Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie"

Transcriptie

1 Titre brochure Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie Dienst Conjunctuur en Sectorale Ontwikkelingen December 2018

2 De FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie heeft als missie om de omstandigheden te creëren voor de competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de markt van goederen en diensten in België. Deze studie werd afgesloten op 14 december FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie Dienst Conjunctuur en sectorale ontwikkelingen Vooruitgangstraat Brussel Ondernemingsnummer: Tel.: (gratis nummer) Verantwoordelijke uitgever: Pascal Vanderbecq Voorzitter a.i. van het Directiecomité Vooruitgangstraat Brussel Internetversie 2

3 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Inhoud Overzicht van de grafieken... 4 Overzicht van de tabellen... 5 Voorwoord... 7 Executive summary Algemene context Europese economie De rest van de wereld België Conjunctuur in de textiel- (C13) en kledingindustrie (C14) Conjunctuur Textielindustrie (C13-C14) Omzet, productie en productieprijzen Omzet volgens de btw-gegevens Productie volgens de Prodcom-indexen Indexcijfer van de productieprijzen in de sector Investeringen Bezettingsgraad van de productiecapaciteit Tewerkstelling Tijdelijke werkloosheid in de textielsector (C13) en de kledingsector (C14) Ondernemerschap Faillissementen en banenverlies ten gevolge ervan Oprichtingen, schrappingen en btw-inschrijvingen van ondernemingen Buitenlandse handel (nationaal concept) Inleiding Export, import en handelsbalansen Handelspartners voor de export Handelspartners voor de import Opsplitsing van de handel per productgroep Bijlagen Classificatie van economische activiteiten volgens NACE Buitenlandse handel (nationaal concept) Samenvattende tabellen Buitenlandse handel: communautair concept - Samenvattende tabellen Samenvattende tabellen van de indicatoren per sector, subsector en categorie Varia, paritaire comités textiel

4 Overzicht van de grafieken Grafiek 2-1. Bruto- en afgevlakte conjunctuurcurve in de textielindustrie (C13-C14) Grafiek 2-2. Omzet in de textielsector C13 van 2012 tot 2017 en over de eerste 9 maanden van 2017 en Grafiek 2-3. Productie-index (Prodcom) in de twee sectoren in België (2015=100) Grafiek 2-4. Indexcijfer van de productie (2015=100) Grafiek 2-5. Investeringen in de textielsector C Grafiek 2-6. Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde bezettingsgraad van de productiecapaciteit.. 24 Grafiek 2-7. Tewerkstelling in de twee sectoren Grafiek 2-8. Tijdelijke werkloosheid in de verwerkende industrie en de textiel- en kledingindustrie Grafiek 2-9. Aandeel van de uit- en invoer van de textielsector (C13) en de kledingsector (C14) in de uit- en invoer van de hele textielindustrie (C13-C14) Grafiek Buitenlandse handel in de textielindustrie (C13) Grafiek Buitenlandse handel in de textielindustrie (C14) Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor export m.b.t. de textielnijverheid (C13) in 2016 en Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor export m.b.t. de kledingnijverheid (C14) in 2016 en Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor import m.b.t. de textielnijverheid (C13) in 2016 en Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor import m.b.t. de kledingnijverheid (C14) in 2016 en Grafiek Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de textielindustrie (C13) Grafiek Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de textielindustrie (C13) Grafiek Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de kledingindustrie (C14) Grafiek Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de invoer van de kledingindustrie (C14) Grafiek 3-1. Buitenlandse handel van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Grafiek 3-2. Buitenlandse handel van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Grafiek 3-3. Belangrijkste partnerlanden voor de export in de textielnijverheid (C13) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept Grafiek 3-4. Belangrijkste partnerlanden voor de export in de kledingnijverheid (C14) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept Grafiek 3-5. Belangrijkste partnerlanden voor de import in de textielnijverheid (C13) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept Grafiek 3-6. Belangrijkste partnerlanden voor de import in de kledingnijverheid (C14) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept Grafiek 3-7. Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Grafiek 3-8. Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept

5 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Grafiek 3-9. Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de invoer van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Grafiek Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de invoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Overzicht van de tabellen Tabel 1-1. Groeiprognoses van het Internationaal Monetair Fonds en het Federaal Planbureau Tabel 2-1. Totale omzet Tabel 2-2. Productie in België, in de eurozone en in de drie buurlanden Tabel 2-3. Productieprijzen in België, de eurozone en de drie buurlanden Tabel 2-4. Totaal investeringen Tabel 2-5. Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde bezettingsgraad van de productiecapaciteit Tabel 2-6. Tewerkstelling in de twee sectoren Tabel 2-7. Faillissementen en banenverlies ten gevolge ervan in de twee sectoren Tabel 2-8. Aantal btw-plichtige ondernemingen volgens grootte Tabel 2-9. Aantal oprichtingen volgens grootte van onderneming Tabel Aantal schrappingen volgens grootte van onderneming Tabel Export van textielproducten (C13) Tabel Import van textielproducten (C13) Tabel Export van kledingartikelen (C14) Tabel Import van kledingartikelen (C14) Tabel 3-1. NACE van de textiel- (C13) en kledingindustrie (C14) Tabel 3-2. Opsplitsing van de uitvoer voor de textielindustrie (C13) volgens het nationale concept Tabel 3-3. Opsplitsing van de uitvoer voor de kledingindustrie (C14) volgens het nationale concept Tabel 3-4. Opsplitsing van de invoer voor de textielindustrie (C13) volgens het nationale concept Tabel 3-5. Opsplitsing van de invoer voor de kledingindustrie (C14) volgens het nationale concept Tabel 3-6. Opsplitsing van de handelsbalansen voor de textielindustrie (C13) volgens het nationale concept Tabel 3-7. Opsplitsing van de handelsbalansen voor de kledingindustrie (C14) volgens het nationale concept Tabel 3-8. Opsplitsing van de uitvoer voor de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Tabel 3-9. Opsplitsing van de uitvoer voor de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Tabel Opsplitsing van de invoer voor de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept

6 Tabel Opsplitsing van de invoer voor de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Tabel Opsplitsing van de handelsbalansen voor de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Tabel Opsplitsing van de handelsbalansen voor de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de textielsector (C13) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de subsector bewerken en spinnen van textielvezels (C13.1) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de subsector weven van textiel (C13.2) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de subsector textielveredeling (C13.3) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de subsector vervaardiging van andere textielproducten (C13.9) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de categorie vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen (C13.91) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de categorie vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding (C13.92) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt (C13.93) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de categorie vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten (C13.94) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de categorie vervaardiging van gebonde textielvlies, exclusief kleding (C13.95) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de categorie vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel (C13.96) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de kledingsector (C14) Tabel Belangrijkste economische indicatoren in de subsector vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding (C14.1) Tabel Paritaire commissies textiel'

7 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Voorwoord In de context van de identificatie en implementatie van synergieën tussen het secretariaat van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) en de FOD Economie werd een gezamenlijk project op het gebied van sectorale conjunctuuranalyses opgestart. De samenwerking wordt overigens gestimuleerd door vice-eersteminister Kris Peeters. De FOD Economie zet onder meer zijn expertise in om, samen met de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, een uitgebreide conjunctuurstudie te maken van diverse sectoren, zoals distributie, voeding, chemie en textiel. Het huidige rapport Economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie - December 2017" werd samengesteld door het team van de Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie van de FOD Economie (Chantal Binotto, David Restiaux, Richard Saka Sapu, Kris Van den Berghe en Vincent Vanesse). Het werd grondig nagelezen door de stuurgroep (Peter Van Herreweghe, Emmanuel De Béthune en Stephen Renders). Het eerste conjunctuurverslag over de ontwikkelingen in deze sectoren dateert van 2017 en kunt u raadplegen op de website van de FOD Economie: Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie - December De positieve ervaringen met deze samenwerking en de gerealiseerde synergieën bieden veel perspectieven om in de toekomst nog andere projecten en studies te realiseren via een samenwerking tussen de FOD Economie en het secretariaat van de CRB. Beide instellingen hebben overigens een protocol van overeenstemming gesloten om dit type samenwerking op structurele wijze in te bedden in hun werking en staan positief tegenover de uitbreiding van die samenwerking in het kader van de sectorale conjunctuuranalyses van de bijzondere raadgevende commissies van de CRB. 7

8 Executive summary Algemene context De internationale conjunctuur is in 2017 veerkrachtiger gebleken dan verwacht. De binnenlandse vraag was de motor van de groei in België en de Europese Unie in 2017 en zou ook in 2018 de economische bedrijvigheid moeten blijven aantrekken, aangezien de internationale handel wordt bedreigd door geopolitieke en handelsspanningen. Verschillende factoren wegen op de Belgische en Europese activiteit, zoals de naderende datum van het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, het verlies van vertrouwen in de wereldmarkten, mogelijke protectionistische handelsmaatregelen, met name van de kant van de Verenigde Staten, en de inflatoire druk. Hierdoor zou de economische groei in 2018 zowel in België als in de eurozone vertragen. Conjunctuur Omzet Het ondernemersvertrouwen in de textielsector klom in 2017 tot boven het gemiddelde voor de periode en bereikte een piek. In 2017 noteerde de textiel- en kledingindustrie (C13-C14) voor het derde achtereenvolgende jaar een omzetdaling in een jaar tijd. De eerste negen maanden van 2018 bevestigen die dalende tendens, de omzet daalde immers lichtjes ten opzichte van dezelfde periode in het jaar voordien. In bepaalde delen van de activiteit van de textielindustrie (C13) werd in 2017 weliswaar een gunstige ontwikkeling van de omzet opgetekend, maar de omzetdaling voor de productie van vloerkleden, tapijt en ander technisch en industrieel textiel heeft de stijging in de verkoop voor de hele sector naar beneden gehaald. Dezelfde tendens heeft zich in de eerste negen maanden van het jaar voortgezet. De omzet binnen de kledingsector (C14) is zowel in 2017 als in de eerste negen maanden van het jaar gedaald. De verkoop van bovenkleding is in 2017 teruggevallen, terwijl die van onderkleding licht is gestegen. De omzet in die twee categorieën daalde in de eerste negen maanden van 2018, in vergelijking met dezelfde periode van het jaar voordien. De omzet voor de productie van werkkleding nam in beide periodes toe. Productie In 2017 daalde de productie in de textielsector (C13) in België, in tegenstelling tot de productie in Duitsland, Frankrijk en Nederland. Dat is de tweede opeenvolgende daling. De daling van de productie van geweven producten, vloerkleden en tapijt alsook van technisch en industrieel textiel verklaart de neerwaartse trend. Ondanks een toename in de textielveredeling is ook de productie van de textielsector in zijn geheel tijdens de eerste negen maanden van 2018 gedaald. Voor het eerst sinds 2008 knoopte de productie van de kledingindustrie (C14) in België aan bij de groei in 2017, met name door het effect van de toename in de 8

9 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. productie van onderkleding. De opwaartse trend werd in de eerste negen maanden van 2018 bevestigd. Productieprijzen De productieprijzen in de textielindustrie (C13) zijn in 2017 aanhoudend gestegen in de eurozone en in België. In de subsectoren van de textiel zijn alleen de prijzen voor het bewerken van vezels gedaald, terwijl de weverij de meest uitgesproken stijging vertoonde. In 2018 vertonen de productieprijzen in België een neerwaartse trend, terwijl ze in de eurozone zijn gestegen. De productieprijzen in de kledingindustrie (C14) in de eurozone stabiliseerden zich in 2017 ten opzichte van 2016, terwijl ze in België in alle subsectoren stegen. De productieprijzen berekend over de eerste drie kwartalen van 2018 stabiliseerden zich in de eurozone, maar daalden in België weer als gevolg van een daling die werd waargenomen in de productieprijzen voor werkkleding. Investeringen In 2017 daalden de investeringen in de textiel- en kledingindustrie (C13 en C14 samen) na de sterke stijging in Over de eerste negen maanden van 2018 daalden de investeringen nogmaals in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Terwijl de bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de textielindustrie in 2017 verder is gestegen ten opzichte van 2016 en in het derde kwartaal van 2017 een piek bereikte, is hij sindsdien gedaald, in de eerste helft van 2018 zelfs tot onder het langetermijngemiddelde. De daling is echter van korte duur geweest, aangezien de bezettingsgraad zich in het derde kwartaal van 2018 alweer heeft hersteld. Tewerkstelling Aan de daling van het aantal arbeidsplaatsen in de textiel- en kledingsector als geheel (C13-C14), die de afgelopen jaren is waargenomen, lijkt geleidelijk een einde te komen. Het aantal arbeidsplaatsen daalde in 2017 nog slechts met 0,1 % ten opzichte van 2016 en met 0,04 % in het eerste kwartaal van 2018 ten opzichte van dezelfde periode in De sector van de textielindustrie (C13), die van beide textielsectoren de meest arbeidsintensieve is, vertoont in 2017 een groei van het aantal banen ten opzichte van 2016, waarmee een einde is gekomen aan de neerwaartse van de jaren voordien. De daling voor de hele textiel- en kledingindustrie (C13-C14) is het gevolg van een daling van de tewerkstelling in de kledingsector (C14) in Die sector was in 2017 goed voor arbeidsplaatsen, 88 arbeidsplaatsen minder dan in In het eerste kwartaal van 2018 wordt eveneens een daling van het aantal arbeidsplaatsen op jaarbasis vastgesteld. Tijdelijke werkloosheid Het derde kwartaal van 2016 lijkt een scharniermoment te zijn geweest dat een ommekeer in het verloop van de tijdelijke werkloosheid markeert voor de textielsector. Laatstgenoemde gaat immers opnieuw naar omhoog, terwijl de tendens voor de verwerkende industrie nog altijd neerwaarts is. 9

10 Btw-plichtige ondernemingen, oprichtingen en schrappingen van ondernemingen In 2017 waren er in de hele textielsector (C13-C14) btw-plichtige ondernemingen geregistreerd, 139 meer dan in 2016 (+4,2 %). De ondernemersdynamiek, vooral in de vorm van kmo's met minder dan 5 werknemers, wordt voor 50,4 % gedragen door de textielsector (C13) en voor 49,6 % door de kledingsector (C14). In de hele textielsector (C13-C14) zijn er in 2017 meer ondernemingen opgericht dan in Er kwamen 384 nieuwe ondernemingen bij, tegenover 328 het jaar voordien, een stijging met 17,1 %. Die nieuwe ondernemingen, voornamelijk kmo's met minder dan 5 werknemers, werden hoofdzakelijk opgericht in de kledingsector (60,7 %). De schrappingen van ondernemingen in 2017 zijn binnen de hele textielsector (C13-C14) ongunstig verlopen ten opzichte van Ze namen met 23 eenheden toe (van 200 schrappingen in 2016 naar 223 in 2017), een stijging van 11,5 %. De schrappingen betreffen voornamelijk kmo's met minder dan 5 werknemers en zijn voor 58,7 % voor rekening van de kledingsector (C14). Faillissementen en daaraan gekoppeld banenverlies In 2017 is het aantal faillissementen in beide sectoren samen (C13-C14) gestagneerd in vergelijking met 2016, met 19 geregistreerde faillissementen, waarvan 7 in de textielsector (C13) en 12 in de kledingsector (C14). In de eerste twee kwartalen van 2018 hebben zich al 4 faillissementen voorgedaan, een daling met 2 eenheden ten opzichte van dezelfde periode in Het aantal banen dat ten gevolge van die faillissementen verloren ging in de hele textielsector (C13-C14), ligt in 2017 dan weer lager dan in Dat gunstige verloop vertaalt zich in 64 verloren banen in 2017, tegenover 183 het jaar voordien. Dat banenverlies viel vooral (85,9 %) te noteren in de textielsector (C13). In de eerste twee kwartalen van 2018 gingen 14 banen verloren (alle in C13), 4 minder dan in dezelfde periode van Buitenlandse handel 2018 lijkt een eerder gunstig jaar voor de Belgische textielnijverheid (C13). In de eerste 9 maanden van het jaar is de export toegenomen (+2,1 %) in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, terwijl de import licht is afgenomen (-0,3 %). Het saldo van de handelsbalans is bijgevolg verbeterd en vertoont in de eerste 9 maanden van 2018 een overschot. Het Verenigd Koninkrijk en de buurlanden van België vormen in 2018 de grootste exportmarkten wat de textielsector betreft. De buurlanden en China zijn dan weer de voornaamste leveranciers van textiel voor België. De kledingsector (C14) heeft op jaarbasis een groei van zijn export gekend over de eerste 9 maanden van 2018 (+7,4 %). Een gelijkaardige trend werd vastgesteld voor de import van die industrie over dezelfde periode (+5,1 %). De handelsbalans voor de kledingindustrie vertoont in de eerste 9 maanden van 2018 een tekort, net als in 2017; het tekort is in vergelijking met een jaar geleden zelfs nog toegenomen. België exporteerde zijn kledingproducten hoofdzakelijk naar de buurlanden en het Verenigd Koninkrijk, terwijl het die goederen in 2017 hoofdzakelijk uit de buurlanden en China importeerde. 10

