FIRE SAFETY ENGINEERING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "FIRE SAFETY ENGINEERING"

Transcriptie

1 Building Engineering & Consultancy Leiepark 18 B 9051 Gent tel.: fax: STUDIE BRANDVEILIGHEID CAMPUS MERCATOR HOGESCHOOL GENT DEFINITIEF RAPPORT REFERENTIES DATUM BVB 01/07/04 DOSSIER T A NUMMER R R A F

2 1. INLEIDING GEBOUWEN...7 A) Gebouw blok G...7 B) Gebouw blok A...16 C) Gebouw blok B...18 D) Gebouw blok E...20 E) Gebouw blok I...22 F) Gebouw blok F...23 G) Gebouw blok C...25 H) Gebouw blok D...29 I) Gebouw Vertaalkunde...33 J) Gebouw Centrale Administratie...36 K) Gebouwen tussen Nonnemeersstraat en Groot-Brittaniëlaan...40 L) Campus als geheel BIJLAGEN...43 Building Engineering & Consultancy 2/45

3 1. INLEIDING Dit rapport is het resultaat van een doorgedreven studie van de brandveiligheid van de gebouwen van de Hogeschool Gent, campus Mercator. De studie vloeit voort uit de Algemene Offerte-aanvraag nr. AD/FC/ uitgeschreven door de Dienst Veiligheid, Milieu en Algemeen Kwaliteitsbeheer van de Hogeschool GENT. De studie omvat de volgende gebouwen: Gebouw blok G, Henleykaai 84, 9000 Gent Blokken A, B, E, F en I, fysisch verbonden met blok G maar in beheer van de provincie Oost- Vlaanderen. Studentenhuizen blok C en blok D, Nonnemeersstraat 21, 9000 Gent Gebouw centrale administratie, Abdisstraat 1, 9000 Gent Gebouw Vertaalkunde, Groot-Brittaniëlaan 45, 9000 Gent Alle andere gebouwen, onderdeel van Campus Mercator, gelegen tussen Nonnemeersstraat en Groot-Brittaniëlaan De studie is in nauw overleg gebeurd met dhr. Frank Claeys, diensthoofd Veiligheid, Milieu en Kwaliteitsbeheer van de Hogeschool Gent (preventieadviseur niveau 1) en is volledig besproken met dhr. Erik Schaubroeck, kapitein-commandant, departementshoofd preventie van de brandweer van Gent. Het eindresultaat van de studie bestaat uit een inventarisatie van de bestaande toestand van de brandveiligheid van de bovenvermelde gebouwen, zowel met betrekking tot de bouwtechnische aspecten van de brandveiligheid als tot de aanwezige brandbeveiligings- en preventietechnieken. Vervolgens is een toetsing gebeurd van de bestaande situatie met de bestaande wetgeving, meer bepaald met: ARAB art. 52 e.v. Codex over het welzijn op het werk NBN S (dd. Augustus 82): brandveiligheid in schoolgebouwen Basisnormen Brandpreventie (KB van 19/12/97 en KB van 04/04/03): bijlage 2, 3 en 4 (leidraad voor bestaande gebouwen) NBN S : Ontwerp en berekening van rook- en warmteafvoerinstallaties NBN ISO 3864 (dd. September 1996): veiligheidskleuren en veiligheidstekens NBN ISO 6309 (dd. September 1996): brandveiligheid en veiligheidstekens Vlarem In derde instantie is een studie gebeurd van de nodige en/of mogelijke aanpassingen met betrekking tot de brandveiligheid van de gebouwen, met raming van de prijsconsequenties en kwalificatie van de noodzaak tot uitvoering van de aanpassingen. Het is echter niet de bedoeling van deze studie de gebouwen volledig in overeenstemming te brengen met de huidige prescriptieve wetgeving aangezien deze enkel verplicht is voor nieuwbouw en dus niet van toepassing is voor deze gebouwen. Bovendien zou het volledig in orde stellen van de gebouwen met de huidige wetgeving onverantwoorde kosten met zich meebrengen en indruisen tegen de nieuwe benadering van brandbeveiliging en preventie die momenteel zijn ingang begint te vinden, zowel bij de wetgever als bij de verzekeraars, bij de brandweer, bij de studieburelen en ook bij de bouwheren, nl. Fire Safety Engineering. De bestaande wetgeving zal wel als maatstaf dienen voor de voorgestelde wijzigingen. Building Engineering & Consultancy 3/45

4 Fire Safety Engineering is een volledig nieuwe benadering van het gegeven brandveiligheid. Men gaat niet meer uit van de prescriptieve wetgeving. Deze wetgeving is geschikt om een brandveilig gebouw te verkrijgen zolang het gaat om een eenvoudig ontwerp. Van zodra het ontwerp ingewikkelder wordt, zorgt de prescriptieve wetgeving voor een grote inperking van de creativiteit van de ontwerper en zorgt vaak voor een overdimensionering van de brandbeveiliging (met bijhorende overdreven kosten). Bovendien kan de vraag gesteld worden of deze wetgeving nog voldoet als ze geëxtrapoleerd wordt naar een ingewikkelder gebouw! Fire Safety Engineering benadert brandveiligheid vanuit een ingenieursstandpunt: De fundamentele eisen van brandveiligheid zijn: - ontwikkeling en verspreiding van brand en rook beperken - brandoverslag voorkomen - gebruikers evacueren - veiligheid brandweer - draagstructuur gebouw voldoende lang waarborgen Aan deze eisen kan voldaan worden door een combinatie van: - brand voorkomen - ontwerp gebouw - werking aanwezige installaties - constructie - onderhoud De middelen die de Fire Safety Engineer tot zijn beschikking heeft om dit te verwezenlijken zijn o.a.: - compartimentering - keuze bouwmaterialen - stabiliteit structuur - evacuatiewegen (signalisatie) - toegangswegen tot het gebouw - bescherming tegen brandoverslag - detectie en waarschuwing - manuele/automatische blusinstallaties - watervoorzieningen - Rook- en warmteafvoerinstallaties - Interventie- en rampenplannen Afhankelijk van het ontwerp, van het gebouw, van de functie,... wordt de interessantste combinatie van deze middelen gekozen door middel van risicoanalyses, berekeningen, ervaring en gezond verstand om zo tot een brandveilig gebouw te komen dat voldoet aan de vooropgestelde eisen. Bij schoolgebouwen is de evacuatie van personen van primordiaal belang in geval van brand. Het patrimonium is van secundair belang. In tegenstelling tot bij bedrijven is het vrijwaren van de activiteiten bij deze gebouwen het minst belangrijk. In dit rapport worden de verschillende gebouwen systematisch behandeld om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie per gebouw. Building Engineering & Consultancy 4/45

