoorbeeld bij een omgevingsvergunning voor bouwwerkzaamheden hoe met de verontreiniging moet worden omgegaan. In dit hoofdstuk wordt een werkwijze voorgesteld die gemeente kunnen hanteren. Deze werkwijze is niet wettelijk vastgelegd. Wil men de werkwijze meer juridisch status geven dan zal de werkwijze als een beleidsregel vastgesteld moeten worden. 6.2 Situaties met niet-ernstige gevallen Indien een niet ernstig geval van bodemverontreiniging geconstateerd wordt en op de locatie gaat niets gebeuren, geen grondwerkzaamheden, geen verandering van gebruik, dan is het niet mogelijk om sanering van de locatie te eisen. Er is namelijk geen sprake van urgentie op basis waarvan een tijdstip gesteld kan worden. Op het moment dat een locatie met een niet-ernstig geval dynamisch wordt, dan kan het zijn dat het gewenst is dat de verontreiniging gecontroleerd verwijderd wordt. Onderstaande situaties zijn mogelijk waarbij een niet-ernstig geval van bodemverontreiniging verwijderd wordt. Grondtransactie Regelmatig wordt in het kader van een grondtransactie een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Als dan een niet-ernstig geval van bodemverontreiniging wordt aangetroffen kan een koper eisen dat de locatie eerst gesaneerd wordt. Het is vaak de vraag of je als gemeente van een dergelijk kleine sanering op de hoogte bent als je zelf niet de verkopende of kopende partij bent. Als de gemeente één van de deelnemende partijen is dan zal de gemeente waarschijnlijk de sanering op zich nemen en via de koopakte regelen. Als de gemeente zelf de grond verkoopt is het goed om de regels te hanteren die ook voor de sanering van een ernstig geval gelden, zodat de kopende partij geen twijfel heeft over het resultaat van de sanering. Bouw In het kader van aanvraag van een omgevingsvergunning kan een bodemonderzoek gevraagd worden. De basis hiervoor is artikel 8 lid 4 van de Woningwet. Op basis van dit artikel kan zowel om een verkennend onderzoek als om een nader onderzoek gevraagd worden. Indien hieruit blijkt dat er mogelijk een ernstig geval van bodemverontreiniging aanwezig is, is verder onderzoek noodzakelijk. Als er sprake van een niet-ernstig geval is, maar er wordt boven op de verontreiniging gebouwd dan wordt er gewerkt in verontreinigde grond. Als gemeente kun je de keuze maken dat je dit ook geregeld wilt hebben. Op grond van artikel 2.22 Wabo is het mogelijk om aan de omgevingsvergunning extra voorschriften te verbinden. In de bouwverordening of eigen beleid van de gemeente kan dit verder ingevuld worden. Ook in de circulaire Bodemsanering 2009 (gepubliceerd 3 april 2012) staat dat bij een geen geval van ernstige bodemverontreiniging de gemeente via de Bouwverordening het volgende kan regelen. 12

15 Als een gemeente een gebiedskwaliteit heeft vastgesteld op grond van het Besluit Bodemkwaliteit, dan kan de gemeente wel, afhankelijk van het gekozen ambitieniveau, in de Bouwverordening voorschrijven dat bij bouwactiviteiten deze gebiedskwaliteit als uitgangspunt geldt. 6.3 Voorgestelde werkwijze Als een gemeente de aanpak van niet-ernstige gevallen in het kader van bouw wil regelen dan adviseren we om de voorgestelde werkwijze als gemeentelijk beleid te laten vaststellen. Hierin kun je ook de procedure van het goedkeuren van het plan van aanpak en het evaluatieverslag vaststellen. De initiatiefnemer van de sanering van het niet-ernstige geval meldt zijn voornemen bij de gemeente. De melding gaat vergezeld van een meldingsformulier conform de BUSmelding of van een plan van aanpak (versimpeld saneringsplan). Als gekozen wordt voor een versimpeld plan van aanpak dan moet het plan van aanpak in ieder geval de volgende elementen bevatten: - gegevens opdrachtgever; - locatiegegevens; adres, kadastrale gegevens, gebruik; - beschrijving van de verontreinigingssituatie met een exemplaar van de uitgevoerde onderzoeken; - beschrijving van de saneringsaanpak; de saneringsmethode, hoeveelheden, terugsaneerwaarden, bestemming afvoer; - bij sanering in den droge, beschrijving van bemalingssysteem; - contactgegevens betrokken partijen als milieukundige begeleider, aannemer; - tekening met de verontreinigingssituatie. De gemeente beoordeelt de gegevens en laat de initiatiefnemer schriftelijk weten of zij akkoord gaat met de voorgestelde sanering. Dit is formeel een besluit volgens de Algemene Wet bestuursrecht. Je kunt in je gemeentelijk beleid aangeven of dit besluit nog apart gepubliceerd wordt. De initiatiefnemer meldt de start van de werkzaamheden vijf werkdagen voor aanvang. Na het uitvoeren van de werkzaamheden dient een evaluatieverslag bij de gemeente ingediend te worden. Ook hier de keuze tussen aansluiten bij de BUS-systematiek of een versimpeld evaluatierapport. Bij een versimpeld evaluatierapport zouden in ieder geval de volgende gegevens in het rapport opgenomen moeten worden: - gegevens opdrachtgever; - locatiegegevens; - beschrijving van de uitgevoerde sanering; data, afgevoerde hoeveelheden, saneringsresultaat met resultaten controlemonsters; - als er bemalen is; hoeveelheid onttrokken grondwater, debiet, controlemonsters van de lozing; - afwijkingen op het plan van aanpak; - tekening met de ontgravingscontouren; - tekening met eventuele restverontreiniging; - afvoerbonnen. 13