11 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. 1. Algemene context 1.1. Europese economie Prognoses Volgens de najaarprognose van de Europese Commissie, die in november 2018 gepubliceerd werd 1, kent de Europese Unie naar verwachting in 2018 een vertraging van de groei van het bbp, na in 2017 het beste resultaat te hebben gekend sinds de economische en financiële crisis van is ook het eerste jaar sinds 2007, waarin elke lidstaat een economische expansie kende, en die trend zou zich moeten doorzetten in 2018 en De groei van de economische activiteit in de Europese Unie zou dus van 2,4 % in 2017 naar 2,1 % zakken in 2018 en vervolgens verder vertragen tot 1,9 % in 2019 en 1,8 % in De vertraging van de Europese economische activiteit in 2018 zou het gevolg zijn van een afname van het vertrouwen van de economische actoren, een zwakkere dynamiek van de mondiale economische activiteit en het ontstaan van geopolitieke en handelsspanningen. De verdere verbetering van de arbeidsmarkt en gunstige financieringskosten zouden die negatieve effecten echter kunnen beperken. Ondersteunende elementen of tegenwerkende krachten In een onzekere internationale economische context heeft de Europese economie niettemin blijk gegeven van een zekere dynamiek en dat ondanks interne problemen in sommige lidstaten (stakingen, extreme weersomstandigheden) of externe problemen zoals geopolitieke spanningen (de brexit, de neiging zich op zichzelf te concentreren). Een reeks gunstige factoren, zoals de verbetering van de arbeidsmarkt, loonsverhogingen, de bijzonder hoge bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de verwerkende nijverheid en een accommoderend monetair beleid, hebben de economische expansie ondersteund. Het effect van die gunstige factoren zou echter spoedig moeten verdwijnen, gezien de verwachte vertraging van de verbeteringen op de arbeidsmarkt en de verwachte stijging van zowel de inflatie als de olieprijzen. Al die factoren wegen op de koopkracht van de huishoudens en beperken het positieve effect van een loonsverhoging op de consumptie De rest van de wereld Vooruitzichten voor de toekomst In 2017 bedroeg de wereldwijde economische groei volgens het IMF 2 3,7 % als gevolg van economische verbeteringen in verschillende geografische gebieden. Die groei zou in 2018 op hetzelfde niveau moeten blijven (+3,7 %). Voor 2018 wordt de economische groei voor de ontwikkelde economieën iets hoger geraamd (+2,4 % in 2018 vergeleken met +2,3 % in 2017), terwijl ze zich voor de opkomende en ontwikkelingslanden op hetzelfde niveau zou moeten situeren (+4,7 % in 2017 en 2018). Ondersteunende elementen of tegenwerkende krachten Een van de gunstige factoren die de versterking van de mondiale activiteit mogelijk hebben gemaakt, is het soepele monetaire beleid van de Europese Centrale Bank en de toename van de investeringen in de ontwikkelde landen. Bovendien zou de belastinghervorming in de 1 EC, European Economic Forecast, herfst IMF, World Economic Outlook: Challenges to Steady Growth, oktober

12 Verenigde Staten, die bestaat uit een verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven en de tijdelijke aftrek voor geïnvesteerde bedragen, in combinatie met de fiscale stimuleringsmaatregelen, de binnenlandse en buitenlandse vraag moeten stimuleren, met name in de handel met Mexico en Canada. Na een eerste groeiversnelling in 2017 (+2,2 %) wordt dan ook verwacht dat de groei in de Verenigde Staten in 2018 verder toeneemt (+2,9 %) onder impuls van een aanzienlijke budgettaire stimulans. Ook moet worden opgemerkt dat de Amerikaanse dollar sinds begin 2018 in waarde is gestegen ten opzichte van andere valuta. Anderzijds wegen sommige factoren ook op de wereldwijde economische activiteit die zwakker was dan aanvankelijk verwacht, in de eerste helft van We hebben het dan met name over een grotere onzekerheid als gevolg van geopolitieke spanningen en toenemende handelsbelemmeringen. De energieprijzen zijn gestegen. Bovendien heeft de stijging van de olieprijzen de groei van de olie-uitvoerende landen weliswaar mogelijk gemaakt, maar ook negatieve gevolgen gehad voor de landen die afhankelijk zijn van de invoer van olie. Geografische gebieden Voor opkomende landen en ontwikkelingslanden wordt verwacht dat de economische groei in 2018 en 2019 aanhoudt als gevolg van een herstel in de landen die basisproducten uitvoeren na de stijging van hun prijzen. De resultaten zijn echter gemengd in die groep landen. Terwijl de bbp-groei in India naar verwachting versnelt van 6,7 % in 2017 tot 7,3 % in 2018, vertraagt de bbp-groei in China naar verwachting van 6,9 % in 2017 tot 6,6 % in 2018 en 6,2 % in 2019, als gevolg van een strengere regelgeving in de vastgoedsector en met betrekking tot niet-bancaire financiële bemiddeling evenals de gevolgen van de handelsoorlog die de Verenigde Staten hebben ingezet om de Chinese uitvoer naar de US-markt te beperken. Op middellange termijn, terwijl de groei in de opkomende landen naar verwachting aanhoudt, zouden de olieprijzen dalen als gevolg van de toegenomen productie van schaliegas in de Verenigde Staten en het toegenomen aanbod van de OPEC-landen België Vooruitzichten voor de toekomst De economische situatie in België is vrij gunstig. Het bruto binnenlands product (bbp) neemt al jaren toe en is in 2017 met 1,7 % gestegen, na 1,5 % in Die versnelling zou naar verwachting echter niet blijven duren en de groei van de activiteit zou in 2018 en 2019 terugkeren naar het niveau van 2016, d.w.z. 1,5 % stijging voor elk van de jaren, aldus het Federaal Planbureau. Bestanddelen van het bbp De economische groei werd in 2017 vooral ondersteund door de binnenlandse vraag buiten voorraden (1,1 procentpunt) in het bijzonder door de consumptie van de huishoudens (0,6 procentpunt). De binnenlandse vraag buiten voorraden zou in 2018 de drijvende kracht achter de economische activiteit in België moeten blijven. De verlaging van de personenbelasting in combinatie met een sterkere groei van de brutolonen zou de koopkracht van de particulieren moeten ondersteunen, wat zou moeten leiden tot een toename van de consumptie, zij het in beperkte mate als gevolg van een verlies van vertrouwen bij diezelfde particulieren. De investeringen zullen naar verwachting ook dynamisch zijn, aangezien zij blijven profiteren van gunstige financieringsvoorwaarden. De bijdrage van de netto-uitvoer aan de bbp-groei was in 2017 licht positief (0,5 procentpunt), maar neemt naar verwachting in 2018 af (0,4 procentpunt). De minder handelsvriendelijke Europese economische situatie in combinatie met de 12

13 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. versterking van de binnenlandse vraag leidt tot een sterkere stijging van de Belgische invoer dan die van de Belgische uitvoer, waardoor het netto-effect enigszins vermindert. Inflatie Anderzijds zou de inflatie (GICP) stijgen tot 2,2 % in 2017, wat 0,4 procentenpunt hoger is dan in 2016, voornamelijk als gevolg van de hogere energieprijzen en met name de olie- en elektriciteitsprijzen, die de positieve effecten van een gematigde loonstijging enigszins verminderen. Ook moet worden opgemerkt dat de inflatie in België in 2017 sneller is gestegen dan in de buurlanden en in de eurozone. Risico's De grootste risico's voor de Belgische economie op korte termijn zijn exogeen. De brexit, het verlies van vertrouwen in de wereldmarkten, het protectionistische handelsbeleid (bevestigd of plausibel) van sommige historische handelspartners, in het bijzonder de Verenigde Staten (de vijfde grootste afzetmarkt voor de Belgische uitvoer), en de inflatoire druk die zou kunnen leiden tot een monetaire verstrakking, kunnen min of meer uitgesproken gevolgen hebben voor bepaalde sectoren van de Belgische economie. Tabel 1-1. Groeiprognoses van het Internationaal Monetair Fonds 3 en het Federaal Planbureau Eurozone 2,4 2 1,9 Verenigde Staten 2,2 2,9 2,5 China 6,9 6,6 6,2 W ereld 3,7 3,7 3,7 Belgïe 1,7 1,5 1,5 Binnenlandse vraag * 1,1 1,5 1,7 Veranderingen invoorraden * 0,1-0,4 0 Netto-uitvoer * 0,5 0,4-0,2 * = Bijdrage in procentpunt aan de reële bbp-groei. Bron: IMF, Federaal Planbureau. 3 IMF, World Economic Outlook: Challenges to Steady Growth, oktober Economische begroting, september

14 2. Conjunctuur in de textiel- (C13) en kledingindustrie (C14) 2.1. Conjunctuur Textielindustrie (C13-C14) De conjunctuurcurve in de textielindustrie heeft het herstel dat medio 2016 begon doorgezet en bleef in 2017 en de eerste helft van 2018 op een relatief hoog niveau, ongeëvenaard sinds de financiële en economische crisis, met uitzondering van De recentste ruwe gegevens voor 2018 laten evenwel een zekere achteruitgang van het vertrouwen van het bedrijfsleven in de textielindustrie doorschemeren. Het jaargemiddelde is bovendien boven het gemiddelde voor de periode geklommen en heeft in november 2017 zijn hoogste peil voor dezelfde periode bereikt. Grafiek 2-1. Bruto- en afgevlakte conjunctuurcurve in de textielindustrie (C13-C14) Bron: NBB, conjunctuurenquêtes. 14

15 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België Omzet, productie en productieprijzen Omzet volgens de btw-gegevens Textiel- en kledingindustrie In 2017 noteerde de textiel- en kledingindustrie (C13-C14) een omzetdaling in vergelijking met 2016 (-4,1 %). Het is het derde jaar op rij waarin de omzet daalt. Tijdens de eerste negen maanden van 2018 is de gecumuleerde omzet gedaald (-0,6 %) ten opzichte van dezelfde periode het jaar voordien, zodat de dalende trend zich doorzet. Grafiek 2-2. Omzet in de textielsector C13 van 2012 tot 2017 en over de eerste 9 maanden van 2017 en 2018 (in miljoen euro) Bron: Statbel, voorlopige gegevens voor het derde kwartaal van Tabel 2-1. Totale omzet (in miljoen euro) NACEcode Totale omzet M M9 Textiel , , , , , , , ,2-4,4% 6,1% -4,0% -0,3% -3,6% -0,6% Kleding ,2 716,9 689,1 748,4 728,6 675,6 543,0 519,2-7,5% -3,9% 8,6% -2,6% -7,3% -4,4% Totaal , , , , , , , ,4-4,9% 4,6% -2,3% -0,6% -4,1% -1,2% *Uitgedrukt in miljoen euro en in groeipercentage ten opzichte van het jaar voordien. Bron: Statbel, voorlopige gegevens voor het derde kwartaal van Voor C14 is vertrouwelijkheid geboden. 15

16 Textielsector (C13) Na een piek in 2014 daalde de omzet in de textielindustrie (C13) geleidelijk tot 4 miljard euro in 2017 (-3,6 % jaar op jaar). Van de subsectoren waaruit die industrie bestaat, zagen er twee, namelijk 13.1 textielvezels en 13.3 textielveredeling, hun verkoop in 2017 toenemen (respectievelijk +5,2 % en +0,5 %). De twee andere subsectoren, 13.2 weven van textiel en 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, die samen goed waren voor 78 % van de omzet van de sector, zagen hun verkoop in die periode met respectievelijk 13,8 % en 2,9 % teruglopen. Met een aandeel van 75 % is de subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten de belangrijkste van de textielsector (C13). Dat is een heel heterogene subsector op het vlak van de producten die vervaardigd worden. Zijn omzet daalde met 2,9 %. De dominante categorie binnen die subsector, vervaardiging van vloerkleden en tapijt, heeft de groei naar beneden getrokken (-3,8 %, of een negatieve bijdrage van 1,3 procentpunt aan de daling van 2,9 %), terwijl de op een na sterkste categorie, vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel, haar verkoop op een iets meer uitgesproken wijze heeft zien dalen (-6,2 %, een negatieve bijdrage van 1,4 procentpunt). De categorie met het op twee na grootste aandeel, vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding, vertoonde een omzetstijging van 3,5 %. Bij de daling van de verkoop in de eerste negen maanden van 2018 verklaart vooral de subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten de neerwaartse trend. De sector zag zijn ontvangsten dalen (-2,6 %), wat de omzet in de sector C13 naar beneden haalde. De categorieën vloerkleden en tapijt en vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel hebben hun omzet ook zien dalen, met respectievelijk 7,3 % en 1,4 %. Subsector 13.3 textielveredeling heeft zijn verkoop ook licht zien terugvallen (-1,3 %) in de loop van dezelfde periode. Subsector 13.1 textielvezels is de enige die er in die periode op vooruit is gegaan (+16,6 %), terwijl subsector 13.2 weven van textiel stagneerde. Kledingsector (C14) De omzet in de kledingsector (C14) is in 2017 met 7,3 % gedaald. De drie subsectoren waaruit de sector bestaat, hebben hun omzet zien dalen. De belangrijkste subsector, 14.1 vervaardiging van kleding, heeft zijn inkomsten met 3,9 % zien dalen, een bijdrage van 3,7 procentpunt aan de daling in de verkoop van de sector in zijn geheel. In die subsector is categorie vervaardiging van andere bovenkleding de belangrijkste verklaring voor de daling, door er 4,9 procentpunt aan bij te dragen (-11,3 % jaar op jaar). Dat overschaduwt het gunstige omzetverloop in de twee andere belangrijkste categorieën in de subsector, namelijk vervaardiging van werkkleding en vervaardiging van onderkleding. De omzet in die twee categorieën steeg immers met respectievelijk 14,5 % en 2,2 %, wat voor 2,2 en 0,6 procentpunt positief bijdroeg aan de wijziging van de omzet in subsector In dezelfde periode is de verkoop van subsectoren 14.2 vervaardiging van artikelen van bont en 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding gedaald met respectievelijk 33,6% en 72,9 %, wat een negatieve bijdrage van 0,2 en 3,4 procentpunt levert aan het omzetverloop van de kledingindustrie. Hun gewicht qua omzet is echter zeer beperkt in de kledingsector als geheel (C14). De omzetdaling in de kledingindustrie (C14) was weliswaar minder omvangrijk maar zette zich in de eerste negen maanden van 2018 wel door (-4,4 %). De verkoop van subsectoren 14.2 vervaardiging van artikelen van bont en 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding is nog verder gedaald, maar in beperktere mate dan voordien, met respectievelijk 16

17 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. 6,6 % en 3 % ten opzichte van dezelfde periode het jaar voordien. Terwijl ook de verkoop in subsector 14.1 daalde (-4,4 % jaar op jaar), was die daling meer uitgesproken dan in 2017 (-3,9 %). In subsector 14.1 liet de voornaamste categorie vervaardiging van andere bovenkleding een omzetdaling van 5,6 % optekenen, net zoals de op een na belangrijkste categorie vervaardiging van andere onderkleding, waarvan de verkoop terugliep met 4,4 %. In de derde subcategorie, 14,12 vervaardiging van werkkleding, steeg daarentegen de verkoop met 2,8 %. Productie volgens de Prodcom-indexen 5 Grafiek 2-3. Productie-index (Prodcom) in de twee sectoren in België (2015=100) Bron: Statbel, gegevens in volume, gecorrigeerd voor werkdagen. 5 Prodcom is de maandelijkse enquête naar de industriële productie. In het kader van de samenwerking tussen de EG-landen wordt gestreefd naar een betere vergelijkbaarheid van de statistische gegevens. Het statistisch bureau van de Europese Gemeenschap heeft daarom het initiatief genomen om de gegevens voor industriële productie in alle lidstaten te verzamelen met dezelfde productlijst, in dezelfde sectoren, enzovoort. Dat initiatief kreeg de naam "Prodcom", wat staat voor "PRODucts of the European COMmunity". Meer info op de website van de FOD Economie: 17

18 Tabel 2-2. Productie in België, in de eurozone en in de drie buurlanden Textiel Kleding Δ2017/2016 Δ2018M9/2017M9 Δ2017/2016 Δ2018M9/2017M9 Eurozone 1,5% -1,3% -1,7% 0,2% België -0,9% -2,5% 4,9% 5,6% Duitsland 3,5% -3,8% -2,2% -3,0% Frankrijk 1,4% -0,3% -1,9% -3,4% Nederland 4,9% 3,9% 1,2% 0,9% Bron: Eurostat, gegevens in volume, gecorrigeerd voor werkdagen. Textielsector (C13) De productie van de textielsector in de eurozone is in 2017 toegenomen (+1,5 %). Van de vier onderzochte landen kende alleen België een daling van zijn productie (-0,9 %). In Duitsland, Nederland en Frankrijk vertoonde de productie in de textielindustrie immers een toename met respectievelijk 3,5 %, 4,9 % en 1,4 %. Dat gunstige verloop lijkt echter in de eerste negen maanden van 2018 afgebroken, aangezien de productie in de eurozone en in alle buurlanden behalve Nederland is gedaald. In 2017 daalde de productie in de textielindustrie (C13) in België voor het tweede opeenvolgende jaar (-0,9 %) maar minder uitgesproken dan in 2016 (-3,6 %), en dat ondanks een lichte stijging van de productie (+0,3 %) in de dominante subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (die op zich al bijna driekwart van de productie van de textielindustrie vertegenwoordigt). De daling van de productie in de sector is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de op een na belangrijkste (15,9 %) subsector, 13.2 weven van textiel. De productie van die subsector is in 2017 immers met 6,4 % gedaald, nadat ze in 2016 ook al met 5,3 % was afgenomen. De productie in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten nam in 2017 dan weer met 0,3 % toe, na een daling van 3,6 % in In die subsector 6 liet de voornaamste categorie, vervaardiging van vloerkleden en tapijten, een lichte daling van haar productie met 0,6 % optekenen, net als de op een na belangrijkste categorie qua relatief gewicht, vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel, die haar productie eveneens zag dalen, maar in een iets meer uitgesproken mate (-3 %). De op twee na belangrijkste categorie, vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, noteerde daarentegen een duidelijke toename van de productie in 2017 (+11,9 %). In de eerste negen maanden van 2018 heeft de productie van de textielnijverheid (C13) de dalende trend doorgezet (-2,5 % jaar op jaar). Hoewel de productie in de meeste subsectoren en categorieën van de textielsector (C13) voor dezelfde referentieperiode een daling vertoont, weet de productiestijging (+0,6 %) in subsector 13.3 textielveredeling (+8,4 %) de daling in de sector enigszins te temperen. Net als de relatief belangrijkste subsector, 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, daalde ook de productie in de op een na belangrijkste subsector, 13.2 weven van textiel, maar dan op een meer uitgesproken manier. De productie daalde immers met 5,9 % voor subsector 13.2 weven van textiel en met 2 % voor subsector 13.9 andere textielproducten. In laatstgenoemde subsector is de productie van de drie qua relatief gewicht belangrijkste categorieën totaal verschillend geëvolueerd. Zo is de productie van de categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt over die periode met 5,2 % gedaald terwijl die van de categorieën vervaardiging van geconfectioneerde 6 Exclusief de sectoren waarvoor de gegevens vertrouwelijk zijn. 18

