Gemeente ř Bergen op Zoom

Transcriptie

1 Gemeente ř Bergen op Zoom Voorlegger I Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg 21 augustus 2018 B. Jacobs Mevr. A.M.A. Vrijenhoek - de Vries Stedelijke Ontwikkeling, Ruimtelijke Ordening A.M.A.Vrijenhoek@bergenopzoom.nl (0164) Fysiek domein RAADSVERGADERING d.d. 1 1 OKT Ôeslissing: C 0 'Ar l ca 1 r ^ pnrrļnf ( :V, - * Voorstel: 1. De zienswijze genoemd in de nota van commentaar, onder 1 ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A; 2 De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 2 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 3. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 3 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 4. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 4 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 5. In te stemmen met de ambtshalve wijzigingen, weergegeven in de bijbehorende bijlage B. 6. Met inachtneming van de wijzigingen voortvloeiend uit de zienswijzen en ambtshalve wijzigingen het bestemmingsplan 'RvR Fort Pinsenweg', als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMR BP , gewijzigd vast te stellen. 7. Geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening. 8. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant te verzoeken te verklaren geen bezwaar te hebben tegen eerdere bekendmaking. Type voorstel: 0 Kaderstellend E Controlerend B Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Ja Nee Zijn doelen en/of effecten beschreven 0 E Financiële consequenties E 0 í GRIFFIE ergen op Zoom

2 Gemeente f Bergen op Zoom Inspraakverordening van toepassing Hl 0 Communicatieparagraaf: Voor het bestemmingsplan is de gebruikelijke juridische procedure tot aan de vaststelling van het bestemmingsplan doorlopen. In de vergadering van 21 september 2017heeft de raad besloten om het bestemmingsplan niet vast te stellen. Tegen besluit tot niet vaststelling van het bestemmingsplan is beroep aangetekend. De Raad van State heeft de ingestelde beroepen onlangs gegrond verklaard. Als vervolg op deze uitspraak is het ontwerpbestemmingsplan opnieuw onder de loep genomen. Dit heeft geleidt tot dit aangepaste voorstel. De indieners van de zienswijzen hebben een kopie van dit voorstel ontvangen en zijn in een begeleidende brief gewezen op de mogelijkheid om in te spreken tijdens de beeldvormende vergadering van de gemeenteraad. Na de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan krijgen de indieners van zienswijzen een kopie van het raadsbesluit toegezonden en wordt gewezen op de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het gewijzigd vastgestelde bestemmingsplan wordt gedurende een periode van zes weken ter inzage gelegd en op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt. Tijdens deze periode kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Afhankelijk van het al dan niet vragen van een voorlopige voorziening treedt het bestemmingsplan na afloop van de beroepstermijn in werking. : Bijlagen: (9ee^aan een bijlage is bijgevoegd of ter inzage is gelegd; benoem en nummer deze bijlagen) Bijlage nr. Omschrijving Bijgevoegd/Ter inzage 1 Het bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg Ter inzage 2 Het ontwerpbestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg Ter inzage 3 Ingekomen zienswijzen Ter inzage 4 Bijlage A Nota van commentaar Bijgevoegd 5 Bijlage b Ambsthalve wijzigingen Bijgevoegd 6 Uitspraak Raad van State Ter inzage 7 RVB Ter inzage GRIFFIE ergen op Zoom

3 Gemeente f Bergen op Zoom iiiiiiiiiniiiiiiuhiiiiiiiiiiiniiiiiiii I Datum raadsvergadering : 11 oktober 2018 Nummer : Onderwerp : Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. De zienswijze genoemd in de nota van commentaar, onder 1 ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A; 2 De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 2 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 3. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 3 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 4. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 4 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 5. In te stemmen met de ambtshalve wijzigingen, weergegeven in de bijbehorende bijlage B. 6. Met inachtneming van de wijzigingen voortvloeiend uit de zienswijzen en ambtshalve wijzigingen het bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg', als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMR BP , gewijzigd vast te stellen. 7. Geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening. 8. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant te verzoeken te verklaren geen bezwaar te hebben tegen eerdere bekendmaking. Inleiding Op 10 december 2009 is de gemeente een anterieure overeenkomst aangegaan met de Ruimte voor Ruimte II CV voor een ruimte voor ruimte ontwikkeling aan de Fort Pinsenweg. Om deze ontwikkeling mogelijk te maken is het bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o' opgesteld. Dit bestemmingsplan heeft de bijbehorende procedure doorlopen en is op 30 september 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. Op 10 maart 2016 heeft de Ruimte voor Ruimte II CV verzocht om een herverkaveling mogelijk te maken waarbij een aangrenzend perceel bij de beoogde nieuwe verkaveling wordt betrokken. Reden hiervoor is dat de Ruimte voor Ruimte II CV verwacht dat de woningbouwkavels zo beter verkoopbaar zijn. GRIFFIE rgen op Zoom

