Projectpracticum in de fytotechnie De appelteelt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectpracticum in de fytotechnie De appelteelt"

Transcriptie

1 Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Projectpracticum in de fytotechnie De appelteelt Davy Vandervelpen prof. Keulemans 2 e ir. bio- ingenieur

2 1. Inhoud 1. inhoud inleiding snoei algemeen groeiremming bij appel de snoei van Jonagold: lange snoei snoei van andere rassen regalis en wortelsnoei snoeitijdstip bewaring inleiding bewaarsystemen eigenschappen van een koelcel bewaarziekten soorten vruchtrotschimmels bestrijding meeldauw of witziekte kwaliteit algemeen plukdata sortering fruitteeltcentrum Van Hellemont samenvatting van enkele sorteermachines chipbudding oogenten onderstammen vermeerdering van onderstammen chipbudding schurft inleiding levenscyclus ziektetekens ascosporenvlucht + kieming en weersomstandigheden bestrijding resistentie inleiding algemene werking van resistentie typen van resistentie specifieke werking van resistentie oorsprong van resistentiegenen uiterlijke kenmerken van een schurftinfectie ras 6 en het Vf gen resistentie en veredeling werk in de serre

3 2.Inleiding Het doel van mijn projectpracticum was om een algemeen beeld te krijgen van het productieproces van een appel. Hierbij werd vooral de nadruk gelegd op de taken die een fruitteler moet uitvoeren vooraleer hij een kwaliteitsvol product kan afzetten op de markt. Naast het verwerven van een algemeen beeld was het ook de bedoeling dat ik een aantal taken zelf ging meedoen en hieraan dan ook wat meer tijd besteedde. Het grootste deel van de tijd ben ik bezig geweest met het snoeien van een appelboom en met de schurftinfectie. Ook heb ik mee geholpen aan het chip-budden en het sorteren van fruit. Om dit te kunnen realiseren ben ik ongeveer een week op bezoek geweest bij het fruitteeltcentrum te Rillaar en een drietal dagen heb ik ook meegewerkt in de serre in Heverlee. In Rillaar heb ik een algemeen beeld gekregen van de fruitteelt en het grootste deel van de tijd heb ik leren snoeien. In Heverlee was het werk vooral gericht rond schurft en het chip-budden. Ik zou ook even een aantal mensen willen bedanken voor hun bijdrage aan mijn projectpracticum, in Rillaar werd ik uitstekend begeleid door de bedrijfsleider Johan Verheyen die me heeft leren snoeien en veel informatie heeft bezorgd. In Heverlee heb ik veel informatie gekregen van Annemarie Auwerkerken, vooral in verband met schurft, voor het chip-budden was er de hulp van Gert Vrebos. 2

4 3.Snoei 3.1 Algemeen Het grootste deel van mijn projectpracticum in Rillaar heb ik besteed aan het snoeien van appelbomen, om echt doorzicht te krijgen in het snoeien van een boom moet je wel enige ervaring hebben. Na een aantal dagen snoeiwerk is er mij wel een en ander duidelijk geworden maar voor mij was het nog steeds geen routine werk zoals bij de meer ervaren fruitteler. Toch heb ik een aantal dingen bijgeleerd. Snoeien is één van de belangrijkste teeltmaatregelen voor de fruitteler, de manier waarop men snoeit is afhankelijk van de soort appel en ook van de fruitteler. Iedere teler heeft een eigen visie, hij heeft een bepaalde boomvorm of structuur in gedachte en wil dat zijn bomen hier zo goed mogelijk aan voldoen. Bij het snoeien moet zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de groei eigenschappen van de boom en door het juist positioneren van de snoei kan men de juiste groeireactie creëren. Het doel van de snoei is om een evenwicht te bewaren tussen groei en bloei van de boom, een teler wil dat een boom zo goed mogelijk produceert en niet dat deze zoveel mogelijk groeit. Daarom heeft snoeien altijd de bedoeling om de groei te remmen en de productie van de boom te optimaliseren, hierbij moet er ook rekening gehouden worden met de vruchtkwaliteit, snoeien beïnvloed de dikte van de vruchten. Snoeien heeft altijd een verjongende invloed en een boom met voldoende jong hout is goed voor de productie van kwaliteitsvol fruit, op jong vruchthout kunnen vruchten van een betere kwaliteit geteeld worden. Door te snoeien kan men een boom bijsturen, hem in een bepaalde richting laten groeien maar men kan de groei van een boom nooit volledig bepalen. Als een boom (van een bepaalde soort) op een specifieke manier groeit, moet je bij de snoei hier rekening mee houden. Door te snoeien gaat men niet alleen de groei remmen, als de groei te zwak is moet deze gestimuleerd worden. Er zijn een aantal snoei ingrepen die de groei versterken zoals: snoei in het éénjarige hout, snoeien van stompen, kort terugsnoeien van het vruchthout tot in de bloembot, het wegnemen van rugscheuten of het snoeien in slapende knoppen. Door fel te snoeien krijgt men ook veel reactie tenzij er echt heel kort wordt ingesnoeid. Snoeien is ook heel belangrijk om licht in de boom te krijgen, als er te veel takken in de boom staan krijgen de onderliggende te weinig licht wat te weinig fotosynthese geeft en ook vruchten van mindere kwaliteit. Het snoeien heeft ook een effect op de vruchtzetting van de boom, door te snoeien zijn er meer groeistoffen zoal GA en cytokininen aanwezig per knop omdat er andere verbruikscentra zijn weggeknipt en deze stoffen bevorderen de vruchtzetting. 3.2 Groeiremming bij appel: De groei van een appelboom kan op verschillende manieren geremd worden zodat we een evenwichtige en rustige boom verkrijgen. Vruchten remmen de groei het best omdat zij veel energie eisen zodat deze energie niet gebruikt wordt om te groeien, een regelmatige bloemknopzetting samen met een goede vruchtdracht vormen dus de basis voor een goede remming. De groei wordt natuurlijk ook in bedwang gehouden door juist te snoeien, indien de groei te sterk is wordt er meer éénjarig hout behouden om de groei in de boom af te remmen en wordt 3

5 de basis gelegd voor een regelmatige opbrengst die automatisch een groeiremmend effect heeft. Bij appel kan de groeibeperking ook gebeuren door gebruik te maken van chemische middelen, vroeger werd er gebruik gemaakt van Allard en was er niet zoveel snoei werk nodig. Door Allard te sproeien in de bloei werd de boom automatisch kort gehouden en was er veel minder snoeiwerk. Nu is Allard verboden en moeten er andere methoden toegepast worden om de groei van een boom te remmen. Wel komen er nieuwe middelen op de markt vb. Regalis waar we later op terug komen. Een vierde manier om de groei bij appel te beperken is het toepassen van wortelsnoei, belangrijk hierbij is om veel aandacht te schenken aan de voeding van de boom (zie later). Ook is er nog de zomersnoei om probleempunten weg te werken en ook de snoei van de kop moet de nodige aandacht krijgen, ook in de kop zal de aanwezigheid van een vruchttak met vruchten de beste remming geven. 3.3 De snoei van Jonagold: lange snoei We gaan eerst de snoei van Jonagold bespreken, Jonagold is het appelras dat momenteel in België het grootste areaal kent en ook het belangrijkst is. Toch kent men de laatste jaren een zeer lage prijs voor de Jonagold appel en zijn toekomst ziet er niet zo best uit. De snoei van Jonagold is een lange snoei, algemeen gezien kunnen we de snoei indelen in twee grote delen: de vormingssnoei en de vruchthoutsnoei. Om een goede snoei te kunnen realiseren is het belangrijk om goed onderscheid te kunnen maken tussen éénjarig hout, tweejarig hout en meerjarig hout. Ieder type vraagt een andere snoei. De overgang van éénjarig hout naar tweejarig hout is duidelijk zichtbaar, de overgang is geribbeld en het jonge hout is gladder. Aan de lengte van het éénjarige hout kan je ook zien of de boom het vorige jaar sterk gegroeid heeft. De vormingssnoei: deze wordt toegepast bij het vormen van de jonge bomen en het doel is om zo snel mogelijk productie te krijgen. Bij de jonge Jonagold bomen in de opkweekfase is er nog niet zoveel meerjarig hout aanwezig en gebeurt de productie vooral op één- en tweejarig hout. Op iedere boom zijn er ook verschillende vertakkingen, een vertakking kan voorkomen aan de overgang tussen hout van twee leeftijden waarbij er gevaar is voor het ontstaan van dikke vertakkingen met een scherpe inplantinghoek. Wanneer deze tijdig worden weggesnoeid wordt de boom niet uit evenwicht gebracht. Er kunnen ook vertakkingen ontstaan uit gemengde structuren van een bloembot, een gemengde bloembot heeft naast bloemen ook bladbot aan de basis. Uit deze bladbotten ontstaan meestal horizontale vertakkingen met een hoge vruchtbaarheid. Tenslotte kunnen er ook vertakkingen ontstaan vanuit het vruchthout op de boog van de uitbuiging, deze vertakking zorgt voor een natuurlijke verjonging. Om een boom te vormen moeten we de kop en de gesteltakken goed bekijken. De kop kan bij een jonge boom al dan niet ingesnoeid worden, deze beslissing wordt door iedere teler gemaakt. Insnoeien van de kop doet de boom eindigen op een bloembot, hierdoor induceert men hier vertakkingen die ontstaan vanuit bloembotstructuren en op een bepaalde hoogte staan ingeplant. Terugsnoeien van de kop geeft ook een reductie van de vruchtbaarheid en dit kan van belang zijn bij rassen die in de jeugdfase een te hoge vruchtbaarheid kennen. Wanneer er geopteerd wordt om de kop niet in te snoeien dan moeten de concurrentscheuten wel verwijderd worden, dit gebeurd in de periode mei-juni. De koptwijg is dan bezet met bloemen van waaruit horizontale vertakkingen ontstaan die een goede spreiding geven van het vruchthout rond de stam van de boom. Naast de kop zijn ook de gesteltakken zeer belangrijk 4

6 bij de vorming van de boom. De gesteltakken worden ingesnoeid als de veren te lang worden of als er verkaling optreedt. Door de gesteltakken te snoeien kan er ook een vertakking geïnduceerd worden op deze plaats. Ook de vruchtbaarheid van de boom kan op deze manier gereduceerd worden. Vruchthoutsnoei: eenmaal de bomen hun toegestane productievolume hebben ingevuld komt de periode van vruchthoutsnoei eraan. De vruchtbaarheid van de boom gaat zich naar de buitenkant verplaatsen en de bedoeling van de snoei is om dit tegen te gaan, vruchtbaarheid kort bij de stam en gesteltakken houden is de boodschap. Het is belangrijk dat verschillen in twijgdiameter tijdig herkend worden, hierdoor kan de boom beter gestuurd worden want de twijgdiameter bepaald mee de soort reactie. Er zijn een aantal algemene regels bij de vruchthoutsnoei waarvan de belangrijkste de volgende zijn: - Er is een verschil in ontwikkeling van scheuten, bloembotten en vruchten aan de bovenzijde van een gesteltak ten opzichte van de onderzijde. De organen aan de bovenzijde van de twijg ontwikkelen sterker. Bij de reductie van het aantal bloembotten op een gesteltak worden bij voorkeur de bloembotten aan de onderzijde van de twijg verwijderd. - Vruchthout kortbij de stam en gesteltakken produceert het beste fruit - Afgedragen hout moet worden weggesnoeid, hierop ontstaan vruchten met een onvoldoende kleur, zeker bij een ras zoals Jonagold. - Hoe hoger in de boom een probleem van onevenwicht ontstaat, hoe sneller men dit moet verbeteren - er treedt ook een natuurlijke verjonging op: de takken worden meestal gesnoeid zodat ze op een bloembot eindigen, door het gewicht van de vruchten en bladeren zal de tak een natuurlijke uitbuiging kennen. Hierdoor zullen er op de rugzijde van de tak nieuwe scheuten ontstaan die zorgen voor een natuurlijke verjonging. - Vertakkingen ontstaan uit vruchtbeurzen of uit bloemknoppen gedragen zich rustiger en hebben een hogere natuurlijke vruchtbaarheid. Praktisch: hoe wij het deden Een eerste ras dat we gesnoeid hebben was Jonagold, hier wordt een lange snoei toegepast. De snoei verschilt van ras tot ras omdat de rassen op een aantal punten verschillen zoals: dikte van de vruchten, gekleurde versus niet gekleurde appels, groeisnelheid van de boom en ook de sterkte van de reactie op de snoei. We hebben zowel jonge als oudere Jonagold gesnoeid. De jonge bomen zijn makkelijker te snoeien, er staan minder takken op waardoor ze minder complex zijn en je makkelijker een overzicht kan bewaren. Hieronder bespreken we een aantal vuistregels bij het snoeien maar het is niet mogelijk om een standaard snoeirecept te geven omdat iedere boom anders is en ook iedere fruitteler zijn boom op een andere manier wenst te laten ontwikkelen. De bomen die ik mee gesnoeid heb waren al gevormd zodat de snoei hoofdzakelijk op de vruchthoutsnoei gericht was. Bij een lange snoei worden de takken niet te sterk ingekort, dit gebeurt alleen als ze te lang geworden zijn, op de grond hangen of als ze rij inwaarts komen. Ook worden takken een beetje ingekort als ze niet voldoende gegroeid hebben, dit noemt men prikkelen en heeft als bedoeling de groei te bevorderen. Een aantal begrippen: -een brindill: dit is een éénjarig stukje hout of tak ingeplant op een meerjarige tak. -een lang lot: dit is een lange éénjarige scheut 5

