TECHNISCH JEUGDPLAN ~ VOETBALZAKEN vv ZWANENBURG

Transcriptie

1 TECHNISCH JEUGDPLAN ~ VOETBALZAKEN vv ZWANENBURG Versie Apr

2 Inhoud Voorwoord... 4 Doelstellingen... 4 Toelichting doelstellingen... 4 Middelen... 5 Organisatie... 5 Technische Commissie... 5 Technisch Beleid... 6 Spelopvatting... 6 Uiteindelijk Doel... 6 Opbouw van achteruit... 6 Vleugelspel... 6 Voetballende oplossing... 6 Vooruit verdedigen... 6 Veldbezetting... 7 Speelsystemen... 7 Speelwijze... 8 Trainingsschema... 8 Selectiebeleid... 8 Doorschuiven van spelers tijdens het seizoen... 9 Spelers lenen... 9 Wisselbeleid... 9 Vriendenteam... 9 Overgang jeugd naar senioren... 9 Scouting... 9 Jeugdopleiding Trainers/Teammanagers Beleid Minis Aantal spelers Leerdoelen Voetbalontwikkeling Beleid O8, O9 en O Aantal spelers Spelduur Arbitrage Leerdoelen Voetbalontwikkeling Beleid O11 en O Aantal spelers Spelduur Arbitrage Leerdoelen Voetbalontwikkeling Voetbalplan Onderbouw Beleid O Aantal spelers Spelduur Arbitrage Leerdoelen Voetbalontwikkeling Versie Apr

3 Beleid O Aantal spelers Spelduur Arbitrage Leerdoelen Voetbalontwikkeling Voetbalplan Middenbouw Beleid O Aantal spelers Spelduur Arbitrage Leerdoelen Voetbalontwikkeling Beleid O Aantal spelers Spelduur Arbitrage Leerdoelen Voetbalontwikkeling Voetbalplan Bovenbouw De Trainingsstof Versie Apr

4 Voorwoord Dit Technisch Jeugdplan van vv Zwanenburg is opgesteld door de Technische Commissie (TC) in samenwerking met de Hoofd Jeugd Opleiding (HJO) en de Train-de-Trainer s (TdT). In dit jeugdplan staan de doelstellingen voor het technische beleid en verder wordt aangegeven met welke middelen deze doelstellingen bereikt moeten worden. Een belangrijk speerpunt is het verbeteren van de opleiding van de jeugd met het doel de doorstroming van de jeugd naar de seniorenafdeling. Dit zal ook de komende jaren de belangrijkste uitdaging blijven. Het zelf opleiden van de jeugd en een goed functionerende jeugdafdeling zijn immers van doorslaggevend belang voor het succes van de gehele vereniging. Het plan zal voortdurend getoetst moeten worden aan de praktijk. Waar nodig zal het plan worden aangepast. Het Technisch Jeugdplan is ontstaan vanuit de visie beschreven in het beleidsplan Voetbal Zaken, waarbij PLEZIER, PRESTATIE en RESPECT belangrijke steekwoorden zijn. De uiteindelijke ambitie is om via dit beleid en het gestarte programma Kanjers van Morgen met alle eerste jeugdselectieteams minimaal eerste klasse te spelen. Wij gaan ervan uit dat als we ons aan dit programma houden we in 2022 daar zeker resultaat van zien. De uiteindelijke doelstelling is om zoveel mogelijk spelers, zo niet alle spelers van ons vlaggenschip zelf te hebben opgeleid. Doelstellingen De doelstellingen over de periode zijn: 1. Het verbeteren van de vaardigheden en het spelpeil waardoor de spelvreugde zal verhogen; 2. Het spelen in de hoofdklasse of hoger met de selectieteams; 3. Het spelen van een aantrekkelijke spelstijl door alle jeugdteams; 4. Het spelen van een vaste spelstijl door alle selectieteams; 5. De overgang van jeugd naar senioren bevorderen, waarbij binnen vijf jaar minimaal 8 jeugdspelers van vv Zwanenburg onderdeel uitmaken van het eerste senioren elftal; 6. Het hebben van voldoende aandacht voor plezier en normen en waarden, waarbij wederzijds respect de basis is. Toelichting doelstellingen Ad 1. Door het verbeteren van de vaardigheden en het spelpeil zal ook de spelvreugde toenemen. Iets wat je goed beheerst doe je graag, terwijl acties die steeds mislukken negatieve gevoelens oproepen. Dit wordt mede gerealiseerd via ons programma Kanjers van Morgen, door op elke categorie een gediplomeerde Train de Trainer te zetten. Tevens zullen wij op de jeugd selectieteams getalenteerde en ambitieuze trainers positioneren, en de trainers van de recreatieteams begeleiden in leeftijdsspecifieke training en coaching. Ad 2. Des te hoger je speelt, des te meer spreek je als vereniging aan bij de talentvolle jeugd in de omgeving c.q. je eigen vereniging. Hierdoor neemt de aantrekkingskracht voor nieuwe leden toe. Op de langere termijn betekent dat dus een breder aanbod voor de selectie-elftallen. Daarnaast betekent spelen in een hoge klasse meer tegenstand, waardoor een betere vorming binnen de jeugd plaats vindt en uiteindelijk de overgang naar de seniorenafdeling minder moeilijk maakt. Ad 3. Een aantrekkelijke spelstijl bij alle jeugdteams levert behalve een positief imago via mond op mond reclame ook betere jeugdspelers op. Deze aantrekkelijke spelstijl moet een uitgangspunt vormen voor dit plan, waardoor ook een betere en allround type speler wordt gevormd. Het spelplezier staat hierbij voorop. Ad 4. Een vaste spelstijl als rode draad door alle selectieteams vereenvoudigt het inpassen van spelers in andere elftallen. Bovendien bevordert het de ontwikkeling van een speler in positieve zin. Als elke keer weer van spelstijl wordt veranderd dan draagt dat niet bij tot het in de kleinste finesses automatiseren van handelingen, waardoor tijdverlies en mogelijk balverlies of momentverlies optreedt (momentverlies: een moment of een kans duurt maar even. Als de handelingssnelheid niet optimaal is, gaat dat ten koste van dat moment en is de mogelijkheid weer verdwenen). Versie Apr

5 Ad 5. Een groot probleem vormt vaak de overgang van jeugd naar senioren, waar jeugdspelers die altijd in de hoogste jeugdteams hebben gespeeld, nu soms moeten starten in het tweede, derde of vierde team. Alle aandacht die ze gewend waren te krijgen is ineens een stuk minder. Het gevolg is demotivatie en vaak ook het kwijtraken van zo n speler, die denkt dat zijn kwaliteiten bij een andere vereniging beter tot hun recht zullen komen. Ad 6. Prestaties en plezier horen in balans te zijn. Daarnaast vindt vv Zwanenburg het van groot belang dat er altijd sprake is van wederzijds respect richting medespelers, begeleiding, scheidsrechter, tegenstanders, vrijwilligers, etc. Het presteren ten koste van plezier en/of ten koste van respect beschouwen wij als zeer ongewenst. Wij zijn ervan overtuigd dat alleen wanneer presteren, plezier en respect in harmonie zijn, de beste prestaties geleverd kunnen worden. Hier zullen we met alle vrijwilligers, spelers en ouders aan moeten werken. Middelen Bovengenoemde doelstellingen kunnen bereikt worden met de volgende middelen: i. Een goede organisatie; ii. Een goed samenwerkend technisch en organisatorisch kader; iii. Gekwalificeerde Train-de-Trainers en getalenteerde selectietrainers; iv. Goede trainingsaccommodatie en trainingsmateriaal; v. Een technisch plan, oefenstof en regels per leeftijdscategorie; vi. Voldoende budget om bovenstaande middelen te financieren. Organisatie Technische Commissie De TC is verantwoordelijk voor: Opstellen en bijstellen van het technische beleid, wat is vastgelegd in een beleidsplan voor afdeling voetbal; Adviseert het Bestuur m.b.t. het voetbalbeleid op korte en op lange termijn; Adviseert het Bestuur over het aanstellen, schorsen en ontslaan van de Hoofdtrainer selectie senioren; Adviseert het Bestuur over het aanstellen, schorsen en ontslaan van de HJO en de TdT s; Versie Apr

