Schoon Water - Brabantse telers laten zien dat t kan Tussenrapportage over het jaar 2001

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schoon Water - Brabantse telers laten zien dat t kan Tussenrapportage over het jaar 2001"

Transcriptie

1 Schoon Water - Brabantse telers laten zien dat t kan Tussenrapportage over het jaar 2001

2 Schoon Water - Brabantse telers laten zien dat t kan Tussenrapportage over het jaar 2001 A.J. van der Wal P.C. Leendertse CLM Onderzoek en Advies BV Utrecht, februari 2002 CLM

3 Voorwoord In opdracht van de provincie Noord-Brabant voert het CLM de projectleiding van het project Schoon water -Brabantse telers laten zien dat t kan-. Het project is gestart in 2001 en heeft een looptijd van twee jaar. Deze tussenrapportage betreft het projectjaar 2001 en is verzorgd door het CLM. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met deelnemers, ZLTO, Overlegplatform Duinboeren en DLV advies. Daarnaast zijn ook de VEWIN, Brabant Water en de provincie zelf nauw bij het project betrokken. D eze rapportage weerspiegelt dan ook tevens de inspanningen van deze personen en organisaties in het project. Wij bedanken hen voor de samenwerking en zien uit naar de voortzetting in De auteurs

4

5 Inhoud Voorwoord Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Doel van het project Leeswijzer 1 2 Activiteiten begeleidingscommissie Begeleidingscommissie Activiteiten begeleidingscommissie 3 3 Inventarisatie van de teelten en analyse van risicostoffen (spoor 1) 5 4 Proefproject in Waalwijk en Budel (spoor 2) Inleiding Activiteiten Milieuprestaties en knelpunten Milieuprestaties Waalwijk Milieuprestaties Budel Probleemstoffen Certificering Oplossingen Metingen in grondwater Planning Communicatie (spoor 3) Doelgroepen en communicatiemiddelen Communicatie in Interne communicatie Externe communicatie Communicatiemiddelen Conclusies 28 6 Conclusies en aanbevelingen 29 Bronnen 31 Bijlage 1 Deelnemers, bedrijfsbegeleiders en leden begeleidingscommissie 33 Bijlage 2 Overzicht rode en oranje stoffen 35 Bijlage 3 Middelengebruik Waalwijk en Budel 39 Bijlage 4 Communicatieplan 51 Bijlage 5 Publicaties over Schoon Water 55

6

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De afgelopen 10 jaar is in grondwaterbeschermingsgebieden een zwarte lijst voor bestrijdingsmiddelen gehanteerd. Middelen op deze lijst waren in de gebieden niet toegestaan om verontreiniging van het grondwater te voorkomen. Deze lijst is echter niet meer up to date. Enkele stoffen op de lijst blijken minder uit te spoelen dan verwacht. Problematischer echter is dat (nieuwe) stoffen op de zwarte lijst ontbreken die sterk uitspoelen naar het grondwater. 1.2 Doel van het project Op verzoek van de provincie Noord-Brabant heeft het CLM een lijst opgesteld van bestrijdingsmiddelen die een (potentieel) risico vormen voor het grondwater. Op deze lijst staan ruim 70 stoffen (Boland & Leendertse 2001). Een verbod op al deze stoffen zou voor de teelten in die gebieden een aantal knelpunten opleveren, zoals bijvoorbeeld het instandhouden van geïntegreerde teeltsystemen. Doel van dit project is het probleem van risicovolle bestrijdingsmiddelen voor grondwater in zeer kwetsbare gebieden in Noord-Brabant op te lossen. Voor de aanpak van de problematiek zijn drie sporen uitgezet: 1 Inventarisatie van de teelten in de gebieden en analyse van risicostoffen (waar liggen knelpunten en voor welke middelen bestaan alternatieven?). Dit wordt uitgevoerd door CLM, in samenwerking met de waterleidingmaatschappijen. 2 Proefproject (in 2001 en 2002) in de twee zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden Waalwijk en Budel. Hierin worden met ondernemers knelpunten geïdentificeerd en oplossingen gezocht om de gewasbescherming zonder risico voor uitspoeling naar het grondwater uit te kunnen voeren. Daarnaast wordt bekeken via welke aanpak, c.q. regelingen de knelpunten het beste kunnen worden opgelost. 3 Communicatie van de plannen van de provincie en van de gesignaleerde problemen, resultaten en oplossingen naar agrariërs in de overige zeer kwetsbare gebieden in de provincie Noord-Brabant. De in totaal acht zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden zijn, naast Waalwijk en Budel: Helvoirt, Macharen, Nuland, Boxmeer, Vlieringsbeek en Vessem. In figuur 1.1 zijn de gebieden weergegeven. 1.3 Leeswijzer Dit tussenrapport beschrijft de resultaten van het eerste projectjaar (2001). Aan het einde van het tweede projectjaar (2002) volgt de eindrapportage over het gehele project. In deze tussenrapportage biedt hoofdstuk 2 een overzicht van de functie en activiteiten van de begeleidingscommissie van het project. In hoofdstuk 3 komen de teelten en risicomiddelen in de gebieden aan de orde. De resultaten van het proefproject in Waalwijk en Budel zijn beschreven in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 geeft een verslag van de interne en externe communicatie in het project. Conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van het eerste projectjaar staan beschreven in hoofdstuk 6. 1

8 Figuur 1.1 Overzicht van de acht zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden in Noord-Brabant. 2

9 2 Activiteiten begeleidingscommissie 2.1 Begeleidingscommissie Voor de begeleiding van het project is een begeleidingscommissie samengesteld uit vertegenwoordigers van de provincie Noord-Brabant, van de drinkwaterbedrijven WNWB en WOB, van de VEWIN, de Duinboeren, ZLTO en van telers en loonwerkers in de gebieden. Hiermee zijn alle bij het project betrokken partijen in de commissie vertegenwoordigd. Tevens zijn LTO-Nederland, het hoogheemraadschap van West- Brabant, het CTB, Nefyto en de ministeries van VROM en LNV agendalid van de commissie. Alle personen zijn vermeld in Bijlage 1. Het CLM is voorzitter van de commissie en is verantwoordelijk voor organisatie, agenda en verslaglegging van de bijeenkomsten. Agendapunten en schriftelijke bijdragen worden zo nodig geleverd door de betrokken partijen. De begeleidingscommissie van het project 'Schoon Water - Branbantse telers laten zien dat 't kan' heeft de volgende functies (zoals besproken in de vergadering van 14 februari 2001): Het bespreken en toetsen van de voortgang, de resultaten en activiteiten in het project; Het beoordelen van (tussentijdse) rapportages en het geven van commentaar en/of suggesties. Het CLM is eindverantwoordelijk voor de tekst; Het bespreken van regelingen in de zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden. Ook eventuele regelingen die worden vastgelegd in de Provinciale Milieuverordening (PMV) worden besproken. 2.2 Activiteiten begeleidingscommissie In 2001 zijn er vier bijeenkomsten van de begeleidingscommissie geweest: 14 februari, 23 mei, 19 september en 12 december. Belangrijke onderwerpen die aan bod kwamen zijn: het projectvoorstel functie en rol van de begeleidingscommissie het CLM-rapport 'Bestrijdingsmiddelen in Noord-Brabantse grondwaterbeschermingsgebieden: risicostoffen en knelpunten' voortgang en resultaten van de inventarisatie van teelten en analyse van risicostoffen stand van zaken, voortgang en planning activiteiten in Budel en Waalwijk briefwisseling ZTLO-Cranendonk en provincie over het opstellen van de PMV en het organische stof-gehalte waarmee in het project gerekend moet worden. registratie van bestrijdingsmiddelengebruik deelname aan Milieukeur problemen m.b.t het toelatingsbeleid van bestrijdingsmiddelen en mogelijkheden voor een ontheffing voor het uitproberen van (nog) niet toegelaten bestrijdingsmiddelen metingen in het grondwater communicatie over het project (zie hoofdstuk 6) 3

10 De begeleidingscommissie heeft in 2001 haar functie uitgevoerd. De opkomst van de leden was prima. Leden van de commissie geven aan dat zij tevreden zijn over het functioneren van de commissie. In 2002 zullen ook minimaal drie bijeenkomsten plaatsvinden. 4

11 3 Inventarisatie van de teelten en analyse van risicostoffen (spoor 1) Gewassen en bestrijdingsmiddelengebruik In de acht kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden in de provincie Noord- Brabant worden verschillenden gewassen geteeld. Met behulp van radarbeelden (PiriReis) en veldwaarnemingen is een inventarisatie gemaakt van deze gewassen. In figuur 3.1 is ter illustratie het beeld van Budel weergegeven. De acht gebieden zijn Budel, Waalwijk, Helvoirt, Macharen, Nuland, Boxmeer, Vlieringsbeek en Vessem. Volgens de inventarisatie worden alle gewassen die in de acht gebieden voorkomen ook geteeld in Waalwijk en Budel, behalve de erwten. De gewassen bloembollen, vollegrondsgroenten, granen, cichorei en vaste planten worden door slechts één deelnemer in Waalwijk of Budel geteeld. Het is niet bekend wat de 'overige gewassen' zijn. Aardappels Bloementeelt Boomkwekerij Dorps- of stadsuitbreiding Geengewas Gerst Grasland Vollegrondsgroenten Bos Maïs Non-agrarisch Overige gewassen Overige granen Suikerbieten Tarwe Recreatieterrein Erven Openwater Erwten huizenblok bebouwing begraafplaats hoofdweg wegen overige wegen bos bouwland/agrarisch gebied fruitkwekerij heide zand overig gebruik water Figuur 3.1 Pirireis-beeld van Budel: inventarisatie van gewassen. Tabel 3.1 geeft een overzicht van het gemiddelde areaal van de gewassen in 1999 en Het CLM heeft onderzocht welke bestrijdingsmiddelen een risico vormen voor het grondwater in de grondwaterbeschermingsgebieden in Noord-Brabant. De totale lijst met risicostoffen bestaat uit 75 stoffen. Deze stoffen zijn verdeeld in een rode en een oranje lijst. De rode lijst bevat de grootste risicostoffen voor uitspoeling. De oranje 5