19 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. artikelen van textiel en vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel met respectievelijk 1 % en 1,6 % is toegenomen. Kledingsector (C14) In 2017 is de productie in de kledingindustrie (C14) in de eurozone en in twee van de vier referentielanden gedaald. Terwijl de productie in Duitsland (-2,2 %) en Frankrijk (-1,9 %) afnam, verhoogde ze in Nederland met 1,2 %, maar in België was de toename het meest uitgesproken (+4,9 %). Dezelfde trend wordt in de eerste negen maanden van 2018 bevestigd voor de vier onderzochte landen, terwijl er voor de eurozone sprake is van een omkering van de trend (+0,2 %). België heeft een duidelijk opwaarts profiel (+5,6 %), terwijl de productie in Nederland weliswaar blijft groeien, maar niet meer zo sterk in de loop van de onderzochte periode (+0,9 %). In Duitsland en Frankrijk bleef de productie afnemen met respectievelijk 3 % en 3,4 %. In 2017 (+4,9 %) knoopte de productie in de kledingindustrie (C14) in België voor het eerst weer aan bij de groei, onder impuls van de belangrijkste subsector, 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding. De productie van categorie vervaardiging van andere bovenkleding daalde met 7,7 % in 2017, terwijl die van categorie vervaardiging van onderkleding 17,1 % toenam. Over de eerste negen maanden van 2018 samen lijkt de productie in de kledingsector de opwaartse trend te bevestigen door jaar op jaar met 5,6 % te groeien. Opnieuw is subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding daarvoor de grootste verantwoordelijke (+5,4 %). Binnen die subsector daalde de productie van categorie vervaardiging van bovenkleding (-6,3 %), terwijl de productie van onderkleding (14.14) toenam (+9,6 %). 19

20 Indexcijfer van de productieprijzen in de sector 7 Grafiek 2-4. Indexcijfer van de productie (2015=100) Bron: Statbel, brutogegevens. Tabel 2-3. Productieprijzen in België, de eurozone en de drie buurlanden Bron: Eurostat, niet-aangepaste gegevens. Textielsector (C13) Textiel Kleding Δ2017/2016 Δ2018M9/2017M9 Δ2017/2016 Δ2018M9/2017M9 Eurozone 0,6% 0,8% 0,0% 0,5% België 0,3% -0,6% 1,2% -0,2% Duitsland 0,8% 0,8% 0,5% 0,4% Frankrijk -0,5% 1,3% -3,0% -2,4% Nederland 0,1% 2,0% 1,8% 2,4% In 2017 is de groei van de productieprijzen in de textielindustrie (C13) licht versneld in de eurozone. In de vier referentielanden is de prijsstijging in 2017 bescheiden gebleven (minder dan 1 %) zijn de prijzen licht gedaald (-0,5 % in Frankrijk) ten opzichte van het voorgaande jaar. De stijging van de prijzen verliep sneller in Duitsland (+0,8 %) dan in België (+0,3 %) en Nederland (+0,1 %). Over de eerste negen maanden van 2018 zijn de productieprijzen op dezelfde wijze gestegen in de eurozone (+0,8 %, jaar op jaar) als in Duitsland (+0,8 %) en in Nederland, hoewel de versnelling in Nederland opmerkelijk is (+2 %). Het tegenovergestelde verloop is tijdens de eerste negen maanden van 2018 evenwel vast te stellen voor Frankrijk, 7 Enquête uitgevoerd door Statbel in het kader van het Europese KTS-programma (Verordening (EG) nr. 1165/98 van de Raad van 19 mei 1998 inzake kortetermijnstatistieken). Zie het koninklijk besluit van 3 juli 2012 betreffende de maandelijkse en driemaandelijkse steekproefenquêtes met het oog op het samenstellen van kortetermijnstatistieken. 20

21 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. met een stijging van de productieprijzen met 1,3 % (na een daling in 2017), en omgekeerd voor België, waar de productieprijzen met 0,6 % zijn gedaald (na een stijging in 2017). In België noteerde van de 4 subsectoren in de textielsector (C13) enkel subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels een daling van de index van de productieprijzen (-4,3 %) in 2017 (in 2016 vertoonde de subsector al een profiel dat afweek van het profiel van de andere subsectoren). In de overige drie subsectoren steeg de index van de productieprijzen. Zo noteerde subsector 13.2 weven van textiel een stijging van de index met 7,6 % in 2017, na de 5,4 % van Die index stabiliseerde zich in de subsector 13.3 textielveredeling, die niet steeg, en bleef zo goed als stabiel in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, die slechts met 0,2 % toenam. De categorieën waaruit subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten bestaat, zijn zeer heterogeen. Van de drie voornaamste categorieën qua relatief gewicht is alleen in categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt de index van de productieprijzen gedaald (-1,2 % in 2017 na een stijging met 4,4 % in 2016), terwijl categorie vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel een stijging met 4,5 % van de productieprijzen liet optekenen en categorie vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel een lichte stijging (+0,3 %). In de eerste negen maanden van 2018 daalden de productieprijzen in de textielsector (-0,6 %). De productieprijzen van subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels daalden met 4,8 %, terwijl die in subsector 13.2 weven van textiel zich stabiliseerden. De productieprijzen stegen licht in subsector 13.3 textielveredeling (+0,9 %) en daalden in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (-0,6%). In die subsector kende alleen categorie vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel een stijging van de productieprijzen (+2 %). Zo zijn de prijzen van categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt gedaald (-2 %) en die van vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel met 0,2 %. Kledingsector (C14) De productieprijzen in de eurozone stabiliseerden zich in 2017 in vergelijking met In Nederland (+1,8 %) en België (+1,2 %) was de stijging van de productieprijzen het grootst, in Duitsland namen ze slechts licht toe (+0,5 %). In Frankrijk daarentegen namen de productieprijzen voor het vierde opeenvolgende jaar af (-3 %). In de eerste negen maanden van 2018 stegen de productieprijzen licht in de eurozone (+0,5 %) en in Duitsland (+0,4 %), in Nederland was de stijging aanzienlijker (+2,4 %). De neerwaartse trend van de productieprijzen die in 2017 in Frankrijk werd vastgesteld, zette zich voort tijdens de eerste negen maanden van 2018 (-2,4 % jaar op jaar). Ook in België daalden de productieprijzen, maar minder uitgesproken (-0,2 %). In België vertoonden de vier categorieën waaruit de subsector kledingartikelen bestaat, in 2017 een opwaarts profiel wat de productieprijzen betreft. Categorie vervaardiging van andere kleding en toebehoren, vertoont 2,7 % jaar op jaar de significantste stijging. De hoofdcategorieën vervaardiging van andere bovenkleding, vervaardiging van onderkleding en vervaardiging van werkkleding lieten eerder beperkte stijgingen van rond 1 % optekenen. In de eerste negen maanden van 2018 daalden de productieprijzen licht (-0,2 %) als gevolg van een daling van die prijzen in categorie vervaardiging van werkkleding (-8,2 %). De andere drie categorieën van subsector 14.1 vertoonden een opwaartse trend in de productieprijzen, variërend van +1,2 % voor categorie vervaardiging van onderkleding tot 21

22 +4,8 % voor categorie vervaardiging van andere kleding en toebehoren. De productieprijzen in categorie vervaardiging van andere bovenkleding stegen met +1,5 % in de eerste negen maanden van 2018 jaar op jaar. Investeringen In 2017, daalden de investeringen in de textiel- en kledingindustrie (C13 en C14 samen) met 13,3% na de sterke stijging in 2016 (+ 31,7%). De daling werd waargenomen in de overgrote meerderheid van de subsectoren. Over de eerste negen maanden van 2018 daalden de investeringen in de C13- en C14-sectoren als geheel met ongeveer 11,2% in vergelijking met dezelfde periode van het voorgaande jaar. Grafiek 2-5. Investeringen in de textielsector C13 (in miljoen euro) Bron: Statbel, voorlopige gegevens voor het derde kwartaal van Tabel 2-4. Totaal investeringen (in miljoen euro) NACEcode Totale investeringen M M9 Textiel ,0 104,3 135,0 122,0 163,0 145,9 108,6 90,5-2,5% 29,4% -9,6% 33,6% -10,5% -16,7% Kleding 14 20,2 13,5 12,3 18,7 22,3 14,7 9,9 14,7-33,3% -9,0% 52,6% 19,2% -34,1% 48,5% Totaal ,2 117,8 147,2 140,8 185,3 160,6 118,5 105,2-7,4% 25,0% -4,4% 31,7% -13,3% -11,2% *Uitgedrukt in miljoen euro en in groeipercentage ten opzichte van het jaar voordien. Bron: Statbel, voorlopige gegevens voor het derde kwartaal van Voor C14 is vertrouwelijkheid geboden. Textielsector (C13) De investeringen in de textielsector (C13) zijn in 2017 teruggelopen met 10,5 %, na de sprong van 33,6 % in Van de subsectoren van de textielindustrie (C13) kende alleen subsector 13.2 weven van textiel een stijging (+7,2 %). 22

23 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Maar de zwaarwichtige subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten vormt de voornaamste verklaring voor de neerwaartse druk op de investeringsuitgaven die voor de hele textielsector (C13) wordt vastgesteld. De investeringsuitgaven van subsector 13.9 daalden in 2017 immers met 11,1 %. Binnen die subsector trekt categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt door zijn aanzienlijk gewicht de hele subsector 13.9 naar beneden. De investeringen daalden er met 26,6 %. In 2016 waren ze echter met 73,9 % gestegen. De gegevens voor de eerste negen maanden van 2018 wijzen op een sterke terugval van de investeringen met 16,7 % vergeleken met dezelfde periode van het jaar voordien. Het is opnieuw subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten die de investeringen van de sector C13 naar beneden trekt, en meer in het bijzonder categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt, d.w.z. de zwaarst wegende categorie, die jaar op jaar een daling van 32,3 % vertoont. De twee andere grote categorieën over technisch textiel (13.96) en geconfectioneerde textielproducten (13.92) hebben eveneens hun investeringen verminderd. Kledingsector (C14) De investeringen in de kledingindustrie (C14) daalden in 2017, na twee opeenvolgende jaren van groei, met 34,1 %. Dat lag voornamelijk aan een algemene daling van de investeringen in alle categorieën waaruit subsector 14.1 bestaat en meer bepaald categorie vervaardiging van onderkleding. In tegenstelling tot de textielsector (C13) vertonen de beschikbare gegevens voor de eerste negen maanden van 2018 een herstel van de investeringen voor de kledingindustrie voor die periode (+48,5 % jaar op jaar), met name als gevolg van een zeer sterke toename van de investeringsuitgaven in subsector vervaardiging van onderkleding. Bezettingsgraad van de productiecapaciteit Tabel 2-5. Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde bezettingsgraad van de productiecapaciteit 8 (in %) M9 2018M9 Afwijking in procentpunt M9-2017M9 Gezamenlijke verwerkende nijverheid 76,73 76,85 79,15 79,53 80,03 81,28 81,47 80,17 4,55 1,25-1,30 Gezamenlijke textielnijverheid 67,90 68,05 69,10 67,95 69,75 74,70 74,50 71,30 6,80 4,95-3,20 Textielnijverheid (exclusief breigoed en confectie) 70,93 69,15 72,08 74,63 74,25 78,10 78,10 75,43 7,18 3,85-2,67 Om 2018 en 2017 te vergelijken wordt het gemiddelde van de eerste drie kwartalen in aanmerking genomen zodat de coherentie van de vergelijking wordt gewaarborgd. Bron: NBB, conjunctuurenquêtes. De gemiddelde bezettingsgraad van de productiecapaciteit voor de totale verwerkende industrie daalde in de eerste drie kwartalen van 2018 met 1,3 procentpunt in vergelijking met die in de eerste drie kwartalen van De bezettingsgraad is echter nog steeds hoger dan het twintigjarig gemiddelde, dat 79,95 % bedraagt. In 2017 werd een stijging van de bezettingsgraad met 1,25 procentpunt waargenomen ten opzichte van het niveau van 2016 en met 4,55 procentpunt ten opzichte van Sinds medio 2016 is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit hoger dan het twintigjarig gemiddelde. Er wordt dus druk uitgeoefend op het 8 De bezettingsgraad van de productiecapaciteit wordt gemeten op basis van een driemaandelijkse studie (januari, april, juli en oktober) van de NBB. De resultaten van oktober (M10) hebben betrekking op de benuttingsgraad van september. De gemiddelde jaarlijkse bezettingsgraad wordt als volgt berekend: (M4y + M7y + M10y + M1y+1)/4. 23

24 productieapparaat sinds medio 2016, wat eventuele uitbreidingsinvesteringen doet vermoeden. De bezettingsgraad van de productiecapaciteit voor de textielindustrie (exclusief breigoed en confectie) is constant hoger dan die van de totale textielindustrie, behalve in het eerste kwartaal van In 2017 steeg die bezettingsgraad voor de totale textielindustrie met 6,80 procentpunt in vergelijking met 2012, terwijl hij voor de textielindustrie (exclusief breigoed en confectie) in dezelfde periode met 7,18 procentpunt steeg. Uit een vergelijking van de jaren 2017 en 2016 blijkt dat de bezettingsgraad van de productiecapaciteit voor de totale textielindustrie met 4,95 procentpunt is gestegen, terwijl die van de textielindustrie (exclusief breigoed en confectie) met slechts 3,85 procentpunt is gestegen vertoont een neerwaartse trend van de bezettingsgraden. In de eerste drie kwartalen van 2018 daalde de bezettingsgraad immers met 3,20 procentpunt voor de totale textielindustrie in vergelijking met dezelfde periode in 2017, en met 2,67 procentpunt voor de textielindustrie (exclusief breigoed en confectie) over dezelfde periode. Sinds het tweede kwartaal van 2018 ligt de bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de textielsector onder het twintigjarig gemiddelde, wat zou kunnen wijzen op een zekere vertraging of alleszins een vermindering van de druk op het productieapparaat. Er moet ook op worden gewezen dat het twintigjarig gemiddelde van de bezettingsgraad van de productiecapaciteit van de gehele verwerkende industrie aanzienlijk hoger ligt 79,95 % zoals gezegd terwijl het twintigjarig gemiddelde voor de textielsector en voor de textielindustrie (exclusief breigoed en confectie) respectievelijk 72,33 % en 76,34 % bedraagt. Grafiek 2-6. Voor seizoensinvloeden gecorrigeerde bezettingsgraad van de productiecapaciteit (in %) Bron: NBB, conjunctuurenquêtes. De druk die het hele jaar 2017 op het productieapparaat van de textielindustrie, al dan niet met breigoed en confectie inbegrepen, werd uitgeoefend doordat de bezettingsgraden van de productiecapaciteiten hun langetermijngemiddelde overschreden, is in de loop van de eerste 24

25 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. negen maanden van 2018 verdwenen. Er moet evenwel op worden gewezen dat die bezettingsgraden sinds de economische en financiële crisis nog maar zeer zelden hun langetermijngemiddelde hadden overschreden, met uitzondering van de verwerkende industrie Tewerkstelling De volgende conjunctuuranalyse van de tewerkstelling in de gehele textiel- en kledingsector (C13-C14) werd uitgevoerd op basis van de officiële statistieken, dat wil zeggen de gecentraliseerde statistieken van de RSZ, die gegroepeerd zijn volgens de statistische nomenclatuur van economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, en wel in de Belgische versie daarvan, NACE-BEL2008. De ledenlijst van de bijzondere raadgevende commissie textiel en kleding blijkt echter sectoren te omvatten die buiten de NACE-sectoren 13 en 14 vallen. Het is inderdaad zo dat de paritaire comités 9 tevens een samenhangend geheel van aanverwante of gelijkaardige bedrijfstakken bestrijken. Bijgevolg wijken de statistieken volgens de groepering in paritaire comités af van de officiële statistieken op basis van de NACE-codes, gezien het ruimere waarnemingsveld of ondernemingspanel. Er bestaan 7 belangrijke paritaire comités voor de textiel- en kledingsector (bijlage 3.8). De lezer begrijpt dan ook dat het besluit van de analyse van de tewerkstelling in de textiel- en kledingsector, hierna gehele textielsector genoemd (C13-C14), verschilt naargelang men gebruikmaakt van de gegevens op basis van de NACE-codes (officiële groepering) dan wel op basis van de groepering in paritaire comités. In 2017 daalde het aantal banen 10 in beide sectoren samen (C13-C14) met 0,1 %, van naar rechtstreekse jobs. Die daling is uitsluitend afkomstig van een daling van de tewerkstelling in de kledingsector (C14). In het eerste kwartaal van 2018 telden de twee sectoren samen (C13-C14) rechtstreekse jobs 11, 0,04 % minder dan in dezelfde periode het jaar voordien ( rechtstreekse jobs). 9 De paritaire comités zijn organen opgericht op basis van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. Ze zijn samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Ze zijn opgericht voor alle bedrijfstakken met de bedoeling om de ondernemingen met gelijkaardige activiteiten te groeperen en een regelgeving uit te werken die aangepast is aan de arbeidsvoorwaarden. Hun opdrachten zijn de volgende: het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten; het voorkomen of bijleggen van sociale conflicten; het adviseren van de regering, de Nationale Arbeidsraad of de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en het uitvoeren van elke taak die hen door een wet is toevertrouwd. 10 Het betreft de gecentraliseerde RSZ-gegevens. De statistieken van de ingenomen arbeidsplaatsen aan het eind van een kwartaal komen tot stand door het aantal werknemers te tellen dat in dienst is bij elke werkgever aan het eind van een kwartaal. Werknemers die aan het eind van een kwartaal bij meer dan één werkgever in dienst zijn, worden ook meer dan één keer meegeteld. Het verschil tussen het aantal arbeidsplaatsen en het aantal ingenomen arbeidsplaatsen is uitsluitend toe te schrijven aan die werknemers met verschillende banen. Werknemers die tegelijkertijd meerdere functies bij dezelfde werkgever vervullen (met verschillende statuten of contracten) nemen slechts een enkele arbeidsplaats in. Er wordt enkel rekening gehouden met de kenmerken van de hoofdprestatie. Die wordt geselecteerd op soortgelijke wijze als de hoofdprestatie van de werknemer. Dat komt het meest voor in het onderwijs. 25