16 6.4 Kwalibo Volgens het besluit bodemkwaliteit (kwalibo onderdeel) is niet noodzakelijk dat bij de sanering van niet-ernstige gevallen de begeleiding en de aannemer aan kwalibo voldoen. Artikel 21 besluit bodemkwaliteit 1. Een bestuursorgaan neemt een aanvraag om een beschikking, die bij of krachtens wettelijke voorschriften wordt gegeven, niet in behandeling indien daarbij gegevens zijn gevoegd die afkomstig zijn van een persoon of instelling die voor het verkrijgen van deze gegevens in strijd heeft gehandeld met artikel 15, eerste of tweede lid. 2. De wettelijke voorschriften, bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 8.40, eerste lid, van de Wet milieubeheer, de artikelen 6.6 en 6.7 van de Waterwet en de artikelen 6 tot en met 12, 27, eerste lid, 39, eerste en vierde lid, 39b, tweede lid, onderdelen b en c, 70 en 72 van de Wet bodembescherming. De bovengenoemde artikelen zijn opgenomen in bijlage 2. Ook op de website van agentschapnl staat informatie over het wel of niet voldoen aan kwalibo. Dienen de milieukundige begeleiding en de uitvoering van de sanering van een bodemsanering altijd te worden uitgevoerd door voor de BRL SIKB 6000 (milieukundige begeleiding van bodemsanering) en BRL SIKB 7000 (uitvoering van bodemsanering) erkende bodemintermediairs? Saneringen die vallen onder het saneringsregime van de Wet bodembescherming (art. 28, 29, 36 e.v.) en BUS (art. 39b); bodemherstel (art. 13, 27) inclusief herstel bij ongewone voorvallen (art. 30 e.v.). Bij bodemsanering van historische bodemverontreinigingen (ontstaan voor 1 januari 1987) is het van belang of het gaat om een ernstig of niet ernstig geval. Alleen de sanering van een ernstig geval moet door een erkende persoon of instelling worden uitgevoerd en milieukundig begeleid. Hoe vastgesteld kan worden of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging staat omschreven in de circulaire bodemsanering Bij een niet ernstig (en historisch) geval van bodemverontreiniging (< 25 m3 bodemvolume grond of < 100 m3 bodemvolume grondwater verontreinigd tot boven de interventiewaarde) is dus niet noodzakelijk dat de uitvoering en begeleiding worden uitgevoerd door erkende bedrijven. Bodemonderzoek dat op grond van artikel 28 moet worden uitgevoerd en bij de melding moet worden gevoegd moet worden uitgevoerd door een erkende persoon of instelling. Indien uit dit onderzoek blijkt dat het gaat om een niet ernstig geval van bodemverontreiniging dan hoeft er geen sanering te worden uitgevoerd. Als in dat niet ernstige geval verontreinigde grond wordt afgegraven dan is de saneringsparagraaf van de Wbb daarop niet van toepassing. Dit afgraven hoeft dan bovendien niet te worden uitgevoerd door een erkende persoon of instelling. Bij bodemherstel (bodemverontreinigingen ontstaan na 1 januari 1987) is het niet relevant of het gaat om een ernstig of een niet ernstig geval. Hierbij moet het herstel (volledig verwijderen van de verontreiniging) worden uitgevoerd door een erkende persoon of instelling. 14

17 Een uitzondering wordt gemaakt indien bij een ongewoon voorval acuut maatregelen moeten worden getroffen (doorgaans eerste 24 uur na ontdekking van het ongewone voorval). Zie hiertoe het 3e lid van artikel 2.1 van de Regeling bodemkwaliteit (inclusief de toelichting bij dit artikel). Deze uitzondering geldt alleen voor de uitvoering van de bodemsanering, d.w.z. dat de te nemen controlemonsters (milieukundige begeleiding) en analyses wel degelijk moeten worden uitgevoerd door erkende instellingen en/of personen. dsdatum_ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukVI674884/Arti kel72/geldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukVI /Artikel72/geldigheidsdatum_ /opslaan 15

18

19 BIJLAGE 1 HOOFDSTUK 3 DRAAIBOEK GEMEENTEN ZONDER WBB- BEVOEGD GEZAG TAKEN p.m. 16

20 BIJLAGE 2 WETSARTIKELEN IKV BESLUIT BODEMKWALITEIT 17

21 WET MILIEUBEHEER Artikel Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld, die nodig zijn ter bescherming van het milieu tegen de nadelige gevolgen die inrichtingen daarvoor kunnen veroorzaken. Daarbij kan worden bepaald dat daarbij gestelde regels slechts gelden in daarbij aangegeven categorieën van gevallen. WATERWET Artikel Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het verrichten van handelingen als bedoeld in de artikelen 6.2 tot en met 6.5, met dien verstande dat voor regionale wateren, voor zover het handelingen als bedoeld in artikel 6.4 of 6.5 betreft, slechts regels worden gesteld met het oog op internationale verplichtingen of bovenregionale belangen. 2. Bij of krachtens de maatregel kan met betrekking tot daarbij aangegeven handelingen de verplichting worden opgelegd te voldoen aan voorschriften, gesteld door een bij of krachtens die maatregel aangewezen bestuursorgaan. Daarbij kan worden bepaald dat deze voorschriften mogen afwijken van de krachtens het eerste lid gestelde regels. 3. Bij de maatregel kan voorts worden bepaald dat bij verordening van een waterschap of bij provinciale verordening, dan wel in de aan een watervergunning te verbinden voorschriften, mag worden afgeweken van de krachtens het eerste lid gestelde regels. Artikel 6.7 De in artikel 6.6, eerste lid, bedoelde regels kunnen mede een vrijstelling van een in de artikelen 6.3 tot en met 6.5 bedoelde vergunningplicht of een verbod op het verrichten van daarbij aangegeven handelingen inhouden, alsmede de verplichting om, met inachtneming van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, het verrichten van handelingen te melden, metingen uit te voeren, gegevens te registreren en daarvan opgave te doen aan een daarbij aangewezen bestuursorgaan. WET MILIEUBEHEER Artikel 6 1.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem regels worden gesteld met betrekking tot het verrichten van handelingen waarbij stoffen die de bodem kunnen verontreinigen of aantasten, op of in de bodem worden gebracht, ten einde deze aldaar te laten. 2.Hiertoe kunnen behoren regels met betrekking tot: a. het ter bewaring opslaan van bij die maatregel aan te geven stoffen op of in de bodem; b. het brengen van afvalstoffen op of in de bodem; c. het op of in de bodem doen uitstromen van verontreinigd water of slib; d. het begraven van stoffelijke resten; e. het op de bodem verspreiden van as, afkomstig van de verbranding van stoffelijke resten. _ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel6/g eldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel6/geldigheidsdatum_ /opslaan 18