7 -rughout: op een afhangende tak ontwikkelen zich meestal takken op de rugzijde, deze laten we staan omdat ze de hoofdtak kunnen worden, als dit gebeurd is wordt het onderliggende deel van de vroegere hoofdtak weggesnoeid. Dit gebeurd meestal al de rugtak dubbel zo dik geworden is als het onderliggende gedeelte. -een katte rug: dit is een tak die meestal te schuin is ingeplant, hij gaat toch afbuigen door het gewicht van de vruchten. -een eind bot is meestal een bloembot, een bloembot is dikker en ronder dan een bladbot. Uit een bloembot kunnen mooiere takken ontwikkelen. Uit een bladbot ontwikkelen zich nogal eens takken die te sterk omhoog groeien. Takken ontstaan uit vruchtbeurzen of uit bloemknoppen gedragen zich rustiger en hebben een hoge natuurlijke vruchtbaarheid. Regels: -takken die half zo dik zijn als de stam worden te zwaar, deze worden weggesnoeid. Dit gebeurt zeker in de kop omdat het belangrijk is dat de kop van een boom niet te zwaar wordt. Onderaan worden deze ook weggesnoeid maar je moet altijd kijken of er een vervangende tak aanwezig is anders kan de zware tak beter nog een jaar blijven staan. -afgedragen vruchthout wordt weggesnoeid, op het verouderde vruchthout worden er vruchten met een onvoldoende kleur geproduceerd, toch zeker bij een ras zoals Jonagold. -je moet een boom altijd in zijn geheel bekijken, het makkelijkst is om van boven te starten en zo naar beneden af te zakken. Als er al veel grote takken in de kop zijn weggesnoeid ga je er vanonder niet te veel meer wegknippen want anders krijg je een te sterke groeireactie. -door te snoeien gaat de boom reageren met een groeireactie, als je een tak inkort moet je er rekening mee houden op welke manier de boom gaat reageren. Zo kan je de groei een beetje sturen en bepaalde takken zich sterker als een hoofdtak laten ontwikkelen. -takken die op de grond hangen worden ingekort, wanneer er te weinig groei is worden de takken geprikkeld door ze een beetje in te korten. -ook is het heel belangrijk dat er niet te veel takken in de boom staan want dan zal er te weinig licht in de boom kunnen, meestal ga je takken onderuit snoeien als er een vervanger is. Laag ingeplante takken zijn niet gewenst. -het doel is ook om veel afhangend hout te hebben, takken die niet afzakken omdat ze te schuin zijn ingeplant worden best weggesnoeid. -wortelopslag wordt altijd verwijderd, hierop ontwikkelen makkelijk bladluizen. Wortelopslag kan ook ontstaan wanneer men aan wortelsnoei doet en de gevormde geul niet terug dicht welt. -bij het inkorten van takken worden deze teruggebracht op een brindill, een bloembot of tot op een vruchtbeurs. -als een tak rugscheuten heeft worden deze niet verwijderd maar wel wordt een scheut die onderaan groeit verwijderd, een tak of bloembot die onderaan groeit zal altijd benadeeld worden en door hem weg te snoeien gaat alle energie naar de meer belangrijke scheuten. De scheuten die bovenaan ontstaan, meestal bij het doorbuigen van een tak vormen de natuurlijke verjonging. Deze nieuwe scheuten ontstaan niet doordat er gesnoeid wordt, door juist te snoeien kan je de ontwikkeling van deze takken wel bevorderen. -als een boom kanker heeft worden de takken die met kanker zijn aangetast zeker verwijderd omdat kanker zich kan verspreiden in de boom maar ook naar naastliggende bomen. -bij zeer jonge bomen wordt er weinig aan de koppen gedaan. Wanneer er een kop gebroken is wordt deze weggesnoeid, dit gebeurd ook met concurrenten. 6

8 Bij de oudere bomen: 8-jarige jonagold In grote lijnen is deze snoei hetzelfde als bij de jongere bomen, er is hier wel meer werk en ook is er meer werk aan de koppen. -de snoei wordt hier moeilijker omdat de boom complexer is, hij heeft veel meer takken. De bovenste takken worden niet ingekort, meestal eindigen ze op een bloembot. Ook wil je bovenaan in de boom geen felle reacties creëren. Vooral te dikke takken worden verwijderd. -wanneer je een tak wegsnoeit moet je altijd de hele boom bekijken en ook zien of deze tak een rustige tak is of niet. -de kop: concurrenten worden bij jonge bomen weggenomen, bij de ouderen wordt vaak van kop veranderd. Op deze manier wordt de boom niet te groot. Je zet een kop altijd terug tot op meerjarig hout, meestal is dit tweejarig hout waarop bloembotten aanwezig zijn. Wel moet men altijd een vervanger laten staan voor het volgende jaar, dit is wel een eenjarige tak. Op het moment dat je van kop verandert weet je nog niet altijd welke scheut de nieuwe kop zal worden, meestal laat je er maar één staan maar soms kan je niet altijd op voorhand zeggen welke scheut de kop gaat overnemen. Besluit lange snoei: De lange snoei heeft als belangrijkste doelen: - een optimale belichting van de boom - een goed bewerkbare boom behouden - een goede snoei zorgt voor een goede opbrengst en kwaliteit van de vruchten De basis van een goede snoei bij Jonagold bestaat uit een vormingssnoei in de jeugdfase, een vruchthoutsnoei wanneer de boom in productie komt en een maximale belichting in de boom behouden. 3.3 Snoei van andere rassen: Gala, Pinova, Elstar, Braeburn, Golden en Boskoop De meeste van deze rassen dragen kleine vruchten waarbij men de korte snoei hanteert. Bij de korte snoei worden de takken veel korter teruggebracht maar worden er minder snel takken volledig uit de boom verwijderd. Het vruchthout wordt altijd zeer kort gehouden, meestal wordt er indien mogelijk teruggesnoeid tot op een vruchtbeurs en worden eenjarige scheuten verenkeld op deze vruchtbeurzen. Te veel eenjarige scheuten geven te kleine vruchten maar toch laat men een deel van deze scheuten staan. Rassen met kleine vruchten worden algemeen kort gehouden en het aantal vruchten wordt beperkt, de vruchten zelf wil men zo veel mogelijk op jong vruchthout laten groeien. Elstar: terugzetten tot op vruchtbeurzen, als er meerdere scheuten zijn wordt er verenkeld. Dit ras is vrij makkelijk te snoeien, het snoeien brengt wel meer knip werk mee dan bij de lange snoei bij Jonagold. Gala: zelfde snoei als bij Elstar maar hier zijn er wel minder scheuten. Dit ras groeit van vruchtbeurs tot vruchtbeurs waardoor lange scheuten meestal uitblijven. Breaburn: dit ras is minder makkelijk te snoeien omdat er niet altijd vruchtbeurzen zijn om op terug te komen, ook is er hier minder te verenkelen. 7

9 Pinova: dit is een ras dat een beetje tussenin ligt, de vruchten zijn half groot half klein. Boskoop: dit is eigenlijk een grootvruchtig ras maar wordt toch korter gesnoeid dan Jonagold omdat bij Boskoop grote vruchten wel gewenst zijn. 3.4 Regalis en wortelsnoei: Regalis: Regalis is een nieuw middel dat de groei remt maar werkt niet zoals de vroegere Allard, het wordt vooral toegepast bij appel en niet zoveel bij peer. Naast het groeiremmende effect dat niet bij alle rassen evenzeer tot uiting komt heeft Regalis een aantal minder gunstige neveneffecten. De resultaten bekomen na een behandeling zijn sterk afhankelijk van het ras, de groeikracht van de boom, het klimaat, de dosis en het tijdstip van toediening. In de eerste plaats gaat Regalis de groei remmen door in te werken op de GA biosyntheseweg, zo wordt de vorming van scheuten afgeremd. Een neveneffect hierbij is dat er dikkere en stugge scheuten gevormd worden en dit vooral bij sterk groeiende bomen. Doordat het in een laat stadium van de GA biosyntheseweg inwerkt moet men Regalis best tijdig inzetten want eenmaal de groei te sterk is geworden zal het effect miniem zijn. Regalis is in tegenstelling tot Allard maar enkele weken werkzaam en men moet dus na een aantal weken een herbehandeling uitvoeren. Er wordt vooral een goed effect bekomen bij bomen die niet te sterk groeien. Bij Jonagold zijn de resultaten eerder beperkt, dit ras kan door de lange snoei in een goed evenwicht gehouden worden. Er zijn bij Jonagold vooral problemen in de kop, hier ontstaat er nog al eens een te sterke groei. Bij rassen die kort gesnoeid worden biedt Regalis wel duidelijk een winst in het aantal snoei uren. Het gebruik van Regalis is sterk af te raden in jonge bomen die zich nog moeten vormen omdat er dikkere en stugge takken gevormd worden, dit effect is ook in de volgende jaren zichtbaar. Er is ook een remming van de ethyleen synthese waardoor er gedacht wordt aan een vruchtzettend effect van een Regalis toepassing, hierover zijn er nog geen eenduidige resultaten beschikbaar maar dit zou wel van toepassing zijn als het wordt toegediend onder gunstige weersomstandigheden. Als besluit kunnen we zeggen dat Regalis groeiremmend werkt maar dat er gevaar is voor een aantal neveneffecten, verder onderzoek moet hieromtrent nog gebeuren. De ervaringen zijn op dit moment nog te beperkt om het product als standaardtoepassing te adviseren. Wortelsnoei: Wortelsnoei wordt vooral veel toegepast bij peer en in mindere mate bij appel. Na een wortelsnoei moet het gewas goed van water en meststoffen worden voorzien om geen vruchtkwaliteit en bloembot te verliezen, vooral de voorziening van water is noodzakelijk. Bij Jonagold wordt het weinig gebruikt omdat deze goed onder controle is te houden door de lange snoei. Wortelsnoei wordt toegepast als de groei van het gewas echt te sterk is geworden en heeft ook een meerjarig effect. Door wortelsnoei toe te passen wil men vooral inspelen op de hormonen balans van de boom. Het afsnijden van de wortelpunten gaat het signaal voor de GA productie en de scheutgroei naar de bovenste delen verminderen. De te verwachten gevolgen zijn: een vermindering van het aantal scheuten waardoor de boom meer open is en er meer licht binnen kan, dit heeft een 8