12 lijst bevat risicostoffen die eventueel met beperkingen geen risico voor het grondwater vormen. Er is uitgegaan van gronden met een organische stofgehalte van 1,5-3%: Rode lijst De rode lijst bestaat in totaal uit 36 stoffen. De lijst bevat drie categorieën stoffen: alle 10 stoffen die nu al volledig verboden zijn in grondwaterbeschermingsgebieden (zwarte lijst) 1. stoffen die met zeer grote zekerheid een risico voor het grondwater betekenen. Dit zijn stoffen die bij voorjaarstoepassing >100 en bij najaarstoepassing >1000 scoren. stoffen die regelmatig in het grondwatermeetnet worden aangetroffen. Oranje lijst De overige 39 stoffen van de lijst zijn de oranje stoffen. De oranje lijst bestaat eveneens uit drie categorieën stoffen: stoffen die zowel bij toepassing in het voorjaar als in het najaar >100 en 1000 scoren. stoffen die in het najaar >100 en 1000 scoren, maar bij voorjaarstoepassing 100 scoren. stoffen die 100 scoren (metazachloor staat al op de rode lijst) maar wel sporadisch in grondwatermeetnetten worden aangetroffen. Tabel 3.1 Gewassen die voorkomen in de zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden in Noord-Brabant en gemiddeld gebruik in Nederland in deze gewassen van rode en oranje stoffen Gewas Areaal* Waalwijk Areaal* Budel Totaal* areaal gebruik en grondwater in voorjaar % rood/oranje van het totaalgebruik (ha) (ha) (ha) (kg/ha) () (%kg/ha) (%) Grasland ???? Maïs , % 14% Aardappelen , % 88% Overige gewassen ???? Suikerbieten , % 82% Vollegrondsgroenten , % 87% Boomkwekerij , % 91% Tarwe , % 98% Gerst , % 100% Overige granen ???? Erwten , % 42% Bloementeelt - 3 3???? Groenteteelt 1 1 2???? Bloembollen , % 96% * de arealen Waalwijk, Budel en alle 8 gebieden samen zijn gemiddelden over 1999 en 2000 (Bron: PiriReis 1999 en 2000; CBS 1998). De CBS-gewasgroepindeling is als volgt: vollegrondsgroente: asperge, prei, schorseneren, sluitkool, spruitkool, stambonen, waspeen & bospeen, winterpeen, witlofwortel, aardbei; aardappel: consumptie-aardappel, pootaardappel, zetmeelaardappel; bollen: tulp, narcis, hyacint, lelie, iris; boomteelt: laan- en parkbomen, bos- en haagplantsoen, sierconiferen, bloemkwekerijgewassen. 1 De middelen asulam en boraat staan op de zwarte lijst omdat de samenstellers van de lijst eind jaren 80 vermoedden dat deze middelen uitspoelen. Volgens nieuwe inzichten is dit niet het geval. Daarom is de score op de milieumeetlat 0. De middelen staan hier wel vermeld omdat ze volgens het gebruikvoorschrift niet toegepast mogen worden in de grondwaterbeschermingsgebieden. 6

13 Om een beeld te krijgen van de mogelijke probleemstoffen in deze gewassen is onderzocht welke rode en oranje stoffen (zie bijlage 1) in de betreffende gewassen worden gebruikt volgens de CBS-gegevens van In tabel 3.1 is ook de gemiddelde hoeveelheid gebruikte rode en oranje stoffen in 1998 in Nederland en de daardoor veroorzaakte milieubelasting voor het grondwater weergegeven. In verhouding hebben de aardappels het grootste aandeel in het totale gebruik (kg werkzame stof) en de milieubelasting van rode en oranje bestrijdingsmiddelen. In bloembollen worden gemiddeld echter veel meer rode en oranje middelen gebruikt (kg ws/ha) en ook is de milieubelasting van het grondwater per hectare verreweg het hoogst. Het areaal bloembollen in de gebieden is slechts 2 ha. Grasland is de teelt met het grootste areaal. Er zijn geen CBS-gegevens over het gebruik van bestrijdingsmiddelen op grasland in Nederland. Snijmais is ook een grote teelt en in deze teelt worden het minst rode/oranje middelen gebruikt en ook de milieubelasting van het grondwater is in deze teelt lager dan in de andere gewassen. 7

14 8

15 4 Proefproject in Waalwijk en Budel (spoor 2) 4.1 Inleiding In twee zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden in Budel (ZLTO) en in Waalwijk (Duinboeren) zijn proefprojecten opgezet om met de agrariërs de knelpunten in beeld te brengen van de risicostoffen en oplossingen te formuleren. In deze proefprojecten hebben de agrariërs met ondersteuning van teeltbegeleiders van DLV hun huidige gewasbescherming in kaart gebracht. Centraal daarin staat registratie van de gebruikte bestrijdingsmiddelen in 2000/2001 en de gehanteerde technieken. Op deze manier zijn de risicostoffen en knelpunten in beeld gebracht. Vervolgens zoeken deelnemers en begeleiders van DLV met ondersteuning van ZLTO, Duinboeren en CLM naar alternatieven voor deze knelpunten en worden -indien inpasbaar in de bedrijfsvoering- de alternatieven toegepast. Oplossingen zoals het sterk verminderen van de dosering via MLHD, pleksgewijze onkruidbestrijding, andere middelenkeuze, mechanische onkruidbestrijding, rassenkeuze, aanpassingen in het bouwplan, omschakeling naar biologische landbouw, verandering van type teelten en verplaatsing komen hierbij aan de orde. Aan de deelnemers wordt ook de mogelijkheid geboden deel te nemen aan bestaande demonstraties in de regio s ten aanzien van methoden en technieken. Voorwaarde voor de alternatieven is dat geen afwenteling plaatsvindt van milieuproblemen naar bijvoorbeeld oppervlaktewater en bodemleven. In de studiegroepen onderzoeken we niet alleen de mogelijkheden voor het misbaar maken van risicostoffen, maar toetsen we tevens het draagvlak en de effectiviteit van verschillende regelingen. Mogelijke voorbeelden daarvan zijn dat telers overschakelen op andere middelen voor de gewasbescherming gekoppeld aan resultaatbeloning of aan certificering (AMK of koppeling met nieuwe gewasbeschermingsbeleid overheid), dat er een omschakelingsregeling mogelijk is naar biologische landbouw of dat uitkoop en verplaatsing van teelten wordt uitgevoerd. 4.2 Activiteiten 2001 In 2001 is in beide gebieden een aantal activiteiten uitgevoerd. Deze zijn in tabel 1.1 weergegeven. Tabel 1.1 Activiteiten in Waalwijk (W) en Budel (B) Activiteiten Wervingsbijeenkomst Startbrief Individuele bedrijfsbezoeken Nieuwsbrief en informatiebrief Veldbijeenkomst veehouderij Veldbijeenkomst akkerbouw Veldbijeenkomst Vredenpeel datum 7 februari 2001 (B) 15 maart 2001 (W/B) mei-september 2001 (W/B) juni 2001 (W/B) 20 juni 2001 (B) 3 juli 2001 (B) 23 augustus 2001 (W/B) 9

16 Veldbijeenkomst boomteelt Veldbijeenkomst veehouderij studiegroepbijeenkomst studiegroepbijeenkomst studiegroepbijeenkomst 6 september 2001 (W) 12 oktober 2001 (B) 17 oktober 2001 (W) 19 december 2001 (B) 21 januari 2002 (W) 4.3 Milieuprestaties en knelpunten Uit de registratiegegevens van de deelnemers blijken de milieuprestaties en het aantal rode en oranje bestrijdingsmiddelen die in de twee grondwaterbeschermingsgebieden daadwerkelijk worden gebruikt. Oplossingen om het gebruik van deze middelen te beperken worden per deelnemer geïnventariseerd en opgenomen in een individueel Plan van Aanpak. Registratie In Waalwijk is het gebruik van bestrijdingsmiddelen in 2000 geregistreerd in het kader van een eerder project. Tevens is er een begin gemaakt met het zoeken naar alternatieven voor het gebruik van probleemstoffen. In Budel was nog niet geregistreerd in In het kader van dit project zijn gedurende 2001 de registratiegegevens verzameld van Waalwijk over het gebruik in 2001 en van Budel over het gebruik in 2000 en Milieuprestaties Met behulp van de Milieumeetlat voor Bestrijdingsmiddelen (CLM 2001) kan inzicht worden gekregen in de milieuprestaties van de ondernemers in Waalwijk en Budel. Per bespuiting en per teelt hebben we berekend hoe hoog de milieubelasting is voor uitspoeling naar het grondwater. De wettelijke norm voor drinkwater ligt op 0,1µg/l, wat overeenkomt met 100 milieubelastingspunten () per bespuiting. Voor alle bespuitingen samen ligt de norm op 0,5µg/l, dus 500. Om te voorkomen dat er bij het toepassen van alternatieven voor de probleemstoffen (hoge uitspoeling naar grondwater) afwenteling plaatsvindt van milieubelasting naar waterleven en bodemleven, hebben we ook de voor deze milieucompartimenten berekend. De wettelijke norm voor belasting van het waterleven is 10 en die voor bodemleven 100. In de milieumeetlat zijn de milieubelastingspunten voor grondwater ingedeeld in vijf organische stof-klasses. Er wordt onder andere onderscheid gemaakt tussen een organische stof-klasse van 1,5-3% en een klasse van 3-6%. In dit proefproject hebben we de milieubelasting berekend voor de organische stof-klasse van 1,5-3%, omdat dit het gemiddelde gehalte is van de acht zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden in Noord-Brabant. Een deel van de precelen heeft Waalwijk en Budel echter een organische stofgehalte tussen 3 en 6%. Hierdoor zal de werkelijke milieubelasting soms lager zijn dan dat we hier weergeven. Probleemstoffen De registratiegegevens geven, naast de totale milieuprestaties per teelt, ook inzicht in het aantal rode en oranje stoffen dat door de deelnemers wordt gebruikt. Voor de zeer uitspoelingsgevoelige rode stoffen zal een alternatief gezocht moeten worden. Voor de oranje stoffen is het eventueel mogelijk om met beperkingen (lagere dosering of alleen toelating in het voorjaar) onder de norm van 100 milieubelastingspunten te komen. Uit de gegevens blijkt dat sommige rode en oranje stoffen niet door alle telers van hetzelfde gewas worden gebruikt. Dit is een belangrijke ingang die wordt gebruikt bij de discussies in studiegroepen en het zoeken naar oplossingen. 10

17 In de onderstaande paragrafen bespreken we achtereenvolgens de milieuprestaties in Waalwijk en Budel en de probleemstoffen in de gebieden Milieuprestaties Waalwijk Arealen De verschillende gewassen die in 2000 en 2001 volgens de registratiegegevens zijn geteeld in Waalwijk zijn: gewas areaal (ha) areaal (ha) mais 13,4 16,8 grasland 45,8 43,6 aardappelen 4,9 - boomteelt 17,7 9,5 vollegrondsgroenten 2,0 2,0 violen 0,6 0,3 vaste planten 0,1 0,3 totaal 84,5 72,5 Milieubelasting van grondwater per teelt Als we kijken naar de gemiddelde milieubelasting per teelt zien we grote verschillen. Aardappel is in 2000 met gemiddeld 4019 milieubelastingspunten per ha het meest milieubelastende gewas voor grondwater. In 2001 is de milieubelasting het hoogst in de boomteelt, met 3902 punten. Bij vaste planten treedt geen milieubelasting van grondwater op in 2000 en ook in 2001 is de milieubelasting slechts 1. De boomteelt en de violenteelt komen in 2000 uit tussen 500 en 700. Alleen bij mais. grasland, vollegrondsgroenten en vaste planten blijft de gemiddelde belasting in beide jaren onder de somnorm van 500 (tabel 4.1 en 4.2). In 2001 wordt ook bij de violen de norm gehaald. In mais, grasland, violen en vollegrondsgroente is de milieubelasting in 2001 gedaald ten opzicht van De daling is toe te schrijven aan een bewuster middelengebruik. De deelnemers gebruikten over het algemeen minder kilo s en kozen soms voor andere minder uitspoelingsgevoelige middelen. Ook tussen de telers onderling zijn er redelijk grote verschillen. De gemiddelde milieubelasting voor grondwater varieert in 2000 bij maïs van in 2000 en in 2001, bij grasland van in 2000 en in 2001 en bij boomteelt van in 2000 en in 2001 (tabel 4.1 en 4.2). De milieubelasting in de boomteelt is gestegen doordat er relatief meer MCPA is gebruikt en er meer in het najaar is toegepast (wanneer de hoger zijn dan in het voorjaar). De overige gewassen worden door slechts 1 deelnemer geteeld. 11