22 Artikel 7 1.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem regels worden gesteld met betrekking tot het verrichten van handelingen waarbij stoffen die de bodem kunnen verontreinigen of aantasten, aan de bodem worden toegevoegd, ten einde de structuur of de kwaliteit van de bodem te beïnvloeden. 2.Hiertoe kunnen behoren regels met betrekking tot: a. het op of in de bodem brengen van stoffen die de draagkracht van de bodem beïnvloeden; b. het op of in de bodem brengen van meststoffen. _ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel7/g eldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel7/geldigheidsdatum_ /opslaan Artikel 8 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem regels worden gesteld met betrekking tot het uitvoeren of gebruik maken van werken op of in de bodem, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt, die de bodem kunnen verontreinigen of aantasten. 2. Hiertoe kunnen behoren regels met betrekking tot: a. grond- en funderingswerken; b. bodemonderzoek; c. de aanleg van pijpleidingen of andere leidingen; d. het aanbrengen van opslagtanks of reservoirs; e. ontginningen, ontgrondingen of ontgravingen; f. diepe grondbewerking; g. werken in het kader van ontwatering, bronnering of grondwaterwinning; h. werken ten behoeve van een bodemenergiesysteem. 3. Ten aanzien van werken als bedoeld in het tweede lid, onder h, kunnen de in het eerste lid bedoelde regels ook worden gesteld in het belang van een doelmatig gebruik van bodemenergie. _ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel8/g eldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel8/geldigheidsdatum_ /opslaan Artikel 9 1.Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem regels worden gesteld met betrekking tot het transporteren van bij die maatregel aan te geven stoffen die de bodem kunnen verontreinigen of aantasten. 2.Hiertoe kunnen behoren regels met betrekking tot: a. het transporteren van zodanige stoffen met behulp van pijpleidingen of andere leidingen; b. het verrichten van overslaghandelingen met zodanige stoffen; c. het transporteren van zodanige stoffen met behulp van voertuigen. _ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel9/g eldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel9/geldigheidsdatum_ /opslaan 19

23 Artikel 10 1.Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem regels worden gesteld met betrekking tot het verrichten van handelingen waarbij als nevengevolg stoffen die de bodem kunnen verontreinigen of aantasten, op of in de bodem geraken. 2.Hiertoe kunnen behoren regels met betrekking tot: a. het toepassen van gladheidsbestrijdingsmiddelen; b. het met bij die maatregel aan te geven stoffen behandelen van voorwerpen, ten einde oppervlaktelagen daarop aan te brengen of daarvan te verwijderen; c. het bewerken van voorwerpen, waarbij bij die maatregel aan te geven stoffen vrijkomen. m_ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel10/ geldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel10/geldigheidsdatum_ /opslaan Artikel 11 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem regels worden gesteld met betrekking tot het verrichten van niet onder de artikelen 6 tot en met 10 vallende handelingen die erosie, verdichting of verzilting van de bodem tot gevolg kunnen hebben. m_ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel11/ geldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel11/geldigheidsdatum_ /opslaan Artikel Bij algemene maatregel van bestuur worden ten aanzien van het infiltreren van water, bedoeld in artikel 6.1 van de Waterwet, regels gesteld waarin wordt aangegeven: a. in welke gevallen sprake is van gevaar voor verontreiniging van het grondwater, als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid, van die wet; b. welke voorschriften ter bescherming van het grondwater moeten worden verbonden aan een vergunning voor dat infiltreren van water. 2. Bij de maatregel kunnen ook anderszins regels ter bescherming van de bodem worden gesteld. 3. Bij de maatregel kan worden bepaald dat de daarbij gestelde regels slechts gelden in daarbij aangegeven categorieën van gevallen. 4. Bij de maatregel kan voorts worden bepaald in hoeverre gedeputeerde staten of het dagelijks bestuur van het waterschap met betrekking tot daarbij aangegeven onderwerpen van bij de maatregel gestelde regels kunnen afwijken, hetzij in het algemeen, hetzij in bij de maatregel aangegeven categorieën van gevallen. m_ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel12/ geldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel12/geldigheidsdatum_ /opslaan 20

24 Artikel 12a 1.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de bodem voor daarbij aangegeven categorieën van bodem regels worden gesteld ten aanzien van het toepassen van grond en baggerspecie op of in de bodem. 2.Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat bij besluit van een daarin aangewezen bestuursorgaan, grond of baggerspecie kan worden toegepast in andere gevallen dan die ingevolge de regels bedoeld in het eerste lid, mits dit geen onaanvaardbare risico s oplevert voor de volksgezondheid en geen bedreiging vormt van de functionele eigenschappen van water, bodem en lucht voor mens, plant en dier. Een bestuursorgaan dat van deze mogelijkheid gebruik maakt stelt in het daartoe strekkend besluit de nodige eisen aan de kwaliteit, waaronder de samenstelling, van grond of baggerspecie. 3.Tot de in het eerste lid bedoelde regels kunnen in elk geval behoren regels ten aanzien van de kwaliteit, waaronder de samenstelling en emissie, van grond of baggerspecie en de wijze van toetsing aan de kwaliteit en het gebruik van de bodem waarop of waarin grond of baggerspecie wordt toegepast. 4.Bij de in het eerste lid bedoelde maatregel kan worden bepaald in welke gevallen de in het tweede lid bedoelde afwijking moet voldoen aan de krachtens artikel 36 en 37, eerste en zevende lid, van de Wet bodembescherming gestelde regels. 5.Bij de in het eerste lid bedoelde maatregel kan worden bepaald dat het aangewezen bestuursorgaan, bedoeld in het tweede lid, een kaart vaststelt met gegevens over de kwaliteit en functie van de bodem. m_ /informatiehttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Artikel12a /geldigheidsdatum_ /afdrukken_optieshttp://wetten.overheid.nl/BWBR /HoofdstukIII674927/Arti kel12a/geldigheidsdatum_ /opslaan Artikel 12b 1.Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat van bij of krachtens de artikelen 6 tot en met 12a gestelde regels mag worden afgeweken a. voor zover die regels betrekking hebben op in die artikelen bedoelde werkzaamheden waarbij bouwstoffen, grond of baggerspecie op of in de bodem worden toegepast, en b. door Onze Minister is vastgesteld dat anders dan door toepassing van die regels ten minste eenzelfde mate van bescherming van de bodem is gewaarborgd als is beoogd met die regels. 2.Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld voor de toepassing van het eerste lid. Artikel 27 1.Degene die op of in de bodem handelingen verricht als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 en daarbij kennis neemt van een verontreiniging of aantasting van de bodem die door die handelingen wordt veroorzaakt, maakt zo spoedig mogelijk melding van de verontreiniging of de aantasting bij gedeputeerde staten van de provincie waar zij plaatsvindt, en geeft daarbij aan welke van de in artikel 13 bedoelde maatregelen hij voornemens is te treffen of reeds heeft getroffen. Artikel 39 1.Indien een geval van ernstige verontreiniging wordt vermoed gaat de melding, bedoeld in artikel 28, voor zover dit niet reeds ingevolge dat artikel is vereist, tevens vergezeld van de resultaten van het nader onderzoek alsmede, indien het voornemen bestaat de bodem te saneren, van de resultaten van het saneringsonderzoek en van een saneringsplan, dat in ieder geval inhoudt: a. een nadere beschrijving van de wijze waarop de sanering zal worden uitgevoerd, waarbij is aangegeven hoe aan artikel 38, eerste lid, zal worden voldaan; 21

