vacon 100 hvac frequentieregelaars applicatie handleiding

Transcriptie

1 vacon 100 hvac frequentieregelaars applicatie hanleiing

2

3 VOORWOORD VACON 3 VOORWOORD Document-ID: DPD01702J1 Datum: Softwareversie: FW0065V030 INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING Het auteursrecht op eze hanleiing berust bij Vacon Plc. Alle rechten voorbehouen. In eze hanleiing leest u over e functies van e Vacon AC-frequentieregelaar en hoe u eze kunt gebruiken. De structuur van e hanleiing komt overeen met e menustructuur van e frequentieregelaar (hoofstuk 1 en 4 8). Hoofstuk 1 Snelstartgis Aan e slag met het beieningspaneel Hoofstuk 2 Wizars Snel applicaties instellen Hoofstuk 3 Gebruikersinterfaces De typen isplays en het gebruik van het beieningspaneel De pc-tool Vacon Live De functies van e velbus Hoofstuk 4 Menu Monitoring Een overzicht van alle monitoringwaaren Hoofstuk 5 Menu Parameters Een overzicht van alle parameters van e frequentieregelaar Hoofstuk 6 Menu Diagnose Hoofstuk 7 Menu I/O en harware Hoofstuk 8 Menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveau Hoofstuk 9 Parameterbeschrijvingen Parameters gebruiken Digitale en analoge ingangen programmeren Applicatiespecifieke functies Hoofstuk 10 Fouttracering 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM

4 VACON 4 VOORWOORD Fouten en bijbehorene oorzaken Fouten resetten Deze hanleiing bevat een groot aantal tabellen met parameters. Hieroner wort uitgeleg hoe u eze tabellen moet interpreteren. A B C D E F G H Inex Parameter Min Max Unit Default ID Description I A. De locatie van e parameter in het menu. Dit is ook het parameternummer. B. De naam van e parameter. C. De minimumwaare van e parameter. D. De maximumwaare van e parameter. E. De eenhei van e parameterwaare. De eenhei wort getoon als eze beschikbaar is. F. De fabrieksinstelling. G. Het ID-nummer van e parameter. H. Een korte beschrijving van e waaren van e parameter en/of e functie. I. Dit symbool geeft aan at er meer informatie over eze parameter beschikbaar is in het hoofstuk Parameterbeschrijvingen. OPMERKING: U kunt e Engelse en Franse proucthanleiingen met e bijbehorene veiligheis-, gevaar- en waarschuwingsinformatie ownloaen van REMARQUE Vous pouvez télécharger les versions anglaise et française es manuels prouit contenant l'ensemble es informations e sécurité, avertissements et mises en gare applicables sur le site ownloas TEL (0) FAX +358 (0)

5 VOORWOORD VACON 5 FUNCTIES VAN DE VACON AC-FREQUENTIEREGELAAR Wizars voor opstarten, PID-besturing, multipompmous en fire mous, voor eenvouige inberijfstelling. FUNCT-knop voor het eenvouig schakelen tussen lokale en externe beiening. De externe beieningsplaats kan een I/O- of velbusverbining zijn. U kunt e externe beieningsplaats selecteren met een parameter. Startvergrenelingsingang (empervergreneling). De frequentieregelaar start niet voorat eze ingang is geactiveer. Een beieningspagina voor snelle beiening en bewaking van e belangrijkste waaren. Verschillene voorverwarmingsmoi om conensatie te voorkomen. Maximale uitgangsfrequentie van 320 Hz. Interne klok (RTC) en timerfuncties (optionele klokbatterij vereist). U kunt rie tijkanalen programmeren voor verschillene functies van e frequentieregelaar. Onersteuning voor externe PID-regelaar. Hiermee kunt u bijvoorbeel een klep beienen met e I/O van e AC-frequentieregelaar. Een slaapmous ie e frequentieregelaar automatisch in- en uitschakelt om energie te besparen. PID-regelaar met twee zones en twee verschillene terugkoppelsignalen: minimum- en maximumbesturing. Twee referentiebronnen voor e PID-regelaar. U kunt e gewenste bron selecteren met een igitale ingang. Een functie voor PID-referentieversterking. Vooruitsturing voor een betere respons bij procesveraneringen. Bewaking van proceswaaren. Multipompbesturing. Drukverliescompensatie voor het compenseren van rukverliezen in leiingen, bijvoorbeel wanneer e sensor ten onrechte in e buurt van een pomp of ventilator is geplaatst. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM

6 VACON 6 TEL (0) FAX +358 (0)

7 INHOUDSOPGAVE VACON 7 INHOUDSOPGAVE Voorwoor Informatie over eze hanleiing 3 Functies van e Vacon AC-frequentieregelaar 5 1 Snelstartgis Beieningspaneel De isplays De eerste keer starten Beschrijving van e applicaties Vacon HVAC-applicatie 12 2 Wizars PID Mini-Wizar Mini-wizar Multi-pomp Fire mous wizar 21 3 Gebruikersinterfaces Navigatie met het beieningspaneel Het grafische isplay Waaren bewerken Fouten resetten De FUNCT-knop Parameters kopiëren Parameters vergelijken Helpteksten Het menu Favorieten gebruiken Het tekstisplay Waaren bewerken Fouten resetten De FUNCT-knop Menustructuur Quick setup Monitor Vacon Live 44 4 Menu Monitoring Menugroep Monitor Multimonitor Basis Bewaking van timerfuncties Bewaking van e PID1-regelaar Bewaking van e PID2-regelaar Bewaking multi-pomp Bewaking van velbusprocesata 53 5 Menu Parameters Groep 3.1: Motorinstellingen Groep 3.2: Start/Stop-instellingen HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM

8 VACON 8 INHOUDSOPGAVE 5.3 Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties Groep 3.4: Instellingen voor ramping en remmen Groep 3.5: I/O-configuratie Groep 3.6: Velbusatamap Groep 3.7: Verboen frequenties Groep 3.8: Grenswaarebewaking Groep 3.9: Beveiligingen Groep 3.10: Automatische reset Groep 3.11: Timerfuncties Groep 3.12: PID-regelaar Groep 3.13: PID-regelaar Groep 3.14: Multi-pomp Groep 3.16: Fire mous Groep 3.17: Applicatie-instellingen Groep 3.18: Instellingen voor kwh-pulsuitgang Menu Diagnose Actieve fouten Reset Fouten Foutenhistorie Totaaltellers Triptellers Software-info Menu I/O en harware Basis I/O Optiekaartslots Real-time klok Instellingen powerunit Beieningspaneel Velbus De menu's Gebruikersinstellingen, Favorieten en Gebruikersniveaus Gebruikersinstellingen Parameterback-up Favorieten Items toevoegen aan Favorieten Items verwijeren uit Favorieten Gebruikersniveaus De toegangscoe voor gebruikersniveaus wijzigen Parameterbeschrijvingen Motorinstellingen Start/Stop-instellingen Referenties Instellingen voor Ramping en Remmen 139 TEL (0) FAX +358 (0)

9 INHOUDSOPGAVE VACON I/O-configuratie Programmering van igitale en analoge ingangen Digitale ingangen Analoge ingangen Digitale uitgangen Verboen frequenties Beveiligingen Thermische motorbeveiligingen Beveiliging motorblokkering Onerbelastingsbescherming (roogloop) Automatische reset Timerfuncties PID-regelaar Referentiepunten Vooruitsturing Procesbewaking Drukverlies compensatie PID-regelaar Multi-pump function Fire mous Applicatie-instellingen Fouttracering Er wort een fout getoon Resetten met e resetknop Resetten met een parameter in het grafische isplay Resetten met een parameter in het tekstisplay Foutenhistorie De foutenhistorie bekijken in het grafische isplay De Foutenhistorie bekijken in het tekstisplay Foutcoes HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM

10 VACON 10 SNELSTARTGIDS 1 SNELSTARTGIDS 1.1 BEDIENINGSPANEEL Het beieningspaneel vormt e interface tussen e AC-frequentieregelaar en e gebruiker. Met het beieningspaneel kunt u het toerental van een motor regelen en e status van e AC-frequentieregelaar bewaken. Bovenien kunt u hiermee e parameters van e ACfrequentieregelaar instellen. A B C I H D G F E Afb. 1: De knoppen op het beieningspaneel A. De BACK/RESET-knop. Hiermee kunt u teruggaan in het menu, e bewerkingsmous afsluiten en fouten resetten. B. De pijltoets OMHOOG. Hiermee kunt u omhoog blaeren in een menu en waaren verhogen. C. De FUNCT-knop. Hiermee kunt u e raairichting van e motor wijzigen, e beieningspagina openen en e beieningsplaats kiezen. Voor meer informatie, zie Tabel 12 Instellingen besturingsreferenties. D. De pijltoets RECHTS. E. De startknop. F. De pijltoets OMLAAG. Hiermee kunt u omlaag blaeren in een menu en waaren verlagen. G. De stopknop. H. De pijltoets LINKS. Hiermee kunt u e cursor naar links verplaatsen. I. De OK-knop. Hiermee kunt u een geselecteer niveau of item openen of een keuze bevestigen. 1.2 DE DISPLAYS Er zijn twee typen isplays: het grafische isplay en het tekstisplay. Het beieningspaneel heeft altij ezelfe toetsen en knoppen. Het isplay toont e volgene gegevens: De status van e motor en e frequentieregelaar. Fouten in e motor en in e frequentieregelaar. Uw locatie in e menustructuur. 1 TEL (0) FAX +358 (0)

11 SNELSTARTGIDS VACON 11 A B C D E STOP READY I/O Main Menu ID: Quick Setup ( 17 ) Monitor ( 5 ) Parameters ( 12 ) M1 F G H Afb. 2: Het grafische isplay A. Het eerste statusvel: STOP/RUN B. De raairichting van e motor C. Het tweee statusvel: GEREED/NIET GEREED/FOUT D. Het alarmvel: ALARM/- E. Het beieningsplaatsvel: PC/IO/ BEDIENINGSPANEEL/VELDBUS A F. Het locatievel: het ID-nummer van e parameter en e huiige locatie in het menu G. De geselecteere groep of parameter H. Het aantal items in e esbetreffene groep B C D F Afb. 3: Het tekstisplay. Als e tekst te lang is om in één keer te woren weergegeven, schuift eze automatisch over het isplay. A. De statusinicatoren B. De alarm- en foutinicatoren C. De naam van e huiige groep of het huiige item 1.3 DE EERSTE KEER STARTEN E D. De huiige locatie in het menu E. De inicatoren voor e beieningsplaats F. De inicatoren voor e raairichting De opstartwizar begeleit u bij het instellen van e vereiste gegevens voor een juiste besturing van uw proces. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 1

12 VACON 12 SNELSTARTGIDS 1 2 Taalkeuze Zomertij* De opties zijn verschillen voor alle verschillene taalpakketten. Ruslan US EU UIT 3 Tij* uu:mm:ss 4 Datum*.mm. 5 Jaar* jjjj * Deze vragen woren alleen weergegeven als er een klokbatterij is geplaatst. 6 Opstartwizar uitvoeren? Ja Nee Als u e parameterwaaren hanmatig wilt instellen, selecteert u Nee en rukt u vervolgens op OK. 7 8 Selecteer een proces Stel een waare in voor Nominaal motortoerental (zoat eze overeenkomt met e motornaamplaat). Pomp Ventilator Bereik: Stel een waare in voor Nominale motorstroom. Bereik: varieert 10 Stel een waare in voor Minimumfrequentie. Bereik: Stel een waare in voor Maximumfrequentiereferentie. Bereik: Wanneer eze parameters zijn ingestel, is e opstartwizar voltooi. Als u e opstartwizar opnieuw wilt uitvoeren, kan at op twee manieren. Ga naar e parameter P6.5.1 Fabrieksinstellingen herstellen of e parameter P1.19 Opstartwizar. Selecteer vervolgens Activeren. 1.4 BESCHRIJVING VAN DE APPLICATIES VACON HVAC-APPLICATIE De Vacon AC frequentieregelaar wort gelever met een Vacon HVAC-applicatie ie onmiellijk gebruikt kan woren. U kunt e frequentieregelaar beienen vanaf het beieningspaneel of via e velbus, PC of I/O-klemmen. 1 TEL (0) FAX +358 (0)

13 SNELSTARTGIDS VACON 13 Stanaar-I/O-kaart Klem Signaal Beschrijving Referentiepotentiometer 1 10 kω 2-raas zener V ref AI1+ AI1- Referentie-uitgang Analoge ingang, spanning of stroom*) Gemeenschappelijke aansluiting analoge ingang (stroom) Spanning Externe referentie 4 20 ma/0 10 V (programmeerbaar) AI2+ AI2- Analoge ingang, spanning of stroom Gemeenschappelijke aansluiting analoge ingang (stroom) Stroom Vout GND DI1 DI2 DI3 CM 24 Vout GND 24V-hulpspanning I/O-aare Digitale ingang 1 Start VOORUIT Digitale ingang 2 Start ACHTERUIT Digitale ingang 3 Fout Gemeenschappelijk A voor DIN1 DIN6**) 24V-hulpspanning I/O-aare 14 DI4 Digitale ingang 4 Selectie vast DI5 DI6 CM Digitale ingang 5 Selectie vast 2 Digitale ingang 6 Fout reset Gemeenschappelijk A voor DIN1 DIN6**) ma AO1+ AO1-/GND Analoog signaal (+uitgang) Gemeenschappelijke aansluiting analoge uitgang Uitgangsfrequentie Vin 24 V hulpingangsvoltage Naar relaiskaart 1 of 2 A B RS-485 RS-485 Seriële bus, negatief Seriële bus, positief Afb. 4: Aansluitvoorbeelen van e besturingsaansluitingen voor e Stanaar-I/O-kaart * = Gebruik DIP-switches om eze te selecteren. Raapleeg e Vacon 100 installatiehanleiing voor wangemonteere frequentieregelaars. ** = U kunt e igitale ingangen van e aare isoleren met een DIP-schakelaar. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 1

14 VACON 14 SNELSTARTGIDS Van stanaar-i/o-kaart Van aansl. 6 of 12 RUN Van aansl. # Relaiskaart 1 Klem Signaal RO1/1 NC RO1/2 CM Relaisuitgang 1 Stanaar RUN 23 RO1/3 NO 24 RO2/1 NC RO2/2 CM RO2/3 NO Relaisuitgang 2 FOUT RO3/1 CM RO3/2 NO Relaisuitgang 3 GEREED Afb. 5: Aansluitvoorbeel van e besturingsaansluitingen voor relaiskaart 1 AANWIJZING! Niet beschikbaar voor Vacon 100 X. Van stanaar-i/o-kaart Van aansl. #12 RUN Van aansl. #13 Klem Relaiskaart 2 RO1/1 NC RO1/2 CM RO1/3 NO RO2/1 NC RO2/2 CM RO2/3 NO TI1+ TI1- Signaal Relaisuitgang 1 Relaisuitgang 2 Thermistoringang Stanaar RUN FOUT Afb. 6: Aansluitvoorbeel van e besturingsaansluitingen voor relaiskaart 2 AANWIJZING! Enige optie voor Vacon 100 X. U kunt e igitale ingangen (klemmen 8 10 en 14 16) op e stanaar-i/o-kaart esgewenst isoleren van e aare. Zet e DIP-switch op e besturingskaart aarvoor in e stan OFF. Zie e afbeeling hieroner voor e locatie van e switches, zoat u eze in e gewenste stan voor uw toepassing kunt instellen. AANWIJZING! Raapleeg e installatiehanleiing van e Vacon 100 X voor DIPswitchconfiguratie in Vacon 100 X-systemen. 1 TEL (0) FAX +358 (0)

15 SNELSTARTGIDS VACON 15 Digitale ingangen Zweven Verbonen met GND (stanaar!) Afb. 7: DIP-switch 24-HOUR SUPPORT +358 (0)

16 VACON 16 SNELSTARTGIDS Tabel 2: Parametergroep Quick setup Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P1.1 Nominale motorspanning varieert varieert V varieert 110 Neem e waare Un over van e motornaamplaat. Zie P P1.2 Nominale motorfrequentie Hz Neem e waare fn over van e motornaamplaat. Zie P P1.3 Nominaal motortoerental rpm varieert 112 Neem e waare nn over van e motornaamplaat. P1.4 Nominale motorstroom varieert varieert A varieert 113 Neem e waare In over van e motornaamplaat. P1.5 Motor Cos Phi varieert 120 Neem e waare over van e motornaamplaat. P1.6 Nominaal motorvermogen varieert varieert kw varieert 116 Neem e waare nn over van e motornaamplaat. P1.7 Motorstroomlimiet varieert varieert A varieert 107 P1.8 Minimumfrequentie 0.00 P1.9 Hz varieert 101 P1.9 Maximumfrequentie P Hz De maximale motorstroom van e AC-frequentieregelaar. De acceptabele minimumfrequentiereferentie. De acceptabele maximumfrequentiereferentie. P1.10 Referentieselectie I/O A De frequentiereferentiebron wanneer e beieningsplaats is ingestel op I/O A. Zie P3.3.3 voor e beschikbare opties. P1.11 Vaste frequentie 1 P Hz Selecteren met igitale ingang: Vaste frequentieselectie 0 (P ) (stanaar = Digitale ingang 4) 1 TEL (0) FAX +358 (0)

17 SNELSTARTGIDS VACON 17 Tabel 2: Parametergroep Quick setup Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P1.12 Vaste frequentie 2 P Hz P1.13 Acceleratietij s P1.14 Deceleratietij s Selecteren met igitale ingang: Vaste frequentieselectie 1 (P ) (stanaar = Digitale ingang 5) De tij ie e uitgangsfrequentie noig heeft om van nul tot e ingestele maximumfrequentie op te lopen. De tij ie e uitgangsfrequentie noig heeft om van e ingestele maximumfrequentie terug te lopen naar nul. P1.15 Beienplaats op afstan Selectie van e externe beieningsplaats (start/stop). 0 = Besturing I/O 1 = Velbusbeiening P1.16 Automatische reset = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P1.17 Fout Thermistor = Geen actie 1 = Alarm 2 = Fout (stop volgens stopmous) 3 = Fout (stop oor uitlopen) P1.18 PID Mini-Wizar* = Inactief 1 = Activeren Zie P1.19 Multipomp Wizar* = Inactief 1 = Activeren Zie hoofstuk 2.2 Miniwizar Multi-pomp. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 1

18 VACON 18 SNELSTARTGIDS Tabel 2: Parametergroep Quick setup Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P1.20 Opstartwizar** = Inactief 1 = Activeren Zie hoofstuk 1.3 De eerste keer starten. P1.21 Fire mous wizar** = Inactief 1 = Activeren * = De parameter wort alleen getoon op het grafische beieningspaneel. ** = De parameter wort alleen getoon op het grafische en het tekstbeieningspaneel. 1 TEL (0) FAX +358 (0)

19 WIZARDS VACON 19 2 WIZARDS 2.1 PID MINI-WIZARD De applicatiewizar helpt u om e basisparameters voor e geselecteere applicatie in te stellen. Als u e PID Mini-Wizar wilt starten, selecteert u e optie Activeren voor parameter P1.17 PID Mini-Wizar in het menu Quick setup De PID-regelaar is stanaar ingestel voor het gebruik van één terugkoppelsignaal en één referentiepunt. De stanaarbeieningsplaats is I/O A en e stanaarproceseenhei is %. 1 Stel e gewenste waaren in voor Proceseenhei (P ) Meer an één optie. Als u een anere optie selecteert an %, woren e volgene vragen weergegeven. Als u % selecteert, gaat e wizar irect oor naar vraag Stel een waare in voor Minimale proceseenhei (P ). Stel een waare in voor Maximale proceseenhei (P ). Stel een waare in voor Decimale proceseenhei (P ). Stel een waare in voor Terugkoppeling 1 bronselectie (P ). Het bereik is afhankelijk van e geselecteere optie in vraag 1. Het bereik is afhankelijk van e geselecteere optie in vraag 1. Bereik: 0-4 Zie Tabel 34 Instellingen voor terugkoppeling. Als u een analoog ingangssignaal selecteert, wort vraag 6 weergegeven. Als u een anere optie selecteert, gaat e wizar oor naar vraag Stel het signaalbereik van e analoge ingang in. Stel een waare in voor Inversie fout (P ). Stel een waare in voor Referentie bronselectie (P ). 0 = 0 10 V/0 20 ma 1 = 2 10 V/4 20 ma Zie Tabel 15 Instellingen voor analoge ingangen. 0 = Normaal 1 = Geïnverteer Zie Tabel 33 Instellingen voor referentiewaaren. Als u een analoog ingangssignaal selecteert, wort vraag 9 weergegeven. Als u een anere optie selecteert, gaat e wizar oor naar vraag HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 2

20 VACON 20 WIZARDS Als u Beieningspaneel Referentie 1 of Beieningspaneel Referentie 2 instelt, gaat e wizar irect oor naar vraag Stel het signaalbereik van e analoge ingang in. Stel een waare in voor Beieningspaneel Referentie 1 en Beieningspaneel Referentie 2 (P ). Stel het gebruik van e slaapfunctie in. 0 = 0 10 V/0 20 ma 1 = 2 10 V/4 20 ma Zie Tabel 15 Instellingen voor analoge ingangen. Afhankelijk van het bereik at is ingestel in vraag 9. 0 = Nee 1 = Ja Als u Ja selecteert bij vraag 11, woren e volgene rie vragen weergegeven. Als u Nee selecteert, is e wizar voltooi Stel een waare in voor Slaapfrequentielimiet (P ). Stel een waare in voor Slaapvertraging 1 (P ). Stel een waare in voor Ontwaakniveau (P ). Bereik: Hz Bereik: s Het bereik is afhankelijk van e geselecteere proceseenhei. De PID Mini-Wizar is nu voltooi. 2.2 MINI-WIZARD MULTI-POMP De mini-wizar Multi-pomp stelt e belangrijkste vragen voor het instellen van een multipompsysteem. De mini-wizar Multi-pomp volgt altij op e PID Mini-Wizar. 15 Stel een waare in voor Aantal motoren (P ) Stel een waare in voor Vergrenelfunctie (P3.14.2). 0 = Niet gebruikt 1 = Ingeschakel 17 Stel een waare in voor Autowissel (P3.14.4). 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel Als u e functie Autowissel inschakelt, woren e volgene rie vragen weergegeven. Als u e functie Autowissel niet gebruikt, gaat e wizar irect oor naar vraag TEL (0) FAX +358 (0)

21 WIZARDS VACON Stel een waare in voor Frequentieregelaar opnemen (P3.14.3). Stel een waare in voor Autowissel interval (P3.14.5). Stel een waare in voor Autowissel frequentielimiet (P3.14.6) 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel 0,0 3000,0 u Hz 21 Stel een waare in voor Banbreete (P3.14.8) % 22 Stel een waare in voor Banbreetevertraging (P3.14.9) s Hierna toont het beieningspaneel e igitale ingangs- en relaisuitgangsconfiguratie ie oor e applicatie is uitgevoer (alleen grafisch beieningspaneel). Noteer eze waaren voor later. 2.3 FIRE MODUS WIZARD Als u e wizar Fire mous wilt starten, selecteert u e optie Activeren voor parameter B1.1.4 in het menu Quick setup. LET OP! Lees voorat u oorgaat over het wachtwoor en e garantiebepalingen in hoofstuk 9.13 Fire mous. 1 Stel een waare in voor parameter P Fire mous-frequentiebron. Meer an één optie. Als u een anere waare instelt an Fire mous frequentie, gaat e wizar irect oor naar vraag HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 2

22 VACON 22 WIZARDS Stel een waare in voor parameter P Fire mous frequentie. Stel in of het signaal moet woren geactiveer wanneer het contact wort geopen of gesloten. Stel een waare in voor e parameters P Fire mous activering openen / P Fire mous activering sluiten. Stel een waare in voor parameter P Fire mous achteruit. 8,00 Hz P (MaxFreqReferentie) 0 = Open contact 1 = Gesloten contact Selecteer een igitale ingang voor het activeren van e Fire mous. Zie ook hoofstuk 9.13 Fire mous. Selecteer een igitale ingang voor het activeren van e omgekeere raairichting in e Fire mous. DigIn Slot0.1 = VOORUIT DigIn Slot0.2 = ACHTERUIT 6 Stel een waare in voor P Fire mous wachtwoor. Stel een wachtwoor in voor het inschakelen van e functie Fire mous = Testmous inschakelen 1001 = Fire mous inschakelen 2 TEL (0) FAX +358 (0)

23 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 23 3 GEBRUIKERSINTERFACES 3.1 NAVIGATIE MET HET BEDIENINGSPANEEL De gegevens van e AC-frequentieregelaar zijn onergebracht in menu's en submenu's. Met e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG op het beieningspaneel kunt u oor e menu's navigeren. Druk op OK om een groep of parameter te openen. Druk op e BACK/RESET-knop om terug te keren naar het vorige niveau. Uw huiige locatie in het menu wort op het scherm weergegeven als M Daarnaast wort e naam van e huiige groep of parameter weergegeven. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

24 VACON 24 GEBRUIKERSINTERFACES Hoofmenu Submenu's Hoofmenu Submenu's Hoofmenu Submenu's M1 Quick setup M2 Monitor M2.1 Multimonitor M2.2 Basis M2.3 Timerfuncties M2.4 PID-regelaar 1 M2.5 PID-regelaar 2 M2.6 Multi-pomp M2.7 Velbusgegevens M3 Parameters M4 Diagnose M3.1 Motorinstellingen M3.2 Start/stop-instellingen M3.3 Referenties M3.4 Ramps en remmen M3.5 I/O-configuratie M3.6 Velbusatamap M3.7 Verboen frequentie M3.8 Grenswaarebewaking M3.9 Beveiligingen M3.10 Automatische reset M3.11 Timerfuncties M3.12 PID-regelaar 1 M3.13 PID-regelaar 2 M3.14 Multi-pomp M3.16 Fire mous M3.17 Applicatie- instellingen M3.18 kwh-pulsobject M4.1 Actieve fouten M4.2 Reset Fouten M5 I/O en harware M6 Gebruikersinstellingen M7 Favorieten M8 Gebruikersniveaus M5.1 Basis-I/O M5.2 M5.4 Slot C,D,E M5.5 Real-time klok M5.6 Instellingen voeingseenhei M5.7 Beieningspaneel M5.8 RS-485 M5.9 Ethernet M6.1 Taalkeuze M6.5 Parameterback-up M6.6 Parameters vergelijken M6.7 Naam frequentieregelaar M8.1 Gebruikersniveau M8.2 Toegangscoe M4.3 Foutenhistorie M4.5 Totaaltellers M4.6 Triptellers M4.7 Software-info Afb. 8: De menustructuur van e AC-frequentieregelaar 3 TEL (0) FAX +358 (0)