4 Gemeente ƒ Bergen op Zoom I Het college heeft daarop in principe en onder voorwaarden planologisch medewerking verleend aan het mogelijk maken van vier extra woningbouwkavels aan de Jan Sinkeweg. Voor deze medewerking en het kostenverhaal daarbij is een anterieure overeenkomst gesloten met de Ruimte voor Ruimte II CV. Vervolgens is een bestemmingsplan RVR Pinsenweg' in procedure gebracht waarover de raad eind 2016 is geconsulteerd (RMD ). In de commissie Stad en Ruimte op 14 december 2016 is overwegend positief gereageerd op de herontwikkeling. Wel is nadrukkelijk aandacht gevraagd op ingebrachte zorgen over geluid en fijnstof. Aan de commissie is toegezegd dat met de herontwikkeling de schanskorf zal worden opgehoogd en beplanting zal worden aangebracht als experiment om fijnstofhinder te verminderen. Vervolgens heeft het bestemmingsplan als ontwerp vanaf 23 januari 2017 voor zes weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn werden vier zienswijzen ingediend. In de raadsvergadering van 21 september 2017 is de vaststelling van het bestemmingsplan met inachtneming van de zienswijzen besproken (RVB ). In deze vergadering heeft de gemeenteraad besloten het bestemmingsplan niet vast te stellen. Tegen het besluit tot niet vaststelling hebben de Ruimte voor Ruimte II CV en een omwonende beroep aangetekend. Op 11 juni jongstleden heeft de Raad van State de ingestelde beroepen gegrond verklaard. Daarbij heeft de Raad van State het volgende overwogen: De raad heeft in zijn besluit alleen meegedeeld dat hij het bestemmingsplan niet heeft vastgesteld. Hij heeft daarbij niet aangegeven op welke gronden dat besluit berust. Evenmin is bij de bekendmaking van dit besluit een motivering vermeld. Door het besluit niet van een motivering te voorzien heeft de gemeenteraad gehandeld in strijd met de artikelen 3:46 en 3:47 van de Algemene wet bestuursrecht'. De raad dient voor het betreffende bestemmingsplan dus een nieuw (gemotiveerd) besluit te nemen. De Ruimte voor Ruimte II CV heeft al in een eerder stadium verzocht het bestemmingsplan opnieuw op de raadsagenda te plaatsen. Daarbij is aangegeven dat wordt afgezien van het extra woningbouwkavel dat grenst aan percelen van eigenaren die een zienswijze hebben ingediend. De beoogde overige 3 extra woningbouwkavels, gelegen tussen de Jan Sinkeweg en de grondwal/schanskorf, raken nauwelijks belangen van omwonenden. Om aan de uitspraak van de Raad van State invulling te geven en tevens in te gaan op het verzoek van de Ruimte voor Ruimte II CV wordt het bestemmingsplan, in enigszins aangepaste vorm, opnieuw aan u voorgelegd. Door het aanpassen van de planbegrenzing wordt de aanvankelijke mogelijkheid voor de extra woningbouwkavel aan de oostzijde van de Jan Sinkeweg uit het plan gehaald. De Ruimte voor Ruimte II CV heeft immers kenbaar gemaakt af te willen zien van deze extra woningbouwkavel. Tevens wordt zo tegemoet gekomen aan de onderdelen van zienswijzen, vanuit eigenaren van aangrenzende percelen, die op deze extra bebouwingsmogelijkheid betrekking hebben. Ter plaatse blijft het vigerende bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o. van kracht met de bouwmogelijkheid van 3 woningen. Daarvan zijn er inmiddels twee verkocht. Het bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg beperkt zich zodoende tot het gebied ten westen en zuiden van de Jan Sinkeweg, waar binnen een nieuwe verkavelingsopzet totaal 10 woningen zijn voorzien. Dat zijn er 3 extra ten opzichte van de 7 in het vigerende bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o. SC GRIFFIE ļ Bergen op Zoom