6 Bewaakt de uitvoering van het technisch beleid en onderhoudt hierover periodiek contact met de HJO en de TdT s; De jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van het technisch beleid en het eventueel aanpassen van het technisch beleidsplan. Technisch Beleid Het technisch beleid staat in het teken van de jeugdontwikkeling op voetbalgebied. De uitvoering van dit beleid heeft een organisatorisch (TC) en een tactisch (HJO en TdT s) gedeelte. Daarbij staan een aantal facetten centraal: Spelvreugde; Wederzijds respect; Goede technische en tactische basis; Ruimte voor individuele ontwikkeling; Opbouwend, aanvallend en attractief voetbal; Verbetering beleving en sportiviteit. Spelopvatting De visie van vv Zwanenburg is om aanvallend voetbal te spelen, en dit beogen wij door het verzorgd opbouwend voetbal spelen van achteruit. De doelstelling is om doelpunten te maken, in plaats van ze alleen te voorkomen, want dit draagt bij aan de spelvreugde. Want wanneer kinderen plezier in het spel hebben, voetballen ze vaker en worden ze steeds beter. Al vanaf de jeugdteams in de onderbouw wordt er gestreefd naar aanvallend voetbal met als voorkeur het spelen in 3 linies. Op deze manier wordt de jongste jeugd opgeleid om vanuit de middenbouw en de bovenbouw in de geprefereerde 1:4:3:3 opstelling te gaan spelen. Uiteindelijk Doel Het is de bedoeling zoveel mogelijk eigen jeugd op te leiden om in de senioren selectieteams te gaan spelen, of in senioren recreatie-teams gaan spelen, en zo bij de vereniging verbonden blijven. Het geheel doorlopen van onze eigen opleiding zal resulteren in jeugdspelers die klaar zijn voor de uiteindelijk beoogde spelopvatting van de vv Zwanenburg. Hierbij zijn een aantal aandachtspunten die belangrijk zijn; Opbouw van achteruit Lange ballen geven van achteruit mag geen doel zijn! Het team moet van achteruit gaan opbouwen door middel van goed positiespel. Indien de keeper in balbezit is moeten de backs het spel breed maken en het centrale verdedigingsduo ca. 25 meter naast elkaar positioneren waardoor je tegen een drie mans aanval altijd een afspeelmogelijkheid creëert. De middenvelders moeten beurtelings van of naar de bal toe bewegen om zodoende afspeelmogelijkheden te creëren op het middenveld, zonder dat de ruimtes dicht gelopen worden. Vleugelspel Daar er met drie aanvallers gespeeld wordt, moeten we proberen zoveel mogelijk via de vleugel te spelen. Daar ligt in principe de meeste ruimte om acties te maken en om kansen te creëren. Dus altijd zorgen voor optimale bezetting van de buitenkanten. Bijkomend voordeel hiervan is dat de middenvelders tussen de buitenspeler en de centrumspits de ruimte in kunnen komen. Voetballende oplossing Probeer in balbezit situaties ongeacht de plaats op het veld en zelfs als je onder druk staat, zoveel mogelijk te kiezen voor de voetballende oplossing. Een voorwaarde hiervoor is een verzorgd positiespel. Vooruit verdedigen Na balverlies zoveel mogelijk direct druk op de bal zetten. Versie Apr

7 Na balverlies moeten spelers niet direct terug gaan lopen, maar vooruit verdedigen en zo hoog mogelijk druk te zetten bij de opbouw van de tegenstander. Het is niet altijd belangrijk de bal direct te heroveren, maar om de dieptepass er bij de tegenstander uit te krijgen. Bij een breedtepass en het terugspelen van de bal door de tegenstander kan je eigen team weer in de organisatie komen. Bovendien zorg je ervoor door druk te zetten op de opbouw van de tegenstander, dat de opbouw bemoeilijkt wordt en mogelijk onzorgvuldiger is. Mogelijk gevolg hiervan is een onzuivere passing van de tegenstander waardoor je sneller, eventueel al op de helft van de tegenstander, weer in balbezit komt. Veldbezetting Op jonge leeftijd moeten we de jeugd proberen duidelijk te maken dat de veldbezetting een belangrijk item is in het voetbal en hoe hiermee om te gaan. Dit betekent dat we vanaf O8 de spelertjes leren te spelen in een bepaalde formatie met de daarbij behorende speelwijze. Op een simpele en speelse manier leren we de jonge jeugdspelertjes wat te doen in balbezit (BB) en balbezit tegenstander (BBT), namelijk het groot maken van het speelveld in BB en het klein maken van het speelveld bij BBT. Vanaf de O13 wordt de jonge speler geconfronteerd met een andere veldbezetting op een heel veld (11:11) en de buitenspelregel. Dit is al ingewikkeld genoeg en de gewenningsperiode neemt meestal enkele maanden in beslag. Vanaf de O15 zal de nadruk liggen op de mogelijkheden die je creëert door positiewisselingen in relatie tot de veldbezetting. Vanaf de O17 kunnen we gaan werken aan verschillende speelsystemen en de daarbij behorende veldbezetting. Speelsystemen De meest logische veldverdeling/veldbezetting bij 11:11, zeker in het kader van het jeugdvoetballeerproces, is de keeper, drie verdedigers, drie middenvelders, en drie aanvallers. Rest dan nog één speler. Afhankelijk van niveau, competentie, bedoeling van de wedstrijd en fase van het leerproces kan deze positie op 5 manieren worden ingevuld: 1. Achter de drie verdedigers ( ); 2. Voor de drie verdedigers ( in vlak middenveld); 3. Wisselend voor, achter, of tussen de 3 verdedigers (bijvoorbeeld in BB vlak of ruit middenveld en in BBT ); 4. Extra op het middenveld, bijvoorbeeld in een ruit formatie ( in ruit middenveld); 5. Extra aanvaller, als schaduwspits achter een diepe spits ( ). In de uitwerking van de diverse taken wordt in ons voorbeeld uitgegaan van een basisformatie. De taken en functies die bij het spelen van deze formatie om de hoek komen kijken, moet de trainer/teammanager kennen. Alleen dan kan hij immers de spelers van het team verder helpen. Het is belangrijk dat iedere speler weet wat de bedoelingen zijn (en wat er van hem/haar gevraagd wordt op die positie) en op welke wijze dit gerealiseerd moet worden. Dit zowel gezien vanuit de speelwijze van het gehele team, de verschillende linies, als de posities en taken individueel. Versie Apr