25 GEBRUIKERSINTERFACES VACON HET GRAFISCHE DISPLAY A B C D E STOP READY I/O Main Menu F ID: Quick Setup ( 17 ) Monitor ( 5 ) Parameters ( 12 ) M1 G H Afb. 9: Het hoofmenu van het grafische isplay A. Het eerste statusvel: STOP/RUN B. De raairichting C. Het tweee statusvel: GEREED/NIET GEREED/FOUT D. Het alarmvel: ALARM/- E. De beieningsplaats: PC/IO/ BEDIENINGSPANEEL/VELDBUS F. Het locatievel: e parameter-id en e huiige locatie in het menu G. De geselecteere groep of parameter: ruk op OK om te openen H. Het aantal items in e esbetreffene groep WAARDEN BEWERKEN In het grafische isplay kunt u e waare van een parameter op twee manieren bewerken. In e meeste gevallen kunt u slechts één waare selecteren voor een parameter. Selecteer e gewenste optie in e reeks numerieke of tekstwaaren. DE TEKSTWAARDE VAN EEN PARAMETER WIJZIGEN 1 Ga met e pijltoetsen naar e parameter. STOP READY I/O Start / Stop Setup ID:172 M3.2.1 Rem Control Place I/O Control KeypaStopButton Yes Start Function Ramping 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

26 VACON 26 GEBRUIKERSINTERFACES 2 Druk twee keer op OK of ruk op e pijltoets RECHTS om e bewerkingsmous te activeren. STOP READY I/O Rem Control Place ID: Eit M3.2.1 Help A to favourites 3 Druk op e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om e nieuwe waare te selecteren. STOP READY I/O Rem Control Place ID: M3.2.1 FielbusCTRL I/O Control 4 Druk op OK om e wijziging te accepteren. Druk op e BACK/RESET-knop om e wijziging te annuleren. NUMERIEKE WAARDEN BEWERKEN 1 Ga met e pijltoetsen naar e parameter. 2 Activeer e bewerkingsmous. STOP READY I/O Frequency Ref ID:101 P MaxFreqReference 0.00 Hz MinFreqReference Hz PosFreqRefLimit Hz STOP READY I/O MinFreqReference ID:101 P Hz Min: 0.00Hz Max: 50.00Hz 3 TEL (0) FAX +358 (0)

27 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 27 3 Als e waare numeriek is, kunt u met e pijltoetsen LINKS en RECHTS van cijfer naar cijfer gaan. Wijzig e cijfers met e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG. STOP READY I/O MinFreqReference ID:101 P Hz Min: 0.00Hz Max: 50.00Hz 4 Druk op OK om e wijziging te accepteren. Druk op e BACK/RESET-knop om e wijziging te annuleren en terug te keren naar het vorige niveau. STOP READY I/O MinFreqReference ID:101 P Hz Min: 0.00Hz Max: 50.00Hz MEER DAN ÉÉN WAARDE SELECTEREN Voor sommige parameters kunt u meer an één waare selecteren. Schakel het keuzevakje bij e gewenste waare in. 1 Ga naar e parameter. Wanneer u keuzevakjes kunt selecteren, wort at aangegeven met een symbool. STOP READY I/O ID:1466 ON Time OFF Time Days A Interval 1 P :00:00 00:00:00 A. Het symbool voor opties met keuzevakjes 0 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

28 VACON 28 GEBRUIKERSINTERFACES 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om oor e lijst met waaren te blaeren. STOP READY I/O Sunay Monay Tuesay ID: Wenesay Thursay Friay Days M Druk op e pijltoets RECHTS om het keuzevakje naast e gewenste waare te activeren en e waare toe te voegen. STOP READY I/O ID: Days M Sunay Monay Tuesay Wenesay Thursay Friay FOUTEN RESETTEN U kunt fouten resetten met e Reset-knop en met e parameter Reset Fouten. Zie e instructies in 10.1 Er wort een fout getoon DE FUNCT-KNOP De FUNCT-knop heeft 3 functies. Voor toegang tot e beieningspagina Voor eenvouig wisselen tussen lokale beiening en beiening op afstan Voor het wisselen van e raairichting De geselecteere beieningsplaats bepaalt e bron van e start- en stopoprachten voor e AC-frequentieregelaar. Alle beieningsplaatsen hebben een parameter voor het selecteren van e frequentiereferentiebron. De Lokale beieningsplaats is altij het beieningspaneel. De externe beieningsplaats kan e I/O- of velbusverbining zijn. In e statusbalk van het isplay wort aangegeven wat e huiige beieningsplaats is. U kunt I/O A, I/O B en e velbus instellen als externe beieningsplaats. I/O A en e velbus hebben e laagste prioriteit. U kunt ze selecteren met P3.2.1 (Externe beieningsplaats). Door miel van een igitale ingang kan I/O B e externe beiening overnemen van beieningsplaatsen I/O A en Velbus. U kunt e igitale ingang selecteren met parameter P (Forceren naar I/O Beiening). Wanneer e beieningsplaats is ingestel op lokaal, wort het beieningspaneel altij gebruikt als beieningsplaats. Lokale beiening heeft een hogere prioriteit an beiening op afstan. Wanneer u bijvoorbeel gebruikmaakt van beiening op afstan en parameter P e beieningsplaats heeft overgenomen met e igitale ingang, wort het 3 TEL (0) FAX +358 (0)

29 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 29 beieningspaneel e beieningsplaats zora u Lokaal selecteert. Gebruik e FUNCT-knop of e parameter P3.2.2 Lokaal/Afstan om te schakelen tussen e lokale en externe beiening. DE BEDIENINGSPLAATS SELECTEREN 1 Druk op e FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevint. STOP READY Keypa ID: Monitor ( 12 ) Main Menu M1 Parameters ( 21 ) Diagnostics ( 6 ) 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Lokaal/Afstan te selecteren. Druk op OK. STOP READY Keypa ID:1805 Choose action Change irection Control page Local/Remote 3 Selecteer nu Lokaal of Op afstan met behulp van e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG. Druk op OK om te bevestigen. STOP READY Keypa ID:211 Local/Remote Local Remote 4 Als u overschakelt van externe naar lokale beiening (het beieningspaneel), moet u een beieningspaneelreferentie selecteren. STOP READY I/O ID: Monitor ( 12 ) Main Menu M1 Parameters ( 21 ) Diagnostics ( 6 ) Daarna gaat het isplay terug naar e menulocatie waar u was toen u op e FUNCT-knop rukte. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

30 VACON 30 GEBRUIKERSINTERFACES DE BEDIENINGSPAGINA OPENEN Met e beieningspagina kunt u gemakkelijk e belangrijkste waaren bewaken. 1 Druk op e FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevint. STOP READY I/O Main Menu ID: Monitor ( 12 ) Parameters ( 21 ) Diagnostics ( 6 ) M1 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Beieningspagina te selecteren. Open e pagina oor op OK te rukken. De beieningspagina verschijnt. STOP READY Keypa Choose action ID:1805 Change irection Control page Local/Remote 3 Als u e lokale beieningsplaats en e beieningspaneelreferentie gebruikt, kunt u P3.3.6 Beieningspaneelreferentie instellen oor op OK te rukken. STOP READY Keypa Keypa Reference ID: Hz Output Frequency 0.00Hz Motor Current 0.00A Motor Torque 0.00% Motor Power 0.00% 4 Druk op e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om e cijfers van e waare te wijzigen. Druk op OK om e wijziging te accepteren. STOP READY Keypa Keypa Reference ID: Hz Output Frequency 0.00Hz Motor Current 0.00A Motor Torque 0.00% Motor Power 0.00% Ga voor meer informatie over e beieningspaneelreferentie naar hoofstuk 5.3 Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties. Als u anere beieningsplaatsen of referentiewaaren gebruikt, wort e frequentiereferentie op het isplay getoon. Deze kunt u niet bewerken. 3 TEL (0) FAX +358 (0)

31 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 31 De anere waaren op e pagina zijn multimonitorwaaren. U kunt zelf bepalen welke waaren hier woren getoon (zie e instructies in hoofstuk Multimonitor). DE DRAAIRICHTING WIJZIGEN Met e FUNCT-knop kunt u e raairichting van e motor snel wijzigen. AANWIJZING! De opracht Veranering raairichting is alleen beschikbaar in het menu als e huiige beieningsplaats is ingestel op Lokaal. 1 Druk op e FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevint. STOP READY I/O ID: Monitor ( 7 ) Main Menu M1 Parameters ( 15 ) Diagnostics ( 6 ) 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Veranering raairichting te selecteren. Druk op OK. RUN READY Keypa Choose action ID:1805 Change irection Control page Local/Remote 3 Selecteer e gewenste raairichting. De huiige raairichting knippert. Druk op OK. RUN READY Keypa Choose action ID:1805 Reverse Forwar 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

32 VACON 32 GEBRUIKERSINTERFACES 4 De raairichting wort irect gewijzig. U kunt zien at e pijlinicator in het statusvel van het isplay veranert. STOP READY I/O ID: Monitor ( 7 ) Main Menu M1 Parameters ( 15 ) Diagnostics ( 6 ) PARAMETERS KOPIËREN AANWIJZING! Deze functie is alleen beschikbaar op het grafische beieningspaneel. Voorat u parameters van het beieningspaneel naar e frequentieregelaar kunt kopiëren, moet e frequentieregelaar gestopt zijn. PARAMETERS VAN EEN AC-FREQUENTIEREGELAAR KOPIËREN Met eze functie kunt u parameters van e ene frequentieregelaar naar een anere kopiëren. 1 Sla e parameters op naar het beieningspaneel. 2 Ontkoppel het beieningspaneel en sluit het aan op een anere frequentieregelaar. 3 Downloa e parameters naar e nieuwe frequentieregelaar met e opracht Herlaen uit beieningspaneel. PARAMETERS OPSLAAN NAAR HET BEDIENINGSPANEEL 1 Open het menu Gebruikersinstellingen. STOP READY Keypa ID: Main Menu M6 I/O an Harware ( 9 ) User settings ( 4 ) Favourites ( 0 ) 3 TEL (0) FAX +358 (0)

33 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 33 2 Open het submenu Parameter back-up. STOP READY Keypa User settings ID: M6.5 Language selection English Parameter backup ( 7 ) Drive name Drive 3 Gebruik e pijlknoppen Omhoog en Omlaag om een functie te selecteren. Druk op OK om uw keuze te bevestigen. STOP READY Keypa Parameter backup ID: M6.5.1 Restore factory efaults Save to keypa Restore from keypa Met e opracht Fabrieksinstellingen herstellen kunt u alle parameters terugzetten naar e fabrieksinstellingen. Met e opracht Opslaan in beieningspaneel kunt u alle parameters naar het beieningspaneel kopiëren. Met e opracht Herlaen uit beieningspaneel kunt u alle parameters van het beieningspaneel naar e frequentieregelaar kopiëren. De volgene parameters kunt u niet kopiëren als e frequentieregelaars een aner amperage hebben: Als u het beieningspaneel van een frequentieregelaar vervangt oor een beieningspaneel van een aner amperage frequentieregelaar, woren e waaren van eze parameters niet gewijzig. Nominale motorspanning (P ) Nominale motorfrequentie (P ) Nominaal motortoerental (P ) Nominale motorstroom (P ) Motor Cos Phi (P ) Nominaal motorvermogen (P ) Motorstroomlimiet (P ) Schakelfrequentie (P ) Spanning bij 0 Hz (P ) Motorvoorverwarming stroom (P ) Aanpassing statorspanning (P ) Maximumfrequentie (P3.3.2) Startmagnetiseringsstroom (P3.4.8) DC-remstroom (P3.4.10) Fluxremstroom (P3.4.13) Blokkeerstroomlimiet (P3.9.5) Motor thermische tijconstante (P3.9.9) 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

34 VACON 34 GEBRUIKERSINTERFACES PARAMETERS VERGELIJKEN Met eze functie kunt u e huiige parameterset vergelijken met een van e volgene vier sets. Set 1 (P6.5.4 Opslaan in set 1) Set 2 (P6.5.6 Opslaan in set 2) De stanaarwaaren (P6.5.1 Fabrieksinstellingen herstellen) De set op het beieningspaneel (P6.5.2 Opslaan in beieningspaneel) Ga voor meer informatie over eze parameters naar Tabel 57 Parameters vergelijken. AANWIJZING! Als u e parameterset ie u wilt vergelijken met e huiige set niet hebt opgeslagen, wort e tekst Vergelijken is mislukt weergegeven op het scherm. DE FUNCTIE PARAMETERS VERGELIJKEN GEBRUIKEN 1 Ga naar het menu Gebruikersinstellingen en open e functie Parameters vergelijken. STOP READY I/O User Settings ID: M6.6 Language Selection English Parameter Backup (7) Parameter Compare (4) 2 Selecteer twee sets. Druk op OK om uw keuze te bevestigen. STOP READY I/O Parameter Compare ID: Active set-set 1 Active set-set 2 B6.6.1 Active set-defaults 3 Selecteer Actief en ruk op OK. STOP READY I/O Active set-set 1 ID: M6.6.1 Active Help A to Favourites 3 TEL (0) FAX +358 (0)

35 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 35 4 Vergelijk e huiige waare met e waare in e anere set. STOP READY I/O Active set-set 1 ID:113 Motor Nom Currnt Motor Cos Phi 0.56A 1.90A A B C D A. Huiige waare B. Waare in e anere set C. Huiige waare D. Waare in e anere set HELPTEKSTEN Het grafische isplay kan bij veel verschillene onerwerpen helpteksten weergeven. Bij alle parameters is een helptekst beschikbaar. De helpteksten zijn ook beschikbaar voor fouten en alarmen en in e opstartwizar. HELPTEKSTEN LEZEN 1 Ga naar e optie of het menu waarover u meer wilt weten. STOP READY I/O Digital Inputs ID:403 Ctrl Signal 1 A M Ctrl Signal 2 A Ctrl Signal 1 B 2 Gebruik e pijlknoppen Omhoog en Omlaag om Help te selecteren. STOP READY I/O Ctrl signal 1 A ID:403 Eit Help M A to favourites 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

36 VACON 36 GEBRUIKERSINTERFACES 3 Druk op OK om e helptekst te openen. STOP READY I/O Ctrl signal 1 A ID:403 M Start Signal 1 for control Place I/O A. Start Signal 1 functionality chosen with I/O A Logic in Start/Stop Setup Menu. AANWIJZING! Helpteksten zijn altij in het Engels HET MENU FAVORIETEN GEBRUIKEN Als u ezelfe opties regelmatig gebruikt, kunt u eze toevoegen aan het menu Favorieten. Zo kunt u een set parameters of controlewaaren uit alle menu's van het beieningspaneel verzamelen. Zie hoofstuk 8.2 Favorieten voor meer informatie over het gebruik van het menu Favorieten. 3.3 HET TEKSTDISPLAY Het is ook mogelijk om het tekstisplay te gebruiken als gebruikersinterface. Het tekstisplay en het grafische isplay hebben vrijwel ezelfe functies. Sommige functies zijn alleen beschikbaar op het grafische isplay. Het isplay toont e status van e motor en e AC-frequentieregelaar. Daarnaast woren eventuele fouten in e werking van e motor en e frequentieregelaar getoon. Uw huiige locatie in het menu wort op het scherm weergegeven. Daarnaast wort e naam van e huiige groep of parameter weergegeven. Als e tekst te lang is voor het isplay, schuift e tekst over het isplay om e volleige tekst te laten zien. 3 TEL (0) FAX +358 (0)

37 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 37 A B C D Afb. 10: Het hoofmenu van het tekstisplay A. De statusinicatoren B. De alarm- en foutinicatoren C. De naam van e huiige groep of het huiige item F E D. De huiige locatie in het menu E. De inicatoren voor e beieningsplaats F. De inicatoren voor e raairichting WAARDEN BEWERKEN DE TEKSTWAARDE VAN EEN PARAMETER WIJZIGEN Gebruik eze proceure om e waare van parameters in te stellen. 1 Ga met e pijltoetsen naar e parameter. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 2 Druk op OK om e bewerkingsmous te openen. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

38 VACON 38 GEBRUIKERSINTERFACES 3 Druk op e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om e nieuwe waare te selecteren. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 4 Druk op OK om e wijziging te accepteren. Druk op e BACK/RESET-knop om e wijziging te annuleren en terug te keren naar het vorige niveau. NUMERIEKE WAARDEN BEWERKEN 1 Ga met e pijltoetsen naar e parameter. 2 Activeer e bewerkingsmous. 3 U kunt met e pijltoetsen LINKS en RECHTS van cijfer naar cijfer gaan. Wijzig e cijfers met e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG. 4 Druk op OK om e wijziging te accepteren. Druk op e Back/Reset-knop om e wijziging te annuleren en terug te keren naar het vorige niveau FOUTEN RESETTEN U kunt fouten resetten met e Reset-knop en met e parameter Reset Fouten. Zie e instructies in 10.1 Er wort een fout getoon DE FUNCT-KNOP De FUNCT-knop heeft 3 functies. Voor toegang tot e beieningspagina Voor eenvouig wisselen tussen lokale beiening en beiening op afstan Voor het wisselen van e raairichting De geselecteere beieningsplaats bepaalt e bron van e start- en stopoprachten voor e AC-frequentieregelaar. Alle beieningsplaatsen hebben een parameter voor het selecteren van e frequentiereferentiebron. De Lokale beieningsplaats is altij het beieningspaneel. De externe beieningsplaats kan e I/O- of velbusverbining zijn. In e statusbalk van het isplay wort aangegeven wat e huiige beieningsplaats is. U kunt I/O A, I/O B en e velbus instellen als externe beieningsplaats. I/O A en e velbus hebben e laagste prioriteit. U kunt ze selecteren met P3.2.1 (Externe beieningsplaats). Door miel van een igitale ingang kan I/O B e externe beiening overnemen van beieningsplaatsen I/O A en Velbus. U kunt e igitale ingang selecteren met parameter P (Forceren naar I/O Beiening). Wanneer e beieningsplaats is ingestel op lokaal, wort het beieningspaneel altij gebruikt als beieningsplaats. Lokale beiening heeft een hogere prioriteit an beiening op 3 TEL (0) FAX +358 (0)

39 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 39 afstan. Wanneer u bijvoorbeel gebruikmaakt van beiening op afstan en parameter P e beieningsplaats heeft overgenomen met e igitale ingang, wort het beieningspaneel e beieningsplaats zora u Lokaal selecteert. Gebruik e FUNCT-knop of e parameter P3.2.2 Lokaal/Afstan om te schakelen tussen e lokale en externe beiening. DE BEDIENINGSPLAATS SELECTEREN 1 Druk op e FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevint. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Lokaal/Afstan te selecteren. Druk op OK. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 3 Selecteer nu Lokaal of Op afstan met behulp van e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG. Druk op OK om te bevestigen. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 4 Als u overschakelt van externe naar lokale beiening (het beieningspaneel), moet u een beieningspaneelreferentie selecteren. Daarna gaat het isplay terug naar e menulocatie waar u was toen u op e FUNCT-knop rukte. DE BEDIENINGSPAGINA OPENEN Met e beieningspagina kunt u gemakkelijk e belangrijkste waaren bewaken. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

40 VACON 40 GEBRUIKERSINTERFACES 1 Druk op e FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevint. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Beieningspagina te selecteren. Open e pagina oor op OK te rukken. De beieningspagina verschijnt. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 3 Als u e lokale beieningsplaats en e beieningspaneelreferentie gebruikt, kunt u P3.3.6 Beieningspaneelreferentie instellen oor op OK te rukken. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS Ga voor meer informatie over e beieningspaneelreferentie naar hoofstuk 5.3 Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties). Als u anere beieningsplaatsen of referentiewaaren gebruikt, wort e frequentiereferentie op het isplay getoon. Deze kunt u niet bewerken. De anere waaren op e pagina zijn multimonitorwaaren. U kunt zelf bepalen welke waaren hier woren getoon (zie e instructies in hoofstuk Multimonitor). DE DRAAIRICHTING WIJZIGEN Met e FUNCT-knop kunt u e raairichting van e motor snel wijzigen. AANWIJZING! De opracht Veranering raairichting is alleen beschikbaar in het menu als e huiige beieningsplaats is ingestel op Lokaal. 1 Druk op e FUNCT-knop. Het maakt niet uit waar u zich in het menu bevint. 3 TEL (0) FAX +358 (0)

41 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 41 2 Gebruik e pijltoetsen OMHOOG en OMLAAG om Veranering raairichting te selecteren. Druk op OK. 3 Selecteer e gewenste raairichting. De huiige raairichting knippert. Druk op OK. De raairichting veranert onmiellijk en e pijlinicator in het statusvel van het isplay wort verplaatst. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

42 VACON 42 GEBRUIKERSINTERFACES 3.4 MENUSTRUCTUUR Menu Quick setup Monitor Functie Zie hoofstuk Vacon HVAC-applicatie. Multi-monitor* Basis Timerfuncties PID-regelaar 1 PID-regelaar 2 Multi-pomp Velbusgegevens Temperatuuringangen** Parameters Diagnose Zie hoofstuk 5 Menu Parameters. Actieve fouten Reset Fouten Foutenhistorie Totaaltellers Triptellers Software-info I/O en harware Basis-I/O Slot C Slot D Slot E Real-time klok Instellingen powerunit Beieningspaneel RS-485 Ethernet 3 TEL (0) FAX +358 (0)

43 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 43 Menu Gebruikersinstellingen Functie Taalkeuze Applicatie keuze Parameter back-up* Naam frequentieregelaar Favorieten* Gebruikersniveaus Zie hoofstuk 8.2 Favorieten. Zie hoofstuk 8.3 Gebruikersniveaus. * = Deze functie is niet beschikbaar op beieningspanelen met een tekstisplay. ** = Deze functie is alleen beschikbaar wanneer e OPT-88- of OPT-BH-optiekaart is verbonen met e AC-frequentieregelaar QUICK SETUP Het menu Quick setup omvat e minimale set met meest gebruikte parameters voor installatie en inberijfstelling van e HVAC-applicatie van e Vacon 100. Ze zijn verzamel in e eerste parametergroep zoat ze snel en gemakkelijk te vinen zijn. U kunt eze parameters ook vinen en bewerken in e eigen parametergroepen. Als u een parameterwaare wijzigt in e groep Quick setup, wort e waare van eze parameter ook gewijzig in e eigen groep. Raapleeg hoofstuk 2 Wizars en hoofstuk 1.3 De eerste keer starten voor geetailleere informatie over e parameters van eze groep MONITOR MULTIMONITOR Met e functie Multimonitor kunt u 4 9 controlewaaren bij elkaar zetten. Zie hoofstuk Multimonitor. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

44 VACON 44 GEBRUIKERSINTERFACES AANWIJZING! Het menu Multimonitor is niet beschikbaar op het tekstbeieningspaneel. BASIS De basiscontrolewaaren kunnen statuswaaren en metingen zijn, of e huiige waare van parameters en signalen. Zie hoofstuk Basis. TIMERFUNCTIES Met eze functie kunt u e timerfuncties en e real-time klok bewaken. Zie hoofstuk Bewaking van timerfuncties. PID-REGELAAR 1 Met eze functie kunt u e waaren van e PID-regelaar bewaken. Zie hoofstuk Bewaking van e PID1-regelaar. PID-REGELAAR 2 Met eze functie kunt u e waaren van e PID-regelaar bewaken. Zie hoofstuk Bewaking van e PID2-regelaar. MULTI-POMP Met eze functie kunt u waaren met betrekking tot e besturing van meer an één frequentieregelaar bewaken. Zie hoofstuk Bewaking multi-pomp. VELDBUSGEGEVENS Met eze functie kunt u velbusgegevens weergeven als controlewaaren. Gebruik eze functie bijvoorbeel voor het bewaken van velbuswaaren tijens e inberijfstelling. Zie hoofstuk Bewaking van velbusprocesata. 3.5 VACON LIVE Vacon Live is een pc-tool voor inberijfstelling en onerhou van Vacon 10, Vacon 20 en Vacon 100 AC-frequentieregelaars. U kunt Vacon Live ownloaen van De Vacon Live pc-tool biet e volgene functies. Instellen van parameters, bewaking, informatie over frequentieregelaars, gegevens vastleggen enzovoort. De tool voor het ownloaen van e Vacon Loaer-software Onersteuning voor seriële communicatie en Ethernet Onersteuning voor Winows XP, Vista, 7 en 8 17 talen: Chinees, Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Italiaans, Neerlans, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch, Turks en Zwees U kunt verbining maken tussen e AC-frequentieregelaar en e pc-tool met e Vacon-kabel voor seriële communicatie. De rivers voor seriële communicatie woren automatisch 3 TEL (0) FAX +358 (0)

45 GEBRUIKERSINTERFACES VACON 45 geïnstalleer bij e installatie van Vacon Live. Naat u e kabel hebt aangesloten, vint Vacon Live e verbonen frequentieregelaar automatisch. Raapleeg het menu Help in het programma voor meer informatie over het gebruik van Vacon Live. Afb. 11: De pc-tool Vacon Live 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 3

46 VACON 46 MENU MONITORING 4 MENU MONITORING 4.1 MENUGROEP MONITOR U kunt e werkelijke waaren van parameters en signalen bewaken. Daarnaast kunt u statussen en metingen bewaken. U kunt bovenien bepaale controlewaaren aanpassen MULTIMONITOR Op e pagina Multimonitor kunt u 9 controlewaaren bij elkaar zetten. CONTROLEWAARDEN SELECTEREN 1 Druk op OK om het menu Monitor te openen. 2 Open Multimonitor. STOP READY I/O ID: Quick Setup (4) Monitor (12) Parameters (21) Main Menu M1 STOP READY I/O Monitor ID: M2.1 Multimonitor Basic (7) Timer Functions (13) 3 Als u een bestaan item wilt vervangen, moet u it eerst selecteren. Gebruik e pijltoetsen. STOP READY I/O FreqReference ID:25 Multimonitor Output Freq FreqReference Motor Spee 20.0 Hz Motor Curre 0.00A DC-link volt 0.0V 0.00 Hz Motor Torque 0.00 % Unit Tempera 81.9 C 0.0 rpm Motor Voltage 0.0V Motor Tempera 0.0% 4 TEL (0) FAX +358 (0)

47 MENU MONITORING VACON 47 4 Als u een nieuw item in e lijst wilt selecteren, rukt u op OK. STOP READY I/O FreqReference ID:1 Output frequency FreqReference Motor Spee Motor Current Motor Torque Motor Power M Hz Hz 0.00 rpm 0.00 A 0.00 % 0.00 % BASIS De basismonitorwaaren zijn e werkelijke waaren van e geselecteere parameters, signalen, statuswaaren en metingen. De verschillene applicaties kunnen een verschillen aantal controlewaaren hebben. De volgene tabel bevat e basiscontrolewaaren en e bijbehorene ata. AANWIJZING! In het menu Monitor zijn alleen e statussen van e stanaar-i/o-kaart beschikbaar. De statussen van alle I/O-kaartsignalen vint u als onbewerkte ata in het systeemmenu I/O en harware. Controleer e statussen van e I/O-uitbreiingskaart in het systeemmenu I/O en harware wanneer het systeem aarom vraagt. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 4