25 b. een beschrijving van de effecten die met de te treffen saneringsmaatregelen worden beoogd, waaronder mede begrepen een nadere beschrijving van de kwaliteit van de bodem die met de sanering zal worden bereikt; c. indien na de sanering verontreiniging in de bodem aanwezig blijft: een beschrijving van beperkingen in het gebruik van de bodem of maatregelen die naar verwachting nodig zijn in het belang van de bescherming van de bodem, alsmede een indicatie van de kosten van die maatregelen; d. een begroting van de kosten van de sanering en een overzicht van de daarvoor beschikbare middelen; e. indien de verontreinigde grond zal worden afgegraven of het verontreinigde grondwater zal worden onttrokken, de bestemming van die grond onderscheidenlijk dat grondwater; f. indien verontreinigde grond binnen het geval van de verontreiniging wordt verplaatst, een beschrijving van de omstandigheden waaronder dit gebeurt; g. het tijdstip waarop de sanering naar verwachting zal zijn uitgevoerd; h. indien de verontreiniging zich kan verspreiden en de saneringsmaatregelen zich uitstrekken over een periode van drie jaar of meer: 1. een overzicht van de tussentijds beoogde effecten, en de tijdstippen waarop gedeputeerde staten schriftelijk worden geïnformeerd omtrent de effecten van de getroffen maatregelen en in hoeverre deze overeenstemmen met de beoogde effecten; 2. een beschrijving van een andere methode om de beoogde effecten, bedoeld onder b, te bereiken, voor het geval de in het saneringsplan opgenomen methode niet tot die effecten zou leiden. Provinciale staten kunnen nadere regels stellen omtrent de gegevens die in het saneringsplan worden opgenomen. 4.Degene die de bodem saneert, meldt wijzigingen van het saneringsplan, waarmee door gedeputeerde staten is ingestemd, uiterlijk twee weken voorafgaand aan de uitvoering daarvan aan gedeputeerde staten. Provinciale staten kunnen nadere regels stellen omtrent de gegevens die bij de melding worden verstrekt. Artikel 28, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 39b 2. Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval regels omtrent: b. de gegevens die bij de melding, bedoeld in het derde lid, moeten worden verstrekt, alsmede de wijze waarop die gegevens worden verstrekt; c. de gegevens die degene die saneert tijdens de sanering aan gedeputeerde staten moet verstrekken en de wijze en het tijdstip waarop dat gebeurt; Artikel 70 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in bij die maatregel aan te geven gevallen daarbij aangewezen bestuursorganen, indien zij in het belang van de bescherming van de bodem een onderzoek ter plaatse nodig oordelen, aan de rechthebbenden ten aanzien van het gedeelte van de bodem waar dat onderzoek wordt ingesteld, de verplichting op kunnen leggen het verrichten van het onderzoek, zomede het aanbrengen, het aanwezig zijn, het onderhoud, het gebruik en het verwijderen van de voor dat onderzoek nodige middelen te gedogen, onverminderd het recht van deze rechthebbenden op schadevergoeding. Artikel 72 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat in daarbij aan te wijzen categorieën van gevallen de rechthebbende op een grondgebied waar een handeling is of wordt verricht waardoor de bodem kan worden verontreinigd of aangetast, is verplicht tot het verrichten van bij die maatregel aangegeven onderzoek met betrekking tot de kwaliteit van de bodem, alsmede tot het overleggen van de resultaten van dat onderzoek aan bij die maatregel aangewezen bestuursorganen. Artikel 71 is van overeenkomstige toepassing. 22

1 van 19 9-7-2014 16:07

1 van 19 9-7-2014 16:07 http://wetten.overheid.nl/bwbr0003994/geldigheidsdatum_09-07-20.. 1 van 19 9-7-2014 16:07 Wet bodembescherming (Tekst geldend op: 09-07-2014) Wet van 3 juli 1986, houdende regelen inzake bescherming van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 496 Beschikking van de Minister van Justitie van 9 oktober 1996, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet bodembescherming,

Nadere informatie

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen:

Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen: Toelichting op meldingsprocedure en meldingsformulier Wbb Deze toelichting op de meldingenprocedure bestaat uit twee delen: A B Algemene informatie over de Meldingprocedure bodemsanering; Een toelichting

Nadere informatie

BESCHIKKING. Globiscode DR

BESCHIKKING. Globiscode DR BESCHIKKING Globiscode DR 010601763 Aanvrager Onderwerp Gemeente Assen Bodemsanering; beschikking evaluatieverslag voor locatie Dammen in Het Kanaal ter hoogte van de Nobellaan en de Groningerstraat te

Nadere informatie

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen)

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen) (Tekst geldend op: 11-03-2010) Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

BESCHIKKING. Globiscode DR 011800247

BESCHIKKING. Globiscode DR 011800247 BESCHIKKING Globiscode DR 011800247 Aanvrager Onderwerp Hofstra Vastgoed BV Bodemsanering; locatie Dr. A. Philipsstraat 12-14 te Hoogeveen, gemeente Hoogeveen, beschikking instemming met het evaluatieverslag

Nadere informatie

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag (ONTWERP)BESCHIKKING Globiscode Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk DR010900125 ISC Beheer BV Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst Locatienaam: Onder dit nummer zijn de onderzoeksrapporten opgeslagen bij de gemeente Eindhoven. Indien aanvullende informatie wordt opgevraagd bij de gemeente, dat dient dit nummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 864 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op het beschermen van de bodem, met inbegrip van het grondwater, en het

Nadere informatie

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr., Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van tot wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, het Besluit bodemkwaliteit, het Besluit lozen buiten inrichtingen, het Besluit omgevingsrecht en het Waterbesluit

Nadere informatie

12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam

12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam Huisman Vastgoed b.v. T.a.v. de heer I. Spijker Admiraal Trompstraat 2 3115 HH SCHIEDAM gemeente Schiedam Cluster Stedelijke Ontwikkeling afdeling Ruimtelijk gebruik Postbus 1501 3100 EA SCHIEDAM Stadskantoor

Nadere informatie

Casus workshop 3 Boaregistratiesysteem op PTB 9 november 2010

Casus workshop 3 Boaregistratiesysteem op PTB 9 november 2010 Casus workshop 3 Boaregistratiesysteem op PTB 9 november 2010 1. Voorbereiding en uitvoering sanering Er wordt een Busmelding ingediend, waarin wordt aangegeven dat op 1 november wordt gestart met een

Nadere informatie

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina. Bodem en bodemverontreiniging Een voormalige stortplaats heeft een bodemprobleem maar dit betekent niet dat automatisch de bodemregelgeving van toepassing is. Dit ligt toch wat genuanceerder. Er zijn drie

Nadere informatie

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

Meldingsformulier afronding bodemsanering

Meldingsformulier afronding bodemsanering Meldingsformulier afronding bodemsanering Van dit formulier maakt u gebruik als u een sanering wilt afronden. U vult dit formulier in en stuurt het samen met het evaluatieverslag van de sanering op aan

Nadere informatie

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload.

