algemeen Aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering van Conference SMARTFRESH SM KWALITEITSSYSTEEM De teelt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "algemeen Aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering van Conference www.smartfresh.com SMARTFRESH SM KWALITEITSSYSTEEM De teelt"

Transcriptie

1 ARTFRESH Aanbevelingen voor kwaliteitsverbetering van Conference Versie augustus 2011 Opgesteld met medewerking van FBR Wageningen, VCBT Leuven, Fruitconsult, Hermoo Belgium, NSure, pcfruit vzw en AgroFresh. Het SmartFresh Kwaliteitssysteem van AgroFresh kent vele voordelen voor Conference: een betere bewaarbaarheid, een beter behoud van grondkleur tijdens de bewaring én in de uitstalfase, een beter behoud van hardheid, en een geringere gevoeligheid voor butsen en vegen tijdens de sortering en afzet. SmartFresh geeft een beperking van het zogenoemde late bruin in klokhuis en vruchtvlees, dat pas laat (na mei) in partijen kan optreden. Belangrijke aandachtspunten bij het behandelen van Conference met SmartFresh zijn de smaak en de ontwikkeling van hol en bruin bij daarvoor gevoelige partijen. algemeen Deze brochure geeft u aanbevelingen voor de teelt, oogst en bewaring van Conference. De teelt Voor de teelt van kwalitatief goede vruchten is het belangrijk dat de voedingsniveaus goed zijn. Voor de uitgroei van de peren is het vooral van belang dat het gehalte aan stikstof, zink, kalium en calcium optimaal is. Voor de grondkleur zijn magnesium, mangaan, stikstof en ijzer belangrijk. De gehaltes zijn te controleren door jaarlijks een bladanalyse te nemen in de periode eind juni tot en met eind juli. Vruchtanalyses kunnen zinvolle informatie geven over minerale gehaltes in de vruchten (N, P, Ca, Mg, ), meer nog dan bladanalyses. Er is niet altijd een overeenkomst tussen de blad- en de vruchtanalyses. Zorg ervoor dat de verschillende voedingsniveaus zich binnen het optimale traject bevinden en neem bij afwijkende gehaltes in overleg met uw adviseur maatregelen. Voor ijzer geldt dat een bladgehalte weinig zegt over een eventueel gebrek. In geval van visuele gebreksverschijnselen of als de peren relatief gemakkelijk een gele grondkleur ontwikkelen, kan een jaarlijkse toepassing van ijzerchelaat zinvol zijn. Overleg eventueel met uw adviseur over de te gebruiken chelaatvorm en -dosering. Een tweede factor voor de teelt van kwalitatief goede peren is een goede vochtvoorziening. Voorkom dat de vruchten tijdens de celdeling een vochttekort hebben. Na de celdeling mogen de peren blootgesteld worden aan een lichte vorm van droogtestress om de groei gemakkelijker af te sluiten. Kort voor de oogst dient de vochtvoorziening weer optimaal te zijn. Tekorten in de celdelingsfase zorgen veelal voor een minder goede uitgroei en een minder goede bewaarkwaliteit. Aan de andere kant is vaak het suikergehalte wel erg hoog, wat de peren goed geschikt maakt voor toepassing van SmartFresh. Voor een behandeling met SmartFresh is een goed suikergehalte essentieel. Hoewel de consument ook zonder SmartFresh bewaarde peren met een suikergehalte onder 11,5 Brix niet goed waardeert, komt dit beeld nog iets sterker naar voren bij met SmartFresh behandelde vruchten. Daarom geldt een voldoende hoog suikergehalte op het oogstmoment als strikte eis. Een goed suikergehalte is te beïnvloeden met een optimale dracht (circa 0,9 tot 1 vrucht per centimeter plantafstand), voldoende belichting (open snoei), een uitgebalanceerde bemesting (geen overdreven hoge stikstof- en kaliumtoediening) en een juist pluktijdstip. De peren die zijn bestemd voor middellange tot lange bewaring, dienen volgens een normaal afspuitschema afgespoten te worden of gedompeld te worden in Philabuster. SmartFresh kan een remmende werking hebben op diverse schimmels (zoals Gloeosporium). Overigens blijkt keer op keer dat de plukdiscipline veel belangrijker is bij het voorkómen van rot dan het gebruik van fungiciden. Besteed dus vanaf de start van de oogst veel aandacht aan de plukdiscipline.