8 Speelwijze De speelwijze die wij hanteren en waar wij de jeugd voor opleiden staat in het teken van vier zaken: Resultaat, in voetballen gaat het uiteindelijk om winnen; Spelvreugde, wanneer kinderen plezier in het spel hebben worden ze beter; Leereffect, we leiden de jeugd op om samen beter te worden en in een formatie te spelen; Respect, we leren de jeugd respect te hebben voor elkaar, de spelbegeleiders en de tegenstander. Het opbouwende, aanvallende, naar voren gerichte aspect heeft in de speelwijze van jeugdvoetballers een belangrijke plaats. Ermee winnen (het uiteindelijke doel) is echter een ander verhaal. Vanaf de middenbouw gaat het rendement van de acties van de spelers de grootste rol spelen. Daarna moeten de spelers gaan leren prestaties van het team boven de individuele prestatie te plaatsen (bovenbouw). Dit is alleen mogelijk als taken en de onderlinge samenhang kloppen. Trainingsschema Voor de aanvang van ieder seizoen wordt een trainingsschema opgesteld door de voorzitter van de TC, waarbij er voor elk jeugdteam vanaf O8 ruimte wordt gecreëerd om 2 maal per week te trainen. Jeugdselectieteams trainen 2 keer per week en recreatieteams trainen minimaal 1 keer per week. Selectiebeleid Voor elke leeftijdscategorie (van O8 tot en met O19) worden selecties samengesteld. De volgende selectieteams zijn prestatiegericht: JO19-1, MO19-1 en JO19-2 (bovenbouw); JO17-1, MO17-1 en JO17-2 (bovenbouw); JO15-1, MO151 en JO15-2 (middenbouw); JO13-1, MO13-1, en JO13-2 (middenbouw); JO12-1 en JO12-2 (onderbouw); JO11-1 en JO11-2 (onderbouw); JO10-1 en JO10-2 (onderbouw); JO9-1 en JO9-2 (onderbouw); JO8-1 en JO8-2 onderbouw). De ambitie vanuit dit jeugdplan is om met elk eerste jeugdselectieteam minimaal eerste klasse te gaan spelen in Met het aantal jeugdspelers bij vv Zwanenburg is het lastig om bij de middenbouw en de bovenbouw de even selectieteams te realiseren (O14, O16 en O18). Als dit mogelijk is en geen negatief effect op de ambitie van ons beleid heeft zullen we het niet nalaten deze teams te gaan indelen. De uiteindelijke selectie van de spelers zal worden gemaakt door de TdT s in nauwe samenwerking met de jeugdtrainers en teammanagers. Bij het selecteren wordt als uitgangspunt de voetbalontwikkeling van de spelers genomen. Er dient op een objectieve wijze te worden geselecteerd, waarbij de volgende zaken van belang zijn: Kwaliteit (technisch/tactisch); Fysieke/mentale kwaliteiten; Coachbaarheid; Sportiviteit en respect. Waarom selecteren we al op jonge leeftijd eigenlijk? Niet om puur resultaatgericht te voetballen. Wel om de betere en mindere spelers meer spelvreugde te laten beleven door ze te laten voetballen op het niveau dat het best bij de speler past. Dat is ook beter voor de individuele ontwikkeling van de spelers. Als een speler geen weerstand heeft, zal dat ten koste gaan van zijn ontwikkeling. Als de onderlinge verschillen tussen spelers binnen een team minder groot zijn beleven alle spelers daar meer plezier aan. Tot slot vindt er een (voorzichtige) gewenning plaats met prestatiegericht voetballen. Bij vv Zwanenburg zijn we van mening dat het omgaan met teleurstellingen vanuit selectiebeleid erbij hoort, ook het mentale aspect een onderdeel van de kwaliteiten van een speler. Wanneer een speler vanuit zijn teleurstelling echter de handschoen oppakt en vanuit de opmerkingen/verbeterpunten daaraan werkt zal dit in bepaalde gevallen kunnen leiden tot een heroverweging de tijd. De teleurstelling van ouders is ook een bekend fenomeen, waarover vv Zwanenburg van mening is dat de ouder het kind goed moet begeleiden en steunen om over de teleurstelling heen te raken. Het is aan de TdT s aan te geven wat de verbeterpunten zijn en dit mondeling aan de desbetreffende spelers goed uit te leggen. Hierbij kan de rol van de HJO of de TCcoördinator worden ingeschakeld. Vanuit de ouders verwacht de club hierin loyaliteit en geen rancune t.o.v. de trainers noch de club. Versie Apr

9 Doorschuiven van spelers tijdens het seizoen Het is mogelijk dat bepaalde spelers tijdens het seizoen zich dusdanig ontwikkelen dat het voor de speler wellicht beter is om in een hoger (of lager) team of zelfs hogere leeftijdscategorie te voetballen. Deze speler kan worden voorgedragen door de TdT. Voor het doorschuiven van spelers naar een hogere leeftijdscategorie geldt de volgende procedure: Uitsluitend gemotiveerde voordracht door de TdT. (Verzoeken van ouders worden niet in behandeling genomen!); Overleg met betreffende jeugdtrainers en teammanagers onder leiding van de HJO; De TC-coördinator wordt over de voorgenomen wijziging in indeling geïnformeerd; Indien iedereen er positief tegenover staat, vraagt de TC-coördinator de ouders van de speler om instemming; Indien ook ouders akkoord zijn volgt er een gesprek met de speler; Besluitvorming vindt plaats door de HJO. Bij de besluitvorming prevaleert altijd het belang van de speler. Spelers lenen In de praktijk komt het voor dat elftallen niet compleet kunnen aantreden door afzeggingen, blessures en/of schorsingen. Dit moet worden opgevangen door spelers uit andere teams, en daarbij geldt de volgende volgordelijkheid; 1. Eerst moet dit door de jeugdtrainers en teammanagers samen worden geregeld; 2. Als dit niet lukt kan de hulp van de TdT en/of de TC-coördinator worden ingeschakeld die dan bepalen. Wisselbeleid Alle spelers moeten ongeveer evenveel speeltijd krijgen over een heel seizoen gezien (roulatiesysteem), met uitzondering van de JO15-1, JO17-1 en JO19-1. Deze selecties zijn wat meer prestatiegericht en dus zal er daar wat meer gericht gewisseld worden. De teammanager en jeugdtrainer zal er echter wel voor moeten zorgen dat ook de wisselspelers aan voldoende speeltijd komen. De speeltijd voor alle spelers is ook afhankelijk van de trainingsopkomst, discipline (binnen maar ook buiten het veld) en blessures. Van op de bank zitten wordt geen speler beter! Vriendenteam Vv Zwanenburg streeft ernaar om bij de selectie jeugdteams de sterkst mogelijke samenstelling te creëren. Bij een recreatieteam - waarvan de teammanager en spelers graag bij elkaar willen blijven - kan met de TC- Coördinator en HJO overlegd worden om in het nieuwe seizoen het team bij elkaar te houden. Wanneer hiertoe wordt besloten dan zal dit vriendenteam als laagste team binnen de afdeling worden ingedeeld. Daarbij is het wel belangrijk dat spelers, als zij dit zelf ook willen, beschikbaar blijven voor een selectieteam. Overgang jeugd naar senioren Doorstroming in de jeugd vindt vanwege de leeftijdsgrenzen vanzelf plaats. De stappen tussen de verschillende leeftijdsgroepen in de jeugdafdeling zijn veelal minder groot dan de stap van de junioren naar de senioren. Er is veel concurrentie, maar ook op het fysieke vlak duurt het vaak enkele jaren voordat een jeugdspeler rijp is voor een eerste elftal. Ook het tweede en derde selectie-elftal van vv Zwanenburg speelt op een hoog niveau en in deze elftallen kunnen jonge senioren als het ware rijpen en bij voldoende ontwikkeling binnen 1 of 2 jaar alsnog doorstromen naar het 1ste elftal. Dit is het uiteindelijk streven van de vereniging. Scouting Het scouten van spelers gebeurt door de K.N.V.B., de betaald voetbalorganisaties (BVO s) en tevens door amateurverenigingen zelf. Wanneer een speler wordt benaderd door een scout dan zal dit eerst bij de HJO moeten worden aangemeld. Naast de betreffende trainer/teammanager, zal vervolgens ook de speler en zijn ouders hierover worden geïnformeerd door de HJO. Wanneer een scout zich niet via de officiële weg meldt dan zal vv Zwanenburg bezwaar maken bij de K.N.V.B. en de desbetreffende vereniging. Versie Apr