18 Tabel 4.1 Gemiddelde gebruik en milieubelasting van het grondwater, waterleven en bodemleven in 2000 Niveau Gemiddeld gebruik Gemiddelde milieubelasting (/ha) (kg w.s./ha) grondwater waterleven bodemleven Waalwijk: 2, Per gewas: Maïs 0, Grasland 0, Aardappel 13, Boomteelt 4, Vollegrondsgroente 1, Violen 1, Vaste planten 0, Variatie per perceel: (min-max) (min-max) (min-max) (min-max) Maïs 0,08-0, Grasland 0-2, Boomteelt 0,9-10, Tabel 4.2 Gemiddelde gebruik en milieubelasting van het grondwater, waterleven en bodemleven in 2001 Niveau Gemiddeld gebruik Gemiddelde milieubelasting (/ha) (kg w.s./ha) grondwater waterleven bodemleven Waalwijk: 0, Per gewas: Maïs 0, Grasland 0, Aardappel niet geteeld niet geteeld niet geteeld niet geteeld Boomteelt 5, Vollegrondsgroente 1, Violen 0, Vaste planten 0, Variatie per perceel: (min-max) (min-max) (min-max) (min-max) Maïs 0,23-0, Grasland 0-0, Boomteelt 3,37-6, Milieubelasting van waterleven en bodemleven Ook als we kijken naar de gemiddelde milieubelasting van waterleven (door drift) en bodemleven zien we grote verschillen tussen de teelten. De wettelijke norm voor belasting van het waterleven (10 ) wordt alleen gehaald bij de teelt van vaste planten en grasland in 2000 en Aardappel is het gewas dat in 2000 het meest milieubelastend is voor waterleven en overschrijdt de norm 80 keer. In 2001 is het de boomteelt, die de norm 160 keer overschrijdt. De wettelijke norm voor bodemleven is 100. Weer zien we dat aardappel in 2000 het grootste probleem vormt met een overschrijding van 18 keer. In 2001 overschrijdt de boomteelt de norm met een factor 15. Alleen grasland blijft in 2000 en 2001 onder de normen en ook de violen en vaste planten in De spreiding tussen de percelen is zowel bij waterleven als bij bodemleven groot. 12

19 Gemiddelde milieubelasting van grondwater door alle deelnemers in Waalwijk We hebben ook de gemiddelde milieubelasting van grondwater berekend. Dit geeft een indicatie van de uitspoelingsrisico op gebiedsniveau. De (gewogen) gemiddelde milieubelasting voor grondwater, over alle toepassingen van de deelnemers in Waalwijk samen, ligt in 2000 op 645 per hectare. De drinkwaternorm voor de som van alle toepassingen (500 ) wordt hiermee dus overschreden (tabel 4.1 en 4.2 en figuur 4.1). In 2001 is de milieubelasting voor grondwater verlaagd tot 462 en dus wordt de norm voor de som van alle toepassingen samen gehaald. Bij een aantal bestrijdingsmiddelen ligt de milieubelasting per toepassing echter nog wel boven de norm van 100. De daling is deels toe te schrijven aan een bewuster middelengebruik in gewassen zoals mais en grasland, maar komt ook omdat in 2001 geen aardappelen werden verbouwd in het gebied. kg w.s./ha 2,5 2 1,5 milieubelasting , werkzame stof 0 grondwater waterleven bodemleven Figuur 4.1 Gebruik (kg werkzame stof/ha) en milieubelasting (/ha) in Waalwijk in 2000 en Milieuprestaties Budel Arealen De verschillende gewassen die in 2000 en volgens de registratiegegevens zijn geteeld in Budel zijn: gewas areaal (ha) areaal (ha) mais 70,3 72,2 grasland 51,2 74,3 aardappelen 8,0 9,9 suikerbieten 21,7 25,2 wintertarwe 5,3 - cichorei 3,0 3,0 boomteelt? 3 tulp 0,3 0,3 narcis 0,2 0,2 allium 0,8 0,8 blauwe bessen 1,65 1,65 rode bessen 0,75 0,75 totaal 163,2 191,3 13

20 Milieubelasting van grondwater per teelt Als we kijken naar de gemiddelde milieubelasting per teelt zien we ook in Budel grote verschillen. Suikerbiet is in 2000 met gemiddeld 5457 per ha het meest milieubelastende gewas voor grondwater. Hiervan wordt 3535 veroorzaakt door gebruik van het inmiddels niet meer toegelaten middel lenacil. In 2001 scoren de aardappelen het hoogst met Deze hoge milieubelasting wordt voornamelijk veroorzaakt door de middelen mancozeb en metribuzin. Gewassen die boven de somnorm van 500 uitkomen zijn wintertarwe, tulp en allium in 2000, aardappelen, suikerbieten en mais in beide jaren en boomteelt in Bij grasland is er in 2000 geen milieubelasting, omdat er door niemand bestrijdingsmiddelen zijn toegepast. Ook in 2001 is er door veel deelnemers niet of pleksgewijs gespoten. Cichorei en grasland zitten in 2000 en 2001 onder de norm, evenals narcis in 2000 (tabel 4.3 en 4.4). In aardappel, suikerbiet en chicorei is in 2001 een flinke daling gerealiseerd door bewuster middelengebruik en de aardappelteelt onder Milieukeur door één van de deelnemers. Tabel 4.3 Gemiddelde gebruik en milieubelasting van het grondwater, waterleven en bodemleven in 2000 Niveau Gemiddeld gebruik Gemiddelde milieubelasting (/ha) (kg w.s./ha) grondwater waterleven bodemleven Budel: 1, Per gewas: Mais 0, Grasland Aardappel 16, Suikerbiet 3, Wintertarwe 2, Cichorei 3, Tulp 13, Allium 3, Narcis 5, Variatie per perceel: (min-max) (min-max) (min-max) (min-max) Maïs 0,33-1, Suikerbiet 1,49-4, Tabel 4.4 Gemiddelde gebruik en milieubelasting van het grondwater, waterleven en bodemleven in 2001 Niveau Gemiddeld gebruik Gemiddelde milieubelasting (/ha) (kg w.s./ha) grondwater waterleven bodemleven Budel: 2, Per gewas: Mais 0, Grasland 0, Aardappel 7, Suikerbiet 2, Cichorei 3, Boomteelt 5, Variatie per perceel: (min-max) (min-max) (min-max) (min-max) Mais 031-0, Grasland 0-0, Aardappel 6,33-11, Suikerbiet 0,77-4,

21 Tussen de telers onderling bestaan grote verschillen. De gemiddelde milieubelasting voor grondwater varieert bij maïs van in 2000 en in 2001, bij suikerbieten van in 2000 en in 2001, bij aardappel van en grasland in 2001 (tabel 4.3 en 4.4). Milieubelasting van waterleven en bodemleven Ook als we kijken naar de gemiddelde milieubelasting van waterleven (door drift) en bodemleven zien we in Budel grote verschillen tussen de teelten. Bij narcis, cichorei en grasland blijft men in 2000 onder de norm van 10 voor waterleven. In 2001 zijn dit alleen cichorei en grasland. Net als in Waalwijk is aardappel het gewas dat in beide jaren het meest milieubelastend is voor waterleven en overschrijdt de norm 300 keer in 2000 en 93 keer in De wettelijke norm van 100 voor bodemleven wordt in keer en in keer overschreden bij de teelt van aardappelen. In 2001 vormt de teelt van mais het grootste probleem voor het bodemleven met een overschrijding van de norm van 8 keer. Suikerbieten, wintertarwe, allium, cichorei en grasland zitten in 2000 onder de norm voor bodemleven. In 2001 blijven alleen boomteelt, cichorei en grasland onder de norm. De spreiding tussen de percelen is zowel bij waterleven als bij bodemleven groot. Gemiddelde milieubelasting van grondwater door alle deelnemers in Budel We hebben ook in Budel de gemiddelde milieubelasting van grondwater berekend. Dit geeft een indicatie van de uitspoelingsrisico op gebiedsniveau. De (gewogen) gemiddelde milieubelasting voor grondwater, over alle toepassingen van de deelnemers in Budel samen, ligt in 2000 op 1404 per hectare. De drinkwaternorm voor de som van alle toepassingen (500 ) is hiermee ruim overschreden (tabel 4.3 en 4.4 en figuur 4.2). In 2001 ligt de milieubelasting voor grondwater lager, namelijk op 694. Hiermee wordt de norm net niet gehaald. In deze paragraaf geven we per teelt een overzicht van de rode en oranje stoffen die zijn gebruikt in Waalwijk en/of Budel. Middelen die onderstreept zijn, hebben bij de gekg w.s./ha 3 2,5 2 1,5 1 0,5 milieubelasting werkzame stof 0 grondwater waterleven bodemleven Figuur 4.2 Totaal gebruik (kg werkzame stof/ha) en milieubelasting (/ha) in Budel in 2000 en Probleemstoffen Let op: De toelating van enkele van de stoffen is aan veranderingen onderhevig! De weergave van probleemstoffen is daarmee een beeld van de situatie in

22 bruikte doseringen een score van meer dan 100 milieubelastingspunten. Middelen die niet onderstreept zijn (veel oranje stoffen), zijn in principe dus geen probleemstof, zolang men géén hogere dosering gebruikt. Uitzonderingen hierop zijn de middelen (of afbraakproducten daarvan) die regelmatig of sporadisch worden aangetroffen in het grondwatermeetnet en stoffen van de zwarte lijst, die om deze reden zijn opgenomen in de rode of oranje lijst. Voorbeeld hiervan zijn glyfosaat (oranje lijst), die in de milieumeetlat 0 heeft, maar waarvan het afbraakproduct AMPA wel sporadisch wordt aangetroffen in het grondwatermeetnet en asulam (rode lijst) die ook 0 heeft, maar op de zwarte lijst voor grondwaterbeschermingsgebieden staat. Omdat we in het project ook willen onderzoeken in welke mate het probleem van uitspoeling verschilt tussen gronden met 1,5-3% en 3-6% organische stof, zullen we ook aangeven welke middelen ook bij 3-6% organische stof meer dan 100 scoren in de registratie-overzichten. Aardappel rood: metribuzin Merknaam: Sencor WG flutolanil Symfonie bentazon Basagran maneb Brestan Super oranje: mancozeb Curzate M/Dithane DG chloorthalonil Daconil/Allure/Tattoo metiram Aviso Df linuron Afarin flow pendimethalin Stomp metobromuron Patoran dimethomorph Solide Suikerbiet rood: haloxyfop-p-methylester Gallant 2000 pyridaat Bropyr clopyralid Lontrel 100 carbendazim Bavistin oranje: fluazifop-p-butyl Fusilade terbutylazin LIDO SC metamitron Goltix WG ethofumesaat Betanal Progess of/tramat 200 EC fenmedifam Betanal Progess of Tulp rood: mecoprop-p MCPP vlb 600 MCPA MCPA vlb 500 asulam Asulox oranje: zineb Zimanaat spp maneb Brestan Super/Zimanaat spp mancozeb Dithane DG chloorthalonil Daconil/Allure glyfosaat Roundup kresoxim-methyl Kenbyo 16