48 VACON 48 MENU MONITORING Tabel 3: Items in het menu Monitoring Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V2.2.1 Uitgangsfrequentie Hz 1 De uitgangsfrequentie naar e motor. V2.2.2 frequentiereferentie Hz 25 De frequentiereferentie voor e motorbesturing. V2.2.3 Motortoerental rpm 2 Het werkelijke toerental van e motor in rpm. V2.2.4 Motorstroom A 3 Motorstroom V2.2.5 Motorkoppel % 4 Het berekene askoppel. V2.2.7 Motorasvermogen % 5 Het berekene motorasvermogen als percentage. V2.2.8 Motorasvermogen kw/pk 73 Het berekene motorasvermogen in kw of pk. De eenhei kan woren ingestel met e parameter voor eenheiselectie. V2.2.9 Motorspanning V 6 De uitgangsspanning naar e motor. V DC-spanning V 7 V Unittemperatuur C 8 V Motortemperatuur % 9 V Analoge ingang 1 % 59 V Analoge ingang 2 % 60 V Analoge uitgang 1 % 81 De gemeten spanning in e DC-verbining van e frequentieregelaar. De temperatuur van het koellichaam in Celsius of Fahrenheit. De berekene motortemperatuur als percentage van e nominale berijfstemperatuur. Het signaal als percentage van het gebruikte bereik. Het signaal als percentage van het gebruikte bereik. Het signaal als percentage van het gebruikte bereik. De status van e motorverwarmingsfunctie. V Motorvoorverwarming = UIT 1 = Verwarming (gelijkstroomvoeing) De bitcoestatus van e AC-frequentieregelaar. V Drive status wor 43 B1 = Geree B2 = In berijf B3 = Fout B6 = Vrijgave B7 = Alarm actief B10= DC-stroom in Stop B11= DC-rem actief B12 = Run-aanvraag B13 = Motorregeling actief 4 TEL (0) FAX +358 (0)

49 MENU MONITORING VACON 49 Tabel 3: Items in het menu Monitoring Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V Fire mous status = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel 2 = Geactiveer 3 = Testmous V DIN-StatusWor1 56 V DIN-StatusWor2 57 Het 16-bits woor waarin elke bit staat voor e status van één igitale ingang. Van elk slot woren 6 igitale ingangen gelezen. Woor 1 start met ingang 1 van slot A (bit0) en loopt tot ingang 4 van slot C (bit15). Het 16-bits woor waarin elke bit staat voor e status van één igitale ingang. Van elk slot woren 6 igitale ingangen gelezen. Woor 2 start met ingang 5 van slot C (bit0) en loopt tot ingang 6 van slot E (bit13). V Motorstroom 1 ecimaal 45 De controlewaare voor e motorstroom met een vast aantal ecimalen en miner filtering. Met eze parameter kunt u bijvoorbeel via e velbus altij e juiste waare uitlezen, ongeacht het amperage van het frame. Deze waare kunt u ook gebruiken voor controle wanneer een kortere filtertij van e motorstroom noig is. Het bitgecoeere statuswoor 1 voor e applicatie. V Applicatie Status- Wor1 89 B0 = Vergreneling 1 B1 = Vergreneling 2, B5 = I/O-beiening A actief B6 = I/O-beiening B actief B7 = Velbusbeiening actief B8 = Lokale beiening actief B9 = Pc-beiening actief B10 = Vaste frequenties actief B12 = Fire mous actief B13 = Voorverwarmen actief V Applicatie Status- Wor2 90 Het bitgecoeere statuswoor 2 voor e applicatie. B0 = Acceleratie/eceleratie verboen B1 = Motorschakelaar actief V kwh tripteller laag 1054 V kwh tripteller hoog 1067 De energieteller met een waare in kwh. (Laag woor) Geeft aan hoe vaak e energieteller ron is geweest. (Hoog woor) V Laatst actieve foutcoe 37 De coe van e laatste actieve fout ie niet is gereset. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 4

50 VACON 50 MENU MONITORING Tabel 3: Items in het menu Monitoring Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V Laatst actieve fout- ID 95 De ID van e laatste actieve fout ie niet is gereset. V Laatst actieve alarmcoe 74 De coe van het laatste actieve alarm at niet is gereset. V Laatst actieve alarm-id 94 De ID van het laatste actieve alarm at niet is gereset. V U fasestroom A 39 V V fasestroom A 40 V W fasestroom A 41 De gemeten waare van e motorfasestroom (met filtering per 1 secone). De gemeten waare van e motorfasestroom (met filtering per 1 secone). De gemeten waare van e motorfasestroom (met filtering per 1 secone). V MotorRegulat.Status 77 B0: Stroomlimiet (motor) B1: Stroomlimiet (generator) B2: Koppellimiet (motor) B3: Koppellimiet (generator) B4: Overspanningsregelaar B5: Onerspanningsregelaar B6: Vermogenslimiet (motor) B7: Vermogenslimiet (generator) BEWAKING VAN TIMERFUNCTIES Hiermee kunt u e waaren van e timerfuncties en e interne klok (RTC) bewaken. 4 TEL (0) FAX +358 (0)

51 MENU MONITORING VACON 51 Tabel 4: Bewaking van timerfuncties Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V2.3.1 TC 1, TC 2, TC U kunt e statussen van e rie tijkanalen (TC) bewaken. V2.3.2 Interval De status van het timerinterval. V2.3.3 Interval De status van het timerinterval. V2.3.4 Interval De status van het timerinterval. V2.3.5 Interval De status van het timerinterval. V2.3.6 Interval De status van het timerinterval. V2.3.7 Timer 1 s 1447 De resterene tij van e timer als eze actief is. V2.3.8 Timer 2 s 1448 De resterene tij van e timer als eze actief is. V2.3.9 Timer 3 s 1449 De resterene tij van e timer als eze actief is. V Real-time klok 1450 uu:mm:ss BEWAKING VAN DE PID1-REGELAAR Tabel 5: Bewaking van PID1-regelaarwaaren Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V2.4.1 PID1-referentie varieert 20 V2.4.2 PID1-feeback varieert 21 V2.4.3 PID1-foutwaare varieert 22 V2.4.4 PID1-uitgang % 23 De referentiewaare van e PID1-regelaar in proceseenheen. U kunt een parameter gebruiken om e proceseenhei te selecteren. De feebackwaare van e PID1-regelaar in proceseenheen. U kunt een parameter gebruiken om e proceseenhei te selecteren. De foutwaare van e PID1-regelaar. Dit is e afwijking van e terugkoppeling ten opzichte van e referentiewaare in proceseenheen. U kunt een parameter gebruiken om e proceseenhei te selecteren. De PID-uitgang als percentage (0 100%). Deze waare kunt u toewijzen aan e motorbesturing (frequentiereferentie) of aan een analoge uitgang. V2.4.5 PID1-status 24 0 = Gestopt 1 = In berijf 3 = Slaapmous 4 = In oe zone (zie hoofstuk 5.12 Groep 3.12: PID-regelaar 1) 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 4

52 VACON 52 MENU MONITORING BEWAKING VAN DE PID2-REGELAAR Tabel 6: Bewaking van PID2-regelaarwaaren Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V2.5.1 PID2-referentie varieert 83 V2.5.2 PID2-feeback varieert 84 V2.5.3 PID2-foutwaare varieert 85 V2.5.4 PID2-uitgang % 86 De referentiewaare van e PID2-regelaar in proceseenheen. U kunt een parameter gebruiken om e proceseenhei te selecteren. De feebackwaare van e PID2-regelaar in proceseenheen. U kunt een parameter gebruiken om e proceseenhei te selecteren. De foutwaare van e PID2-regelaar. Dit is e afwijking van e terugkoppeling ten opzichte van e referentiewaare in proceseenheen. U kunt een parameter gebruiken om e proceseenhei te selecteren. De uitgangswaare van e PID2-regelaar als percentage (0 100%). Het is mogelijk om eze waare toe te wijzen aan bijvoorbeel e analoge uitgang. V2.5.5 PID2-status 87 0=Gestopt 1 = In berijf 2 = In oe zone (zie hoofstuk 5.13 Groep 3.13: PID-regelaar 2) BEWAKING MULTI-POMP Tabel 7: Bewaking multi-pomp Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V2.6.1 Motoren raaien 30 V2.6.2 Autowissel 1114 Het aantal motoren at raait wanneer e functie Multi-pomp wort gebruikt. Het systeem stelt u op e hoogte wanneer een autowissel noozakelijk is. 4 TEL (0) FAX +358 (0)

53 MENU MONITORING VACON BEWAKING VAN VELDBUSPROCESDATA Tabel 8: Bewaking van velbusgegevens Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V2.8.1 VelBus-Control Wor 874 Het velbusbesturingswoor at e applicatie gebruikt in e bypassmous/ineling. Afhankelijk van het velbustype of -profiel woren e gegevens eventueel omgezet voorat ze naar e applicatie woren verstuur. V2.8.2 VelBus-toerental referentie 875 De geschaale toerentalreferentie tussen e minimum- en maximumfrequentie op het moment at e applicatie eze ontvangt. U kunt e minimumen maximumfrequenties wijzigen naat e applicatie e referentiewaare heeft ontvangen, zoner at at e referentiewaare beïnvloet. V2.8.3 VelBus-ata in V2.8.4 VelBus-ata in V2.8.5 VelBus-ata in V2.8.6 VelBus-ata in V2.8.7 VelBus-ata in V2.8.8 VelBus-ata in V2.8.9 VelBus-ata in V VelBus-ata in De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. V VelBus-Status Wor 864 Het velbusstatuswoor at e applicatie verstuurt in bypassmous/ineling. Afhankelijk van het velbustype of -profiel woren e gegevens eventueel omgezet voorat ze naar e velbus woren verstuur. V VelBus-actuele toerental 865 Het werkelijke toerental als percentage. De waare 0% komt overeen e minimumfrequentie en e waare 100% met e maximumfrequentie. Dit wort oorlopen bijgewerkt, afhankelijk van e huiige minimale en maximale frequentie en e uitgangsfrequentie. V VelBus-ata uit De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 4

54 VACON 54 MENU MONITORING Tabel 8: Bewaking van velbusgegevens Inex Controlewaare Eenhei ID Beschrijving V VelBus-ata uit V VelBus-ata uit V VelBus-ata uit V VelBus-ata uit V VelBus-ata uit V VelBus-ata uit V VelBus-ata uit De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. De onbewerkte waare van procesgegevens in 32- bits ineling met teken. 4 TEL (0) FAX +358 (0)

55 MENU PARAMETERS VACON 55 5 MENU PARAMETERS De HVAC-applicatie heeft e volgene parametergroepen: Menu en parametergroep Groep 3.1: Motorinstellingen Groep 3.2: Start/Stop-instellingen Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties Groep 3.4: Instellingen voor ramping en remmen Groep 3.5: I/O-configuratie Groep 3.6: Velbusatamap Groep 3.7: Verboen frequenties Groep 3.8: Grenswaarebewaking Groep 3.9: Beveiligingen Groep 3.10: Automatische reset Groep 3.11: Timerfuncties Groep 3.12: PID-regelaar 1 Groep 3.13: PID-regelaar 2 Groep 3.14: Multi-pomp Groep 3.16: Fire mous Beschrijving Stanaar- en geavanceere motorinstellingen. Start- en stopfuncties. Instellingen voor e frequentiereferentie. Instellingen voor acceleratie/eceleratie. Programmering van I/O's. Parameters voor velbusgegevensuitgangen. Programmering van verboen frequenties. Programmeerbare limietregelingen. Configuratie van beveiligingen. Configuratie voor automatische reset na fouten. Configuratie van 3 timers op basis van e realtime klok. Parameters voor PID-regelaar 1. Motorregeling of extern gebruik. Parameters voor PID-regelaar 2. Extern gebruik. Parameters voor multipompsystemen. Parameters voor e Fire mous. Groep 3.17: Applicatie-instellingen Groep 3.18: kwh-pulsuitgang Parameters voor het configureren van een igitale uitgang met een pulssignaal op basis van e kwh-teller. 5.1 GROEP 3.1: MOTORINSTELLINGEN AANWIJZING! Deze parameters zijn vergrenel als e frequentieregelaar zich in e runtoestan bevint. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

56 VACON 56 MENU PARAMETERS Tabel 9: Parametergroep Motor naamplaat Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving Neem waare Un over van e motornaamplaat. P Nominale motorspanning varieert varieert V varieert 110 Controleer of e motor is aangesloten in riehoeks- of sterconfiguratie. P Nominale motorfrequentie Hz 50 / Neem waare fn over van e motornaamplaat. P Nominaal motortoerental rpm varieert 112 Neem waare nn over van het motortypeplatje. P Nominale motorstroom varieert varieert A varieert 113 Neem waare In over van e motornaamplaat. P Motor Cos Phi varieert 120 Neem e waare over van e motornaamplaat. P Nominaal motorvermogen varieert varieert kw varieert 116 Neem waare In over van e motornaamplaat. P Motorstroomlimiet varieert varieert A varieert 107 De maximale motorstroom van e AC-frequentieregelaar. Selecteer welk motortype wort gebruikt. P Motortype = asynchrone inuctiemotor 1 = synchrone PMmotor 5 TEL (0) FAX +358 (0)

57 MENU PARAMETERS VACON 57 Tabel 10: Instellingen voor motorregeling Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Schakelfrequentie 1.5 varieert khz varieert 601 P Motorschakelaar Als u e schakelfrequentie verhoogt, neemt e capaciteit van e AC-frequentieregelaar af. U kunt e capacitieve stromen in lange motorkabels verkleinen oor een lage schakelfrequentie te gebruiken. Gebruik een hoge schakelfrequentie voor een stiller motorberijf. Als u eze functie inschakelt, stottert e frequentieregelaar niet wanneer e motorschakelaar wort gesloten en geopen, bijvoorbeel bij een vliegene start. 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Spanning bij 0 Hz % varieert 606 Deze parameter bepaalt e spanning bij 0 Hz van e U/f-curve. De stanaarwaare is afhankelijk van het formaat van e unit. P De functie Motorvoorverwarming = Niet gebruikt 1 = Altij in stoptoestan 2 = Bestuur oor DI 3 = Temperatuurlimiet (koellichaam) U kunt e virtuele igitale ingang met realtime klok activeren. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

58 VACON 58 MENU PARAMETERS Tabel 10: Instellingen voor motorregeling Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Temperatuurlimiet voorverwarmen motor C Als parameter P is ingestel op Temperatuurlimiet, wort e functie Motorvoorverwarming ingeschakel wanneer e temperatuur van het koellichaam of e gemeten motortemperatuur beneen eze waare zakt. Als e temperatuurlimiet bijvoorbeel is ingestel op 10 C, start e stroomtoevoer bij 10 C en stopt eze bij 11 C (hysteresis van 1 graa). P Motorvoorverwarming stroom 0 0,5*IL A varieert 1227 De gelijkstroom voor voorverwarming van e motor en e frequentieregelaar in stoptoestan. U kunt eze parameter activeren met een igitale ingang of op basis van een temperatuurlimiet. P Selectie U/f ratio 0 1 varieert 108 0=Lineair 1=Kwaratisch P = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Het type U/f-curve tussen e nulfrequentie en het velverzwakkingspunt. Overspanningsregelaar Onerspanningsregelaar = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Aanpassing statorspanning % Gebruik eze functie om e statorspanning van permanente-magneetmotoren af te regelen. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

59 MENU PARAMETERS VACON 59 Tabel 10: Instellingen voor motorregeling Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Energie-optimalisatie De frequentieregelaar zoekt e minimale motorstroom, voor een lager energieverbruik en miner motorgelui. Deze functie kunt u bijvoorbeel gebruiken bij ventilator- of pomptoepassingen. 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Vliegene start opties = Asrichting zoeken in beie richtingen 1 = Asfrequentie alleen zoeken in ezelfe richting als frequentiereferentie P I/f-start = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P I/f-startfrequentie Hz 0,2 * P De uitgangsfrequentielimiet waaroner e ingestele I/f-startstroom naar e motor wort gestuur. P I/f-startstroom % De stroom ie naar e motor wort gestuur wanneer e I/f-startfunctie wort geactiveer. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

60 VACON 60 MENU PARAMETERS 5.2 GROEP 3.2: START/STOP-INSTELLINGEN Tabel 11: Menu Start/Stop-instellingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.2.1 Externe beieningsplaats Selectie van e externe beieningsplaats (start/stop). Hiermee kunt u terugschakelen naar externe besturing via Vacon Live, bijvoorbeel wanneer het beieningspaneel kapot is. 0 = Besturing I/O 1 = Velbusbeiening P3.2.2 Lokaal/Afstan Hiermee kunt u schakelen tussen lokale beiening en beiening op afstan. 0 = Op afstan 1 = Lokaal P3.2.3 Beieningspaneel Stopknop = De stopknop is altij ingeschakel (Ja) 1 = Beperkte werking van stopknop (Nee) P3.2.4 Startfunctie 0 1 varieert = Ramping 1 = Vliegene start P3.2.5 Stopfunctie = Vrij uitlopen 1 = Ramping 5 TEL (0) FAX +358 (0)

61 MENU PARAMETERS VACON 61 Tabel 11: Menu Start/Stop-instellingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving Logica = 0 Stuursignaal 1 = Vooruit Stuursignaal 2 = Achteruit Logica = 1 Stuursignaal 1 = Vooruit (flank) Stuursignaal 2 = Geïnverteere stop P3.2.6 Start/stop-logica I/O A Logica = 2 Stuursignaal 1 = Vooruit (flank) Stuursignaal 2 = Achteruit (flank) Logica = 3 Stuursignaal 1 = Start Stuursignaal 2 = Achteruit Logica = 4 Stuursignaal 1 = Start (flank) Stuursignaal 2 = Achteruit P3.2.7 Start/stop-logica I/O B Zie hierboven. P3.2.8 Startlogica VB = Een opgaane flank is vereist 1 = Status 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

62 VACON 62 MENU PARAMETERS 5.3 GROEP 3.3: INSTELLINGEN BESTURINGSREFERENTIES Tabel 12: Instellingen besturingsreferenties Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.3.1 Minimumfrequentie 0.00 P3.3.2 Hz P3.3.2 Maximumfrequentie P Hz De minimumfrequentiereferentie. De maximumfrequentiereferentie. De referentiebron wanneer I/O A is ingestel als e beieningsplaats. P3.3.3 Referentieselectie I/O A = Vaste frequentie 0 2 = Beieningspaneelreferentie 3 = Velbus 4 = AI1 5 = AI2 6 = AI1+AI2 7 = PID1-referentie 8 = Motorpotentiometer 9 = Gemiele (AI1, AI2) 10 = Minimum (AI1, AI2) 12 = Maximum (AI1, AI2) P3.3.4 Referentieselectie I/O B De referentiebron wanneer I/O B is ingestel als e beieningsplaats. Zie hierboven. U kunt e beieningsplaats I/O B alleen afwingen met een igitale ingang (P ). 5 TEL (0) FAX +358 (0)

63 MENU PARAMETERS VACON 63 Tabel 12: Instellingen besturingsreferenties Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving De referentiebron wanneer het beieningspaneel is ingestel als beieningsplaats. P3.3.5 Selectie besturingsreferentie beieningspaneel = Vaste frequentie 0 2 = Beieningspaneel 3 = Velbus 4 = AI1 5 = AI2 6 = AI1+AI2 7 = PID1-referentie 8 = Motorpotentiometer P3.3.6 Beieningspaneelreferentie 0.00 P3.3.2 Hz Met eze parameter kunt u e frequentiereferentie op het beieningspaneel instellen. P3.3.7 Draairichting beieningspaneel De raairichting van e motor wanneer het beieningspaneel is ingestel als beieningsplaats. 0 = Vooruit 1 = Achteruit P3.3.8 Kopie Beieningspaneelreferentie Hiermee kunt u aangeven of e runtoestan en referentie woren gekopieer als e beieningsplaats wort gewijzig naar het beieningspaneel. Als e referentie wort gekopieer, vervangt eze waare van parameter Beieningspaneelreferentie. 0 = Referentie kopieren 1 = Referentie en runtoestan kopiëren 2 = Niet kopiëren 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

64 VACON 64 MENU PARAMETERS Tabel 12: Instellingen besturingsreferenties Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving De referentiebron wanneer e velbus is ingestel als e beieningsplaats. P3.3.9 Velbus referentieselectie = Vaste frequentie 0 2 = Beieningspaneel 3 = Velbus 4 = AI1 5 = AI2 6 = AI1+AI2 7 = PID1-referentie 8 = Motorpotentiometer P Vaste frequentiemous = Binair gecoeer 1 = Aantal ingangen Het aantal actieve igitale ingangen voor vaste toerentallen bepaalt e vaste frequentie. P Vaste frequentie 0 P3.3.1 P3.3.2 Hz De vaste basisfrequentie 0 wanneer eze is ingestel met P P P P P Vaste frequentie 1 P3.3.1 P3.3.1 Hz Vaste frequentie 2 P3.3.1 P3.3.1 Hz Vaste frequentie 3 P3.3.1 P3.3.1 Hz Vaste frequentie 4 P3.3.1 P3.3.1 Hz Selecteer eze frequentie met e igitale ingang Vaste frequentieselectie 0 (P ). Selecteer eze frequentie met e igitale ingang Vaste frequentieselectie 1 (P ). Selecteer eze frequentie met e igitale ingangen Vaste frequentieselectie 0 & 1. Selecteer eze frequentie met e igitale ingang Vaste frequentieselectie 2 (P ). 5 TEL (0) FAX +358 (0)

65 MENU PARAMETERS VACON 65 Tabel 12: Instellingen besturingsreferenties Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P P P Vaste frequentie 5 P3.3.1 P3.3.1 Hz Vaste frequentie 6 P3.3.1 P3.3.1 Hz Vaste frequentie 7 P3.3.1 P3.3.1 Hz Selecteer eze frequentie met e igitale ingangen Vaste frequentieselectie 0 & 2. Selecteer eze frequentie met e igitale ingangen Vaste frequentieselectie 1 & 2. Selecteer eze frequentie met e igitale ingangen Vaste frequentieselectie 0 & 1 & 2. P Vaste alarmfrequentie P3.3.1 P3.3.2 Hz Deze frequentie wort gebruikt wanneer e foutrespons (in groep 3.9: Beveiligingen) is ingestel op Alarm +vaste frequentie. Gebruik eze frequentie alleen wanneer e fout ie heeft gelei tot eze alarmfrequentie actief is. P Motorpotentiometer stijgtij Hz/s De snelhei waarmee e motorpotentiometerreferentie wijzigt wanneer eze wort verhoog of verlaag. P Motorpotentiometer reset De resetlogica voor e frequentiereferentie van e motorpotentiometer. 0 = Geen reset 1 = Reset als gestopt 2 = Reset als voeing uit 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

66 VACON 66 MENU PARAMETERS Tabel 12: Instellingen besturingsreferenties Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Omgekeere richting Deze parameter bepaalt e werking van e motor in omgekeere richting. Als een omgekeere raairichting van e motor het proces in gevaar kan brengen, stelt u eze parameter in op Omgekeer verhiner. 0 = Omgekeer toegestaan 1 = Omgekeer verhiner 5 TEL (0) FAX +358 (0)

67 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.4: INSTELLINGEN VOOR RAMPING EN REMMEN Tabel 13: Instellingen voor ramping en remmen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.4.1 Ramp 1 vorm s U kunt het begin en het eine van acceleratieen eceleratieramps vloeiener maken. P3.4.2 Acceleratietij s P3.4.3 Deceleratietij s P3.4.4 Ramp 2 vorm s P3.4.5 Acceleratietij s P3.4.6 Deceleratietij s De tij ie e uitgangsfrequentie noig heeft om van nul tot e ingestele maximumfrequentie op te lopen. De tij ie e uitgangsfrequentie noig heeft om van e maximumfrequentie tot e nulfrequentie terug te lopen. U kunt het begin en het eine van acceleratieen eceleratieramps vloeiener maken. De tij ie e uitgangsfrequentie noig heeft om van nul tot e ingestele maximumfrequentie op te lopen. De tij ie e uitgangsfrequentie noig heeft om van e maximumfrequentie tot e nulfrequentie terug te lopen. P3.4.7 Startmagnetiseringstij s De uur van e DCstroomlevering aan e motor voorat e acceleratie start. P3.4.8 Startmagnetiseringsstroom varieert varieert A varieert 517 P3.4.9 DC-remtij bij stop s Hiermee kunt u e remfunctie in- of uitschakelen en e remtij bij het stoppen van e motor instellen. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

68 VACON 68 MENU PARAMETERS Tabel 13: Instellingen voor ramping en remmen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P DC-Remstroom varieert varieert A varieert 507 De stroom ie bij het DC-remmen aan e motor wort gelever. 0 = Uitgeschakel P Startfrequentie voor DC-remmen bij rampingstop Hz De uitgangfrequentie waarbij het DC-remmen wort gestart. P Fluxremmen = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Fluxremstroom 0 varieert A varieert 519 Hiermee kunt u e stroom instellen voor fluxremmen. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

69 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.5: I/O-CONFIGURATIE Tabel 14: Instellingen voor igitale ingangen Inex Parameter Stanaar ID Beschrijving P Stuursignaal 1 A DigIN SlotA P Stuursignaal 2 A DigIN SlotA P Stuursignaal 1 B DigIN Slot P Stuursignaal 2 B DigIN Slot P Forceren naar I/O Beiening DigIN Slot Startsignaal 1 wanneer I/O A (VOOR- UIT) is ingestel als e beieningsplaats. Startsignaal 2 wanneer I/O A (ACH- TERUIT) is ingestel als e beieningsplaats. Startsignaal 1 wanneer I/O B is ingestel als e beieningsplaats. Startsignaal 2 wanneer I/O B is ingestel als e beieningsplaats. GESLOTEN = Beieningsplaats forceren naar I/O B P Forceren naar I/O B-referentie DigIN Slot GESLOTEN = I/O referentie B (P3.3.4) geeft e frequentiereferentie P Externe fout sluiten DigIN SlotA OPEN = OK GESLOTEN = Externe fout P Externe fout openen DigIN Slot OPEN = Externe fout GESLOTEN = OK P Foutreset sluiten DigIN SlotA P Foutreset openen DigIN Slot Wijzig e waare van e igitale ingang van 0 naar 1 (opgaane flank) om alle actieve fouten te resetten. Wijzig e waare van e igitale ingang van 1 naar 0 (neergaane flank) om alle actieve fouten te resetten. P Vrijgave DigIN Slot U kunt e frequentieregelaar in e status Geree zetten oor eze ingang te activeren. P P Startvergreneling 1 DigIN Slot Startvergreneling 2 DigIN Slot Als e frequentieregelaar Geree is, kan e start woren geblokkeer oor e vergreneling in te schakelen (Dempervergreneling). Zie hierboven. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

70 VACON 70 MENU PARAMETERS Tabel 14: Instellingen voor igitale ingangen Inex Parameter Stanaar ID Beschrijving P Motorvoorverwarming AAN DigIN Slot OPEN = Geen actie. GESLOTEN = Gebruikt e DC-stroom van e motorvoorverwarming in e stoptoestan. Gebruikt wanneer P is ingestel op 2. P Vaste frequentieselectie 0 DigIN SlotA Binaire selector voor vaste toerentallen (0 7). Zie Tabel 12 Instellingen besturingsreferenties. P Vaste frequentieselectie 1 DigIN SlotA Binaire selector voor vaste toerentallen (0 7). Zie 5.3 Groep 3.3: Instellingen besturingsreferenties. P Vaste frequentieselectie 2 DigIN Slot Binaire selector voor vaste toerentallen (0 7). Zie Tabel 12 Instellingen besturingsreferenties. P Timer 1 DigIN Slot De opgaane flank start Timer 1, ie is geprogrammeer in groep 3.11: Timerfuncties. P Timer 2 DigIN Slot Zie hierboven. P Timer 3 DigIN Slot Zie hierboven. P Timerfunctie uitschakelen DigIN Slot Dit igitale ingangssignaal bestuurt alle timerfuncties (bijvoorbeel: Intervallen 1 5 en Tijrelais 1 3). GESLOTEN = Timerfuncties uitschakelen en timers resetten OPEN = Timerfuncties inschakelen P PID1 versterkingsreferentie DigIN Slot OPEN = Geen versterking GESLOTEN = Versterking P PID1 SP selectie DigIN Slot OPEN = Referentie 1 GESLOTEN = Referentie 2 P PID2-startsignaal DigIN Slot OPEN = PID2 gestopt GESLOTEN = PID2 reguleert Deze parameter heeft geen effect als e PID2-regelaar niet is ingeschakel in het menu Basis voor PID2. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