5 Building Engineering & Consultancy 5/45

6 Belangrijke opmerkingen: Aangezien zowel de Mercator Hogeschool als de Provinciale Middenschool in uitbating zijn, worden vrijwel doorlopend aanpassingen en verbeteringen aangebracht aan de beveiliging van het patrimonium. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde aanduidingen op de bestaande toestandsplannen eventueel kunnen afwijken van de bestaande toestand op het moment van indiening van het dossier aangezien het opnemen van de bestaande toestand van de gebouwen enkele maanden voor het indienen van het dossier gebeurd is en niet elke wijziging achteraf nog op de plannen is aangebracht. Dit rapport en de bijhorende plannen kunnen niet beschouwd worden als een uitvoeringsstudie. Het geldt als een audit om de pijnpunten met betrekking tot brandveiligheid bloot te leggen en een opsomming van de oplossingen om de brandveiligheid te verbeteren. Voorafgaand aan de aanbesteding van de werken dient een gedetailleerde uitvoeringsstudie te worden uitgevoerd met betrekking tot de verschillende ingrepen (branddetectieinstallatie, veiligheidsverlichting, RWA-installatie, bijkomende vluchttrap,...). De raming in bijlage is te beschouwen als een voorstudieraming. De keuze van afwerkingsmaterialen en kwaliteit van materialen is niet doorgesproken met de bouwheer. Dit maakt deel uit van een uitvoeringsstudie. In deze voorstudieraming is uitgegaan van een standaard afwerking. In de raming is ook geen rekening gehouden met erelonen, opmaak van as-builtdossiers, opleiding van personeel, werfinrichting en dergelijke. De raming is een opsomming van de verschillende voorgestelde ingrepen. Eerst worden per blok de volgens ons belangrijkste ingrepen vermeld; vervolgens worden de bijkomende ingrepen per verdieping opgesomd. Voor de buitenaanleg is geen raming opgemaakt aangezien deze werken momenteel in uitvoering zijn. Building Engineering & Consultancy 6/45

7 2. GEBOUWEN A) GEBOUW BLOK G Beschrijving gebouw Blok G, bekend als de omgekeerde piramide, is een schoolgebouw van de Hogeschool Gent, campus Mercator. Het gebouw is fysisch verbonden met de gebouwen A en F van de Provinciale Middenschool. Foto 1: gevelzicht blok G Foto 2: binnenzicht atrium Het gebouw bestaat uit een kelderverdieping, een gelijkvloers en 5 verdiepingen en wordt gekenmerkt door een groot centraal atrium waarrond de leslokalen gesitueerd zijn. In het atrium zijn op iedere hoek trappen voorzien. Er is 1 gecompartimenteerde vluchttrap voorzien aan de aansluiting met blok A. In de kelderverdieping bevinden zich de technische installaties (luchtgroepen, koelcentrale, brandpompen, liftmachinekamers,...). Er is geen stookplaats aanwezig in dit gebouw. De centrale stookplaats bevindt zich in de kelder van blok E. Op het gelijkvloers bevinden zich de burelen van het personeel en een groot archief. Ter hoogte van iedere hoek van het gebouw zijn toegangen tot het gebouw gesitueerd. Er bevinden zich enkele vides, verdeeld over de uitloopruimte tussen het gelijkvloers en de 1 e verdieping. Het gebouw is gelegen aan een grote, centrale binnentuin (links van as 27) met waterpartijen die eveneens dienen als waterreservoir voor de blusinstallaties. Op de eerste verdieping bevindt zich de receptie met de bediening rookevacuatie, luchtgroepen en de liftalarmen, naast een auditorium voor 132 personen, enkele leslokalen en een grote uitloopruimte. Op dit niveau begint het atrium. In de hoek met de aansluiting met blok A bevindt zich nog een toegang tot het gebouw. Deze wordt beschouwd als toegang voor de hulpdiensten. Verdiepingen 2, 3 en 4 bestaan uit leslokalen rondom het centrale atrium. Verdieping 5 is een verdieping die als het ware hangt in het atrium. De verdieping is te bereiken vanaf niveau +4 via een trap die zich bevindt in het atrium of via de gecompartimenteerde trapkoker. Op verdieping 5 bevinden zich nog enkele leslokalen en 4 technische lokalen met luchtgroepen voor deze leslokalen. Rondom niveau +5 heeft het gebouw een plat dak. In het glazen dak van het atrium bevinden zich rookluiken en onder de vloer van niveau +5 bevinden zich sprinklers boven het atrium. Building Engineering & Consultancy 7/45

