Flits. Leer. Beleef. Dit emagazine wordt aangeboden aan de abonnees van - Online Cursus Flitsfotografie

Transcriptie

1 Flits. Leer. Beleef. Dit emagazine wordt aangeboden aan de abonnees van - Online Cursus Flitsfotografie

2 1. Waarom heeft de flitser het onderwerp onderbelicht? Wanneer je fotografeert met een flitser is er een kans dat het flitslicht het onderwerp niet voldoende belicht. Als flitsfoto s zijn onderbelicht kan dat verschillende oorzaken hebben. Lees wat de oorzaken kunnen zijn en hoe je het kunt oplossen en voorkomen. 1. Lege batterijen De batterijen van de flitser zijn leeg. Vervang deze voor volle batterijen. 2. Rode indicator brandt niet Het rode lampje achterop de flitser is een indicatie dat de batterijen in de flitser zich weer volledig hebben opgeladen. Wanneer het rode lampje nog niet brandt zijn de batterijen niet op vol vermogen om een volgende flitsfoto te maken. Wacht dus tot het rode lampje brandt voordat je een flitsfoto maakt. 3. De maximale flitsafstand is overschreden De maximale flitsafstand is overschreden. Het onderwerp waarop is scherp gesteld bevindt zich buiten de flitsafstand. Controleer op het LCD scherm van de flitser tot welke afstand het flitslicht reikt. Is deze afstand overschreden? Kom dan dichter bij het onderwerp of verleng de flitsafstand door een ander diafragma of ISO in te stellen. Een alternatieve oplossing is om de flitser los te koppelen van de camera en de flitser dichter bij het onderwerp te

3 brengen (zie hoofdstuk Off-camera flitsen). 4. Flitssterkte staat te laag De flitsafstand op het LCD scherm lijkt niet te worden overschreden, zoals uit voorgaand punt? Controleer dan of de flitssterktecorrectie in de min staat (zie hoofdstuk TTL Flitsen, Belichtingscompensatie). 5. Het onderwerp bevat teveel lichte beeldvlakken De reflectie van het onderwerp is vertaald naar een gemiddelde belichting waardoor het onderwerp is onderbelicht. Pas belichtingscompensatie toe. Er zijn teveel lichte vlakken in beeld, zoals omschreven in het artikel Het nadeel van TTL flitsen.

4 2. Waarom heeft de flitser het onderwerp overbelicht? Wanneer je fotografeert met een flitser is er een kans dat er teveel flitslicht op het onderwerp valt. Als flitsfoto s zijn overbelicht kan dat verschillende oorzaken hebben. Lees wat de oorzaken kunnen zijn en hoe je het kunt oplossen en voorkomen. 1. De minimale flitsafstand is overschreden Het onderwerp waarop is scherp gesteld bevindt zich vóór de minimale afstand. Controleer op het LCD scherm van de flitser wat de minimale flitsafstand is. Is deze afstand overschreden pas dan een van de volgende oplossingen toe. Fotografeer op grotere afstand van het onderwerp. Wijzig de diafragma en/ of ISO waarde, zie paragraaf De flitsafstand en het diafragma en/of zie De flitsafstand en de ISO waarde. Koppel de flitser los van de camera en plaats de flitser op een langere afstand van het onderwerp (zie hoofdstuk Off-camera flitsen). 2. Flitscompensatie (EV) staat in de plus De flitsafstand op het LCD scherm lijkt niet te worden overschreden? Controleer of de flitscompensatie in de plus staat, zie Compensatie van de flitssterkte. Zo ja, zet deze dan terug naar 0 EV. 3. De zoompositie staat in groothoekstand De flitsafstand op het LCD scherm lijkt niet te worden overschreden? Hoewel het in theorie niet zou moeten voorkomen, blijkt soms in de praktijk dat bij het flitsen in de groothoekstand en/of bij een uitgeschoven groothoekadapter meer flitslicht wordt afgegeven dan gewenst. Verminder de flitsintensiteit met de knop. Meer hierover in Compensatie van de flitssterkte. 4. Te weinig reflectie Er zijn teveel donkere vlakken in beeld. De reflectie van het onderwerp is vertaald naar een gemiddelde belichting waardoor het onderwerp is overbelicht. Pas belichtingscompensatie toe, zie Compensatie van de flitssterkte.