10 Jeugdopleiding Vv Zwanenburg heeft een bewuste keuze gemaakt om maximaal te investeren in de jeugdopleiding via het programma Kanjers van Morgen. Dit programma maakt het mogelijk om een HJO en TdT s aan te stellen die gezamenlijk het technische voetbalplan uitzetten en onderhouden. In jeugdvoetbal gaat de ontwikkeling van spelers boven het behalen van het kampioenschap! Voor de trainer/teammanager is er een ander doel (leren voetballen) dan voor de spelers, waarvoor het kampioenschap wel degelijk het doel is. Voor hen gaat het om winnen. Aan de spelers worden hoge eisen gesteld. Tijdens de wedstrijd wordt duidelijk of de spelers aan deze eisen kunnen voldoen. Op de volgende vragen komt tijdens de wedstrijd een antwoord: 1. Wordt de doelstelling gehaald? (Is er resultaat); 2. Wordt de taak begrepen? (Toont de speler inzicht? Begrijpt hij/zij het?); 3. Wordt de taak goed uitgevoerd? (Kan de speler het?); 4. Is er een goede samenwerking, voldoende evenwicht, voldoende communicatie? Dit zijn zaken waar in de jeugdopleiding op wordt gelet en waar een belangrijke taak is weggelegd voor de begeleiding: de TdT s, de jeugdtrainers en teammanagers. Trainers/Teammanagers Voor een praktische uitvoering van dit plan zijn goede trainers en dito teammanagers essentieel. Daarbij moeten zij ook communicatief zijn en daarbij bereid zijn om samen te werken en het technische plan in positieve zin te ondersteunen en uit te voeren. Hierbij is de ondersteunende taak van een TdT cruciaal. vv Zwanenburg kent de volgende categorieën trainers, te weten: (Hoofd)trainer seniorenselectie, deze zijn prestatiegericht bezig o Zij bezitten voldoende kennis en ervaring op gewenst niveau en kunnen dit goed overbrengen op de selectiespelers; o Zij zijn bij voorkeur gediplomeerd (de Hoofdtrainer is gediplomeerd); o Zij werken in teamverband samen met elkaar, aangestuurd door de Hoofdtrainer; o Zij werken nauw samen met de Hoofd Jeugd Opleiding voor aansluiting met de overkomende jeugd. Train-de-Trainers, deze zijn ondersteunend en prestatiegericht bezig; o Zij bezitten voldoende kennis en ervaring op gewenst niveau en kunnen dit goed overbrengen op de jeugdtrainers; o Zij zijn bij voorkeur gediplomeerd; o Zij werken in teamverband samen met elkaar, aangestuurd door de Hoofd Jeugd Opleiding; o Zij ondersteunen de jeugdtrainers; o Zij zien toe dat er balans is tussen prestatie, plezier en respect; o Zij verliezen het opleiden niet uit het oog. Jeugdtrainers selectieteams, deze zijn prestatiegericht bezig; o Zij zijn vrijwilligers die goed met kinderen kunnen omgaan; o Zij hebben een voetbalachtergrond; o Zij zijn enthousiast en ambitieus; o Zij doen bij voorkeur ook de wedstrijdbegeleiding; o Ook zij verliezen het opleiden niet uit het oog (bijvoorbeeld: spelers uit een lager team die zich in de loop van het seizoen op voetbalgebied goed ontwikkelen) o Zij zien toe dat er balans is tussen prestaties, plezier en respect. (Jeugd)trainers voor de lagere teams, deze zijn meer op de recreatiegericht; o Zij zijn vrijwilligers; o Zij hebben een redelijke voetbalachtergrond; o Zij zijn enthousiast; o Zij zien toe dat er balans is tussen prestaties, plezier en respect; o Zij moeten de mogelijkheid krijgen om door te schuiven naar een hoger team. Keeperstrainers, deze zijn zowel prestatie-, als recreatiegericht bezig: o Zij zijn vrijwilligers; Versie Apr

11 o o o o o o Zij bezitten voldoende kennis en ervaring op gewenst niveau en kunnen dit goed overbrengen op de spelers; Zij zijn bij voorkeur gediplomeerd; Zij hebben kennis van de Frans Hoek-Methode; Zij zijn enthousiast; Zij zien toe dat er balans is tussen prestaties, plezier en respect; Zij verliezen het opleiden niet uit het oog. Verder ambieert vv Zwanenburg dat elk team wordt bijgestaan door minimaal 1 Teammanager. Dat zijn vrijwilligers en hebben bij voorkeur een voetbalachtergrond. De teammanager is de enige persoon die op de wedstrijddag verantwoordelijk is voor zowel het voetbaltechnische gedeelte (behalve de training) als de organisatie rondom zijn/haar team. Dit betekent dat hij/zij regelmatig met de trainer van zijn/haar team zal moeten overleggen wat er goed en fout gaat tijdens de wedstrijden. De trainer kan dan zijn/haar trainingen hierop afstemmen. Beleid Minis De Minis is de jeugd O7 die net begint met voetballen. Er wordt voor deze groep jeugd met minimaal 1 training per week en een wedstrijdelement op de zaterdag. Dit wedstrijdelement gaat uit van het basisprincipe plezier en zoveel mogelijk balcontacten. Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 2x2 en 4x4, zonder keeper. Leerdoelen Balgevoel en balvaardigheid ontwikkelen; Voetbal is een spel, spelenderwijs vaardigheden en regels leren; Wat kan ik met een bal; Hoe krijg ik de bal en mijn lichaam tegelijk onder controle; Enthousiasme voor het voetbal ontwikkelen. Voetbalontwikkeling Deze zeer jonge jeugd moet vooral spelenderwijs de eerste beginselen van het spel onder de knie krijgen zonder opdrachten of taken. Zij moeten vooral heel veel met de bal bezig zijn. Gaandeweg en vooral spelenderwijs wordt een aantal spelregels ingevoerd. Basisvaardigheden als dribbelen, schieten, stoppen, bal aannemen komen aan de orde. We streven we ernaar om via het wedstrijdelement vooral het voetbalplezier tot zijn recht te laten komen op ons Mini-court van 20 bij 40 meter (kwart voetbalveld). Hierdoor komt elk kind vaker in aanraking met de bal en kan het zich spelenderwijs steeds meer ontwikkelen. Het gaat hierbij nog niet om techniek of overzicht. De kinderen moeten de kans krijgen om allerlei vaardigheden en oplossingen in spelsituaties spelend te oefenen. Een dergelijk aanpak resulteert in een steeds groter wordende handigheid met de bal. Er wordt getracht een zo breed mogelijke voetbalbasis te leggen voor zijn toekomst als speler bij vv Zwanenburg. De eerstejaars Mini s starten met vooral met gewenning. Gedurende de miniperiode dienen kinderen zich te ontwikkelen op het gebied van: Dribbelen; Passen naar een medespeler; Schieten op doel; Mikken; In het bezit houden van de bal; Aannemen/stoppen van de bal; Controle over de bal; Versie Apr

12 Balgevoel; Een schijnbeweging kunnen maken; Penalty s schieten; Weten welke raakvlakken de voet heeft (binnen- en buitenkant, wreef en hak) en hierop getraind worden; Een bal kunnen ingooien uit de nek met beide voeten op de grond. Spelers die in een volgend seizoen naar de O8 gaan moet al enkele regels uitgelegd zijn en deze ook in de training zijn tegengekomen. Denk hierbij aan de regels met betrekkingen tot in dribbelen, hoekschoppen nemen, vrije trap na een overtreding en het nemen van de aftrap. Tijdens de trainingen moet de creativiteit zoveel mogelijk gestimuleerd worden. Het oefenen van schijnbewegingen, trucjes en dergelijke bevordert dit en zal de spelvreugde vergroten. Beleid O8, O9 en O10 In de onderbouw zijn het de spelers Onder 8, 9 en 10 jaar die uitkomen op een kwartveld. Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 6x6, met keeper op een pupillendoelformaat (5m x 2 m). Spelduur De O8 en O9 spelen competitiewedstrijden van 2 x 20 minuten, met een time-out na 10 en 30 minuten De rust is na 20 minuten. De O10 speelt competitiewedstrijden van 2 x 25 minuten, met een time-out na 12,5 en 37,5 minuten De rust is na 25 minuten. Arbitrage De rol van de ouders en de trainer/teammanager is gepositioneerd aan de zijlijn en geeft positieve en stimulerende feedback. De spelbegeleider bewaakt de voortgang van het spel. Leerdoelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt gedurende het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: Ontwikkelen en stimuleren van de technische vaardigheden: Passen met de binnenkant van de voet over 5-10 meter (2 benen); Passen met de wreef van de voet over 5-10 meter (2 benen); Schieten op doel met de wreef en binnenkant van de voet over een afstand van 5-10 meter; Dribbelen met richtingsveranderingen (snel voetenwerk aan de bal); Kapbewegingen met binnen- en buitenkant van de voet. Voetbalontwikkeling De O8, O9 en O10 hebben een grote bewegingsdrang. Het oefenen van vaardigheden gebeurt veel bewuster en doelgerichter dan bij de O7. De concentratie ontwikkelt zich en techniek kan heel goed worden aangeleerd en elementaire tactische beginselen kunnen aan de orde komen. Op technisch gebied zijn er grote verschillen in handigheid met de bal, maar motorisch leren verbetert snel, zodat men de basistechnieken effectief kan bijbrengen. De vaardigheid is zeer afhankelijk van de ervaring en de aanleg. Daarom is het een goede zaak als er bij deze jeugd in kleine groepen gewerkt kan worden. Bij veel bewegingsvormen is namelijk grote Versie Apr