23 Narcis rood: mecoprop-p MCPP vlb 600 MCPA MCPA vlb 500 asulam Asulox bentazon Basagran oranje: glyfosaat Roundup Allium rood: mecoprop-p MCPP vlb 600 MCPA MCPA vlb 500 chloridazon Pyramin oranje: glyfosaat Roundup Boomteelt rood: mecoprop-p MCPP vlb 600 MCPA MCPA vlb 500 oranje: chloorthalonil Daconil/Allure/Tattoo glyfosaat Roundup linuron Afarin flow imidacloprid Admire Gras rood: mecoprop-p (niet altijd >100) MCPP vlb 600 MCPA MCPA vlb 500 fluroxypyr Starane 200 oranje: 2,4-D 2,4-D-amine Wintertarwe rood: mecoprop-p MCPP vlb 600 isoproturon IP Flo carbendazim Bavistin Mais rood: pyridaat Bropyr/Lido SC oranje: terbutylazin Lido SC dicamba Banvel Cichorei rood: asulam Asulox oranje: fluazifop-p-butyl Fusilade carbeetamide Legurame vlb Vollegrondsgroente oranje: glyfosaat Roundup Vaste planten rood: daminozide Alar 64 SP oranje: glyfosaat Roundup Violen oranje: chloorthalonil Daconil/Allure/Tattoo 17

24 Organische stofgehalte van 1,5-3% en >100, zwarte lijst, aangetroffen in meetnet Stoffen die bij een organische stofgehalte van 1,5-3% >100 scoren zijn: carbendazim - chloorthalonil - chloridazon - clopyralid - fluazifop-p-butyl - fluroxypyr - flutolanil - haloxyfop-p-methylester - isoproturon - mancozeb - maneb - MCPA - mecoprop-p - metiram - metribuzin - pyridaat - terbutylazin - zineb Stoffen die op de zwarte lijst staan of worden aangetroffen in het grondwatermeetnet zijn: - maneb - metamitron - asulam - 2,4-D - bentazon - linuron - pendimethalin - metobromuron - glyfosaat Voor deze twee groepen stoffen wordt in het project een alternatieve bestrijdingsmethode (een niet-chemische maatregel, ander middel of (voor de eerste groep stoffen) een aangepaste dosering) gezocht. Organische stofgehalte van 1,5-3% en <100 Stoffen die bij 1,5-3% organische stof <100 scoren en niet op de zwarte lijst staan of worden aangetroffen in het grondwatermeetnet zijn: - carbeetamide - dicamba - ethofumesaat - fenmedifam - kresoxim-methyl - daminozide - imidacloprid - dimethomorph De zeven stoffen staan allen op de oranje lijst. Bij deze stoffen kan het probleem voor het grondwater voorkomen worden door een dosering te gebruiken die gelijk is of lager dan de dosering die is toegepast door de deelnemers in het project. 18

25 Organische stofgehalte van 3-6% en <100 en organische stofgehalte van 1,5-3% en >100 Stoffen die bij 1,5% organische stof >100 scoren en bij 3-6% organische stof <100 en niet op de zwarte lijst staan of worden aangetroffen in het grondwatermeetnet zijn: - chloorthalonil - chloridazon - fluazifop-p-butyl - flutolanil - pyridaat (1x in snijmais >100 ; op zwarte lijst verboden van 1 nov tot 1 april) 4.4 Certificering In het project zijn of gaan vijf deelnemers bezig met milieucertificering van hun bedrijf of product. Voor de biologische melkveehouderij en Milieukeur is aangetoond dat bedrijven met deze certificaten de uitspoeling van bestrijdingsmiddelen sterk verminderen. Voor MPS-A is dit niet onderzocht. Budel Waalwijk - F. van der Heijden (AMK) - S. Sprangers, D. van Loon (biologische melkveehouderij) - De Vries (Milieukeur Bloembollen) - J. van Hassel (boomkwekerij MPS-A) 4.5 Oplossingen In het project zijn in 2000 en 2001 een aantal oplossingen geïdentificeerd. Deels zijn en worden deze oplossingen door de ondernemers toegepast. Goede voorbeelden zijn graslandbeheer zonder bespuitingen, mechanische onkruidbestrijding in mais en boomteelt, andere middelenkeuze in cichorei, en omschakeling naar biologische veehouderij. Deels gebruiken ondernemers nog te veel middelen die sterk uitspoelen. Er blijken grote verschillen in gebruik van risicostoffen tussen telers van hetzelfde gewas. Dit is een belangrijke ingang die gebruikt kan worden bij het zoeken naar oplossingen. Aan de hand van discussievragen kan het zoeken naar oplossingen worden uitgevoerd: Tegen welke ziekte of plaag is de probleemstof ingezet? Hoe is deze ziekte of plaag te voorkomen? Met welke niet-chemische maatregel kan de ziekte op plaag worden bestreden? Bestaat er een bestrijdingsmiddel dat geen problemen geeft voor het grondwater (en ook niet voor waterleven en bodemleven)? Zo ja: Welke? Is het mogelijk om de milieubelasting van de probleemstof te verlagen door te kiezen voor een andere toepassingstechniek? Zo ja: Hoe? Wat zijn andere oplossingen, als bovenstaande opties niet mogelijk zijn? Een aantal oplossingen zijn in het project naar voren gebracht en geïnventariseerd. Hieronder geven we een beknopt overzicht van de oplossingen die tijdens de eerste inventarisaties (plannen van aanpak en groepsbijeenkomsten in Waalwijk en in Budel) zijn geïdentificeerd. De oplossingen zijn onder te verdelen in andere middelenkeuze, beperkingen in gebruik, niet-chemische maatregelen, omschakeling naar biologisch of certificering volgens milieucertificaat. 19

26 Aardappel Ruime vruchtwisseling Rassenkeuze Niet te veel stikstof Lage doseringssysteem (LDS) Spuittechniek: goede verdeling in perceel en zo min mogelijk drift GEWIS Later aanaarden Schoffelen voor sluiten van het gewas Andere vormen van mechanische onkruidbestrijding (met name op zwaardere gronden in combinatie met vroege rassen) Basagran vervangen door Boxer Curzate M vervangen door Shirlan Suikerbiet Ruime vruchtwisseling Rassenkeuze Niet te veel stikstof Lage doseringssysteem (LDS) Spuittechniek: goede verdeling in perceel en zo min mogelijk drift GEWIS Schoffelen voor sluiten van het gewas Gallant 2000 vervangen door Targa Prestige Cichorei Ruime vruchtwisseling (door huur percelen) Schoffelen voor sluiten van het gewas Keuze voor andere bestrijdingsmiddelen MLHD Wintertarwe, vollegrondsgroente, vaste planten, violen Keuze voor andere bestrijdingsmiddelen Tulp Onkruidbestrijdingsmiddelen toepassen met een padenspuit (=1/3 van de oppervlakte) Afdekken met 7 ton/ha stro (kost f2000,-/ha!!) Wortelonkruiden mechanisch bestrijden Vuurwaarschuwingssysteem Allure, Dithane en Zimanaat vervangen door Shirlan Asulox vervangen door Chloor IPC of Goltix (LDS) Narcis Afdekken met 7 ton/ha stro (kost f2000,-/ha!!) Wortelonkruiden mechanisch bestrijden Asulox vervangen door Goltix (LDS) en olie Goltix toepassen met een padenspuit (=1/3 van de oppervlakte) Allium Afdekken met 7 ton/ha stro (kost f2000,-/ha!!) Wortelonkruiden mechanische bestrijden Goltix toepassen in LDS 20

27 Boomteelt Insnoeringsziekte: aangetaste plantedelen wegknippen, minder gevoelige rassen (Cupressiocyparis) Taksterfte: ruimere plantafstanden,voorkomen nachtvorst, rustige groei In beide gevallen: plantversterkers, zoals Pilzverzorge, Agromil en Resistim GEWIS Roundup en MCPP: toevoegen uitvloeier of ammoniumsulfaat Onkruidbestrijdingsmiddelen toepassen met de mankar 2 weken na planten mechanische onkruidbestrijding met lange tandeg, handfrees, (handm.) schoffelen. Om zowel in rijen als tussen planten te kunnen schoffelen zijn ruimere plantafstanden nodig (4-kantverband) Bodembedekkers, zoals Asolfil, Biotop of cocosmatten Daconil, Topsin M en Zimanaat vervangen door Aliette Kleinfruit Teeltondersteunende voorzieningen (echter conflicterend met RO-beleid): Mechanische onkruidbestrijding Inzet natuurlijke vijanden Keuze voor andere bestrijdingsmiddelen Gras Goed graslandbeheer: - beweiden tijdig afwisselen met maaien of bloten, tijdig koeien inscharen - veldbewerking onder droge omstandigheden Mechanische onkruidbestrijding Starane 200 vervangen door Tramat 200 EC Snijmais Voor opkomst 2x eggen Na opkomst eggen Schoffelen voor sluiten van het gewas Keuze voor andere bestrijdingsmiddelen Alle gewassen Certificering: - Omschakeling naar biologisch - Telen volgens Milieukeur 4.6 Metingen in grondwater Bij het opstellen van het project is de afspraak gemaakt dat de waterleidingbedrijven gericht enkele metingen uitvoeren om prestaties van de boeren zichtbaar te maken, als dit technisch mogelijk en zinvol is. De metingen zijn bedoeld als stimulans voor de deelnemers. Doel is te laten zien dat de inspanningen die worden geleverd in het project inderdaad leiden tot verlaging van de concentraties in het grondwater. De metingen zijn dus niet bedoeld als evaluatie van het project. Het afgelopen jaar hebben in het project nog geen metingen plaats gevonden. De WOB en WNWB hebben eerst uitgezocht of de metingen technisch uitvoerbaar zijn. Het is noodzakelijk te meten in heel ondiep grondwater, zodat de tijd tussen het toepassen van bestrijdingsmiddelen en het meten zo klein mogelijk is. Alleen met een dergelijke aanpak is hopelijk een directe koppeling te maken tussen bestrijdingsmiddelengebruik 21