26 Grafiek 2-7. Tewerkstelling in de twee sectoren Bron: Gecentraliseerde statistieken van de RSZ, periodegemiddelden. Textiel (C13) In 2017 telde de textielsector (C13) gemiddeld rechtstreekse jobs, een toename met 0,4 % in vergelijking met Dat is een verbetering van de situatie, waardoor er een einde komt aan de neerwaartse trend die al een aantal jaren werd waargenomen. Van de twee geanalyseerde sectoren is de textielsector (C13) de belangrijkste op het vlak van tewerkstelling. Het aantal werknemers in de textielsector stijgt in het eerste kwartaal van 2017 op jaarbasis en komt uit op jobs, 0,2 % meer dan in het eerste kwartaal van 2017 (+39 jobs). Dat is de derde opeenvolgende driemaandelijkse toename jaar op jaar. Met uitzondering van subsector 13.9 andere textielproducten, die op jaarbasis een toename van het aantal werknemers noteerde tijdens het eerste kwartaal van 2018, hebben alle andere subsectoren hun aantal werknemers tijdens het eerste kwartaal 2018 zien dalen. Subsector 13.9 andere textielproducten heeft met andere woorden in zijn eentje alle nieuwe banen in de textielindustrie gecreëerd (265 nieuwe banen tegenover 226 verloren gegane banen, d.w.z. een nettosaldo van +39 banen). Subsector 13.2 weven van textiel blijft de dominante subsector van de textielsector (C13) voor tewerkstelling en is ook de sector die de meeste banen heeft verloren in het eerste kwartaal van 2018 (184 van de 226 verloren banen). Kleding (C14) In 2017 telde de kledingsector (C14) rechtstreekse jobs, wat 2,7 % minder is dan in 2016 (-88 rechtstreekse jobs). De tewerkstelling in deze sector is in 9 jaar tijd bijna gehalveerd (-48,5 %) en de neerwaartse trend zet zich nog steeds voort. In tegenstelling tot de textielsector daalt het aantal werknemers in de kledingsector (C14) in het eerste kwartaal van 2018 met 1,5 % ten opzichte van het eerste kwartaal van 2017; het totaal bedraagt jobs, dus 48 minder dan in het eerste kwartaal van Deze mindere 11 Het gaat om het aantal arbeidsplaatsen. Uitzendarbeid is niet in aanmerking genomen. 26

27 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. prestatie (daling van de tewerkstelling) van de kledingsector is voor 87,8 % toe te schrijven aan subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding, de zwaarst wegende subsector in de kledingsector (C14) (43 van de 49 verloren rechtstreekse jobs in de kledingsector). Tabel 2-6. Tewerkstelling in de twee sectoren NACEcode T1 T2 T3 T4 T1 Textiel Wijziging t.o.v voorgaande jaar -4,4% -1,6% -0,9% 0,0% 0,4% 0,2% -0,1% 0,8% 0,7% 0,2% Kleding Wijziging t.o.v voorgaande jaar -9,5% -12,7% -5,5% -2,1% -2,7% -2,6% -3,6% -3,2% -1,5% -1,5% Totaal Wijziging t.o.v voorgaande jaar -5,4% -3,6% -1,6% -0,3% -0,1% -0,2% -0,6% 0,2% 0,4% -0,04% Bron: Gecentraliseerde statistieken van de RSZ Tijdelijke werkloosheid in de textielsector (C13) en de kledingsector (C14) Grafiek 2-8. Tijdelijke werkloosheid in de verwerkende industrie en de textiel- en kledingindustrie Bron: Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. In één jaar steeg het aantal personen dat gebruikmaakte van de regeling voor tijdelijke werkloosheid in de textielindustrie met 60 eenheden (+1,7 % in één jaar) in het vierde kwartaal van 2017 en het bereikte daardoor eenheden. In het tweede kwartaal van 2018 is dat stelsel van tijdelijke werkloosheid in de textielsector met 435 eenheden (+12,1 % jaar op jaar) toegenomen, tot eenheden. Nog steeds is het derde kwartaal van 2015 de periode waarin de textielindustrie het kleinste aantal tijdelijk werklozen sinds 2012 telde, namelijk

28 Voor de hele verwerkende industrie is het aantal personen dat gebruikmaakte van de regeling voor tijdelijke werkloosheid, in het vierde kwartaal van 2017 jaar op jaar met eenheden (-18,9 %) gedaald tot tijdelijk werklozen. In het tweede kwartaal van 2018 daalde die tijdelijke werkloosheidsregeling in de verwerkende industrie met eenheden (-4,6 % jaar op jaar) tot eenheden. In het derde kwartaal van 2017 telde de hele verwerkende industrie sinds 2012 het laagste aantal personen die gebruikmaakten van de regeling voor tijdelijke werkloosheid ( tijdelijk werklozen). Het derde kwartaal van 2016 lijkt een scharniermoment te zijn geweest dat een ommekeer in het verloop van de tijdelijke werkloosheid markeert voor de textielsector. Laatstgenoemde gaat immers opnieuw naar omhoog, terwijl de tendens voor de industrie nog altijd neerwaarts is. De afwijking tussen de twee curves wordt steeds breder Ondernemerschap Faillissementen en banenverlies ten gevolge ervan Het aantal faillissementen is in 2017 in beide industrieën samen (C13-C14) gedaald ten opzichte van 2016; 19 faillissementen werden geregistreerd. Het banenverlies ten gevolge van faillissementen volgde een dalende tendens: van 183 naar 64 verloren jobs (een daling met bijna 2/3). Sector C14 vervaardiging van kleding heeft in 2017 het merendeel van de faillissementen (63,2 %, of 12 van de 19 faillissementen) geabsorbeerd, terwijl sector C13 vervaardiging van textiel het grootste deel van het banenverlies (85,9 % of 55 van de 64 verloren jobs) heeft geabsorbeerd. In het tweede kwartaal van 2018 noteerde de hele textielindustrie (C13-C14) 4 faillissementen van ondernemingen, een daling met 2 eenheden ten opzichte van het vorige kwartaal en ten opzichte van hetzelfde kwartaal het jaar voordien. Door banenverlies ten gevolge van faillissementen telde de hele textielindustrie (C13-C14) 14 verloren jobs in het tweede kwartaal van 2018, wat 9 meer is dan het vorige kwartaal (5 verloren banen) en 4 minder jaar op jaar (van 18 verloren banen naar 14). Net als in het eerste kwartaal van 2018 zijn alle faillissementen (vier) en bijgevolg ook alle verloren banen die daarmee gepaard gingen (veertien) in het tweede kwartaal van 2018 te betreuren in de sector vervaardiging van textiel. Tabel 2-7. Faillissementen en banenverlies ten gevolge ervan in de twee sectoren NACEcode I II III IV I II Faillissementen Banenverlies ten gevolge van faillissementen Bron: Statbel. Textiel (C13) In het tweede kwartaal van 2018 registreerde de textielsector (C13) 4 bedrijfsfaillissementen, wat een gunstig verloop is in vergelijking met het vorige kwartaal maar een achteruitgang jaar op jaar (één faillissement meer). Door banenverlies als gevolg van faillissementen stelt men het tegenovergestelde effect vast, met name een achteruitgang ten opzichte van het vorige kwartaal en een gunstig verloop jaar op jaar (3 jobs minder verloren). 28

29 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Kleding (C14) De kledingindustrie (C14) liet in het tweede kwartaal van 2018 geen faillissement optekenen en bijgevolg ook geen banenverlies. We spreken dus van een stagnatie ten opzichte van het vorige kwartaal en een gunstig verloop jaar op jaar (van 3 naar 0 faillissementen en van één naar geen verloren baan). Oprichtingen, schrappingen en btw-inschrijvingen van ondernemingen Btw-plichtige ondernemingen In 2017 is het aantal btw-plichtige ondernemingen in de hele textielindustrie (C13-C14) met 4,2 % gestegen ten opzichte van het jaar voordien, van naar ondernemingen. De ondernemingsdynamiek van 2017 werd in nagenoeg gelijke mate gedragen door de textielsector (C13) en de kledingsector (C14), met respectievelijk 49,6 % en 50,4 % btw-plichtige ondernemingen. Van de in de hele textielindustrie (C13-C14) geregistreerde btw-plichtige ondernemingen in 2017, behoort 88,3 % tot slechts drie subsectoren. Het gaat om de volgende subsectoren: 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding (1.666 van de btw-plichtige ondernemingen), 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (1.060 van de btwplichtige ondernemingen) en 13.3 textielveredeling (316 van de btw-plichtige ondernemingen). Tabel 2-8. Aantal btw-plichtige ondernemingen volgens grootte Klassen Sectoren / /2016 Aandeel in ,3% 5,5% 100,0% Minder dan 5 werknemers 5-9 werknemers werknemers werknemers +50 werknemers Totaal Bron: Statbel ,6% 4,3% 46,5% ,6% 6,5% 53,5% ,2% -10,2% 100,0% ,4% -10,3% 76,3% ,6% -10,0% 23,7% ,2% 3,8% 100,0% ,5% 3,1% 60,6% ,0% 4,9% 39,4% ,3% -10,0% 100,0% ,3% -4,6% 76,5% ,4% -24,0% 23,5% ,1% -2,7% 100,0% ,0% -1,5% 90,1% ,5% -12,5% 9,9% ,1% 4,2% 100,0% ,6% 2,8% 49,6% ,0% 5,6% 50,4% Nagenoeg de hele textielindustrie (C13-C14) bestaat uit kmo's (ondernemingen met minder dan 50 werknemers): 97,9 % van de ondernemingen voor 2017 (3.375 ondernemingen op 3.446). Van die kmo's telt 91,0% (of van die ondernemingen) minder dan 5 werknemers. 29

30 Oprichtingen Het aantal oprichtingen van ondernemingen in de hele textielindustrie (C13-C14) is in 2017 eveneens gestegen tegenover 2016, van 328 naar 384 nieuw opgerichte ondernemingen, of een toename van 17,1 %. In tegenstelling tot de btw-inschrijvingen worden de oprichtingen van ondernemingen in 2017 vooral gedragen door de kledingsector (C14), met 60,7 %, gevolgd door 39,3 % voor de textielsector (C13). In 2017 werden haast uitsluitend kmo's met minder dan 5 werknemers opgericht (99,7 %). Tabel 2-9. Aantal oprichtingen volgens grootte van onderneming Klassen Sectoren / /2016 Aandeel in 2017 Minder dan ,9% 16,8% 100,0% ,6% 14,5% 39,3% werknemers ,1% 18,4% 60,7% ,0% ,0% werknemers ,0% ,0% ,0% - - werknemers ,0% ,0% - - werknemers ,0% ,0% 100,0% ,0% 100,0% werknemers ,0% ,7% 17,1% 100,0% Totaal ,5% 14,4% 39,3% ,4% 18,9% 60,7% Bron: Statbel. Van de 384 startende ondernemingen die in 2017 door de textielindustrie in haar geheel (C13- C14) werden geregistreerd, behoorde 94,0 % tot drie subsectoren: 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding (223 van de 384 opgerichte ondernemingen), 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (91 van de 384 opgerichte ondernemingen) en 13.3 textielveredeling (47 van de 384 opgerichte ondernemingen). Schrappingen De hele textielindustrie (C13-C14) kende een ongunstige ontwikkeling op het gebied van schrappingen van ondernemingen. Het aantal schrappingen steeg in 2017 immers met 11,5 % ten opzichte van 2016, van 200 naar 223 geschrapte ondernemingen. In 2017 viel 58,7 % van de geschrapte ondernemingen onder de kledingsector (C14) en 41,3 % onder de textielsector (C13). Van de 223 geschrapte ondernemingen die in 2017 door de textielindustrie in haar geheel (C13-C14) werden geregistreerd, behoorde 91,9 % tot drie subsectoren: 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding (123 van de 223 geschrapte ondernemingen), 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (67 van de 223 geschrapte ondernemingen) en 13.3 textielveredeling (15 van de 223 geschrapte ondernemingen). 30

31 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Tabel Aantal schrappingen volgens grootte van onderneming Klassen Sectoren / /2016 Aandeel in 2017 Minder dan ,8% 12,2% 100,0% ,3% 0,0% 41,2% werknemers ,3% 22,6% 58,8% ,7% 0,0% 100,0% ,0% 0,0% 100,0% werknemers ,0% - 0,0% ,0% ,0% - - werknemers ,0% - 100,0% ,0% - 0,0% werknemers ,0% ,0% -100,0% ,0% -100,0% - werknemers ,9% 11,5% 100,0% Totaal ,1% -2,1% 41,3% ,3% 23,6% 58,7% Bron: Statbel. In 2017 waren het aantal geschrapte ondernemingen in de hele textielindustrie (C13-C14) hoofdzakelijk kmo s met minder dan 5 werknemers (99,1 %). In 2017 werd de hele textielindustrie (C13-C14) gekenmerkt door een positief nettosaldo (384 opgerichte ondernemingen tegenover 223 geschrapte, een positief verschil van 161 ondernemingen). De kledingsector (C14) nam 62,7 % van die netto-oprichting voor zijn rekening Buitenlandse handel (nationaal concept) Inleiding Voor de cijfers van de buitenlandse handel in dit verslag wordt gebruikgemaakt van de gegevens van de Nationale Bank van België (NBB) over de handel, uitgewerkt volgens het nationale concept 12.De geïnteresseerde lezer vindt in de bijlagen echter ook de grafieken en samenvattende tabellen met de handelscijfers volgens het communautaire concept 13. Zo vertegenwoordigde de export van de textiel- en kledingindustrie (C13-C14) in ,2 % van de totale Belgische export, wat een toename met 0,6 % tegenover het voorgaande jaar is. De sector neemt ook 2,5 % van de totale Belgische invoer voor zijn rekening, wat op jaarbasis eveneens een stijging betekent, met 10,6 %. In 2017 was het handelssaldo voor de textiel- en kledingsector (C13-C14) net als de voorgaande jaren negatief, met een tekort dat oploopt tot bijna 1,1 miljard euro. In de eerste 9 maanden van 2018 bleef het handelstekort in de textiel- 12 Het nationale concept omvat enkel import- en exportoperaties waarbij een in België gevestigde onderneming betrokken is (bron: NBB). 13 Het communautair concept heeft betrekking op alle in- en uitvoerbewegingen van goederen, met inbegrip van aankoop (invoer) en verkoop (wederuitvoer) in België tussen niet-ingezeten bedrijven (bron: NBB). Eurostat publiceert de handelsgegevens alleen volgens het communautair concept, waardoor handelsgegevens met andere landen kunnen vergeleken worden. 31

32 en kledingsector (C13-C14) op hetzelfde niveau als in dezelfde periode in 2017, namelijk bijna 822 miljoen euro. In 2017 bekleedde de vervaardiging van textiel (C13) met 64,7 % de voornaamste plaats in de export van de hele textielsector (C13-C14). 50,7 % daarvan was bestemd voor de Europese markt en 14 % voor de markt buiten Europa. De export van kledingartikelen (C14) bedroeg 35,3 % van de export van de hele textielindustrie 30,5 % naar andere EU-landen en 4,8 % naar landen buiten Europa. De uitvoer naar partners binnen Europa vertegenwoordigt dus 81,2 % van de uitvoer van de hele textielsector (C13-C14). Voor de import geldt dan weer het omgekeerde. Terwijl de vervaardiging van textiel (C13) een kleiner aandeel heeft in de invoer van de textielsector als geheel (C13-C14), namelijk 32,3 % (waarvan 20,5 % invoer uit EU-landen en 11,7 % uit landen van buiten Europa), is de invoer van kledingartikelen (C14) het belangrijkst, goed voor 67,7 % van de invoer in de sector als geheel; de import van kledingartikelen komt ook voor het merendeel uit andere EU-landen (40 %) en minder uit niet-europese landen (27,7 %). Als gevolg daarvan is 60,5 % van de invoer in de textielsector als geheel (C13-C14) afkomstig uit andere EU-landen. Grafiek 2-9. Aandeel van de uit- en invoer van de textielsector (C13) en de kledingsector (C14) in de uit- en invoer van de hele textielindustrie (C13-C14) Uitvoer (2017) Invoer (2017) 30,5% 14,0% 11,7% 40,0% 20,5% 4,8% 50,7% 27,7% C13: extra-eu28 C13: intra-eu28 C14: extra-eu28 C14: intra-eu28 Bron: NBB (INR), nationaal concept. C13: extra-eu28 C13: intra-eu28 C14: extra-eu28 C14: intra-eu28 32

33 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Export, import en handelsbalansen Textielsector (C13) Grafiek Buitenlandse handel in de textielindustrie (C13) (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), nationaal concept. In de eerste 9 maanden van 2018 is de Belgische export van textiel (C13) met 2,1 % gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2017, van 2.952,4 miljoen euro naar 2.890,7 miljoen euro. In 2017 was de Belgische textielexport, die in vergelijking met 2016 met 2 % was gedaald, vooral bestemd voor de Europese markt, die 78,3 % van de Belgische textielexport voor zijn rekening nam. In tegenstelling tot de export vertraagde de import van Belgisch textiel (C13) in de eerste 9 maanden van 2018 licht ten opzichte van het jaar voordien, van 1.698,4 miljoen euro naar 1.692,9 miljoen euro, een daling van 0,3 %. De Belgische import van textiel (C13), die 1,2 % lager lag dan in 2016, was in 2017 vooral afkomstig uit lidstaten van de Europese Unie, die bijna twee derde (63,6 %) van de Belgische textielimport voor hun rekening namen. Terwijl de interacties met niet-europese markten in de eerste 9 maanden van 2018 jaar op jaar toenamen (+17,1 % voor de export, +2,3 % voor de import), nam de dynamiek van de handel met de Europese markten af (-2 % voor de export, -1,9 % voor de import). Tijdens de hele beschouwde periode vertoonde de handelsbalans een overschot. Bovendien is het handelssaldo tussen de eerste 9 maanden van 2017 en de eerste 9 maanden van 2018 licht gestegen, van 1.192,3 miljoen euro tot 1.259,4 miljoen euro. Er moet echter op gewezen worden dat die toename van het overschot over de eerste 9 maanden van 2018 volgt op twee opeenvolgende jaren van daling. 33