2 ARTFRESH Optimaal pluktijdstip Een juist pluktijdstip is van groot belang. Te vroeg oogsten kost opbrengst. Anderzijds betekent (te) laat plukken een groter risico op kwaliteitsverlies in de vorm van inwendige problemen. Stel u tijdig op de hoogte van de regionale pluktijdstipvoorspellingen. Bepaal in de weken voor de oogst tenminste één maal per week per perceel de hardheid en de smaak. Let daarbij ook op de grondkleur en meet ook enkele keren het suikergehalte (in Brix). Voor een goede bewaring dienen de vruchten bij een hardheid tussen de 5,8 en 6,8 kg per 0,5 cm 2 geoogst te worden. Voor SmartFresh gelden andere waarden: - Pluk partijen die met SmartFresh behandeld gaan worden, niet te vroeg. Peren die geoogst worden in de beginperiode van het plukvenster, zijn meestal niet geschikt voor behandeling. De smaak van de vruchten moet eerst goed ontwikkeld zijn. Peren met een hardheid van meer dan 6,5 kg per 0,5 cm 2 of een NSure-rijpingsindex van 5 of lager zijn (nog) niet geschikt voor SmartFresh-toepassing. Het suikergehalte (Brix-waarde) van de individuele vruchten moet minimaal 11,5 zijn. - Voor ULO geldt een minimale hardheid van 5,8 kg per 0,5 cm 2, voor mechanische koeling geldt een minimum van 5,0 kg per 0,5 cm 2. Volg ook tussen de verschillende percelen de ontwikkeling in de rijping. Vergelijk de waarnemingen van de verschillende percelen en bepaal hieruit de plukvolgorde. Een rijpheidsbepaling met RipeNSure geeft een prima ondersteuning van de eigen waarnemingen. De RipeNSure-test van NSure geeft u de mogelijkheid het rijpingsstadium per perceel te meten, waarmee u de plukvolgorde kunt bepalen. Aan de hand van referentiepercelen verspreid over Nederland in combinatie met het stadium van uw perceel is het ook mogelijk om het juiste pluktijdstip reeds 2 weken voor de oogst nauwkeurig vast te stellen. De peren worden meestal op één oogstmoment geoogst. Neem daarom bij het beoordelen van percelen zeker ook de vruchten uit de broek en de binnenkant van de boom voor een smaak- en kwaliteitsbepaling. Oogst en inslag Zorg voor een nauwkeurige oogstschatting en voor voldoende plukkers. Een goede plukinstructie en een goede plukhygiëne zijn cruciaal. Gebruik schone kisten en nieuwe bodemvellen om schimmel en rotontwikkeling te voorkomen. Voorkom vochtophoping onder in de kist op gesloten bodemvlak of -vel. Pluk peren die bestemd zijn voor lange bewaring, alleen rechtstreeks in de kist om beschadiging te minimaliseren. Zorg dat de vruchtsteel intact blijft. Zorg voor een goede controle en aansturing van de plukkers. Let goed op het afvullen van de kisten om beschadiging met de heftruck of middelste plank te voorkomen. Voorkom overmatige contactschade tijdens het transport, zorg voor gladde paden in de boomgaard en rij voorzichtig. Zet de kisten na de pluk meteen koud. Zorg bij het verladen voor een goede organisatie en breng al het fruit al op dag van oogsten in een gekoelde omgeving. Zorg dat elke partij juist wordt geregistreerd (perceel, leeftijd, oogstdatum). Houd indien mogelijk de peren uit de koppen apart vanwege hun grotere gevoeligheid voor bewaarproblemen. Markeer deze kisten en registreer deze ook duidelijk in het stapelschema van de cel. Neem een StoreNSure-monster indien u onzeker bent over het risico op hol of bruin van uw Conferencepercelen. Bemonstering vindt plaats tussen circa 2 dagen voor de oogst en het inkoelen van de peren. Hiermee krijgt u inzicht in de gevoeligheid van uw partijen voor hardheidsverlies en hol en bruin tijdens de bewaring. Koelcellen voorbereiden