13 differentiatie mogelijk. De coördinatie is beter dan die van de O7 en ze merken dat ook. Ze hebben al meer inzicht in de bedoeling van het spel gekregen, zodat ze al wat beter op elkaar gaan letten. Dit is de voorwaarde voor het latere samenspel. Ze hebben ook al wat besef gekregen van de taken in het veld en gaan soms al een voorkeur ontwikkelen. Zo ontstaan er keepers en echte spitsen. Ook deze spelers leren door het opdoen van bewegingservaring en het kijken ernaar, veel minder door te luisteren naar wat de trainer te vertellen heeft. Hun concentratie is gering, maar ze kunnen helemaal in het spel opgaan. Langzamerhand gaat echter het wedstrijd idee leven, in het spelgedrag wordt dat al snel zichtbaar. Het individueel bezig zijn, wat je nog zo sterk bij de O7 ziet, verandert beetje bij beetje in het steeds meer samen willen doen. Belangrijkste facetten bij deze jeugd: Basisspel rijpheid; Coördinatie van de handelingen (lichaam en balcontrole); Begin van de ruimtelijke oriëntatie; Spelinzicht en technische vaardigheid ontwikkelen door middel van het spelen in vereenvoudigde voetbalsituaties (zgn. basisvormen). Besteedt minstens de helft van de beschikbare trainingstijd door de week aan oefeningen gericht op de techniek. Heel belangrijk is dat deze jeugd vormen aangeboden krijgen die voor veel voetbalplezier zorgen. Beleving dus! Maak van veel hulpmiddelen gebruik: pionnen, allerlei doeltjes, paaltjes (zorg wel voor veiligheid!) en laat ze op allerlei manieren dribbelen en drijven Bij voorkeur elke speler een bal! Probeer achter de fantasiewereld van deze kinderen te komen. Bij de jongste kan een tikspel in een zogenaamd spannend bos nog aanspreken. De O10 spelers zullen plezier beleven als ze hun eigen Ajax-Feyenoord op de training spelen. Of als de trainer hen vergelijkt met de voetbalvedetten die ze adoreren. Kies voor allerlei wedstrijdvormen in niet te grote ruimtes. Met puntentelling en veel scoringsmogelijkheden (dus niet te kleine doeltjes). Herhaal de basisvormen voortdurend, maar kies wel steeds voor een andere uitvoering. Verbeter het coördinatie- en het balgevoel. Leer zoveel mogelijk voetbalbasistechnieken aan zoals: balgevoel, traptechniek, aan- en meenemen, enz. Streef naar veel balcontacten (ook huiswerk) b.v. volgende week 20x bal hoog kunnen houden een passeerbeweging uit kunnen voeren. Veel onbewuste vorming (door kiezen van de juiste organisatievormen). Wedstrijden (ook in competitieverband) nadrukkelijk zien als een spel met veel aandacht voor het plezier en de ontwikkeling van de individuele speler. Zeer belangrijk is: oefen en ontwikkel de tweebenigheid. Beleid O11 en O12 In de onderbouw zijn het de spelers Onder 11 en 12 jaar die uitkomen op een halfveld. Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 8x8, met keeper op een pupillendoelformaat (5m x 2 m). Spelduur De O11 en O12 spelen competitiewedstrijden van 2 x 30 minuten, met een time-out na 15 en 45 minuten De rust is na 30 minuten. Arbitrage De wedstrijden staan onder leiding van een pupillenscheidsrechter. Leerdoelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt gedurende het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: Ontwikkelen en stimuleren van de technische vaardigheden: Passen met de binnenkant van de voet over meter (2 benen); Versie Apr

14 Passen met de wreef van de voet over meter (2 benen); Schieten op doel met de wreef en binnenkant van de voet over een afstand van meter; Mikken met het hoofd (kopbeweging); Springend koppen; Wegdraaien met de binnenkant van de voet; Dribbelen met richtingsveranderingen (snel voetenwerk aan de bal); Kapbewegingen met binnen- en buitenkant van de voet. Tactische vaardigheden: Positiegevoel tijdens het samenspelen met kleine aantallen (3x3 en 4x4); Algemeen vrijlopen; Spelen vanuit de eigen positie en overnemen positie. Voetbalontwikkeling De verschillen tussen O8/9/10 en O11/12 kunnen groot zijn. De jongste groep is vaak nog erg speels en heeft een beperkt concentratievermogen. De oudere groep is veel leergieriger. Als het mogelijk is, dan is het zeker op deze leeftijd aan te raden om, gezien de grote onderlinge verschillen en de gesignaleerde concentratieproblemen, in kleine groepen te trainen met voor elke groep een begeleider en de te ontwikkelen basistechnieken. Bij deze leeftijdscategorie is de betrokkenheid van de ouders vaak nog groot. Helaas vertaalt die betrokkenheid zich bij wedstrijden in verkeerd gedrag langs de lijn. Het is een goede zaak om voor het seizoen dit probleem bespreekbaar te maken. Probeer door zelf het goede voorbeeld te geven duidelijk te maken dat de kinderen vooral zelf de voetbaloplossingen moeten bedenken. De groep O11 en O12 hebben recht op ongeveer evenveel speeltijd. Het is onjuist om vanwege het wedstrijdresultaat de minder goede voetballers veel langer aan de kant te houden. Voetbalplan Onderbouw Opbouwen/Aanvallen: Spelers achterin maken het veld breed. Keeper rolt/gooit uit. Kan dit niet dan trapt de keeper uit. Probeer in BB, afhankelijk van de kwaliteit van de spelers, continue met de middelste speler uit de achterste linie (4) door te schuiven naar de volgende linie, zodat er een overtal ontstaat en een spelverdeler achter de drie spitsen komt te spelen (niet te diep). De spelers uit de achterste linie knijpen en vormen een verdedigend blok van twee. De aanvallende (buiten)spelers houden het veld maximaal breed en proberen d.m.v. individuele acties en of i.s.m. medespelers tot scoren te komen. De spits speelt zo diep mogelijk (veld zo lang maken dat de spits nog net met een pass bereikbaar is). Verdedigen: In BBT proberen we de spelers te leren om met het gehele team te verdedigen/om te schakelen. Dit doen we of door vooruit én direct op de bal te verdedigen of in de basisformatie te komen (veld klein maken). Formaties aanbrengen tijdens trainingen en wedstrijden: Tijdens de wedstrijden formatie aanbrengen, ook tijdens partijspelen op de training in formatie oefenen. Beleid O13 In de middenbouw zijn het de spelers O13 die voor het eerst uitkomen op een heel veld. Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 11x11, met keeper op een seniorendoelformaat (7,3m x 2,4m). Spelduur De O13 spelen competitiewedstrijden van 2 x 30 minuten. De rust is circa 10 minuten. Arbitrage De wedstrijden staan onder leiding van een junioren-, of seniorenscheidsrechter. Leerdoelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt in het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: Versie Apr