10 positief effect op de kleur van de vruchten en op de aanleg van bloembot. Het minder aantal scheuten brengt een kortere snoeitijd met zicht mee. Wortelsnoei wordt vooral in het voor- en najaar toegepast, een toepassing in maart geeft het minste kans op wortelherstel en dus ook het minste wortelhergroei. Wortelsnoei in juni brengt te grote risico s mee voor droogtestress. Meestal wordt wortelsnoei slechts langs één zijde van de boom toegepast om het risico van deze vrij drastische ingreep te spreidden. Wortelsnoei of Regalis: Beide worden toegepast als de boom echt te sterk gaat groeien, wanneer de groei echt heel sterk is zal een Regalis behandeling alleen niet meer voldoende zijn en is de keuze voor wortelsnoei snel gemaakt. Hierbij moet rekening gehouden worden met de voedingstoestand van de bodem. Men gaat zich eerder moeten afvragen of men wortelsnoei met of zonder Regalis als groeiremmer moet toepassen. 3.5 Het snoeitijdstip De groei van een appelboom wordt gestuurd door de aanwezigheid van verschillende fytohormonen waarvan de concentratie in de loop van het jaar verschillend is. Door de combinatie van de remmende en groeibevorderende hormonen wordt de aanvang, de duur en de intensiteit van de groei gestuurd. Dit wordt meebepaald door de aanwezige reservestoffen. De groeireactie na de snoei is o.a. afhankelijk van de hoeveelheid weggenomen groeistoffen(cytokinine) en reservestoffen die in de weggesnoeide delen aanwezig zijn. Doordat de hoeveelheid van deze stoffen gedurende het seizoen in de boom verandert, zal er afhankelijk van het snoeitijdstip meer of minder remming ontstaan. Bovengronds snoeien: De minste remming wordt bekomen door in de winter te snoeien, er zijn dan nog geen reservestoffen of groeistoffen in de takken aanwezig. Vanaf april- mei is er een sterke remming omdat er dan al veel reservestoffen en groeistoffen in de takken en groeipunten aanwezig zijn. Door deze stoffen te verwijderen krijgen we een sterke groeidaling. Na de bloei snoeien geeft de sterkste groeiremming. Snoeien in de maanden juni en juli is niet aangewezen tenzij een enkele ingreep in de kop. Door op dit moment te snoeien zullen voedingsstoffen, die in de bladeren aangemaakt zijn worden weggenomen. Ook veel remstoffen worden weggenomen, deze onderdrukken onderliggende groeipunten. Door deze snoei zullen onderliggende slapende ogen uitlopen en bloemknoppen doorschieten. Snoeien in augustus- september doet veel reservestoffen verdwijnen en kan gevolgen hebben op de vruchten. De meeste snoei gebeurd in de winter en in het voorjaar, jonge en zwakgroeiende bomen worden in de winter gesnoeid want dit geeft de minste remming. Bij zeer sterke groei worden dikke takken in november weggezaagd en de vruchthoutsnoei wordt uitgesteld tot in de bloei. Ondergrondse snoei: Een wortelsnoei uitgevoerd in de wintermaanden heeft de meest remmende werking op de aanvoer van reservestoffen en groeistoffen naar de bovengrondse delen. Reservestoffen worden verminderd door in de winter aan wortelsnoei te doen maar door in februari en maart te snoeien wordt ook de aanvoer van groeistoffen sterk verminderd. Wanneer er geen irrigatie-, fertigatie-, of beregeningssysteem beschikbaar zijn kan men best niet te laat aan wortel snoei doen en zeker niet in de zomermaanden. 9

11 4.Bewaring 4.1 Inleiding Om de geoogste vruchten een lange tijd te kunnen aanbieden aan de consument en om een tijdstip van verkoop te kiezen waarop de prijs beter is moet de producent zijn fruit kunnen bewaren. Fruit ademt, door deze ademhaling wordt er zuurstof uit de omgeving opgenomen en worden reservestoffen (vooral suikers) afgebroken. Hierbij wordt er CO 2, waterdamp en warmte geproduceerd. Om het fruit goed te kunnen bewaren is het belangrijk om deze ademhaling te minimaliseren. De intensiteit van de ademhaling is sterk afhankelijk van de temperatuur, een lage temperatuur remt de ademhaling. Ook de relatieve luchtvochtigheid speelt een belangrijke rol. Een snelle afkoeling en een homogene luchtverdeling tijdens de bewaarperiode zijn van groot belang. Naast de temperatuur en de luchtvochtigheid zijn ook de concentraties aan O 2 en CO 2 zeer belangrijk, om de ademhaling af te remmen gaat men de zuurstof doen dalen en het koolzuur gehalte doen stijgen. Deze daling en stijging moeten echter wel binnen bepaalde grenzen blijven anders kan er schade aan de vruchten optreden. Om de zuurstof te doen dalen, kan men gebruik maken van de natuurlijke ademhaling van het fruit waarbij ook het CO 2 gehalte gaat stijgen of men kan de zuurstof kunstmatig gaan verwijderen door bijvoorbeeld gebruik te maken van stikstof. 4.2 Bewaarsystemen Gewone mechanische koeling: dit is de meest klassieke vorm van fruitbewaring, er heerst een normale luchtsamenstelling waarbij de ademhalingsvertraging van het fruit wordt gerealiseerd door een temperatuursverlaging. Er worden hierbij geen speciale vereisten gesteld aan de koelcel maar de bewaarduur is beperkt. Gewone CA- cel: de gecontroleerde atmosfeer cel is gasdicht, hierdoor kan er geen uitwisseling van gassen met de omgeving gebeuren. Het gevolg is dat de zuurstof gaat dalen en het CO 2 gehalte gaat stijgen. De som van beide gassen blijft echter altijd 21%. Omdat op deze manier de concentratie aan CO 2 gaat stijgen en dit tot schade aan de vruchten kan leiden (vooral bij peren) moet er regelmatig verlucht worden. Door deze verluchting wordt er natuurlijk ook verse zuurstof in de cel gebracht, de ademhalingsvertraging wordt hier gerealiseerd door een hogere CO 2 concentratie en door een temperatuursdaling, het zuurstofgehalte wordt bij deze cellen nog niet geregeld. De gescrubde CA- cel: zeer belangrijk is dat bij dit systeem ook de zuurstof concentratie verlaagd wordt, dit gebeurt hoofdzakelijk door de natuurlijke ademhaling van het fruit. Omdat ook hier de CO 2 concentratie te hoog oploopt moet er regelmatig CO 2 weggevangen worden (scrubben), dit gebeurd door de CO 2 te binden op actieve kool of kalk. Men gaat hier niet gewoon verluchten want op die manier zou er verse zuurstof in de cel komen en dat wil men zoveel mogelijk vermijden. De weggevangen lucht wordt vervangen door buitenlucht maar om aanrijking met buitenlucht te minimaliseren wordt er gebruik gemaakt van longen, deze moeten als een buffer dienen. De lucht in de cel kent voornamelijk een aanrijking met stikstof gas. ULO (ultra low oxygen): bij deze bewaring en ook bij de gescrubde CA cel zijn er zeer strenge vereisten aan de constructie van de cel. De cel moet zeer gasdicht zijn en ook de 10

12 meetapparatuur moet uitstekend werken. Er gebeurt een nauwgezette controle van de luchtsamenstelling en met behulp van computerprogramma s worden de juiste concentraties van de gassen gerealiseerd. De zeer lage zuurstof concentraties moeten zeer nauwkeurig zijn want afwijkingen van 0.1% kunnen al zware gevolgen hebben. Bij een te lage concentratie is er gevaar voor het optreden van de alcoholische gisting. De concentraties die worden aangehouden verschillen van appel en peer en ook van soort tot soort, we komen hier later nog op terug. De zuurstof wordt in de eerste plaats verlaagd door de natuurlijke ademhaling van het fruit maar omdat dit niet snel genoeg gaat maakt men ook gebruik van het afbranden, hierbij wordt er meer en meer gebruik gemaakt van stikstof. De stikstof komt in de cel en door een verschillend gewicht kan men de zuurstof uit de cel halen en de stikstof erin laten. Werking van een scrubber: In een eerste stap wordt de gevormde CO 2 op de actieve kool of op kalk gebonden, wanneer de actieve kool verzadigd is moet deze met verse lucht uitgespoeld worden. Door deze uitspoeling komt er wel nieuwe zuurstof in ons systeem, om dit zoveel mogelijk te vermijden wordt er aan de scrubber een long bevestigd. Deze long bevat lucht maar met een lagere zuurstof concentratie, door de scrubber met deze lucht te spoelen wordt er minder snel nieuwe buitenlucht ingebracht. 4.3 Eigenschappen van een koelcel (ook in Rillaar): Op dit moment hebben veel fruittelers goed uitgeruste koelcellen en is de ULO bewaring zeer populair, deze heeft veel voordelen waarvan een belangrijke het verlengen van de bewaarduur is. Toch is het een grote investering en men moet zich dan ook afvragen of het fruit wel degelijk geschikt is voor een dergelijke bewaring. Het is heel belangrijk om fruit in een ULO cel te brengen dat op het juiste moment geplukt is en een voldoende kwaliteit heeft (zie volgende hoofdstuk). In Rillaar wordt er zeer veel aandacht besteed aan de bewaring van peren, vroeger werden er ook veel appels bewaard maar het areaal aan jonagold is de laatste 10 jaren sterk afgenomen. De koelcellen in het fruitteeltcentrum zijn goed uitgerust en kunnen voor ULO gebruikt worden. Een koelcel is zeer goed geïsoleerd en moet gasdicht zijn, hiernaast zijn er nog enkele andere elementen aanwezig. -Een onderdrukventiel: door de snelle afkoeling van de cellucht bij een volledig gesloten cel of door de werking van de scrubber wordt er een zekere onderdruk gecreëerd. Deze onderdruk kan zo groot worden dat de isolatie van de muren komt of dat de cel gaat ineenklappen. Om dit te voorkomen wordt er als veiligheid een klep of waterslot aangebracht, wanneer de druk te laag wordt of anderzijds te hoog gaat deze klep naar boven of onder gezogen/geblazen worden zodat er een open verbinding ontstaat tussen de cel en de buitenlucht. Hierdoor wordt de druk terug normaal. -Een luchtbuffer of long: Er zijn twee soorten longen in Rillaar. Een eerste long was er om de CO 2 scrubber te bufferen (hebben we reeds besproken), een tweede dient als buffer om de over/onder druk op te vangen. De long zal bij een onderdruk eerst leeglopen, bij overdruk vollopen met lucht. Pas als de druk echt te hoog wordt en de buffercapaciteit van de long wordt overschreden zal de veiligheidsklep in werking treden, hierdoor komt er veel minder snel verse lucht (met veel zuurstof) in de cel terecht. -Door de actieve kool scrubber wordt er niet alleen CO 2 maar ook een deel van de geproduceerde ethyleen weggevangen uit de cel. Ethyleen wordt geproduceerd door rijpende vruchten en door zijn autokatalytische werking gaat het de rijping en veroudering versnellen. 11