34 Kledingsector (C14) Grafiek Buitenlandse handel in de textielindustrie (C14) (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), nationaal concept. In de eerste 9 maanden van 2018 is de totale export van Belgische kledingartikelen (C14) toegenomen met 7,4 % jaar op jaar, van 1.608,9 miljoen euro in 2017 tot 1.727,8 miljoen euro. In 2017 was de export van Belgische kledingartikelen, die eveneens met 5,7 % toenam, voor het merendeel bestemd voor de Europese markt, die 86,3 % van de Belgische kledingexport voor zijn rekening nam. Net zoals de export steeg de import van Belgische kledingartikelen (C14) over de eerste 9 maanden van 2018 jaar op jaar, van 3.623,4 miljoen euro tot 3.809,4 miljoen euro; dat is een toename van zowat 5,1 %. Die toename van de import is exclusief toe te schrijven aan de stijging van de import uit landen buiten de EU (+15,1 %), terwijl de import uit lidstaten van de Europese Unie over dezelfde periode afnam (-1,9 %). In 2017 nam de Belgische invoer van kledingproducten sterk toe (+17,3 %) in vergelijking met 2016, toen de invoer uit niet- Europese landen met 48,2 % toenam terwijl de toename van de invoer uit Europese landen bescheiden was (+2,5 %). Toch vertegenwoordigt de intra-europese import het grootste deel van de invoer in de kledingsector, goed voor 59,1 % van de totale Belgische invoer van kledingartikelen, tegenover 40,9 % voor de invoer uit niet-europese landen. Tijdens de hele beschouwde periode vertoonde de handelsbalans een tekort. Bovendien is het tekort eveneens tot bijna 2,1 miljard euro opgelopen over de eerste 9 maanden van 2018 (tegenover 2 miljard euro een jaar voordien), na een aanzienlijke verslechtering ervan in 2017, toen het meer dan 2,6 miljard euro bedroeg (tegenover 2,1 miljard in 2016). 34

35 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Handelspartners voor de export Textielsector (C13) Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor export m.b.t. de textielnijverheid (C13) in 2016 en 2017 (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), nationaal concept. In 2017 was het Verenigd Koninkrijk de belangrijkste afzetmarkt voor België wat de export van textiel (C13) betreft. Er werd voor 593,1 miljoen euro aan Belgisch textiel naar het VK uitgevoerd; dat is 8,8 % minder jaar op jaar maar nog altijd goed voor 15,4 % van de Belgische export in de sector in De buurlanden van België waren in 2017 ook belangrijk voor de export van textiel (C13). Frankrijk (584,7 miljoen euro), Duitsland (524,7 miljoen euro) en Nederland (412 miljoen euro) waren immers respectievelijk de tweede, derde en vierde grootste afnemer van Belgisch textiel (C13), waarmee ze respectievelijk 15,2 %, 13,6 % en 10,7 %, of in totaal 39,5 % van de Belgische textielexport voor hun rekening namen. In de top 10 van de afzetmarkt voor de export van Belgisch textiel (C13) staan ook landen van buiten de Europese Unie. Het gaat met name om de Verenigde Staten (147,6 miljoen euro) en China (113 miljoen euro), die respectievelijk de vijfde en de zevende plaats bezetten. De landen in de top 10 zijn dezelfde als die van

36 Kledingsector (C14) Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor export m.b.t. de kledingnijverheid (C14) in 2016 en 2017 (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), nationaal concept. In 2017 waren de buurlanden van België de belangrijkste afzetmarkten voor de export van kledingartikelen (C14). Het ging in dalende volgorde om Duitsland (386,7 miljoen euro), Frankrijk (380,1 miljoen euro) en Nederland (305,4 miljoen euro). Door de daling van de uitvoer naar Frankrijk (-7,5 %) kon Duitsland opklimmen naar de eerste plaats in de ranglijst van De Belgische export van kledingartikelen (C14) naar die landen vertegenwoordigt meer dan de helft (51 %) van de Belgische export in die sector, met aandelen van respectievelijk 18,4 %, 18,1 % en 14,5 %. Het Verenigd Koninkrijk staat met 214,5 miljoen euro op de vierde plaats voor de export van Belgische kledingartikelen (C14), goed voor 10,2 % van de Belgische export in die sector en een stijging met 44,4 % in vergelijking met het jaar voordien. In de rangschikking van de tien belangrijkste afzetmarkten voor de Belgische kledingexport staan negen Europese landen. Het enige land van buiten de Europese Unie in de rangschikking is Kameroen, op de tiende plaats in 2017 en goed voor slechts 1,5 % van de Belgische kledingexport of een totale waarde van 30,6 miljoen euro. De landen in de top 10 zijn dezelfde als in

37 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Handelspartners voor de import Textielsector (C13) Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor import m.b.t. de textielnijverheid (C13) in 2016 en 2017 (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), nationaal concept. België heeft in 2017 vooral uit zijn buurlanden textielproducten (C13) ingevoerd. Nederland (325,2 miljoen euro), Frankrijk (318,4 miljoen euro) en Duitsland (274,1 miljoen euro) waren voor België de belangrijkste leveranciers van textielproducten. De Belgische import van textiel (C13) uit die drie landen vertegenwoordigde trouwens 40,6 % van de Belgische import in die sector: 14,4 % voor Nederland, 14,1 % voor Frankrijk en 12,1 % voor Duitsland. Toch blijven meerdere niet-eu-landen niet te verwaarlozen leveranciers van textiel (C13) voor de Belgische markt. Zo behoren China (248,4 miljoen euro), Turkije (151,5 miljoen euro), India (101,8 miljoen euro) en Pakistan (54,2 miljoen euro) tot de top 10 van landen van waaruit België textiel invoert. Merk op dat het Verenigd Koninkrijk (46,1 miljoen euro) voor België ook een van de belangrijke handelspartners is wat de import van textiel (C13) betreft, zij het minder belangrijk dan als afzetmarkt. De invoer uit het Verenigd Koninkrijk is overigens, net als de uitvoer, in 2017 gedaald (-16,4 %). In vergelijking met 2016 vond in 2017 een verandering in de rangschikking plaats. Terwijl het Verenigd Koninkrijk de rangschikking binnenkwam op de 10e plaats, ondanks een daling van de Belgische invoer uit dat land, verloor Roemenië nog meer aan belang en zakte dat land in 2017 naar de 12e plaats. 37

38 Kledingsector (C14) Grafiek Belangrijkste partnerlanden voor import m.b.t. de kledingnijverheid (C14) in 2016 en 2017 (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), nationaal concept. Wat de invoer van kledingartikelen (C14) betreft, zijn de drie belangrijkste leveranciers voor de Belgische markt in 2017 Duitsland (685,8 miljoen euro), Frankrijk (608,1 miljoen euro) en China (585,4 miljoen euro). De sterke toename van de invoer van kleding uit China in 2017 heeft Nederland verwezen naar de vierde plaats in de rangschikking (580,4 miljoen euro). Zo vertegenwoordigde de invoer uit die vier landen samen in 2017 meer dan de helft (51,9 %) van de Belgische invoer in deze sector, waarvan 14,5 % voor Duitsland, 12,8 % voor Frankrijk, 12,3 % voor China en 12,2 % voor Nederland. Naast China (585,4 miljoen euro) is nog een aantal belangrijke partnerlanden voor de import buiten de Europese Unie te vinden. Het gaat meer bepaald om Bangladesh (521,8 miljoen euro) en Turkije (128,3 miljoen euro), die respectievelijk op de 5e en 9e plaats staan in de top 10 van leveranciers aan de Belgische markt in deze sector. De Belgische invoer uit die twee landen neemt overigens opmerkelijk toe: met 73,7 % voor Bangladesh en met 66,6 % voor Turkije. Bijgevolg is Tunesië door de toename van de invoer uit Turkije uit de rangschikking verdwenen, aangezien het van de 10e plaats in 2016 is teruggevallen naar de 12e plaats in De invoer uit het Verenigd Koninkrijk (128,3 miljoen euro) daalde in Toch staat het Verenigd Koninkrijk als leverancier van kledingartikelen (C14) voor België op de achtste plaats. 38

39 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Opsplitsing van de handel per productgroep Textielsector (C13) Grafiek Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de textielindustrie (C13) Bron: NBB (INR), nationaal concept. De Belgische export van de textielindustrie (C13) is voornamelijk voor rekening van subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, goed voor 69,3 % van de Belgische export van de textielindustrie in Kijkt men meer in detail, dan blijkt dat de uitvoer van categorie vervaardiging van vloerkleden en tapijt het zwaarst doorweegt in de export van textiel, goed voor 37,9 % van de uitvoer van de sector in De uitvoer van de productcategorieën vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding en vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel is eveneens significant, met een aandeel in de Belgische textieluitvoer van respectievelijk 10,2 % en 10,1 % in Subsector 13.2 weven van textiel vertegenwoordigt ook een groot deel (22 %) van de Belgische export, hoewel dat minder is dan dat van subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten. Tot slot is subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels de kleinste van de drie subsectoren van de textielindustrie in 2017 wat de Belgische export betreft, met een aandeel van 8,7 %. 39

40 Tabel Export van textielproducten (C13) Uitvoer Tot slot, ondanks twee minder goede jaren voor de textielindustrie, lag de export in 2017 iets hoger dan in 2012 (+0,9 %). Bovendien ziet het ernaar uit dat 2018 een gunstiger jaar is voor de export van de textielindustrie. De uitvoer van de textielindustrie (C13) is in de eerste 9 maanden van 2018 jaar op jaar immers met 2,1 % gestegen, tot 2.952,4 miljoen euro. Terwijl de toename van de uitvoer vrij uitgesproken was voor subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels (+16,2 %), was hij bescheidener voor subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (+2,2 %), met name als gevolg van de daling in de voornaamste cate- NACEcode Bron: NBB (INR), nationaal concept. (in miljoen euro) Aandeel in C13- C M M9 2017/2012 De textielindustrie in het algemeen , , , , , , , ,2 1,9% 100% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,5% -2,5% 4,2% 3,3% -3,5% 0,6% 4,0% Vervaardiging van textiel waaronder : , , , , , , , ,4 0,9% 64,7% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,1% -4,3% 4,1% 5,2% -1,6% -2,0% 2,1% Bewerken en spinnen van textielvezels ,7 308,3 333,2 365,0 345,8 335,6 253,8 294,8 8,7% 5,6% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -0,8% -0,1% 8,1% 9,5% -5,3% -2,9% 16,2% Weven van textiel ,5 842,0 867,6 879,5 857,6 845,1 642,6 620,1-3,8% 14,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,8% -4,2% 3,0% 1,4% -2,5% -1,5% -3,5% Vervaardiging van andere textielproducten , , , , , , , ,5 1,6% 44,8% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,1% -4,9% 3,9% 5,9% -0,9% -2,1% 2,2% Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen ,4 121,5 108,9 107,8 108,6 118,7 87,8 78,2 0,2% 2,0% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -1,2% 2,6% -10,4% -1,1% 0,8% 9,2% -11,0% Vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding ,1 366,3 394,0 398,6 390,5 393,0 286,0 309,7-4,6% 6,6% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar 3,9% -11,1% 7,6% 1,2% -2,0% 0,6% 8,3% Vervaardiging van vloerkleden en tapijt , , , , , , , ,1 3,6% 24,5% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,6% -6,3% 5,1% 7,0% 0,0% -1,7% -5,4% Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten ,2 30,7 38,1 36,5 35,4 34,2 24,5 29,4-5,6% 0,6% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -5,0% -15,3% 24,2% -4,2% -3,0% -3,5% 20,1% Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, ,8 238,6 237,3 275,6 274,3 234,9 180,6 239,6 0,4% 3,9% exclusief kleding Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -4,1% 2,1% -0,6% 16,1% -0,4% -14,4% 32,7% Vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel ,4 382,0 384,9 401,1 391,2 388,4 291,6 315,0 2,1% 6,5% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -8,2% 0,4% 0,8% 4,2% -2,4% -0,7% 8,0% Vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g ,5 38,2 44,4 44,6 40,7 39,7 29,8 30,5 11,8% 0,7% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar 7,0% 7,6% 16,4% 0,4% -8,6% -2,6% 2,5% In 2017 bleef de uitvoer van de textielindustrie (C13) jaar op jaar dalen (-2 %), na een eerste vertraging in 2016 (-1,6 %). Die daling van de uitvoer van de textielindustrie is toe te schrijven aan de daling van de uitvoer in de drie subsectoren waaruit de industrie bestaat, en dat voor het tweede achtereenvolgende jaar. Zo daalde de uitvoer in 2017 met 2,9 % in subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels (tegenover -5,3 % een jaar voordien), met 1,5 % in subsector 13.2 weven van textiel (tegenover -2,5 % in 2016) en met 2,1 % in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, (tegenover -0,9 % in 2016). Wat de productcategorieën in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, betreft, hebben slechts twee daarvan in 2017 een stijging van de uitvoer laten optekenen, namelijk vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen (+9,2 %) en vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding (+0,6 %). De meest uitgesproken dalingen deden zich voor in de categorieën vervaardiging van vloerkleden en tapijt (-1,7 %), die qua relatief gewicht het zwaarst doorweegt, en vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding (-14,4 %), die in 2017 buitengewoon sterk daalde. 40

41 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. gorie, namelijk vervaardiging van vloerkleden en tapijt (-5,4 %), en ondanks relatief grote stijgingen in kleinere categorieën, waaronder vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding (+32,7 %) en vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten (+20,1 %). De export van subsector 13.2 weven van textiel daalde in vergelijking met de eerste 9 maanden van 2017 (-3,5 %). Grafiek Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de textielindustrie (C13) Bron: NBB (INR), nationaal concept. De Belgische import van de textielindustrie (C13) is voornamelijk voor rekening van subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, goed voor 62,2 % van de Belgische import van de textielindustrie in Benadert men de import per productcategorie, dan blijkt dat België vooral goederen importeert afkomstig uit categorie vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding, wat in ,2 % van de invoer in de sector vertegenwoordigde. De invoer van productcategorie vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding is eveneens significant: het aandeel ervan in de Belgische textielinvoer bedroeg in 2017 tot 9,4 %. Subsector 13.2 weven van textiel vertegenwoordigt eveneens een groot deel (22,2 %) van de Belgische invoer, hoewel minder dan subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten, en subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels, de kleinste van de drie subsectoren van de textielindustrie, met een aandeel van 15,6 % in de invoer voor de hele de textielindustrie in

42 Tabel Import van textielproducten (C13) Invoer Ondanks een minder gunstig jaar voor de invoer in de textielindustrie ligt de import nog boven het niveau van 2012 (+8,4 %). Toch zou de in 2017 geregistreerde daling van de invoer in de textielindustrie zich op basis van de resultaten van de eerste 9 maanden van 2018 ook in 2018 moeten doorzetten, een daling van 0,3 % jaar op jaar. Hoewel subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten een toenemende dynamiek qua invoer vertoont, is de im- NACEcode Bron: NBB (INR), nationaal concept. (in miljoen euro) Aandeel in C13- C M M9 2017/2012 De textielindustrie in het algemeen , , , , , , , ,3 14,9% 100% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,0% 0,6% 5,1% -1,3% -0,5% 10,6% 3,4% Vervaardiging van textiel waaronder : , , , , , , , ,9 8,4% 32,3% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -4,8% -0,3% 9,5% -1,1% 1,5% -1,2% -0,3% Bewerken en spinnen van textielvezels ,0 324,7 355,0 382,1 371,5 352,8 262,8 212,2 10,3% 5,0% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -7,5% 1,5% 9,3% 7,6% -2,8% -5,0% -19,3% Weven van textiel ,6 451,7 503,2 512,4 518,3 501,8 374,9 361,1 0,8% 7,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -7,0% -9,2% 11,4% 1,8% 1,2% -3,2% -3,7% Vervaardiging van andere textielproducten , , , , , , , ,7 10,9% 20,1% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,2% 2,7% 8,9% -4,3% 2,9% 0,6% 5,6% Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen ,9 95,1 106,3 104,1 106,6 104,6 79,7 70,7 5,8% 1,5% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar 1,9% -3,9% 11,8% -2,1% 2,4% -1,9% -11,2% Vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding ,2 639,2 716,6 639,3 670,6 683,9 516,8 570,7 11,0% 9,8% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar 0,3% 3,7% 12,1% -10,8% 4,9% 2,0% 10,4% Vervaardiging van vloerkleden en tapijt ,0 148,5 165,3 185,1 185,4 172,7 127,4 134,1 10,0% 2,5% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -2,0% -5,4% 11,3% 12,0% 0,2% -6,9% 5,3% Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten ,5 33,6 36,0 30,6 37,5 38,6 30,1 30,7 5,7% 0,6% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -16,9% -8,1% 7,1% -14,8% 22,5% 2,9% 2,0% Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, ,0 188,6 188,7 196,3 207,0 213,0 159,2 172,5 30,7% 3,0% exclusief kleding Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -8,5% 15,7% 0,0% 4,0% 5,4% 2,9% 8,4% Vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel ,9 145,6 144,9 137,8 138,0 136,1 104,6 98,0-8,0% 1,9% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -10,3% -1,5% -0,5% -4,9% 0,2% -1,4% -6,3% Vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g ,9 53,6 62,7 66,4 54,1 58,5 43,0 42,9 17,2% 0,8% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,0% 7,5% 16,8% 6,0% -18,5% 8,1% -0,2% In 2017 daalde de invoer van de textielindustrie (C13) jaar op jaar (-1,2 %), na een opwaartse trend die in 2016 werd opgetekend (+1,5 %). Die daling van de invoer in de textielindustrie ligt aan de daling van de invoer in twee subsectoren van de textielindustrie, namelijk subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels, (-5 % na een eerste daling van - 2,8 % in 2016) en subsector 13.2 weven van textiel (-3,2 %). De toename van de invoer in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten (+0,6 %), volstond niet om de totale invoer uit de sector in 2017 op te drijven. Vier productcategorieën in subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten vertoonden een toename van hun invoer in 2017, waardoor de hele subsector een toename van zijn invoer kon laten optekenen: vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding (+2 %), vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten (+2,9 %), vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding (+2,9 %) en vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g. (+8,1 %). De daling van de invoer in de drie andere productcategorieën, vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen (-1,9 %), vervaardiging van vloerkleden en tapijt (-6,9 %) en vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel (-1,4 %), heeft de groei van de invoer in de subsector in 2017 echter beperkt. 42