28 gedurende het project en metingen. Dit is niet de standaard manier van meten omdat normaal gesproken dieper wordt gemeten. Volgens de WOB en WNWB is deze ondiepe meting technisch mogelijk maar moeten te bemonsteren percelen voldoen aan randvoorwaarden om zinvolle metingen te kunnen doen: Twee of drie metingen (meetrondes, startproject, halvewege project en aan het einde van het project); Totaal drie percelen (2 in Waalwijk en in 1 Budel of omgekeerd), met drie verschillende teelten (eigenlijk verschillende bestrijdingsmiddelen); Meting grondwater m.b.v. peilbuis die na elke bemonstering weer wordt verwijderd; Maximale grondwaterstand 1,5 meter onder maaiveld; Bij voorkeur percelen waar de hieronder genoemde "oude" bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt en waar nu alternatieven worden ingezet of ingezet gaan worden (bentazon (maïs), mecoprop (boomteelt, grasland), ETU als afbraakproduct vanuit maneb, metiram etc. (o.a. aardappelen); De metingen worden alleen voor dit project gebruikt en hebben een ondersteunende functie. Bij gewassen waar sprake is van vruchtwisseling (aardappel, vollegrondsgroenten) heeft het geen zin om te meten. Constante teelten zijn boomteelt, fruit, gras en vaak ook mais. Hierbij kan wel het effect over meerdere jaren gemeten worden. Het blijkt moeilijk percelen te vinden die aan de randvoorwaarden voldoen. In Budel en Waalwijk zijn enkele percelen aangegeven, maar de grondwaterstand was medio 2001 nog te laag voor bemonstering. Het voorstel is in januari/februari 2002 te meten. Dan is de stand hoger en kan er (hopelijk) gemeten worden wat er het afgelopen seizoen is gebeurd. 4.7 Planning 2002 Plannen van Aanpak Eind 2001 maakt de ondernemer met de teeltbegeleider (en in groep van ondernemers) op basis van het overzicht met oplossingen een uitvoeringsplan Hier is reeds in het plan van aanpak 2001 een begin mee gemaakt. In december 2001 en januari 2002 zullen de groepen in Waalwijk en Budel hiervoor bij elkaar komen. In het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen de deelnemers in 2002 op hun bedrijf nemen. In het plan van aanpak komen de volgende onderwerpen aan bod: 1) Teelt, gewassen en arealen 2) Bestrijdingsmiddelengebruik in 2002, toepasser, adviseur 3) Probleemstoffen en knelpunten 4) Oplossingen: - voor welke probleemstoffen/knelpunten bestaan geen oplossingen? - 'definitieve' oplossingen: welke maatregelen worden genomen? - financiële oplossingen - wordt er gekozen voor bijvoorbeeld Milieukeur of biologisch? 22

29 Afspraken tussen provincie, ondernemers en Brabant Water in de gebieden In 2002 zullen tevens, op basis van de ervaringen in het proefproject, aanbevelingen worden opgesteld over mogelijke afspraken tussen provincie, ondernemers en Brabant Water ten aanzien van gewasbescherming in de zeer kwetsbare gebieden. De verschillende partijen hebben in 2001 punten naar voren gebracht die van belang zijn voor mogelijke afspraken, onder andere: Maatregelen die goed bruikbaar zijn gebleken in de praktijk, zouden moeten worden gecontinueerd, hetzij via stimulering ofwel via regelgeving (via de PMV). De vorm waarin dit zal gebeuren is nog niet vastgesteld, maar gekozen zal worden voor een vorm die geen negatieve prikkel oplevert voor voorlopers. Over teelten die nu niet in het proefproject aanwezig zijn, ontbreekt informatie over maatregelen. In vervolg op dit proefproject zal voor teelten die al wel in de zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden aanwezig zijn, worden gezocht naar maatregelen. Voor nieuwe teelten, die nog niet in deze gebieden aanwezig zijn, zal teelt volgens Milieukeurnormen worden opgelegd. Het organische stof gehalte in de bouwvoor is van belang voor de afbraaksnelheid van gewasbeschermingsmiddelen en daarmee voor de risico s op uitspoeling. In het proefproject wordt gerekend met 1,5-3% organische stof. In vervolg op dit proefproject zal zoveel mogelijk worden gewerkt met de werkelijk voorkomende organische-stof gehalten in de bodem van de betreffende percelen. Brabant water heeft aangegeven dat zij wil investeren in omschakeling naar structureel grondwatervriendelijke landbouw. In 2002 zullen de mogelijkheden voor afspraken verder verkend worden. 23

30 24

31 5 Communicatie (spoor 3) Een belangrijk onderdeel van het project vormt de communicatie. CLM, de provincie Noord-Brabant en de VEWIN hebben bij de start van het project gezamenlijk een communicatieplan op hoofdlijnen opgesteld (bijlage 4). In dit plan zijn zowel de doelgroepen als de communicatiemiddelen weergegeven. We vatten in paragraaf 5.1 de belangrijkste samen. Daarna geven we in paragraaf 5.2 weer welke communicatie heeft plaatsgevonden en geven we aan welke verbeteringen gewenst zijn. 5.1 Doelgroepen en communicatiemiddelen De belangrijkste doelgroepen zijn: Intern: opdrachtgever projectpartners begeleidingscommissie deelnemende agrariërs Extern binnen Brabant: agrariërs in Brabantse grondwaterbeschermingsgebieden gemeenten en burgers in grondwaterbeschermingsgebieden Brabantse Milieufederatie regionale algemene en agrarische pers overige Brabantse agrariërs Waterschappen Extern buiten Brabant: landelijke LTO-organisaties VEWIN-leden De belangrijkste communicatiemiddelen die we hanteren zijn: een periodieke nieuwsbrief (4 maal tijdens het project) persberichten informatie via internet artikelen in bladen (Zuidland en de Waterkrant) informatie- en discussiebijeenkomsten in de andere 6 zeer kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden. een eenvoudige handleiding met alternatieven (maatregelen, middelen) voor de probleemstoffen. 25

32 5.2 Communicatie in 2001 In deze paragraaf behandelen we de communicatie die in 2001 heeft plaatgevonden met de verschillende doelgroepen en geven we een korte evaluatie. Aansluitend geven we een kort overzicht van de communicatiemiddelen die zijn gebruikt Interne communicatie Opdrachtgever, projectpartners en begeleidingscommissie Interne communicatie met de opdrachtgever, projectpartners en begeleidingscommissie is verlopen via telefoon, , bijeenkomsten, brieven en de nieuwsbrief. De bijeenkomsten van de begeleidingscommissie staan weergegeven in 2.1. Projectpartners hebben op 28 februari, 31 mei, 5 september en 11 oktober 2001 in verschillende samenstelling overleg gevoerd. Tevens is deze tussenrapportage onderdeel van de communicatie met de projectpartners en begeleidingscommissie. De communicatie met opdrachtgever en de begeleidingscommissie is goed verlopen. De geplande bijeenkomsten zijn uitgevoerd en bijna alle leden waren steeds aanwezig bij de bijeenkomsten. De communicatie tussen projectpartners is in 2001 ten dele goed verlopen. Op twee punten problemen zijn geconstateerd. Ten eerste was de communicatie tussen CLM, ZLTO, DLV en deelnemers niet altijd optimaal. Zowel in de begeleidingscommissie als in een bijeenkomst van CLM, ZLTO en DLV is dit besproken. Ten tweede werden de afgesproken deadlines met ZLTO, DLV en Duinboeren niet gehaald. In december maken we nieuwe afspraken tussen projectpartners. Het voorstel is in 2002 een directere aansturing van DLV door CLM te realiseren. Deelnemers Interne communicatie met de deelnemers is verlopen via een wervingsbijeenkomst, via brieven, via individuele bedrijfsbezoeken, veldbijeenkomsten, studiegroepbijeenkomsten en de nieuwsbrief (zie tabel 1.1). De communicatie met de deelnemers is ten dele goed verlopen. De deelnemers zijn via brieven, individuele bedrijfsbezoeken en de nieuwsbrief over het project geïnformeerd. De beginperiode van het project was, mede vanwege de MKZ-crisis, moeizaam. Er heeft geen startbijeenkomst plaatsgevonden met de deelnemers waardoor doel en aanpak in het project niet voor alle deelnemers voldoende helder was. We constateren een duidelijk verschil tussen Budel en Waalwijk. In Waalwijk heeft in 2000 reeds een inventariserend project plaatsgevonden. Het doel en de aanpak was daardoor voor de Waalwijkse deelnemers reeds duidelijk bij aanvang van het huidige project. De veldbijeenkomsten in Budel werden slecht bezocht en hebben daarom weinig bijgedragen aan de communicatie. Met name de deelnemers in Budel gaven in de bijeenkomst in oktober aan dat zij in het gebied geconfronteerd worden met meerdere claims van provincie en gemeente. Ook gaven enkele deelnemers aan dat zij in hun onkruidbestrijding toenemend last ondervinden van aanwaaiend zaad, doordat genmeenten en waterschappen te laat maaien. We concluderen dat het belangrijk is ook aan deze aspecten aandacht te besteden in het project. In Budel gaven sommige deelnemers aan dat de individuele begeleiding bij de start van het project te veel gericht was op inventarisatie van het bestrijdingsmiddelengebruik in 2000 terwijl er behoefte was aan adviezen voor de uit te voeren gewasbescherming in Gedurende het jaar is dit in overleg met DLV zoveel mogelijk bijgesteld. 26

33 Alle interne doelgroepen Op 23 januari 2002 wordt de uitgestelde bijeenkomst met deelnemers, provincie en waterleidingbedrijven gehouden. Deze bijeenkomst is vooral bedoeld als intern communicatiemiddel maar ook voor externe communicatie zullen gemeenten en waterschappen en de pers worden uitgenodigd Externe communicatie Andere agrariërs Externe communicatie met andere agrariërs in de acht zeer kwetsbare gebieden is verlopen via de nieuwsbrief, via de artikelen en wordt via winterbijeenkomsten van de ZLTO-afdelingen uitgevoerd. In Vessem heeft reeds op 25 oktober 2001 een bijeenkomst plaatsgevonden. In Nuland is de bijeenkomst gepland op 21 januari In de andere gebieden worden momenteel bijeenkomsten gepland. Agrariërs in Vessem en Nuland willen graag participeren in het project. We proberen enkele agrariërs in 2002 te laten deelnemen in het project. Gemeenten, waterschappen en burgers Externe communicatie met gemeenten, waterschappen en burgers in alle kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden heeft plaatsgevonden via de nieuwsbrief en via de artikelen. Enkele gemeenten hebben naar aanleiding van de nieuwsbrief gereageerd. Overigen Externe communicatie met Brabantse Milieufederatie, regionale en agrarische pers, overige Brabantse agrariërs, landelijke LTO-organisaties, VEWIN-leden en anderen is verlopen via het persbericht in juni 2001, en de artikelen in Agrarisch Dagblad, Brabants dagblad, en Het waterschap. Verder via een artikel in het Brabant Provinciaal Magazine en via de nieuwsbrief. Enkele organisaties, waaronder een Belgisch waterleidingbedrijf en de provincie Antwerpen, hebben gereageerd. Zoals aangegeven zal bij de uitgestelde bijeenkomst op 23 januari 2002 ook gemeenten en waterschappen en de pers worden uitgenodigd. Aansluitend op deze bijeenkomst zal de tweede nieuwsbrief worden gedrukt en verspreid. Tevens wordt in december de nieuwsbrief van het project geplaatst op de websites van CLM, ZLTO en VEWIN. De externe communicatie is goed verlopen. De bijeenkomst en tweede nieuwsbrief komen iets later dan gepland Communicatiemiddelen In het voorgaande zijn de middelen die in 2001 gehanteerd zijn aan de orde geweest. Hier geven we nog een beknopt overzicht (tabel 5.2). De in het projectvoorstel afgesproken communicatie (veld- en studiegroepbijeenkomsten, nieuwsbrieven, artikelen, bedrijfsbezoeken, persbericht, website en tussenrapportage) heeft grotendeels plaatsgevonden. Alleen de bijeenkomst van 28 november 2001 is verplaatst naar 23 januari 2002 door afwezigheid van de gedeputeerde. Volgens afspraak verschijnt de tweede nieuwsbrief direct na deze bijeenkomst. De resterende studiegroepbijeenkomsten zijn gepland in december Het artikel in Zuidland is verschenen in december In bijlage 5 is een overzicht gegeven van de publicaties over het project. 27

Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan

Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan Rapportage 2003-2004 T. Bosker A.J. van der Wal M. Boer P.C. Leendertse B. Aasman CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, april 2005 CLM 612-2005 Voorwoord

Nadere informatie

Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan

Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan Rapportage 2005 Schoon Water Brabantse telers laten zien dat t kan Rapportage 2005 P.C. Leendertse Y.M. Gooijer A.J. van der Wal B.F. Aasman CLM Onderzoek

Nadere informatie

Pachters gaan voor Schoon Water. Resultaten & ervaringen 2008

Pachters gaan voor Schoon Water. Resultaten & ervaringen 2008 Pachters gaan voor Schoon Water Resultaten & ervaringen 2008 Pachters gaan voor Schoon Water Resultaten en ervaringen 2008 A. Visser (CLM) Y.M. Gooijer (CLM) P.C. Leendertse (CLM) B.F. Aasman (DLV Plant)

Nadere informatie

D. Boland P.C. Leendertse

D. Boland P.C. Leendertse Bestrijdingsmiddelen in oord-brabantse grondwaterbeschermingsgebieden: risicostoffen en knelpunten D. Boland P.C. eendertse Centrum voor andbouw en ilieu Utrecht, maart 2001 C 484-2001 Inhoud Inhoud 1

Nadere informatie

Sleepdoek in de praktijk

Sleepdoek in de praktijk Sleepdoek in de praktijk CLM Onderzoek en Advies BV Overname van delen van de tekst van deze publicatie voor informatiedoeleinden is toegestaan, mits voorzien van een duidelijk bronvermelding. Postbus

Nadere informatie

september 2002, versie 2 Anton Kool (CLM) Dick Boland (CLM) Peter Leendertse (CLM) BIJLAGE 11: Rapportage CLM: Bestrijdingsmiddelen Noord-Holland

september 2002, versie 2 Anton Kool (CLM) Dick Boland (CLM) Peter Leendertse (CLM) BIJLAGE 11: Rapportage CLM: Bestrijdingsmiddelen Noord-Holland DHVWaterBV BIJLAGE 11: Rapportage CLM: Bestrijdingsmiddelen Noord-Holland september 2002, versie 2 Anton Kool (CLM) Dick Boland (CLM) Peter Leendertse (CLM) PODB Noord-Holland I Bronnen in Beeld bijlage

Nadere informatie

Milieubelasting van de meest belastende bestrijdingsmiddelen uit 1992 Trends tussen 1992 en 2003

Milieubelasting van de meest belastende bestrijdingsmiddelen uit 1992 Trends tussen 1992 en 2003 Milieubelasting van de meest belastende bestrijdingsmiddelen uit 1992 Trends tussen 1992 en 2003 P.C. Leendertse C.J.A. Hin G.J.H. de Vries Centrum voor Landbouw en Milieu Utrecht, september 2001 CLM 512-2001

Nadere informatie

Onkruid vergaat niet. Onderwerpen. Onkruidproblematiek. Onkruid vergaat niet. Methoden onkruidbestrijding. Chemische onkruidbestrijding

Onkruid vergaat niet. Onderwerpen. Onkruidproblematiek. Onkruid vergaat niet. Methoden onkruidbestrijding. Chemische onkruidbestrijding Onkruid vergaat niet bestrijding/beheersing van onkruid in bloembollen Open Dag PPO Lisse, 28 mei 2010 Aad Koster en Annette Bulle PPO Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Onderwerpen Onkruidbestrijding voor

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant

Schoon Water voor Brabant Schoon Water voor Brabant Rapportage 2007 P.C. Leendertse Y.M. Gooijer A. Visser B.F. Aasman J. Hekman CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, juli 2008 CLM 677-2008 Voorwoord Ook in 2007 hebben we het

Nadere informatie

Mechanische en andere niet-chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector en gewas,

Mechanische en andere niet-chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector en gewas, Mechanische en andere niet-chemische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector en gewas, 2012-2016 Indicator 16 januari 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele

Nadere informatie

CLM, DLV Plant, Eco Consult, PRI/PPO, ORD-ID en ZLTO verzorgen de uitvoering van het project.

CLM, DLV Plant, Eco Consult, PRI/PPO, ORD-ID en ZLTO verzorgen de uitvoering van het project. I Samenvatting 2011 In de provincie Noord-Brabant vindt het project Schoon Water voor Brabant plaats. Dit project is gericht op het verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen die een risico vormen

Nadere informatie

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in Koeien & Kansen

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in Koeien & Kansen Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in Koeien & Kansen April 2004 Rapport 19 CLM nr. 589-2003 Colofon Uitgever Animal Sciences Group, divisie Praktijkonderzoek Postbus 2176, 8203 AD Lelystad Telefoon

Nadere informatie

Geïntegreerde onkruidbestrijding: geeft milieubesparing ook kostenbesparing?

Geïntegreerde onkruidbestrijding: geeft milieubesparing ook kostenbesparing? Geïntegreerde onkruidbestrijding: geeft milieubesparing ook besparing? Deelnemers aan het project Telen met Toekomst werken hard aan de verbetering van het milieu. Bijvoorbeeld door het gebruik van milieubelastende

Nadere informatie

Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas,

Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas, Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per gewas, 1995-2012 Indicator 30 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Vernieuwing van de grondwaterbescherming

Vernieuwing van de grondwaterbescherming Vernieuwing van de grondwaterbescherming in Drenthe Tycho Vermeulen Peter Leendertse Rob Hoekstra CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, januari 2005 CLM 606-2005 Inhoud Samenvatting I 1 Inleiding 1 2

Nadere informatie

Onkruidbestrijding in de bollenteelt

Onkruidbestrijding in de bollenteelt Onkruidbestrijding in de bollenteelt BolleNoord, 23 februari 2009 Annette Bulle en Aad koster PPO Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Onderwerpen Onkruidbestrijding (voor planten) op leeg land Inundatie

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen: validatie emissies en waterkwaliteit

Gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen: validatie emissies en waterkwaliteit 17/3/214 Gewasbeschermingsmiddelen in Vlaanderen: validatie emissies en waterkwaliteit Emissie Symposium, Utrecht, 13 maart 214 Leen Van Esch, Ingeborg Joris, Guy Engelen en Piet Seuntjens Doelstelling

Nadere informatie

Aspecten van het gewasbeschermingsplan

Aspecten van het gewasbeschermingsplan Aspecten van het gewasbeschermingsplan In het gewasbeschermingsplan moeten de volgende aspecten aandacht krijgen: preventie; teelttechnische maatregelen; waarschuwings- en adviessystemen; niet-chemische

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant Rapportage 2010

Schoon Water voor Brabant Rapportage 2010 Schoon Water voor Brabant Rapportage 2010 J. van Vliet P.C. Leendertse H. Oosterbaan H.J. den Hollander A.P.M. Velenturf Met inbreng van B.F. Aasman (DLV Plant), J. Hekman (Ecoconcult), L. Joosten (ORG-ID)

Nadere informatie

IRS Postbus AA Bergen op Zoom / Gewasbescherming. Jan D.A. Wevers

IRS Postbus AA Bergen op Zoom   / Gewasbescherming. Jan D.A. Wevers IRS Postbus 32 4600 AA Bergen op Zoom www.irs.nl / wevers@irs.nl Gewasbescherming Jan D.A. Wevers Inhoud geen Condor meer Mesurol gaat verdwijnen uit het zaad gewasbescherming en certificering Insectenbestrijding

Nadere informatie

Gewasbeschermingsplan kerstbomenteelt

Gewasbeschermingsplan kerstbomenteelt Gewasbeschermingsplan kerstbomenteelt Hans Smeets Adviseur DLV plant BV Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland. Het Ministerie van Economische Zaken,

Nadere informatie

5.3.3 Schade aan bieten door verontreiniging spuitapparatuur en verkeerd middelengebruik

5.3.3 Schade aan bieten door verontreiniging spuitapparatuur en verkeerd middelengebruik 5.3.2 Schade aan bieten als gevolg van middelen in voorgaande gewassen Het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen in voorgaande gewassen kan in suikerbieten schade veroorzaken. In het kort bespreken we

Nadere informatie

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas,

Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de landbouw per gewas, 2012-2016 Indicator 16 January 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof

Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof Toelichting beoordeling risico gewasbeschermingsmiddelen voor On the way to PlanetProof 1 januari 2019 1 januari 2020 Inleiding In het certificatieschema voor On the way to PlanetProof Plantaardige producten

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant

Schoon Water voor Brabant f Schoon Water voor Brabant Rapportage 2009 P.C. Leendertse Y. Gooijer J. van Vliet A. Visser B.F. Aasman J. Hekman CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, maart 2010 CLM Voorwoord Ook in 2009 is het project

Nadere informatie

Samen werken aan schoon water in de Drentsche Aa

Samen werken aan schoon water in de Drentsche Aa Samen werken aan schoon water in de Drentsche Aa Bollentelers verminderen emissie Yvonne Gooijer 1, Weijnand Saathof 2, Peter Knippels 3 1 CLM Onderzoek en Advies, ygooijer@clm.nl 2 HLB, w.saathof@hlbbv.nl

Nadere informatie

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014 Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma

Nadere informatie

400 g/l pendimethalin

400 g/l pendimethalin Stomp 400 SC Toelatingsnummer 10766 N W.14 Productgroep: herbicide Formulering: suspensie concentraat Werkzame stof: 400 g/l pendimethalin N: Milieugevaarlijk Waarschuwingszinnen: 50/53 Zeer vergiftig

Nadere informatie

Gewasbeschermingsplan 2014

Gewasbeschermingsplan 2014 Gewas: Consumptie aardappelen 1. Grondgebonden ziekten / plagen. 2. Goed uitgangsmateriaal. Aardappelcysteaaltjes, graslandschurft. Rhizoctonia op zandkavel. Pootgoed met NAK certificaat en behandeling

Nadere informatie

Win-win maatregelen voor. schoon water en landbouw

Win-win maatregelen voor. schoon water en landbouw Win-win maatregelen voor schoon water en landbouw Win-win maatregelen voor schoon water en landbouw Y.M. Gooijer B.F. Aasman P.C. Leendertse CLM Onderzoek en Advies Culemborg, september 2006 CLM 642-2006

Nadere informatie

Monitoring van waterkwaliteit in de Bollaertbeek 2017 en 2018

Monitoring van waterkwaliteit in de Bollaertbeek 2017 en 2018 Monitoring van waterkwaliteit in de Bollaertbeek 2017 en 2018 Ingeborg Joris, VITO 2 de Multi-actor overleg, Zillebeke, 20 feb 2018 GEBIED BOLLAERTBEEK ZILLEBEKE DIKKEBUS VOORMEZELE KEMMEL WIJTSCHATE MONITORING

Nadere informatie

Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland.