71 MENU PARAMETERS VACON 71 Tabel 14: Instellingen voor igitale ingangen Inex Parameter Stanaar ID Beschrijving P PID2 SP selectie DigIN Slot OPEN = Referentie 1 GESLOTEN = Referentie 2 P Motor 1 vergreneling DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief P Motor 2 vergreneling DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief P Motor 3 vergreneling DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief P Motor 4 vergreneling DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief P Motor 5 vergreneling DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief P Motorpotentiometer OMH- OOG DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief De motorpotentiometerreferentie NEEMT TOE totat het contact wort geopen. P Motorpotentiometer OMLAAG DigIN Slot OPEN = Niet actief GESLOTEN = Actief De motorpotentiometerreferentie NEEMT AF totat het contact wort geopen. Hiermee kunt u schakelen tussen ramp 1 en 2. P Selectie acceleratie-/eceleratietij DigIN Slot OPEN = Ramp 1 vorm, Acceleratietij 1 en Deceleratietij 1. GESLOTEN = Ramp 2 vorm, Acceleratietij 2 en Deceleratietij 2. P Velbusbeiening DigIN Slot GESLOTEN = Beieningsplaats forceren naar velbus 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

72 VACON 72 MENU PARAMETERS Tabel 14: Instellingen voor igitale ingangen Inex Parameter Stanaar ID Beschrijving P Fire mous activering openen DigIN Slot Activeert e fire mous als eze wort ingeschakel met een correct wachtwoor. OPEN = Actief GESLOTEN = Inactief P Fire mous activering sluiten DigIN Slot Activeert e fire mous als eze wort ingeschakel met een correct wachtwoor. OPEN = Inactief GESLOTEN = Actief P Fire mous achteruit DigIN Slot P Beieningspaneelbeiening DigIN Slot P kwh-tripteller resetten DigIN Slot Geeft een opracht voor het omkeren van e raairichting in e Fire mous. Deze functie heeft geen effect bij normale werking. Beieningsplaats forceren naar beieningspaneel. Hiermee kunt u e kwh-tripteller resetten. P Fire mous vaste frequentieselectie 0 DigIN Slot Voorat u eze optie kunt activeren, moet u e Fire mous-frequentiebron instellen op Fire mous frequentie. P Fire mous vaste frequentieselectie 1 DigIN Slot Voorat u eze optie kunt activeren, moet u e Fire mous-frequentiebron instellen op Fire mous frequentie. Selectie van e parameterset (1 of 2). P Parameter Set 1/2 Selectie DigIN Slot OPEN = Parameterset 1 GESLOTEN = Parameterset 2 5 TEL (0) FAX +358 (0)

73 MENU PARAMETERS VACON 73 Tabel 15: Instellingen voor analoge ingangen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AI1 signaalselectie AnIN SlotA Met eze parameter kunt u het AI1-signaal aan e gewenste analoge ingang koppelen. Programmeerbaar. P AI1 Filtertij s De filtertij voor e analoge ingang. Bij een waare hoger an 0 wort het laagoorlaatfilter voor it signaal geactiveer. De filtertij is e tij ie het kost om 63% van een stapverschil in het signaal te bereiken. P AI1 signaalbereik = 0 10 V/0 20 ma 1 = 2 10 V/4 20 ma P AI1 klantspec. min % P AI1 klantspec. max % De onergrenswaare van het aangepaste bereik, 20% = 4 20 ma/2 10 V De bovengrenswaare van het aangepaste bereik. P AI1 signaalinversie = Normaal 1 = Signaal geïnverteer P AI2 signaalselectie AnIN SlotA Zie P P AI2 Filtertij s Zie P P AI2 signaalbereik Zie P P AI2 klantspec. min % Zie P P AI2 klantspec. max % Zie P P AI2 signaalinversie Zie P P AI3 signaalselectie AnIN Slot Zie P P AI3 Filtertij s Zie P HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

74 VACON 74 MENU PARAMETERS Tabel 15: Instellingen voor analoge ingangen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AI3 signaalbereik Zie P P AI3 klantspec. min % Zie P P AI3 klantspec. max % Zie P P AI3 signaalinversie Zie P P AI4 signaalselectie AnIN Slot Zie P P AI4 Filtertij s Zie P P AI4 signaalbereik Zie P P AI4 klantspec. min % Zie P P AI4 klantspec. max % Zie P P AI4 signaalinversie Zie P P AI5 signaalselectie AnIN Slot Zie P P AI5 Filtertij s Zie P P AI5 signaalbereik Zie P P AI5 klantspec. min % Zie P P AI5 klantspec. max % Zie P P AI5 signaalinversie Zie P P AI6 signaalselectie AnIN Slot Zie P P AI6 Filtertij s Zie P P AI6 signaalbereik Zie P P AI6 klantspec. min % Zie P P AI6 klantspec. max % Zie P P AI6 signaalinversie Zie P TEL (0) FAX +358 (0)

75 MENU PARAMETERS VACON 75 Tabel 16: Instellingen voor igitale uitgangen op stanaar-i/o-kaart Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving Functieselectie voor basis-r01 P Basis-RO1-functie = Geen 1 = Geree 2 = In berijf 3 = Fout 4 = Fout inverteren 5 = Alarm 6 = Achteruit 7 = Op snelhei 8 = Motorregelaar actief 9 = Vast toerental 10 = Beieningspaneelbesturing 11 = I/O-beiening B 12 = Grenswaarebewaking 1 13 = Grenswaarebewaking 2 14 = Startsignaal 15 = Gereserveer 16 = Activering fire mous 17 = RTC-besturing tijkanaal 1 18 = RTC-besturing tijkanaal 2 19 = RTC-besturing tijkanaal 3 20 = VB-ControlWor B13 21 = VB-ControlWor B14 22 = VB-ControlWor B15 23 = PID 1 in slaapmous 24 = Gereserveer 25 = PID1-bewakingslimieten 26 = PID2-bewakingslimieten 27 = Besturing Motor 1 28 = Besturing Motor 2 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

76 VACON 76 MENU PARAMETERS Tabel 16: Instellingen voor igitale uitgangen op stanaar-i/o-kaart Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P Basis-RO1-functie = Besturing Motor 3 30 = Besturing Motor 4 31 = Besturing Motor 5 32 = Gereserveer 33 = Gereserveer 34 = Onerhousalarm 35 = Onerhousfout 36 = Fout Thermistor 37 = Motorschakelaar 38 = Voorverwarmen 39 = kwh-pulsuitgang 40 = Draai-inicatie 41 = Geselecteere parameterset P Basis R01 Inschakelvertraging s De inschakelvertraging voor het relais. P Basis R01 Uitschakelvertraging s De uitschakelvertraging voor het relais. P Basis R02 Functie Zie P P Basis R02 Inschakelvertraging s Zie P P Basis R02 Uitschakelvertraging s Zie P P Basis R03 Functie Zie P Niet zichtbaar als slechts twee uitgangrelais zijn geïnstalleer. DE DIGITALE UITGANGEN VAN DE UITBREIDINGSSLOTS C, D EN E. Toont alleen parameters voor aanwezige uitgangen op optiekaarten in slot C, D en E. De opties komen overeen met Basis-RO1-functie (P ). Deze groep parameters is niet zichtbaar als er geen igitale uitgangen aanwezig zijn in slot C, D of E. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

77 MENU PARAMETERS VACON 77 Tabel 17: Instellingen voor analoge uitgangen op e stanaar-i/o-kaart Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AO1 Functie 0 PIDfeeback = TEST 0% (niet gebruikt) 1 = TEST 100% 2 = Uitgangsfrequentie (0 fmax) 3 = Frequentiereferentie (0 fmax) 4 = Motortoerental (0 Nominaal motortoerental) 5 = Uitgangsstroom (0 Inmotor) 6 = Motorkoppel (0 Tnmotor) 7 = Motorvermogen (0 Pnmotor) 8 = Motorspanning (0 Unmotor) 9 = DC-spanning ( V) 10 = PID1-uitgang (0 100%) 11 = PID2-uitgang (0 100%) 12 = Procesata in1 (0 100%) 13 = Procesata in2 (0 100%) 14 = Procesata in3 (0 100%) 15 = Procesata in4 (0 100%) 16 = Procesata in5 (0 100%) 17 = Procesata in6 (0 100%) 18 = Procesata in7 (0 100%) 19 = Procesata in8 (0 100%) Gebruik voor Procesata in een waare zoner ecimaal teken, bijvoorbeel: 5000 =50,00%. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

78 VACON 78 MENU PARAMETERS Tabel 17: Instellingen voor analoge uitgangen op e stanaar-i/o-kaart Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AO1 Filtertij s De filtertij van het analoge uitgangssignaal. Zie P = Geen filtering 0 = 0 ma/0 V 1 = 4 ma/2 V P AO1 minimum P AO1 minimumschaal varieert varieert varieert P AO1 maximumschaal varieert varieert varieert Selecteer het type signaal (stroom/spanning) met e DIP-schakelaars. De schaling van e analoge uitgang is aners in P De minimumschaal in e proceseenhei. Afhankelijk van e geselecteere AO1- functie. De maximumschaal in e proceseenhei. Afhankelijk van e geselecteere AO1- functie. ANALOGE UITGANGEN IN SLOT C, D EN E Toont alleen parameters voor aanwezige uitgangen in slot C/D/E. De selecties zijn hetzelfe als ie in Basis A01. Deze groep parameters is niet zichtbaar als er geen igitale uitgangen aanwezig zijn in slot C, D of E. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

79 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.6: VELDBUSDATAMAP Tabel 18: Velbusatamap Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.6.1 Velbus DataUit 1 selectie Selecteer e gegevens ie woren verzonen naar e velbus met e ID van e parameter of controlewaare. De gegevens woren volgens e notatie op het beieningspaneel omgezet naar 16bitsnotatie zoner teken. 25,5 op het isplay komt bijvoorbeel overeen met 255. P3.6.2 Velbus DataUit 2 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. P3.6.3 Velbus DataUit 3 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. P3.6.4 Velbus DataUit 4 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. P3.6.5 Velbus DataUit 5 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. P3.6.6 Velbus DataUit 6 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. P3.6.7 Velbus DataUit 7 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. P3.6.8 Velbus DataUit 8 selectie Selecteer Procesata uit met e parameter- ID. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

80 VACON 80 MENU PARAMETERS Tabel 19: De stanaarwaaren voor Procesata uit via e velbus. Data Stanaarwaare Schaal Procesata uit 1 Uitgangsfrequentie 0,01 Hz Procesata uit 2 Motortoerental 1 rpm Procesata uit 3 Motorstroom 0,1 A Procesata uit 4 Motorkoppel 0.1% Procesata uit 5 Motorvermogen 0.1% Procesata uit 6 Motorspanning 0,1 V Procesata uit 7 DC-spanning 1 V Procesata uit 8 Laatste actieve foutcoe 1 De waare 2500 voor Uitgangsfrequentie komt bijvoorbeel overeen met 25,00 Hz omat e schaal is ingestel op 0,01. De schaalwaare gelt voor alle controlewaaren ie zijn beschreven in hoofstuk 4.1 Menugroep Monitor. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

81 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.7: VERBODEN FREQUENTIES Tabel 20: Verboen frequenties Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.7.1 Verboen frequentiegebie 1 onergrenswaare Hz = Niet gebruikt P3.7.2 Verboen frequentiegebie 1 bovengrenswaare Hz = Niet gebruikt P3.7.3 Verboen frequentiegebie 2 onergrenswaare Hz = Niet gebruikt P3.7.4 Verboen frequentiegebie 2 bovengrenswaare Hz = Niet gebruikt P3.7.5 Verboen frequentiegebie 3 onergrenswaare Hz = Niet gebruikt P3.7.6 Verboen frequentiegebie 3 bovengrenswaare Hz = Niet gebruikt P3.7.7 Ramp Tijfactor Tijen De vermenigvuligingsfactor voor e huiige geselecteere rampingtij tussen grenswaaren van verboen frequenties. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

82 VACON 82 MENU PARAMETERS 5.8 GROEP 3.8: GRENSWAARDEBEWAKING Tabel 21: Instellingen voor grenswaarebewaking Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.8.1 Bewakingsitem 1 selectie = Uitgangsfrequentie 1 = Frequentiereferentie 2 = Motorstroom 3 = Motorkoppel 4 = Motorvermogen 5 = DC-spanning 6 = Analoge ingang 1 7 = Analoge ingang 2 P3.8.2 Bewakingsmous = Niet gebruikt 1 = Onergrensbewaking (uitgang actief boven limiet) 2 = Bovengrensbewaking (uitgang actief oner limiet) P3.8.3 Bewakingsgrenswaare varieert De bewakingsgrenswaare voor het ingestele item. De eenhei wort automatisch getoon. P3.8.4 Bewakingshysteresis varieert De bewakingshysteresis voor het ingestele item. De eenhei wort automatisch ingestel. P3.8.5 Bewakingsitem 2 selectie Zie P P3.8.6 Bewakingsmous Zie P P3.8.7 Bewakingsgrenswaare varieert Zie P P3.8.8 Bewakingshysteresis varieert Zie P TEL (0) FAX +358 (0)

83 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.9: BEVEILIGINGEN Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.9.1 Respons op Fout analoge ingang te laag = Geen actie 1 = Alarm 2 = Alarm + vaste foutfrequentie (P3.3.19) 3 = Fout (stop volgens stopmous) 4 = Fout (stop oor uitlopen) P3.9.2 Respons op externe fout = Geen actie 1 = Alarm 2 = Fout (stop volgens stopmous) 3 = Fout (stop oor uitlopen) P3.9.3 Respons op ingangsfasefout Selecteer e configuratie van e voeingsfasen. Ingangsfasebewaking zorgt ervoor at e ingangsfasen van e frequentieregelaar ongeveer een gelijke stroom hebben. 0 = 3-fase onersteuning 1 = 1-fase onersteuning P3.9.4 Fout onerspanning = Fout opslaan in historie 1 = Fout niet opslaan in historie P3.9.5 Respons bij uitgangsfasefout Zie P P3.9.6 Motor thermische beveiliging Zie P P3.9.7 Factor motoromgevingstemperatuur C De omgevingstemperatuur in C. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

84 VACON 84 MENU PARAMETERS Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P3.9.8 Motorkoeling nultoerental % De koelfactor bij stilstaane motor in relatie tot het punt waarop e motor bij nominaal toerental en zoner externe koeling raait. P3.9.9 Motor thermische tijconstante min varieert 707 De tijconstante is e tij waarbinnen e berekene thermische fase 63% van e efinitieve waare heeft bereikt. P Thermische motorbelastingsfactor % P Fout motor geblokkeer Zie P P P Blokkeerstroom * IH A IH 710 Blokkeertijslimiet s De blokkeertoestan treet pas op als e stroom eze grenswaare heeft overschreen. Dit is e maximaal toegestane tijsuur van e blokkeertoestan. P Blokkeerfrequentielimiet 1.00 P3.3.2 Hz De blokkeertoestan treet pas op wanneer e uitgangsfrequentie geurene e tij ie is ingestel in parameter P oner eze grenswaare is gebleven. P Fout onerbelasting (efecte aanrijfriem/rooglopene pomp) Zie P P Onerbelastingsbeveiliging: velverzwakkingsgebiebelasting % De waare voor het toegestane minimumkoppel wanneer e uitgangsfrequentie hoger is an het velverzwakkingspunt. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

85 MENU PARAMETERS VACON 85 Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Onerbelastingsbeveiliging: nulfrequentiebelasting % De waare voor het toegestane minimumkoppel bij nulfrequentie. Als u e waare van parameter P wijzigt, wort eze parameter weer automatisch teruggezet naar e stanaarwaare. P Onerbelastingsbeveiliging: Tijslimiet s Dit is e maximaal toegestane tijsuur van e onerbelastingstoestan. P Respons bij velbuscommunicatiefout Zie P P Fout slotcommunicatie Zie P P Fout Thermistor Zie P P Respons bij PID1- bewakingsfout Zie P P Respons bij PID2- bewakingsfout Zie P P Temp.foutsignaal 0 3 Niet gebruikt 739 Hiermee kunt u selecteren welke signalen een alarm of fout genereren. P Temp.alarmlimiet P Temp.foutlimiet De temperatuur waarbij een alarm wort gegenereer. De temperatuur waarbij een fout wort gegenereer. De foutrespons op een temperatuurfout. P Temp.foutrespons 0 3 Fout = Geen respons 1 = Alarm 2 = Fout (stop volgens stopmous) 3 = Fout (stop oor uitlopen) 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

86 VACON 86 MENU PARAMETERS Tabel 22: Instellingen voor beveiligingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P * Respons bij Safe Disable uit-fout (STO) = Geen actie 1 = Alarm 2 = Fout (stop oor uitlopen) *) Deze parameter is niet zichtbaar als e frequentieregelaar e functie Safe Disable uit niet onersteunt. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

87 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.10: AUTOMATISCHE RESET. Tabel 23: Instellingen voor automatisch resetten Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Automatische reset = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel De startmous bij automatische reset. P Herstartfunctie = Vliegene start 1 = Zoals ingestel in P P Wachttij s De wachttij voorat e eerste reset wort uitgevoer. P P Probeertij s Aantal pogingen Wanneer e probeertij is verstreken en e fout nog stees actief is, schakelt e frequentieregelaar uit. Het totale aantal pogingen. Het fouttype heeft geen effect. Als e frequentieregelaar niet binnen it aantal pogingen en binnen e ingestele probeertij kan woren gereset, wort er een fout gegenereer. Autoreset toegestaan? P Auto reset: Onerspanning = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P Auto reset: Overspanning = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P Auto reset: Overstroom = Nee 1 = Ja 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

88 VACON 88 MENU PARAMETERS Tabel 23: Instellingen voor automatisch resetten Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving Autoreset toegestaan? P Auto reset: AI laag = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P Auto reset: Unit overtemperatuur = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P Auto reset: Motor overtemperatuur = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P Auto reset: Externe fout = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P Auto reset: Fout onerbelasting = Nee 1 = Ja Autoreset toegestaan? P PID-bewaking Nee Ja Nee = Nee 1 = Ja 5 TEL (0) FAX +358 (0)

89 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.11: TIMERFUNCTIES Tabel 24: Interval 1 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AAN-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss P UIT-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss 00:00: :00: De AAN-tij De UIT-tij De ag van e week waarop een functie wort geactiveer. P Vanaf ag = Zonag 1 = Maanag 2 = Dinsag 3 = Woensag 4 = Donerag 5 = Vrijag 6 = Zaterag De ag van e week waarop een functie wort geeactiveer. P T/m ag = Zonag 1 = Maanag 2 = Dinsag 3 = Woensag 4 = Donerag 5 = Vrijag 6 = Zaterag De keuze van het tijkanaal. P Toewijzen aan kanaal Selectie met keuzevakjes 0 = Niet gebruikt 1 = Tijkanaal 1 2 = Tijkanaal 2 3 = Tijkanaal 3 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

90 VACON 90 MENU PARAMETERS Tabel 25: Interval 2 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AAN-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss P UIT-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss 00:00: :00: Zie interval 1. Zie interval 1. P Vanaf ag Zie interval 1. P T/m ag Zie interval 1. P Toewijzen aan kanaal Zie interval 1. Tabel 26: Interval 3 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AAN-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss P UIT-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss 00:00: :00: Zie interval 1. Zie interval 1. P Vanaf ag Zie interval 1. P T/m ag Zie interval 1. P Toewijzen aan kanaal Zie interval 1. Tabel 27: Interval 4 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AAN-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss P UIT-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss 00:00: :00: Zie interval 1. Zie interval 1. P Vanaf ag Zie interval 1. P T/m ag Zie interval 1. P Toewijzen aan kanaal Zie interval 1. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

91 MENU PARAMETERS VACON 91 Tabel 28: Interval 5 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P AAN-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss P UIT-Tij 00:00:00 23:59:59 uu:mm: ss 00:00: :00: Zie interval 1. Zie interval 1. P Vanaf ag Zie interval 1. P T/m ag Zie interval 1. P Toewijzen aan kanaal Zie interval 1. Tabel 29: Timer 1 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Duur s De uur van het tijrelais wanneer it wort geactiveer met een DI. De keuze van het tijkanaal. P Toewijzen aan kanaal P Mous tuit taan tuit Selectie met keuzevakjes 0 = Niet gebruikt 1 = Tijkanaal 1 2 = Tijkanaal 2 3 = Tijkanaal 3 Hiermee selecteert u of e timer met een inof uitschakelvertraging werkt. Tabel 30: Timer 2 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Duur s Zie Timer 1. P Toewijzen aan kanaal Zie Timer 1. P Mous tuit taan tuit Zie Timer HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

92 VACON 92 MENU PARAMETERS Tabel 31: Timer 3 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Duur s Zie Timer 1. P Toewijzen aan kanaal Zie Timer 1. P Timer 3 tuit taan tuit Zie Timer 1. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

93 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.12: PID-REGELAAR 1 Tabel 32: Basisinstellingen voor PID-regelaar 1 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P PID Versterking % P PID Integratietij s P PID Dempingstij s Als e waare van e parameter wort ingestel op 100%, zal een wijziging van 10% in e foutwaare e uitgang van e regelaar ook met 10% oen wijzigen. Als e waare van e parameter wort ingestel op 1,00 s, zal een wijziging van 10% in e foutwaare e uitgang van e regelaar met 10,00%/s oen wijzigen. Als e waare van e parameter wort ingestel op 1,00 s, zal een wijziging van 10% geurene 1,00 s in e foutwaare e uitgang van e regelaar met 10,00% oen wijzigen. P Selectie Proceseenhei Selecteer e eenhei van e werkelijke waare. P Min. proceseenhei varieert varieert varieert P Max. proceseenhei varieert varieert varieert P Decimale Proceseenhei Het aantal ecimalen van e proceswaare. P Inversie fout = Normaal (terugkoppeling < referentiewaare -> PID-uitgang wort verhoog) 1 = Geïnverteer (terugkoppeling < referentiewaare -> PIDuitgang wort verlaag) 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

94 VACON 94 MENU PARAMETERS Tabel 32: Basisinstellingen voor PID-regelaar 1 Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P P Hysteresis oe zone varieert varieert varieert Vertraging oe zone s De oe zone ronom e referentiewaare in proceseenheen. De PID-uitgang wort vergrenel als e terugkoppeling geurene e ingestele tij binnen e oe zone blijft. Als e terugkoppeling geurene een vooraf vastgelege tijsuur binnen e oe zone blijft, wort e uitgang vergrenel. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

95 MENU PARAMETERS VACON 95 Tabel 33: Instellingen voor referentiewaaren Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P Beieningspaneel referentie 1 varieert varieert varieert P Beieningspaneel referentie 2 varieert varieert varieert P Referentie rampingtij s De op- en neergaane rampingtijen voor veraneringen in e referentiewaare. Dat wil zeggen, e tij ie het uurt om van het minimum naar het maximum te gaan. P Referentie 1 bronselectie = Niet gebruikt 1 = Beieningspaneel Referentie 1 2 = Beieningspaneel Referentie 2 3 = AI1 4 = AI2 5 = AI3 6 = AI4 7 = AI5 8 = AI6 9 = Procesata in1 10 = Procesata in2 11 = Procesata in3 12 = Procesata in4 13 = Procesata in5 14 = Procesata in6 15 = Procesata in7 16 = Procesata in8 Analoge ingangen en Procesata in woren verwerkt als percentage (0,00 100,00%) en geschaal op basis van het minimum- en maximumreferentiepunt. Procesata in-signalen gebruiken twee ecimalen. P Referentie 1 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

96 VACON 96 MENU PARAMETERS Tabel 33: Instellingen voor referentiewaaren Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P Referentie 1 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. P Slaapfrequentielimiet Hz De frequentieregelaar gaat over naar e slaapmous wanneer e uitgangsfrequentie langer beneen eze grenswaare blijft an e uur ie is opgegeven in e parameter slaapvertraging. P P Slaapvertraging s Ontwaakniveau x De minimale tijsuur at e frequentie oner het slaapniveau moet blijven voorat e frequentieregelaar wort gestopt. Als e PID-regelaar zich in e slaapmous bevint, wort e frequentieregelaar gestart en gereguleer wanneer e waare oner it niveau aalt. Absoluut niveau of relatief ten opzichte van e referentie op basis van e parameter Ontwaakmous. De berijfsmous voor P P Referentie 1 ontwaakmous = Absoluut niveau 1 = Relatief referentiepunt P Referentie 1 versterking x Het is mogelijk om e referentiewaare te verhogen met een igitale ingang. P Referentie 2 bronselectie Zie P P Referentie 2 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

97 MENU PARAMETERS VACON 97 Tabel 33: Instellingen voor referentiewaaren Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P Referentie 2 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. P Slaapfrequentielimiet Hz Zie P P Slaapvertraging s Zie P P Ontwaakniveau 2 varieert Zie P De berijfsmous voor P P Referentie 2 ontwaakmous = Absoluut niveau 1 = Relatief referentiepunt P Referentie 2 versterking x Zie P HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

98 VACON 98 MENU PARAMETERS Tabel 34: Instellingen voor terugkoppeling Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Terugkoppelfunctie = Alleen Bron1 in gebruik 2 = SQRT(Bron1);(Flow = Constante x SQRT(Druk)) 3 = SQRT(Bron1 - Bron2) 4 = SQRT(Bron1) + SQRT (Bron2) 5 = Bron1 + Bron2 6 = Bron1 - Bron2 7 = MIN (Bron 1, Bron 2) 8 = MAX (Bron 1, Bron 2) 9 = GEMIDDELDE (Bron 1, Bron 2) P Terugkoppelfunctie versterking % Bijvoorbeel gebruikt in combinatie met terugkoppelfunctie 2. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

99 MENU PARAMETERS VACON 99 Tabel 34: Instellingen voor terugkoppeling Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving 0 = Niet gebruikt 1 = AI1 2 = AI2 3 = AI3 4 = AI4 5 = AI5 6 = AI6 7 = Procesata in1 8 = Procesata in2 9 = Procesata in3 10 = Procesata in4 11 = Procesata in5 12 = Procesata in6 13 = Procesata in7 14 = Procesata in8 P Terugkoppeling 1 bronselectie Analoge ingangen en Procesata IN woren getoon als percentage (0,00 100,00%) en gaan voor schaling uit van het minimum en maximum van e referentiewaare. AANWIJZING! Procesata in-signalen gebruiken twee ecimalen. Als er temperatuuringangen zijn geselecteer, moet u e waaren van e parameters P Minimale proceseenhei en P Maximale proceseenhei instellen zoat eze overeenkomen met e schaal van e kaart voor temperatuurmeting: Minimale proceseenhei = -50 C Maximale proceseenhei = 200 C P Terugkoppeling 1 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