43 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. port van de andere twee subsectoren in de eerste 9 maanden van 2018 gedaald: met -19,3 % voor subsector 13.1 bewerken en spinnen van textielvezels en met -3,7 % voor subsector 13.2 weven van textiel. Dat trekt de totale invoer in de textielindustrie naar beneden. In de categorieën waaruit subsector 13.9 vervaardiging van andere textielproducten bestaat, waren de stijgingen hoofdzakelijk uitgesproken in de twee zwaarst wegende categorieën, namelijk vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding (+10,4 %) en 13.95'Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding (+8,4 %). Kledingsector (C14) Grafiek Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de kledingindustrie (C14) Bron: NBB (INR), nationaal concept. De Belgische export van de kledingindustrie (C14) is bijna uitsluitend uit voor rekening van subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding, die in zijn eentje goed is voor 89,9 % van de Belgische export van de kledingindustrie in Bekijkt men het plaatje in detail, dan blijkt dat vooral de uitvoer van categorie vervaardiging van andere bovenkleding het zwaarst weegt in de export van kledingartikelen, goed voor 31,4 % van de uitvoer van de sector in 2017; die categorie wordt op de voet gevolgd door de uitvoer van de categorieën vervaardiging van onderkleding en vervaardiging van andere kleding en toebehoren, die respectievelijk 26,6 % en 25,3 % van de uitvoer van de kledingindustrie vertegenwoordigen. Alleen al de uitvoer van die drie productcategorieën was in 2017 goed voor 83,2 % van de uitvoer van de sector. Terwijl subsector 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding goed is voor 10,1 % van de Belgische uitvoer van kledingartikelen, vertegenwoordigt subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont slechts een verwaarloosbaar deel (0,04 %). 43

44 Tabel Export van kledingartikelen (C14) (in miljoen euro) Uitvoer Aandeel NACEcode M M9 2017/2012 in C13- C14 De textielindustrie in het algemeen , , , , , , , ,2 1,9% 100% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,5% -2,5% 4,2% 3,3% -3,5% 0,6% 4,0% Vervaardiging van kleding waaronder : , , , , , , , ,8 3,6% 35,3% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -4,3% 0,9% 4,4% -0,1% -6,9% 5,7% 7,4% Vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding , , , , , , , ,3 2,7% 31,7% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -4,0% 0,8% 3,9% 0,3% -8,0% 6,2% 5,9% Vervaardiging van kleding van leer ,0 8,0 7,6 7,7 8,6 7,9 6,4 6,5-21,6% 0,1% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -23,0% -20,7% -3,9% 0,8% 12,1% -9,0% 0,7% Vervaardiging van werkkleding ,3 94,5 107,8 128,4 129,7 132,0 101,0 96,7 49,6% 2,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,5% 7,1% 14,1% 19,1% 1,0% 1,8% -4,2% Vervaardiging van andere bovenkleding ,8 801,5 803,8 796,0 661,2 658,8 508,2 569,5-13,8% 11,1% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -1,0% 4,9% 0,3% -1,0% -16,9% -0,4% 12,1% Vervaardiging van onderkleding ,2 554,4 561,9 568,7 545,2 557,9 455,3 482,2-2,8% 9,4% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,1% -3,5% 1,3% 1,2% -4,1% 2,3% 5,9% Vervaardiging van andere kleding en toebehoren ,9 394,7 444,1 431,1 431,9 531,0 385,5 387,4 32,1% 8,9% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -5,7% -1,8% 12,5% -2,9% 0,2% 23,0% 0,5% Vervaardiging van artikelen van bont ,6 1,1 1,1 1,2 1,0 0,9 0,8 1,4-41,7% 0,02% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar 1,3% -31,5% 4,0% 3,5% -14,8% -7,2% 69,7% Vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding ,8 192,6 211,1 201,9 209,2 211,8 151,7 184,1 12,8% 3,6% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -7,2% 2,6% 9,6% -4,4% 3,6% 1,3% 21,4% Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken ,0 69,2 73,3 65,5 66,3 66,2 48,8 47,4 6,8% 1,1% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -3,8% 11,6% 5,9% -10,6% 1,3% -0,2% -2,9% Vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding ,8 123,4 137,9 136,4 142,8 145,6 102,9 136,7 15,8% 2,4% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -8,8% -1,9% 11,7% -1,0% 4,7% 2,0% 32,9% Bron: NBB (INR), nationaal concept. In 2017 vertoonde de export van de kledingindustrie (C14) een toename van 5,7 % jaar op jaar, na twee opeenvolgende jaren van daling (-0,1 % in 2015 en -6,9 % in 2016). Die stijging van de uitvoer van de kledingindustrie is voornamelijk te danken aan de verbetering van de uitvoer in subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding, die met 6,2 % is toegenomen. Die groei is voornamelijk te wijten aan de stijging van de uitvoer in categorie vervaardiging van andere kleding en toebehoren (+23 %). Subsector 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding droeg eveneens bij tot de toename van de export van de kledingindustrie, hoewel de toename van de export van die subsector relatief gering was (+1,3 %). In subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont daarentegen is de uitvoer voor het tweede achtereenvolgende jaar gedaald. Gezien het relatief lage gewicht daarvan in de export van de kledingindustrie heeft die negatieve trend echter geen invloed gehad op het algemene exportverloop in de sector. Hoewel de kledingexport twee jaar lang is teruggelopen, kon de sector dankzij de stijging in 2017 groeien tot een hoger niveau dan in 2012 (+3,6 %). Bovendien lijkt 2018, net als voor de textielindustrie, eveneens een gunstig jaar te zijn voor de export van de kledingindustrie (C14), met een grotere dynamiek over de eerste 9 maanden van het jaar, jaar op jaar (+7,4 %). Die uitvoertoename in de kledingindustrie is het resultaat van de uitvoertoename in elk van de subsectoren waaruit de industrie bestaat: 5,9 % voor subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding, 69,7 % voor subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont en 21,4 % voor subsector 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding. Op het niveau van de productcategorieën daalden alleen de categorieën vervaardiging van werkkleding en vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken, met respectievelijk 4,2 % en 2,9 %. De andere categorieën duwden de uitvoer van de kledingindustrie omhoog, met de grootste vooruitgang in de categorieën vervaardiging 44

45 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. van andere bovenkleding (+12,1 %), vervaardiging van onderkleding (+5,9 %) en vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding (+32,9 %). Grafiek Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de invoer van de kledingindustrie (C14) Bron: NBB (INR), nationaal concept. De Belgische import van de kledingindustrie (C14) is bijna uitsluitend voor rekening van subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding, die in zijn eentje goed is voor 84,5 % van de Belgische import van de kledingindustrie in Benadert men het plaatje in detail, dan blijkt dat België hoofdzakelijk goederen uit categorie vervaardiging van andere bovenkleding en categorie vervaardiging van onderkleding importeerde, in 2017 goed voor respectievelijk 35,6 % en 28,7 % van de invoer in de sector. De invoer van productcategorie vervaardiging van andere kleding en toebehoren is eveneens significant: het aandeel ervan in de Belgische invoer van kleding liep in 2017 op tot 16,5 %. Subsector 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding neemt een groot deel (15,4 %) van de invoer van kleding voor zijn rekening, hoewel een heel stuk minder dan subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding. Net als bij de export van kleding vertegenwoordigt de invoer van subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont een uiterst klein deel van de invoer van de kledingindustrie, namelijk 0,1 % in

46 Tabel Import van kledingartikelen (C14) (in miljoen euro) Invoer Aandeel NACEcode M M9 2017/2012 in C13- C14 De textielindustrie in het algemeen , , , , , , , ,3 14,9% 100% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,0% 0,6% 5,1% -1,3% -0,5% 10,6% 3,4% Vervaardiging van kleding waaronder : , , , , , , , ,4 18,3% 67,7% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,6% 1,0% 2,9% -1,4% -1,6% 17,3% 5,1% Vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding , , , , , , , ,6 17,9% 57,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,1% 0,3% 3,0% -0,8% -1,2% 16,5% 5,0% Vervaardiging van kleding van leer ,5 34,9 34,9 27,9 23,5 22,0 16,9 17,2-44,3% 0,3% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -18,1% -11,5% -0,1% -20,0% -15,7% -6,4% 2,3% Vervaardiging van werkkleding ,2 126,3 135,9 131,9 153,0 155,6 113,2 118,5 35,0% 2,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -6,9% 9,7% 7,6% -2,9% 16,0% 1,6% 4,6% Vervaardiging van andere bovenkleding , , , , , , , ,4 12,0% 24,1% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -5,1% 3,4% 0,3% -4,9% -3,9% 18,2% 5,3% Vervaardiging van onderkleding , , , , , , , ,7 22,1% 19,5% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -7,1% 0,9% 2,4% 0,5% -2,6% 20,7% 3,0% Vervaardiging van andere kleding en toebehoren ,8 567,4 627,7 679,7 706,7 780,5 583,0 631,8 25,3% 11,1% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -5,7% -8,9% 10,6% 8,3% 4,0% 10,4% 8,4% Vervaardiging van artikelen van bont ,9 3,7 4,9 2,8 2,4 2,9 2,0 2,0-26,2% 0,0% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -12,2% -5,8% 32,5% -42,6% -15,5% 21,8% 2,3% Vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding ,0 634,2 648,1 622,1 600,6 730,9 503,2 532,8 20,8% 10,4% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -9,3% 4,8% 2,2% -4,0% -3,5% 21,7% 5,9% Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken ,8 137,8 139,8 130,2 128,8 155,8 112,0 107,6 24,9% 2,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -5,9% 10,4% 1,5% -6,9% -1,1% 21,0% -3,9% Vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding ,2 496,4 508,3 491,9 471,8 575,0 391,2 425,1 19,8% 8,2% Wijziging t.o.v. voorgaand jaar -10,2% 3,4% 2,4% -3,2% -4,1% 21,9% 8,7% Bron: NBB (INR), nationaal concept. In 2017 nam de invoer in de kledingindustrie (C14) toe met 17,3% jaar op jaar, na dalingen in 2015 (-1,4%) en 2016 (-1,6%). Die toename van de invoer in de kledingindustrie is te danken aan de toename van de invoer in elk van haar subsectoren: 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding (+16,5%), 14.2 vervaardiging van artikelen van bont (+21,8%) en 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding (+21,7%). Hoewel de drie subsectoren voor de groei van de invoer in de kledingindustrie zorgden, had subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding daarin zoals gezegd de zwaarste invloed op dat verloop. Ook moet worden opgemerkt dat elk van de drie subsectoren zowel in 2015 als in 2016 een daling van zijn invoer liet optekenen. Uit de analyse per productcategorie blijkt dat de in 2017 opgetekende stijging hoofdzakelijk afkomstig is van de categorieën vervaardiging van andere bovenkleding (+18,2%) en vervaardiging van onderkleding (+20,7%); dat zijn wat de invoer betreft de twee belangrijkste categorieën in de kledingindustrie en ze lieten een sterke stijging van die invoer optekenen. Andere categorieën zorgden eveneens voor de toename van de invoer in de kledingindustrie in 2017, met name vervaardiging van andere kleding en toebehoren (+10,4%), vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken (+21%) en vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding (+21,9%). Slechts één categorie kende in 2017 een daling van de invoer, met name categorie Vervaardiging van kleding van leer (-6,4%). Die categorie is in de analyseperiode trouwens jaar na jaar kleiner geworden. De invoer in de kledingindustrie lag in 2017 op een hoger niveau dan in 2012 (+18,3%). Bovendien lijkt de in 2017 geregistreerde toename van de invoer zich in 2018 voort te zetten, aangezien de invoer in de eerste 9 maanden van 2018 jaar op jaar met 5,1% toenam. Elk 46

47 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. van de subsectoren van de kledingindustrie zag zijn import over de eerste 9 maanden van 2018 jaar op jaar toenemen: met 5% voor subsector 14.1 vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding, met 2,3% voor subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont en met 5,9% voor subsector 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding. Terwijl de invoer van categorie vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken in de eerste 9 maanden van 2018 daalde (-3,9%), kenden alle andere categorieën een toename van hun import jaar op jaar. De meest uitgesproken toename van de invoer betreft de categorieën vervaardiging van andere kleding en toebehoren (+8,4%), vervaardiging van andere bovenkleding (+5,3%) en vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding (+8,7%). Laatstgenoemde categorie is ook degene die ervoor zorgt dat de invoer in subsector 14.3 vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding in de eerste 9 maanden van het jaar toeneemt. 47

48 3. Bijlagen 3.1. Classificatie van economische activiteiten volgens NACE Tabel 3-1. NACE van de textiel- (C13) en kledingindustrie (C14) 13 Vervaardiging van textiel Fabrication de textiles 13.1 Bewerken en spinnen van textielvezels Préparation de fibres textiles et filature 13.2 Weven van textiel Tissage 13.3 Textielveredeling Ennoblissement textile 13.9 Vervaardiging van andere textielproducten Fabrication d'autres textiles Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen Fabrication d'étoffes à mailles Vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding Fabrication d'articles textiles confectionnés, sauf habillement Vervaardiging van vloerkleden en tapijt Fabrication de tapis et de moquettes Vervaardiging van koord, bindgaren, touw en netten Fabrication de ficelles, de cordes et de filets Vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding Fabrication de non-tissés, sauf habillement Vervaardiging van ander technisch en industrieel textiel Fabrication d'autres textiles techniques et industriels Vervaardiging van andere textielproducten, n.e.g. Fabrication d'autres textiles n.c.a. 14 Vervaardiging van kleding Industrie de l'habillement 14.1 Vervaardiging van kleding, exclusief bontkleding Fabrication de vêtements autres qu'en fourrure Vervaardiging van kleding van leer Fabrication de vêtements en cuir Vervaardiging van werkkleding Fabrication de vêtements de travail Vervaardiging van andere bovenkleding Fabrication d'autres vêtements de dessus Vervaardiging van onderkleding Fabrication de vêtements de dessous Vervaardiging van andere kleding en toebehoren Fabrication d'autres vêtements et accessoires 14.2 Vervaardiging van artikelen van bont Fabrication d'articles en fourrure 14.3 Vervaardiging van gebreide en gehaakte kleding Fabrication d'articles à mailles Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken Fabrication d'articles chaussants à mailles Vervaardiging van andere gebreide en gehaakte kleding Fabrication d'autres articles à mailles 48

49 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België Buitenlandse handel (nationaal concept) Samenvattende tabellen Tabel 3-2. Opsplitsing van de uitvoer voor de textielindustrie (C13) volgens het nationale concept (in miljoen euro) Uitvoer M M , , , , , , , , , ,2 Extra-EU 1.126, , , , , , , ,0 839,7 997,3 Intra-EU 4.734, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,4 Extra-EU 830,5 865,6 836,5 833,4 860,2 878,0 837,4 833,2 620,4 726,3 Intra-EU 3.090, , , , , , , , , , ,7 311,4 308,7 308,3 333,2 365,0 345,8 335,6 253,8 294,8 Extra-EU 101,0 107,9 104,4 119,7 146,1 168,6 135,3 133,2 100,3 161,5 Intra-EU 200,7 203,4 204,4 188,6 187,1 196,4 210,5 202,4 153,4 133, ,7 913,5 878,5 842,0 867,6 879,5 857,6 845,1 642,6 620,1 Extra-EU 250,4 249,7 244,0 231,2 241,5 234,0 226,0 216,5 162,1 175,8 Intra-EU 658,3 663,8 634,5 610,8 626,1 645,5 631,7 628,6 480,5 444, , , , , , , , , , ,5 Extra-EU 479,2 508,0 488,1 482,5 472,6 475,4 476,1 483,4 357,9 388,9 Intra-EU 2.231, , , , , , , , , , ,1 119,8 118,4 121,5 108,9 107,8 108,6 118,7 87,8 78,2 Extra-EU 21,2 22,8 27,9 32,2 24,8 22,5 23,8 29,5 21,9 21,9 Intra-EU 97,9 97,0 90,5 89,3 84,1 85,2 84,9 89,1 65,9 56, ,3 396,7 412,1 366,3 394,0 398,6 390,5 393,0 286,0 309,7 Extra-EU 36,2 38,4 33,9 31,6 31,2 33,5 30,6 31,8 22,9 30,2 Intra-EU 357,1 358,3 378,3 334,8 362,9 365,1 359,9 361,2 263,1 279, , , , , , , , , , ,1 Extra-EU 265,9 286,3 278,3 271,9 264,0 267,1 273,0 281,0 208,0 210,2 Intra-EU 1.232, , , , , , , ,9 886,0 825, ,0 38,1 36,2 30,7 38,1 36,5 35,4 34,2 24,5 29,4 Extra-EU 7,8 7,5 8,4 10,0 19,1 15,7 13,3 9,6 5,7 9,1 Intra-EU 25,2 30,7 27,9 20,7 19,0 20,8 22,1 24,6 18,8 20, ,6 243,9 233,8 238,6 237,3 275,6 274,3 234,9 180,6 239,6 Extra-EU 43,0 48,2 44,2 41,5 36,3 38,1 36,9 28,8 21,2 27,4 Intra-EU 159,6 195,7 189,7 197,1 201,0 237,4 237,4 206,1 159,5 212, ,6 414,5 380,4 382,0 384,9 401,1 391,2 388,4 291,6 315,0 Extra-EU 92,3 92,0 82,7 80,7 84,6 84,6 84,4 90,6 68,9 81,4 Intra-EU 340,3 322,6 297,7 301,2 300,4 316,5 306,9 297,8 222,7 233, ,2 33,1 35,5 38,2 44,4 44,6 40,7 39,7 29,8 30,5 Extra-EU 12,8 13,0 12,9 14,6 12,6 13,9 14,0 12,1 9,3 8,6 Intra-EU 19,5 20,2 22,6 23,6 31,9 30,7 26,7 27,6 20,5 21,9 Bron: NBB (INR), nationaal concept. 49