5 Gemeente r Bergen op Zoom Tot slot merken wij op dat indien uw raad niet overgaat tot vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan u, zoals gesteld in de uitspraak van de Raad van State, uw besluit van een motivering dient te voorzien. Ook zult u dan zelf de dekking dienen aan te geven voor de uitgesproken wens om de schanskorf op te hogen en te vergroenen. Het kostenverhaal via de Ruimte voor Ruimte II CV vervalt immers bij het niet vaststellen van het bestemmingsplan. Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling Het bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg heeft als doel herverkaveling van de gronden mogelijk te maken. Met dit initiatief worden drie extra woningen mogelijk gemaakt ten opzichte van het plan Fort Pinsenweg e.o uit Uitwerking voorstel Plangebied Het plangebied van dit bestemmingsplan betreft een klein gedeelte van het plangebied van het bestemmingsplan 'Fort Pinsenweg e.o.' en is gelegen langs de Fort Pinsenweg in het overgangsgebied tussen de kernen Bergen op Zoom en Halsteren. Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door de Randweg Noord. Ten westen van het plangebied is een cluster woningen gelegen langs de Halsterseweg. In het noorden wordt het plangebied begrensd door de Fort Pinsenweg en de Jan Sinkeweg. Het plangebied grenst aan de oostzijde ook aan de Jan Sinkeweg (zie ook afbeelding). fv GRIFFIE Bergen op Zoom 3

6 Gemeente fí Bergen op Zoom I Planologisch In het bestemmingsplan komen drie bestemmingen voor: 'Tuin', 'Wonen' en 'Verkeer'. De bestemmingsplanregeling voor de bestemmingen 'Tuin' en 'Verkeer' wordt een-op-een overgenomen uit het geldende bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o '. De bouwmogelijkheden en beeldregie van de nog te realiseren RvR woningen blijven gericht op het beoogde landelijke woonmilieu. De bestemmingsregeling voor 'Wonen' blijft daarvoor nagenoeg ongewijzigd. Enkel de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is flexibeler gemaakt (van 5 naar 3 meter, behoudens richting de al gerealiseerde woningen). Daarnaast is ter uniformering van de huidige bestemmingsplan regels de mogelijkheid opgenomen om mantelzorg toe te staan (middels afwijkingsprocedure) en is de regeling voor aan-huis-gebonden-beroep/bedrijf aangepast Procedure Voor het bestemmingsplan is de gebruikelijke juridische procedure tot aan de vaststelling van het bestemmingsplan doorlopen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het raadsvoorstel RVB Aanvullend wordt opgemerkt dat tegen besluit tot niet vaststelling van het bestemmingsplan de Ruimte voor Ruimte II CV en een omwonende beroep hebben aangetekend. De Raad van State heeft de ingestelde beroepen onlangs gegrond verklaard. Als vervolg op deze uitspraak is het ontwerpbestemmingsplan opnieuw onder de loep genomen. Daarbij is de opmerking van de Ruimte voor Ruimte CV II meegenomen. Dit heeft geleid tot dit aangepaste voorstel. De indieners van de zienswijzen hebben een kopie van dit voorstel ontvangen en zijn in een begeleidende brief gewezen op de mogelijkheid om in te spreken tijdens de beeldvormende vergadering van de gemeenteraad. Exploitatieplan Op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan, zoals bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening is omschreven, is voorgenomen. Het vaststellen van een exploitatieplan is niet nodig indien: 1. Kostenverhaal anderszins is verzekerd; 2. Het bepalen van een tijdvak of fasering niet nodig is; 3. Het stellen van locatie-eisen of regels niet nodig is. Met de Ruimte voor Ruimte II CV is een koop- dan wel anterieure overeenkomst gesloten. Het kostenverhaal is dan ook anderszins verzekerd, zodat een exploitatieplan niet noodzakelijk is. Verzoek eerdere bekendmaking Artikel 3.8, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan pas na zes weken wordt bekendgemaakt, wanneer bij de vaststelling van het bestemmingsplan wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerp. In situaties waarbij belangen van de provincie of het rijk niet betrokken zijn, leidt dit tot onnodig tijdverlies. In verband hiermee wordt aan Gedeputeerde Staten het verzoek gedaan te verklaren geen bezwaar te hebben tegen de eerdere bekendmaking. Wanneer er geen rijksbelangen aan de orde zijn, stemt het rijk in met vervroegde publicatie van het bestemmingsplan GRIFFIE rgeri op Zoom