Via deze website kunnen onder meer de meldingsformulieren worden gedownload. Algemeen deel Dit meldingsformulier is niet van toepassing voor meldingen in het kader van het Besluit en de Regeling uniforme saneringen (BUS-meldingen). Voor een melding in het kader van BUS wordt verwezen

Nadere informatie

Meldingenprocedure bodemverontreiniging en/of bodemsanering

Meldingenprocedure bodemverontreiniging en/of bodemsanering Meldingenprocedure bodemverontreiniging en/of bodemsanering Wet bodembescherming of het Besluit Uniforme saneringen In dit inforrmatieformulier staat uitgelegd wat u moet doen als u een bodemverontreiniging

Nadere informatie

- beschikking - instemming herzien saneringsplan voormalige zoutloods (Stationsweg 107-109) Breukelen

- beschikking - instemming herzien saneringsplan voormalige zoutloods (Stationsweg 107-109) Breukelen - beschikking - instemming herzien saneringsplan voormalige zoutloods (Stationsweg 107-109) Breukelen datum 1 augustus 2005 nummer 2005WEM003174i bijlage kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie

Nadere informatie

Rapport bodeminformatie

Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Percelen Perceelnummers Geselecteerd gebied Locatiegegevens Locatienaam Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: x 258014.8 y 492124.2

Nadere informatie

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging De gemeente Leiden is sinds 1 januari 2002 bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) voor haar eigen grondgebied. Deze taken zijn overgenomen van

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Afdeling: CZAV Energy BV Oostelijke Kanaalweg 5 4424 NC Wemeldinge B-BSBE180003/00185435 Vergunningen Datum: 8 februari 2018 Onderwerp: Beschikking

Nadere informatie

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen NOTITIE aan Gemeente Bunnik t.a.v. J. Neyssen kopie aan -- opsteller M. de Jong telefoon 088 02 25 111 datum 27 maart 2015 kenmerk Z-2014-07555/9131 doc.ref NOTITIE werkafspraken bodem onderwerp Werkafspraken

Nadere informatie

NOTITIE. Team Bodem en Water Team Handhaving Oost Team Handhaving West Team Juridische Zaken en Beleid GYz MTe. Ongewone voorvallen Wbb

NOTITIE. Team Bodem en Water Team Handhaving Oost Team Handhaving West Team Juridische Zaken en Beleid GYz MTe. Ongewone voorvallen Wbb NOTITIE aan kopie aan opsteller Team Bodem en Water Team Handhaving Oost Team Handhaving West Team Juridische Zaken en Beleid GYz MTe telefoon datum 13 augustus 2008 kenmerk doc.ref onderwerp aantal pag.

Nadere informatie

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming;

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming; Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 juni 2007, nr. LMV 2007058967, houdende regels voor het uniformeren van publiekrechtelijke beperkingen Wet bodembescherming

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 864 Wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op het beschermen van de bodem, met inbegrip van het grondwater, en het

Nadere informatie

VERORDENING BODEMSANERING ALMELO 2006

VERORDENING BODEMSANERING ALMELO 2006 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Almelo. Nr. 18500 3 april 2014 VERORDENING BODEMSANERING ALMELO 2006 Raadsbesluit van 28 februari 2006, gewijzigd bij besluiten van 12 januari 2010 en 11 maart

Nadere informatie

BESCHIKKING. Bodemsanering; locatie: Willemskade 27, gemeente Hoogeveen, beschikking instemming met het evaluatieverslag en nazorgplan

BESCHIKKING. Bodemsanering; locatie: Willemskade 27, gemeente Hoogeveen, beschikking instemming met het evaluatieverslag en nazorgplan BESCHIKKING Globiscode DR 011800167 Aanvrager Onderwerp J.M. Deurwaarder Projectontwikkeling BV Bodemsanering; locatie: Willemskade 27, gemeente Hoogeveen, beschikking instemming met het evaluatieverslag

Nadere informatie

VERORDENING BODEMBESCHERMING ARNHEM

VERORDENING BODEMBESCHERMING ARNHEM VERORDENING 1 Besluit van: Registratienummer 3 september 2001 BPC 2001/79 DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 juli 2001, stadsbeheer nummer BPC 2001/79;

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Stichting Woonburg Karreveld 2A 4371 GA Koudekerke Kenmerk: B-BSBE150011/ 00094122 Afdeling: Vergunningen Datum: 10 maart 2015 Onderwerp: Beschikking

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Globiscode DR 173000111. Stichting Bodemsanering NS

ONTWERPBESCHIKKING. Globiscode DR 173000111. Stichting Bodemsanering NS ONTWERPBESCHIKKING Globiscode DR 173000111 Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk Bijlage Stichting Bodemsanering NS Bodemsanering; locatie NS-emplacement Vries, Zanderij, gemeente Tynaarlo, ontwerpbeschikking

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering (interventiewaardecontour)

ONTWERPBESCHIKKING. Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering (interventiewaardecontour) ONTWERPBESCHIKKING Globiscode DR 173100096 Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk gemeente Midden-Drenthe Bodemsanering; locatie Havenstraat 2 en Brunstingerstraat 5 te Beilen, gemeente Midden-Drenthe, ontwerpbeschikking

Nadere informatie

- beschikking - vaststellen ernst en urgentie en instemming saneringsplan Utrechtseweg 86 te Zeist

- beschikking - vaststellen ernst en urgentie en instemming saneringsplan Utrechtseweg 86 te Zeist - beschikking - vaststellen ernst en urgentie en instemming saneringsplan Utrechtseweg 86 te Zeist datum 30 november 2005 nummer 2005WEM005106i bijlage 1 kadastrale kaart met interventiewaardecontour grond

Nadere informatie

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart - Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie drs. ing. A. Pasop locatiecode UT

Nadere informatie

VERORDENING BODEMSANERING HENGELO 2006. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen. Hoofdstuk 2 Bodemsanering. De Raad der Gemeente Hengelo;

VERORDENING BODEMSANERING HENGELO 2006. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen. Hoofdstuk 2 Bodemsanering. De Raad der Gemeente Hengelo; De Raad der Gemeente Hengelo; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2006, gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet bodembescherming; besluit : 1.