100 VACON 100 MENU PARAMETERS Tabel 34: Instellingen voor terugkoppeling Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Terugkoppeling 1 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. P Terugkoppeling 2 bronselectie Zie P P Terugkoppeling 2 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. M Terugkoppeling 2 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. Tabel 35: Instellingen voor vooruitsturing Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Vooruitsturingsfunctie Zie P P Vooruitsturingsfunctie versterking % Zie P P Vooruitsturing 1 bronselectie Zie P P Vooruitsturing 1 minimum % Zie P P Vooruitsturing 1 maximum % Zie P P Vooruitsturing 2 bronselectie Zie P P Vooruitsturing 2 minimum % Zie P P Vooruitsturing 2 maximum % Zie M TEL (0) FAX +358 (0)

101 MENU PARAMETERS VACON 101 Tabel 36: Parameters voor procesbewaking Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Procesbewaking inschakelen = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Bovengrenswaare varieert varieert varieert varieert 736 P Onergrenswaare varieert varieert varieert varieert 758 P Vertraging s Bewaking van e maximale werkelijke/ proceswaare. Bewaking van e minimale werkelijke/ proceswaare. Als e streefwaare niet binnen eze tij wort bereikt, wort er een fout of alarm gegenereer. Tabel 37: Parametergroep Drukverlies compensatie Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Referentie 1 inschakelen Hiermee kunt u rukverliescompensatie voor referentie 1 inschakelen. 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Referentie 1 maximale compensatie varieert varieert varieert varieert 1190 Deze waare wort proportioneel toegevoeg aan e frequentie. Referentiecompensatie = max. compensatie * (FreqUit - Min- Freq) / (MaxFreq - Min- Freq). P Referentie 2 inschakelen Zie P P Referentie 2 maximale compensatie varieert varieert varieert varieert 1192 Zie P HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

102 VACON 102 MENU PARAMETERS 5.13 GROEP 3.13: PID-REGELAAR 2 Tabel 38: Basisinstellingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P PID inschakelen = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Uitgang in stop % De uitgangswaare van e PID-regelaar als percentage van e maximale uitgangswaare wanneer eze is gestopt met e igitale uitgang. P PID Versterking % P PID Integratietij s P PID Dempingstij s P Selectie Proceseenhei P Min. proceseenhei varieert varieert varieert P Max. proceseenhei varieert varieert varieert P Decimale Proceseenhei P Inversie fout P Hysteresis oe zone varieert varieert varieert P Vertraging oe zone s TEL (0) FAX +358 (0)

103 MENU PARAMETERS VACON 103 Tabel 39: Referentiepunten Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P P P Beieningspaneel referentie 1 Beieningspaneel Referentie 2 Referentie rampingtij varieert varieert s HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

104 VACON 104 MENU PARAMETERS Tabel 39: Referentiepunten Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving 0 = Niet gebruikt 1 = Beieningspaneel Referentie 1 2 = Beieningspaneel Referentie 2 3 = AI1 4 = AI2 5 = AI3 6 = AI4 7 = AI5 8 = AI6 9 = Procesata in1 10 = Procesata in2 11 = Procesata in3 12 = Procesata in4 13 = Procesata in5 14 = Procesata in6 15 = Procesata in7 16 = Procesata in8 P Referentie 1 bronselectie Analoge ingangen en Procesata IN woren getoon als percentage (0,00 100,00%) en gaan voor schaling uit van het minimum en maximum van e referentiewaare. AANWIJZING! Procesata in-signalen gebruiken twee ecimalen. Als er temperatuuringangen zijn geselecteer, moet u e waaren van e parameters P Max. proceseenhei en P Min. proceseenhei instellen zoat eze overeenkomen met e schaal van e kaart voor temperatuurmeting: Minimale proceseenhei = -50 C Maximale proceseenhei = 200 C 5 TEL (0) FAX +358 (0)

105 MENU PARAMETERS VACON 105 Tabel 39: Referentiepunten Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaa r ID Beschrijving P Referentie 1 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. P Referentie 1 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. P Referentie 2 bronselectie Zie P P Referentie 2 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. P Referentie 2 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. Tabel 40: Terugkoppelingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Terugkoppelfunctie P Terugkoppelfunctie versterking % P Terugkoppeling 1 bronselectie P Terugkoppeling 1 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. P Terugkoppeling 1 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. P Terugkoppeling 2 bronselectie P Terugkoppeling 2 minimum % Minimumwaare bij het analoge minimumsignaal. P Terugkoppeling 2 maximum % Maximumwaare bij het analoge maximumsignaal. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

106 VACON 106 MENU PARAMETERS Tabel 41: Procesbewaking Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Bewaking inschakelen = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Bovengrenswaare varieert varieert varieert varieert 1660 P Onergrenswaare varieert varieert varieert varieert 1661 P Vertraging s Als e streefwaare niet binnen eze tij wort bereikt, wort er een fout of alarm gegenereer. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

107 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.14: MULTI-POMP Tabel 42: Parametergroep Multi-pomp Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Aantal motoren Het aantal motoren (of pompen/ventilatoren) at is aangesloten op het multipompsysteem. P Vergrenelfunctie Hiermee kunt u vergrenelingen in- of uitschakelen. U kunt vergrenelingen gebruiken om aan te geven of een motor verbonen is met het systeem. 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P FR opnemen Hiermee kunt u e ACfrequentieregelaar opnemen in het autowisselproces en het vergrenelingssysteem. 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Autowissel Hiermee kunt u e rotatie van e opstartvolgore en e prioriteit van motoren in- en uitschakelen. 0 = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel P Autowissel interval u Wanneer eze tij is verlopen, wort er automatisch een autowissel uitgevoer zolang e gebruikte capaciteit lager is an het niveau at is ingestel met P en P HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

108 VACON 108 MENU PARAMETERS Tabel 42: Parametergroep Multi-pomp Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P P Autowissel: frequentielimiet Autowissel: Motorlimiet Hz Deze parameters bepalen het niveau waaroner e gebruikte capaciteit moet blijven om een autowissel uit te kunnen voeren. P Banbreete % Percentage van e referentiewaare. Bijvoorbeel: als referentiewaare = 5 bar, banbreete = 10%. Zolang e feebackwaare tussen e 4,5 en 5,5 bar blijft, wort e motor niet ontkoppel of verwijer. P Banbreetevertraging s Als e feeback buiten e banbreetegebie valt, moet eze tij verstrijken voorat u pompen kunt toevoegen of verwijeren. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

109 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.16: FIRE MODUS Tabel 43: Parametergroep Fire mous Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Fire mous wachtwoor = Ingeschakel 1234 = Testmous P Activering fire mous Open DigIN Slot OPEN = Fire mous actief GESLOTEN = Geen actie P Activering fire mous Sluiten DigIN Slot OPEN = Geen actie GESLOTEN = Fire mous actief P Fire mous frequentie 8.00 P3.3.2 Hz De frequentie ie wort gebruikt wanneer e fire mous actief is. De referentiebron ie wort gebruikt wanneer e fire mous actief is. Hiermee kunt u bijvoorbeel analoge ingang 1 of e PIDregelaar selecteren als referentiebron wanneer e fire mous actief is. P Fire mousfrequentiebron = Fire mous frequentie 1 = Vast toerental 2 = Beieningspaneel 3 = Velbus 4 = AI1 5 = AI2 6 = AI1 + AI2 7 = PID1 8 = Motorpotentiometer 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

110 VACON 110 MENU PARAMETERS Tabel 43: Parametergroep Fire mous Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Fire mous achteruit DigIN Slot De opracht voor het omkeren van e raairichting in e fire mous. Deze functie heeft geen effect bij normale werking. OPEN = Vooruit GESLOTEN = Achteruit P Fire mous vaste frequentieselectie Vaste frequentie voor e fire mous. P Fire mous vaste frequentieselectie Zie hierboven. P Fire mous vaste frequentieselectie Zie hierboven. Een controlewaare. Zie Basis. M Fire mous status M Fire mous teller = Uitgeschakel 1 = Ingeschakel 2 = Geactiveer (Ingeschakel + DI open) 3 = Testmous Toont hoe vaak e fire mous is geactiveer in e mous Ingeschakel. Deze teller kan niet woren gereset. P Fire mous raaiinicatiestroom % De stroomlimiet voor het raai-inicatiesignaal van e igitale uitgang. 5 TEL (0) FAX +358 (0)

111 MENU PARAMETERS VACON GROEP 3.17: APPLICATIE-INSTELLINGEN Tabel 44: Applicatie-instellingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Wachtwoor P Selectie C/ F C 1197 P Selectie van kw/pk kw 1198 Hiermee kunt u aangeven of temperaturen op het beieningspaneel woren weergegeven in graen Celsius of Fahrenheit. Hiermee kunt u aangeven of het motorasvermogen op het beieningspaneel wort weergegeven in kw of in pk. P FunctButtonConfiguratie Deze parameter bepaalt welke selecties er woren getoon wanneer u op e functieknop rukt GROEP 3.18: INSTELLINGEN VOOR KWH-PULSUITGANG Tabel 45: Instellingen voor kwh-pulsuitgang Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P kwh-pulslengte ms P kwh-pulsresolutie kwh De lengte van e kwhpuls in milliseconen. Hoe vaak e kwh-puls moet woren gegenereer. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 5

112 VACON 112 MENU DIAGNOSE 6 MENU DIAGNOSE 6.1 ACTIEVE FOUTEN Wanneer er één of een aantal fouten is gegenereer, toont het isplay e naam van e fout en knippert het. Druk op OK om terug te gaan naar het menu Diagnose. Het submenu Actieve fouten geeft het aantal fouten aan. Selecteer een fout en ruk op OK om e foutgegevens te bekijken. De fout blijft actief totat u eze reset. Er zijn 5 manieren om een fout te resetten. Hou e resetknop geurene 2 s ingerukt. Open het submenu Reset Fouten en gebruik e parameter Reset Fouten. Geef een resetsignaal via e I/O-klemmen. Geef een resetsignaal met e velbus. Geef een resetsignaal in Vacon Live. Het submenu Actieve fouten kan maximaal tien fouten bewaren. Het submenu toont e fouten in e volgore waarin ze zijn opgetreen. 6.2 RESET FOUTEN Met it menu kunt u fouten resetten. Raapleeg voor instructies hoofstuk 10.1 Er wort een fout getoon. LET OP! Voorat u e fout reset, moet u het externe stuursignaal uitschakelen om te voorkomen at e frequentieregelaar onbeoel opnieuw wort gestart. 6.3 FOUTENHISTORIE De foutenhistorie bevat 40 fouten. Als u e etails van een fout wilt bekijken, opent u e foutenhistorie, selecteert u e fout en rukt u op OK. 6 TEL (0) FAX +358 (0)

113 MENU DIAGNOSE VACON TOTAALTELLERS Tabel 46: De totaaltellerparameters in het menu Diagnose Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving V4.4.1 Energieteller varieert 2291 De hoeveelhei energie ie is afgenomen van het elektriciteitsnet. Deze teller kan niet woren gereset. In het tekstisplay: e grootste eenhei voor energie ie het isplay toont is MW. Als e getele energiewaare groter wort an 999,9 MW, wort er geen eenhei meer getoon op het isplay. V4.4.3 Berijfsuren (grafisch beieningspaneel) j uu:mm 2298 De berijfsuren van e besturingsunit. V4.4.4 Berijfsuren (tekstbeieningspaneel) j De berijfsuren van e besturingsunit in jaren. V4.4.5 Berijfsuren (tekstbeieningspaneel) De berijfsuren van e besturingsunit in agen. V4.4.6 Berijfsuren (tekstbeieningspaneel) uu:mm: ss De berijfsuren van e besturingsunit in uren, minuten en seconen. V4.4.7 Draaitij (grafisch beieningspaneel) j uu:mm 2293 De raaitij van e motor. V4.4.8 Draaitij (tekstbeieningspaneel) j Totale raaitij van e motor in jaren. V4.4.9 Draaitij (tekstbeieningspaneel) Totale raaitij van e motor in agen. V Draaitij (tekstbeieningspaneel) uu:mm: ss De raaitij van e motor in uren, minuten en seconen. V Netvoeing-aanwezig tij (grafisch beieningspaneel) j uu:mm 2294 De inschakeluur van e voeingseenhei. Deze teller kan niet woren gereset. V Netvoeing-aanwezig tij (tekstbeieningspaneel) j De totale inschakeluur van e voeing in jaren. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 6

114 VACON 114 MENU DIAGNOSE Tabel 46: De totaaltellerparameters in het menu Diagnose Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving V Netvoeing-aanwezig tij (tekstbeieningspaneel) De totale inschakeluur van e voeing in agen. V Netvoeing-aanwezig tij (tekstbeieningspaneel) uu:mm: ss De inschakeluur van e voeing in uren, minuten en seconen. V Startoprachtteller 2295 Het aantal keren at e voeingseenhei is gestart. 6 TEL (0) FAX +358 (0)

115 MENU DIAGNOSE VACON TRIPTELLERS Tabel 47: De parametergroep Triptellers in het menu Diagnose Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving Deze teller kan woren gereset. In het tekstisplay: e grootste eenhei voor energie ie het isplay toont is MW. Als e getele energiewaare groter wort an 999,9 MW, wort er geen eenhei meer getoon op het isplay. P4.5.1 Energie tripteller varieert 2296 De teller resetten In het tekstisplay: Hou e OKknop geurene 4 s ingerukt. In het grafische isplay: Druk op OK. De pagina Tellerreset wort getoon. Druk nogmaals op OK. P4.5.3 Berijfsuren (grafisch beieningspaneel) j uu:mm 2299 Deze teller kan woren gereset. Raapleeg hoofstuk P4.5.1 hierboven voor instructies. P4.5.4 Berijfsuren (tekstbeieningspaneel) j Het totaalaantal berijfsuren in jaren. P4.5.5 Berijfsuren (tekstbeieningspaneel) Het totaalaantal berijfsuren in agen. P4.5.6 Berijfsuren (tekstbeieningspaneel) uu:mm: ss Het totaalaantal berijfsuren in uren, minuten en seconen. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 6

116 VACON 116 MENU DIAGNOSE 6.6 SOFTWARE-INFO Tabel 48: De parametergroep Software-info in het menu Diagnose Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving V4.6.1 Softwarepakket (grafisch beieningspaneel) 2524 De coe voor ientificatie van e software. V4.6.2 Softwarepakket-ID (tekstbeieningspaneel) V4.6.3 Softwarepakket versie (tekstbeieningspaneel) V4.6.4 Systeembelasting % 2300 De CPU-belasting van e besturingsunit. V4.6.5 Applicatie naam (grafisch beieningspaneel) 2525 De naam van e applicatie. V4.6.6 Applicatie-ID 837 De coe van e applicatie. V4.6.7 Applicatie-versie TEL (0) FAX +358 (0)

117 MENU I/O EN HARDWARE VACON MENU I/O EN HARDWARE Dit menu bevat verschillene instellingen ie afhankelijk zijn van anere opties. 7.1 BASIS I/O In het menu Basis I/O kunt u e statussen van in- en uitgangen bewaken. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 7

118 VACON 118 MENU I/O EN HARDWARE Tabel 49: De basis I/O-parameters in het menu I/O en harware Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving V5.1.1 Digitale ingang V5.1.2 Digitale ingang V5.1.3 Digitale ingang V5.1.4 Digitale ingang V5.1.5 Digitale ingang V5.1.6 Digitale ingang De status van het igitale ingangssignaal. De status van het igitale ingangssignaal. De status van het igitale ingangssignaal. De status van het igitale ingangssignaal. De status van het igitale ingangssignaal. De status van het igitale ingangssignaal. V5.1.7 Analoge ingang 1 mous Toont e mous ie is ingestel voor het analoge ingangssignaal. De optie kan woren geselecteer met een DIP-schakelaar op e besturingskaart. 1 = 0 20 ma 3 = 0 10 V V5.1.8 Analoge ingang % 0.00 De status van het analoge ingangssignaal. V5.1.9 Analoge ingang 2 mous Toont e mous ie is ingestel voor het analoge ingangssignaal. De optie kan woren geselecteer met een DIP-schakelaar op e besturingskaart. 1 = 0 20 ma 3 = 0 10 V V Analoge ingang % 0.00 De status van het analoge ingangssignaal. 7 TEL (0) FAX +358 (0)

119 MENU I/O EN HARDWARE VACON 119 Tabel 49: De basis I/O-parameters in het menu I/O en harware Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving V Analoge uitgang 1 mous Toont e mous ie is ingestel voor het analoge ingangssignaal. De optie kan woren geselecteer met een DIP-schakelaar op e besturingskaart. 1 = 0 20 ma 3 = 0 10 V V Analoge uitgang % 0.00 V Relaisuitgang V Relaisuitgang V Relaisuitgang De status van het analoge uitgangssignaal. De status van het uitgangsrelaissignaal. De status van het uitgangsrelaissignaal. De status van het uitgangsrelaissignaal. 7.2 OPTIEKAARTSLOTS De parameters in it menu zijn verschillen voor alle optiekaarten. U ziet alleen e parameters van e optiekaart ie is geïnstalleer. Als er geen optiekaart is geïnstalleer in slot C, D of E, woren er geen parameters getoon. Raapleeg hoofstuk 9.5 I/O-configuratie voor meer informatie over e locatie van e slots. Wanneer u een optiekaart verwijert, woren foutcoe 39 en e foutnaam Component verwijer weergeven op het isplay. Zie hoofstuk 10.3 Foutcoes. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 7

120 VACON 120 MENU I/O EN HARDWARE Tabel 50: Parameters met betrekking tot optiekaarten Menu Functie Beschrijving Slot C Slot D Slot E Instellingen Monitoring Instellingen Monitoring Instellingen Monitoring De instellingen ie betrekking hebben op optiekaarten. Hiermee kunt u gegevens bewaken ie betrekking hebben op e optiekaart. De instellingen ie betrekking hebben op optiekaarten. Hiermee kunt u gegevens bewaken ie betrekking hebben op e optiekaart. De instellingen ie betrekking hebben op optiekaarten. Hiermee kunt u gegevens bewaken ie betrekking hebben op e optiekaart. 7.3 REAL-TIME KLOK Tabel 51: De Parametergroep Real-time klok in het menu I/O en harware Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving De status van e batterij. V5.5.1 Batterij status = Niet geïnstalleer 2 = Geïnstalleer 3 = Vervang e batterij P5.5.2 Tij uu:mm: ss 2201 De huiige tij van e ag. P5.5.3 Datum.mm De huiige atum. P5.5.4 Jaar jjjj 2203 Het huiige jaar. De regel voor het bepalen van e zomertij. P5.5.5 Zomertij = UIT 2 = EU: start op e laatste zonag van maart, einigt op e laatste zonag van oktober 3 = US: start op e 2e zonag van maart, einigt op e 1e zonag van november 4 = Ruslan (permanent) 7 TEL (0) FAX +358 (0)

121 MENU I/O EN HARDWARE VACON INSTELLINGEN POWERUNIT In it menu kunt u e instellingen van e ventilator en het sinusfilter instellen. De ventilator kent twee stanen: geoptimaliseer of altij-aan. In e stan Geoptimaliseer regelt e interne regelelektronica van e frequentieregelaar e ventilatorsnelhei aan e han van informatie over e temperatuur. Wanneer e frequentieregelaar overgaat naar e status Geree, raait e ventilator nog vijf minuten oor voorat eze stopt. In e mous Altij aan werkt e ventilator altij bij maximale snelhei en stopt eze niet. Het sinusfilter hout e overmoulatieiepte binnen e grenswaaren en zorgt ervoor at e functies voor warmteregeling e schakelfrequentie niet beïnvloeen. Tabel 52: Instellingen voeingseenhei: Ventilator Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving V Mous ventilatorbesturing = Altij aan 1 = Geoptimaliseer M Ventilator levensuur Nvt Nvt 849 Ventilator levensuur M Ventilator levensuur alarmlimiet u Ventilator levensuur alarmlimiet M Ventilator levensuur reset Nvt Nvt Ventilator levensuur reset Tabel 53: Instellingen voeingseenhei: Sinusfilter Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P Sinusfilter = Niet gebruikt 1 = Gebruikt 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 7

122 VACON 122 MENU I/O EN HARDWARE 7.5 BEDIENINGSPANEEL Tabel 54: De parametergroep Beieningspaneel in het menu I/O en harware Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P5.7.1 Time-out tij 0 60 min De tij waarna het isplay terugkeert naar e pagina ie is ingestel met parameter P = Niet gebruikt P5.7.2 Stanaarpagina = Geen 1 = Bevestig Menuinex 2 = Hoofmenu 3 = Beieningspagina 4 = Multimonitor P5.7.3 Menu-inex 2499 P5.7.4 Contrast* % Stel e menu-inex in van e pagina in ie u wilt gebruiken. (Optie 1 in P5.7.2.) Stel het contrast van het isplay in. P5.7.5 Schermverlichtingstij 0 60 min Stel e tij in waarna e schermverlichting van het isplay wort uitgeschakel. Als e waare is ingestel op 0, is e schermverlichting altij aan. * Alleen beschikbaar op het grafische beieningspaneel. 7.6 VELDBUS Het menu I/O en harware bevat parameters ie betrekking hebben op verschillene velbuskaarten. De instructies voor het gebruik van eze parameters vint u in e gebruikershanleiing bij e velbuskaart. 7 TEL (0) FAX +358 (0)

123 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS VACON DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS 8.1 GEBRUIKERSINSTELLINGEN Tabel 55: Algemene instellingen in het menu Gebruikersinstellingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P6.1 Taalkeuze varieert varieert varieert 802 M6.5 Parameterback-up De opties zijn verschillen voor alle verschillene taalpakketten. Zie Tabel 56 De parametergroep Parameterback-up in het menu Gebruikersinstellingen. M6.6 P6.7 Parameters vergelijken Naam frequentieregelaar Als at noig is, kunt u e frequentieregelaar in e pc-tool Vacon Live een naam geven. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 8

124 VACON 124 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS PARAMETERBACK-UP Tabel 56: De parametergroep Parameterback-up in het menu Gebruikersinstellingen Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P6.5.1 Fabrieksinstellingen herstellen 831 Hiermee kunt u e stanaarparameterwaaren terugzetten. Daarna wort e opstartwizar gestart. P6.5.2 Opslaan in beieningspaneel * 2487 Hiermee kunt u e parameterwaaren opslaan op het beieningspaneel om ze bijvoorbeel te kopiëren naar een anere frequentieregelaar. P6.5.3 Herlaen uit beieningspaneel * 2488 Hiermee kunt u e parameterwaaren van het beieningspaneel naar e frequentieregelaar kopiëren. P6.5.4 Opslaan in Set 1 P6.5.5 Herlaen Set 1 P6.5.6 Opslaan in Set 2 P6.5.7 Herlaen Set 2 Hiermee kunt u e parameterwaaren opslaan in parameterset 1. Hiermee kunt u e parameterwaaren in parameterset 1 naar e frequentieregelaar kopiëren. Hiermee kunt u e parameterwaaren opslaan in parameterset 2. Hiermee kunt u e parameterwaaren in parameterset 2 naar e frequentieregelaar kopiëren. * Alleen beschikbaar op het grafische isplay. 8 TEL (0) FAX +358 (0)

125 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS VACON 125 Tabel 57: Parameters vergelijken Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P6.6.1 Actieve set-set P6.6.2 Actieve set-set Vergelijkt e huiige parameters met e geselecteere set. Vergelijkt e huiige parameters met e geselecteere set. P6.6.3 Actieve set-stanaarwaares 2495 Vergelijkt e huiige parameters met e geselecteere set. P6.6.4 Actieve set-beieningspaneelset 2496 Vergelijkt e huiige parameters met e geselecteere set. 8.2 FAVORIETEN AANWIJZING! Dit menu is niet beschikbaar op het tekstbeieningspaneel. Als u ezelfe opties regelmatig gebruikt, kunt u eze toevoegen aan het menu Favorieten. Zo kunt u een set parameters of controlewaaren uit alle menu's van het beieningspaneel verzamelen. Het is niet noig om e parameters een voor een op te zoeken in e menustructuur. U kunt ze ook toevoegen aan e map Favorieten, zoat u ze snel kunt terugvinen. ITEMS TOEVOEGEN AAN FAVORIETEN 1 Blaer naar het item at u wilt toevoegen aan Favorieten. Druk op OK. STOP READY I/O Basic Settings Motor Nom Voltg V Motor Nom Freq Hz Motor Nom Spee 1430 rpm 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 8

126 VACON 126 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS 2 Selecteer Toevoegen aan favorieten en ruk op OK. STOP READY I/O Motor Nom Freq Eit Help A to favourites 3 De stappen zijn nu voltooi. Lees e instructies op het isplay om oor te gaan. STOP READY I/O Motor Nom Freq was ae to favourites. Press OK to continue. ITEMS VERWIJDEREN UIT FAVORIETEN 1 Ga naar Favorieten. 2 Blaer naar het item at u wilt verwijeren. Druk op OK. STOP READY I/O Favourites Motor Nom Freq Hz 3 Selecteer Verwijeren uit favorieten. STOP READY I/O Monitor Motor Nom Freq Help Rem from favourites 4 Druk op OK om te bevestigen. 8 TEL (0) FAX +358 (0)

127 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS VACON GEBRUIKERSNIVEAUS Gebruik e parameters in e parametergroep Gebruikersniveau om te voorkomen at personeel at geen parameters mag wijzigen, toegang krijgt tot e parameters. U kunt bovenien onbeoele wijzigingen in e parameters voorkomen. Wanneer u gebruikersniveaus gebruikt, kan e gebruiker niet alle parameters weergeven op het isplay van het beieningspaneel. Tabel 58: Parametergroep Gebruikersniveau Inex Parameter Min. Max. Eenhei Stanaar ID Beschrijving P8.1 Gebruikersniveau = Normaal. 1 = Monitoring. Alleen e menu's Monitoring, Favorieten en Gebruikersniveau zijn zichtbaar in het hoofmenu. P8.2 Toegangscoe Als u een anere waare instelt an 0 voorat u naar Monitoring gaat, bijvoorbeel vanuit Normaal, moet u e toegangscoe opgeven wanneer u wilt terugkeren naar Normaal. Hiermee voorkomt u at ongemachtig personeel wijzigingen kan aanbrengen in e parameters op het beieningspaneel. LET OP! Raak eze toegangscoe niet kwijt. Als e toegangscoe kwijt is, moet u contact opnemen met uw servicecenter/-partner. DE TOEGANGSCODE VOOR GEBRUIKERSNIVEAUS WIJZIGEN 1 Ga naar het gewenste gebruikersniveau. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 8

128 VACON 128 DE MENU'S GEBRUIKERSINSTELLINGEN, FAVORIETEN EN GEBRUIKERSNIVEAUS 2 Ga naar e optie Toegangscoe en ruk op e pijltoets RECHTS. STOP READY ALARM Keypa Main Menu ID:2362 User level Access coe P8.2 Normal Gebruik e pijltoetsen om e cijfers van e toegangscoe te wijzigen. STOP READY ALARM I/O Access coe ID:2362 P Min:0 Max:9 4 Druk op OK om e wijziging te accepteren. 8 TEL (0) FAX +358 (0)