7 ŕrs Gemeente fl Bergen op Zoom I Consequenties van het voorstel Nadat u het bestemmingsplan gewijzigd heeft vastgesteld, staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden die tijdig een zienswijze hebben ingediend, dan wel door belanghebbenden aan wie het niet verweten kan worden dat zij niet tijdig een zienswijze hebben ingediend. Ook kan beroep worden ingesteld tegen de wijzigingen die bij de vaststelling hebben plaatsgevonden. Afhankelijk van het al dan niet vragen van een voorlopige voorziening treedt het bestemmingsplan na afloop van de beroepstermijn in werking. Indien uw raad niet overgaat tot het vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan zult u, zoals gesteld in de uitspraak van de Raad van State, uw besluit van een motivering dient te voorzien. Ook zult u dan zelf de dekking dienen aan te geven voor de uitgesproken wens om de schanskorf op te hogen en te vergroenen. Het kostenverhaal via de Ruimte voor Ruimte II CV vervalt immers bij het niet vaststellen van het bestemmingsplan. Ook bij het niet vaststellen van het voorliggende bestemmingsplan staat wederom beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Risico paragraaf Geïdentificeerde risico's Risico-onderdelen NvT Laag Neutraal Hoog 1. Realiseren maatschappelijke effecten 2. Politiek-bestuurlijk en draagvlak 3. Imago gemeente 4. Algemene en externe omgeving 5. Veiligheid 6. Financiën 7. Juridisch 8. Planning 9. Kwaliteit uitvoering 10. Capaciteit organisatie en samenwerking partners Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De burgemeester, Dhr. Th.J.M. Wingens MPA Dhr.dr. F.A. Petter 5 jįïľ GRIFFIE dergen op Zoom

8 Gemeente ŕ Bergen op Zoom nu I De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 21 augustus 2018, nr. ; gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening, de Algemene wet bestuursrecht en andere relevante wetgeving; BESLUIT: 1. De zienswijze genoemd in de nota van commentaar, onder 1 ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A; 2. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 2 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 3. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 3 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 4. De zienswijzen genoemd in de nota van commentaar, onder 4 gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond te verklaren conform het bij de zienswijze gegeven commentaar weergegeven in de bijbehorende bijlage A. 5. In te stemmen met de ambtshalve wijzigingen, weergegeven in de bijbehorende bijlage B. 6. Met inachtneming van de wijzigingen voortvloeiend uit de zienswijzen en ambtshalve wijzigingen het. bestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg', als vervat in de bestandenset met planidentificatie NL.IMR BP , gewijzigd vastte stellen. 7. Geen exploitatieplan vastte stellen als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening. 8. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant te verzoeken te verklaren geen bezwaar te hebben tegen eerdere bekendmaking. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 1 ŨKT De griffier, De voorzitter, C.J.M. Terstappen GRIFFIE í Bergen op Zoom 6

9 raad: 11 oktober 2018 VOORSTEL: 7a RVB1S-D056 gew. Vaststellen besĩ.pl. RvR Fort Pinsenweg Fractie Raadszetels aanwezig F ractie VOOR TEGEN OBWP 9 7 GBWP s WD 4 4 VVD V Lijst Linssen 4 3 Lijst Linssen s CDA 3 3 CDA V D&0 3 3 D 66 s BSD n 2 BSD y Groenlinks n 1 GroenLînks y PvdA n 2 PvdA y ' t SP y Steunpunt BoZ 1 0 steunpunt BoZ Fractie F'L NT 1 1 Fractie PUNT V Fractie Samen 0164 y aantal RESULTAAT: 28 Q meerderheid aangenoiren

10 Gemeente Bergen op Zoom COMMISSIE-ADVIES Commissie Datum Agendapunt Nummer raadsvoorstel Naam raadsvoorstel : Ruimte, Duurzaamheid en Economie : : 5a : : Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan RvR Fort Prinsenweg Fractie A-voorstel B-voorstel Opmerkingen: GBWP WD Lijst Linssen CDA D66 BSD Groen Links PvdA SP Steunpunt Bergen op Zoom De fractie overweegt een motie of amendement in te dienen om zoveel mogelijk de wensen van de bewoners mee te nemen. De fractie zendt z.s.m. een overzicht van de aandachtspunten naarde portefeuillehouder. Advies aan de gemeenteraad Het voorstel wordt als B-stuk naar de raad doorgeleid. Toezeggingen: De secretaris,

11 raad: 11 oktober 2018 VOORSTEL: 73 mote bij RVB1B-3059 gew Vaststellen best.pl. RvR Fort Pinsenweg Fractie Raadszetels aanwezig Fractie VOOR TEGEN GBWP 9 7 GBWP «z WD 4 4 VVD sz Lijs: Linssen 4 3 Lijst Linssen V CDA 3 3 CDA V D'&e 3 3 D'66 V BSD 2 BSD V Groenlinks 1 GroenLīnks vz PvdA ĵ 2 PvdA V SP 1 1 SP V Steunpunt Bol 1 0 steunpunt BoZ F'3c je PUN~ 1 1 Fractie PUNT vz Fracae 11 1 t Samen 0164 V aantal RESULTAAT : 28 0 meerderheid aangen-orr-en