5 5. Verstoorde communicatie De communicatie tussen camera en flitser is verstoord door vervuilde contactpunten op het flitsschoentje. Reinig de contacten met alcohol, zie het artikel Voorkom miscommunicatie tussen flitser en camera door regelmatig de contactpunten te reinigen. Heeft de flitser het onderwerp niet over- maar juist onderbelicht? Lees dan hier de Vijf mogelijke oorzaken én oplossingen van onderbelichte flitsfoto s

6 3. Hoe kan het dat de flitsafstand niet (meer) zichtbaar is op het LCD scherm van de flitser? Het kunnen aflezen tot welke afstand het flitslicht het onderwerp kan bereiken is essentieel bij het maken van correct belichte flitsfoto s. Kun je de flitsafstand niet (meer) aflezen op het LCD scherm achterop de flitser? Vijf redenen waarom deze indicator niet verschijnt. 1. De flitskop is gekanteld De flitsafstanden zijn alleen zichtbaar wanneer de flitskop niet gekanteld is. Plaats de flitskop in frontale positie, druk de ontspanknop half in en de flitsafstanden zullen zichtbaar worden. 2. De flitser is niet geavanceerd genoeg Op geavanceerde flitsers is bij TTL flitsen zowel de minimale als de maximale afstand zichtbaar Op de minder geavanceerde flitsers is bij TTL flitsen alleen de maximale flitsafstand afleesbaar Op de minst geavanceerde flitsers is bij TTL flitsen of de Manuele flitsmodus in het geheel geen flitsafstand afleesbaar 3. Flitser of camera staat uit De camera en de flitser dienen beiden aan te staan om de informatie van de flitsafstanden te kunnen aflezen. 4. De flitser staat op Stand-by Na een aantal seconden verdwijnt de informatie op het LCD scherm. De ontspanknop op de camera dient opnieuw half ingedrukt te worden om de indicator op het LCD scherm van de flitser én camera weer te activeren.

7 5. Lege batterijen De batterijen zijn niet volledig opgeladen. Plaats nieuwe volgeladen batterijen in de flitser of wacht totdat het rode lampje achterop de flitser weer brandt.

8 4. Hoe voorkom ik dat het flitslicht reflecteert op ramen, brillenglazen of andere glanzende materialen? Fotografeer je met de flitser, dan zul je van tijd tot tijd een glanzend voorwerp in beeld hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mensen die een bril dragen, een raam op de achtergrond, of vazen en deuren van glanzend materiaal. Voeg je nu flitslicht toe op het onderwerp zal het licht hierop worden gereflecteerd. Het gevolg laat zich raden: een grote witte vlek van reflecterend licht. Drie tips om het probleem te voorkomen. 1. Verander je standpunt Zorg ervoor dat je niet frontaal in de richting van het glanzende object flitst maar kies een andere camerapositie door schuin te staan ten opzichte van het onderwerp. Dat hoeft niet per se een grote hoek te zijn, bij deze foto-opname staat de flitser (en daarmee ook de camera) slechts een fractie schuin geplaatst ten opzichte van de brildraagster. Het model kijkt bijna recht in de camera maar de schuine hoek, hoe minimaal die ook is, voorkomt reflecties in het brillenglas. 2. Flits indirect Kantel de flitskop naar het plafond of een ander reflecterend oppervlak zoals een muur of reflectiescherm. In het voorbeeld van de eerste foto is de glanzende vaas niet fraai belicht omdat de flitser in frontale positie stond. Bij de tweede foto is de flitskop omhoog gekanteld naar het witte plafond waardoor er geen (lelijke) reflecties meer waarneembaar zijn.

9 3. Flits met een losgekoppelde flitser Gebruik een kabel, transmitter of de functie draadloos flitsen. In het voorbeeld van de eerste foto is de glanzende deur op de achtergrond niet fraai belicht omdat de flitser in frontale positie stond. Bij de tweede foto is de flitser losgekoppeld van de camera. Een assistent hield de flitser vast en laat het flitslicht op het gezicht vallen vanaf de rechterzijde. Zo zijn de reflecties op de achtergrond verdwenen.