13 De meeste cellen hebben geen systeem om specifiek ethyleen weg te vangen maar wel een CO 2 scrubber die ook een deel van de gevormde ethyleen wegvangt. -Om de lucht snel te kunnen afkoelen zijn er ventilatoren en een verdamper aanwezig, de verdamper zorgt voor de afkoeling van de lucht. De lucht waarmee gekoeld wordt heeft een temperatuur (zeker bij peren) onder het vriespunt en daardoor zal de verdamper na een tijd bevriezen en moet deze op regelmatig tijdstip ontdooid worden. Om te weten wanneer de verdamper bevroren is wordt ook hierop een thermometer bevestigd, bij de ontdooiing ontstaat er water in de vloeibare fase en dit wordt opgevangen in een afvoerbuis. Deze afvoerbuis mag wel geen verse lucht binnenlaten. -Het is ook heel belangrijk dat de interne lucht concentraties op regelmatige tijdstippen worden gemeten, dit gebeurd met behulp sensoren die gekoppeld zijn aan de centrale computer die heel de koeling en bewaring stuurt. De belangrijkste parameters in de cel zijn de temperatuur, de zuurstof en CO 2 concentraties. Ook is er de mogelijkheid om deze concentraties manueel te meten door een ventiel aan de cel waar er een staal kan genomen worden. Ventilatie Een goede luchtbeweging is noodzakelijk voor warmte- en vocht transport in een koelcel. Een slechte circulatie van koude lucht veroorzaakt een heterogene temperatuursverdeling in de koelcel waardoor een gedeelte van de te koelen producten onderkoeld raken en koudeschade oplopen terwijl in een andere hoek van de koelcel de temperatuur te hoog blijft, dit verkort de bewaarduur en heeft een negatief effect op de kwaliteit en homogeniteit van het product. Om een goede luchtbeweging te hebben moet er voldoende geventileerd worden, door een goede ventilatie ontstaat er een homogene temperatuursverdeling. Hiervoor moet de cel uitgerust zijn met goede ventilatoren en een verdamper die zorgt voor de koeling van de lucht. Ventilatie is vooral belangrijk bij het inkoelen wanneer de veldwarmte moet afgevoerd worden. Later is het de ademhalingswarmte, lichtwarmte en warmte van ventilatoren die moet gekoeld worden maar deze is veel minder groot. Een gevolg van de ventilatie is het uitdrogen van de vruchten, er mag dus zeker niet onnodig geventileerd worden. Voor een vlotte luchtdoorstroming is ook een goed stapelpatroon van de kisten belangrijk, als belangrijkste geldt hierbij dat er tussen de rijen kisten een spatie van 10cm is en 15cm tussen de kist en de wand. In een rij moet er geen spatie zijn, wel moeten de kisten best met de steekopening in de blaasrichting gezet worden. Tussen het plafond en de kisten houd men best een 70 tal cm spatie. Aan het plafond moeten zo weinig mogelijk obstakels voorkomen want deze zorgen ervoor dat de lucht minder ver in de cel terecht komt, dit wordt ook het coanda effect genoemd. Ook kortsluitstroming moet vermeden worden, dit wil zeggen dat lucht terug aan de ventilator- verdamper komt zonder dat deze door de kisten is geblazen. Dit komt vooral voor wanneer de koelcel te leeg is of als er geen kisten onder de verdamper staan. Doordat er koude lucht door de vruchten wordt geblazen zullen deze sneller uitdrogen, bij peren gaat men dit meestal tegengaan door ze af te dekken met plastic. Naast ze gewoon af te dekken kan men ze ook volledig is een plastic zak brengen, deze bevindt zich dan in de kist. Het nadeel van deze methode is dat het fruit veel moeilijker te koelen is en daarom wordt best het fruit pas in de zak gebracht of afgedekt als het al voorgekoeld is. In de meeste koelcellen wordt de volledige bewaring geregeld en onder controle gehouden door computers met de juiste software. Hierin kunnen bepaalde parameters ingesteld worden 12

14 afhankelijk van de fruitsoort. Zeker bij een ULO bewaring moet er een zeer nauwkeurige regeling zijn. De computer kan ook gebruikt worden om luchtstromingen te voorspellen en beter stapelpatronen te creëren. De meest voor de handliggende toepassingen zijn het handhaven van de juiste atmosfeer en temperatuur in de cel. Nazicht, onderhoud en ontsmetting Het belangrijkste bij het nazicht van een koelcel is dat er op gelet wordt dat deze gasdicht is en dat temperatuur- en gasmeters moeten geijkt zijn. Ook de reiniging en ontsmetting verdienen de nodige aandacht. - lekdichtheid van een koelcel: om na te gaan of een cel dicht genoeg is maakt men gebruik van een micromanometer of schuine buismanometer. Deze toestellen meten het drukverschil tussen de cel en de buitenlucht. Eerst gaat men de cel op overdruk brengen tot 10mm (waterkolom). Als er lekken zijn gaat deze overdruk afnemen, voor een gewone CA- cel wordt geëist dat de druk van 10mm naar 1-4mm overdruk zakt in minimaal 30 minuten. Voor een ULO cel zijn er strengere eisen en mag in 10 minuten de druk dalen tot 7mm waterkolom. Wanneer er vast gesteld wordt dat de cel niet dicht genoeg is moet er opzoek gegaan worden naar het lek. - grote lekken zijn visueel waar te nemen, men moet vooral op zoek gaan naar lekken aan deuren, vloeren en onderdrukkleppen. Kleinere lekken zijn niet zomaar visueel waar te nemen en meestal worden deze op volgende manier onderzocht: de cel wordt gesloten en opnieuw op een onderdruk gebracht, dit kan eenvoudig door op een kleine opening een tijd de stofzuiger te zetten en dan terug te sluiten. Binnenin de cel bevindt zich een persoon met een kaars, deze gaat met de kaars rond verdachte plekken bewegen en als de kaars fel begint te wapperen is er een lek gevonden en kan men dit gaan repareren. Ook kan de cel op overdruk gebracht worden nadat er een rookpatroon in de cel is gebracht, langs de lekken wordt er dan rook naar buiten geperst. Lekken kunnen ook ontstaan wanneer de onderdrukkleppen van een cel niet optimaal functioneren en te snel buitenlucht naar binnen laten, ze moeten dan beter worden afgesteld. -ijking van gasmeters is zeer belangrijk omdat afwijkingen in de ULO- cel maximaal 0.1% mogen zijn. Om deze meters te ijken wordt er gebruik gemaakt van ijkflessen, om een ijking uit te voeren moeten er meerdere punten genomen worden, voor ieder gas moet er een nulpunt zijn en een andere vaste waarde b.v. de ijkfles en de buitenlucht. Ook thermometers moeten regelmatig gecontroleerd worden. -De reiniging, ontsmetting en naspoeling van een koelcel en andere machines is zeer belangrijk om aanwezige schimmelsporen te verwijderen, deze sporen kunnen vruchtrot veroorzaken. Ook kisten kunnen schimmels bevatten, net zoals sorteermachines waar borstels en sorteertafels eenvoudig met een detergent gereinigd kunnen worden. De ontsmetting van een cel kan gebeuren met een javel oplossing, hierbij is er wel gevaar voor corrosie van metalen delen. Een andere manier van ontsmetten is gebruik te maken van formol, dit is wel een giftige en kankerverwekkende stof. Om een ontsmetting te doen met formol moet men over kaliumpermangaat een formalideoplossing gieten, hierbij ontstaat er een damp. Formol werkt ook oxiderend, achteraf moet er voldoende verlucht worden. -belangrijk bij het uitrusten van een koelcel is dat men aandacht heeft voor de wetgeving, deze wordt steeds strenger en een aantal producten waaronder ook bepaalde koelmiddelen zijn reeds verboden. Hierbij zijn vooral de CFK s en HCFK s van groot belang, deze dragen bij tot de afbraak van ozon in de hogere atmosfeer. Daarom is het belangrijk om op zoek te gaan naar andere milieuvriendelijke producten. 13

15 5.Bewaarziekten Met de huidige bewaaromstandigheden is het mogelijk de consument gedurende het ganse jaar door kwaliteitsvol fruit aan te bieden. Deze technologische vooruitgang kan echter niet vermijden dat in de koelcel bepaalde bewaarziekten belangrijke opbrengstverliezen kunnen veroorzaken. De bewaarziekten kunnen een fysiologische of een parasitaire oorsprong kennen. Om fysiologische problemen tijdens de bewaring te voorkomen, is het van belang dat de vruchten een optimale minerale samenstelling bezitten, op het juiste tijdstip geplukt worden en onder optimale omstandigheden van temperatuur en atmosfeer bewaard worden, afhankelijk van het ras. De belangrijkste fysiologische bewaarziekten zijn stip en scald of schildbruin. Scald treed vooral op bij een vroege pluk of wanneer de bewaring gebeurt op een slechte luchtsamenstelling, vooral als het zuurstofgehalte niet snel genoeg daalt. Parasitaire bewaarziekten geven aanleiding tot vruchtrot en zijn een gevolg van schimmelinfecties. Bij de infecties onderscheiden we twee groepen, enerzijds de latente vruchtrotschimmels, waarbij de infectie gebeurt via natuurlijke openingen zoals lenticellen, en anderzijds de wondschimmels die via accidentele wonden de vrucht binnendringen. 5.1 Soorten vruchtrotschimmels: Bij peer is de belangrijkste schimmel Botrytis, de besmetting vindt dikwijls tijdens de oogst plaats wanneer de vooroogstbehandeling niet voldoende was. Wanneer één vrucht is aangetast is er een kleine verspreiding naar tegenliggende vruchten. Bij peer is er de laatste jaren ook veel last door Coprinus vruchtrot, ook sneeuwschimmel genoemd. Er is een witte schimmelgroei op paloxen die vooral actief is bij zeer lage temperaturen (-3 C) en een hoge luchtvochtigheid. De symptomen komen pas tot uiting als de schimmel langdurig aan lage temperaturen is bloot gesteld. De paloxen zijn dan volledig door de schimmel omgeven en vormen een duidelijk wit pluis over de palox en vruchten. De schimmel kan overleven op paloxen en van hieruit een infectiebron zijn voor later. Vooral als de paloxen nat de koelcel ingaan zal de schimmel zich goed ontwikkelen, omdat in een koelcel altijd zo weinig mogelijk gewichtsverlies gewenst is wordt meestal een hoge luchtvochtigheid aangehouden wat ook zeer gunstig is voor een schimmel. Op appel heeft Gloeosporium meestal het grootste aandeel in het totale vruchtrot, deze schimmel veroorzaakt lenticelrot. Gloeosporium vruchtrot op een appel 14

16 Gloeosporium: de primaire infectie heeft meestal in de plantage plaats, toch is Gloeosporiumvruchtrot een bewaarziekte. Later tijdens de bewaring verspreidt de ziekte zich verder en worden nog gezonde vruchten ook aangetast. De besmetting op het veld gebeurt door middel van conidiosporen. Deze schimmelbesmetting vertrekt ook vaak vanuit takkankers die nagenoeg het ganse jaar door sporen lossen. De vruchten worden besmet langs schilletsels en via de lenticellen van de vruchthuid. De uiterlijke symptomen zijn kleine bruine vlekjes op de schil die nadien groter worden, meestal cirkelvormig en later ingezonken met meerdere zwarte of lichtere puntjes; het zijn sporenbuisjes van de schimmel. Verdere symptomen ontstaan pas tijdens de bewaring na een rustperiode. Naast Gloeosporium en Botrytis komen er op appel ook nog andere schimmels voor zoals Penicillium op het einde van de bewaring en Phytophthora als het erg nat is voor en na de pluk. Ook Cylindrocarpon, eveneens de veroorzaker van vruchtboomkanker kan zoals Gloeosporium lenticelrot veroorzaken. De schimmelsoorten die verwonde vruchten infecteren worden gekenmerkt door een snelle groei. Tot de groep van wondschimmels behoren drie schimmelgeslachten: Botrytis, Monillia en Penicillium. De Monillia vruchtrotschimmel bij appel 5.2 Bestrijding: Sanitaire maatregelen: Bij de bestrijding van vruchtrot is het op de eerst plaats van belang te zorgen voor een goede bedrijfshygiëne. Aangetaste vruchten in de aanplanting verwijderen en regelmatige ontsmetting van koelcellen is van groot belang. Ook beschadiging van de vruchten tijdens pluk en transport moet zoveel mogelijk vermeden worden. Andere factoren hebben betrekking op de gevoeligheid van de vruchten. Het optimale pluktijdstip en de minerale samenstelling spelen hierin een rol. Vruchten met een hoger kalium/calcium verhouding hebben een hogere weerstand waardoor het optreden van rottingsverschijnselen vertraagd wordt. Lenticel-rot wordt veroorzaakt door schimmels die ook kankers veroorzaken op de fruitboom, deze kankers behandelen is ook een belangrijke maatregel. Tijdens de bewaring worden vruchtrotschimmels wel geremd (lage temp.) maar niet afgedood. 15