12 ** Bijlage A Nota van commentaar NOTA VAN COMMENTAAR OP DE INGEKOMEN ZIENSWIJZEN GERICHT OP HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN RvR FORT PINSENWEG Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan RvR Fort Pinsenweg heeft vanaf 23 januari 2017 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn was het voor eenieder mogelijk om schriftelijke dan wel mondelinge zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn 4 zienswijzen naar voren gebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat gelet op de Wet bescherming persoonsgegevens het niet meer is toegestaan om namen en adressen op te nemen in de zienswijzenbehandeling. Reclamanten 1. Waterschap Brabantse Delta, ontvangen 22 februari 2017; 2. Reclamanten 2, ontvangen 22 februari 2017, ondertekend door 4 personen. 3. Reclamant 3, ontvangen 17 februari 2017; 4. Univé Verzekeringen, namens reclamant 4, ontvangen 6 maart Ontvankelijkheid Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 23 januari 2017 tot en met 5 maart 2017 ter inzage gelegen. De 4 ingediende zienswijzen zijn tijdig ontvangen en daarmee ontvankelijk. Beslissing op de zienswijzen Vooraf wordt aangetekend dat waar onderdelen van de zienswijzen niet expliciet worden genoemd, dit niet betekent dat deze niet bij onze beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen worden in hun geheel beoordeeld. 1. Waterschap Brabantse Delta A. Het waterschap verneemt graag hoeveel toename aan m² verhard oppervlak de ontwikkeling mogelijk maakt en daarnaast hoe de afvoer van het afstromend hemelwater is geregeld. Bij alle (extra) RVR-woningen wordt voorzien in berging en infiltratie van het regenwater op eigen terrein. De wijze waarop dat gebeurd wordt beoordeeld bij het in behandeling nemen van de benodigde Omgevingsvergunning. Het regenwater dat valt binnen het openbaar gebied (verharding en openbaar groen neemt met circa 750 m² toe) wordt opgevangen met kolken en verzameld in een infiltratieriool (diameter 315 mm) die met een overstortput in verbinding staat met bestaande zaksloten langs de Fort Pinsenweg. B. Volgens de leggerkaart ligt binnen het plangebied een a-watergang. Het waterschap verzoekt de watergang op de verbeelding op te nemen en te benoemen in de toelichting. Daarnaast merken zij op dat als de watergang gedempt gaat worden dat dan contact met het waterschap opgenomen moet worden. 9

13 ** De betreffende watergang is bij de realisatie van het plan uit 2011 reeds gedempt en vervangen door een pvcleiding die uitstroomt op bestaande (zak)sloten langs de Randweg-Noord. De betreffende leiding heeft (tijdelijk) nog een functie als overstort voor het rioolsysteem in de Halstereweg. Het beleid is om deze overstort bij een eerstvolgende herinrichting van de Halsterseweg op te heffen/ te verplaatsen. Conclusie De zienswijze geeft geen aanleiding om de toelichting en de planregel aan te passen. 2. Reclamanten 2 A. De vier extra woningen zijn niet alleen mogelijk door de aankoop van een perceel, maar vooral door de herverkaveling. Een van de vier voorgestelde percelen wordt naast de percelen van reclamanten geprojecteerd. Dit betreft een verdichting van de percelen op een plaats waar geen extra perceel door de Ruimte voor Ruimte CV is aangekocht. De aankoop van het perceel is de aanleiding om tot een herverkaveling over te gaan. Deze herverkaveling, met drie extra kavels, speelt beter dan voorheen in op de behoefte van potentiële kopers. In tegenstelling tot het ontwerpplan is geen sprake meer van een extra vierde woning naast de percelen van reclamanten. De percelen aan de oostzijde van de Jan Sinkeweg zijn van de verbeelding verwijderd. Deze percelen waren opgenomen in het ontwerpplan. De Ruimte voor Ruimte II CV heeft aangegeven van de 4e extra kavel af te zien. Door de bebouwingsmogelijkheden aan de oostzijde van de Jan Sinkeweg van de verbeelding te verwijderen is voor die gronden het bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o. van kracht. Op basis van dit bestemmingsplan kunnen aan de oostzijde van de Jan Sinkeweg 3 vrijstaande woningen worden gerealiseerd. B. Door het toevoegen van een extra bouwkavel naast de percelen van reclamanten ontstaat een toename van inkijk, geluid, verkeer etc. Reclamanten hadden een andere afweging gemaakt bij de aankoop van de kavel als zij hadden geweten dat zij drie buren zou krijgen in plaats van twee. Reclamanten geven aan dat zij een verzoek tot planschade in zullen dienen. Op grond van artikel 6.1 van de Wet ruimtelijke ordening bestaat de mogelijkheid om planschade te claimen. Wat de eventueel nadelige invloed van het plan op de waarde van de woningen van de indieners van de zienswijze betreft, bestaat geen grond voor de verwachting dat die waardevermindering zodanig zal zijn dat wij hieraan een groter gewicht moeten toekennen dan aan de belangen die met de realisering van het plan aan de orde zijn. C. Reclamanten zijn van mening dat de extra woning beter gerealiseerd kan worden in het gebied waarbinnen slechts enkele woningen zijn verkocht. Op die manier werken reclamanten toch mee aan de verdichting. 10