10 5. Hoe voorkom ik de zgn. rode ogen? De pupil van het oog wordt groter naarmate het donkerder is. Het flitslicht reflecteert in de bloedvaten van het netvlies, wat het zogenaamde rode-ogen-effect veroorzaakt. Vier manieren om rode ogen in je foto s te voorkomen. 1. Activeer de flitsfunctie Rode-ogen-reductie. Deze methode geeft eerst een korte voorflits alvorens de hoofdflits wordt afgegeven. De functie is doorgaans redelijk effectief. Maar omdat het moment van de foto-opname wordt vertraagd, is deze functie voor serieuze toepassingen ongeschikt. 2. Laat het model wegkijken van de camera. 3. Flits indirect. 4. Flits met een losgekoppelde flitser en richt het licht zijwaarts ten opzichte van de ogen.

11 6. Waarom weigert de functie van autofocus bij flitsen in een slecht-verlichte ruimte? De autofocus werkt alleen als er wordt scherpgesteld op een onderwerp met contrast. Bekijk onderstaande foto eens. Zou je scherp stellen op de huizen, dan zal de autofocus prima werken. Er is namelijk genoeg contract. Stel je nu scherp op de blauwe lucht, dan is de autofocus niet in staat om te bepalen waar het scherpstelpunt licht. Er is geen contrast in de lucht. Of je de flitser gebruikt of niet, de autofocus van je camera heeft contrast nodig. Op locaties met weinig tot geen aanwezig licht kan de camera geen contrast detecteren omdat het te donker is. Zet je echter de flitser aan dan zal de AF assist, de hulpverlichting, een lichtje op je onderwerp laten schijnen (zie onderstaande afbeelding). Kortom, als de hulpverlichting op je flitser is ingeschakeld, wordt deze automatisch geactiveerd in onverlichte ruimtes zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt.

12 De hulpverlichting heeft een bereik tot circa 10 meter. Als hulpverlichting niet mogelijk is, vanwege comptabiliteitsproblemen of bij een scherpstelpunt verder dan 10 meter, dien je manueel scherp te stellen.

13 7. Waarom lukt het niet om een spoort van bewegingsonscherpte te creëren? Het maken van bewegingsonscherpte kan alleen uitgevoerd worden met een trage sluitertijd in combinatie met beweging. Om het spoor te maken moet ofwel je onderwerp door het beeld bewegen, dan wel de camera bewegen terwijl de sluiter open staat. De hoeveelheid bewegingsonscherpte is afhankelijk van de snelheid van de beweging van het onderwerp alsmede van de duur van de sluitertijd. Het uitgangspunt is dan ook om een trage sluitertijd te gebruiken. De foto hoeft niet per se in de avond te worden gemaakt met gering aanwezig licht. Ook op een bewolkte dag kun je dit uitvoeren, zolang de sluitertijd maar traag genoeg is. Tips om een spoor van bewegingsonscherpte te creëren Zorg ervoor dat je onderwerp of je camera voldoende beweegt als je de foto maakt. Laat bijvoorbeeld het onderwerp van links naar rechts door het beeld bewegen. Of als je je camera wilt bewegen, roteer je camera in de rondte terwijl de sluiter open staat. Hoe sneller de beweging, des te meer bewegingsonscherpte. Hoe trager de sluitertijd, des te meer bewegingsonscherpte. Ga ervan uit dat je de achtergrond correct belicht, zoals je dat hebt geleerd in de les Flits- en Omgevingslicht combineren. Kies eerst een trage sluitertijd, bijvoorbeeld ½ sec of trager. Bij avondopnames is het geen probleem om daar ieder willekeur diafragma en ISO bij te kiezen. Echter, als je de foto tijdens de dag maakt, ben je met ½ sec genoodzaakd om een klein diafragma te kiezen van bijvoorbeeld F16 en een ISO van 100. Leer meer over het maken van een spoor van bewegingsonscherpte in de les Flitsen met een trage synchronisatietijd