50 Tabel 3-3. Opsplitsing van de uitvoer voor de kledingindustrie (C14) volgens het nationale concept (in miljoen euro) Uitvoer M M , , , , , , , , , ,2 Extra-EU 1.126, , , , , , , ,0 839,7 997,3 Intra-EU 4.734, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8 Extra-EU 296,3 322,8 286,8 264,9 270,0 276,1 270,6 287,8 219,3 271,0 Intra-EU 1.644, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3 Extra-EU 285,2 310,0 276,0 254,2 257,8 261,9 257,0 276,8 210,4 252,9 Intra-EU 1.463, , , , , , , , , , ,3 13,0 10,0 8,0 7,6 7,7 8,6 7,9 6,4 6,5 Extra-EU 1,4 2,0 1,7 1,4 1,5 1,5 1,2 0,7 0,5 0,9 Intra-EU 13,9 11,0 8,4 6,5 6,1 6,3 7,4 7,1 5,9 5, ,4 91,4 88,3 94,5 107,8 128,4 129,7 132,0 101,0 96,7 Extra-EU 3,8 4,1 4,9 3,0 2,6 3,3 4,3 3,5 2,7 3,0 Intra-EU 73,6 87,3 83,4 91,6 105,2 125,1 125,4 128,6 98,3 93, ,8 771,8 763,8 801,5 803,8 796,0 661,2 658,8 508,2 569,5 Extra-EU 128,6 152,7 151,9 160,0 167,2 168,0 160,9 171,8 130,4 147,2 Intra-EU 569,2 619,2 611,9 641,6 636,6 628,0 500,3 487,0 377,8 422, ,0 611,4 574,2 554,4 561,9 568,7 545,2 557,9 455,3 482,2 Extra-EU 87,6 89,4 72,8 50,6 48,9 49,3 51,0 55,3 42,3 51,7 Intra-EU 514,4 522,0 501,4 503,8 513,0 519,3 494,2 502,6 413,0 430, ,2 426,4 401,9 394,7 444,1 431,1 431,9 531,0 385,5 387,4 Extra-EU 63,8 61,8 44,8 39,2 37,6 39,9 39,5 45,5 34,5 50,0 Intra-EU 292,4 364,6 357,2 355,5 406,5 391,2 392,4 485,5 351,0 337, ,4 1,6 1,6 1,1 1,1 1,2 1,0 0,9 0,8 1,4 Extra-EU 0,3 0,6 0,3 0,4 0,4 0,6 0,4 0,4 0,4 0,6 Intra-EU 1,1 1,0 1,2 0,7 0,7 0,6 0,6 0,5 0,4 0, ,2 202,4 187,8 192,6 211,1 201,9 209,2 211,8 151,7 184,1 Extra-EU 10,8 12,3 10,5 10,3 11,8 13,6 13,2 10,6 8,6 17,5 Intra-EU 179,4 190,1 177,3 182,3 199,4 188,3 195,9 201,3 143,1 166, ,8 64,4 62,0 69,2 73,3 65,5 66,3 66,2 48,8 47,4 Extra-EU 1,0 1,5 0,9 0,8 0,8 0,6 0,8 0,6 0,5 1,1 Intra-EU 61,8 62,9 61,1 68,4 72,4 64,9 65,6 65,6 48,2 46, ,4 137,9 125,8 123,4 137,9 136,4 142,8 145,6 102,9 136,7 Extra-EU 9,7 10,8 9,6 9,5 10,9 13,0 12,5 9,9 8,0 16,5 Intra-EU 117,6 127,2 116,2 113,9 126,9 123,4 130,4 135,7 94,9 120,3 Bron: NBB (INR), nationaal concept. 50

51 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Tabel 3-4. Opsplitsing van de invoer voor de textielindustrie (C13) volgens het nationale concept (in miljoen euro) Invoer M M , , , , , , , , , ,3 Extra-EU 2.003, , , , , , , , , ,2 Intra-EU 4.005, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9 Extra-EU 749,2 767,9 711,7 690,3 792,6 861,5 851,9 822,9 623,8 638,3 Intra-EU 1.333, , , , , , , , , , ,4 346,0 320,0 324,7 355,0 382,1 371,5 352,8 262,8 212,2 Extra-EU 167,5 171,3 154,1 161,6 166,4 197,4 190,8 167,3 127,8 89,8 Intra-EU 178,9 174,7 166,0 163,1 188,7 184,7 180,7 185,6 135,0 122, ,0 535,1 497,6 451,7 503,2 512,4 518,3 501,8 374,9 361,1 Extra-EU 211,1 218,3 184,4 170,3 196,9 213,7 203,4 192,7 146,4 140,7 Intra-EU 295,9 316,8 313,3 281,4 306,3 298,8 315,0 309,1 228,5 220, , , , , , , , , , ,7 Extra-EU 370,6 378,3 373,3 358,4 429,3 450,5 457,8 462,9 349,6 407,8 Intra-EU 858,4 933,1 896,1 945,8 991,2 909,2 941,4 944,4 711,2 711, ,0 97,0 98,9 95,1 106,3 104,1 106,6 104,6 79,7 70,7 Extra-EU 14,2 21,8 20,1 18,7 23,9 24,4 29,4 33,4 24,8 24,1 Intra-EU 75,8 75,2 78,8 76,4 82,4 79,7 77,2 71,3 54,9 46, ,3 614,3 616,2 639,2 716,6 639,3 670,6 683,9 516,8 570,7 Extra-EU 253,2 252,6 248,8 228,9 270,3 280,6 281,8 277,9 211,5 265,7 Intra-EU 311,1 361,7 367,4 410,3 446,3 358,7 388,8 406,0 305,3 305, ,4 160,2 157,0 148,5 165,3 185,1 185,4 172,7 127,4 134,1 Extra-EU 41,9 42,0 41,4 42,0 54,6 55,7 58,1 60,5 43,8 48,2 Intra-EU 110,6 118,2 115,6 106,5 110,7 129,4 127,3 112,1 83,6 85, ,0 44,0 36,5 33,6 36,0 30,6 37,5 38,6 30,1 30,7 Extra-EU 4,6 5,9 5,7 6,6 8,2 7,5 11,0 10,4 7,8 9,7 Intra-EU 34,4 38,1 30,8 27,0 27,7 23,1 26,5 28,2 22,3 21, ,6 178,1 163,0 188,6 188,7 196,3 207,0 213,0 159,2 172,5 Extra-EU 11,7 12,7 12,4 14,1 14,7 20,5 22,5 24,7 19,2 20,0 Intra-EU 154,0 165,3 150,6 174,5 174,0 175,8 184,5 188,3 140,0 152, ,3 164,8 147,9 145,6 144,9 137,8 138,0 136,1 104,6 98,0 Extra-EU 28,9 29,5 29,7 32,3 37,7 42,4 35,6 35,4 27,7 26,9 Intra-EU 136,4 135,3 118,2 113,4 107,2 95,4 102,4 100,7 76,8 71, ,3 53,1 49,9 53,6 62,7 66,4 54,1 58,5 43,0 42,9 Extra-EU 16,1 13,7 15,1 15,9 19,8 19,3 19,3 20,6 14,8 13,1 Intra-EU 36,2 39,4 34,8 37,7 42,8 47,1 34,8 37,9 28,2 29,8 Bron: NBB (INR), nationaal concept. 51

52 Tabel 3-5. Opsplitsing van de invoer voor de kledingindustrie (C14) volgens het nationale concept (in miljoen euro) Invoer M M , , , , , , , , , ,3 Extra-EU 2.003, , , , , , , , , ,2 Intra-EU 4.005, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,4 Extra-EU 1.254, , , , , , , , , ,9 Intra-EU 2.671, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6 Extra-EU 1.075, , ,0 980, , , , , , ,2 Intra-EU 2.230, , , , , , , , , , ,7 48,2 39,5 34,9 34,9 27,9 23,5 22,0 16,9 17,2 Extra-EU 14,3 12,6 9,9 8,1 8,7 8,9 8,1 7,9 5,8 7,6 Intra-EU 35,3 35,6 29,6 26,8 26,2 19,0 15,4 14,1 11,1 9, ,3 123,7 115,2 126,3 135,9 131,9 153,0 155,6 113,2 118,5 Extra-EU 58,2 72,9 62,9 59,6 73,0 69,9 83,8 87,4 63,4 64,8 Intra-EU 42,1 50,8 52,3 66,7 62,9 62,1 69,2 68,1 49,8 53, , , , , , , , , , ,4 Extra-EU 363,2 401,1 346,3 364,5 397,0 416,1 355,2 611,4 482,3 580,0 Intra-EU 1.076, , , , , , , ,1 835,6 807, , , , , , , , , , ,7 Extra-EU 379,1 413,6 352,6 330,7 363,7 373,8 346,6 527,1 428,6 458,9 Intra-EU 747,3 787,5 763,2 794,7 788,7 784,9 782,3 835,7 658,7 660, ,5 660,4 622,8 567,4 627,7 679,7 706,7 780,5 583,0 631,8 Extra-EU 260,2 301,7 280,4 217,4 240,2 312,3 336,6 413,4 307,9 367,9 Intra-EU 329,3 358,7 342,4 350,0 387,5 367,4 370,2 367,1 275,1 264, ,6 4,5 3,9 3,7 4,9 2,8 2,4 2,9 2,0 2,0 Extra-EU 1,1 0,9 0,5 0,7 1,7 0,7 0,6 0,6 0,4 0,5 Intra-EU 2,4 3,6 3,4 3,0 3,2 2,1 1,8 2,3 1,6 1, ,5 667,4 605,0 634,2 648,1 622,1 600,6 730,9 503,2 532,8 Extra-EU 178,0 192,8 151,5 158,0 174,9 190,3 178,6 292,9 202,7 237,3 Intra-EU 439,5 474,6 453,5 476,1 473,2 431,8 422,1 438,0 300,5 295, ,7 132,7 124,8 137,8 139,8 130,2 128,8 155,8 112,0 107,6 Extra-EU 39,1 37,0 29,1 33,4 36,8 36,2 36,4 52,0 40,0 36,5 Intra-EU 83,6 95,7 95,7 104,4 103,0 94,1 92,4 103,8 72,0 71, ,8 534,7 480,2 496,4 508,3 491,9 471,8 575,0 391,2 425,1 Extra-EU 138,9 155,8 122,4 124,7 138,1 154,2 142,1 240,8 162,7 200,8 Intra-EU 355,8 378,9 357,7 371,7 370,2 337,7 329,7 334,2 228,4 224,4 Bron: NBB (INR), nationaal concept. 52

53 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. Tabel 3-6. Opsplitsing van de handelsbalansen voor de textielindustrie (C13) volgens het nationale concept (in miljoen euro) Handelsbalans M M ,9-434,5-256,2-435,5-511,2-234,3-417, ,2-822,2-822,1 Extra-EU -876,6-975,1-792,5-731,1-921, , , , , ,9 Intra-EU 729,7 540,6 536,3 295,6 410,3 845,0 636,4 587,4 453,1 535, , , , , , , , , , ,4 Extra-EU 81,3 97,7 124,8 143,1 67,6 16,5-14,6 10,3-3,4 88,0 Intra-EU 1.757, , , , , , , , , , ,7-34,6-11,3-16,4-21,8-17,0-25,7-17,2-9,1 82,6 Extra-EU -66,6-63,4-49,7-41,9-20,3-28,7-55,4-34,1-27,5 71,7 Intra-EU 21,8 28,8 38,4 25,5-1,5 11,7 29,8 16,9 18,4 10, ,7 378,4 380,9 390,3 364,3 367,1 339,3 343,3 267,8 259,0 Extra-EU 39,3 31,4 59,7 60,9 44,5 20,3 22,6 23,8 15,7 35,2 Intra-EU 362,4 347,0 321,3 329,4 319,8 346,7 316,7 319,5 252,0 223, , , , , , , , ,4 933,6 917,8 Extra-EU 108,6 129,7 114,8 124,0 43,3 24,9 18,3 20,5 8,4-18,8 Intra-EU 1.373, , , , , , , ,9 925,2 936, ,2 22,8 19,5 26,4 2,6 3,7 2,0 14,0 8,1 7,4 Extra-EU 7,0 1,0 7,8 13,5 1,0-1,9-5,6-3,8-2,9-2,2 Intra-EU 22,1 21,8 11,7 12,9 1,7 5,5 7,7 17,9 11,0 9, ,0-217,6-204,1-272,8-322,6-240,7-280,1-290,9-230,8-261,0 Extra-EU -217,0-214,2-215,0-197,3-239,1-247,2-251,2-246,1-188,5-235,5 Intra-EU 46,0-3,3 10,8-75,5-83,5 6,5-28,9-44,8-42,3-25, , , , , , , , ,3 966,7 901,0 Extra-EU 224,0 244,3 236,9 229,9 209,4 211,4 214,9 220,5 164,3 162,0 Intra-EU 1.121, , ,0 941, , , , ,8 802,4 739, ,0-5,8-0,3-2,9 2,2 5,9-2,1-4,4-5,6-1,3 Extra-EU 3,2 1,5 2,6 3,4 10,9 8,2 2,3-0,9-2,1-0,6 Intra-EU -9,1-7,4-2,9-6,3-8,8-2,3-4,4-3,5-3,5-0, ,0 65,8 70,8 50,0 48,6 79,2 67,3 21,9 21,5 67,1 Extra-EU 31,4 35,4 31,8 27,4 21,6 17,6 14,4 4,1 2,0 7,4 Intra-EU 5,6 30,4 39,0 22,6 27,0 61,7 52,9 17,8 19,5 59, ,3 249,7 232,5 236,4 240,0 263,3 253,2 252,4 187,0 217,0 Extra-EU 63,3 62,4 52,9 48,5 46,8 42,2 48,7 55,2 41,2 54,5 Intra-EU 203,9 187,3 179,5 187,9 193,2 221,0 204,5 197,1 145,8 162, ,1-20,0-14,4-15,5-18,2-21,8-13,4-18,8-13,2-12,4 Extra-EU -3,4-0,8-2,2-1,3-7,3-5,4-5,3-8,5-5,5-4,5 Intra-EU -16,8-19,2-12,2-14,1-11,0-16,4-8,1-10,3-7,7-7,9 Bron: NBB (INR), nationaal concept. 53

54 Tabel 3-7. Opsplitsing van de handelsbalansen voor de kledingindustrie (C14) volgens het nationale concept (in miljoen euro) Handelsbalans M M , ,8-917,3-874,2-989, , , , , ,9 Extra-EU , , , , ,6-876, ,9-987,8-742,7-635,6 Intra-EU , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5 Extra-EU -957, ,8-917,3-874,2-989, , , , , ,9 Intra-EU , , , , ,6-876, ,9-987,8-742,7-635, , , , , , , , , , ,3 Extra-EU -789,8-891,9-776,0-726,2-824,7-919,1-873, , , ,3 Intra-EU -766,5-814,1-785,1-831,7-762,3-631,9-789,6-749,4-584,2-505, ,4-35,2-29,4-27,0-27,2-20,2-14,9-14,1-10,4-10,8 Extra-EU -13,0-10,6-8,2-6,7-7,2-7,5-6,8-7,2-5,2-6,7 Intra-EU -21,4-24,6-21,2-20,3-20,0-12,7-8,0-6,9-5,2-4, ,9-32,3-26,9-31,8-28,1-3,5-23,3-23,5-12,2-21,8 Extra-EU -54,4-68,8-58,0-56,7-70,4-66,5-79,5-84,0-60,8-61,8 Intra-EU 31,5 36,5 31,1 24,9 42,3 63,0 56,2 60,4 48,5 40, ,3-814,8-742,4-755,4-757,5-688,7-766, ,7-809,8-817,9 Extra-EU -234,6-248,4-194,4-204,5-229,8-248,2-194,3-439,6-351,9-432,8 Intra-EU -506,7-566,4-548,0-550,9-527,8-440,5-571,9-588,1-457,8-385, ,5-589,8-541,5-570,9-590,5-590,0-583,6-804,9-632,0-637,4 Extra-EU -291,5-324,3-279,8-280,1-314,8-324,5-295,6-471,7-386,3-407,2 Intra-EU -233,0-265,5-261,8-290,9-275,7-265,5-288,0-333,2-245,7-230, ,2-234,0-220,9-172,7-183,6-248,6-274,9-249,5-197,5-244,4 Extra-EU -196,3-239,8-235,6-178,2-202,6-272,4-297,1-367,9-273,4-317,8 Intra-EU -36,9 5,8 14,8 5,5 18,9 23,8 22,2 118,4 75,9 73, ,1-2,9-2,3-2,6-3,8-1,6-1,4-2,0-1,2-0,7 Extra-EU -0,8-0,3-0,2-0,3-1,3-0,1-0,2-0,2-0,1 0,2 Intra-EU -1,3-2,6-2,1-2,3-2,5-1,5-1,2-1,7-1,1-0, ,3-465,0-417,2-441,5-437,0-420,2-391,4-519,0-351,5-348,6 Extra-EU -167,2-180,5-141,1-147,7-163,1-176,7-165,3-282,3-194,2-219,8 Intra-EU -260,0-284,4-276,2-293,8-273,9-243,5-226,1-236,8-157,3-128, ,9-68,2-62,8-68,6-66,6-64,7-62,5-89,6-63,2-60,2 Extra-EU -38,1-35,5-28,2-32,6-36,0-35,6-35,7-51,4-39,5-35,5 Intra-EU -21,8-32,7-34,6-36,0-30,6-29,2-26,8-38,3-23,8-24, ,4-396,8-354,4-373,0-370,4-355,5-328,9-429,4-288,3-288,4 Extra-EU -129,2-145,1-112,9-115,1-127,2-141,1-129,6-230,9-154,7-184,3 Intra-EU -238,2-251,7-241,5-257,8-243,3-214,3-199,3-198,5-133,6-104,1 Bron: NBB (INR), nationaal concept. 54

55 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België Buitenlandse handel: communautair concept - samenvattende tabellen Ter herinnering: het communautaire concept heeft betrekking op alle in- en uitvoerbewegingen van goederen, met inbegrip van aankoop (invoer) en verkoop (heruitvoer) in België tussen niet-ingezeten bedrijven. Grafiek 3-1. Buitenlandse handel van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 was de textieluitvoer (C13) volgens het communautaire concept goed voor 4,9 miljard euro. De textielinvoer liep op tot 3,15 miljard euro. Hierdoor vertoonde de handelsbalans van de textielindustrie in 2017 een overschot van 1,8 miljard euro. In de eerste negen maanden van 2018 is de handelsbalans licht gedaald ten opzichte van de overeenkomstige periode van