14 ** Zie beantwoording onder 2A D. Met het verwijderen van het bestaande groen en aanbrengen van een geluidwal is naar beleving van reclamanten de geluidhinder toegenomen. Dit wordt door ons erkend doordat wordt voorgesteld de wal met 0,75 m te verhogen. Echter reclamant begrijpt uit het akoestisch rapport dat 75 centimeter niet het gewenste effect heeft. In de toelichting van het vigerende bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o. dat in 2010 is vastgesteld, is opgenomen dat langs de Randweg-Noord een geluid afschermende voorziening wordt opgericht met een hoogte van ten minste 3 meter. Deze afscherming is inmiddels gerealiseerd waarmee voldaan is aan de akoestische voorwaarden. Met de voorgenomen ophoging van 0,75 meter wordt tegemoetgekomen aan de wens van omwonenden en RVR CV om de Randweg-Noord visueel / akoestisch nog meer af te schermen, dan wettelijk noodzakelijk en met name vrachtwagen meer aan het zicht te onttrekken. In het akoestisch onderzoek ten behoeve van het ontwerpplan van januari 2017 is het verschil in de geluidbelasting tussen de situatie voor het bestemmingsplan van 2010 en het ontwerpbestemmingsplan van 2017 in beeld gebracht. Uit de verschilberekening kan worden opgemaakt dat als gevolg van de wijzigingen in het plan de geluidbelasting vanwege het wegverkeer in de toekomstige situatie iets lager zal uitvallen. E. Reclamanten begrijpen niet waarom de maximale toegestane geluidswaarden verhoogd moeten worden. Daarnaast is het volgens reclamanten niet mogelijk om bij vrijstaande woningen een dove gevel te creëren. Uit het akoestisch onderzoek dat is uitgevoerd voor het ontwerpbestemmingsplan blijkt dat als gevolg van het wegverkeer op verschillende nabij het plangebied gelegen wegen de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde wordt echter niet overschreden. Is de geluidbelasting lager dan de maximale ontheffingswaarde, dan kan de gemeente ontheffing verlenen wanneer maatregelen voor het terugbrengen van de geluidbelasting tot de voorkeursgrenswaarde van 48 db Lden, op overwegende bezwaren stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Opgemerkt wordt dat ook in het kader van het bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o. (2010) door het college hogere waarden zijn vastgesteld die vergelijkbaar zijn met de nu benodigde hogere waarden. Omdat nu sprake is van een nieuw bestemmingsplan met extra Ruimte voor Ruimte woningen dienen ook nieuwe hogere grenswaarden te worden vastgesteld. In het ontwerp hogere waarde besluit voor het onderhavige ontwerpbestemmingsplan is gemotiveerd waarom naar het oordeel van het college een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde kan worden vastgesteld. Er zijn geen dove gevels nodig binnen het plangebied. In de planregels of in de toelichting op het plan wordt niet ingegaan op het toepassen van dove gevels. Uit het akoestisch onderzoek en het ontwerpbesluit hogere waarde blijkt ook niet dat dit noodzakelijk is. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat geluidhinder met de realisatie van dove gevels voor de bestaande woningen wel degelijk afneemt. 11