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Directie Ruimte, Milieu en Water Provincie Zeeland Plaats: Datum: Kenmerk: Afdeling: Globiscode: Middelburg 23 augustus 2007 RMW0709706 Milieuhygiene ZL070300211 GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aanleiding

Nadere informatie

BESCHIKKING. Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering. 2. Kadastrale kaart met daarop aangegeven de nazorg.

BESCHIKKING. Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering. 2. Kadastrale kaart met daarop aangegeven de nazorg. BESCHIKKING Globiscode DR 011900327 Aanvrager Onderwerp de Stichting Bodemsanering NS Bodemsanering; locatie NS-locatie, Wet bodembescherming (WBB), geval 8, 10, 11 en 12, gemeente Meppel, beschikking

Nadere informatie

BESCHIKKING. Datum 11 december 2018 Verzenddatum 11 december Kenmerk Z

BESCHIKKING. Datum 11 december 2018 Verzenddatum 11 december Kenmerk Z BESCHIKKING Drenthecode Aanvrager Onderwerp DR010600003 Van Triest BV Bodemsanering; locatie Westerbrink 3, Assen, (adres kadastraal bekend als Nicolaas Beetslaan 1A te Assen), gemeente Assen, beschikking

Nadere informatie

BESCHIKKING 2015011064 / CHK

BESCHIKKING 2015011064 / CHK Zaaknummer 0138912 Dossier 913198 Ons kenmerk 2015011064 / CHK BESCHIKKING De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid heeft namens Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 4 november 2014 een melding ontvangen

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR169863_1. Verordening Bodemsanering Hengelo 2010 VERORDENING BODEMSANERING HENGELO Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

CVDR. Nr. CVDR169863_1. Verordening Bodemsanering Hengelo 2010 VERORDENING BODEMSANERING HENGELO Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen CVDR Officiële uitgave van Hengelo. Nr. CVDR169863_1 22 maart 2016 Verordening Bodemsanering Hengelo 2010 VERORDENING BODEMSANERING HENGELO 2010 Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1.1 In deze verordening

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN Algemeen 1. Gegevens locatie Locatienaam 2. Melding betreft Nader onderzoek (art. 29 in samenhang met art. 37) Saneringsplan (art. 28/39) Deelsaneringsplan

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Gasunielocatie S-4735 van K. Brokweg te Witteveen, gemeente Midden-Drenthe, instemming met het evaluatieverslag

ONTWERPBESCHIKKING. Gasunielocatie S-4735 van K. Brokweg te Witteveen, gemeente Midden-Drenthe, instemming met het evaluatieverslag ONTWERPBESCHIKKING Globiscode DR 173100247 Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk NV Nederlandse Gasunie Gasunielocatie S-4735 van K. Brokweg te Witteveen, gemeente Midden-Drenthe, instemming met het evaluatieverslag

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum De heer H. van Marsbergen Postbus 9900 1201 GM HILVERSUM. 13 mei 2016 1. 124949/BHZ_BDM_BS-44750

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum De heer H. van Marsbergen Postbus 9900 1201 GM HILVERSUM. 13 mei 2016 1. 124949/BHZ_BDM_BS-44750 Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum De heer H. van Marsbergen Postbus 9900 1201 GM HILVERSUM Verzenddatum Bijlagen Kenmerk 13 mei 2016 1. 124949/BHZ_BDM_BS-44750 Onderwerp: Wet bodembescherming

Nadere informatie

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage Pagina 1 van 11-19-04-2017 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave Inleiding Thorbeckestraat 88 Thorbeckestraat 80-82 Thorbeckestraat 84 Thorbeckestraat

Nadere informatie

Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid PAP E tra zaaknummer Dossler Ons kenmerk BehnndeM door / CHK de heer P.M. Stortenbck(.ṡr N

Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid PAP E tra zaaknummer Dossler Ons kenmerk BehnndeM door / CHK de heer P.M. Stortenbck(.ṡr N Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid PAP E tra zaaknummer 0115339 Dossler 909120 Ons kenmerk BehnndeM door 2013006822 / CHK de heer P.M. Stortenbck(.ṡr Noordendijk 250 Postbus 55o 3300 AN Dordrecht T [078]

Nadere informatie

Hierbij zenden wij u een exemplaar van de beschikking met betrekking tot de door u gemelde

Hierbij zenden wij u een exemplaar van de beschikking met betrekking tot de door u gemelde Gedeputeerde Staten s provincie HOLLAND GHA 22.01.2010 0332 Projectorganisatie De Volgerlanden t.a.v. de heer A.H.M. Dirkx Postbus 34 3340 AA HENDRIK-IDO-AMBACHT Directie Omgevingsdiensten Afdeling Bodemsanering

Nadere informatie

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 november 2016 Onderwerp : Wet Bodembescherming - zaaknummer 2016-013199 Locatie van verontreiniging : Oude Telgterweg

Nadere informatie

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 024. Naam Verordening bodembescherming Nijmegen (2011) Publicatiedatum 9 februari 2011.

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 024. Naam Verordening bodembescherming Nijmegen (2011) Publicatiedatum 9 februari 2011. Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2011 / 024 Naam Verordening bodembescherming Nijmegen (2011) Publicatiedatum 9 februari 2011 Opmerkingen - Vaststelling van de verordening bij raadsbesluit van 26

Nadere informatie

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 9 mei 2016 Onderwerp : Wet Bodembescherming - zaaknummer 2016-005762 Locatie van verontreiniging : Pieter de

Nadere informatie

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen. FORMULIER EVALUATIE NAZORG BODEMSANERING IN TE VULLEN DOOR OPDRACHTGEVER SANERING OF DIENS GEMACHTIGDE 01 Type evaluatie (aankruisen wat van toepassing is) Tussenevaluatie van fase Eindevaluatie volledige

Nadere informatie

Melding Wet bodembescherming

Melding Wet bodembescherming Melding Wet bodembescherming Dit formulier opsturen naar: Gemeente Heerlen Afdeling Stadsplanning t.a.v. bureau milieu en duurzaamheid 36040 Postbus 1 6400 AA Heerlen 14 045 +31(0)45 560 50 40 www.heerlen.nl

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN

MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN Dit formulier alleen indienen als de provincie heeft ingestemd met het saneringsplan (Niet van toepassing bij saneringen uitgevoerd in het kader van het Besluit

Nadere informatie

MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN

MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN Dit formulier alleen indienen als de provincie heeft ingestemd met het saneringsplan (Niet van toepassing bij saneringen uitgevoerd in het kader van het Besluit

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00470985 ODH-2017-00008862 0 1 FEB. 2017 omgevingsdienst Beschikking Wet bodembescherming - deelsaneringsplan Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

Melding Evaluatie Bodemsanering

Melding Evaluatie Bodemsanering Versie juli 2014 Melding Evaluatie Bodemsanering IN TE VULLEN DOOR OPDRACHTGEVER SANERING (MELDER) OF DIENS GEMACHTIGDE De gebruikte begrippen worden toegelicht in de bij dit formulier behorende toelichting.