8 Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok G op meerdere punten totaal niet in overeenstemming is met de huidige wetgeving (zie checklist in bijlage). Dit wordt vooral veroorzaakt door de beperkte compartimentering en de aanwezigheid van het atrium dat volgens de wetgeving niet als een vluchtweg mag gebruikt worden in geval van brand. Aangezien het gebouw omwille van haar architecturaal concept niet volledig in overeenstemming kan worden gebracht met de huidige wetgeving en omwille van de hoge kosten die dat met zich mee zou brengen, hebben wij de brandveiligheid van blok G vanuit een engineeringstandpunt benaderd. Door middel van een risicoanalyse en berekeningen van de rook-en warmteafvoer wordt gecontroleerd hoe een performante veiligheid kan worden verkregen. Risicoanalyse Wegens de hoge bezetting (tot 1600 personen) zijn we ervan uitgegaan dat de evacuatie van de personen in geval van brand het allerbelangrijkste is. De vrijwaring van het gebouw is van secundair belang en bovendien volgt een beveiliging van het patrimonium meestal automatisch uit de maatregelen die worden getroffen om de evacuatie van de personen te bevorderen. In eerste instantie hebben we de brandveiligheid van de huidige toestand van het gebouw getoetst aan de hand van risicoanalyse door middel van het programma FRAME 2.0 (Fire Risk Assesment Method for Engineering). Voor deze berekening zijn we uitgegaan van niveau +4 aangezien de afstanden van dit niveau tot het evacuatieniveau de grootste zijn. Uitgangspunten: - Bezetting van 300 personen (leerlingen waaronder mogelijk mindervaliden) - We zijn niet uitgegaan van de vluchtweg naar +5 aangezien mensen de neiging hebben om naar beneden te vluchten en bovendien in geval van brand vluchtende mensen van niveau +5 naar beneden zullen komen in plaats van te vluchten op het dak (waar ze geëvacueerd kunnen worden door de brandweer) - Omwille van de aanwezigheid van een RWA-installatie zijn we er wel vanuit gegaan dat in geval van brand op de lagere niveaus 2 van de 4 trappen in het atrium geschikt zullen zijn als vluchtweg aangezien bij brand de rookpluim recht omhoog stijgt voordat de rook terecht komt in de rooklaag. (1) - We zijn ervan uitgegaan dat er geen permanentie is en dat de aankomst van de brandweer tussen 10 en 15 min bedraagt na melding. (1) Uit de evacuatieoefeningen is ook gebleken dat de mensen in het gebouw automatisch de neiging hebben om gebruik te maken van de trappen in het atrium in plaats van de veilige, gecompartimenteerde trap ter hoogte van de aansluiting met blok A. Het is dus onzinnig om geen rekening te houden met mensen die zouden vluchten via het atrium. Daaruit blijkt dat het gebouw in zijn huidige toestand zowel wat betreft de veiligheid van personen, gebouw en activiteiten een zeer groot risico inhoudt met betrekking tot brandveiligheid. Er dienen dus absoluut maatregelen te worden getroffen om deze situatie te verhelpen. In tweede instantie hebben we de berekening opnieuw gemaakt, maar hebben we een aantal bijkomende veiligheidsmaatregelen ingebouwd, welke realistisch zijn en welke na implementatie ervoor zorgen dat een brandveilig gebouw wordt verkregen, zowel op het gebied van evacuatie van personen als op het gebied van vrijwaring van patrimonium en van activiteiten. De bijkomende veiligheidsmaatregelen die in tweede instantie geïmplementeerd zijn: Building Engineering & Consultancy 8/45

9 - Een bijkomende (gecompartimenteerde) vluchttrap - Een onafhankelijke geadresseerde rookdetectie met onmiddellijke doormelding naar de brandweer en naar een centrale dispatching van de universiteit Gent. Hierdoor kunnen we ervan uitgaan dat de brandweer binnen de 10 minuten ter plaatse kan zijn. - Opleiding van een eigen interventieploeg (bij bezetting). - We gaan ervan uit dat de sprinklers weinig bijdrage leveren tot de brandveiligheid van het gebouw en houden er dus geen rekening mee. Met deze bijkomende maatregelen wordt wel een afdoende veiligheid gerealiseerd voor personen, patrimonium en activiteiten. Verder in deze nota worden de voorgestelde ingrepen verder toegelicht. Rook- en warmteafvoerinstallatie (RWA) Vervolgens werd onderzocht of de huidige rook- en warmteafvoerinstallatie voldoende groot gedimensioneerd is om te voldoen bij verschillende brandscenario s. Een beperkende factor hierbij is het beperkte volume van mogelijke rookopslag onder het dak van het gebouw aangezien absoluut dient te worden vermeden dat rook de vluchtende mensen op de bovenste verdiepingen hindert. Bij evacuatie van personen is rook levensgevaarlijk. Het beperkt de zichtbaarheid, bevat giftige stoffen, kan de longen doen verbranden en vermindert de zuurstofhoeveelheid in de lucht. Een effectieve RWA-installatie is dus van essentieel belang; naar ons oordeel veel belangrijker dan de sprinklerinstallatie die voorzien is boven het atrium aangezien door de grote hoogte van het atrium pas voldoende hoge temperaturen zullen bereikt worden ter hoogte van de sprinklers om deze in werking te doen treden wanneer het reeds te laat is en de brand reeds veel te groot geworden is. De bestaande sprinklerinstallatie zal dus ook niet bij machte zijn om een eventuele brand in het atrium te blussen. In principe dient te worden uitgegaan van een rookvrije zone tot 3m boven de vloer van het hoogste niveau in het atrium (in dit geval niveau +4). Echter bij het uitvoeren van de berekeningen bleek al snel dat de huidige RWA-installatie (±16 m² netto doorlaat) volledig ontoereikend is om de volledige rookhoeveelheid op een adequate manier af te voeren zonder vluchtende personen op niveau +4 te hinderen en zonder het risico te lopen dat door de grote stijghoogte de rook teveel afkoelt en niet meer stijgt tot aan de rookluiken en zich verspreidt in het atrium en dus op die manier ook de evacuatie op de lagere niveaus in gevaar brengt. Daarom zijn we bij de berekeningen ervan uitgegaan dat er brandschermen dienen te worden geplaatst in de rondgang op niveau +4 die ervoor zorgen dat de rooklaag onder het dak kan zakken tot op niveau +3 zodat de vereiste stijghoogte van de rook wordt verminderd en bijgevolg de rook ook met een hogere temperatuur in de rooklaag terechtkomt, wat vermijdt dat de rook door een te grote temperatuurdaling blijft hangen op een bepaalde hoogte in het atrium zonder de rooklaag te bereiken. De temperatuur van de rook blijft echter voldoende laag om de evacuerende personen op de hoogste niveaus niet in gevaar te brengen. Wij hebben bij de berekeningen een rookvrije zone van ongeveer 2m boven de vloer van niveau +3 verondersteld zodat de mensen die zich op dit niveau bevinden zonder problemen (in gebukte houding) kunnen vluchten (de rooktemperaturen zijn voldoende laag). Bij de berekeningen zijn we uitgegaan van verschillende brandscenario s, zoals aangeduid op onderstaande doorsnede. De temperatuur van de rook is voldoende laag zodat glasbreuk niet moet gevreesd worden. Building Engineering & Consultancy 9/45