17 Chemische bestrijding: Met het gamma bestrijdingsmiddelen dat wij nu nog ter beschikking hebben is een goede bestrijding van de meest voorkomende bewaarschimmels mogelijk. Als antiresistentie strategie en om dominantieverschuiving te voorkomen wordt aangeraden de verschillende specifieke fungicidenfamilies af te wisselen met enkele breedwerkende fungiciden zoals Euparen M, TMTD en captan. Het bestrijdingsschema tegen vruchtrot is gebaseerd op het vruchtrotschimmelspectrum, de antiresistentie strategie, de wachttijd van de verschillende fungiciden en de selectiviteit voor de roofmijten bij een geïntegreerde gewasbescherming in de appelteelt. Er worden bepaalde spuitschema s gevolgd waarbij er een zestal weken voor de pluk een eerste behandeling gebeurd, na 4 weken een tweede en de laatste twee weken voor de pluk is er nog een laatste behandeling. Bij deze chemische bestrijding van bewaarziekten is ook het residuprobleem aanwezig. Fruit bewaren zonder residu is echter niet mogelijk, dit residu moet rot voorkomen tijdens de bewaring. Belangrijk is om de residutoleranties niet te overschrijden en zich te houden aan de wettelijke wachttijden voor de oogst. Men mag er ook niet van uitgaan dat bij een langere bewaring een deel van het residu zal afbreken want dit is meestal niet of in heel beperkte mate het geval. Watersortering: deze sorteertechniek wordt steeds vaker toegepast en zorgt er zeker voor dat de vruchten minder beschadigd worden. Een groot gevaar bij deze techniek is dat de schimmelsporen zicht zeer snel kunnen verspreiden over alle vruchten. Ook aan de paloxen kan er veel grond met sporen hangen die zich in de waterdumper makkelijk kunnen verspreiden. 5.3 Meeldauw of Witziekte Ook witziekte wordt veroorzaakt door een schimmel, er is zowel een geslachtelijke als een ongeslachtelijke vorm. Het is het mycelium evenals de ongeslachtelijke zomervruchtvorm die uitwendig op de zieke plantendelen gedurende het groeiseizoen herhaaldelijk conidiosporen afsnoerd, die de meeldauw in stand houdt en verspreidt. De meeldauwziekte vindt men hoofdzakelijk op appel maar ook peer kan hierdoor aangetast worden. Naar bestrijding toe zijn spuitzwavel en een aantal synthetische fungiciden voldoende om deze ziekte onder controle te houden. De overwintering gebeurt als myceliumdraden tussen botschubben, meestal in de eindbot van jonge twijgen, als witziekte op het einde van het jaar in het eindbot zit is er niets meer tegen te doen. Reeds vroeg in het voorjaar is er dadelijk een primaire infectie die moeilijk te bestrijden is, de geïnfecteerde twijgen wegknippen is dan de beste oplossing. De overwinterende myceliumdraden vormen in het voorjaar conidiosporen. Het geheel van de ziektehaard komt voor als een wit bepoederde massa. Zieke weefsels misvormen, verkleuren, verdrogen of verkurken. 16

18 witziekte op bladeren Voor de bestrijding is het belangrijk om de zieke twijgtoppen tijdens de winter en in het voorjaar op te ruimen, bij de chemische bestrijding is de preventieve bestrijdingsmethode de meest gebruikte. De besproeiing start vanaf mei en loopt door tot aan het sluiten van de eindknop van eenjarige twijgen (eind juli). Voor de chemische bestrijding blijft er maar één product meer over en daardoor is er resistentiegevaar. Ook kan men gebruik maken van een curatieve bestrijdingsmethode die volledig gebaseerd is op een waarschuwingssysteem. Naast de chemische middelen is er ook de meer biologische bestrijding met zwavel. Het gebruik van zwavel heeft wel het gevaar voor verbranding door inwerking van de zon na het spuiten. Witziekte vormt in de meeste gevallen geen grote problemen en kan goed bestreden worden, soms kan men de bespuitingen voor witziekte en schurft samen uitvoeren. 17

19 6.Kwaliteit 6.1 Algemeen Veel van de geproduceerde appel en peer in onze streken wordt gebruikt om een tijd te bewaren, we beschikken over voldoende kennis en apparatuur om een goede en lange bewaring mogelijk te maken maar toch zijn er ieder jaar vruchten die met een slechte kwaliteit uit de bewaring komen. Belangrijk is dat alleen vruchten met een goede kwaliteit gebruikt worden voor een lange bewaring, door bewaring zal een vrucht nooit in kwaliteit toenemen maar altijd afnemen. Vruchten met een goede kwaliteit in de koelcel brengen wil zeggen dat ze op het juiste moment geplukt moeten worden, ze mogen nog niet te rijp zijn want dan zijn ze niet geschikt voor een lange bewaring en kunnen ze ook andere vruchten nadelig beïnvloeden. Vruchten die niet voldoende gerijpt hebben zijn niet geschikt voor bewaring omdat ze achteraf niet voldoende verder rijpen en niet de gewenste kwaliteit halen. Wanneer verschillende partijen fruit in éénzelfde koelcel bewaard worden is het belangrijk om een zo homogeen mogelijk product samen te voegen, dit is zeker belangrijk bij rassen zoals Jonagold en Elstar. Om een zo egaal mogelijk product te bekomen worden deze rassen dan ook in meer dan één keer geplukt om zo vruchten samen te voegen die even rijp zijn. Te rijpe vruchten produceren veel ethyleen en deze ethyleen die vrijkomt in de koelcel heeft een negatief effect op de andere vruchten. Om fruit langdurig te bewaren zijn de belangrijkste parameters temperatuur, vochtigheid en de luchtsamenstelling. Deze parameters zijn verschillend bij appel en peer en ook afhankelijk van ras en soort bewaring. In onderstaande tabel worden voor enkele appel en peer rassen de bewaarcondities gegeven. Appelen Koelbewaring Geventil. CA CA ULO Golden 0,5 C 0,5 C 0,5 C 0,5 C Gala 3,5-4,5 % CO % CO 2 2-2,5 % CO 2 16,5-17,5 % O % O 2 1 C 1-2 % CO % O 2 Elstar Idared 1 C 1 C 2-3 % CO % O 2 Jonagold 0,8 C 0,8 C 0,8 C Jonagored 3,5-4,5 % CO % CO 2 Pinova 16,5-17,5 % O % O 2 Boskoop 3-3,5 C 3-3,5 C <1 % CO % O % O 2 1 C <1 % CO 2 2-2,5 % O 2 0,8 C 2,5 % CO 2 1 % O 2 3-3,5 C <0,8 % CO 2 2-2,5 % O 2 Peren Koelbewaring Gevent. CA CA ULO Conference -1/-0,5 C -0,5 C <0,7 % CO 2 2,5-3 % O 2 Doyenné -0,5/0 C 0 C <0,7 % CO 2 2-2,5 % O 2 18

20 Bij de huidige bewaring van fruit is het gebruik van de ULO cel zeer populair, toch is het bewaren van fruit een zeer nauwkeurige bezigheid en zijn er een aantal punten waarmee rekening moet worden gehouden. Bij Conference ligt de nadruk bij de inzet op het vermijden van hol en bruin en op de beperking van vochtverlies. De belangrijkste maatregel om hol en bruin te vermijden is zorgen voor voldoende luchtverversing bij het inkoelen omdat de vruchten dan veel zuurstof nodig hebben. Ook de plukdatum is van belang: een rijpere peer is gevoeliger voor bruin en hol en een te rijpe peer is ook niet geschikt voor een ULO bewaring. Het vochtverlies kan beperkt worden door snel en met voldoende koelcapaciteit in te koelen. Het belangrijkste bij het inzetten van de peren in de koelcel is goed inkoelen en niet te snel afbranden (de zuurstof verwijderen). Nog enkele belangrijke punten om dit te bekomen zijn de volgende: - vruchten goed voorkoelen - onmiddellijk inkoelen, zeker als de peren bestemd zijn voor lange bewaring in ULO - een wachtperiode van 3 tot 4 weken tussen inkoeling en afbranding is gewenst, dit voorkomt veel hol en bruin. Tijdens deze wachtperiode mag het CO 2 gehalte 0.7 % bedragen en het zuurstofgehalte 20%. - Goed ventileren tijdens het inkoelen - Afbranding mag tot 10% zuurstof maar de rest gebeurt best door natuurlijke ademhaling - Gedurende het bewaren na de wachtperiode zijn de condities best: 2.5-3% zuurstof, CO 2 < 0.7% en de temperatuur op -0.5 C Bij Jonagold ligt de nadruk bij de inzet op het vermijden van scald, verlies aan hardheid en vettigheid van de vruchten. Door een snelle inkoeling wordt vermeden dat de vruchten verder rijpen zodat ook de vettigheid beperkt blijft. Bij Jonagold is het belangrijkste snel inkoelen en snel afbranden, enkele belangrijke aandachtspunten zijn de volgende: - Onmiddellijk inkoelen en dadelijk starten met de zuurstofverlaging, hier mag er tot 4% afgebrand worden en de rest door natuurlijke ademhaling laten gebeuren - Alleen Jonagold van eerste en tweede pluk wordt gebruikt voor lange bewaring - Ook te rijpe vruchten worden niet gebruikt voor een ULO bewaring, de beste condities hier zijn: zuurstof op 1%, temperatuur C en CO 2 op 2.5%. Algemeen genomen is Jonagold goed te bewaren onder CA en ook door ULO, als de vruchten onder goede omstandigheden de koelcel ingaan, blijft de hardheid en het suikergehalte behouden. Na juni kan er wel vruchtvleesbederf optreden bij een te hoog koolzuur gehalte. Bij de appelrassen (vooral bij Jonagold en Elstar) wordt er gestreefd naar een laag zuurstof gehalte (minder dan 1%), maar een lager zuurstofgehalte is ook veel moeilijker in stand te houden en stelt hogere eisen aan de koelcel. Wanneer een fruitteler zowel peren als appelen zelf gaat bewaren en daarbij nog eens verschillende rassen heeft kan dit voor problemen zorgen. Peren gaan hun laagste zuurstofgehalte pas bereiken tegen oktober en omdat de scrubber zowel gebruikt wordt voor de appelen als voor de peren zal het moeilijker zijn om de appelen vroeg op een laag zuurstofgehalte te krijgen doordat er steeds lucht van de peren cel in de scrubber terechtkomt. Deze lucht die nog een hogere zuurstofconcentratie bezit kan ook in de appelcel terechtkomen via de scrubber, dit kan vermeden worden door een goed gebruik van de scrubber maar vraagt toch de nodige aandacht. Steeds meer en meer wordt er gebruik gemaakt van middelen om de zuurstofconcentratie in de cel te doen dalen, de voornaamste middelen zijn kalk en stikstof, ook herbruik van zuurstofarme lucht uit andere cellen wordt soms gebruikt om een cel met versere vruchten op de juiste condities te brengen. Ook een bufferlong met stikstof die moet beletten dat er verse lucht in de cel komt wordt gebruikt. Deze middelen worden gebruikt om de 19

Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015

Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015 1 Snoeien doet groeien Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015 Botanische termen De STAM is de hoofdstengel van een boom. Een SCHEUT (of LOOT) is een

Nadere informatie

Snoei altijd op stompen van circa 3-5 cm. Bij Jonagold moet dit langer zijn; hier mag het gerust 10 cm zijn.