Zorg dat de cel in goede conditie is. Algemene aandachtspunten zijn: koelcapaciteit, lekdichtheid, capaciteit van de actievekoolscrubber, nauwkeurigheid en kalibratie van de meetapparatuur voor de temperatuur en het O2- en CO2-gehalte, bemonstermogelijkheid door luik/deur, en beluchting (bij voorkeur met buitenlucht). Bepaal het haalbare regime voor elke cel: geschikt voor mechanische koeling (20,9% O2) of voor ULO. Koel lege cellen enkele dagen voor gebruik voor tot 0 C om de wanden en de vloer door en door koud te maken. Houd de vloer nat. Schakel eventuele bevochtigingssystemen alvast in. De koelcapaciteit komt dan geheel ten goede aan de peren en het fust. Koel de peren onmiddellijk na de oogst in. Markeer de kisten die onverhoeds een nacht buiten staan. Koel bij een grote aanvoer voor één specifieke cel de peren in meerdere cellen in tot een producttemperatuur lager dan 2 C. Plaats alleen warm product in een cel waar de luchttemperatuur al de gewenste temperatuur heeft bereikt. Controleer de cel al vanaf het plaatsen van de eerste kist op het percentage zuurstof en koolzuurgas. Belucht de cel al vanaf de eerste dag goed met buitenlucht. Zorg dat het gehalte koolzuurgas (CO2) niet hoger is dan 0,7% en het gehalte zuurstof (O2) niet lager dan 20,0%. Zet zo nodig de deur en/of het luik gecontroleerd open. Zorg voor een correcte stapeling van de kisten in de cel ten behoeve van een juiste luchtcirculatie om zo temperatuur- en vochtverschillen te beperken. Lucht kiest de weg van de minste weerstand. Stapel zodanig dat de luchtstroom alle kisten bereikt. Wees voorzichtig bij het rijden en stapelen, zeker met afgekoeld product, om beschadigingen en bederf tegen te gaan. Maak afhankelijk van de ervaring met de koelcel en de doelstelling in bewaren een keuze voor het beheersen van vochtverlies (afdekken, bevochtiging). Houd rekening met een groter vochtverlies bij normale koeling (op 20,9% O2). Dek, eventueel na het voorkoelen, de kisten af, in ieder geval die in de aanzuig- en de uitblaaszijde van de verdamper. (Tip: zorg dat bij het afvullen van de cel al een voorraad afgedekte koude peren klaar staat.) Bij gebruik van SmartFresh gelden de volgende extra aanbevelingen voor het voorbereiden van de cellen: - Alle peren in de cel moeten bij de SmartFresh-toepassing voldoende koud zijn. Dit betekent dat alle peren een vruchttemperatuur (inwendige temperatuur) van 2 C of minder moeten hebben. De temperatuur wordt onder andere bij de deur met een steekthermometer gemeten. - Bij gebruik van CO2-scrubkalk mag deze al vóór de SmartFresh-behandeling in de cel worden geplaatst. Het is echter verstandig de CO2-beheersing in de wachtperiode met buitenluchtventilatie uit te voeren en de kalk pas te plaatsen vlak voordat de deur gesloten wordt. - SmartFresh kan niet worden toegepast wanneer er behalve peren ook appels in de cel staan. Dit is vanwege verschillen in dosering. Afdekken van kisten De afdekfolie heeft geen invloed op de werking van SmartFresh, tenzij de (kunststof) kisten 100% waterdicht zijn en zijn afgedekt met folie. De SmartFresh-behandeling duurt 24 uur, dit garandeert een volledig bereik van alle vruchten. Dek bij voorkeur bij de uitstroom van bevochtigingsapparatuur de omliggende kisten af om ijsvorming tussen de peren te voorkomen. Het toepassen van plastic om vochtverlies te beperken vraagt extra controle van de temperatuur. Zorg dat de producttemperatuur juist ook dieper in de kist op orde is voor er SmartFresh wordt toegepast. 2 3