15 Het leren spelen als team vanuit de basistaken en de positie in het veld; Het ontdekken/stimuleren van wedstrijdmentaliteit door het verbeteren van de eigen en de teamprestatie en het leren omgaan met teleurstellingen; Leren elkaar te coachen, te corrigeren en te stimuleren; Het blijven ontwikkelen van de technische en coördinatie vaardigheden (traptechniek, dribbelen, schijn- en passeerbewegingen, 1 tegen 1 en coördinatie oefeningen). Bij O13 staat de ontwikkeling van de speler nog steeds centraal maar het leren in een team te functioneren wordt belangrijker. Profiel & leervermogen: Ontvankelijk en makkelijke acceptatie van nieuwe informatie; Verdere ontwikkeling naar de wedstrijdvormen; Overgang naar groter veld, uitgooien i.p.v. in dribbelen; Kopieergedrag van idolen; Veel aandacht voor individuele acties en technieken; Ontvankelijk voor goede techniek- en coördinatietraining. Fysieke gesteldheid: Vergroten van de coördinatie tijdens het bewegen met de bal; Durven het lichaam te gebruiken tijdens het duel om de bal; Springen met 1-, en 2-benige afzet; Mentale vaardigheden; Graag willen winnen; Omgaan met winnen en verliezen; Accepteren van leiding en aanvaarden van beslissingen. Voetbalontwikkeling De O13 jeugd is een belangrijke leeftijdsgroep. De kinderen in deze leeftijdscategorie zijn vaak heel enthousiast, leergierig en vragen om technische aanwijzingen. Hoewel deze jeugd sneller van begrip is dan de O12 speler en langer kan luisteren naar een instructie, pikt hij vooral veel op door een goed voorbeeld van de trainer. De O13 speler is sterk visueel ingesteld en leert min of meer op het eerste gezicht. Het motorische leervermogen verbetert snel, zodat technische vaardigheden goed en snel geleerd kunnen worden. Het is zelfs de ideale leeftijd om technische vaardigheden te leren. Nadat de grove techniek in relatief hoog tempo is verwerkt, kan aandacht worden besteed aan verfijning en uitbreiding. Een eigen mening ontwikkelt zich. De drang om zich te vergelijken met anderen neemt toe. Dat geldt ook voor de kritiek op eigen prestaties en die van anderen. Hoewel de succesbeleving nog sterk individueel gericht is, ontstaat ook al meer het beeld van teamspeler en daardoor een groepsgevoel. In de O13 wisselen spelers al veel minder van vrienden. Er ontstaan vaste vriendengroepen met een duidelijke groepsorde. Ook het samenwerkingsgedrag neemt toe en daarom kan er al meer aandacht voor tactiek en samenspel zijn. Liggen in de vorige fase (O12) de accenten op spelend leren, nu vindt er geleidelijk een verschuiving plaats naar het leren door spelend oefenen. De bewegingsdrang is veel gecontroleerde en mede daardoor is een hoog leertempo mogelijk. Bij sommige vroegrijp en kondigt zich het begin van (de problemen van) de puberteit aan. Er kunnen dus al verschillen ontstaan in prestatieniveau tussen vroeg- en laat rijpen. De lichaamsbouw bij de meeste O12 is harmonisch. Het kind zit nog lekker in zijn vel. Eigenschappen als snelheid, behendigheid en coördinatie ontwikkelen zich dan ook snel. Zo is het coördinatievermogen bij voldoende lichaamservaring zelfs optimaal. De voorwaarden zijn aanwezig om vrijwel alle bewegingen volledig onder de knie te krijgen. Leg daarom regelmatig het accent op een algemene loop technische scholing, waarbij alle soorten van bewegingen aandacht kunnen krijgen. Besteed bijvoorbeeld aandacht aan het nemen van hindernissen, waarbij eisen worden gesteld aan aspecten als behendigheid en coördinatie (dit laatste van de loopscholing als extra als het trainingsveld niet meer beschikbaar is). Hoewel de belasting nog gedoseerd moet worden, kunnen aspecten als snelheid en reactievermogen de volle aandacht krijgen. De O12 speler wil groot zijn. Wie iets kan die is iets en telt mee! Vooral de O12-spelers zullen al bewust bezig zijn met het verwerven van een plaats binnen de groep. Als je lichamelijk goed in elkaar en je kunt wat met je lichaam, dan win je aan status. Kinderen in deze fase vergelijken zich dan ook sterk met elkaar. Wedijveren en prestatiezucht nemen toe. De O13 trainer kan daar op inspelen door tijdens trainingen voor oefenvormen te kiezen, waarin wedijver aan de orde is. De prestatiezucht en het enthousiasme van deze junioren en het gebruik van wedstrijdgerichte vormen mogen overigens niet voortdurend ten koste gaan van de technische uitvoeringswijze van de beweging, de onderlinge sfeer in de groep en het tactische overzicht en samenspel. Relativeer als trainer van tijd tot tijd het resultaat en de prestaties. De O13 speler kent meestal geen angst, is een avonturier en ontdekker. Hij richt zich op de dingen die om hem heen te zien zijn en die in de directe toekomst zijn te verwachten. Het is over het algemeen Versie Apr

16 geen denker of piekeraar en tracht zijn doel zonder al te veel omwegen te bereiken en dat is ook in het spel terug te zien. Angst is hem onbekend, omdat hij nog niet zo sterk nadenkt over de gevolgen van zijn acties. Hij leeft hier en nu. Daardoor vergeet hij bijvoorbeeld ook een nederlaag of overwinning zeer snel. De band met de jeugdtrainer wordt groter naarmate de persoonlijke gesprekken gaan over de vorderingen van de junior. In deze leeftijdsfase wordt de basis voor een eventuele voetbalcarrière gelegd. Het is niet voor niets dat het Jeugdplan Nederland van de K.N.V.B. in deze leeftijdscategorie begint met scouting en selectiewedstrijden. Dat geldt zeker ook voor de BVO s. Beleid O15 Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 11x11, met keeper op een seniorendoelformaat (7,3m x 2,4m). Spelduur De O15 spelen competitiewedstrijden van 2 x 35 minuten. De rust is circa 15 minuten. Arbitrage De wedstrijden staan onder leiding van een seniorenscheidsrechter. Leerdoelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt in het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: Spelers op hun beste positie te laten spelen; Leren taken en functies per positie en hoe die het beste aansluit in zijn linie en binnen het elftal; De 4 hoofdmomenten begrijpen: BB (balbezit), BBT (balbezit tegenstander), BBT BB en BB >BBT Spelsituaties leren herkennen en spelinzicht vergroten binnen de 4 hoofdmomenten; Ontwikkelen van (functionele) technische vaardigheden op zijn eigen positie; Leren elkaar te coachen, te corrigeren en te stimuleren; Proberen voor de individuele spelers doelstellingen te bepalen voor het seizoen. Spelers zelf laten meedenken over het invullen van de positie; Wedstrijdmentaliteit/-rijpheid aanleren; Discipline (verder) aanleren, niet alleen op het veld maar ook daarbuiten. De leeftijdsgroep van de O15 junioren laat hele grote verschillen zien. In deze leeftijdscategorie kan de groeispurt plaatsvinden. Ook geestelijk kunnen de verschillen groot zijn. De geldingsdrang en de behoefte zich te meten met anderen neemt steeds meer toe. Het begin van de puberteit kondigt zich aan, ze zetten zich soms af tegen alles wat het gezag vertegenwoordigt zoals ouders, school en dus ook de trainer. Voetballend gezien kan er voorzichtig eisen aan de O15-junioren gesteld worden wat betreft de taakverdeling binnen het team. Verdedigen, vrijlopen en samenspelen zij accenten die op dit moment nader belicht kunnen worden. De trainer moet heel duidelijk zijn in wat hij wil aangeven. Hij zal zonder daar diep op in te gaan, duidelijk aan moeten geven wat er goed gaat en wat er fout gaat. Als enkele spelers daar moeite mee hebben en zich gaan afzetten, is het van groot belang dat de trainer niet direct het conflict hoog laten oplopen tijdens de training, maar zich wat van zijn diplomatieke kant laat zien. Begrip hebben voor de reacties, maar het een beetje relativeren. Iemand op de training keihard aanpakken mag dan voor de trainer bevredigend zijn, voor de speler lost het niets op, want hij wordt niet gekend. Het klinkt vaak heel tegenstrijdig, maar juist de wat recalcitrante spelers meer belonen bij een goede actie in het veld kan veel meer effect sorteren dan de meeste trainer/teammanagers denken. De O15-junior weet inmiddels heel goed waar het om gaat tijdens de wedstrijd. Dit betekent dat hier ook het moment is aangebroken op de training wedstrijdgericht te gaan werken. Het coachen van elkaar moet nadrukkelijk opgepakt worden. Zo vaak als mogelijk moeten de spelers nu met wedstrijdsituaties geconfronteerd worden. Voetbalontwikkeling Bij de O15-junioren ontwikkel je, zoals de K.N.V.B. dat noemt, de wedstrijdrijpheid. Daarom vormt in deze leeftijd de wedstrijd al het uitgangspunt bij de keuze van de oefenstof. Of met andere woorden: De voetbalproblemen, die tijdens de wedstrijden zichtbaar worden, dient de O15-trainer te vertalen in oefenstof. De wedstrijdgerichte training dus, met veel aandacht voor de partij- en positiespelen en de coaching. Taaktraining is ook al verantwoord: O15-spelers kun je bewust maken van de taken die bij een bepaalde positie horen. Afhankelijk van het niveau kun je O15-spelers al leren te anticiperen op een of twee acties vooruit (met name spitsen leren anticiperen op rebounds van keeper, paal en lat). Ook kan de oefenstof Versie Apr