56 Grafiek 3-2. Buitenlandse handel van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 was de uitvoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept goed voor 8 miljard euro. De invoer van kledingartikelen liep op tot 7,8 miljard euro. Hierdoor vertoonde de handelsbalans van de kledingindustrie in 2017 een overschot van 209 miljoen euro. De handelsbalans van de kledingindustrie laat trouwens voor het tweede opeenvolgende jaar een overschot optekenen, na meerdere jaren met een tekort. De trend zet zich voort in de eerste 9 maanden van 2018, want de balans verstevigt verder, jaar op jaar. Grafiek 3-3. Belangrijkste partnerlanden voor de export in de textielnijverheid (C13) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), communautair concept. 56

57 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. In 2017 waren de belangrijkste afzetmarkten voor de Belgische textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Frankrijk (1,1 miljard euro), op grote afstand gevolgd door Duitsland (667,8 miljoen euro), het Verenigd Koninkrijk (609,9 miljoen euro) en Nederland (523,5 miljoen euro). De uitvoer naar die vier landen vertegenwoordigde 58,6 % van de uitvoer van de Belgische textielindustrie in In vergelijking met 2016 daalde de uitvoer naar Frankrijk (-1 %), het Verenigd Koninkrijk (-8,3 %), de Verenigde Staten (-3,6 %) en Polen (-7,3 %). Grafiek 3-4. Belangrijkste partnerlanden voor de export in de kledingnijverheid (C14) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 was de belangrijkste afzetmarkt voor de Belgische kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Frankrijk (2,6 miljard euro). Net als voor de textielindustrie volgen de andere handelspartners op grote afstand: Nederland (1,2 miljard euro), Duitsland (1,1 miljard euro) en het Verenigd Koninkrijk (871,4 miljoen euro). De uitvoer naar die vier landen vertegenwoordigde 71 % van de uitvoer van de Belgische kledingindustrie in In vergelijking met 2016 daalde de uitvoer naar Frankrijk (-13,6 %), Italië (-10 %) en Bulgarije (-2,4 %). 57

58 Grafiek 3-5. Belangrijkste partnerlanden voor de import in de textielnijverheid (C13) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 kwam de Belgische import in de textielindustrie (C13 ) volgens het communautaire concept hoofdzakelijk uit China (458,9 miljoen euro), Nederland (366,2 miljoen euro), Frankrijk (362,6 miljoen euro) en Duitsland (286,7 miljoen euro). De invoer uit die vier landen vertegenwoordigde bijna de helft (46,6 %) van de invoer van de Belgische textielindustrie in In vergelijking met 2016 daalde de invoer uit China en Duitsland met respectievelijk 7,8 % en 1,4 %. Grafiek 3-6. Belangrijkste partnerlanden voor de import in de kledingnijverheid (C14) in 2016 en 2017 volgens het communautaire concept (in miljoen euro) Bron: NBB (INR), communautair concept. 58

59 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. In 2017 kwam de Belgische invoer in de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept hoofdzakelijk uit China (1,5 miljard euro), op afstand gevolgd door de andere leveranciers op de Belgische mark: Duitsland (1 miljard euro, een stijging van 42,7 % jaar op jaar) en Frankrijk (760,4 miljoen euro). België voert eveneens kleding in uit landen die grote kledingproducenten zijn, met name Bangladesh (690,3 miljoen euro). In vergelijking met 2016 is de invoer uit China, Bangladesh en Turkije evenwel gedaald, met respectievelijk 6,4 %, 19,4 % en 3,7 % gedaald. Grafiek 3-7. Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 bestond de uitvoer van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept hoofdzakelijk uit de uitvoer van de categorieën vervaardiging van vloerkleden en tapijt (31,5 %) en vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding (17,6 %). Subsector 13.2 weven van textiel is ook goed voor een groot deel van de Belgische textielexport (20,6 %). 59

60 Grafiek 3-8. Gewicht van de uitvoer per subsector en productcategorie binnen de uitvoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont is niet in de grafiek opgenomen. Het gewicht van die subsector is 0,1 %. Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 bestond de uitvoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept hoofdzakelijk uit de uitvoer van de categorieën vervaardiging van andere bovenkleding (38,7 %) en vervaardiging van onderkleding (28,7 %). Grafiek 3-9. Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de invoer van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept Bron: NBB (INR), communautair concept. 60

61 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. In 2017 bestond de invoer van de textielindustrie (C13) volgens het communautaire concept hoofdzakelijk uit de invoer van de categorieën vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel, exclusief kleding (34,2 %) en vervaardiging van gebonden textielvlies en van artikelen van gebonden textielvlies, exclusief kleding (1,11 %). Subsector 13.2 weven van textiel is ook goed voor een groot deel van de Belgische textielimport (20,4 %). Grafiek Gewicht van de invoer per subsector en productcategorie binnen de invoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept Subsector 14.2 vervaardiging van artikelen van bont is niet in de grafiek opgenomen. Het gewicht van die subsector is 0,1 %. Bron: NBB (INR), communautair concept. In 2017 bestond de invoer van de kledingindustrie (C14) volgens het communautaire concept hoofdzakelijk uit de invoer van de categorieën vervaardiging van andere bovenkleding (38 %) en vervaardiging van onderkleding (27,9 %). 61

Titel brochure. Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie

Titel brochure. Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie Titel brochure Verslag over de economische conjunctuur in de textiel- en kledingindustrie December 2017 De FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie heeft als missie om de omstandigheden te creëren voor

Nadere informatie

Verslag over de economische conjunctuur in de chemische nijverheid, de life sciences en de verwerking van kunststof en rubber

Verslag over de economische conjunctuur in de chemische nijverheid, de life sciences en de verwerking van kunststof en rubber Titre brochure Verslag over de economische conjunctuur in de chemische nijverheid, de life sciences en de verwerking van kunststof en rubber FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie

Nadere informatie

Verslag over de economische conjunctuur in de chemische nijverheid, de life sciences en de verwerking van kunststof en rubber

Verslag over de economische conjunctuur in de chemische nijverheid, de life sciences en de verwerking van kunststof en rubber Titel brochure CRB-CCE 2016-0133 CHS JPD/T/NB/NM 19 januari 2016 Verslag over de economische conjunctuur in de chemische nijverheid, de life sciences en de verwerking van kunststof en rubber Oktober 2017

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017

BOORDTABELLEN HORECA SYNTHESE: OVERZICHT: MAART /03/2017 07/03/2017 SYNTHESE: Er is een opmerkelijke versnelling van de omzetgroei in het derde kwartaal bij restaurants en drinkgelegenheden. Hotels en catering kennen nog steeds een dalende omzet. De horecaprijzen

Nadere informatie

Verslag over de economische conjunctuur in de voedings- en drankenindustrie

Verslag over de economische conjunctuur in de voedings- en drankenindustrie Titre brochure Verslag over de economische conjunctuur in de voedings- en drankenindustrie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie

Nadere informatie

POLSSLAG VLAAMSE HORECA

POLSSLAG VLAAMSE HORECA 13/06/2017 SYNTHESE: De omzetgroei vertraagt in het laatste kwartaal van 2016 bij restaurants en drinkgelegenheden. De omzetdaling bij hotels loopt ten einde. De horecaprijzen stijgen minder snel dan vorige

Nadere informatie

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 5 november 2013 Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's In de afgelopen maanden zijn er een aantal bemoedigende signalen geweest

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe 4--24 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 4 Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België

De buitenlandse handel van België De buitenlandse handel van België 1 ste kwartaal 2010 1 De buitenlandse handel van België na het eerste kwartaal van 2010 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van het eerste kwartaal

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november 25--24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 25 Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november Na de aanmerkelijke stijging in oktober, is

Nadere informatie

Overzicht van de Belgische economie

Overzicht van de Belgische economie Titre brochure Overzicht van de Belgische economie Conjunctuurnota van januari 2019 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie Dienst

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele

Nadere informatie

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008 PERSBERICHT Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008 Het jaar 2007 kan voor de kledingsector worden samengevat als een stabiel jaar. De omzetdaling was

Nadere informatie

Een goed 2015, een aarzelend

Een goed 2015, een aarzelend Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 Een goed 2015, een aarzelend 2016 Conjunctuurenquête Expeditiesector 1e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016 DECEMBER 2016 01/12/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca blijft positief, maar zwakt af. Dit is een gevolg van een dalende omzet bij de logies. Ook het prijsverloop in de horeca

Nadere informatie

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014 Eerste kwartaal 214 Herstel in de industrie zet door Samenvatting Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari 28-2-22 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven februari 28 Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari De stabilisering van de conjunctuurbarometer volgt

Nadere informatie

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus 5-8-25 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - augustus 5 Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009. Vastgoed, familie, vennootschappen juli - september Trimester 3-21 www.notaris.be 1. Index van de vastgoed-activiteit in België n 6 12 12 11 18,2 11 1 11,1 11,6 1 99,2 1 99,7 99,8 94,3 94,4 94,1 1 9 86,3

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe 27--23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 27 Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe Na een fors herstel in oktober is de conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Matige groei, grote bezorgdheid

Matige groei, grote bezorgdheid Matige groei, grote bezorgdheid Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2016 Matige groei, grote bezorgdheid Conjunctuurenquête Expeditiesector 2e kwartaal 2016 De 3-maandelijkse conjunctuurenquête

Nadere informatie

Niet-preferentiële certificaten van oorsprong

Niet-preferentiële certificaten van oorsprong Niet-preferentiële certificaten van oorsprong Eerste zes maanden van 2015 De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve,

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

2003/10A. Conjunctuur: recent verloop en verwachtingen* 7 e jaar. Door Economische Analyses, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie

2003/10A. Conjunctuur: recent verloop en verwachtingen* 7 e jaar. Door Economische Analyses, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 2003/10A Conjunctuur: recent verloop en verwachtingen* Door Economische Analyses, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie *Analyse afgesloten op 19 september 2003 1. Driemaandelijks bruto

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

Niet-preferentiële certificaten van oorsprong

Niet-preferentiële certificaten van oorsprong Niet-preferentiële certificaten van oorsprong Jaarverslag 2014 Niet-preferentiële certificaten van oorsprong afgeleverd door de Belgische kamers van koophandel Jaarverslag 2014 De opdracht van de FOD

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese:

ALGEMEEN OMZET FEBRUARI 2016 16/02/2016. Boordtabellen Horeca. Synthese: FEBRUARI 2016 16/02/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca zet door en is het sterkst in restaurants en logies. De horeca inflatie blijft op een hoog niveau. Het aantal arbeidsplaatsen

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Maart 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Atradius Landenrapport

Atradius Landenrapport Atradius Landenrapport Nederland November 214 Overzicht Algemene informatie Belangrijkste sectoren (213, % van bbp) Hoofdstad: Amsterdam Diensten: 72% Regeringsvorm: Constitutionele monarchie Industrie:

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Oktober 212 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 212 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus 26-8-24 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - augustus 26 Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Voorjaarsprognose 2012-13: naar een licht herstel Brussel, 11 mei 2012 Na de productiekrimp eind 2011 wordt de EU-economie nu geacht in een milde recessie te verkeren.

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN!

GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN! GEEN AARDSCHOK IN DE BOUW, MAAR HERSTEL IS NIET VOOR MORGEN! De balans 2008 ziet er nog goed uit De productie heeft stand gehouden... Volgens de ramingen van het Instituut voor de Nationale Rekeningen

Nadere informatie

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN

ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN Instituut voor de nationale rekeningen ANALYSE VAN DE PRIJZEN DERDE KWARTAALVERSLAG 2017 VAN HET INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN PRIJZENOBSERVATORIUM Meer informatie: FOD Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal Derde kwartaal 214 groei industrie afgenomen in derde kwartaal Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D n 1 Juli - september Trimester 3-211 Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Conjunctuur - nulgroei in 2015 Conjunctuur - nulgroei in 2015 De cijfers die wijzen op een groei van meer dan 3 % in 2014 en een aantal vergunde woningen dat 10 % hoger ligt, geven de illusie van een stevig herstel voor de bouw. Maar

Nadere informatie

verslag CRB

verslag CRB verslag CRB 2019-0440 Actualisering van het Technisch verslag over de maximaal beschikbare marge ingevolge de herziening van de inflatie- en groeivooruitzichten in februari 2019 CRB 2018-0440 Actualisering

Nadere informatie

Economische vooruitgang

Economische vooruitgang #EURoad2Sibiu Economische vooruitgang Mei 219 NAAR EEN MEER VERENIGDE, STERKERE EN DEMOCRATISCHERE UNIE De ambitieuze EU-agenda voor banen, groei en investeringen en de versterking van de eengemaakte markt

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU? Als gevolg van de wereldwijde economische en financiële crisis heeft de EU met een laag investeringsniveau te kampen. Alleen met gezamenlijke gecoördineerde

Nadere informatie

De buitenlandse handel van België - 2009 -

De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België - 2009 - De buitenlandse handel van België in 2009 (Bron: NBB communautair concept*) Analyse van de cijfers van 2009 Zoals lang gevreesd, werden in 2009 de gevolgen van

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015

Impact van de Russische boycot. op de prijzen en de uitvoer. van bepaalde landbouwproducten. september 2015 Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten september 2015 FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale

Nadere informatie

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België November 211 1 1 - -1-1 -2-2 -3-3 21 22 23 24 2 26 27 28 29 21 211 Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde brutoreeks De conjunctuurbarometer

Nadere informatie

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten

Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten Impact van de Russische boycot op de prijzen en de uitvoer van bepaalde landbouwproducten FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Economische Analyses en Internationale Economie

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 23 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,7 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9 101,4

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november 218-11-23 Links: NBB.Stat Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven november 218 Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november Het ondernemingsklimaat verbeterde in alle

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor juni 211 (cijfers t/m maart 211) Inhoud: 1. Werkloosheid 2. Werkloosheid naar leeftijd 3. Vacatures, bedrijven, leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt?

Nadere informatie

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie

memorandum CRB Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie memorandum CRB 2019-1099 Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie CRB 2019-1099 Memorandum Een sterke voedingsindustrie als motor van onze economie Brussel 6.06.2019 2 CRB 2019-1099 1

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Omzet industrie daalt, productie vrijwel gelijk

Omzet industrie daalt, productie vrijwel gelijk Derde kwartaal 2 industrie daalt, productie vrijwel gelijk Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

Omzet industrie daalt door lagere prijzen Eerste kwartaal 21 Omzet industrie daalt door lagere prijzen Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Wolfgang Filser.Fotolia.com. Sectoraal panorama

Wolfgang Filser.Fotolia.com. Sectoraal panorama Wolfgang Filser.Fotolia.com Sectoraal panorama Lente 2017 De opdracht van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige

Nadere informatie

De agrarische handel van Nederland in 2012

De agrarische handel van Nederland in 2012 De agrarische handel van Nederland in 2012 1. Opvallende ontwikkelingen Totale wereldhandel in agrarische producten groeit voor tweede opeenvolgende jaar met ruim 10% Nederlandse agrarische export groeit

Nadere informatie

Verslag over de conjunctuurontwikkeling in de ledersector

Verslag over de conjunctuurontwikkeling in de ledersector bijzondere raadgevende commissie Leder Verslag over de conjunctuurontwikkeling in de ledersector Brussel, maart 2007 CRB 2007-338 - - 2 - CRB 2007-338 PRODUCTIE De leveringen in waarde van de ledersectoren

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2017 COM(2017) 291 final ANNEX 3 BIJLAGE bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE NL NL Bijlage 3. Voornaamste economische tendensen

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & Figures over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Facts & figures De lokale overheden zijn een zeer belangrijke speler in ons land. De bevoegdheden die ze

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 3 mei 2013 Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie Na in 2012 in een recessie te hebben verkeerd, zal de EU-economie

Nadere informatie

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 14 Juli - september Trimester 3 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013 n 18 T/3 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 87,7 101,6 100 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 99,2 99,2 102,8 94,1

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2016 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex bedraagt in december 2,2% ten

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Januari 211 (cijfers t/m oktober 21) Hoe staan de er voor op de arbeidsmarkt en de woningmarkt? Dat leest u in deze zesde editie van de crisismonitor, die het OCD eens in de twee maanden

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten

Communiqué. Verloop van de Belgische uitvoermarkten INSTITUT DES COMPTES NATIONAUX INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN BUREAU FÉDÉRAL DU PLAN FEDERAAL PLANBUREAU Communiqué 20.06.2003 Economische Begroting 2004 Overeenkomstig de wet van 21 december 1994

Nadere informatie

Productie licht gedaald in vierde kwartaal

Productie licht gedaald in vierde kwartaal Vierde kwartaal 14 Productie licht gedaald in vierde kwartaal Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015 Geharmoniseerde consumptieprijsindex - december 2014 o De Belgische inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex daalt in december naar -0,4%,

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 Residentiële vastgoedprijsindex 4e kwartaal 2014 o De Belgische residentiële vastgoedprijsindex steeg in het vierde kwartaal van 2014 met 1,0% ten opzichte van het vorige

Nadere informatie

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau

Orderboekje historisch gezien op vrij hoog niveau jun-11 sep-11 dec-11 mrt-12 jun-12 sep-12 dec-12 mrt-13 jun-13 sep-13 dec-13 mrt-14 jun-14 sep-14 dec-14 mrt-15 jun-15 sep-15 dec-15 mrt-16 jun-16 sep-16 dec-16 mrt-17 jun-17 Perscontact Frederik Bronckaerts

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06 UNIZO KMO-BAROMETER UNIZO-Studiedienst, tel. 02 238 05 31 - fax 02 238 07 94 www.unizo.be Voor resultaten van vroegere edities van de KMO-barometer en andere KMO-statistieken zie: www.unizo.be/statistieken

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 01/2015 05/2015 09/2015 01/2016 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016 Geharmoniseerde

Nadere informatie

Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia

Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Bilaterale handel Vlaanderen - Colombia Handelsbalans Vlaanderen - Colombia Onze handel met Colombia is steevast in een handelstekort geëindigd. Dat tekort was op zijn hoogst in 2008: zowat een half miljard

Nadere informatie