3 ARTFRESH Bewaarstrategie kiezen Voor de lange bewaring (na 15 februari) is alleen ULO-bewaring geschikt. Bij een kortere duur kan er mechanisch gekoeld worden. Mechanische koeling is de bewaring bij een normale luchtsamenstelling: 20,9% O2 zonder CO2. Voor beide bewaarsystemen geldt dat de koel- en ventilatiecapaciteit voldoende moet zijn voor perenbewaring, om optimale vochtbeheersing te realiseren. SmartFresh kan worden gecombineerd met beide bewaarsystemen. De inzet van SmartFresh biedt veel voordelen, met name voor partijen die geoogst worden in het midden- en eindvenster van de pluk. Maar daarnaast zijn er partijen die uitgesloten dienen te worden van een SmartFresh-toepassing, of juist met name geschikt zijn voor mechanische koeling; zie hiervoor de volgende aandachtspunten. SmartFresh is ongeschikt voor: partijen waarvan de smaak onvoldoende ontwikkeld is; peren waarvan het suikergehalte lager is dan 11,5 Brix; peren waarvan de hardheid hoger is dan 6,5 kg per 0,5 cm 2 ; peren met een NSure-rijpingsindex van 5 of lager. SmartFresh is geschikt voor de ULO-bewaring van peren indien: de smaak van de peren goed ontwikkeld is; het suikergehalte meer dan 11,5 Brix is; de hardheid tussen de 5,8 en 6,5 kg per 0,5 cm 2 is; de NSure-rijpingsindex van de peren 6 of hoger is; de plukdatum vóór of uiterlijk op de regionaal geadviseerde einddatum ligt; er géén perceelhistorie is van hol en bruin in combinatie met ULO-bewaring. SmartFresh is geschikt voor de mechanische koeling van peren indien: gekozen wordt voor bewaring tot uiterlijk 15 februari; de uiteindelijk te realiseren bewaarduur hangt uiteraard af van de kwaliteit bij de oogst; de hardheid van de peren 5,0 tot 6,5 kg per 0,5 cm 2 is; gekozen wordt voor bewaring op +0,5 C. Bij sommige cellen kan SmartFresh in combinatie met mechanische koeling bij een producttemperatuur van maximaal +0,5 C ook uitkomst bieden. Uiteraard moet de cel wel voorzien zijn van elektrische of heetgasontdooiing. De maximale bewaarduur bij bewaring bij +0,5 C hangt af van de inslagkwaliteit, maar is tot uiterlijk half december; partijen ongeschikt zijn voor ULO-bewaring vanwege: - een hardheid lager dan 5,8 kg per 0,5 cm 2 of een plukdatum later dan regionaal geadviseerd. Voor dergelijke partijen moet SmartFresh binnen 3 tot 5 dagen worden ingezet, mits de partij voldoende koud is; - een perceelhistorie van hol en bruin in combinatie met ULO-bewaring; - een gemiddelde of hoge gevoeligheid voor hol en bruin, zoals uitgewezen door de StoreNSure-test voor Conference (2 dagen voor de oogst); - de aanwezigheid van een floeper of buikzieke vrucht op het moment van oogsten. Moment van SmartFresh-toepassing Pas SmartFresh bij voorkeur toe tussen de zesde en negende dag na de oogst. Indien de pluk in de laatste dagen van het aanbevolen plukvenster valt, dan wordt SmartFresh aanbevolen binnen 3 tot 5 dagen na de eerst ingeslagen partij in de cel, maar alleen na voldoende koeling: maximaal +2,0 C voor alle peren. Begin direct na beëindiging van de SmartFresh-behandeling met beluchten en zet tevens de CO2-scrubber en de meetapparatuur (O2) weer aan. Belucht eventueel via het luik of de deur (op een kier) met buitenlucht. Mechanische koeling en ULO, algemeen Houd het CO2-niveau gedurende de gehele bewaarperiode zo laag mogelijk (zie het advies Nederland en het advies België verderop in deze brochure). Meet het koolzuurgehalte vanaf de eerste dag van inslag. Zorg voor geijkte O2- en CO2-meters en thermometers. Zorg voor een gelijkmatige temperatuurverdeling binnen de cel: het verschil tussen de koudste en de warmste