10 Figuur 1: Langsdoorsnede blok G met brandscenario s Brandscenario 1: Er ontstaat brand op de vloer van het atrium op niveau +2. We gaan uit van een niet-gesprinklerde brand met een convectieve warmteflux van 250 kw/m² en een oppervlakte van 3m x 3m. De netto rookmassastroom (inkomende rookmassa-afgevoerde rookmassa) bedraagt maximaal 13.5 kg/s en de rooklaag zakt tot een hoogte van 6.5m boven het niveau +2 na 10 minuten en bereikt dan een temperatuur van ongeveer 90.0 C. Na 5 minuten is de rook gezakt tot een hoogte van bijna 8.0m boven het niveau +2. Voor dit brandscenario is de voorziene oppervlakte rookluiken voldoende en betekent de rook geen gevaar voor de vluchtende personen op de verschillende verdiepingen. Brandscenario 2: Er ontstaat brand in een leslokaal op niveau +2. We gaan uit van een niet-gesprinklerde brand met een convectieve warmteflux van 250 kw/m² en een oppervlakte van 3m x 3m. Na een korte tijd palmt de rook het volledige lokaal in en stroomt over de breedte van het lokaal naar het atrium. De netto rookmassastroom (inkomende rookmassa-afgevoerde rookmassa) bedraagt maximaal 18.5 kg/s en de rooklaag zakt tot een hoogte van 5.0m boven het niveau +2 na 10 minuten en bereikt dan een temperatuur van ongeveer 40.0 C. Na 5 minuten is de rook gezakt tot een hoogte van ongeveer 7.0m boven het niveau +2. Voor dit brandscenario is de voorziene oppervlakte rookluiken voldoende en betekent de rook geen gevaar voor de vluchtende personen op de verschillende verdiepingen. Brandscenario 3: Er ontstaat brand op niveau +1. We gaan uit van een niet-gesprinklerde brand met een convectieve warmteflux van 250 kw/m² en een oppervlakte van 3m x 3m. De rook stroomt via de vide in het atrium. De netto rookmassastroom (inkomende rookmassa-afgevoerde rookmassa) bedraagt maximaal 27.5 kg/s en de rooklaag zakt tot een hoogte van 5.5m boven het niveau +1 na 10 minuten en bereikt dan Building Engineering & Consultancy 10/45

11 een temperatuur van ongeveer 35.0 C. Na 5 minuten is de rook gezakt tot een hoogte van ongeveer 9.0m boven het niveau +1. Voor dit brandscenario is de voorziene oppervlakte rookluiken onvoldoende in combinatie met de brandschermen op niveau +4 aangezien de rooklaag zich na ongeveer 10 minuten stabiliseert op een hoogte van 5.5 m boven het niveau +1 en dus vluchtende personen op niveau +3 zullen gehinderd worden door de rook. Echter uit de berekeningen blijkt dat de vluchtende personen op niveau +3 slechts na 5 minuten gehinderd zullen worden door de rook. Het is ons inziens te kostelijk om ofwel bijkomende rookluiken te voorzien ofwel bijkomende brandschermen te voorzien volledig rondom niveau +2 in verhouding tot de bijkomende veiligheid die wordt geboden. Het lijkt ons eerder aangewezen om het aantal evacuatieoefeningen per jaar te verhogen om de studenten te sensibiliseren en de evacuatietijd te verkorten. Opm.: Om te vermijden dat de rook zich bij een brand zou verspreiden over de volledige oppervlakte van niveau +1, is het aangewezen om rookschermen te plaatsen zodat de rook geconcentreerd blijft in een gedeelte van het gebouw en zo het vluchten van de mensen niet in gevaar brengt. Brandscenario 4: Er ontstaat brand op niveau +0. Om te vermijden dat er ook een brandscherm dient te worden geplaatst op de rondgang op niveau +3 of dat er bijkomende rookluiken dienen te worden geplaatst in het dak, trachten we zoveel mogelijk te vermijden dat bij brand op het gelijkvloers de rook in het atrium terechtkomt. Dit is niet evident omwille van de verschillende vides tussen niveaus +0 en +1. Het grote archief is volledig gecompartimenteerd. De andere lokalen op het gelijkvloers worden ook zoveel mogelijk brandwerend gescheiden van de gang zodat de rook zich niet in het atrium kan verspreiden. Voor het gedeelte tussen assen K/Q en 30/38 wordt een andere oplossing voorgesteld. We gaan uit van een niet-gesprinklerde brand met een convectieve warmteflux van 250 kw/m² en een oppervlakte van 3m x 3m. De rook stroomt via de vides naar niveau +1 waar het wordt afgevoerd via ventilatieroosters in de lichtstraat. De netto rookmassastroom (inkomende rookmassa-afgevoerde rookmassa) bedraagt, uitgaande van een netto afvoeroppervlakte van 10 m², ongeveer 4.0 kg/s en de rooklaag zakt tot een hoogte van 5.5m boven het niveau +O na 10 minuten en bereikt dan een temperatuur van ongeveer 65.0 C. Na 5 minuten is de rook gezakt tot een hoogte van ongeveer 6.5m boven het niveau +0. Om te vermijden dat de rook zich bij een brand zou verspreiden over de volledige oppervlakte van niveaus +0 en +1, is het aangewezen om rookschermen te plaatsen zodat de rook geconcentreerd blijft ter hoogte van de brand en de rookluiken en zo het vluchten van de mensen niet in gevaar brengt. Om een goede werking van de rookluiken in het dak te garanderen dient een goede luchttoevoer te worden verzekerd. Deze kan worden gerealiseerd door een aantal ramen op niveau +1 te voorzien van opengaande delen (netto oppervlakte: 16m²). Ingeval van brand worden deze opengaande delen geopend om te zorgen voor een goede luchttoevoer. Building Engineering & Consultancy 11/45