Nieuwsbrief 13. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Vergelijking van NKG en ploegen op zand voor aardappelen na grasland. Op de zandgrond in Zuidoost Brabant heeft er in 2012 een boerenexperiment met NKG plaatsgevonden op een perceel aardappelen met als

Nadere informatie

Nieuwsbrief Akkerbouw Nr

Nieuwsbrief Akkerbouw Nr Nieuwsbrief Akkerbouw Nr. 6-2015 Actueel Na een droge, schrale en vooral koude periode heeft het afgelopen week geregend. Al variëren de hoeveelheden per gebied. Zo is er in het midden van de Betuwe amper

Nadere informatie

Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector,

Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector, Mechanische bestrijdingsmethoden in de landbouw per teeltsector, 1995-2012 Indicator 30 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Pachters gaan voor Schoon Water

Pachters gaan voor Schoon Water Pachters gaan voor Schoon Water Resultaten en ervaringen 2011 H.J. den Hollander (CLM) Y.M. Gooijer (CLM) H.A.J.M. van den Akker (DLV Plant) G.J.P.H. van Roessel (DLV Plant) PROJECTRESULTAAT IN HET KORT

Nadere informatie

Rapportage Bezemactie Schoon Water Zeeland

Rapportage Bezemactie Schoon Water Zeeland Rapportage Bezemactie Schoon Water Zeeland CLM Onderzoek en Advies Postbus: Bezoekadres: T 0345 470 700 Postbus 62 Gutenbergweg 1 F 0345 470 799 4100 AB Culemborg 4104 BA Culemborg www.clm.nl Inhoud 1.

Nadere informatie

Bolontsmetting Tulp 10/20/2011. Onderwerpen. Waarom bolontsmetting? Basis voor bolontsmetting plantgoed tulp. Welke middelen in ontsmettingsbad?

Bolontsmetting Tulp 10/20/2011. Onderwerpen. Waarom bolontsmetting? Basis voor bolontsmetting plantgoed tulp. Welke middelen in ontsmettingsbad? Onderwerpen Bolontsmetting Tulp Annette Bulle PPO Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit 25 oktober 2010 Bolontsmetting Middelen: fungiciden, insecticiden, reinigingsmiddelen Methoden: dompelen, douchen Aanvulling

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Gewasbeschermingsplan 2011

Gewasbeschermingsplan 2011 Preventie Gewas: Logboek 1. Grondgebonden ziekten / plagen. 2. Goed uitgangsmateriaal. 3. Rassenkeuze. 4. Bedrijfshygiëne Afdekken afvalhopen Reinigen machines 5. Aaltjes beheersstrategie. 6. Vrucht- en

Nadere informatie

Evaluatie project Schoon Water voor Brabant Eindrapport

Evaluatie project Schoon Water voor Brabant Eindrapport LIMATE HAN E Evaluatie project Schoon Water voor Brabant Eindrapport Inhoudsopgave Voorwoord Managementsamenvatting Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Doel en vraagstelling 1 1.3 Leeswijzer en

Nadere informatie

Isoproturon in de graanteelt

Isoproturon in de graanteelt Isoproturon is een stof die vaak in hoge concentraties wordt aangetroffen in oppervlaktewateren. Door waterschappen wordt deze stof aangemerkt als probleemstof. Om samen aan schoner water te werken, leest

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer Onderwerp Gebruik glyfosaat

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer Onderwerp Gebruik glyfosaat van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 15 juli 2013) Nummer 2836 Onderwerp Gebruik glyfosaat Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen. Informatiebijeenkomst Bollenteeelt 29-09-2015 Stefanie de Kool, SMK

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen. Informatiebijeenkomst Bollenteeelt 29-09-2015 Stefanie de Kool, SMK Milieukeur Keurmerk voor duurzamere bloembollen Informatiebijeenkomst Bollenteeelt 29-09-2015 Stefanie de Kool, SMK Programma Uitleg Milieukeur Criteria in het certificatieschema Betrokken instanties Certificering

Nadere informatie

Gewasbescherming buiten de landbouw

Gewasbescherming buiten de landbouw Gewasbescherming buiten de landbouw Wat zegt de wet? Marcel van der Weijden Den Bosch, Gewasbescherming buiten de landbouw 1. Samenvatting regelgeving (wet, besluit, regeling) 2. Aanleiding voor de regelgeving

Nadere informatie

Erfemissie-scan -----WATERKWALITEIT----- HET IS IN IEDERS BELANG OM DIT TE VOORKOMEN!! MAAR DIT GAAT DUS OOK OVER :

Erfemissie-scan -----WATERKWALITEIT----- HET IS IN IEDERS BELANG OM DIT TE VOORKOMEN!! MAAR DIT GAAT DUS OOK OVER : -----WATERKWALITEIT----- MAAR DIT GAAT DUS OOK OVER : -Verlies van toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen. -Indirect : verdwijnen van teelten uit Nederland Verlies van inkomen voor de primaire sector.

Nadere informatie

Bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterwinningen en maatregelen om uitspoeling naar grondwater te verminderen

Bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterwinningen en maatregelen om uitspoeling naar grondwater te verminderen Bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterwinningen en maatregelen om uitspoeling naar grondwater te verminderen Monique van der Aa en Frank Swartjes (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) Restanten

Nadere informatie

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? 25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen

Nadere informatie

Kennisbijeenkomst. Chemievrij onkruidbeheer op Verhardingen. Welkom

Kennisbijeenkomst. Chemievrij onkruidbeheer op Verhardingen. Welkom Kennisbijeenkomst Chemievrij onkruidbeheer op Verhardingen Welkom Programma 9.30 uur Welkom 9.45 uur Ministerie I&M over regelgeving en GreenDeals 10.05 uur Eco Consult over de praktijk 10.35 uur CLM over

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

Onkruidbestrijding in weiland. in nazomer en herfst

Onkruidbestrijding in weiland. in nazomer en herfst Onkruidbestrijding in weiland in nazomer en herfst Inhoud Veel en goed ruwvoer Pag. 3 Pag. 10 Pag. 14 Pag. 15 Veel en goed ruwvoer Onkruidbestrijding in nazomer en najaar Middelen voor onkruidbestrijding

Nadere informatie

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN De toelating van het gewasbeschermingsmiddel wordt op basis van de volgende artikelen gewijzigd: Artikel 31, 44, 45 en 75 Verordening

Nadere informatie

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. ing. K.H. Wijnholds en ing.h.w.g. Floot, PAV-NNO

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. ing. K.H. Wijnholds en ing.h.w.g. Floot, PAV-NNO MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten Door: ing. K.H. Wijnholds en ing.h.w.g. Floot, PAV-NNO Inleiding MLHD betekent Minimum Letale Herbicide Dosering. De MLHD-methode stelt akkerbouwers in staat om

Nadere informatie

Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten. MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse

Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten. MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten MSc D.D.J. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse Duurzaam terreinbeheer door Brabantse gemeenten MSc D. Keuper Ir. J. van Vliet Dr. P.C. Leendertse

Nadere informatie

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Hervorming Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid Toeslagrechten 2014 Betalingsrechten 2015 Nationale invulling

Nadere informatie

Pyramin DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.8

Pyramin DF. BASF Nederland B. V., Divisie Agro. Toelatingsnummer N W.8 Pyramin DF Toelatingsnummer 12228 N W.8 Productgroep: Formulering: herbicide water dispergeerbaar granulaat Werkzame stof: chloridazon (65%) De identiteit van alle stoffen in het mengsel die bijdragen

Nadere informatie

Gewasbescherming buiten de landbouw

Gewasbescherming buiten de landbouw Gewasbescherming buiten de landbouw Wat zegt de Wet? Martin Keve / Lukas Florijn Ba Dennis Kalf Sessie Utrecht Gewasbescherming buiten de landbouw 1. Samenvatting regelgeving (Wet, besluit, regeling) 2.

Nadere informatie

288445/ gebruik chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest

288445/ gebruik chemische gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest Valkenswaard Lokaal t.a.v. de heer F. Emmerik V de VA LKENSWAAR.D \ \\ Hofnar 15 Postbus 10100 5550 GA Valkenswaard T (040) 208 34 44 F (040) 204 58 90 oemeente(5>valkenswaard.nl www. alkenswaard.nl Uw

Nadere informatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie Bodemkwaliteit op zandgrond Inhoud presentatie Resultaten en ervaringen NKG eerste jaar 2011 Borkel & Schaft, 14 december 2011, Janjo de Haan 1. Aanleiding project en visie op bodembeheer 2. Opzet project

Nadere informatie

Introductie van het sleepdoek in Groningen. Demonstratie bijeenkomst

Introductie van het sleepdoek in Groningen. Demonstratie bijeenkomst Introductie van het sleepdoek in Groningen Demonstratie bijeenkomst Introductie van de sleepdoek in Groningen Demonstratiebijeenkomst Yvonne Gooijer (CLM) Wyncko Tonckens (DLV Plant) Jacob Dogterom (DLV

Nadere informatie

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen Stefanie de Kool, SMK

Milieukeur. Keurmerk voor duurzamere bloembollen Stefanie de Kool, SMK Milieukeur Keurmerk voor duurzamere bloembollen 18-2-2016 Stefanie de Kool, SMK Inhoud Uitleg Milieukeur Criteria in het certificatieschema Betrokken instanties Certificering voor producenten en handelsbedrijven

Nadere informatie

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Gewas Klei Zand/löss en Veen 2006 2007 2008 2009 2006 2007 2008 2009 Grasland (kg N per ha per jaar)

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Themadag NBV, Wageningen, 8 november 2013 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid

Nadere informatie

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer 10766 N W.22 Productgroep: herbicide Formulering:

Stomp 400 SC. BASF Nederland B. V., Divisie Agro WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT. Toelatingsnummer 10766 N W.22 Productgroep: herbicide Formulering: Stomp 400 SC Toelatingsnummer 10766 N W.22 Productgroep: herbicide Formulering: suspensie concentraat Werkzame stof: 400 g/l pendimethalin Verpakking: 10 x 1 l en 2 x 10 l Gevarenaanduidingen: WAARSCHUWING

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant

Schoon Water voor Brabant CLM Onderzoek en Advies Postadres Postbus 62 4100 AB Culemborg Bezoekadres Godfried Bomansstraat 8 4103 WR Culemborg T 0345 470 700 F 0345 470 799 www.clm.nl Schoon Water voor Brabant Tussenrapportage

Nadere informatie

ELKE AARDAPPEL VERDIENT DE BESTE BESCHERMING.