Snoei altijd op stompen van circa 3-5 cm. Bij Jonagold moet dit langer zijn; hier mag het gerust 10 cm zijn. Snoei appels Enige tijd geleden hebben we al kort een bericht gemaakt over de snoei van appels. Hierbij is het belang aangegeven van een tijdige rond om de grote knippen te zetten. Probeer dit in de maand

Nadere informatie

Snoei van Appel en Peer

Snoei van Appel en Peer VELT Dijlevallei Roger Verlinden 15/02/2011 Roger.Verlinden2@telenet.be Snoei van Appel en Peer 1. Wat is snoeien Snoeien is het wegnemen of vervormen van plantendelen. 2. Waarom snoeien Zieke, verkeerd

Nadere informatie

Snoeien van (fruit)bomen. De basisbeginselen

Snoeien van (fruit)bomen. De basisbeginselen Snoeien van (fruit)bomen De basisbeginselen Zaterdag 23 februari 2008 ZWN, februari 2008 Els en Bert Vrenegoor, Evert van Huijssteeden 2 1. De onderdelen van de fruitboom Een normale fruitboom bestaat

Nadere informatie

Op YouTube zijn een aantal goede instructie video s beschikbaar:

Op YouTube zijn een aantal goede instructie video s beschikbaar: Fruitsoort Wanneer snoeien? Abrikoos Appel Kers Peer Perzik Pruim Vóór half september, direct na de pluk en/of direct na de bloei Jonge bomen: januari t/m eind maart. Oude bomen: juli t/m eind augustus

Nadere informatie

Geconditioneerde bewaring in de tuinbouw. Ann Schenk

Geconditioneerde bewaring in de tuinbouw. Ann Schenk Geconditioneerde bewaring in de tuinbouw Ann Schenk Overzicht Achtergrond Koeling ULO-bewaring DCA: dynamisch gecontroleerde atmosfeer Smartfresh Achtergrond Vrucht na de oogst doet aan ademhaling C 6

Nadere informatie

Snoei van Steenfruit

Snoei van Steenfruit VELT Dijlevallei Roger Verlinden 22/05/2012 Roger.Verlinden2@telenet.be Snoei van Steenfruit 1. Wat is snoeien Snoeien is het wegnemen of vervormen van plantendelen. 2. Waarom snoeien zieke, verkeerd ingeplante,

Nadere informatie

Snoei Conference Fruitconsult

Snoei Conference Fruitconsult Snoei Conference Extra aandachtspunten 2017 Op veel percelen is vanuit een wat magerder bloei in 2017, erg veel hout ontstaan voor 2017. Vooral bij V-hagen Conference zal er dit jaar veel aandacht moeten

Nadere informatie

Bio Fruit Advies. Marc Trapman Dorpsstraat 32 4111 KT Zoelmond

Bio Fruit Advies. Marc Trapman Dorpsstraat 32 4111 KT Zoelmond Bio Fruit Advies Marc Trapman Dorpsstraat 32 4111 KT Zoelmond Geleide schurftbestrijding met RIMpro in geïntegreerde of biologische appel- en perenteelt Marc Trapman 29 februari 2004 Tel: +31 (0)345 502627

Nadere informatie

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr. 140982

Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer. IWT-project nr. 140982 Beheersing van Didymella bryoniae (Mycosphaerella) in de teelt van komkommer IWT-project nr. 140982 1 Overzicht project 2 Werkpakket 1 1/ Optimalisatie protocol voor airsampling Op zoek naar selectief

Nadere informatie

Kwaliteit beïnvloed door bewaring en transport

Kwaliteit beïnvloed door bewaring en transport Kwaliteit beïnvloed door bewaring en transport Vormingsactiviteit LEADER-project 8 oktober 2014 Knesselare Kennisplatform Plantenfysiologie Annelies Christiaens Deel 1: Fysiologische achtergrond bij bewaring/transport

Nadere informatie

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO oetermeer Presentatie Afsterven steenfruitbomen Klantendag Stonefruitconsult Echteld Donderdag 7 maart Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO Boomuitval Grotere verliezen aan bomen binnen steenfruit

Nadere informatie

vormen Bomen IN ONZE SERIE BOMEN VORMEN ZULLEN WE NU DE VERZORGING VAN PRUIMEBOMEN BEHANDELEN. Opkweek van vrijstaande bomen

vormen Bomen IN ONZE SERIE BOMEN VORMEN ZULLEN WE NU DE VERZORGING VAN PRUIMEBOMEN BEHANDELEN. Opkweek van vrijstaande bomen Bomen vormen IN ONZE SERIE BOMEN VORMEN ZULLEN WE NU DE VERZORGING VAN PRUIMEBOMEN BEHANDELEN. Erg oude, wat verwilderde pruimenboom Vrijstaande pruimenbomen kunnen tot behoorlijke bomen uitgroeien, ze

Nadere informatie

Cursus Achterstallig Onderhoud Hoogstamfruit

Cursus Achterstallig Onderhoud Hoogstamfruit Hoogstamfruit 1 Indeling theorie Beoordeling hoogstamboomgaard Uitgangspunten bij Achterstallig onderhoud Fasering achterstallig onderhoud Snoeiafhankelijke factoren Techniek en veiligheid 2 Beoordeling

Nadere informatie

DE ZES SNOEIVORMEN VOOR BOMEN EN HEESTERS

DE ZES SNOEIVORMEN VOOR BOMEN EN HEESTERS DE ZES SNOEIVORMEN VOOR BOMEN EN HEESTERS De zes snoeivormen voor bomen en heesters www.tuinvriend.nl Auteur: Jan de With Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar

Nadere informatie

INFORMATIE & BEGRIPPEN

INFORMATIE & BEGRIPPEN INFORMATIE & BEGRIPPEN 1. Automatisatie & programmatie 3 2. Centralebouw 3 3. Isolatie 3 4. Meet- en registratie-instrumenten 4 5. Snelkoelingen en vriestunnels 4 6. Software 4 7. Studiedienst 5 8. U.L.O.

Nadere informatie

Globaryll 100 Ieder jaar sterkere bloembotten en dikkere appels en peren

Globaryll 100 Ieder jaar sterkere bloembotten en dikkere appels en peren Globaryll 100 Ieder jaar sterkere bloembotten en dikkere appels en peren Samenstelling Globaryll 100 SL-Formulering Verpakking: 1 liter Actieve stof: 100 g/l 6-benzyladenine Gebruik Globaryll 100 Globaryll

Nadere informatie

Voorbereidingen voor de pluk. Ann Schenk

Voorbereidingen voor de pluk. Ann Schenk Voorbereidingen voor de Ann Schenk Inhoud VOORBEREIDINGEN PLUK VOORBEREIDINGEN VOOR DE PLUK VOORBEREIDINGEN VOOR DE PLUK VOORBEREIDINGEN VOOR DE PLUK Hoe omgaan met de landelijke data-adviezen?... 4 Bepaling

Nadere informatie

1. Voordelen van DCA bewaring 2. Werkingsprincipe werking van DCA systemen 3. Hoe functioneert DCS Automatisch 4. Samenvatting DCS Automatisch

1. Voordelen van DCA bewaring 2. Werkingsprincipe werking van DCA systemen 3. Hoe functioneert DCS Automatisch 4. Samenvatting DCS Automatisch DCS Automatisch DCS Automatisch voor de beste fruitkwaliteit Wat is DCS Automatisch? (Dynamic Control Systeem) DCS Automatisch is een systeem om appels veilig te kunnen bewaren op het laagste O 2 niveau

Nadere informatie

2. Gebruik ULO voor bewaring pioenroos

2. Gebruik ULO voor bewaring pioenroos 2. Gebruik ULO voor bewaring pioenroos Thema: Gebruikswaarde-onderzoek 2.1. Doel van de proef In augustus 2007 verscheen in het Vakblad voor de Bloemisterij een artikel waarin werd gemeld dat het via ULO-bewaring

Nadere informatie

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld 31-10-2014, Arie de Gelder Opmerkingen vooraf De genoemde punten staan open voor discussie Er is geen prioriteit in de volgorde Als

Nadere informatie

Snoeien van Klein fruit.

Snoeien van Klein fruit. Snoeien van Klein fruit. Waarom snoeien Om licht en lucht in de struik te houden. Dit voorkomt schimmelziekten en versnelt de rijping Om oud en aangetast hout weg te halen. Daardoor heb je minder last

Nadere informatie

Thee- en soortgelijke hybriden

Thee- en soortgelijke hybriden Thee- en soortgelijke hybriden Theehybriden en andere grootbloemige rozen worden zo gesnoeid, dat er sterke basisscheuten, een komvormige plant met een open centrum worden gevormd. Theehybriden bloeien

Nadere informatie

Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO

Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO Verslag Doormeting Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO Auteur: Bert Verlinden 1 Situering Bij de algemeen toegepast ULO-bewaring van hardfruit wordt het fruit eerst gekoeld tot

Nadere informatie

Snoeien. Snoeien van hagen: worden meestal gesnoeid in mei en augustus - september Bodembedekkers: alle 2 jaren bij snoeien tot op 5 cm.

Snoeien. Snoeien van hagen: worden meestal gesnoeid in mei en augustus - september Bodembedekkers: alle 2 jaren bij snoeien tot op 5 cm. Snoeien Dode en zieke takken zullen bij alle heesters weggesnoeid worden; lucht en licht moeten in de gesteltakken kunnen doordringen. Uitzondering voor de heesters die een schaduw of halfschaduwplaats

Nadere informatie

Visie kleinfruit Actie is Reactie Door: Hans Puijk 15 februari 2017

Visie kleinfruit Actie is Reactie Door: Hans Puijk 15 februari 2017 Inhoud Visie kleinfruit Actie is Reactie Door: Hans Puijk 15 februari 2017 Framboos Zomerteeltvan Kwanza Opkweek herfstframbozen Rodebes Teelt van Rode bes Rovada en de bewaring daarvan, wat doe ik eigenlijk?

Nadere informatie

Preventie van bewaarziekten met. Nico Harteveld Manager Outdoor crops

Preventie van bewaarziekten met. Nico Harteveld Manager Outdoor crops Preventie van bewaarziekten met Nico Harteveld Manager Outdoor crops tegen bewaarziekten Het 1 e Biotechnologische fungicide tegen bewaarziekten in fruit 2012 registratie in appel Peer volgt in 2013 3

Nadere informatie

ALGEMEEN BEMESTEN WATER GEVEN

ALGEMEEN BEMESTEN WATER GEVEN ALGEMEEN Alleen werken aan gezonde bomen. Als de boom niet gezond is, dan beschermen tegen de zon. Gun hem de brood nodige rust. Bedenk te allen tijde dat in principe alleen dat wordt gedaan dat goed is

Nadere informatie

Elk deel van de puzzel moet kloppen. Wat verbruikt een volwassen aanplant?? Ontwikkelingen in de teelt. Wat is beschikbaar voor de boom?

Elk deel van de puzzel moet kloppen. Wat verbruikt een volwassen aanplant?? Ontwikkelingen in de teelt. Wat is beschikbaar voor de boom? Ontwikkelingen in de teelt Programma - Voeding - bestuiving - boomopbouw Rene Albers, Fruitconsult Elk deel van de puzzel moet kloppen Gewasbescherming Bestuiving Wat verbruikt een volwassen aanplant??

Nadere informatie

Afspuitschema 2017 Eind augustus start de pluk van de bewaarrassen, tijd om je planning te maken.