12 Belangrijkste ingrepen De belangrijkste ingrepen die volgens onze studie dienen te gebeuren om het gebouw brandveilig te maken zijn: a) Een autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie, volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de dispatching van de Universiteit Gent en de brandweer van Gent. b) Een aanpassing van de bestaande RWA-installatie volgens de scenario s beschreven hierboven. c) Een bijkomende vluchttrap in een apart compartiment of volledig buiten het gebouw in de NOhoek van het gebouw. d) Een bijkomende vluchtweg op verdieping 1 tussen assen 29/31 en M/N. e) De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. f) De compartimentering verbeteren. g) Een goed opgeleide interventieploeg die minimaal bij gebruik van het gebouw paraat is. h) Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. Meer in detail: a) Autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie Van het allergrootste belang om brand te voorkomen is het vroegtijdig ontdekken van een mogelijke brandhaard. Hiervoor dient een performante, nieuwe analoge branddetectiecentrale te worden voorzien met geadresseerde, optische rookdetectoren en eventueel beams over het atrium voor de sturing van de rookluiken. Ook de alarmdrukknoppen dienen geadresseerd te worden. Het is ten stelligste aangeraden om te detecteren in alle lokalen. Enkel in circulatieruimtes detecteren zorgt ervoor dat een brand zich volledig kan ontwikkelen in een lokaal en bij het breken van glas of het openen van een deur kan de brand zich dan pijlsnel verspreiden over de omliggende lokalen en de eventuele personen in die lokalen volledig verrassen. Wij stellen volgend scenario voor dat geprogrammeerd dient te worden in de centrale: - Overdag: bij detectie van rook in één of ander lokaal wordt automatisch een akoestisch en visueel signaal gegeven op de brandcentrale. Dit signaal wordt onmiddellijk doorgegeven naar de dispatching van de Universiteit van Gent. Tegelijkertijd wordt een waarschuwingsalarm gegenereerd op de betrokken verdieping (oproepinstallatie aan te passen aan het scenario). De interventieploeg wordt gewaarschuwd door de persoon in het lokaal van de brandcentrale. Indien wordt doorgegeven dat het ernstig is, activeert deze persoon het evacuatiealarm, eventueel in combinatie met een omroepbericht (snelste reactietijd). In dit geval wordt ook direct een oproep doorgestuurd naar de brandweer. - s Nachts of buiten bezettingsuren: bij detectie van rook in één of ander lokaal wordt automatisch het evacuatiealarm geactiveerd, wordt een signaal gegeven naar de dispatching van de Universiteit van Gent en vertrekt onmiddellijk een oproep naar de brandweer. De brandcentrale wordt dus ook verbonden met de centrale dispatching van de universiteit en ook met de centrale van de aanpalende blokken zodat ook de Provinciale Middenschool wordt gewaarschuwd in geval van evacuatie. Het omgekeerde wordt dient ook te worden gerealiseerd. De centrale dient te worden geplaatst op een centraal punt dat bij gebruik van het gebouw permanent bemand is en dat in geval van brand gemakkelijk kan worden bereikt door de brandweer. De plaats op de 1 e verdieping waar momenteel de receptie is en waar alle alarmen toekomen, voldoet naar onze mening niet aangezien de receptie niet gecompartimenteerd is ten opzichte van het atrium. Ons voorstel is om de receptie te verplaatsen naar het sas tussen blokken A en G. Hier kan steeds voor permanentie worden gezorgd en deze plaats is ook zeer toegankelijk voor de brandweer en dus Building Engineering & Consultancy 12/45

13 aangewezen voor het plaatsen van de bediening van de rookluiken en de brandcentrale, voor het toekomen van de liftalarmen en de sturingen van de luchtgroepen. Belangrijk bij het voorzien van een nieuwe branddetectie is ook het voorzien van bijkomende sirenes in het gebouw, zeker op de bovenste verdiepingen en het aanpassen van de oproepinstallatie aan het voorgestelde scenario. Bij evacuatieoefeningen is gebleken dat de bestaande sirenes moeilijk hoorbaar zijn in alle lokalen. Op niveau +5 dienen visuele brandwaarschuwing te worden voorzien in de taallabo s zodat studenten met een hoofdtelefoon ook gewaarschuwd worden. b) Aanpassen bestaande RWA-installatie Een goed functionerende RWA-installatie is van essentieel belang om het veilig evacueren van het atrium toe te laten. De goede werking van de bestaande rookluiken dient te worden gecontroleerd en de rookluiken dienen te worden gekoppeld met de branddetectiecentrale. De spontaan doorsmeltende veiligheden op de rookluiken dienen te worden verwijderd en eventueel te worden vervangen door een temperatuurvoeler die de rookluiken openstuurt wanneer de temperatuur onder de luiken te hoog oploopt. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de lucht onder het dak warmer is dan de rook en dus het vormen van een rooklaag onder het dak voorkomt. Bovendien kan het automatisch opensturen van de rookluiken in geval van hoge temperaturen het klimaat in het atrium tijdens een warme dag veel verbeteren. In de bovenstaande brandscenario s wordt verduidelijkt welke performanties gevraagd worden van de rookluiken. In ieder geval dient een degelijke sturing van de installaties te worden voorzien en dienen bijkomende rookschermen worden voorzien. Het is ook ten stelligste aan te raden om de bijkomende rookluiken te voorzien op niveau +1 voor rookafvoer bij brand op niveau +0. Voor luchttoevoer bij brand stellen wij voor om in een aantal gevels op niveau +1 opengaande delen te voorzien om een degelijke werking van de rookafvoer via de rookluiken te garanderen. c) Een bijkomende vluchttrap Uit de risicoanalyse is gebleken dat het aantal vluchttrappen in het gebouw volledig ontoereikend is. Volgens het KB van 19/12/97 is het zelfs verboden om de trappen in een atrium als vluchtweg te beschouwen. In de praktijk is dit echter niet houdbaar. Mensen hebben de natuurlijke neiging om te vluchten langs de meest gemakkelijke weg en omwille van de afmetingen van het atrium zullen ook een aantal trappen in het atrium als vluchtweg kunnen gebruikt worden in geval van brand. Nochtans is het, omwille van de grote bezetting van het gebouw, absoluut noodzakelijk een bijkomende vluchttrap, die volledig gecompartimenteerd is, te voorzien. Er zijn 2 opties om een bijkomende vluchttrap te voorzien; de ene optie is een buitentrap tussen assen M/N en 37/38; de andere optie is een binnentrap tussen assen L/M en 35/36. Ons lijkt het meest aangewezen om te opteren voor de binnentrap aangezien vluchtende mensen niet gaan opteren voor een trap die ze niet gewend zijn te gebruiken en die ze niet zien (zie beperkt gebruik vluchttrap tussen blokken G en A bij de evacuatieoefeningen). De brandweer eist dat voor de bijkomende vluchttrap de trappen en de toegangsdeuren een minimale nuttige breedte dienen te hebben van 1.2m, zoals gesteld in NBN S d) Bijkomende vluchtweg op niveau +1 Om de evacuatie van het gebouw te bevorderen, kan overwogen worden om een bijkomende vluchtweg te voorzien van niveau +1 tussen assen M/N en 29/31. Dit is een interessante optie om te vermijden dat alle studenten via niveau +0 moeten vluchten. Op deze manier krijgt verdieping 1 een duidelijke status van evacuatieniveau. Dit is ook het evacuatieniveau van blok A. Ook naar gebruik van het gebouw lijkt dit een goede aanpassing. Building Engineering & Consultancy 13/45