129 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON PARAMETERBESCHRIJVINGEN In it hoofstuk vint u gegevens over e speciale parameters van e applicatie. Voor e meeste parameters van e Vacon 100-applicatie is een eenvouige beschrijving voloene. Deze eenvouige beschrijving vint u in e parametertabellen in hoofstuk 5 Menu Parameters. Als u anere gegevens noig hebt, kunt u contact opnemen met uw istributeur. 9.1 MOTORINSTELLINGEN P MOTORSTROOMLIMIET (ID107) Deze parameter bepaalt e maximale motorstroom vanaf e AC-frequentieregelaar. Het bereik van e waaren voor eze parameter is afhankelijk van het frameformaat van e frequentieregelaar. Wanneer e stroomlimiet actief is, wort e uitgangsfrequentie van e frequentieregelaar verlaag. AANWIJZING! De motorstroomlimiet is geen alarmlimiet voor overstroom. P SELECTIE U/F-RATIO (ID108) Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 Lineair 1 Kwaratisch De spanning van e motor wort lineair aangepast op basis van e uitgangsfrequentie. De spanning loopt van e waare van Nulfrequentiespanning (P ) tot e waare van Spanning op het velverzwakkingspunt bij e frequentie ie is ingestel in Frequentie velverzwakkingspunt. Gebruik eze stanaarinstellingen als anere instellingen niet noig zijn. De spanning van e motor wort volgens een kwaratische curve aangepast van e waare van Spanning bij 0 Hz (P ) tot e waare van Frequentie velverzwakkingspunt. De motor loopt onergemagnetiseer oner het velverzwakkingspunt en prouceert miner koppel. U kunt e kwaratische U/f-ratio gebruiken in toepassingen waarbij e koppelvraag zich kwaratisch verhout tot e snelhei, bijvoorbeel in centrifugaalventilatoren en -pompen. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

130 VACON 130 PARAMETERBESCHRIJVINGEN U[V] Un ID603 Stanaar: Nominale motorspanning Velverzwakkingspunt Lineair Kwaratisch Stanaar: Nominale motorfrequentie f[hz] ID602 Afb. 12: Lineaire en kwaratische aanpassing van e motorspanning P OVERSPANNINGSREGELAAR (ID607) Zie e beschrijving in P Onerspanningsregelaar. P ONDERSPANNINGSREGELAAR (ID608) Wanneer u P of P inschakelt, bewaken e regelaars eventuele variaties in e voeingsspanning. De regelaars passen e uitgangsfrequentie aan als eze te hoog of te laag wort. Als u e oner- en overspanningsregelaars wilt uitschakelen, moet u eze twee parameters uitschakelen. Dit is hanig als e voeingsspanning met meer an -15% tot +10% schommelt en als e applicatie gebruik van e regelaars niet toestaat. P AANPASSING STATORSPANNING (ID659) Deze parameter kan alleen woren gebruikt wanneer P Motortype is ingestel op PMmotor. Als u het motortype instelt op Inuctiemotor, wort e waare automatisch ingestel op 100% en kunt u eze niet wijzigen. Wanneer u e waare van P (Motortype) wijzigt naar PM-motor, wort e U/f-curve automatisch verhoog naar e uitgangsspanning van e frequentieregelaar. De ingestele U/f-ratio wort niet gewijzig. Dat wort geaan om te voorkomen at e PM-motor in het velverzwakkingsgebie actief is. De nominale spanning van e PM-motor is veel lager an e maximale uitgangsspanning van e frequentieregelaar. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

131 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 131 De nominale spanning van e PM-motor komt overeen met e back-emf-spanning van e motor bij e nominale frequentie. Maar bij anere fabrikanten kan eze bijvoorbeel gelijk zijn aan e statorspanning bij nominale belasting. Met Aanpassing statorspanning kunt u e U/f-curve van e frequentieregelaar aanpassen zoat eze ichterbij e back-emf-curve komt. Het is niet noozakelijk om e waaren van veel U/f-curveparameters te wijzigen. De parameter P bevat e uitgangsspanning van e frequentieregelaar als percentage van e nominale motorspanning bij e nominale motorfrequentie. Stel e U/f-curve van e frequentieregelaar in boven e back-emf-curve van e motor. De motorstroom neemt meer toe naarmate e U/f-curve meer afwijkt van e back-emf-curve. Spanning bij velverzwakkingspunt U [V] 200% Aanpassing statorspanning (50 200%) 100% back-emf Nominale motorspanning 50% Spanning bij 0 Hz f [Hz] Afb. 13: Aanpassing van e statorspanning Nominale motorfrequentie Velverzwakkingspunt 9.2 START/STOP-INSTELLINGEN P3.2.5 STOPFUNCTIE (ID 506) Met eze parameter kunt u het type stopfunctie selecteren. Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 Vrij uitlopen 1 Ramp De motor stopt oor zijn eigen massatraaghei. Wanneer e stopopracht wort opgegeven, stopt e besturing en gaat e stroom van e frequentieregelaar naar 0. Na e stopopracht wort e snelhei van e motor verlaag tot nul volgens e eceleratieparameters. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

132 VACON 132 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P3.2.6 START/STOP-LOGICA I/O (ID300) Met e igitale signalen van eze parameter kunt u e start/stop-oprachten van e frequentieregelaar instellen. De opties met e tekst 'flank' helpen voorkomen at e frequentieregelaar onbeoel wort gestart. Een onbeoele start is bijvoorbeel mogelijk oner e volgene omstanigheen. Wanneer u e voeing aansluit. Wanneer e stroom weer wort ingeschakel na stroomuitval. Naat u een fout hebt reset. Naat e frequentieregelaar wort gestopt met e parameter Vrijgave. Wanneer u e beieningsplaats overzet naar I/O-besturing. Voorat u e motor kunt starten, moet u het start/stop-contact openen. In alle voorbeelen op e volgene pagina's is e stopmous ingestel op vrije uitloop. CS = Stuursignaal. Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 CS1 = Vooruit CS2 = Achteruit De functies woren geactiveer wanneer e contacten woren gesloten. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

133 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 133 VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestele frequentie 0 Hz Ingestele frequentie t ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Startknop beieningspaneel Stopknop beieningspaneel Afb. 14: Start/stop-logica I/O A = 0 1. Stuursignaal (CS) 1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie toeneemt. De motor raait vooruit. 2. CS2 wort actief maar at heeft geen effect op e uitgangsfrequentie omat e richting ie het eerst is ingestel, e hoogste prioriteit heeft. 3. CS1 wort inactief, waaroor e raairichting wort omgekeer (VOORUIT naar ACHTERUIT) omat CS2 nog stees actief is. 4. CS2 wort inactief en e uitgangsfrequentie neemt af naar CS2 wort weer actief waaroor e motor versnelt (ACHTERUIT) naar e ingestele frequentie. 6. CS2 wort inactief en e uitgangsfrequentie zakt naar CS1 wort actief waaroor e motor versnelt (VOORUIT) naar e ingestele frequentie. 8. Het vrijgavesignaal wort op OPEN gezet, waaroor e frequentie naar 0 zakt. Configureer het vrijgavesignaal met parameter P Het vrijgavesignaal wort op GESLOTEN gezet, waaroor e frequentie stijgt naar e ingestele frequentie omat CS1 nog stees actief is. 10. De stopknop op het beieningspaneel wort ingerukt en e uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit signaal werkt alleen als P3.2.3 Beieningspaneel Stopknop is ingestel op Ja.) 11. De frequentieregelaar start omat e startknop op het beieningspaneel wort ingerukt. 12. De stopknop op het beieningspaneel wort nogmaals ingerukt om e frequentieregelaar te stoppen. 13. De poging om e frequentieregelaar te starten oor op e startknop te rukken, is mislukt omat CS1 inactief is. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

134 VACON 134 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Nummer optie Naam optie Beschrijving 1 CS1 = Vooruit (flank) CS2 = Geïnverteere stop VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestele frequentie 0 Hz t Ingestele frequentie ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Beieningspaneel Stopknop Afb. 15: Start/stop-logica I/O A = 1 1. Stuursignaal (CS) 1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie toeneemt. De motor raait vooruit. 2. CS2 wort inactief en zorgt ervoor at e frequentie naar 0 gaat. 3. CS1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie weer omhoog gaat. De motor raait vooruit. 4. Het vrijgavesignaal wort op OPEN gezet, waaroor e frequentie naar 0 zakt. Configureer het vrijgavesignaal met parameter P De startpoging met CS1 mislukt omat het vrijgavesignaal nog op OPEN staat. 6. CS1 wort geactiveer en e motor versnelt (VOORUIT) tot e ingestele frequentie omat het vrijgavesignaal op GESLOTEN is gezet. 7. De stopknop op het beieningspaneel wort ingerukt en e uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit signaal werkt alleen als P3.2.3 Beieningspaneel Stopknop is ingestel op Ja.) 8. CS1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie weer omhoog gaat. De motor raait vooruit. 9. CS2 wort inactief en zorgt ervoor at e frequentie naar 0 gaat. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

135 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 135 Nummer optie Naam optie Beschrijving 2 CS1 = Vooruit (flank) CS2 = Achteruit (flank) Gebruik eze functie om onbeoel starten te voorkomen. Voorat u e motor kunt herstarten, moet u het start/stopcontact openen. VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestele frequentie 0 Hz t Ingestele frequentie ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Stopknop beieningspaneel Afb. 16: Start/stop-logica I/O A = 2 1. Stuursignaal (CS) 1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie toeneemt. De motor raait vooruit. 2. CS2 wort actief maar at heeft geen effect op e uitgangsfrequentie omat e richting ie het eerst is ingestel, e hoogste prioriteit heeft. 3. CS1 wort inactief en zorgt ervoor at e raairichting wort omgekeer (VOORUIT naar ACHTERUIT) omat CS2 nog stees actief is. 4. CS2 wort inactief en e uitgangsfrequentie neemt af naar CS2 wort weer actief waaroor e motor versnelt (ACHTERUIT) naar e ingestele frequentie. 6. CS2 wort inactief en e uitgangsfrequentie neemt af naar CS1 wort actief waaroor e motor versnelt (VOORUIT) naar e ingestele frequentie. 8. Het vrijgavesignaal wort op OPEN gezet, waaroor e frequentie naar 0 zakt. Configureer het vrijgavesignaal met parameter P Het vrijgavesignaal is ingestel op GESLOTEN maar at heeft geen effect omat er een opgaane flank noig is om te starten, zelfs als CS1 actief is. 10. De stopknop op het beieningspaneel wort ingerukt en e uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit signaal werkt alleen als P3.2.3 Beieningspaneel Stopknop is ingestel op Ja.) 11. CS1 wort geopen en aarna weer gesloten, waaroor e motor start. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

136 VACON 136 PARAMETERBESCHRIJVINGEN 12. CS1 wort inactief en e uitgangsfrequentie gaat naar 0. Nummer optie Naam optie Beschrijving 3 CS1 = Start CS2 = Achteruit VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestele frequentie 0 Hz t Ingestele frequentie ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Startknop beieningspaneel Stopknop beieningspaneel Afb. 17: Start/stop-logica I/O A = 3 1. Stuursignaal (CS) 1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie toeneemt. De motor raait vooruit. 2. CS2 wort actief en zorgt ervoor at e richting wort omgekeer (VOORUIT naar ACHTERUIT). 3. CS2 wort inactief waaroor e raairichting begint te veraneren (ACHTERUIT naar VOORUIT) omat CS1 nog stees actief is. 4. CS1 wort inactief en e frequentie gaat naar CS2 wort actief maar e motor start niet omat CS1 inactief is. 6. CS1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie weer omhoog gaat. De motor raait vooruit omat CS2 inactief is. 7. Het vrijgavesignaal wort op OPEN gezet, waaroor e frequentie naar 0 zakt. Configureer het vrijgavesignaal met parameter P Het vrijgavesignaal wort op GESLOTEN gezet, waaroor e frequentie stijgt naar e ingestele frequentie omat CS1 nog stees actief is. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

137 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON De stopknop op het beieningspaneel wort ingerukt en e uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit signaal werkt alleen als P3.2.3 Beieningspaneel Stopknop is ingestel op Ja.) 10. De frequentieregelaar start omat e startknop op het beieningspaneel wort ingerukt. 11. De frequentieregelaar wort weer gestopt oor op e stopknop op het beieningspaneel te rukken. 12. De poging om e frequentieregelaar te starten oor op e startknop te rukken, is mislukt omat CS1 inactief is. Nummer optie Naam optie Beschrijving 4 CS1 = Start (flank) CS2 = Achteruit Gebruik eze functie om onbeoel starten te voorkomen. Voorat u e motor kunt herstarten, moet u het start/stopcontact openen. VOORUIT Uitgangsfrequentie Ingestele frequentie 0 Hz t Ingestele frequentie ACHTERUIT Vrijgave Stuursignaal 1 Stuursignaal 2 Stopknop beieningspaneel Afb. 18: Start/stop-logica I/O A = 4 1. Stuursignaal (CS) 1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie toeneemt. De motor raait vooruit omat CS2 inactief is. 2. CS2 wort actief en zorgt ervoor at e richting wort omgekeer (VOORUIT naar ACHTERUIT). 3. CS2 wort inactief waaroor e raairichting begint te veraneren (ACHTERUIT naar VOORUIT) omat CS1 nog stees actief is. 4. CS1 wort inactief en e frequentie gaat naar CS2 wort actief maar e motor start niet omat CS1 inactief is. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

138 VACON 138 PARAMETERBESCHRIJVINGEN 6. CS1 wort actief en zorgt ervoor at e uitgangsfrequentie weer omhoog gaat. De motor raait vooruit omat CS2 inactief is. 7. Het vrijgavesignaal wort op OPEN gezet, waaroor e frequentie naar 0 zakt. Configureer het vrijgavesignaal met parameter P Voorat e frequentieregelaar kan starten, moet u CS1 openen en weer sluiten. 9. De stopknop op het beieningspaneel wort ingerukt en e uitgangsfrequentie gaat naar 0. (Dit signaal werkt alleen als P3.2.3 Beieningspaneel Stopknop is ingestel op Ja.) 10. Voorat e frequentieregelaar kan starten, moet u CS1 openen en weer sluiten. 11. CS1 wort inactief en e frequentie gaat naar REFERENTIES U kunt e functie vaste frequenties gebruiken in processen waarbij meer an één vaste frequentiereferentie noozakelijk is. U kunt acht vaste frequentiereferenties instellen. Deze vaste frequentiereferenties kunt u selecteren met e igitale ingangssignalen P , P en P P VASTE FREQUENTIEMODUS (ID182) Met eze parameter kunt u e logica selecteren ie bepaalt wanneer een van e vaste frequenties wort gebruikt. U kunt twee verschillene methoen selecteren. Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 Binair gecoeer 1 Aantal ingangen De combinatie van ingangen vormt een binaire coe. De verschillen sets actieve igitale ingangen bepalen e vaste frequentie. Zie Tabel 59 De geselecteere vaste frequenties wanneer P = Binair gecoeer voor meer gegevens. Het aantal actieve ingangen bepaalt welke vaste frequentie wort gebruikt: 1, 2 of 3. P VASTE FREQUENTIE 1 (ID180) P VASTE FREQUENTIE 2 (ID106) P VASTE FREQUENTIE 3 (ID126) P VASTE FREQUENTIE 4 (ID127) P VASTE FREQUENTIE 5 (ID128) P VASTE FREQUENTIE 6 (ID129) 9 TEL (0) FAX +358 (0)

139 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 139 P VASTE FREQUENTIE 7 (ID130) Als u een vaste frequentie tussen 1 en 7 wilt selecteren, moet u igitale ingangen P (Vaste frequentieselectie 0), P (Vaste frequentieselectie 1) en/of P (Vaste frequentieselectie 2) gebruiken. De verschillen sets actieve igitale ingangen bepalen e vaste frequentie. Zie e tabel hieroner voor meer informatie. De waaren van e vaste frequenties blijven automatisch tussen e minimale en maximale frequenties (P3.3.1 en P3.3.2). Noozakelijke stap Geactiveere frequentie Selecteer e waare 1 voor parameter P Vaste frequentie 0 Tabel 59: De geselecteere vaste frequenties wanneer P = Binair gecoeer Geactiveere igitale ingangssignalen B2 B1 B0 Geactiveere frequentiereferentie Vaste frequentie 0 * Vaste frequentie 1 * Vaste frequentie 2 * * Vaste frequentie 3 * Vaste frequentie 4 * * Vaste frequentie 5 * * Vaste frequentie 6 * * * Vaste frequentie 7 * = De ingang is actief. 9.4 INSTELLINGEN VOOR RAMPING EN REMMEN P3.4.1 CURVEVORM 1 (ID500) Met e parameter Ramp 1 vorm kunt u het begin en het eine van e acceleratie- en eceleratieramps vloeiener maken. Als u e waare instelt op 0 is e rampvorm lineair. De acceleratie en eceleratie reageren irect op wijzigingen in het referentiesignaal. Als u e waare instelt tussen 0,1 en 10 s, wort e acceleratie- of eceleratieramp S- vormig. Gebruik eze functie om e mechanische slijtage van onerelen te vermineren en om piekstromen te voorkomen wanneer e referentiewaare veranert. U kunt e acceleratietij wijzigen met parameters P3.4.2 (Acceleratietij 1) en P3.4.3 (Deceleratietij 1). 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

140 VACON 140 PARAMETERBESCHRIJVINGEN [Hz] ID103, ID104 ID500 ID500 [t] Afb. 19: De acceleratie-/eceleratiecurve (S-vormig) P FLUXREMMEN (ID520) Als alternatief voor DC-remmen kunt u fluxremmen gebruiken. Fluxremmen verhoogt e remcapaciteit oner omstanigheen waarbij aanvullene remweerstanen niet noig zijn. Wanneer remmen noozakelijk is, verlaagt het systeem e frequentie en wort e flux in e motor verhoog. Hieroor wort e remcapaciteit van e motor groter. Het motortoerental wort stees geregel tijens het remmen. U kunt fluxremmen in- en uitschakelen. LET OP! Gebruik e remfunctie niet continu. Bij fluxremmen wort energie omgezet in warmte. Oververhitting kan e motor beschaigen. 9.5 I/O-CONFIGURATIE PROGRAMMERING VAN DIGITALE EN ANALOGE INGANGEN De ingangen van e AC-frequentieregelaar kunnen flexibel woren geprogrammeer. U kunt e beschikbare ingangen van e stanaar en optionele I/O vrij gebruiken voor verschillene functies. Gebruik voor e waare van e programmeerbare parameters e inelingen hieroner: DigIN SlotA.1/AnIN SlotA.1 (grafisch beieningspaneel) of I A.1/aI A.1 (tekstbeieningspaneel). 9 TEL (0) FAX +358 (0)

141 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 141 Naam optie Voorbeel Beschrijving Type ingang DigIN/I DigIN/I = Digitale ingang AnIN/aI = Analoge ingang Type slot Slot A Het kaarttype: A/B = stanaarkaart voor Vacon AC-frequentieregelaar C/D/E = Optiekaart 0 = Het parametersignaal is niet verbonen met een klem. Klemnummer 1 Het nummer van e klem op e geselecteer kaart. Bijvoorbeel: 'DigIN SlotA,1' of 'I A.1' geeft aan at e DIN1 op e stanaarkaart in slot A is gekoppel. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

142 VACON 142 PARAMETERBESCHRIJVINGEN A.1 A.2 A.1 A.2 A.3 A.4 A.5 A.6 Slot A A B G F C D A E Slot B B Afb. 20: De optiekaartslots en programmeerbare ingangen A. Stanaarkaartslot A en e bijbehorene klemmen B. Stanaarkaartslot B en e bijbehorene klemmen C. Optiekaartslot C Programmering van igitale ingangen D. Optiekaartslot D E. Optiekaartslot E F. Programmeerbare igitale ingangen (DI) G. Programmeerbare analoge ingangen (AI) U kunt e beschikbare functies van igitale ingangen als parameters terugvinen in parametergroep M Als u een functie wilt toekennen aan een igitale ingang, moet u een waare instellen voor e esbetreffene parameter. De lijst met beschikbare functies wort weergegeven in Tabel 14 Instellingen voor igitale ingangen. Voorbeel 9 TEL (0) FAX +358 (0)

143 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 143 A B C STOP READY I/O Digital Inputs ID:405 P Ext Fault Close DigINSlotA.3 Ext Fault Open DigINSlot0.2 Fault Reset Close DigINSlotA.6 Afb. 21: Het menu Digitale ingangen op het grafische isplay A. Het grafische isplay B. De naam/functie van e parameter C. De waare van e parameter (e ingestele igitale ingang) A B READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS Afb. 22: Het menu Digitale ingangen op het tekstisplay A. Het tekstisplay B. De naam/functie van e parameter C C. De waare van e parameter (e ingestele igitale ingang) In e stanaar-i/o-kaartcombinatie zijn er zes igitale ingangen beschikbaar: e klemmen 8, 9, 10, 14, 15 en 16 van slot A. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

144 VACON 144 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Type ingang (grafisch isplay) Type ingang (tekstisplay) Slot Ingangnr. Verklaring DigIN I A 1 DigIN I A 2 DigIN I A 3 DigIN I A 4 DigIN I A 5 DigIN I A 6 Digitale ingang nr. 1 (klem 8) op e kaart in slot A (stanaar-i/o-kaart). Digitale ingang nr. 2 (klem 9) op e kaart in slot A (stanaar-i/o-kaart). Digitale ingang nr. 3 (klem 10) op e kaart in slot A (stanaar-i/o-kaart). Digitale ingang nr. 4 (klem 14) op e kaart in slot A (stanaar-i/o-kaart). Digitale ingang nr. 5 (klem 15) op e kaart in slot A (stanaar-i/o-kaart). Digitale ingang nr. 6 (klem 16) op e kaart in slot A (stanaar-i/o-kaart). De functie Externe fout sluiten, in het menu te vinen via M3.5.1, is parameter P Op het grafische isplay heeft eze parameter e stanaarwaare DigIN SlotA.3. Op het tekstisplay. is at I A.3. Als eze optie is ingestel, kan e functie Externe fout sluiten woren bestuur met een igitaal signaal naar igitale ingang DI3 (klem 10). Inex Parameter Stanaar ID Beschrijving P Externe fout sluiten DigIN SlotA OPEN = OK GESLOTEN = Externe fout Als u e ingang wilt veraneren van DI3 naar bijvoorbeel DI6 (klem 16) op e stanaar-i/okaart, volgt u e instructies. PROGRAMMEREN OP HET GRAFISCHE DISPLAY 1 Selecteer een parameter. Druk op e pijltoets RECHTS om e bewerkingsmous te activeren. STOP READY I/O Digital inputs ID:405 P Ext Fault Close DigINSlotA3 Ext Fault Open DigINSlot0.2 Fault Reset Close DigINSlotA6 9 TEL (0) FAX +358 (0)

145 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON In e bewerkingsmous is e optie DigIN SlotA onerstreept en knippert e waare. Als u meer igitale ingangen in uw I/O-systeem beschikbaar hebt, bijvoorbeel omat u optiekaarten hebt toegevoeg in slot C, D of E, kunt u ook eze selecteren. STOP READY I/O Ext Fault Close ID:405 P DigIN SlotA.3 Min: Max: 3 Druk nogmaals op e pijltoets RECHTS om klem 3 te activeren. STOP READY I/O Ext Fault Close ID:405 DigIN SlotA.3 P Min: Max: 4 Druk rie keer op e pijltoets OMHOOG om e geselecteere klem te veraneren in 6. Druk op OK om e wijziging te accepteren. STOP READY I/O Ext Fault Close ID:405 P DigIN SlotA.6 Min: Max: 5 Als e igitale ingang DI6 rees voor een anere functie wort gebruikt, verschijnt er een meling op het isplay. Pas een van e opties aan. STOP READY I/O ID: At least one igital input has been selecte to several operations. To prevent possible unwante operations, please check all igital input selection parameters. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

146 VACON 146 PARAMETERBESCHRIJVINGEN PROGRAMMEREN OP HET TEKSTDISPLAY 1 Selecteer een parameter. Druk op OK om e bewerkingsmous te openen. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 2 In e bewerkingsmous knippert e letter D. Als u meer igitale ingangen in uw I/O-systeem beschikbaar hebt, bijvoorbeel omat u optiekaarten hebt toegevoeg in slot D of E, kunt u ook eze selecteren. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 3 Druk nogmaals op e pijltoets RECHTS om klem 3 te activeren. De letter D knippert niet meer. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 4 Druk rie keer op e pijltoets OMHOOG om e geselecteere klem te veraneren in 6. Druk op OK om e wijziging te accepteren. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 9 TEL (0) FAX +358 (0)

147 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON Als e igitale ingang DI6 rees voor een anere functie wort gebruikt, schuift er een meling over het isplay. Pas een van e opties aan. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS Naat u eze stappen hebt uitgevoer, wort e functie Externe fout sluiten bestuur oor igitale ingang DI6. De waare van een functie kan ook DigIN Slot0.1 (op het grafische isplay) of I 0.1 zijn (op het tekstisplay). In at geval hebt u geen klem toegewezen aan e functie of is e ingang ingestel op Altij OPEN. Dit is e stanaarwaare van e meeste parameters in e groep M Sommige ingangen hebben echter stanaar e waare Altij GESLOTEN. Deze waare wort getoon als DigIN Slot0.2 op het grafische isplay of als I 0.2 op het tekstisplay. AANWIJZING! U kunt ook tijkanalen toewijzen aan igitale ingangen. Zie voor meer informatie tabel Tabel 14 Instellingen voor igitale ingangen Beschrijving van signaalbronnen Bron Slot0 SlotA SlotB SlotC SlotD SlotE Functie 1 = Altij OPEN 2 9 = Altij GESLOTEN Het nummer komt overeen met e igitale ingang in slot A. Het nummer komt overeen met e igitale ingang in slot B. Het nummer komt overeen met e igitale ingang in slot C. Het nummer komt overeen met e igitale ingang in slot D. Het nummer komt overeen met e igitale ingang in slot E. Tijkanaal (TCh) 1=Tijkanaal 1, 2=Tijkanaal 2, 3=Tijkanaal DIGITALE INGANGEN De parameters zijn functies ie u kunt koppelen aan een igitale ingangsklem. De aanuiing DigIn Slot A.2 staat voor e tweee ingang in slot A. Het is bovenien mogelijk om functies aan tijkanalen te koppelen. De tijkanalen fungeren als klemmen. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

148 VACON 148 PARAMETERBESCHRIJVINGEN U kunt e status van e igitale in- en uitgangen bewaken in e Multimonitorweergave. P VRIJGAVE (ID 407) Wanneer het contact OPEN is, kan e motor niet woren gestart. Wanneer het contact GESLOTEN is, kan e motor woren gestart. U kunt e frequentieregelaar stoppen met e parameter P3.2.5 Stopfunctie. De frequentieregelaar van e volger zal altij uitlopen tot stilstan. P STARTVERGRENDELING 1 (ID 1041) P STARTVERGRENDELING 2 (ID 1042) Als er een vergreneling actief is, kan e frequentieregelaar niet woren gestart. U kunt eze functie bijvoorbeel gebruiken om te voorkomen at e frequentieregelaar wort gestart terwijl e emper gesloten is. Als u een vergreneling activeert terwijl e frequentieregelaar actief is, zal eze woren gestopt. P VASTE FREQUENTIESELECTIE 0 (ID419) P VASTE FREQUENTIESELECTIE 1 (ID420) P VASTE FREQUENTIESELECTIE 2 (ID421) Als u Vaste frequenties 1 tot en met 7 wilt toepassen, moet u een igitale ingang aan eze functie koppelen. Volg aarvoor e instructies in hoofstuk Programmering van igitale en analoge ingangen. Raapleeg Tabel 59 De geselecteere vaste frequenties wanneer P = Binair gecoeer, Tabel 14 Instellingen voor igitale ingangen en Tabel 12 Instellingen besturingsreferenties voor meer gegevens ANALOGE INGANGEN P AI1-SIGNAAL FILTERTIJD (ID 378) Deze parameter filtert storingen uit het analoge ingangssignaal. U kunt eze parameter activeren oor een waare in te stellen ie groter is an 0. AANWIJZING! Een lange filtertij zorgt voor een tragere responstij van e regeling. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