15 ** F. Reclamanten vragen zich af waarvoor zij de bijdrage voor het scherm hebben moeten betalen, waar zij eigenlijk ver vanaf wonen, als blijkt dat scherm niet werkt. Er kan niet uitgegaan worden van een horizonjaar van Reclamanten beraden zich op verdere stappen ten aanzien van het retourneren van hun bijdrage aan het scherm. Met het gerealiseerde geluidscherm is voldaan aan de akoestische voorwaarden in het huidige bestemmingsplan. Dit is met aanvullende akoestische berekeningen opnieuw aangetoond. Daarmee hebben reclamanten een aanvaardbare akoestische situatie en woonbestemming gekregen. Reclamanten geven aan dat niet kan worden uitgegaan van een horizonjaar van Hierover wordt het volgende opgemerkt: De Wet geluidhinder (Wgh) schrijft voor dat voor nieuwe planologische situaties de geluidbelasting bepaald moet worden voor een toekomstige situatie die tenminste tien jaar verder ligt dan de datum van vaststelling van het plan. In het akoestisch onderzoek voor het ontwerpbestemmingsplan dient daarom minimaal te worden uitgegaan van horizonjaar Voor de wegen in het onderzoek is gebruik gemaakt van de verkeersgegevens die komen uit het regionale verkeersmodel. Voor dit onderzoek is uitgegaan van het peiljaar Conclusie De zienswijze geeft aanleiding om het plan aan te passen. 3. Reclamant 3 A. De vier extra woningen zijn niet alleen mogelijk door de aankoop van een perceel, maar vooral door de herverkaveling. Een van de vier voorgestelde percelen wordt naast het perceel van reclamant geprojecteerd. Dit betreft een verdichting van de percelen op een plaats waar geen extra perceel door de Ruimte voor Ruimte CV is aangekocht. Zie beantwoording onder 2A. B. Door het toevoegen van een extra bouwkavel naar perceel van reclamant ontstaat een toename van inkijk, geluid, verkeer etc. Reclamant had een andere afweging gemaakt bij de aankoop van de kavel als hij de plannen van nu toen ook kende. Zie beantwoording onder 2B. C. Reclamant is van mening dat de extra woning beter gerealiseerd kan worden in het gebied waarbinnen slechts enkele woningen zijn verkocht. Op die manier werkt reclamant toch mee aan de verdichting. Zie beantwoording onder 2C. 12

16 ** D. Met het verwijderen van het bestaande groen en aanbrengen van een geluidwal is naar beleving van reclamant de geluidhinder toegenomen. Dit wordt door het college erkend doordat wordt voorgesteld dat de wal met 0,75 m wordt verhoogd. Echter reclamant begrijpt uit het akoestisch rapport dat 75 centimeter niet het gewenste effect heeft. Zie beantwoording onder 2D. E. Reclamant begrijpt niet waarom de maximale toegestane geluidswaarden verhoogd moeten worden. Daarnaast is het volgens reclamant niet mogelijk om bij vrijstaande woningen een dove gevel te creëren. Zie beantwoording onder 2E. Conclusie De zienswijze geeft aanleiding om het plan aan te passen. 4. Univé Verzekeringen A. In 2010 is hogere waarde vastgesteld voor de kavels waarbij is uitgegaan van een geluidwal van 3,5 meter. De wal is in 2014 aangelegd en sindsdien ervaren de bewoners eerder meer dan minder geluidsoverlast. Er is tot op heden niet gerekend, dus er kan niet nagegaan worden of de klachten van bewoners terecht zijn. Er kan niet volstaan worden met een theoretische berekening, er moet gemeten worden om te bepalen of sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het bepalen van de geluidbelasting vanwege het wegverkeer op een planontwikkeling dient volgende de Wet geluidhinder te gebeuren aan de hand van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 (RMV). In dit RMV wordt de voorkeur gelegd bij het berekenen van de geluidbelasting op een planontwikkeling, maar meten is ook mogelijk. Het meten van wegverkeerslawaai kent echter een aantal nadelen boven het modelleren van het geluid. Het belangrijkste nadeel is gelegen in de normstelling in de Wet geluidhinder. In de Wet geluidhinder zijn de normen voor wegverkeerslawaai uitgedrukt in Lden. Dit is een jaargemiddelde geluidbelasting. Wanneer wegverkeer wordt gemeten zal er langdurig moeten worden gemeten. Ten tweede zal gelijktijdig het gemeten wegverkeer moeten worden geteld en moet worden bepaald welke voertuigcategorieën passeren en met welke rijsnelheid. Ten derde zal tijdens een meting alleen informatie worden verzameld over de geluidbelasting op 1 beoordelingspunt en op 1 beoordelingshoogte. Bovendien is het niet duidelijk of er mogelijk stoorgeluiden zijn gemeten vanwege andere geluidbronnen in de omgeving. Tenslotte gaat het in een bestemmingsplan om een prognose van de geluidbelasting in de toekomst. Een toekomstige geluidbelasting kan niet worden gemeten. Ook kan de invloed van eventueel te treffen maatregelen niet worden beschouwd bij metingen. 13