14 e) De aanpassingen van de veiligheidsverlichting Zeer belangrijk bij schoolgebouwen is de zichtbaarheid van de vluchtwegen in geval van stroompanne om paniek te voorkomen en de mensen op een veilige manier het gebouw te laten verlaten. De veiligheidsverlichting wordt best aangepast aan de volgende normen en wetten: - Europese richtlijn /EEG (alle werkplaatsen vanaf 1/1/1996) - KB van 19/12/97 betreffende de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing (nieuwe gebouwen) - NBN EN NBN L NBN C NBN C Een indicatie van de inplanting van de toestellen is gegeven op de plannen in bijlage. De signalisatie van het gebouw is vrij goed. Hier en daar dienen bijkomende pictogrammen te worden voorzien. f) De compartimentering verbeteren De compartimenteringen van het gebouw dienen volledig gerespecteerd te worden. Dit wil zeggen dat compartimenteringscheidende wanden de vereiste brandweerstand dienen te hebben. Alle doorgangen door deze wanden dienen deze brandweerstand te respecteren. Leiding- en kanaaldoorgangen door deze wanden dienen brandwerend opgestopt te worden. Bij doorgangen van luchtkanalen dienen brandkleppen te worden voorzien. Ramen en deuren in brandwerende wanden dienen ook de vereiste brandweerstand te hebben en dienen zelfsluitend te zijn. Deuren op vluchtwegen dienen open te draaien in de vluchtrichting. Hier en daar stellen wij voor bijkomende brandwerende wanden te voorzien, o.a. om een brandwerend sas te creëren naar blok F en om de trap tussen niveaus +4 en +5 te compartimenteren (bovenaan deze trap dient bovendien een rookkoepel te worden voorzien). Ter afsluiting van het computeropslag- en serverlokaal en van het leraarslokaal op niveau +0, en van de leslokalen tussen assen 37/40 en N/Q op niveau +1 stellen wij ook voor om brandwerende wanden te voorzien zodat een brand in deze lokalen niet leidt tot rookontwikkeling in het atrium. Het serverlokaal is ook te beschouwen als een technisch lokaal en dient dus sowieso gecompartimenteerd te worden. g) Een goed opgeleide interventieploeg Om een beginnende brand accuraat te bestrijden, is een goed opgeleide interventieploeg van essentieel belang. Ideaal zou zijn als ook leden van het lerarencorps of zelfs studenten deel zouden uitmaken van deze ploeg aangezien zij zich steeds verspreid in het gebouw bevinden en dat een koelbloedig en snel optreden van hen veel onheil kan voorkomen. h) Onderhoud Belangrijk bij een gebouw is het onderhoud van het gebouw. Dit omvat het onderhoud en keuren van de technische installaties (liften, elektrische installaties,...), het proper houden van het gebouw, maar ook het toezicht op de naleving van de eisen met betrekking tot brandveiligheid en brandpreventie. Dit houdt o.a. in: toezien dat de gangen niet worden gebruikt als opslagruimte en dat opgeslagen materialen niet de bereikbaarheid en zichtbaarheid van blustoestellen en drukknoppen in het gedrang Building Engineering & Consultancy 14/45

15 brengen en erop toezien dat schachten en technische ruimtes niet als berging worden gebruikt, dat branddeuren niet in open stand worden geblokkeerd (tenzij deurmagneten worden voorzien),... Foto 3: zicht gang blok G Foto 4: zicht gang blok G Belangrijk is ook het toezicht op het rookgedrag van de aanwezigen in het gebouw. De voorziene rookzones dienen duidelijk aangeduid te worden. Een ontdubbeling van de rookdetectie in deze zones is aangewezen. Opmerkingen: Om veiligheidsredenen is het aangeraden om een koppeling te realiseren van de vluchtdeuren met de centrale dispatching van de Universiteit Gent, zodat het openstaan van deze deuren wordt gesignaleerd. In de gangen mogen geen drankautomaten worden geplaatst. Enkel in recreatieruimtes mogen ze geplaatst worden. De sprinklerinstallatie had als doel de zichtbare staalconstructie aan het plafond van het atrium te beschermen tegen brand. Aangezien ons inziens het nut van deze sprinklerinstallatie zeer beperkt is omwille van de trage reactietijd en de relatief lage temperaturen die bij brand onder de staalconstructie bereikt worden, is het ook niet vereist om de staalconstructie een brandwerende bescherming door middel van het aanbrengen van een brandwerende verflaag te geven. Building Engineering & Consultancy 15/45

16 B) GEBOUW BLOK A Beschrijving gebouw Blok A is een schoolgebouw in het beheer van de Provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is fysisch verbonden met de gebouwen G van de Hogeschool Gent en F van de Provinciale Middenschool. Foto 5: inkom blok A aan Abdisstraat Foto 6: evacuatieniveau blok A Het gebouw bestaat uit een kelderverdieping, een gelijkvloers en één verdieping. In de kelderverdieping bevindt zich een archief met een hoogspanningscabine, een kelder met enkelwandige tanks voor opslag van stookolie (niet meer in gebruik) waarin zich ook een koelmachine bevindt met bijhorende collectoren. Er is geen stookplaats aanwezig in dit gebouw. De centrale stookplaats bevindt zich in de kelder van blok E, palend aan blok A. Op het gelijkvloers bevinden zich voorlopige klaslokalen langs een brede uitloopruimte. Het gelijkvloers is gelegen naast de grote binnentuin (boven as A). Centraal bevindt zich de traphal die gelijkvloers en verdieping met elkaar verbinden, rechts van as 27 bevindt zich een sas dat de verbinding maakt met blok G en links van as 13 bevindt zich het verbindingssas met blok B, dat nu als berging wordt gebruikt. Op de verdieping bevinden zich burelen en de bibliotheek. Links en rechts zijn sassen die de verbinding maken met blokken G, B en E. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok A op meerdere punten totaal niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Dit wordt vooral veroorzaakt door de zeer beperkte compartimentering. Aangezien het volledig aanpassen van het gebouw aan de huidige wetgeving betreffende brandveiligheid onverantwoorde hoge kosten met zich mee zou brengen, benaderen wij de brandveiligheid van blok A vanuit een engineeringstandpunt. Building Engineering & Consultancy 16/45

