Ruud Gort

Transcriptie

1

2

3

4

5 Het 5 stappenplan voor het gebruik van Nikon D3100 spiegelreflex camera: Bij elke camera is er een onderverdeling van hoofdonderdelen en aanvullingen. In deze handleiding wil ik in 5 stappen de basis, de hoofdonderdelen van deze camera uitleggen. De camera die je gaat gebruiken is zo ingesteld dat hij klaar is voor gebruik en met het 5 stappenplan kun je nog meer uit de camera halen. En mochten er vragen zijn, gedurende de training kun je deze natuurlijk altijd stellen! Stap 1: Met de on/of knop kun je de camera natuurlijk aan of uit zetten. En met de ontspanknop maak je de foto. Als je deze knop half indrukt zul je merken dat de camera gaat scherpstellen. Lukt hem dat niet, richt de camera dan op een meer contrastrijk onderdeel in je onderwerp en probeer het opnieuw. Verder heb je de afspeelknop en daarmee kun je de fotoʼs bekijken die je hebt gemaakt. Met de selectieknop kun je bladeren door de fotoʼs die je eerder hebt gemaakt. Stap 2: Je kunt kiezen uit verschillende programmastanden. We hebben de auto stand en dat wil eigelijk zeggen; met het instellen van de camera wil ik me niet bezig houden. Wil je wel de regie over de camera, dan is de eerste stap om de programmaknop in de P stand te zetten. Wil je nog een stapje verder gaan, dan heb je ook nog de S, de A en de M stand. P stand - camera bepaald in de basis de sluitertijd en het diafragma, maar je kunt zelf bepalen welke ISO-waarde, of je wel of niet wil flitsen, of je een +/- correctie wil instellen e.d. Daarnaast kun je per opname de gekozen sluitertijd diafragma combinatie aanpassen door aan je instelwiel te draaien. S stand - Extra mogelijkheid ten opzichte van de P stand; jij bepaald de sluitertijd en binnen de grenzen van de mogelijkheden van de camera, zoekt hij er een diafragma waarde bij en blijft er ook in staan. A stand - Extra mogelijkheid ten opzichte van de P stand; jij bepaald het diafragma en binnen de grenzen van de mogelijkheden van de camera zoekt hij er een sluitertijd bij en blijft er ook in staan Ruud Gort contact@zienwateris.nl

6 M stand - Extra mogelijkheid ten opzichte van de A of de S stand is dat je zowel de sluitertijd en het diafragma kunt instellen en de camera geeft alleen een advies. Nadeel is wel dat je minder snel kunt werken en je bij elke verandering van je beelduitsnede je de diafragma/sluitertijd combinatie moet aanpassen. Dat is natuurlijk allemaal mooi, maar dan wil je ook weten wat ISO-waarde, sluitertijd en diafragma betekenen en hoe je het moet instellen. Stap 3: Om een foto te kunnen maken moet er licht (het beeld) voor een bepaalde tijd geprojecteerd worden op de sensor. Vroeger zat er in een camera een filmpje en daar voor in de plaats is nu een sensor gekomen. Voor de belichting heb je 3 basis onderdelen nodig; ISO-waarde, sluitertijd en diafragma. ISO-waarde: Met de ISO waarde stel je de gevoeligheid in van de sensor, waarbij ISO 100 een lage waarde is en bijvoorbeeld ISO 3200 juist een hoge. Bij een hoge waarde heb je minder licht nodig voor een goede belichting en bij een lage waarde juist meer licht. Maar een hoge waarde zal de structuur van de opname grover maken. Standaard staat de camera in de auto ISO stand. Dat wil zeggen; afhankelijk van de hoeveelheid licht die er op het onderwerp staat, de camera de ISO waarde instelt. Sluitertijd: Met de sluitertijd stel je de snelheid in waarmee de sluiter open en dicht gaat. Hoe korter deze tijd is, des te minder licht er op de sensor kan komen. 1/15 betekend; een vijftiende deel van een seconde. Dit kan achter op de camera staan en in de zoeker komt dan links onder 15 te staan. 1/2000 is dus een heel snelle sluitertijd en 1/2 dus een heel langzame sluitertijd. Diafragma: Met je diafragma bepaal je de opening in het objectief. Daar heb je verschillende waardes voor. De basis regel is; hoe groter het getal hoe kleiner de opening en hoe kleiner het getal hoe groter de opening. 1.8 Is een hele grote opening, 22 een hele kleine opening. Instel mogelijkheden bij: P stand - je kunt met het verdraaien van het instelwiel de combinatie aanpassen. A stand - je kunt met het verdraaien van het instelwiel je diafragma aanpassen. De camera zoekt binnen de mogelijkheden van de camera er een gewenste sluitertijd bij. Deze combinatie zal niet veranderen, tenzij je hem zelf aanpast. S stand - je kunt met het verdraaien van het instelwiel je sluitertijd aanpassen. De camera zoekt binnen de mogelijkheden van de camera er een gewenste diafragma bij. Deze combinatie zal niet veranderen, tenzij je hem zelf aanpast. Ruud Gort contact@zienwateris.nl

7 ISO waarde instellen: Druk de ontspanknop half in; het scherm achterop de camera wordt geactiveerd. Druk de info knoop in; één onderdeel op het scherm wordt geel. (Dat is het onderdeel waar je een aanpassing kunt aanbrengen.) Ga met de selectieknop naar de ISO waarde op het scherm, druk de OK knop (in de selectieknop) in en nu kun je met de selectieknop de ISO waarde aanpassen. Stap 4: De vierde stap is het gebruik van de brandpunt standen en hun effecten. Door te draaien aan de zoomring kun je kiezen uit verschillende brandpunt standen. Staat hij op de 18 mm stand en je kijkt door de zoeker, dan zul je zien dat de wereld er ruimer, weidser uit ziet dan in de 105 mm stand. In de 105 mm stand kun je een selectie maken van het totale beeld wat je in ʻwerkelijkheidʼ ziet. Ga je in de 35 mm stand staan, dan zul je merken dat het beeld redelijk overeen komt met wat je in ʻwerkelijkheidʼ ervaart. Stap 5: Soms zul je merken dat een foto te licht of juist te donker is geworden. Met de +/- correctie knop heb je de mogelijkheid om de helderheid van de foto die je daarna maakt, aan te passen. Met plus wordt hij lichter en met min wordt hij donkerder. Druk de +/- correctie knop in, nu kun je met het instelwiel in kleine stapjes een plus of min correctie aanbrengen. Vergeet het niet terug te zetten na je op name! Hopelijk heb je hier voldoende aan om te kunnen werken met deze camera! Ruud Gort