149 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 149 Analoog ingangssignaal [%] Ongefilter signaal 100% 63% Gefilter signaal t [s] ID378 Afb. 23: Het AI1-signaalfilter 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

150 VACON 150 PARAMETERBESCHRIJVINGEN DIGITALE UITGANGEN P BASIS-RO1-FUNCTIE (ID 11001) Tabel 60: De uitgangssignalen via RO1 Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 Niet gebruikt De uitgang wort niet gebruikt. 1 Geree De AC-frequentieregelaar is geree voor gebruik. 2 In berijf De AC-frequentieregelaar is actief (e motor loopt). 3 Algemene fout Er is een foutuitschakeling opgetreen. 4 Algemene fout geïnverteer Er is geen foutuitschakeling opgetreen. 5 Algemeen alarm 6 Achteruit Er is een omkeeropracht gegeven Op snelhei Motorregelaar actief Vaste frequentie actief Beieningspaneel beiening actief I/O-B beiening actief De uitgangsfrequentie is gelijk geworen aan e ingestele frequentiereferentie. Een van e limietregelaars (bijv. stroomlimiet of koppellimiet) is geactiveer. Er is een vaste frequentie geselecteer met e igitale ingangssignalen. Het beieningspaneel is geselecteer en fungeert als e actieve beieningsplaats. I/O B is geselecteer en fungeert als e actieve beieningsplaats. 12 Grenswaarebewaking 1 De grenswaarebewaking wort geactiveer als e signaalwaare buiten e ingestele boven- en onergrenswaaren 13 Grenswaarebewaking 2 komt (P3.8.3 of P3.8.7). 14 Startopracht actief De startopracht is actief. 15 Gereserveer 16 Fire mous AAN 17 RTC timer 1 besturing Tijkanaal 1 is in gebruik. 18 RTC timer 2 besturing Tijkanaal 2 is in gebruik. 19 RTC timer 3 besturing Tijkanaal 3 is in gebruik. 20 VelBus-Control WorB VelBus-Control WorB 14 9 TEL (0) FAX +358 (0)

151 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 151 Tabel 60: De uitgangssignalen via RO1 Nummer optie Naam optie Beschrijving 22 VelBus-Control WorB PID in slaapmous 24 Gereserveer PID1-bewakingslimieten PID2-bewakingslimieten De feebackwaare van e PID1-regelaar valt niet binnen e bewakingsgrenswaaren. De feebackwaare van e PID2-regelaar valt niet binnen e bewakingsgrenswaaren. 27 Besturing Motor 1 De contactorbesturing voor e functie Multi-pomp. 28 Besturing Motor 2 De contactorbesturing voor e functie Multi-pomp. 29 Besturing Motor 3 De contactorbesturing voor e functie Multi-pomp. 30 Besturing Motor 4 De contactorbesturing voor e functie Multi-pomp. 31 Besturing Motor 5 De contactorbesturing voor e functie Multi-pomp. 32 Gereserveer (Altij open) 33 Gereserveer (Altij open) 34 Onerhouswaarschuwing 35 Onerhousfout 36 Fout Thermistor Er is een thermistorfout opgetreen. 37 Motorschakelaar De functie Motorschakelaar heeft geetecteer at e schakelaar tussen e frequentieregelaar en e motor open is. 38 Voorverwarmen 39 kwh-pulsuitgang 40 Draai-inicatie 41 Geselect. param.set 9.6 VERBODEN FREQUENTIES In sommige processen kan het noig zijn om specifieke frequenties te vermijen omat ze problemen met mechanische resonantie kunnen opleveren. Met e functie Verboen frequenties kunt u voorkomen at eze frequenties woren gebruikt. Wanneer e ingangsfrequentiereferentie wort verhoog, wort e interne frequentiereferentie op e onergrens gehouen totat e ingangsreferentie e bovengrens overstijgt. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

152 VACON 152 PARAMETERBESCHRIJVINGEN 9.7 BEVEILIGINGEN P3.9.2 RESPONS OP EXTERNE FOUT (ID701) Met eze parameter kunt u instellen hoe e frequentieregelaar reageert op een externe fout. Als er een fout optreet, kan e frequentieregelaar aar een meling van tonen op het isplay. Deze meling wort gemaakt via een igitale ingang. De stanaar igitale ingang is DI3. U kunt e respons bovenien ook instellen op een relaisuitgang THERMISCHE MOTORBEVEILIGINGEN De thermische motorbeveiliging voorkomt at e motor oververhit raakt. De AC-frequentieregelaar kan een stroom leveren ie groter is an e nominale stroom. Deze hoge stroom kan noig zijn voor e belasting en moet gebruikt kunnen woren. Maar oner eze omstanigheen bestaat er echter een kans op thermische overbelasting. Bij lage frequenties is het risico groter. Bij lage frequenties nemen het koeleffect en e capaciteit van e motor af. Als e motor is voorzien van een externe ventilator, is e belastingreuctie bij lage toerentallen klein. De thermische motorbeveiliging is gebaseer op berekeningen. De beschermingsfunctie berekent e belasting van e motor op basis van e uitgangsstroom van e frequentieregelaar. Als e besturingskaart niet van stroom is voorzien, woren e berekeningen gereset. U kunt e thermische motorbeveiliging aanpassen met e parameters P3.9.6 tot en met P De curve voor e thermische stroom IT bepaalt e belastingsstroom waarboven e motor wort overbelast. Deze stroomlimiet is een functie van e uitgangsfrequentie. AANWIJZING! Als u lange motorkabels gebruikt (max. 100 m) in combinatie met kleine frequentieregelaars ( 1,5 kw), kan e motorstroom ie wort gemeten bij e frequentieregelaar, veel hoger zijn an e werkelijke motorstroom. Dat is omat er capacitieve stromen optreen in e motorkabel. LET OP! Zorg at e luchtstroom langs e motor niet wort geblokkeer. Als e luchtstroom wort geblokkeer, kan eze functie e motor niet beschermen en kan e motor oververhit raken. Hieroor kan e motor beschaig raken. P3.9.8 MOTORKOELING NULTOERENTAL (ID706) Wanneer het toerental 0 is, berekent eze functie e koelfactor in verhouing tot het punt waarop e motor bij nominale snelhei en zoner externe koeling werkt. De parameter is stanaar ingestel voor configuraties zoner externe ventilator. Als u een externe ventilator gebruikt, kunt u e waare hoger instellen an zoner ventilator. Bijvoorbeel op 90%. Als u e parameter P (Nominale motorstroom) veranert, wort parameter P automatisch teruggezet naar e stanaarwaare. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

153 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 153 Hoewel u eze parameter kunt wijzigen, heeft at geen effect op e maximale uitgangsstroom van e frequentieregelaar. U kunt e maximale uitgangsstroom alleen wijzigen met parameter P Stroomlimiet (motor). De afsnijfrequentie voor e thermische beveiliging is 70% van e waare van e parameter P Nominale motorfrequentie. P koeling 100% Overbelastingsgebie I T ID706=40% 0 Kantelfrequentie f n f Afb. 24: De curve voor e thermische motorstroom IT P3.9.9 MOTOR THERMISCHE TIJDCONSTANTE (ID707) De tijconstante is e tij waarbinnen e berekene opwarmcurve 63% van e streefwaare bereikt. De uur van e tijconstante is gerelateer aan het formaat van e motor. Hoe groter e motor, hoe groter e tijconstante. De thermische tijconstante verschilt per motor. De waare verschilt ook per motorfabrikant. De stanaarwaare van e parameter is afhankelijk van het motorformaat. De t6-tij is e tij in seconen ie e motor veilig kan werken bij zes keer e nominale stroom. Het is mogelijk at e motorfabrikant eze gegevens bij e motor aanlevert. Als u e t6-waare van e motor kent, kunt u e tijconstante met behulp aarvan instellen. Gewoonlijk is e thermische tijconstante van e motor 2*t6 (in minuten). Wanneer e frequentieregelaar zich in e stoptoestan bevint, wort e tijconstante intern verrievouig omat e koeling afhankelijk is van convectie. Zie Afb. 25 De berekening van e motortemperatuur. P MOTOR THERMISCHE BELASTING (ID708) Als u e waare bijvoorbeel instelt op 130%, gaat e motor naar e nominale temperatuur bij 130% van e nominale motorstroom. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

154 VACON 154 PARAMETERBESCHRIJVINGEN I/I T Stroom T Uitschakelgebie Fout/ alarm t 105% Afb. 25: De berekening van e motortemperatuur Belastbaarhei 80% Belastbaarhei 100% Belastbaarhei 130% t BEVEILIGING MOTORBLOKKERING De beveiligingsfunctie tegen motorblokkering beschermt e motor tegen korte overbelastingen. Overbelasting kan bijvoorbeel optreen wanneer e as stil komt te staan. U kunt e reactietij van e beveiliging tegen motorblokkering korter in stellen an e thermische motorbeveiliging. De blokkeertoestan van e motor kan woren geefinieer met e parameters P Blokkeerstroom en P Blokkeerfrequentielimiet. Als e stroom hoger is an e grenswaare en e uitgangsfrequentie lager is an e grenswaare, bevint e motor zich in blokkeertoestan. De blokkeerbeveiliging is een soort overstroombeveiliging. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

155 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 155 AANWIJZING! Als u lange motorkabels gebruikt (max. 100 m) in combinatie met kleine frequentieregelaars ( 1,5 kw), kan e motorstroom ie wort gemeten bij e frequentieregelaar, veel hoger zijn an e werkelijke motorstroom. Dat is omat er capacitieve stromen optreen in e motorkabel. P BLOKKEERSTROOM (ID710) U kunt e waare van eze parameter instellen tussen 0,0 en 2*IL. De blokkeertoestan treet pas op als e stroom eze limiet heeft overschreen. Als u e parameter P Motorstroomlimiet wijzigt, wort eze parameter automatisch bereken op 90% van e stroomlimiet. AANWIJZING! De waare van e blokkeerstroom moet lager zijn an motorstroomlimiet. I Blokkeringsgebie ID710 f Afb. 26: De instellingen voor blokkeringskenmerken ID712 P BLOKKEERTIJDSLIMIET (ID711) U kunt e waare van eze parameter instellen tussen 1,0 en 120,0 s. Dit is e maximumtij at e blokkeertoestan actief mag zijn. Een interne teller hout e blokkeertij bij. Als e waare van e blokkeertijteller eze grenswaare overschrijt, schakelt e bescherming e frequentieregelaar uit ONDERBELASTINGSBESCHERMING (DROOGLOOP) De onerbelastingsbeveiliging voor e motor zorgt ervoor at e motor belast wort wanneer e frequentieregelaar actief is. Als e belasting van e motor wegvalt, kunnen er problemen optreen. Zo kan at bijvoorbeel uien op een gebroken aanrijfriem of een roge pomp. U kunt e onerbelastingsbeveiliging van e motor instellen met parameters P (Onerbelastingsbeveiliging: velverzwakkingsbelasting) en P (Onerbelastingsbeveiliging: nulfrequentiebelasting). De onerbelastingscurve is een 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

156 VACON 156 PARAMETERBESCHRIJVINGEN kwaratische curve tussen e nulfrequentie en het velverzwakkingspunt. De bescherming is niet actief bij frequenties lager an 5 Hz. Bij frequenties lager an 5 Hz hout e onerbelastingstijteller e tij ook niet bij. De waaren van e parameters voor onerbelastingsbeveiliging woren ingestel als percentage van het nominale motorkoppel. De schalingsverhouing van e interne koppelwaare kunt u afleien van e motornaamplaatgegevens, e nominale motorstroom en e nominale stroom van e frequentieregelaar IL. Als u een anere stroom gebruikt an e nominale motorstroom, neemt e nauwkeurighei van e berekening af. AANWIJZING! Als u lange motorkabels gebruikt (max. 100 m) in combinatie met kleine frequentieregelaars ( 1,5 kw), kan e motorstroom ie wort gemeten bij e frequentieregelaar, veel hoger zijn an e werkelijke motorstroom. Dat is omat er capacitieve stromen optreen in e motorkabel. P ONDERBELASTINGSBEVEILIGING: VELDVERZWAKKINGSGEBIEDBELASTING (ID714) U kunt e waare van eze parameter instellen tussen 10,0 en 150,0% x TnMotor. Deze parameter geeft e waare voor het minimumkoppel wanneer e uitgangsfrequentie hoger is an het velverzwakkingspunt. Als u e parameter P (Nominale motorstroom) veranert, wort eze parameter automatisch teruggezet naar e stanaarwaare. Zie hoofstuk 5.9 Groep 3.9: Beveiligingen. Koppel ID714 ID715 Velverzwakkingspunt f 5 Hz Onerbelastingsgebie Afb. 27: De minimumbelasting instellen P ONDERBELASTINGSBEVEILIGING: TIJDSLIMIET (ID716) U kunt e tijslimiet instellen tussen 2,0 en 600,0 s. Dit is e maximumtij at e onerbelastingstoestan actief mag zijn. Een interne teller hout e onerbelastingstij bij. Als e waare van e onerbelastingstijteller eze grenswaare overschrijt, schakelt e bescherming e frequentieregelaar uit. De frequentieregelaar wort uitgeschakel zoals ingestel in parameter P Fout onerbelasting. Als e frequentieregelaar stopt, gaat e onerbelastingsteller terug naar 0. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

157 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 157 Onerbelastingstijteller ID716 Uitschakelgebie Uitschakeling/ waarschuwing ID713 Tij Onerbelasting Geen onerbel. Afb. 28: De werking van e onerbelastingstijteller P RESPONS BIJ SAFE DISABLE UIT-FOUT (STO) (ID 775) Deze parameter bepaalt e respons bij F30 Safe Disable uit (Fout-ID: 530). Deze parameter bepaalt e werking van e frequentieregelaar wanneer e functie Safe Disable uit (STO) wort geactiveer (bijvoorbeel wanneer er op e noostopknop wort gerukt of als er een anere STO-functie wort geactiveer). 0 = Geen actie 1 = Alarm 2 = Fout (stop oor uitlopen) AANWIJZING! Deze parameter is niet zichtbaar als e frequentieregelaar e functie Safe Disable uit niet onersteunt. 9.8 AUTOMATISCHE RESET P AUTOMATISCHE RESET Met parameter P kunt u e functie Automatische reset inschakelen. Bepaal welke fouten automatisch moeten woren gereset oor een waare 0 of 1 toe te kennen aan e parameters P tot en met P AANWIJZING! De functie Automatische reset is alleen beschikbaar voor bepaale typen fouten. P WACHTTIJD (ID 717) Met eze parameter kunt u e wachttij voorat e eerste reset wort uitgevoer instellen. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

158 VACON 158 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P AUTOMATISCHE RESET: PROBEERTIJD (ID718) Met eze parameter kunt u e probeertij voor e functie Automatische reset instellen. Tijens e probeertij probeert e functie Automatische reset e fouten ie optreen te resetten. De tijteller begint bij e eerste automatische reset. De volgene fout start e probeertij opnieuw. P AANTAL POGINGEN (ID 759) Als het aantal pogingen geurene e probeertij groter is an e waare van eze parameter, wort er een permanente fout gegenereer. Als at niet het geval is, wort e fout uit beel verwijer naat e probeertij is verstreken. Met parameter P kunt u instellen hoe vaak een fout geurene e probeertij ie is ingestel met P automatisch mag woren gereset. Het fouttype heeft geen effect op het maximumaantal. Wachttij ID717 Wachttij ID717 Wachttij ID717 Fouttrigger Alarm Reset 1 Reset 2 Auto reset Probeertij Probeertij ID718 Fout actief Afb. 29: De functie Automatische reset 9.9 TIMERFUNCTIES Aantal pogingen: (ID759 = 2) Met e timerfuncties kunt u functies besturen op basis van e real-time klok (RTC). Alle functies ie kunnen woren aangestuur met een igitale ingang, kunnen ook woren aangestuur op basis van e RTC met tijkanalen 1 3. Een externe PLC voor besturing van een igitale ingang is niet noozakelijk. U kunt e open en gesloten intervallen van e ingang intern programmeren. Voor het beste resultaat met e timerfuncties moet u een batterij plaatsen en e real-time klok nauwkeurig instellen in e opstartwizar. De batterij is leverbaar als optie. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

159 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 159 TIJDKANALEN AANWIJZING! Het wort afgeraen om e timerfuncties te gebruiken zoner hulpbatterij. Als er geen batterij is geplaatst voor e RTC, woren e tij- en atuminstellingen van e frequentieregelaar telkens gereset wanneer e voeing uit geschakel wort. U kunt het uitgangssignaal van het interval en/of e timerfuncties toewijzen aan tijkanalen 1 3. Gebruik e tijkanalen voor het aansturen van aan/uit-functies, zoals relaisuitgangen of igitale ingangen. U kunt e aan/uit-logica van e tijkanalen configureren oor intervallen en/of timers toe te wijzen. Een tijkanaal kan woren bestuur oor een groot aantal verschillene intervallen en timers. P Toewijzen aan kanaal Interval 1 Interval 2 Interval 3 Interval 4 Interval 5 Tijkanaal 1 Tijkanaal 2 Tijkanaal 3 Timer 1 Timer 2 Timer 3 Afb. 30: Intervallen en timers kunnen flexibel woren toegewezen aan een tijkanaal. Elk interval en tijrelais heeft een parameter waarmee u eze kunt toewijzen aan een tijkanaal. INTERVALLEN Met e parameters kunt u een AAN-Tij en een UIT-Tij toewijzen aan intervallen. Dit is e agelijkse berijfstij van het interval op e agen ie zijn ingestel met parameters Vanaf ag en T/m ag. Met e onerstaane parameterinstellingen is het interval bijvoorbeel actief van 7 tot 9 uur 's ochtens van maanag tot en met vrijag. Het tijkanaal fungeert als een virtuele igitale ingang. AAN-Tij: 07:00:00 UIT-Tij: 09:00:00 Vanaf ag: Maanag T/m ag: Vrijag TIMERS Met e timers kunt u een tijkanaal geurene een bepaale tij activeren met een opracht van een igitale ingang of een tijkanaal. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

160 VACON 160 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Resterene tij Tij Activering Duur UIT Afb. 31: Het activeringssignaal is afkomstig van een igitale ingang of een virtuele igitale ingang zoals een tijkanaal. Het tijrelais telt af vanaf e neergaane flank. Met e parameters hieroner wort e timer geactiveer wanneer igitale ingang 1 in slot A gesloten is. Ze zorgen er bovenien voor at e timer geurene 30 seconen actief blijft naat eze is geopen. Duur: 30 s Timer: DigIn SlotA.1 U kunt een uur van 0 seconen gebruiken om een tijkanaal te onerrukken at is geactiveer met een igitale ingang. Dan is er geen uitschakelvertraging na e neergaane flank. Voorbeel: Probleem De AC-frequentieregelaar wort in een magazijn gebruikt om e airconitioning aan te sturen. Het systeem moet op weekagen van 7 tot 17 uur en in het weeken van 9 tot 13 uur actief zijn. Bovenien moet het systeem actief kunnen zijn buiten eze tijen zolang er personeel aanwezig is in het gebouw. De frequentieregelaar moet actief blijven geurene 30 minuten naat het personeel is vertrokken. Oplossing Stel 2 intervallen in: 1 voor weekagen en 1 voor weekenen. Er is ook een timer noig om het proces buiten e vaste uren in te schakelen. Zie e configuratie hieroner. Interval 1 P : AAN-Tij: 07:00:00 P : UIT-Tij: 17:00:00 P : Vanaf ag: 1 (= Maanag) P : T/m ag: 5 (= Vrijag) P : Toewijzen aan kanaal: Tijkanaal 1 9 TEL (0) FAX +358 (0)

161 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 161 Interval 2 P : AAN-Tij: 09:00:00 P : UIT-Tij: 13:00:00 P : Vanaf ag: Zaterag P : T/m ag: Zonag P : Toewijzen aan kanaal: Tijkanaal 1 Timer 1 Buiten e tijen ie zijn ingestel met e intervallen kunt u e motor starten met e igitale ingang 1 in slot A. In it geval bepaalt e timer hoe lang e motor raait. P : Duur: 1800 s (30 min) P : Toewijzen aan kanaal: Tijkanaal 1 P : Timer 1: DigIN SlotA.1 (e parameter vint u in het menu voor igitale ingangen) Interval 1 Van = Maanag Tot = Vrijag AAN = 07:00:00 u UIT = 17:00:00 u P Stuursignaal 1 A Interval 2 Van = Zaterag Tot = Zonag AAN = 09:00:00 u UIT = 13:00:00 u Digitale ingang 1 op Slot A Timer 1 Tijsuur = 1800 s Tijkanaal 1 Start/stop Afb. 32: In plaats van een igitale ingang wort tijkanaal 1 gebruikt als stuursignaal voor e startopracht PID-REGELAAR 1 P HYSTERESIS DODE ZONE (ID1056) REFERENTIEPUNTEN P SLAAPVERTRAGING 1 (ID1017) Zie e beschrijving van parameter P P ONTWAAKNIVEAU 1 (ID1018) Zie e beschrijving van parameter P P SP1 ONTWAAKMODUS (ID 15539) Met eze parameters kunt u instellen wanneer e frequentieregelaar ontwaakt uit e slaapmous. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

162 VACON 162 PARAMETERBESCHRIJVINGEN De frequentieregelaar ontwaakt uit e slaapmous wanneer e waare van PIDterugkoppeling oner het ontwaakniveau zakt. Deze parameter bepaalt of het ontwaakniveau wort gebruikt als statisch, absoluut niveau of als relatief niveau at e PID-referentiewaare volgt. Optie 0 = Absoluut niveau (Het ontwaakniveau is een statisch niveau at e referentiewaare niet volgt.) Optie 1 = Relatief referentiepunt (Het ontwaakniveau is een verschuiving oner e werkelijke referentiewaare. Het ontwaakniveau volgt e werkelijke referentie.) Referentie PID-referentie Ontwaakniveau t Afb. 33: Ontwaakmous: absoluut niveau Referentie PID-referentie Ontwaakniveau t Afb. 34: Ontwaakmous: relatief referentiepunt P SLAAPFREQUENTIELIMIET 1 (ID1016) Zie e beschrijving van parameter P VOORUITSTURING P DE FUNCTIE VOORUITSTURING (ID 1059) Voor een goee werking van e functie Vooruitsturing zijn gewoonlijk nauwkeurige procesmoellen vereist. In sommige situaties is vooruitsturing op basis van versterking en verschuiving voloene. De functie Vooruitsturing maakt geen gebruik van feebackmetingen van e werkelijke proceswaare. De vooruitsturing vertrouwt op anere metingen ie een effect hebben op e gestuure proceswaare. VOORBEELD 1: U kunt het waterniveau in een tank bewaken met behulp van flowbesturing. Het gewenste waterniveau wort ingestel als referentiewaare en het werkelijke niveau als feeback. Het stuursignaal bewaakt e flow ie binnenkomt. De uitstroom is een meetbare verstoring. Door e verstoring te meten, kunt u proberen te corrigeren voor e verstoring met behulp van vooruitsturing (versterking en verschuiving) ie 9 TEL (0) FAX +358 (0)

163 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 163 u toevoegt aan e PID-uitgang. De PID-regelaar reageert veel sneller op wijzigingen in e uitstroom an wanneer u slechts één niveau meet. Niveauref. PID + + Vooruitsturing LT Niveaubesturing FT Uitstroombesturing Afb. 35: Vooruitsturing PROCESBEWAKING Maak gebruik van procesbewaking om te zorgen at e PID-feebackwaare (e proceswaare of e werkelijke waare) binnen e ingestele grenswaaren blijft. Met eze functie kunt u bijvoorbeel een leiingbreuk constateren en overstromingen voorkomen. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

164 VACON 164 PARAMETERBESCHRIJVINGEN P PROCESBEWAKING INSCHAKELEN (ID735) Bovengrenswaare (ID736) Onergrenswaare (ID758) Werkelijke waare Referentie Vertraging (ID737) Reguleermous Alarm of fout Afb. 36: De functie Terugkoppelbewaking Stel e bovengrenswaare en e onergrenswaare ronom e referentiewaare in. Wanneer e werkelijke waare buiten e grenswaaren valt, wort er een teller gestart. Wanneer e werkelijke waare vervolgens weer tussen e limieten aalt, telt e teller weer terug. Wanneer e teller een waare krijgt ie hoger is an e waare in P Vertraging, wort er een alarm of fout gegenereer DRUKVERLIES COMPENSATIE Wanneer u een lange leiing met veel aftakkingen oner ruk brengt, kunt u e sensor het beste in het mien van e leiing plaatsen (positie 2 in e afbeeling). U kunt e sensor ook irect achter e pomp plaatsen. Zo krijgt u e juiste ruk irect achter e pomp. Vererop in e leiing neemt e ruk echter af, afhankelijk van e flow. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

165 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 165 Druk Geen flow Wel flow Leiinglengte PT PT Positie 1 Positie 2 Afb. 37: De positie van e ruksensor P REFERENTIEPUNT 1 INSCHAKELEN (ID1189) P REFERENTIE 1 MAXIMALE COMPENSATIE (ID 1190) De sensor wort op locatie 1 geplaatst. De ruk in e leiing blijft constant wanneer er geen flow is. Als er wel flow is, neemt e ruk vererop in e leiing echter af. Als u aarvoor wilt compenseren, moet u e referentie verhogen naarmate e flow toeneemt. Er wort op basis van e uitgangsfrequentie een schatting van e flow gemaakt. Op basis aarvan neemt e referentie lineair toe met e flow. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

166 VACON 166 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Referentie Referentie + max. compensatie Referentie Min. freq. en flow Max. freq. en flow Druk Geen flow Met flow en compensatie Leiinglengte PT PT Positie 1 Positie 2 Afb. 38: Referentiepunt 1 inschakelen voor rukverliescompensatie PID-REGELAAR 2 P VERTRAGING DODE ZONE (ID 1057) Als e werkelijke waare geurene e perioe ie is ingestel met Vertraging oe zone binnen e oe zone blijft, wort het uitgangssignaal van e PID-regelaar vergrenel. Deze functie voorkomt slijtage en ongewenste bewegingen van beieningselementen zoals kleppen. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