17 Belangrijkste ingrepen Het gebouw betreft een laagbouw. Volgens de wetgeving wordt aanvaard dat het gelijkvloers en de verdieping beschouwd worden als 1 compartiment. Aandacht dient wel te worden besteed aan de compartimentering ten opzichte van de andere blokken. Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok A te verbeteren: o Algemeen: - De belangrijkste ingreep die wij voorstellen is het plaatsen van een nieuwe autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie (voor de volledige campus onder het beheer van de Provincie), volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de brandweer van Gent en met optische rookdetectoren in alle lokalen. Deze installatie dient volledig autonoom te werken van de installatie van blok G, doch dient in geval van evacuatiealarm in blok G ook een signaal te worden gestuurd naar deze installatie en vice versa. Voorstel scenario: zie blok G. - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. Dit houdt in dat technische lokalen niet gebruikt worden als berging, evenmin als de gangen en de verbindingssassen met andere blokken,... - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - Een goed opgeleide interventieploeg die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. o Kelder: - Apart compartiment Rf 2h, deur Rf 1h, te voorzien voor hoogspanningscabine. - Zelfsluitende deur, Rf 1/2h, te voorzien op as 23 tussen 2 kelderdelen. - Leidingdoorvoeren door brandwerende wanden brandwerend te dichten. - Stookolietanks saneren. - Zelfsluitende deur voorzien tussen blokken A en E. o Gelijkvloers - Deuren naar andere blokken zelfsluitend, Rf 1/2h te voorzien. De wanden van de sassen dienen eveneens Rf1h te hebben. - Deuren in doorgang naar blok B te voorzien van antipanieksluiting om vluchten toe te laten; materiaal in vluchtdoorgang te verwijderen. - Bijkomende haspel te voorzien ter hoogte van traphal. - De draairichting van de buitendeur van het sas tussen blokken A en G dient te wijzigen in de vluchtrichting. o Verdieping: - Deuren naar andere blokken zelfsluitend, Rf 1/2h te voorzien en draaiend in de vluchtrichting. De wanden van de sassen dienen eveneens Rf1h te hebben. - De draairichting van de buitendeur van het sas tussen blokken A en G dient te wijzigen in de vluchtrichting. Opmerking: Aangezien de technische lokalen (tussen assen 14 en 16) enkel luchtgroepen en collectoren bevatten, lijkt het ons aanvaardbaar om de wanden niet brandwerend Rf1h te maken, indien een nieuwe branddetectiecentrale wordt voorzien met rookdetectoren in de technische lokalen. De technische lokalen mogen absoluut niet als berging worden gebruikt! Building Engineering & Consultancy 17/45

18 C) GEBOUW BLOK B Beschrijving gebouw Blok B is een schoolgebouw in het beheer van de Provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is fysisch verbonden met het gebouw A van de Provinciale Middenschool. Foto 7: Gevel Abdisstraat blok B Het gebouw bestaat uit een gelijkvloers en twee verdiepingen. Er is geen stookplaats aanwezig in dit gebouw. De centrale stookplaats bevindt zich in de kelder van blok E. Op het gelijkvloers bevindt zich een uitloopruimte die uitgeeft op de speelplaats en links en rechts van deze uitloopruimte bevinden zich gangen met klaslokalen erlangs. Op de verdiepingen bevinden zich klaslokalen aan beide zijden van de gang. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok B op meerdere punten totaal niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Dit wordt vooral veroorzaakt door de beperkte compartimentering. Aangezien het volledig aanpassen van het gebouw aan de huidige wetgeving betreffende brandveiligheid onverantwoorde hoge kosten met zich mee zou brengen, benaderen wij de brandveiligheid van blok B vanuit een engineeringstandpunt. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok B te verbeteren: o Algemeen: - De belangrijkste ingreep die wij voorstellen is het plaatsen van een nieuwe autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie (voor de volledige campus onder het beheer van de Provincie), volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de brandweer van Gent en met optische rookdetectoren in alle lokalen. (zie blok A) Building Engineering & Consultancy 18/45

19 - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. Dit houdt in dat technische lokalen niet gebruikt worden als berging, evenmin als de gangen en de verbindingssassen met andere blokken,... - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - De signalisatie in blok B dient op punt te worden gesteld. - Een goed opgeleide interventieploeg die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. - De deuren van de traphallen dienen zelfsluitend te zijn, Rf 1/2h, en dienen te draaien in de vluchtrichting. Opmerking: Volgens de recente wetgeving dienen de wanden langs evacuatiewegen een brandweerstand van Rf1h te hebben, waarbij de deuren Rf1/2h dienen te respecteren. In blok B voldoen de meeste deuren aan deze eis maar de wanden (met bijhorende ramen) niet. Indien het gebouw echter wordt voorzien van een degelijke branddetectieinstallatie en alle andere voorgestelde aanpassingen worden doorgevoerd, is het ons inziens niet meer noodzakelijk de belangrijke investering van het brandwerend maken van alle wanden langs de evacuatiewegen te doen. o Gelijkvloers: - Deuren naar blok A zelfsluitend, Rf 1/2h, te voorzien. - De draairichting van alle deuren op de vluchtwegen dient in de vluchtrichting te zijn. - Om vlamoverslag tussen het gelijkvloers en de 1 e verdieping te voorkomen dient het glas ter hoogte van as F brandwerend Rf1h te zijn. o 1 e verdieping: - Deur naar blok A zelfsluitend, Rf 1/2h en draaiend in de vluchtrichting te voorzien. Building Engineering & Consultancy 19/45

20 D) GEBOUW BLOK E Beschrijving gebouw Blok E is een schoolgebouw in het beheer van de Provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is fysisch verbonden met de gebouwen A en I van de Provinciale Middenschool. Foto 8: Stookplaats kelder blok E Het gebouw bestaat uit een kelder, een gelijkvloers en twee verdiepingen. In de kelder van blok E bevindt zich de stookplaats van de gehele campus. Op het gelijkvloers en de 2 verdiepingen bevinden zich klaslokalen langs beide zijden van een gang die 2 trappen met elkaar verbindt. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok E op meerdere punten totaal niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Dit wordt vooral veroorzaakt door de zeer beperkte compartimentering. Aangezien het volledig aanpassen van het gebouw aan de huidige wetgeving betreffende brandveiligheid onverantwoorde hoge kosten met zich mee zou brengen, benaderen wij de brandveiligheid van blok B vanuit een engineeringstandpunt. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok E te verbeteren: o Algemeen: - De belangrijkste ingreep die wij voorstellen is het plaatsen van een nieuwe autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie (voor de volledige campus onder het beheer van de Provincie), volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de brandweer van Gent en met optische rookdetectoren in alle lokalen. (Zie blok A) Building Engineering & Consultancy 20/45