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Gemeente Terneuzen t.a.v. de heer A. Buyck Postbus 35 4530 AA Terneuzen Kenmerk: B-BSBE140042/ 00084997 Afdeling: Vergunningen Datum: 31 oktober 2014

Nadere informatie

Vragen en antwoorden (gesorteerd per groep)

Vragen en antwoorden (gesorteerd per groep) Platform toezicht bodem 17 april 2008 Vragen en antwoorden (gesorteerd per groep) Vraag groep 5 Nieuwe stoffen pakket versus oude bewijsmiddelen. Bij het toepassen van een partij grond met een oude bewijsmiddelen

Nadere informatie

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 27 januari 2015 Onderwerp : Wet Bodembescherming - Locatie van verontreiniging : Dr. Hartogsweg 58 Plaats : Ede Gemeente

Nadere informatie

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten - beschikking ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten datum 7 september 2005 nummer 2005WEM003762i bijlagen kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie B.C. Bannink locatiecode

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 21 februari 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2013-017626 Locatie

Nadere informatie

-beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Buizerdlaan 6-10 Nieuwegein

-beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Buizerdlaan 6-10 Nieuwegein -beschikking - vaststelling ernst en urgentie en instemming saneringsplan Buizerdlaan 6-10 Nieuwegein datum 7 februari 2005 nummer 2005WEM000597i bijlage kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie

Nadere informatie

Ontwerp Watervergunning

Ontwerp Watervergunning Ontwerp Watervergunning Datum : 28 augustus 2014 Documentnummer : 2014025455 Case nr. : WV114.0470 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 25 juni 2014 een aanvraag ontvangen

Nadere informatie

Beschikking Wet bodembescherming instemming saneringsplan Bouwerskamp 15 te Emmeloord

Beschikking Wet bodembescherming instemming saneringsplan Bouwerskamp 15 te Emmeloord Beschikking Wet bodembescherming instemming saneringsplan Bouwerskamp 15 te Emmeloord Beschikking Wet bodembescherming Beschikking op grond van de Wet bodembescherming op het saneringsplan voor het geval

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00512001 ODH-2018-00031092 0 9 APR. 2018 Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Kadastrale gemeente Sectie Nummer IJsselstein C 1048 (terrein Terberg) IJsselstein C 1216 (trottoir)

Kadastrale gemeente Sectie Nummer IJsselstein C 1048 (terrein Terberg) IJsselstein C 1216 (trottoir) 1 Afdeling Vergunningverlening Aan: Terberg Exploitatie Mij BV T.a.v. de heer A.C. van Kats Postbus 202 3400 AE IJSSELSTEIN Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2583306 Fax 030-2582990

Nadere informatie

VERORDENING BODEMSANERING GEMEENTE GRONINGEN. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2009;

VERORDENING BODEMSANERING GEMEENTE GRONINGEN. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2009; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR31669_1 21 november 2017 VERORDENING BODEMSANERING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; (bijlage raadsverslag nr. 482); gezien het voorstel

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Waterschap Scheldestromen Postbus 1000 4330 ZW Middelburg B-BSBE140050/00089339 Afdeling: Vergunningen Datum: 12 februari 2015 Onderwerp: Beschikking

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 september 2016 Onderwerp : Wet Bodembescherming - zaaknummer 2016-009957 Locatie van verontreiniging : Ugchelseweg

Nadere informatie

IN13.08062. GEMEENTE BĖUNIhGEN INGEKOMEN 18 OKT 2013

IN13.08062. GEMEENTE BĖUNIhGEN INGEKOMEN 18 OKT 2013 IN13.08062 Gemeente Beuningen t.a.v. de heer K. Antonise Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GEMEENTE BĖUNIhGEN INGEKOMEN 18 OKT 2013 Onderwerp: Evaluatie sanering Burgemeester Geradtslaan 70-72 Datum 1 7 ÖKĨ.

Nadere informatie

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor:

Watervergunning II: aan Enduris B.V., Postbus 399, 4460 AT GOES (hierna: vergunninghouder) de gevraagde vergunning te verlenen voor: Watervergunning Datum : 24 september 2018 Documentnummer : 2018033630 Case nr. : WV118.0311 AANHEF Het dagelijks bestuur van het waterschap Scheldestromen heeft op 6 april 2018 een aanvraag ontvangen van

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Gemeente Vlissingen t.a.v. de heer P, de Koster Postbus 3000 4380 GV Vlissingen B-BSBE140006/00051608 Afdeling: Vergunningen Datum: 10 september

Nadere informatie

- beschikking - ernst, urgentie en instemming saneringsplan Choisyweg 18 Zeist. 1. Inleiding

- beschikking - ernst, urgentie en instemming saneringsplan Choisyweg 18 Zeist. 1. Inleiding - beschikking - ernst, urgentie en instemming saneringsplan Choisyweg 18 Zeist datum 23 mei 2005 nummer 2005WEM002123i bijlage kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie B.C. Bannink locatiecode

Nadere informatie

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink,

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink, Afdeling Vergunningverlening Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus 2809 3500 GV Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583042 http://www.provincie-utrecht.nl

Nadere informatie

Bodemverontreiniging bij aankoop en bouw

Bodemverontreiniging bij aankoop en bouw 1 Sprekende Gemeente kopregel Den Haag Dienst Stadsbeheer September 2006 Bodemverontreiniging bij In deze folder leest u meer over bodemverontreiniging en met name over de gevolgen die dat kan hebben voor

Nadere informatie

Wet bodembescherming (Wbb)

Wet bodembescherming (Wbb) FORMULIER Melding Wet bodembescherming (Wbb) Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Lees voor het invullen van dit

Nadere informatie

Onderwerp van de aanvraag Op 10 april 2008 ontvingen wij een evaluatierapport met het verzoek om hiermee in te stemmen.