ELKE AARDAPPEL VERDIENT DE BESTE BESCHERMING. ELKE AARDAPPEL VERDIET DE BESTE BESCHERMIG. Werkingsmechanisme Canvas is een preventief contactfungicide voor de bestrijding van Phytophthora. Canvas werkt in op meerdere fasen in de levenscyclus van de

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

Onkruidbestrijding in biologische teelten, strategie en technologie

Onkruidbestrijding in biologische teelten, strategie en technologie Praktijkonderzoek voor de Akkerbouw en de Vollegrondsgroenteteelt Onkruidbestrijding in biologische teelten, strategie en technologie Rommie van der Weide & Dirk Kurstjens PAV, IMAG 2000 Opbouw Inleiding

Nadere informatie

Dual Gold 960 EC, WG en aanbevelingen, N W.11

Dual Gold 960 EC, WG en aanbevelingen, N W.11 Dual Gold 960 EC, WG en aanbevelingen, 12096 N W.11 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Het middel is uitsluitend toegelaten als onkruidbestrijdingsmiddel voor het professionele gebruik in de volgende toepassingsgebieden

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant

Schoon Water voor Brabant Schoon Water voor Brabant Tussenrapportage 2012 J. van Vliet P.C. Leendertse J.L. Lommen H. N. Oosterbaan Met inbreng van B.F. Aasman (DLV Plant) en J. Hekman (Eco Consult) CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg,

Nadere informatie

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek 1 Efficiëntie van middelen tegen valse

Nadere informatie

Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Alterra-rapport 2447 ISSN R. Kruijne en J.W. Deneer

Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen. Alterra-rapport 2447 ISSN R. Kruijne en J.W. Deneer Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen Alterra-rapport 2447 ISSN 1566-7197 R. Kruijne en J.W. Deneer Belasting van grondwaterlichamen door gewasbeschermingsmiddelen Dit onderzoek

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6208 28 maart 2012 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 maart 2012, nr.

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen

Nadere informatie

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden 1 Bemestingsnormen editie maart 2014 Sinds 2012 zijn de stikstofbemestingsnormen voor de beheerovereenkomst water 30%

Nadere informatie

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG)

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG) Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG) Inhoud Waar vloeien economische effecten uit voort? Effecten op gewasniveau Evaluatie veldproeven

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmiddelen en bijen: (on) mogelijkheden van een regionale analyse

Gewasbeschermingsmiddelen en bijen: (on) mogelijkheden van een regionale analyse Gewasbeschermingsmiddelen en bijen: (on) mogelijkheden van een regionale analyse Adriaan Guldemond, Luuk Lageschaar & Peter Leendertse (CLM) CLM Onderzoek en Advies, guldemond@clm.nl Data over gewasbeschermingsmiddelengebruik

Nadere informatie

Bodemkwaliteit op zand

Bodemkwaliteit op zand Bodemkwaliteit op zand 2011-2016 Resultaten gangbare en biologische bedrijfssystemen rond opbrengsten, bodemkwaliteit, bemesting en uitspoeling Themamiddag Bemesting Akkerbouw, Putten, 30 november 2017

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 18. Nr. 6494 11 maart 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 4 maart 2013, nr. 13032890, houdende tijdelijke

Nadere informatie

Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam

Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam Interactie tussen stikstofgift en Fusariumaantasting bij Fritillaria imperialis. Auteur(s): E.A.C. Vlaming-Kroon en A.M. van Dam Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen PPO nr. 3376 augustus

Nadere informatie

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland

Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk in Zuidoost Nederland Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Werken aan organische stof en bodemvruchtbaarheid: ervaringen vanuit de praktijk

Nadere informatie

Gewasbeschermingsmonitor

Gewasbeschermingsmonitor Gewasbeschermingsmonitor Algemene informatie Gewasbeschermingsmonitor vervangt gewasbeschermingsplan Bij de gewasbeschermingsmonitor gaat het om diverse teeltmaatregelen. Denk hierbij aan teeltfrequentie

Nadere informatie

SW Knipselkrant september 2014 t.e.m. oktober 2014

SW Knipselkrant september 2014 t.e.m. oktober 2014 SW Knipselkrant september 2014 t.e.m. oktober 2014 Nieuwe Oogst, 13 september 2014 www.schoon-water.nl, 15 september 2014 Tuin en Landschap, 19A, 11 september 2014 Aqualab Zuid (Facebook), 25 september

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant

Schoon Water voor Brabant Schoon Water voor Brabant Rapportage 2013 Y.M. Gooijer L.R. Terryn P.C. Leendertse J.L. Lommen Met inbreng van B.F. Aasman (DLV Plant) en J. Hekman (Eco Consult) CLM Onderzoek en Advies BV Culemborg, april

Nadere informatie

Milieubelasting door onkruidbestrijding in een biologisch, geïntegreerd en gangbaar systeem M.M. Riemens, R.Y. van der Weide en J.

Milieubelasting door onkruidbestrijding in een biologisch, geïntegreerd en gangbaar systeem M.M. Riemens, R.Y. van der Weide en J. Milieubelasting door onkruidbestrijding in een biologisch, geïntegreerd en gangbaar systeem M.M. Riemens, R.Y. van der Weide en J. Hoek Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV Februari 2004

Nadere informatie

Boxer en Centium zijn sterk op kleefkruid, Proman en Challenge zijn goed op meldesoorten en Centium en Linuron zijn de sterkste op zwaluwtong.

Boxer en Centium zijn sterk op kleefkruid, Proman en Challenge zijn goed op meldesoorten en Centium en Linuron zijn de sterkste op zwaluwtong. nr. 3 ZANDGROND Wemeldinge, 30 april 2015 Onkruidbestrijding aardappelen voor opkomst Onkruidbestrijding met bodemherbiciden aan de basis voor opkomst van het gewas heeft de volgende voordelen: Meer zekerheid

Nadere informatie

Schoon Water voor Brabant

Schoon Water voor Brabant Schoon Water voor Brabant Deel A: managementsamenvatting Projectjaar 2014-2015 Auteurs: Publicatienr.: Y.M. Gooijer en P. Leendertse (CLM) CLM-902 CLM, augustus 2016 CLM Onderzoek en Advies Postbus: Bezoekadres:

Nadere informatie

Het sleepdoek in Velt en Vecht

Het sleepdoek in Velt en Vecht Het sleepdoek in Velt en Vecht Het sleepdoek in Velt en Vecht Het sleepdoek in Velt en Vecht Jenneke van Vliet (CLM) Annette den Hollander (CLM) Yvonne Gooijer (CLM) Bert Huizinga (DLV Plant) CLM Onderzoek

Nadere informatie

Chemische onkruidbestrijding asperge

Chemische onkruidbestrijding asperge Chemische onkruidbestrijding asperge Onderzoek naar chemische onkruidbestrijdingsmiddelen in een productieveld van asperge in het seizoen 2003-2004 J. Hoek Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Business-unit

Nadere informatie

Organische stof, meer waard dan je denkt

Organische stof, meer waard dan je denkt Organische stof, meer waard dan je denkt Ervaringen uit het systeemonderzoek PPO-locatie Vredepeel Bodem Anders Den Bosch, 20 maart 2015 Janjo de Haan De bodem Vaste fractie Water Lucht De bodem en organische

Nadere informatie

Verwerking water met resten van gewasbeschermingsmiddelen

Verwerking water met resten van gewasbeschermingsmiddelen Verwerking water met resten van gewasbeschermingsmiddelen Rik de Werd Samenwerken aan een schone Maas 1 december 2010 Foto s: PPO, TOPPS, PC Fruit Inhoud presentatie Vullen en reinigen: perceel of erf?

Nadere informatie

Uitgekiende onkruidbestrijding bespaart geld!

Uitgekiende onkruidbestrijding bespaart geld! Uitgekiende onkruidbestrijding bespaart geld! Onkruidbestrijding vormt in suikerbieten ongeveer 20 procent van de teelt. Door kritisch te zijn op de middelenkeuze, de doseringen en het moment van toepassen,

Nadere informatie

Trips Fax Project 2006

Trips Fax Project 2006 Trips Fax Project 2006 Uitvoerders: Prei telers H. Biemans, DLV Plant BV J. Hadders, Dacom PLANT Service BV Financiering door Productschap Tuinbouw 1 Inhoudsopgave 1. Problematiek... 3 2. Doelstelling...

Nadere informatie

Naar een verantwoorde gewasbescherming voor Drentse gewassen

Naar een verantwoorde gewasbescherming voor Drentse gewassen Naar een verantwoorde gewasbescherming voor Drentse gewassen Symposium Bestrijdingsmiddelen in, 16 februari 2018 Samenwerken aan schoon water Ir. Jelmer Buijs, Buijs Agro-Services Bennekom Problemen met

Nadere informatie

In de Pers.. Gewasbeschermingsmiddelen

In de Pers.. Gewasbeschermingsmiddelen In de Pers Landbouwbeurs Noord en Centraal Nederland Residu problematiek kwaliteitsverbetering in peen Aaldrik Venhuizen In de Pers.. Gewasbeschermingsmiddelen Media: LANDBOUW-GIF! Paracelsus (1493-1541)

Nadere informatie

Mycorrhiza. Test met Micosat

Mycorrhiza. Test met Micosat Mycorrhiza Mycorrhiza een micro-organisme dat in de bodem samen met schimmels en bacteriën zorgt voor een optimaal bodemleven. Micosat Seeds (het product dat in de test is gebruikt) bestaat uit een selecte

Nadere informatie

Monitoring van bestrijdingsmiddelen in water: signaleren van nieuwe probleemstoffen

Monitoring van bestrijdingsmiddelen in water: signaleren van nieuwe probleemstoffen Monitoring van bestrijdingsmiddelen in water: signaleren van nieuwe probleemstoffen D. Boland A. Kool P.C. Leendertse Centrum voor Landbouw en Milieu Utrecht, maart 2001 CLM 486-2001 Voorwoord Dit onderzoek

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE: AGRO-VITAL

INHOUDSOPGAVE: AGRO-VITAL ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- INHOUDSOPGAVE: 1. Doel proef.... 2 2. Proef opzet.... 2 3. Objecten

Nadere informatie

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan Persoonlijke introductie Janjo de Haan Onderzoeker Bodem Water Bemesting Akkerbouw

Nadere informatie