14 8. Wanneer ik de flitskop kantel, zie ik ineens geen afstand meer in mijn display. Hoe kan ik bouncen en toch ook de afstand blijven zien? De flitsafstanden zijn alleen zichtbaar wanneer de flitskop niet is gekanteld. Zelfs niet als deze slechts een fractie gekanteld is. Plaats de flitskop in frontale positie, druk de ontspanknop half in en de flitsafstanden zullen zichtbaar worden. Het ligt niet aan een bepaald type flitser; dit is bij iedere flitser het geval. Dat is jammer want daardoor moet je bij het indirect flitsen steeds de flitskop eerst recht vooruit zetten om de flitsafstand te kunnen aflezen. Wellicht dat de fabrikanten in de toekomst hier een oplossing voor vinden.

15 9. Als ik mijn flitser off-camera gebruik, zie ik geen flitsafstand, ISO en Diafragma. Hoe kan dit? Wanneer je de flitser off-camera gebruikt, ongeacht of dit met een transmitter of de draadloze flitsbesturing is, tonen flitsers geen informatie over de flitsafstand, ISO en het diafragma op het LCD scherm van de flitser. Hoewel Nikon flitsers kunnen worden geijkt met de camera-instellingen, is dat bij Canon flitsers niet het geval (verbeterpuntje voor Canon ). Dat is jammer want de afstand waarop je de flitser moet houden om het onderwerp goed te belichten is erg belangrijk om over- of onderbelichte foto s te voorkomen. Wanneer de afstand van de flitser tot het onderwerp te groot is zullen je foto s onderbelicht worden. En wanneer de afstand te kort is, is je foto overbelicht. Je kunt dit op één van de twee volgende manieren oplossen: 1. breng de flitser verder weg of dichterbij het onderwerp 2. verhoog of verlaag de flitskracht De flitskracht vermeerderen of verminderen, al naar gelang je goed acht, doe je met de + of functie van je flitser. Meer informatie hierover tref je in de paragraaf Manueel Flitsen met een Losgekoppelde Flitser.

16 10. Wat is het verschil tussen Meervlaks- en Matrixmeting? Geen, beiden zijn de lichtmetingen van het hele gebied wat je door de zoeker ziet. Het enige verschil is de benaming. Canon gebruikt de term Meervlaksmeting terwijl Nikon (en enkele andere merken) over Matrixmeting spreekt. De andere meetmethodes worden Deelmeting (Canon) en Centrummeting (Nikon) genoemd. Hier wordt het middelste deel van het gebied in de zoeker gebruikt om de automatische belichting van de foto te meten. De gebieden daar omheen zijn niet van invloed hierop. Spotmeting wordt bij vrijwel alle merken hetzelfde genoemd. Alleen het middelste punt van het gebied in de zoeker wordt gebruikt voor de lichtmeting.

17 11. Is het mogelijk om bij vol daglicht een trage synchronisatietijd te creëren? Dat wordt lastig. Je loopt tegen de beperkingen aan van de grote hoeveelheid licht. Bij fel zonlicht is het bijna niet mogelijk om een trage synchronisatietijd te creëren. Er is eenvoudigweg té veel licht aanwezig. Je kunt echter wel een zo traag mogelijk tijd bewerkstelligen door je camera op ISO 100 te zetten (of lager indien je camera die functie biedt), F32 (indien je lens dit toelaat) en een grijsfilter op je lens zetten. Zo creëer je de meest trage sluitertijd die in een bepaalde lichtsituatie mogelijk is. Een spoor van bewegingsonscherpte trekken is lastig in fel zonlicht. In de paragraaf Flitsen op het Tweede Gordijn staan voorbeeldfoto s van een wielrenner. Die zijn overdags gemaakt. Maar de foto is tot stand gekomen in een bosrijke omgeving waar de zon niet op het onderwerp scheen. Daarnaast is gekozen voor een kleine diafragma-opening en ISO 50.