Onderwerp van de aanvraag Op 10 april 2008 ontvingen wij een evaluatierapport met het verzoek om hiermee in te stemmen. DCMR Milieudienst Rijnmond Contact Mw M. Alakhramsing T 010-2468 662 F 010-2468 283 mascha.alakhramsing@dcmr.nl hm. provincie H 0 L L A N D ZUID GEDEPUTEERDE STATEN BESCHIKKING Postadres DCMR Milieudienst

Nadere informatie

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem

Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân. Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem Algemene regels bij de keur van Wetterskip Fryslân Algemene bepalingen en voorschriften voor onttrekkingen van grondwater uit de bodem INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen. FORMULIER EVALUATIE NAZORG BODEMSANERING IN TE VULLEN DOOR OPDRACHTGEVER SANERING OF DIENS GEMACHTIGDE 01 Type evaluatie (aankruisen wat van toepassing is) Tussenevaluatie van fase Eindevaluatie volledige

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 3 november 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

DCMR milieudienst Rijnmond

DCMR milieudienst Rijnmond Gemeente Lansingerland T.a.v. de heer M. van Postbus 1 Holten 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS Onderwerp Locatie Gemeente Wbb-code TC-nummer Ons Uw kenmerk kenmerk Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d.

Nadere informatie

(indien nog niet gestart) melding start saneringsmaatregelen (1 à 2 dagen tevoren) : meldingenformulier start bodemsanering en bestemming grond

(indien nog niet gestart) melding start saneringsmaatregelen (1 à 2 dagen tevoren) : meldingenformulier start bodemsanering en bestemming grond Versie december 2006 Melding verontreiniging of aantasting van de bodem, die veroorzaakt is door handelingen die vallen binnen de reikwijdte van artikel 13, juncto 27 van de Wet bodembescherming (nieuwe

Nadere informatie

Overzicht verklaring gebruikte afkortingen P.M.

Overzicht verklaring gebruikte afkortingen P.M. Bijlage. Overzicht verklaring gebruikte afkortingen P.M. Bijlage. Werkproces mandaten Helmond 00 (verkorte versie). Medewerker meldt zich bij postbusregelgeving (MO.BJZ) bij voornemen wijziging van bestaand

Nadere informatie

Melding bodemverontreiniging/bodemsanering

Melding bodemverontreiniging/bodemsanering Kantooradres: Oldehoofsterkerkhof 2 8911 DH Leeuwarden Postadres: Postbus 21000 8900 JA Leeuwarden 14 058 gemeente@leeuwarden.nl Melding bodemverontreiniging/bodemsanering Doel van de melding Meerdere

Nadere informatie

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Beste collega s, De Wet bodembescherming is per 1 februari ondermeer gewijzigd om belemmeringen voor

Nadere informatie

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING Dit formulier met bijbehorende stukken moet in viervoud worden ingediend bij het college van de gemeente Tilburg. In te vullen door melder 1 Melding volgens

Nadere informatie

Asbestbrand en recht. L.E.M. Hendriks Advocatenkantoor Wyck Maastricht www.wyck-advocaten.nl

Asbestbrand en recht. L.E.M. Hendriks Advocatenkantoor Wyck Maastricht www.wyck-advocaten.nl Asbestbrand en recht L.E.M. Hendriks Advocatenkantoor Wyck Maastricht www.wyck-advocaten.nl Asbest en regelgeving Veel ingewikkelde wetgeving Zal strenger worden: asbest is gevaarlijk(er) Rapport Gezondheidsraad

Nadere informatie

Postadres Postfach 4461 Postbus ZUG 2001 DA Haarlem ZWITSERLAND

Postadres Postfach 4461 Postbus ZUG 2001 DA Haarlem ZWITSERLAND Gedeputeerde Staten Datum Ons kenmerk 2008-40156 Onderwerp Wet bodembescherming. Kruitpad 16, KNSF-terrein te Muiden. Locatiecode NH/0424/00012. Deelsanering deelgebied 3. Bezoekadres Houtplein 33 Haarlem

Nadere informatie

VERZO NOEN 3 1 JUL 2002

VERZO NOEN 3 1 JUL 2002 provincie :: Utrecht VERZO NOEN 3 1 JUL 2002 - Beschikking - ernst en urgentie bodemverontreiniging Kooijdijk Maartensdijk datum nummer bijlagen sector referentie locatiecode 29 juli 2002 2002WEM002747i

Nadere informatie

5 Uitvoeren van activiteiten

5 Uitvoeren van activiteiten 5 Uitvoeren van activiteiten 5.1 Algemene regels Algemene regels 5.1.1 Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels Reguleren van activiteiten door middel van algemene regels De PS kunnen

Nadere informatie

Notitie. Randvoorwaarden terreingebruik voor, tijdens en na de bodemsanering bij Chemie-Pack e.o.

Notitie. Randvoorwaarden terreingebruik voor, tijdens en na de bodemsanering bij Chemie-Pack e.o. Notitie Onderwerp Rand terreingebruik voor, tijdens en na de bodemsanering bij Chemie-Pack e.o. 1. Inleiding Als gevolg van de brand bij Chemie-Pack is een omvangrijke grond- en grondwaterverontreiniging

Nadere informatie

- beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude

- beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude - beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude datum 21 februari 2006 nummer 2006WEM000800i bijlagen kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie Alex Schouten

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 11 februari 2016 Onderwerp : Wet bodembescherming - zaaknummer 2010-011062 Locatie van verontreiniging

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 november 2014 Onderwerp : Wet bodembescherming - Locatie van verontreiniging :

Nadere informatie

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen. FORMULIER EVALUATIE NAZORG BODEMSANERING IN TE VULLEN DOOR OPDRACHTGEVER SANERING OF DIENS GEMACHTIGDE 01 Type evaluatie (aankruisen wat van toepassing is) Tussenevaluatie van fase Eindevaluatie volledige

Nadere informatie

Onroerende Zaken Hyp4 : 61312/ :00

Onroerende Zaken Hyp4 : 61312/ :00 Onroerende Zaken Hyp4 : 61312/104 29-05-2012 09:00 Verklaring: Het voorgaande stuk is ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers op 29-05-2012 om 09:00 in register

Nadere informatie

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 8 januari 2016 Onderwerp : Wet Bodembescherming - zaaknummer 2016-000156 Locatie van verontreiniging : Prins

Nadere informatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit :10 juli 2012 Nummer besluit : 2012-009682 Geval van verontreiniging : voormalige stortplaats

Nadere informatie