17 ** Voor bestemmingsplanprocedures gaat de gemeente Bergen op Zoom daarom uit van het berekenen van de geluidbelasting. Na oplevering van de geluidwerende schanskorf is door de Omgevingsdienst rekenkundig bevestigd dat daarmee is voldaan aan de in het bestemmingsplan gestelde akoestische voorwaarden. B. Het ophogen van de wal is op geen enkel wijze geborgd. Dit is in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Ophoging van de schanskorf is reeds mogelijk op basis van het vigerende bestemmingsplan. Met het gerealiseerde geluidscherm wordt reeds voldaan aan de akoestische voorwaarden. Met de voorgenomen ophoging van 0,75 meter wordt tegemoetgekomen aan de wens van omwonenden en Ruimte voor Ruimte CV om de Randweg-Noord visueel / akoestisch nog meer af te schermen, dan wettelijke noodzakelijk en met name vrachtwagen meer aan het zicht te onttrekken. Aangezien de ophoging niet wettelijk noodzakelijk is, hoeft deze niet te worden geborgd middels een voorwaardelijke verplichting. De uitvoering van de ophoging is geborgd via een privaatrechtelijke afspraak met de initiatiefnemer. C. Er dient beter onderbouwd te worden waarom het treffen van overdrachtsmaatregelen niet kosteneffectief zijn. De ophoging is akoestisch niet noodzakelijk voor het planologisch mogelijk maken van de extra woningen. Investeringen in akoestische maatregelen hebben daarom geen prioriteit. De ophoging wordt met name gedaan om tegemoet te komen aan de wensen van huidige bewoners. Naast geluidbeleving speelt immers ook de wens voor een verdere visuele afscherming van langsrijdende (vracht)wagens. Verdere ophoging is stedenbouwkundig ongewenst en is, mede vanuit het ontbreken van de benodigde middelen, niet kosteneffectief. De beoogde nieuwbouw van de Ruimte voor Ruimte woningen aan de Sinkeweg zal immers ook al als een robuuste (akoestische) afscherming fungeren naar de verderop gelegen woningen langs de Fort Pinsenweg. D. Cliënten zijn van mening dat het wijzigen van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van 5 naar 3 meter afbreuk doet aan de uitstraling en opzet van de wijk. Daarnaast staat in de bestemmingsplanregels dat de afstand niet meer mag bedragen, terwijl in de toelichting staat minder. Cliënten verzoeken de minimale afstand op 5 meter te houden. Het is inderdaad juist dat er een discrepantie is tussen de toelichting en de regels. In de regels is abusievelijk meer opgenomen, dit moet echter conform de toelichting minder zijn. De uitstraling en opzet van de woningen langs de Fort Pinsenweg blijft nagenoeg ongewijzigd. De opgenomen minimale afstand van 3 meter wordt voor de kavels in tweede lijn langs de Sinkeweg stedenbouwkundig aanvaardbaar geacht en doet geen onevenredige afbreuk aan het beoogde omgevingsbeeld. De kavels blijven van voldoende formaat voor het beoogde woonmilieu en hoofd- en bijgebouwen blijven in voldoende mate van elkaar gescheiden en te onderscheiden. 14

18 ** E. Cliënten verzoeken de bepaling ten aanzien van aan-huis-gebonden-beroepen/bedrijven aan te passen dan wel toe te lichten. De regeling wordt aangepast conform de standaard. Dit betekent dat aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven rechtstreeks zijn toegestaan in het hoofdgebouw met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsmatige en/of beroepsmatige werkruimten niet meer mag bedragen dan 30% van de vloeroppervlakte van de woningen tot een maximum van 50 m 2. Daarnaast wordt een afwijking opgenomen om activiteiten in bijbehorende bouwwerken toe te staan. Verder wordt de staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen. Conclusie De zienswijze geeft aanleiding om het plan aan te passen. 15

19 ** Bijlage B Ambsthalve wijzigingen Op de verbeelding zijn twee percelen toegevoegd. De percelen zijn gelegen aan de Fort Pinsenweg naast 2k. De percelen zijn reeds opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Fort Pinsenweg e.o. Bij het uitwerken van het bouwplan is gebleken dat het bouwplan niet geheel past bij het opgenomen bouwvlak. Daarom zijn de twee bouwvlakken aangepast in dit bestemmingsplan. In paragraaf is de tekst met betrekking tot de dubbelbestemming Waarde-archeologie verwijderd. Deze tekst was abusievelijk opgenomen. Zoals uit het inventariserend veldonderzoek, opgenomen in paragraaf 4.1, is binnen het plangebied geen sprake van archeologische waarden. 16