18 12. Hoe voorkom ik een glimmende huid op foto s? Een glimmende huid zie je voornamelijk wanneer het gezicht wordt belicht met hard licht van studiolampen of flitsers. Het heeft ermee te maken dat de persoon in kwestie een vette huid heeft of een glanzende crème gebruikt. Het komt voor bij zowel mannen als vrouwen. Om dit te voorkomen kun je een van deze twee dingen doen: 1. Indirect flitsen via een plafond. Door via het plafond te flitsen valt het licht niet direct op het gezicht maar komt het van een andere richting. Bovendien neemt de intensiteit van het licht af. 2. Het gezicht poederen met make-up poeder. De poeder geeft de huid een matte teint. En alles wat mat is, reflecteert geen licht. In de make-up ruimtes van televisiestudio s is het gebruikelijk om iedereen die gefilmd wordt in te poederen.

19 13. Wat kan ik doen om teamfoto s in een sporthal van voor tot achter scherp in beeld te krijgen? Volledige vraag: Op de teamfoto is de voorste rij scherp terwijl de achterste toch wat wazig blijft. Gegevens over de omstandigheid: ik fotografeer in een zaal die erg hoog is, dus bouncen is uitgesloten. Canon 1D Mark IV, Speedlite 580EX, 500 ISO, brandpunt 43 mm Diafragma 2.8 en Sluitertijd 1/80 sec. Wat kan ik doen om de deze teamfoto van voor tot achter scherp in beeld te krijgen? Antwoord van ASISO. Er zijn drie mogelijkheden om dit op te lossen. 1. Niet Flitsen Je hebt in dit geval niet te maken met tegenlicht dus is flitsen niet per se noodzakelijk. Ik weet niet precies hoeveel licht er aanwezig is in de sporthal maar vast wel voldoende om een foto te maken zónder flits. Er moet immers ook genoeg licht zijn om te kunnen sporten. Niet flitsen en indien noodzakelijk verhoog je de ISO waarde naar 1600 of hoger. 2. Meer scherpte in de foto Of je nu wel of niet flitst, om meer scherpte in je foto te krijgen kunnen we het volgende aanbevelen.

20 Stel de camera als volgt in: 800 of 1600 ISO kies een sluitertijd van 1/30 (bekijk dit filmpje. Je leert hoe je bewegingsonscherpte, veroorzaakt door je eigen bewegingen, kunt minimaliseren of voorkomen: kies een brandpuntsafstand van 35mm als je scherp stelt op 3 meter afstand, op de voorste rij sporters, en een diafragma van F2.8 instelt, heb je met een Full Sensor camera een totaal scherpte gebied van 1.27 meter: scherpte begint bij 2.49 meter en eindigt bij 3.77 meter. Vanaf die afstanden loopt het scherptegebied af. Kortom, met deze instelling wordt er na ná het scherpstelpunt nog 77 centimeter scherp afgebeeld. Dat is erg krap in jouw voorbeeldfoto. stel nu dat je je diafragma op F4 zet, liggen die afstanden anders: dan begint het scherptegebied bij 2.32 meter en eindigt op 4.23 meter. Dat is 1.23 meter scherpte ná het scherpstelpunt. Daarmee moet het lukken. Je vraagt je misschien af, hoe weet je dat zo nauwkeurig? Welnu, neem de paragraaf Scherpte diepte en het Flitslicht nog eens door. 3. Photoshop Op de foto die je hierbij retour ontvangt heb ik een onscherp masker toegepast. Dat kun je als volgt doen in Photoshop:

21 Photoshop Elements: ga in het Menu naar Verbeteren, kies Onscherp masker. Bij de meeste foto s is de volgende instelling een goed gemiddelde: hoeveelheid 100%, radius 1, drempel 0. Photoshop CS: ga in het Menu naar Filter, kies Onscherp masker. Bij de meeste foto s is de volgende instelling een goed gemiddelde: hoeveelheid 100%, radius 1, drempel 0. Onscherp masker is een verwarrende term. Het doet vermoeden of je de foto onscherper maakt. Maar wat er eigenlijk bedoeld wordt met onscherp masker is onscherpte maskeren. Auteursrechten: ASISO