167 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 167 Doe zone (ID1056) Referentie Vertraging oe zone (ID1057) Werkelijke waare Uitgang vergrenel Afb. 39: De functie Doe zone 9.12 MULTI-PUMP FUNCTION Met e functie Multi-pomp kunt u maximaal 4 motoren, pompen of ventilatoren besturen met e PID-regelaar. De AC-frequentieregelaar wort verbonen met één motor. Deze motor treet op als regulerene motor. De regulerene motor schakelt e netvoeing van e anere motoren in of uit met behulp van relais. Dat wort geaan om e referentiewaare te bereiken. De functie Autowissel bepaalt e volgore waarin e motoren woren opgestart om te zorgen at ze gelijkmatig slijten. U kunt e regulerene motor opnemen in e autowissel- en vergrenelingslogica of altij gebruiken als Motor 1. Met e functie Vergreneling kunt u motoren tijelijk uitschakelen, bijvoorbeel voor onerhou. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

168 VACON 168 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Banbreete Referentie Terugkoppeling Vertraging M1 M2 AAN UIT AAN UIT Frequentieregelaar werkt op maximale frequentie of icht aarbij Afb. 40: De functie Multi-pomp Als e PID-regelaar e feebackwaare niet binnen e ingestele banbreete kan houen, woren er een of meer motoren in- of uitgeschakel. Wanneer motoren woren ingeschakel: De feebackwaare valt niet binnen het banbreetegebie. De regulerene motor werkt bijna op e maximale frequentie (-2 Hz). Er wort langer an e banbreetevertraging volaan aan e bovenstaane voorwaaren. Er zijn meer motoren beschikbaar. Wanneer motoren woren uitgeschakel: De feebackwaare valt niet binnen het banbreetegebie. De regulerene motor werkt bijna op e minimale frequentie (+2 Hz). Er wort langer an e banbreetevertraging volaan aan e bovenstaane voorwaaren. Er zijn meer motoren actief an alleen e regulerene motor. P VERGRENDELFUNCTIE (ID 1032) De vergrenelingen geven aan welke motoren niet beschikbaar zijn voor het multipompsysteem. Dat kan bijvoorbeel het geval zijn wanneer een motor voor onerhou of hanmatige besturing buiten het systeem wort geplaatst. Als u vergrenelingen wilt gebruiken, moet u parameter P inschakelen. Selecteer e status van elke motor met een igitale ingang (e parameters van P tot P ). Als e ingang wort gesloten (geactiveer), is e motor beschikbaar voor het 9 TEL (0) FAX +358 (0)

169 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 169 multipompsysteem. Als at niet het geval is, zal e multipomplogica e motor niet inschakelen. Afb. 41: Vergrenelingslogica 1 M1 M2 M3 M4 M5 Startvolgore van motoren De volgore van e motoren is 1, 2, 3, 4, 5. Als u e vergrenelingsingang van Motor 3 uitschakelt (P is OPEN), veranert e volgore in 1, 2, 4, 5. ID428 = ONWAAR Afb. 42: Vergrenelingslogica 2 M1 M2 M3 M4 M5 Startvolgore van motoren Als u Motor 3 weer toevoegt (P is GESLOTEN), wort Motor 3 achteraan e volgore toegevoeg: 1, 2, 4, 5, 3. Het systeem stopt niet en blijft gewoon actief. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

170 VACON 170 PARAMETERBESCHRIJVINGEN ID428 = WAAR Afb. 43: Vergrenelingslogica 3 M1 M2 M4 M5 M3 Nieuwe startvolgore van motoren Wanneer het systeem stopt of overgaat naar e slaapmous, wort e volgore herstel naar 1, 2, 3, 4, 5. P FR OPNEMEN (ID 1028) Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 Uitgeschakel 1 Ingeschakel De frequentieregelaar is altij verbonen met Motor 1. De vergrenelingen hebben geen effect op Motor 1. Motor 1 wort niet opgenomen in e autowissellogica. De frequentieregelaar kan met alle motoren in het systeem woren verbonen. De vergrenelingen hebben effect op alle motoren. Alle motoren woren opgenomen in e autowissellogica. BEDRADING De aansluitingen voor parameterwaaren 0 en 1 zijn verschillen. OPTIE 0, UITGESCHAKELD De frequentieregelaar is irect verbonen met Motor 1. De anere motoren zijn hulpmotoren. Deze zijn via magneetschakelaars verbonen met e netspanning en woren via relais aangestuur oor e frequentieregelaar. De autowissel- of e vergrenelingslogica heeft geen effect op Motor 1. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

171 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 171 Netspanning K2 K3 M1 M2 M3 Motor 1 besturing oor relais Motor 2 besturing oor relais Motor 3 besturing oor relais NIET GEBRUIKT Afb. 44: Optie 0 OPTIE 1, INGESCHAKELD K2 K3 Als u e motor wilt opnemen in e autowissel- of vergrenelingslogica, moet u e instructies in e afbeeling hieroner opvolgen. 1 relais voor elke motor. De contactorlogica verbint e eerste motor altij met e frequentieregelaar en e volgene motoren met e netstroom. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

172 VACON 172 PARAMETERBESCHRIJVINGEN Netspanning K1 K1.1 K2 K2.1 K3 K3.1 M1 M2 M3 Motor 1 besturing oor relais Motor 1 besturing oor relais Motor 1 besturing oor relais K3 K2 K3 K3 K1 K3 K1 K2 K1 K2 K1 K2 K1.1 K1 K2.1 K2 K3.1 K3 K1 K1.1 K2 K2.1 K3 K3.1 Afb. 45: Optie 1 P AUTOWISSEL (ID 1027) Nummer optie Naam optie Beschrijving 0 Uitgeschakel 1 Ingeschakel Bij normale werking is e volgore van e motoren altij 1, 2, 3, 4, 5. Tijens e werking kan e volgore veraneren wanneer u vergrenelingen toevoegt of verwijert. Wanneer e frequentieregelaar stopt, wort e volgore altij teruggezet. Het systeem wijzigt e volgore met vaste intervallen om ervoor te zorgen at e motoren gelijkmatig slijten. U kunt e intervallen voor e autowisselfunctie zelf aanpassen. 9 TEL (0) FAX +358 (0)

173 PARAMETERBESCHRIJVINGEN VACON 173 Als u e intervallen voor e autowisselfunctie wilt aanpassen, gebruikt u P Autowissel interval. U kunt het maximumaantal motoren at actief is, instellen met e parameter Autowissel: motorlimiet (P3.14.7). U kunt ook een maximumfrequentie voor e regulerene motor instellen (Autowissel: frequentielimiet P3.14.6). De autowissel vint alleen plaats wanneer het systeem actief is binnen e grenswaaren ie zijn ingestel met parameters P en P Als het systeem niet binnen eze grenswaaren werkt, wacht het systeem totat e grenswaaren bereikt zijn voorat e autowissel wort uitgevoer. Op eze manier wort in pompstations met een grote capaciteit een plotselinge rukval tijens e autowissel voorkomen. VOORBEELD Na een autowissel wort e eerste motor achteraan e volgore gezet. De anere motoren schuiven één plaats op. De startvolgore van e motoren: 1, 2, 3, 4, 5 --> Autowissel --> De startvolgore van e motoren: 2, 3, 4, 5, 1 --> Autowissel --> De startvolgore van e motoren: 3, 4, 5, 1, FIRE MODUS Wanneer e Fire mous actief is, woren alle fouten ie optreen in e frequentieregelaar gereset en blijft eze met hetzelfe toerental actief totat at niet langer mogelijk is. De frequentieregelaar negeert alle oprachten van het beieningspaneel, velbussen en e pctool. De functie Fire mous heeft twee moi: e testmous en e mous Ingeschakel. Als u een mous wilt selecteren, moet u een wachtwoor opgeven in parameter P (Fire mous wachtwoor). In e testmous woren fouten ie optreen in e frequentieregelaar niet automatisch gereset en stopt e frequentieregelaar wanneer er een fout optreet. AANWIJZING! Deze ingang is normaal gesloten. Wanneer u e functie Fire mous activeert, wort er een alarm getoon op het isplay. LET OP! Als e functie Fire mous wort geactiveer, vervalt e garantie! U kunt e testmous gebruiken om e functie Fire mous te testen zoner at e garantie vervalt. P FIRE MODUS DRAAI-INDICATIESTROOM Deze parameter heeft alleen effect als e optie Draai-inicatie is ingestel voor een relaisuitgang en e Fire mous actief is. De relaisuitgangsfunctie Draai-inicatie geeft snel aan of er bij bran stroom aan e motor wort gelever. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 9

174 VACON 174 PARAMETERBESCHRIJVINGEN De waare van eze parameter is het percentage getel van e Nominale motorstroom. Als er tijens bran een hogere stroom aan e motor wort gelever an e nominale stroom maal e waare van eze parameter, sluit e relaisuitgang. Als e nominale motorstroom bijvoorbeel 5 A is en u e stanaarwaare van 20% instelt voor eze parameter, sluit e relaisuitgang en wort e fire mous geactiveer wanneer e uitgangsstroom naar 1 A zakt. AANWIJZING! Deze parameter heeft geen effect als e Fire mous niet actief is. Als u bij normale werking e optie 'Draai-inicatie' selecteert voor een relaisuitgang, is het resultaat hetzelfe als wanneer u 'Run' selecteert APPLICATIE-INSTELLINGEN P FUNCT-KNOP CONFIGURATIE Met eze parameter kunt u instellen welke opties woren weergeven wanneer u op e FUNCT-knop rukt. Lokaal/Afstan Beieningspagina Veranering raairichting (alleen zichtbaar bij beieningspaneelbesturing) 9 TEL (0) FAX +358 (0)

175 FOUTTRACERING VACON FOUTTRACERING De besturing van e AC-frequentieregelaar bewaakt e werking voorturen. Als bij iagnose een ongewone situatie wort vastgestel, geeft e regelaar een meling. Deze meling wort getoon op het beieningspaneel. Daar staan coe, naam en een korte omschrijving van e fout of het alarm. Ook ziet u e foutbron, wat e fout veroorzaakte, waar eze optra en anere gegevens. Er zijn rie verschillene typen melingen. Een meling van het type 'info' heeft geen gevolgen voor e werking van e frequentieregelaar. U moet e infomeling wel resetten. Een alarm informeert u over een ongewone werking van het apparaat. De frequentieregelaar stopt er niet oor. U moet het alarm resetten. Een fout stopt e frequentieregelaar. U moet e frequentieregelaar resetten en een oplossing vinen voor het probleem. Voor sommigen fouten kunt u verschillene reacties programmeren in e applicatie. Hierover leest u meer in hoofstuk 5.9 Groep 3.9: Beveiligingen. Reset e fout met e resetknop op het beieningspaneel of via e I/O-aansluiting, e velbus of het pc-programma. De fouten blijven in e foutenhistorie staan zoat u ze later nog kunt bekijken. Een uitleg van e foutcoes vint u in hoofstuk 10.3 Foutcoes. Verzamel eerst enkele gegevens voorat u contact opneemt met e istributeur of fabrikant vanwege ongewoon gerag van het apparaat. Noteer alle teksten op het isplay, e foutcoe, e fout-id, info over e foutbron, e actieve fouten en e foutenhistorie ER WORDT EEN FOUT GETOOND Als e frequentieregelaar een fout toont en stopt, onerzoekt u e oorzaak van e fout en reset u aarna e fout. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

176 VACON 176 FOUTTRACERING Er zijn twee manieren om een fout te resetten: met e resetknop of met een parameter. RESETTEN MET DE RESETKNOP 1 Hou e resetknop op het beieningspaneel 2 seconen ingerukt. RESETTEN MET EEN PARAMETER IN HET GRAFISCHE DISPLAY 1 Ga naar het menu iagnose. 2 Ga naar het submenu Reset fouten. STOP READY I/O ID: Monitor ( 5 ) Parameters ( 12) Main Menu M4 Diagnostics ( 6 ) STOP READY I/O Diagnostics ID: M4.1 Active faults ( 0 ) Reset faults Fault history ( 39 ) 10 TEL (0) FAX +358 (0)

177 FOUTTRACERING VACON Selecteer e parameter Reset fouten. STOP READY I/O Reset faults ID: M4.2 Reset faults Help RESETTEN MET EEN PARAMETER IN HET TEKSTDISPLAY 1 Ga naar het menu Diagnose. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 2 Ga met e pijlknoppen omhoog of omlaag naar e parameter Reset fouten. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 3 Selecteer e waare Ja en ruk op OK. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV I/O KEYPAD BUS 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

178 VACON 178 FOUTTRACERING 10.2 FOUTENHISTORIE In e foutenhistorie vint u naere gegevens over e fouten. De foutenhistorie kan maximaal 40 fouten vasthouen. DE FOUTENHISTORIE BEKIJKEN IN HET GRAFISCHE DISPLAY 1 Als u meer gegevens over een fout wilt zien, gaat u naar Foutenhistorie. STOP READY I/O Diagnostics ID: M4.1 Active faults ( 0 ) Reset faults Fault history ( 39 ) 2 Met e pijlknop naar rechts kunt u e gegevens oproepen. STOP READY I/O Fault history ID: M4.3.3 External Fault 51 Fault ol s External Fault 51 Fault ol s Device remove 39 Info ol s 10 TEL (0) FAX +358 (0)

179 FOUTTRACERING VACON De gegevens woren getoon in een lijst. STOP READY I/O Fault history ID: M Coe 39 ID 380 State Info ol Date Time 04:46:33 Operating time s Source 1 Source 2 Source 3 DE FOUTENHISTORIE BEKIJKEN IN HET TEKSTDISPLAY 1 Druk op OK om naar e foutenhistorie te gaan. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 2 Als u e gegevens over e fout wilt bekijken, rukt u nogmaals op OK. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

180 VACON 180 FOUTTRACERING 3 Met e pijlknop omlaag kunt u alle ata bekijken. READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS READY RUN STOP ALARM FAULT FWD REV 1/O KEYPAD BUS 10 TEL (0) FAX +358 (0)

181 FOUTTRACERING VACON FOUTCODES Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing 1 1 Overstroom (harwarefout) 2 Overstroom (softwarefout) 2 10 Overspanning (harwarefout) 11 Overspanning (softwarefout) 3 20 Aarfout (harwarefout) 21 Aarfout (softwarefout) Er loopt te veel stroom oor e motorkabel (>4*I H). Mogelijke oorzaken: Een grote plotselinge belastingtoename Kortsluiting in e motorkabels Onjuist motortype De DC-spanning is hoger an toegestaan. Te korte eceleratietij Hoge overspanningspieken in e voeing Start/stopvolgore te snel Uit e stroommeting blijkt at e som van e fasestromen van e motor niet nul is. Een efect in e isolatie van e kabels of e motor Controleer e belasting. Controleer e motor. Controleer e kabels en aansluitingen. Voer een ientificatierun uit. Controleer e rampingtijen. Verleng e ingestele eceleratietij. Activeer e overspanningsregelaar. Controleer e ingangsspanning. Controleer e motorkabels en e motor Oplaaschakelaar De laaschakelaar was open naat e startopracht wer gegeven. Storing in e werking Defect onereel Reset e fout en start e frequentieregelaar opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet avies aan e ichtstbijzijne istributeur Verzaiging Defect onereel Deze fout is niet te resetten vanaf het beieningspaneel. Schakel e stroomtoevoer uit. START DE REGELAAR NIET OPNIEUW OP EN SCHAKEL DE SPANNING NIET WEER IN! Vraag instructies bij e fabrikant. Als eze fout optreet in combinatie met F1, moet u e motorkabels en e motor controleren. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

182 VACON 182 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Systeemfout Er is geen communicatie tussen e besturingskaart en e voeing. 602 Bewaking heeft e CPU gereset. Reset e fout en start e frequentieregelaar opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet avies aan e ichtstbijzijne istributeur. 603 Te lage spanning van e hulpvoeing in e voeingseenhei. 604 Fasefout: Fasespanning aan e uitgang komt niet overeen met e referentie. 605 Fout in CPLD maar er is geen geetailleere informatie over e fout. 606 De software van e besturingsunit is niet compatibel met e software van e voeingseenhei. 607 Softwareversie kan niet woren uitgelezen. De voeingseenhei bevat geen software. 608 Overbelaste CPU. Een eel van e software (bijvoorbeel een applicatie) heeft een overbelasting veroorzaakt. Downloa e nieuwste software van e Vacon-website. Installeer ie op e frequentieregelaar. Vraag als e fout opnieuw optreet avies aan e ichtstbijzijne istributeur. Werk e software van e voeingseenhei bij. Vraag als e fout opnieuw optreet avies aan e ichtstbijzijne istributeur. Reset e fout en start opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet avies aan e ichtstbijzijne istributeur. 609 Kan het geheugen niet benaeren. Behouen variabelen kunnen bijvoorbeel niet woren teruggezet. 610 Noozakelijke apparaateigenschappen kunnen niet woren gelezen Softwarefout. Ongelig functieblok gebruikt in e applicatie. De systeemsoftware is niet compatibel met e applicatie. Downloa e nieuwste software van e Vacon-website. Installeer ie op e frequentieregelaar. Vraag als e fout opnieuw optreet avies aan e ichtstbijzijne istributeur. 649 Overbelasting van een hulpbron. Storing bij het laen, terugzetten of opslaan van een parameter. 10 TEL (0) FAX +358 (0)

183 FOUTTRACERING VACON 183 Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing 9 80 Onerspanning (fout) De DC-spanning is lager an toegestaan. 81 Onerspanning (alarm) Voeingsspanning te laag Interne fout AC-frequentieregelaar Ingangszekering oorgeslagen Externe laaschakelaar is niet gesloten Inien e netspanning tijelijk onerbroken is geweest, reset u e fout en start u e frequentieregelaar opnieuw op. Controleer e voeingsspanning. Inien e voeingsspanning voloene is, moet er een interne fout zijn. Vraag instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. AANWIJZING! Deze fout treet alleen op als e frequentieregelaar zich in e runtoestan bevint Ingangsfase Ontbrekene fase in ingangsleiing. Controleer e voeingsspanning, e zekeringen en e voeingskabel Uitgangsfasebewaking Onertemperatuur AC-frequentieregelaar (fout) 121 Onertemperatuur AC-frequentieregelaar (alarm) Overtemperatuur ACfrequentieregelaar (fout, koellichaam) 131 Overtemperatuur ACfrequentieregelaar (alarm, koellichaam) 132 Overtemperatuur ACfrequentieregelaar (fout, kaart) 133 Overtemperatuur ACfrequentieregelaar (alarm, kaart) Uit e stroommeting blijkt at een van e motorfasen geen stroom trekt. Te lage temperatuur in het koellichaam van e voeingseenhei of in e voeingskaart. De temperatuur van het koellichaam is lager an -10 C. Te hoge temperatuur in het koellichaam van e voeingseenhei of in e voeingskaart. De temperatuur van het koellichaam is hoger an 100 C. Controleer e motorkabel en e motor. Controleer of er voloene koellucht is en of ie voloene oorstroomt. Controleer het koellichaam op stof. Controleer e omgevingstemperatuur. Zorg at e schakelfrequentie niet te hoog is. Hou aarbij rekening met e omgevingstemperatuur en motorbelasting Motor geblokkeer De motor is stil gaan staan. Controleer e motor en e belasting. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

184 VACON 184 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Motor overtemperatuur De motor wort te zwaar belast. Verminer e motorbelasting. Als er geen overbelasting van e motor is, controleert u e parameters van het temperatuurmoel Onerbelasting motor De motor wort te weinig belast. Controleer e belasting Vermogen overbelasting (korte bewaking) 181 Vermogen overbelasting (lange bewaking) Het vermogen van e frequentieregelaar is te hoog. Verminer e belasting. 25 Motorbesturing-fout Een storing bij het vaststellen van e starthoek. Universele motorbesturingsfout. 10 TEL (0) FAX +358 (0)

185 FOUTTRACERING VACON 185 Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Veilig UIT Signaal A voor veilige uitschakeling verhinert at e frequentieregelaar overgaat naar e status GEREED. 291 Veilig UIT Signaal B voor veilige uitschakeling verhinert at e frequentieregelaar overgaat naar e status GEREED. Reset e fout en start e frequentieregelaar opnieuw op. Controleer e signalen van e besturingskaart naar e voeingseenhei en e D-connector. 500 Veiligheisconfiguratie 501 Veiligheisconfiguratie 502 Veiligheisconfiguratie 503 Veiligheisconfiguratie 504 Veiligheisconfiguratie 505 Veiligheisconfiguratie 506 Veiligheisconfiguratie 507 Veiligheisconfiguratie De veiligheisconfiguratieschakelaar is geïnstalleer. Er zijn te veel STO-optiekaarten. Er mag er maar één tegelijk aanwezig zijn. De STO-optiekaart is in het verkeere slot geplaatst. Er zit geen veiligheisconfiguratieschakelaar op e besturingskaart. De veiligheisconfiguratieschakelaar is onjuist op e besturingskaart aangebracht. De veiligheisconfiguratieschakelaar is onjuist op e STO-optiekaart aangebracht. Er is geen communicatie met e STO-optiekaart. De STO-optiekaart is niet compatibel met e harware. Verwijer e veiligheisconfiguratieschakelaar van e besturingskaart. Behou één van e STO-optiekaarten. Verwijer e anere. Zie e veiligheishanleiing. Plaats e STO-optiekaart in hetjuiste slot. Zie e veiligheishanleiing. Installeer e veiligheisconfiguratieschakelaar op e besturingskaart. Zie e veiligheishanleiing. Installeer e veiligheisconfiguratieschakelaar in e juiste positie op e besturingskaart. Zie e veiligheishanleiing. Controleer e installatie van e veiligheisconfiguratieschakelaar op e STO-optiekaart. Zie e veiligheishanleiing. Controleer e installatie van e STO-optiekaart. Zie e veiligheishanleiing. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

186 VACON 186 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Veiligheisiagnose De STO-ingangen hebben een verschillene status. 521 Veiligheisiagnose Een storing in e iagnose oor e Atex-thermistor. Er is geen aansluiting naar e Atex-thermistor. 522 Veiligheisiagnose Kortsluiting in e aansluiting van e Atex-thermistoringang. 523 Veiligheisiagnose Er is een probleem opgetreen in het interne veiligheiscircuit. 524 Veiligheisiagnose Te hoge spanning in e veiligheisoptiekaart 525 Veiligheisiagnose Te lage spanning in e veiligheisoptiekaart 526 Veiligheisiagnose Interne storing in e CPU van e veiligheisoptiekaart of e geheugenafhaneling. 527 Veiligheisiagnose Interne storing in e veiligheisfunctie 530 Safe Disable uit Er is een noostopknop aangesloten of een anere STOvoorziening is geactiveer. Controleer e externe veiligheisschakelaar. Controleer e ingangsaansluiting en e kabel van e veiligheisschakelaar. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vervang e optiekaart als e fout zich blijft vooroen. Controleer e aansluiting van e Atex-thermistoringang. Controleer e externe ATEX-aansluiting. Controleer e externe Atex-thermistor. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. Reset e frequentieregelaar en start eze opnieuw op. Vraag als e fout opnieuw optreet instructies aan e ichtstbijzijne istributeur. Wanneer e STO-functie wort geactiveer, bevint e frequentieregelaar zich in e veilige status. 10 TEL (0) FAX +358 (0)

187 FOUTTRACERING VACON 187 Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Koelventilator De ventilator heeft het eine van zijn levensuur bereikt. Vervang e ventilator en reset e levensuurteller van e ventilator. 33 Fire mous actief De fire mous van e frequentieregelaar is ingeschakel. De beveiligingen van e frequentieregelaar woren niet gebruikt Component veraner (zelfe type) Component toegevoeg (zelfe type) Component verwijer De optiekaart is vervangen oor een nieuwe ie u al eerer hebt gebruikt in hetzelfe slot. De parameters zijn beschikbaar in e frequentieregelaar. De optiekaart is toegevoeg. U hebt ezelfe optiekaart eerer gebruikt in hetzelfe slot. De parameters zijn beschikbaar in e frequentieregelaar. Er is een optiekaart verwijer uit het slot. De component is klaar voor gebruik. De frequentieregelaar gaat e oue parameterinstellingen gebruiken. De component is klaar voor gebruik. De frequentieregelaar gaat e oue parameterinstellingen gebruiken. De component is niet beschikbaar. Reset e fout Apparaat onbeken Er is een onbeken apparaat aangesloten (voeingseenhei/optiekaart) IGBT-temperatuur De berekene IGBT-temperatuur (unittemperatuur + I2T) is te hoog Encoerfout Kanaal A van encoer 1 ontbreekt. 421 Kanaal B van encoer 1 ontbreekt. 422 Beie kanalen van encoer 1 ontbreken. De component is niet beschikbaar. Controleer e belasting. Controleer het motorvermogen. Voer een ientificatierun uit. Controleer e encoeraansluitingen. Controleer e encoer en e encoerkabel. Controleer e encoerkaart. Controleer e encoerfrequentie in e open loop. 423 Encoer omgekeer. 424 Encoerkaart ontbreekt Component veraner (aner type) De optiekaart is vervangen oor een nieuwe ie u nog niet hebt gebruikt in hetzelfe slot. Er zijn geen parameterinstellingen opgeslagen. Stel e parameters voor e voeingseenhei opnieuw in. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

188 VACON 188 FOUTTRACERING Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Component toegevoeg (aner type) Er is een nieuwe optiekaart van een aner type geïnstalleer. Er zijn geen parameters beschikbaar in e instellingen. Stel e parameters voor e voeingseenhei opnieuw in Externe fout Het igitale ingangssignaal at is ingestel met parameter P of P , is geactiveer Communicatiefout beieningspaneel Communicatiefout velbus De verbining tussen het beieningspaneel en e frequentieregelaar is verbroken. De ataverbining tussen e velbusmaster en e velbuskaart is verbroken. Controleer e aansluiting en kabel van het beieningspaneel. Controleer e installatie en e velbusmaster Slot A-fout Optiekaart of slot efect Controleer e optiekaart en het slot Slot B-fout 1654 Slot D-fout 1754 Slot E-fout Pc-communicatiefout De gegevensverbining tussen e pc en e frequentieregelaar is verbroken Fout Thermistor De motortemperatuur is toegenomen. Controleer e koeling van e motor en e belasting. Controleer e thermistoraansluiting. Een ongebruikte thermistoringang moet kortgesloten zijn Fout velbustoewijzing Het ientificatienummer waarmee waaren woren toegewezen aan 'Velbusprocesata uit', is niet gelig. Controleer e parameters in het menu Velbusatamap Een of meer waaren voor 'Velbus-procesata uit' konen niet woren geconverteer. Het type van e waare is niet geefinieer. Controleer e parameters in het menu Velbusatamap Bij het toewijzen en converteren van waaren uit e 'Velbus-procesata uit' (16 bits) is een overflow opgetreen. 10 TEL (0) FAX +358 (0)

189 FOUTTRACERING VACON 189 Tabel 61: Foutcoes Foutco e Fout-ID Foutnaam Mogelijke oorzaak Oplossing Fout procesbewaking (PID1) Fout procesbewaking (PID2) In e PID-regelaar: e feebackwaare ligt niet binnen e bewakingslimieten en e vertraging, inien een vertraging is ingestel. In e PID-regelaar: e feebackwaare ligt niet binnen e bewakingslimieten en e vertraging, inien een vertraging is ingestel. 24-HOUR SUPPORT +358 (0) VACON@VACON.COM 10

190 Document ID: Vacon Lt Member of the Danfoss Group Runsorintie Vaasa Finlan Rev. J1 Sales coe: DOC-APP100HVAC+DLNL