vruchttemperatuur mag maximaal 0,5 C bedragen. De aanbevolen producttemperatuur is -0,5 tot -0,8 C. Streef naar een beperkt en gelijkmatig vochtverlies binnen de cel gedurende de gehele bewaarperiode. Dit kan door de vloer nat te houden en/of te bevochtigen. Zorg dat het vochtverlies (condenswatermeting) lager is dan 2,5 liter per 1000 kg peren per maand. De betere bewaarders realiseren 1,5 tot 2,0 liter per 1000 kg peren per maand. Let erop dat in een mechanische koelcel het condenswater verhoogd wordt door vocht in de ventilatielucht. Blijf echter wel meten! Volg de kwaliteit tijdens de bewaring (zie de paragraaf Kwaliteitscontrole tijdens de bewaring ). Overleg met uw bewaaradviseur voor gepaste maatregelen bij afwijkingen in het voornoemde. Condities voor ULO-bewaring zonder SmartFresh Besteed veel aandacht aan een snelle en doelmatige afkoeling van het product. Het doel is om de gewenste bewaartemperatuur (-0,5 C) maximaal 7 dagen na het oogstmoment te bereiken. Sneller is beter. Houd de cel vrij van CO2 (< 0,7%) en laat het zuurstofgehalte niet verder zakken dan 20,0%. Houd altijd een wachtperiode van minimaal 3 tot 4 weken aan voor het sluiten van de cel en het starten van de CA-condities, gerekend vanaf de binnenkomst van de laatste peren in de cel. Sluit de deur gasdicht en stop met beluchten. Na de wachtperiode gelden de volgende aanbevelingen: Advies België (VCBT Leuven) - Brand af tot slechts 10% O2, niet lager! Laat de rest via natuurlijke ademhaling dalen (0,5 tot maximaal 1,0% per dag). - Houd het CO2-gehalte gedurende de gehele bewaarperiode zo laag mogelijk, 0,8% of lager. (Dit is soms moeilijk realiseerbaar. Een CO2-niveau van 0,9% gedurende een dag is geen probleem indien het zuurstofgehalte nog boven de 10% ligt.) - Streef naar een eindconditie van maximaal 0,8% CO2 en 3% O2. Pas SmartFresh alleen toe als de vruchttemperatuur van alle peren 2,0 C of minder bedraagt. Zet SmartFresh nooit in binnen 24 uur na de oogst, ook niet bij slechts enkele kisten. Blijf ook gedurende de SmartFresh-behandeling koelen en circuleren. Houd de luchtcirculatie aan op 100%. Schakel de beluchting en de meet- en regelapparatuur uit tijdens de SmartFresh-behandeling. 4 5

4 ARTFRESH Advies Nederland (FBR Wageningen) - Laat het O2-gehalte via natuurlijke ademhaling dalen (0,5 tot maximaal 1,0% per dag). Bij een tragere daling dient u een beperkte stikstofinjectie te gebruiken ter ondersteuning. Het einddoel is om ongeveer 3 weken na het sluiten van de cel de eindconditie te bereiken. - Houd het CO2-gehalte gedurende de gehele bewaarperiode zo laag mogelijk: 0,7% of lager. (Dit is soms moeilijk realiseerbaar. Een CO2-niveau van 0,9% gedurende een dag is geen probleem indien het zuurstofgehalte nog boven de 10% ligt.) - Streef naar een eindconditie van maximaal 0,7% CO2 en 3% O2. Condities voor ULO-bewaring met SmartFresh Wacht altijd minimaal 8 tot maximaal 9 weken met de start van de CA-condities, rekenend vanaf de binnenkomst van de laatste peren in de cel. Houd gedurende deze periode het CO2-gehalte op 0,7% of lager. Snijd na deze 8 tot 9 weken per herkomst/perceel 15 vruchten van 72 mm en groter een aantal keer door het klokhuis. Let hierbij scherp op afwijkingen (verkleuring of structuurverschillen in het vruchtvlees, verkleuring van vliesjes, eventueel kleine holtes). Controleer de vruchttemperatuur. Deze moet -0,5 C of lager zijn voordat met de CA-condities wordt begonnen. Zoek in de partij naar zogenoemde floepers. Sluit de deur gasdicht en stop met beluchten. Laat het zuurstofgehalte