17 gebaseerd zijn op de linietactiek. Start met de opbouw van achteruit, daarna komt het middenveld aan bod en tot slot de voorste linie. Confronteer de O15-spelers door een goede oefenstof met overtalsituaties, bijsluiten van de linies en de gewenste veldbezetting (altijd alle posities bezet houden). Stel ook eisen aan de juiste balsnelheid, zeker over kortere afstanden. Bij deze leeftijdscategorie hoor je langs de lijn regelmatig de kreet: loop vrij of bied je aan. Zorg dat door de oefenstofkeuze en de coaching tijdens de training deze jeugdspelers ook weten hoe ze moeten vrijlopen en zich moeten aanbieden. Daar O15-teams 2 keer trainen, kan een gedeelte van de oefenstof daarnaast gebaseerd zijn op thema s die in een jaarplanning zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld: augustus en september - techniek oefeningen, oktober - passen en trappen, november - dribbelen en drijven, december - koppen, januari - verbeteren van de techniek in de kleine ruimte, februari - passeeractie, maart - een/twee combinatie, april, het duel. Bij de keuze van de oefenstof moet een trainer zeker rekening houden met de beperkte belastbaarheid en de groeiproblemen. Aandacht voor lichaamsscholing en een goede warming-up! Voetbalplan Middenbouw Gezien de opleiding vanaf de onderbouw kan de middenbouw-speler gaan leren om te variëren van naar en is hij gewend (vooral in de O13-jeugd) om achterin continue met 3 verdedigers te spelen, en bij BBT niet achteruit te lopen en op het gehele veld direct druk op de bal te geven, liefst in voorwaartse richting (dichtstbijzijnde speler bij de tegenstander met bal, verdedigd direct op de bal). Afhankelijk van de kwaliteit en de speelwijze van de tegenstander kan er een keuze worden gemaakt om achterin continue 1 tegen 1 te spelen en daardoor vaak een overtal op het middenveld te hebben of te kiezen voor een extra slot op de deur met een echte laatste man ( ). In BB-situaties moet ook bij een zwaardere tegenstander de laatste man proberen in te schuiven! Voor de O15-speler krijgen taken van verdedigers en middenvelders meer inhoud. Basistaken in de teamfuncties per linie zijn: BB: samenwerken per linie Verdedigers: Keeper probeert op te bouwen van achteruit; Keeper staat op de rand strafschopgebied en is daardoor aanspeelbaar; Verdedigers eerst vooruit en uit elkaar en daarna aanbieden om op te bouwen; Zo positie kiezen dat opendraaien niet nodig is (gezicht naar de tegenstander) en vervolgens middenvelder of aanvaller aanspelen; Bij opbouw moet de laatste man continue inschuiven met als gevolg een 4-mans middenveld (ruit). Middenvelders: Goed positie kiezen t.o.v. elkaar; Initiatief nemen en aangeven of je de bal wilt hebben en zo ja, waar en hoe je de bal wilt hebben; Probeer als middenvelder, ná het inschuiven van de Laatste man, tussen de linie positie te kiezen; Niet allemaal naar de bal of van de bal af (hierin afwisseling aanbrengen, dus goed naar elkaar kijken!); Aanvallers aanspelen en steunen om tot kansen te komen. Aanvallers: Als vleugelspits de lijn houden en als centrumspits het diepe aanspeelpunt zijn; Goed positie kiezen t.o.v. elkaar; Initiatief nemen en aangeven of je de bal wilt hebben en zo ja, waar en hoe je de bal wilt hebben (b.v. in de voeten of diep); Maak je vrij d.m.v. een voorbeweging; Indien mogelijk een individuele actie maken (bedenk als vleugelspits, dat je altijd 2 tegenstanders hebt, de vleugelverdediger en de zijlijn!); Kansen creëren en proberen te scoren (individueel of i.s.m. andere spitsen en of het middenveld). BBT: samenwerken per linie Verdedigers: Voor alle verdedigers geldt: altijd de weg naar het doel afschermen! Speelveld klein maken; verdedigers sluiten aan; Directe tegenstander verdedigen, direct druk zetten op de man met de bal teneinde de tegenstander te dwingen tot fouten; Versie Apr

18 Continue rug/ruimtedekking geven; Keeper staat op de rand strafschopgebied om eventuele diepe ballen te onderscheppen; Persoonlijke duels winnen maar geen onnodige overtredingen maken! Middenvelders: Directe tegenstander oppakken, aanvallers en verdedigers steunen (kantelen); Directe tegenstander verdedigen, direct druk zetten op de man met de bal teneinde de tegenstander te dwingen tot fouten; Bij voorkeur naar voren verdedigen; Na verovering van de bal direct omschakelen van balbezit tegenstander (BBT) naar balbezit BB). Aanvallers: Iets laten inzakken en vleugelaanvallers iets naar binnen; Vanuit de positie direct druk zetten op de man met de bal en de overige tegenstanders, teneinde de tegenstander te dwingen tot fouten; Na verovering van de bal direct omschakelen van BBT BB. Omschakelen gehele team: Bij BBT het speelveld klein maken, direct druk op de bal geven, overige tegenstanders kort dekken en bij voorkeur naar voren verdedigen; Bij BB het speelveld groot maken, goed positie kiezen en met goed positiespel kansen creëren. Beleid O17 Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 11x11, met keeper op een seniorendoelformaat (7,3m x 2,4m). Spelduur De O17 spelen competitiewedstrijden van 2 x 40 minuten. De rust is circa 15 minuten. Arbitrage De wedstrijden staan onder leiding van een seniorenscheidsrechter. Leerdoelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt in het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: Spelen voor de winst. Leren juiste beslissingen te nemen in belang van het resultaat, leren dat individuele kwaliteiten rendement gaan opleveren (wedstrijdmentaliteit); Spelen in belang van het team. Leren verantwoordelijkheid te nemen voor taak en positie in het team (team mentaliteit); Principes van het positiespel beheersen. In positie/zone spelen/dekken, ruimte herkennen tussen de linies, onder druk/weerstand spelen en de omschakelmomenten beheersen; Aanleren in en tegen meerdere spelsystemen te spelen. Spel tegenstander kunnen analyseren en wedstrijdtactiek ontwikkelen; Trainen op uithoudingsvermogen, kracht en snelheid. Mag niet ten koste gaan van kwaliteit; Techniek en inzicht onderhouden/ontwikkelen. Specifiek gericht op de positie waarin de speler zich specialiseert; Leren elkaar op de goede manier te coachen. De O17 spelers van jaar zijn pubers waarvan het gedrag en motivatie gepaard gaat met de nodige emotionele onrust. De motivatie kan in deze periode dus heel wisselend zijn. Spelers kunnen in een bepaalde periode wegvallen. Ook de prestaties in een wedstrijd zijn soms zeer wisselvallig. In het algemeen is deze leeftijdsgroep erg gemotiveerd en is men kritisch zowel op anderen als op zichzelf. O17-spelers zijn al in staat om het spel kritisch te analyseren. In de O17-jeugd speelt de zogenaamde pikorde vaak een rol. Opvallend is ook de neiging om afspraken te verwaarlozen. Van de andere kant kunnen deze spelers best wel goed op hun verantwoordelijkheidsgevoel aangesproken worden. Eigen normen kunnen wel eens in conflict komen met het groepsgevoel. Het winnen van wedstrijden was voor deze spelers al belangrijk toen ze in de O15- jeugd speelden maar nu krijgt dit ook echte waarde toegekend. De manier waarop een wedstrijd gewonnen wordt, kan nu objectiever beoordeeld worden en eigen prestatie en teamprestatie kunnen redelijk worden ingeschat. Als de spelers de vorige fase redelijk hebben doorlopen, kunnen ze ook zelf aangeven wat er Versie Apr