Afspuitschema 2017 Eind augustus start de pluk van de bewaarrassen, tijd om je planning te maken. Afspuitschema 2017 Eind augustus start de pluk van de bewaarrassen, tijd om je planning te maken. Wijzigingen Ten opzichte van vorig jaar zijn er geen wijzigingen. Belangrijkste wijzigingen van afgelopen

Nadere informatie

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012)

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012) Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012) V. César (CRA-W) Samenvatting Sinds 1999 onderzoekt het CRA in Libramont de kenmerken van de verschillende stammen van de aardappelziekte

Nadere informatie

Mycosphaerella. 2 e teelt Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Sint-Katelijne-Waver

Mycosphaerella. 2 e teelt Proefstation voor de Groenteteelt v.z.w. Sint-Katelijne-Waver Mycosphaerella 2 e teelt 2014 Dit onderzoek is gerealiseerd i.s.m. Lava, ADLO, GMO & KBC Proefopzet : Hogedraadteelt Opkweekmethode Ras Plantafstand Substraat steenwolpot 10 cm Kurios 2,4 planten/m² Steenwol

Nadere informatie

1.1 Wat bepaalt de bladhoeveelheid aan een tomatenplant.

1.1 Wat bepaalt de bladhoeveelheid aan een tomatenplant. 1.1 Wat bepaalt de bladhoeveelheid aan een tomatenplant. Niets zo moeilijk als de hoeveelheid blad aan een tomatenplant omschrijven. Het gaat ook niet altijd om de bladhoeveelheid, maar ook over de afstand

Nadere informatie

Snoei puberbomen. Otto Vloedgraven Snoeicursus puberhoogstambomen

Snoei puberbomen. Otto Vloedgraven Snoeicursus puberhoogstambomen Snoei puberbomen 1 Oude Bellefleur met bolvorm en 4 hoogtelijnen en veel zij-etages en 1 e etagesteltakken 2 Belangrijk bij puberbomen Groei erin blijven houden Zorgen dat de hoogtelijnen zich goed ontwikkelen

Nadere informatie

Fruit snoeien. Johan Schuppert. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Fruit snoeien. Johan Schuppert. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Johan Schuppert Laatst gewijzigd 11 November 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/49395 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt

Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt Hergebruik van recirculatiewater in de aardbei stellingteelt Bij de teelt van aardbeien op stellingen is het mogelijk om water en mineralen optimaler te gebruiken. Van de bemesting (stikstof en fosfaat)

Nadere informatie

Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt

Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt Pit en steenfruit -project Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt J. Vercammen en A. Gomand Project: Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt. Doelstelling: Nagaan of verschillende Mycorrhiza-preparaten

Nadere informatie

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok Penicillium in lelie Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit April 2010

Nadere informatie

algemeen Aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering van Conference www.smartfresh.com SMARTFRESH SM KWALITEITSSYSTEEM De teelt

algemeen Aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering van Conference www.smartfresh.com SMARTFRESH SM KWALITEITSSYSTEEM De teelt ARTFRESH Aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering van Conference Versie augustus 2011 Opgesteld met medewerking van FBR Wageningen, VCBT Leuven, Fruitconsult, Hermoo Belgium, NSure, pcfruit vzw en AgroFresh.

Nadere informatie

Groene Detailhandel. Een- en tweejarigen antwoorden 1. Een- en tweejarige tuinplanten Antwoorden

Groene Detailhandel. Een- en tweejarigen antwoorden 1. Een- en tweejarige tuinplanten Antwoorden Een- en tweejarige tuinplanten Antwoorden 1 Omschrijf met eigen woorden wat eenjarige planten zijn. Aan het einde van het seizoen vormen ze zaad en sterven af. Met andere woorden de meeste eenjarige kun

Nadere informatie

Vitamientje op zoek naar het Witte Goud

Vitamientje op zoek naar het Witte Goud Vitamientje op zoek naar het Witte Goud Het begin van de maand april is elk jaar weer een bijzonder moment We kunnen dan namelijk steeds meer van het mooie en zonnige weer genieten En met het stijgen van

Nadere informatie

DCA bewaring in de praktijk. Bewaring bij de laagst mogelijke zuurstofgehalte geeft de beste fruitkwaliteit (bron : FBR Wageningen)

DCA bewaring in de praktijk. Bewaring bij de laagst mogelijke zuurstofgehalte geeft de beste fruitkwaliteit (bron : FBR Wageningen) Bewaring bij de laagst mogelijke zuurstofgehalte geeft de beste fruitkwaliteit (bron : FBR Wageningen) DCA bewaring o.b.v. ethanol-meting - ethanol tester - DCS automatic - DCS Pro DCA bewaring stelt eisen

Nadere informatie

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Valse meeldauw in zonnebloemen Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm Probleem in zonnebloemen Valse meeldauw (Plasmopara halstedii) > oomyceet In Nederland,

Nadere informatie

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Gewassen en hun afwijkingen 9 1.1 Kennismaking met de plant 10 1.2 Afwijkingen in de teelt 17 1.3 Afsluiting 24 2 Afwijkingen voorkomen en bestrijdingsmethoden 25 2.1 Niet-parasitaire

Nadere informatie

Ventielventilatie. Beschrijving

Ventielventilatie. Beschrijving Ventielventilatie Beschrijving Ventielventilatie is enigszins te vergelijken met klepventilatie maar het biedt t.o.v. klepventilatie enkele voordelen: de inkomende lucht wordt door de turbulentie beter

Nadere informatie

Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte. met de medewerking van

Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte. met de medewerking van Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte met de medewerking van De aardappelziekte De aardappelziekte wordt veroorzaakt door Phytophthora infestans, een schimmelachtig organisme.

Nadere informatie

Snoeien fruit. Workshop 23 januari 2019 ATV Utrecht Zuid

Snoeien fruit. Workshop 23 januari 2019 ATV Utrecht Zuid Snoeien fruit Workshop 23 januari 2019 ATV Utrecht Zuid Waarom snoeien? onderhoud of vorm jong beginnen kroon vormen beschadigingen voorkomen ziekten afmeting te groot, hinder omgeving verjongen vorming

Nadere informatie

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit 1) Geïntegreerde gewasbescherming 2014 2) Selectieve gewasbescherming d.m.v. foggen 3) Mogelijkheden biologische bestrijding 4) Waarschuwings- en adviessystemen

Nadere informatie

SNOEIEN (LAAN) BOMEN

SNOEIEN (LAAN) BOMEN SNOEIEN (LAAN) BOMEN Snoeien van bomen Ideale boomvorm Een solitaire boom in de vrije ruimte behoeft géén snoei Begrippen binnen begeleiding snoei Scheut een nog niet verhouten stengel die max. 1 groeiseizoen

Nadere informatie

Praktijkmededelii. Houdbaarheid van tulpebloemen op water. Praktijkmededelingnr. 20,sept. '66. Ir. G. Hekstra

Praktijkmededelii. Houdbaarheid van tulpebloemen op water. Praktijkmededelingnr. 20,sept. '66. Ir. G. Hekstra STICHTING LABORATORIUM VOOR BLOEMBOLLENONDERZOEK *V9IBUS ÖO Praktijkmededelii Houdbaarheid van tulpebloemen op water Ir. G. Hekstra Praktijkmededelingnr. 20,sept. '66 HOUDBAARHEID VAN TULPEBLOEMEN OP WATER

Nadere informatie

Snoei Conference Fruitconsult

Snoei Conference Fruitconsult Snoei Conference, aandachtspunten 2018 Onderstaand staan de belangrijkste aandachtspunten rond de snoei weer gegeven. In hoofdlijnen vervolgen we de lijn van de laatste jaren. Deze staan in de typh Snoei

Nadere informatie

Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Pseudomonas. Bacterieziekten. Klein en steenfruit

Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Bacterieziekten. Pseudomonas. Bacterieziekten. Klein en steenfruit Klein en steenfruit Diverse soorten in groot- en kleinfruit: Rob Derikx Boekel, 17 februari 2016 Xanthomonas (o.a. aardbeien, kersen, pruimen) Erwinia (o.a. peren, ook wel bacterievuur genoemd) (o.a. kersen,

Nadere informatie

24 September 2013 FRUITTEELTBERICHT NO. 92

24 September 2013 FRUITTEELTBERICHT NO. 92 Centrale Adviesdienst Fruitteelt BV Zandweistraat 20 4181 CG WAARDENBURG T : (0418) 655 927 F : (0418) 655 941 E : info@caf.nl I : www.caf.nl Beschermt teelt en telers... 24 September 2013 FRUITTEELTBERICHT

Nadere informatie

1. Voorkomen 2. Signaleren 3. Ketenbescherming

1. Voorkomen 2. Signaleren 3. Ketenbescherming Inwendige vruchtkwaliteit paprika Plan van aanpak Voorlopige resultaten fase 2 15 mei 2013, Frank van der Helm (WUR), Jantineke Hofland-Zijlstra (WUR), Jeroen Zwinkels (DLV-plant), Jaap Bijdevaate (DLV

Nadere informatie

SNOEI INSTRUCTIE 2016 SNOEIEN VAN VOORAL DE HOUTIGE GEWASSEN HALFHEESTERS STRUIKEN/ HEESTERS BOMEN CONIFEREN ROZEN

SNOEI INSTRUCTIE 2016 SNOEIEN VAN VOORAL DE HOUTIGE GEWASSEN HALFHEESTERS STRUIKEN/ HEESTERS BOMEN CONIFEREN ROZEN 1 SNOEIEN VAN VOORAL DE HOUTIGE GEWASSEN HALFHEESTERS STRUIKEN/ HEESTERS BOMEN CONIFEREN ROZEN 2 Wat zijn knoppen? 3 KNOPPEN Bladknoppen Bloemknoppen Gemengde knoppen 4 KNOPPEN Bladknoppen Bloemknoppen

Nadere informatie

Vragen. Groeien en bloeien

Vragen. Groeien en bloeien Groeien en bloeien Kamerplanten staan langer in de huiskamer dan een boeket of bloemstuk. Een plant heeft bepaalde zaken nodig om goed te kunnen groeien en bloeien. Om een goed advies te kunnen geven moet

Nadere informatie

Aanbevelingen voor een Goede Landbouwpraktijk voor de naoogstbehandelingen van witloofwortels

Aanbevelingen voor een Goede Landbouwpraktijk voor de naoogstbehandelingen van witloofwortels December 2011 Aanbevelingen voor een Goede Landbouwpraktijk voor de naoogstbehandelingen van witloofwortels Inleiding Jaarlijks worden er 4500 ha witloofwortels geteeld in België. Per ha wordt ongeveer

Nadere informatie

Projectrapport, Oktober Witte waas op appel: onderzoek naar stimulerende factoren

Projectrapport, Oktober Witte waas op appel: onderzoek naar stimulerende factoren Projectrapport, Oktober 2008 Witte waas op appel: onderzoek naar stimulerende factoren Een coöperatie van PT en SymBio Inleiding en doelstelling Uit een enquête van begin 2008 blijkt, dat 60% van de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting 107 Achtergrond van het onderzoek Plaaginsekten kunnen in (fruit)boomgaarden veel schade veroorzaken. Vaak wordt het optreden van plaaginsekten in boomgaarden tegengegaan door

Nadere informatie

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden

Vruchtkwaliteit. Meer is zeker niet altijd beter!!! Stikstofbemesting. Bemesting bij appel en peer. Er zijn zeer grote jaarsinvloeden 6 Bemesting bij appel en peer Vruchtkwaliteit Ann Gomand 18 januari 19 Meer is zeker niet altijd beter!!! Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B 38 Sint Truiden 3 ()11 69 7 8 pcfruit@pcfruit.be

Nadere informatie

Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt

Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt Pit en steenfruit -project Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt Jef Vercammen & Ann Gomand Project: Bodemmoeheid bij appel in de bio-teelt. Doelstelling: Nagaan of verschillende mycorrhiza-preparaten

Nadere informatie

AUTEUR TECHNISCH DEPARTEMENT

AUTEUR TECHNISCH DEPARTEMENT 1/7 BESCHRIJVING: Watergedragen polyurethaan vrij van broeikasgassen Het product TECNOFOAM G-2040 is een twee componenten systeem (polyol en isocyanaat).bij de verwerking ontstaat er een schuim met een

Nadere informatie

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN Lezing door Barend Löbker VORTUS bv Programma: Klimaat Praktijkervaringen nieuwe telen Vragen/discussie Introductie Vortus BV: 2007 25 jaar geleden door Simon Voogt opgericht

Nadere informatie

Vocht, schimmels & gezondheid

Vocht, schimmels & gezondheid Vocht, schimmels & gezondheid Ongeveer 15 procent van de woningen in Nederland is vochtig. Te veel vocht vermindert de kwaliteit van de binnenlucht. Dit kan luchtweg- en andere gezondheidsklachten bij

Nadere informatie

hagelschade (geen open) sorteerschade ( > dan 24 uur na sortering) Perenbladvlo 5% vd vruchten met een max opp. van 0,5 cm2

hagelschade (geen open) sorteerschade ( > dan 24 uur na sortering) Perenbladvlo 5% vd vruchten met een max opp. van 0,5 cm2 Conference versie: 27-10-11 Klasse 1.1 Grond Kleur (zie foto's) Grondkleur afwijking Bronskleur is geen keurcriterium kleur 1 5 % kleur 2 hol en vuchtvlees bruin open beschadigin gen - Rot/ stek - Scald