via natuurlijke ademhaling langzaam dalen, volgens tabel 1. Tabel 2 geeft het verloop van een voorbeeldtraject weer. Wanneer de cel moeite heeft de wekelijkse daling te halen, laat dan de stikstofseparator maximaal 2% per week helpen. Laat het zuurstofgehalte vervolgens wederom via natuurlijke daling zakken. Let op: de maximale zuurstofdaling is 1% per dag in het traject onder de 15% O2. De zuurstofdaling kan 3 tot 5 weken duren waarbij het uiteindelijke zuurstofgehalte nooit lager komt dan 3,5%. Houd het CO2-niveau gedurende de gehele bewaarperiode zo laag mogelijk (altijd 0,7% of lager). (Dit is soms moeilijk realiseerbaar. Een CO2-niveau van 0,9% gedurende een dag is geen probleem indien het zuurstofgehalte nog boven de 10% ligt.) Tabel 2. Het percentage zuurstof in ULO-bewaring bij inslag van de laatste peren op 20 september (voorbeeldtraject) Streefwaarde Minimum Maximum Einde 8 e week = 15 november 20,9 20,9 20,9 Einde 9 e week = 22 november 14,0 12,0 15,0 Einde 10 e week = 29 november 8,0 7,0 10,0 Einde 11 e week = 6 december 3,5 3,5 6,0 Einde 12 e week = 13 december - - 4,5 Einde 13 e week = 20 december - - 3,5 Tijdens de resterende bewaarperiode: 3,5% O2 Tabel 1. Het percentage zuurstof in ULO-bewaring, gerekend vanaf binnenkomst van laatste peren in de cel Streefwaarde Minimum Maximum Tot einde 8 e week 20,9 20,9 20,9 Einde 9 e week 14,0 12,0 15,0 Einde 10 e week 8,0 7,0 10,0 Einde 11 e week 3,5 3,5 6,0 Einde 12 e week - - 4,5 Einde 13 e week - - 3,5 Tijdens de resterende bewaarperiode: 3,5% O2 6 7

5 Kwaliteitscontrole tijdens de bewaring Om de kwaliteit van uw Conference-peren tijdens de bewaring goed te volgen (vierwekelijks vanaf half november), moet u een monitorprogramma aanhouden. Pas op uw veiligheid bij het nemen van de monsters uit zuurstofarme cellen! 1. Verzamel bij inslag controlemonsters met vruchten die representatief zijn voor de partijen in de cel. Leg deze monsters direct in de nabijheid van het controleluik. Zet eventueel representatieve voorraadkisten (percelen, rijpheden) bij de deur en verzamel hier op het moment dat de cel vol is, de monsters uit. 2. Neem per monster minimaal 20 peren. 3. Maak van iedere partij tenminste zoveel monsters als het verwachte aantal perioden van 4 weken na half november. 4. Beoordeel de vruchten direct om een beeld van de bewaarkwaliteit te krijgen. 5. Beoordeel voor het SmartFresh-effect de monsters nadat u ze 4 tot 5 dagen bij een hogere temperatuur (meer dan 10 C) heeft weggelegd. 6. Let met name op de eerste tekenen van bruinverkleuring in het klokhuis, ook op bruinverkleuring van de vliesjes in het klokhuis. 7. Wanneer de celbemonstering aangeeft dat er kwaliteitsproblemen optreden, dient de partij versneld te worden afgezet én is het raadzaam om het zuurstofgehalte direct te verhogen om verdere schade te voorkomen. 8. Neem contact op met een van de adviseurs. Indien u dit wenst, zijn FBR Wageningen, VCBT Leuven, Fruitconsult, Hermoo Belgium, NSure, pcfruit vzw en AgroFresh graag bereid u meer informatie over dit onderwerp te verstrekken. Anderzijds zijn wij zeer geïnteresseerd in uw ervaringen met betrekking tot de teelt en de bewaring van peren. U kunt ons bereiken op de volgende nummers en adressen. FBR Wageningen Tel.: alex.vanschaik@wur.nl frank.vandegeijn@wur.nl VCBT Leuven Tel.: ann.schenk@biw.kuleuven.be Fruitconsult Tel.: Fax: kantoor@fruitconsult.com Hermoo Belgium Tel.: stijn.vanlaer@hermoo.be NSure Tel.: Fax: info@nsure.nl pcfruit vzw Tel.: Fax: pcfruit@pcfruit.be AgroFresh Tel.: jvernooij@agrofresh.com