19 globaal wel en niet functioneerde. Je staat soms versteld van het scherpe analysevermogen van sommige spelers. De directe wedstrijd (de vorige of de aankomende) wordt nu ook het referentiekader van waaruit geput wordt voor de trainingsinhoud. Specifieke kwaliteiten van spelers worden bij de O17-junioren gebruikt voor het team. De O17-juniorentrainer merkt hoe belangrijk het is voor een speler dat hij weet met welke gedachte de ploeg speelt, en dat iedereen met dezelfde grondgedachte speelt. Dan pas zijn allerlei keuzes te maken en kunnen spelers de betekenissen realiseren en samenwerken. Het begrijpen van elkaar, het elkaar aanvoelen in een spelsituatie worden zo veel eenvoudiger te begrijpen. Het begint bij een paar simpele afspraken en kan heel ver doorgevoerd worden. Als eenmaal de groeispurt achter de rug is, kan de belastbaarheid (kracht en uithoudingsvermogen) verhoogd worden. Zeker bij amateurclubs met een geringe trainingsfrequentie zullen deze onderdelen door vormen met bal verbeterd moeten worden. Bij de tweedejaars O17-spelers zie je meestal een duidelijke verbetering van de algehele lichaamscoördinatie. Anderzijds moet een O17- juniorentrainer nog oog hebben voor de verschillen, die er nog kunnen zijn tussen de eerste- en tweedejaars O17-spelers. Hij zal op zoek moeten gaan naar mogelijkheden om te differentiëren om op de verschillen tussen biologische en kalenderleeftijd. Voetbalontwikkeling Bij de leeftijdscategorie van de O17-jeugd is de kans groot dat spelers gaan afhaken. Om precies te achterhalen wat er speelt is een deskundige aanpak nodig. Spelers en team zelf, ouders en trainer/teammanager/leider zullen een oplossing met elkaar moeten vinden! Belangrijkste speerpunt in het leerproces bij de O17-jeugd is het gaan spelen voor de winst en als team. Dat houdt in dat iedereen verantwoordelijkheid neemt voor zijn team taken en functie in het team en samenwerkt om te winnen (wedstrijdmentaliteit en team mentaliteit). Bij de O8 t/m O15 jeugd zijn techniek, de balbeheersing, de spelvormen en taken (wat doen we in balbezit enz.) geleerd. Bij de O17 wordt ook echt verlangd dat de spelers de aangeleerde/ontwikkelde kwaliteiten gaan toepassen, in dienst spelen van het team en dat wordt gespeeld voor de winst. Presteren zit m vooral in leergierig zijn, kritisch zijn op jezelf, willen winnen, initiatief nemen en verantwoordelijkheidsgevoel hebben ten aanzien van je functioneren in een groep. Op zulke gebieden moeten spelers leren volwassen te worden. Plezier en beleving zijn voorwaarden voor ontwikkelen en presteren op elk niveau maar je moet ook aan jezelf en de ploeg werken. Ten aanzien van het voetbal worden de volgende zaken dus van groter belang: Spelen voor de winst, dat houdt in dat zij leren beslissingen te nemen in het belang van het resultaat. Keuze tussen een risicovolle of veilige oplossing; Grote aandacht voor de competitie; Wedstrijd echte coaching; Wedstrijd rijpheid aanwezig; Kracht en snelheid worden belangrijk en mag worden getraind, hoewel snelheid en kracht niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit. Loop- en coördinatie- en lenigheid oefeningen zijn van belang; Het positie spel (spelers moeten in posities/zones kunnen spelen), omschakelmomenten en spelen onder druk wordt belangrijker en vaker toegepast; Teambuilding en mentale ontwikkelingen. Beleid O19 Aantal spelers Er wordt gewerkt in wedstrijdvormen van 11x11, met keeper op een seniorendoelformaat (7,3m x 2,4m). Spelduur De O19 spelen competitiewedstrijden van 2 x 45 minuten. De rust is circa 15 minuten. Arbitrage De wedstrijden staan onder leiding van een seniorenscheidsrechter. Leerdoelen De leerdoelen geven de belangrijkste resultaten aan waaraan zal worden gewerkt in het seizoen. Voor deze leeftijdscategorie zijn dat: Spelen voor de winst; Grote aandacht voor de competitie; Kracht en snelheid worden belangrijk; Versie Apr

20 Wedstrijd echte coaching; Wedstrijd rijpheid aanwezig; Teambuilding en mentale ontwikkelingen. Voetbalontwikkeling De O19-juniorenspelers kunnen het voetbal vaak al op een volwassen manier spelen. Meestal is de favoriete positie bekend. Er kunnen afspraken gemaakt worden over de teamorganisatie. De O19-juniorenspelers zijn rijp om zich te concentreren op de basistaken, die bij een positie horen. Je kunt ingaan op zaken als team- en individuele tactiek. In verband met de inzetbaarheid bij en de overgang naar de senioren is het verstandig om bij het kiezen van het concept te overleggen met de Hoofdtrainer, tenzij de jeugdafdeling bewust voor een bepaald systeem kiest dat past bij de opleidingsdoelen. Die overgang naar de senioren is een heel belangrijk moment of een speler ook op langer termijn voor het voetbal kiest. Hier ligt voornamelijk de focus van de HJO. Groeispurt O19-spelers hebben meestal de groeispurt achter de rug. Dat merk je heel goed aan de coördinatie en mobiliteit. De loopstijl oogt veel volwassener dan die van een O17-speler en hij wordt sneller. Toch is ook bij de O19-spelers zeker merkbaar dat ze beweging ervaring hebben opgedaan toen ze nog spelende kinderen waren. Het gebrek aan een straatvoetbal verleden speelt veel huidige jeugdspelers in die leeftijd parten. Het is daarom aan te raden om serieus aandacht te besteden aan een grondige warming-up met aandacht voor coördinatie, kracht en lenigheid, waarbij een goede trainer rekening houdt met de individuele verschillen in deze leeftijdscategorie. Krachttraining De balbehandeling is verfijnder en het lichaam is veel meer in evenwicht dan de O17-speler. Daardoor zie je de technische kwaliteiten van een O19-speler vaak met sprongen vooruitgaan. Dat geldt ook voor de eerdergenoemde kracht en specifieke krachttraining is nu verantwoord. Als je een paar uur per week met de O19-groep traint, kies je natuurlijk ook bij de krachttraining voor vormen van conditietraining aandacht krijgen volgens de intervalmethode met bal. Uiteraard blijft een hoge belasting wel afhankelijk van de individuele conditie en die kan door onder andere een verkeerd leefpatroon tegenwoordig ook bij O19-spelers al tegenvallen. Teambelang Hoewel de trainer vooral de opleidingsdoelen in de gaten moet houden, is voor de O19-speler winnen heel belangrijk. Daarom kan hij aangesproken worden over zijn bijdrage aan het wedstrijdresultaat. De O19-speler kan dus leren dat hij zich ondergeschikt moet maken aan het teambelang. Het gaat om het samenwerken en presteren als team. Van de anderen kant is de aandacht voor het individu binnen het team een belangrijke opdracht voor de trainer van deze leeftijdsgroep. Zowel tijdens de training als de wedstrijd zal rekening gehouden moeten worden met de vaak grote verschillen in motivatie. Pikorde De O19-speler is heel gevoelig voor zijn plaats in het team: de pikorde! Het is een maatschappelijke trend dat jongeren in de in de leeftijd van 16 tot 18 jaar snel geneigd zijn om af te haken als ze met tegenslagen of kritiek geconfronteerd worden. Ook hebben ze een speciale antenne als ze denken dat een trainer niet eerlijk handelt. Het is daarom van belang sociale en pedagogische oplossingen te zoeken bij voorkomende conflictsituaties. Veel O19-spelers zijn bij conflicten minder aanspreekbaar en kiezen, bang voor gezichtsverlies, snel voor rigoureuze stappen als ze vinden dat ze ten onrechte geen gelijk krijgen. Voetbalplan Bovenbouw Gezien de opleiding vanaf de onderbouw kan de bovenbouw-speler variëren van naar en kent hij de verschillende spelsystemen. Er is inmiddels ook geleerd wat de posities van de nummers zijn in de opstelling: 1 Keeper 2 Rechter Verdediger/rechtsachter 3 Rechter Centrale Verdediger 4 Linker Centrale Verdediger 5 Linker Verdediger/linksachter 6 Rechter Middenvelder/rechtshalf 7 Rechter Aanvaller/rechtsbuiten 8 Linker Middenvelder/linkshalf 9 Spits 10 Centrale Middenvelder 11 Linker Aanvaller/linksbuiten Versie Apr