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen? Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen Deze kaart gaat over micro-organismen. Microorganismen zitten in voedsel. Als je voedsel bereidt is het belangrijk om te weten wat micro-organismen

Nadere informatie

HANDLEIDING BEHANDELING MET LAGE ZUURSTOF (ANOXIE) VAN KLEINE VOORWERPEN

HANDLEIDING BEHANDELING MET LAGE ZUURSTOF (ANOXIE) VAN KLEINE VOORWERPEN HANDLEIDING BEHANDELING MET LAGE ZUURSTOF (ANOXIE) VAN KLEINE VOORWERPEN bron: Agnes BROKERHOF, senior consultant bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed Nederland BENODIGDHEDEN -specifieke plasticfolie die

Nadere informatie

Instructie Ventilatie

Instructie Ventilatie Instructie Ventilatie Type woning Bij de bouw van een woning wordt er rekening mee gehouden dat de woning geventileerd kan worden. Hierin is onderscheid te maken in 3 type woningen; woningen met luchtkanalen,

Nadere informatie

Resultaten Botrytis onderzoek Bart Heijne

Resultaten Botrytis onderzoek Bart Heijne Resultaten Botrytis onderzoek 2013 Bart Heijne Opzet van deze lezing vorig jaar begonnen resultaten 2013 weer bloei voor oogst vergelijk met 2012 conclusies: tijdstip effectiviteit Opzet proeven 2013 tijdstip

Nadere informatie

Hygiëne en productcontaminatie - risicobeoordeling Bedrijfsgegevens Naam bedrijf: Naam zaakvoerder:

Hygiëne en productcontaminatie - risicobeoordeling Bedrijfsgegevens Naam bedrijf: Naam zaakvoerder: Hygiëne en productcontaminatie - risicobeoordeling Bedrijfsgegevens Naam bedrijf: Naam zaakvoerder: CP: AF 3.2.1, FV 4.1.1, 5.1.1 & 5.5.1 Datum: De risicobeoordeling betreft de primaire productie van plantaardige

Nadere informatie

Nieuwe bewaarsystemen voor betere kwaliteit.

Nieuwe bewaarsystemen voor betere kwaliteit. Nieuwe bewaarsystemen voor betere kwaliteit. Kennisdag 20 november 2015, Wageningen. Alex van Schaik, M. Montsma, F. van de Geijn en J. Verschoor, Wageningen UR Inhoud Kwaliteitseisen Werking nieuwe bewaarsystemen

Nadere informatie

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine Nieuwsbrief nr.1 maart 2015 Technieken en wetgeving veranderen continu. Middels de nieuwsbrief gaan we proberen u een aantal keer per jaar op de hoogte te houden van de actualiteiten en nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin

For information only content must not be duplicated. Grasziekten. Lebrun Benjamin Grasziekten Lebrun Benjamin Grasziekten : introductie 1) Oorzaak grasziekten : Virussen Bacteriën Fungus 2) Ziekten veroorzaken een aantal problemen : Vermindering van de groei van de plant Vermindering

Nadere informatie

5 Borderonderhoud 70 BORDERONDERHOUD

5 Borderonderhoud 70 BORDERONDERHOUD 5 Borderonderhoud 5 Borderonderhoud 70 5.1 Algemeen onderhoud 71 5.2 Groeien en snoeien 74 5.3 Afzetten en dunnen 75 5.4 Overig onderhoud 76 5.5 Afsluiting 78 70 BORDERONDERHOUD Alle vormen van tuinonderhoud

Nadere informatie

Buxus ziekte. Bruin blad en zwarte takken in de buxus? Dan heeft de plant een schimmelziekte. Deze buxus ziekte verspreidt zich razendsnel.

Buxus ziekte. Bruin blad en zwarte takken in de buxus? Dan heeft de plant een schimmelziekte. Deze buxus ziekte verspreidt zich razendsnel. Buxus ziekte Bruin blad en zwarte takken in de buxus? Dan heeft de plant een schimmelziekte. Deze buxus ziekte verspreidt zich razendsnel. Lees verder Aandachtspunten Je hoeft een aangetaste buxus niet

Nadere informatie

Bloeikwaliteit bij azalea: 4 jaar onderzoek in een notendop

Bloeikwaliteit bij azalea: 4 jaar onderzoek in een notendop Bloeikwaliteit bij azalea: 4 jaar onderzoek in een notendop In september 2008 werd het IWT-landbouw project Bloeiregulatie en kwaliteit bij azalea: interactie tussen genetische, fysiologische en teeltgebonden

Nadere informatie

Hoe kunnen we de kwaliteit van onze houtchips verbeteren?

Hoe kunnen we de kwaliteit van onze houtchips verbeteren? Hoe kunnen we de kwaliteit van onze houtchips verbeteren? 1. Het chippen van het hout: Zorg dat het hout kan voordrogen, leg het hout enkele maanden op een stapel op een plek waar de wind er goed bij

Nadere informatie

s 98 c-b Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966. Z2J5.303I

s 98 c-b Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966. Z2J5.303I c-b Bibliotheek» PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Naaldwijk È. TE NAALDWIJK. 1 s 98 Proefstation Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966.

Nadere informatie

CO 2. Tekst: ing. Dick Havenaar. Niels Wesselink (links) en ing. Nico Doorn (rechts) van PS Koeltechniek & Klimaatbeheersing.

CO 2. Tekst: ing. Dick Havenaar. Niels Wesselink (links) en ing. Nico Doorn (rechts) van PS Koeltechniek & Klimaatbeheersing. Tekst: ing. Dick Havenaar Niels Wesselink (links) en ing. Nico Doorn (rechts) van PS Koeltechniek & Klimaatbeheersing. juni 2015 25 De compact samengebouwde CO 2 -installatie met op de achtergrond de gaskoeler.

Nadere informatie

Onderzoekers: Ing. Monic M. Tomassen, Dr. Wouter G. van Doorn; ATO, Wageningen UR. Subsidie verstrekt door Productschap Tuinbouw

Onderzoekers: Ing. Monic M. Tomassen, Dr. Wouter G. van Doorn; ATO, Wageningen UR. Subsidie verstrekt door Productschap Tuinbouw 1 Eindverslag Onderzoek aan breekstelen bij anjers. Onderzoekers: Ing. Monic M. Tomassen, Dr. Wouter G. van Doorn; ATO, Wageningen UR. Subsidie verstrekt door Productschap Tuinbouw Doel van het onderzoek

Nadere informatie

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei.

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei. Lentetips April Vroegbloeiende struiken kan u na de bloei snoeien. Vanaf april ziet onkruid vaak zijn kans. Onbeplante oppervlaktes zijn snel bedekt met ongewenst groen. Schoffelen is dus de boodschap!

Nadere informatie

Pioenennieuwsbrief: september

Pioenennieuwsbrief: september Pioenennieuwsbrief: september Beste pioenenkweker, In deze nieuwsbrief vindt u alle informatie die op dit moment relevant is voor de pioenenteelt. Wij vertrouwen erop dat deze informatie u helpt bij een

Nadere informatie

VERDERA B 4 (Gliocladium catenulatum J1446)

VERDERA B 4 (Gliocladium catenulatum J1446) TER BESTRIJDING VAN Verdera B 4 is een biofungicide dat sporen en mycelium van de antagonistische schimmel G. catenulatum bevat. Deze antagonist wordt door hommels verspreid (Flying Doctors System) om

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Groene tomaten rijp maken

Groene tomaten rijp maken Groene tomaten rijp maken Is het het einde van het seizoen en heb je nog wat onrijpe, groene tomaten aan je plant zitten? Hier zijn wat simpele suggesties om ze rijp te maken, waarbij je gebruik maakt

Nadere informatie

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam

Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel. Dwarse doorsnede van een boomstam Jurgen Vansteenkiste : Atlas Atheneum Gistel Dwarse doorsnede van een boomstam Spinthout (licht) en kernhout (donker) Spinthout is het niet-verkernde hout van een boom: het bevindt zich tussen het kernhout

Nadere informatie

Wat is een melanoom. Wat zijn pigmentcellen. Wie krijgt een melanoom

Wat is een melanoom. Wat zijn pigmentcellen. Wie krijgt een melanoom Melanoom Wat is een melanoom In de huid bevinden zich talrijke pigmentcellen (melanocyten). Wanneer deze pigmentcellen ongeremd gaan groeien en daardoor een agressief groeiende tumor ontstaat, spreekt

Nadere informatie

05 - Fruitconsult pluktijdstippenadvies september 2016

05 - Fruitconsult pluktijdstippenadvies september 2016 05 - Fruitconsult pluktijdstippenadvies 2016 5 september 2016 Op 5 september jl. is de rijping bepaald van Conference en Elstar uit diverse Nederlandse regio s (volgende week ook Noord-Holland). Fruitconsult

Nadere informatie

CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed

CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed Ademhaling, warmteproductie en CO 2 -schade Jeroen Wildschut, Casper Slootweg en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Basiscursus Compostering

Basiscursus Compostering Basiscursus Compostering Uw aangeboden door : OVAT Gegeven door Vincent de Wolff Wat gaan we vanavond doen? Wat is composteren Hoe verloopt het proces Wat wel, wat niet in de compost Waarom is compost

Nadere informatie

Bestrijding botrytis en meeldauw in tomaat (op substraat onder glas)

Bestrijding botrytis en meeldauw in tomaat (op substraat onder glas) Bestrijding botrytis en meeldauw in tomaat (op substraat onder glas) Botrytis Botrytis (Botrytis cinerea) is een schimmel die op vrijwel alle gewassen voorkomt. Op de plant vormt schimmellesies (grijsbruine

Nadere informatie

verwerking : wat is een bos?

verwerking : wat is een bos? verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke

Nadere informatie

Elstar altijd raak Conference, zo zoet zo goed Jan Peeters, Fruitconsult

Elstar altijd raak Conference, zo zoet zo goed Jan Peeters, Fruitconsult 27 oktober 2016 Elstar altijd raak Conference, zo zoet zo goed Jan Peeters, Fruitconsult 1 Voorjaar 2011 2 In volgorde van waarde: 1: Frisse uitstraling 2: Fantastische Smaak 3: Brede selectie 4: Goed

Nadere informatie

Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas. Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse

Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas. Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse Ons energiegebruik (warmte) Redenen om warmte in de kas te brengen 1. Setpoint verwarmen handhaven 2. Gewas

Nadere informatie

Uitgevoerd op 11 en 12 oktober 2006 door Jolmer de Vries en Wiebe Nauta

Uitgevoerd op 11 en 12 oktober 2006 door Jolmer de Vries en Wiebe Nauta Verslag proefje Koolzuurijs Netwerk Vers en Veilig Uitgevoerd op 11 en 12 oktober 2006 door Jolmer de Vries en Wiebe Nauta Doel/Achtergrond Binnen het Netwerk Vers en Veilig is gezocht naar methoden en

Nadere informatie

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen:

Ziekteverwekkende micro-organismen dringen via lichaamsopeningen het lichaam binnen: IMMUNITEIT 1 Immuniteit Het lichaam van mens en dier wordt constant belaagd door organismen die het lichaam ziek kunnen maken. Veel van deze ziekteverwekkers zijn erg klein, zoals virussen en bacteriën.

Nadere informatie

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink Voortgezet diagnostisch onderzoek naar een betere beheersing van een aantasting door de schimmel Colletotrichum acutatum bij de bollenteelt van tulpen cv. Giuseppe Verdi Voortgezet diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid.

Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid. Samenvatting Het weer en reumatoïde artritis. De rol van het microklimaat aan de huid. Als ik voor het eerst met iemand kennis maak en vertel dat ik reuma heb, dan hoor ik vaak O, dan is dit zeker goed

Nadere informatie