21 - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. Dit houdt in dat technische lokalen niet gebruikt worden als berging, evenmin als de gangen en de verbindingssassen met andere blokken,... - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - De signalisatie in blok E dient op punt te worden gesteld. - Een goed opgeleide interventieploeg die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. - Volgens de wetgeving dienen de trappen volledig brandwerend gescheiden te worden van de rest van het gebouw. Om de kosten te beperken en toch een degelijke compartimentering te voorzien, stellen wij voor om de bestaande niet-brandwerende deuren op de gangen te vervangen door zelfsluitende, brandwerende deuren en in het verlengde van deze deuren de compartimenteringsgrens te trekken (zie plannen in bijlage). - Evacuatierichtlijnen te voorzien in alle leslokalen. Opmerking: Volgens de recente wetgeving dienen de wanden langs evacuatiewegen een brandweerstand van Rf1h te hebben, waarbij de deuren Rf1/2h dienen te respecteren. In blok E wordt hier absoluut niet aan voldaan. Indien het gebouw echter wordt voorzien van een degelijke branddetectieinstallatie en alle andere voorgestelde aanpassingen worden doorgevoerd, is het ons inziens niet meer noodzakelijk de belangrijke investering van het brandwerend maken van alle wanden langs de evacuatiewegen te doen. o Kelder: - De deuren tussen de stookplaats en de andere compartimenten dienen zelfsluitend en brandwerend te zijn en dienen te draaien in de vluchtrichting. - Kanalen tussen het compartiment van de stookplaats en andere compartimenten dienen voorzien te worden van een brandklep. - Muurdoorvoeren van leidingen door brandwerende wanden mogen de brandwerendheid van deze wanden niet verminderen. - De brandhaspel tussen assen I en J dient op een meer zichtbare plaats te worden gehangen. - Tussen het archief en de stookplaats dient een brandwerende wand (Rf2h) te worden voorzien. Het elektrisch bord in het archief dient ofwel te worden verplaatst ofwel dient een apart compartiment voor dit bord te worden gecreëerd. o Gelijkvloers, 1 e en 2 e verdieping: - Deur naar blok A zelfsluitend, Rf 1/2h en draaiend in de vluchtrichting te voorzien. - Deuren op assen C en I zelfsluitend, Rf1/2h en draaiend in de vluchtrichting te voorzien, evenals de wanden op assen C en I (Rf1h). Building Engineering & Consultancy 21/45

22 E) GEBOUW BLOK I Beschrijving gebouw Blok I is een schoolgebouw in het beheer van de Provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is fysisch verbonden met de gebouwen E en F van de Provinciale Middenschool. Het gebouw bestaat uit een kelder en een gelijkvloers. In de kelder van blok E bevinden zich bergingen en technische lokalen. Op het gelijkvloers bevindt zich de sporthal, samen met nog enkele klaslokalen. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok I zeer goed in overeenstemming is met de huidige wetgeving (zie checklist in bijlage). Dit is zeer eenvoudig te verklaren aangezien het een zeer recent gebouw betreft en dus dient te voldoen aan de voorschriften van het KB van 19/12/97. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok I nog te verbeteren: o Kelder: - De signalisatie kan hier en daar nog verbeterd worden. - Tussen blokken I en E dient een zelfsluitende, brandwerende deur te worden voorzien. - In de gang tussen assen 2 en 3 dient een haspel te worden geplaatst. - De muurdoorgangen van leidingen mogen de brandwerendheid van de wanden niet negatief beïnvloeden. o Gelijkvloers: - Signalisatie kan nog iets verbeterd worden. - Deuren op as I tussen blokken I en F zelfsluitend, Rf1/2h en draaiend in de vluchtrichting te voorzien. Opmerking: De brandwerende kwaliteit van de dubbele, zelfsluitende brandwerende deuren in blok I dient te worden geverifieerd (attesten controleren). Building Engineering & Consultancy 22/45

23 F) GEBOUW BLOK F Beschrijving gebouw Blok F is een schoolgebouw in het beheer van de Provincie Oost-Vlaanderen. Het gebouw is fysisch verbonden met het gebouw I van de Provinciale Middenschool en het gebouw G van de Hogeschool Gent. Foto 9: Keuken blok F Het gebouw bestaat uit een kelder en een gelijkvloers. In de kelder van blok F bevinden zich technische lokalen en bergingen voor de keuken. Op het gelijkvloers bevindt zich het restaurant en de keuken. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en -beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok F op meerdere punten totaal niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Dit wordt vooral veroorzaakt door de zeer beperkte compartimentering. Aangezien het volledig aanpassen van het gebouw aan de huidige wetgeving betreffende brandveiligheid onverantwoorde hoge kosten met zich mee zou brengen, benaderen wij de brandveiligheid van blok F vanuit een engineeringstandpunt. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok F te verbeteren: o Algemeen: - De belangrijkste ingreep die wij voorstellen is het plaatsen van een nieuwe autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie (voor de volledige campus onder het beheer van de Provincie), volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de brandweer van Gent en met optische rookdetectoren in alle lokalen. (zie blok A) Building Engineering & Consultancy 23/45

24 - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. Dit houdt in dat technische lokalen niet gebruikt worden als berging, evenmin als de gangen en de verbindingssassen met andere blokken,... - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - De signalisatie in blok F dient op punt te worden gesteld. - Een goed opgeleide interventieploeg die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. o Kelder: - Kanalen tussen het compartiment van de stookplaats en andere compartimenten dienen voorzien te worden van een brandklep. - Muurdoorvoeren van leidingen door brandwerende wanden mogen de brandwerendheid van deze wanden niet verminderen. - In de gang tussen assen 4 en 5 dient een haspel te worden voorzien. - De deur tussen kelder en gelijkvloers dient een zelfsluitende, brandwerende deur Rf1/2h te worden. - De deuren van de technische lokalen dienen zelfsluitende, brandwerende deuren Rf1/2h te zijn. - De roosters in de muur tussen assen 5 en 6 dienen brandwerend te zijn. o Gelijkvloers: - Deuren naar blokken I en G zelfsluitend, Rf 1/2h en draaiend in de vluchtrichting te voorzien. G) Building Engineering & Consultancy 24/45

25 GEBOUW BLOK C Beschrijving gebouw Blok C is een schoolgebouw van de Hogeschool Gent, campus Mercator. Het gebouw is fysisch verbonden met gebouw D van de Hogeschool Gent via een passerelle op niveau +2. Het gebouw bevat een vleugel met klaslokalen, maar is vooral gekend als studentenhome. Het gebouw bevat kamers voor ongeveer 110 studenten. Foto 10: turn- en feestzaal blok C Foto 11: centrale traphal blok C Het gebouw bestaat uit een gelijkvloers en 6 verdiepingen. Op het gelijkvloers bevindt zich de turn- en feestzaal met een grote inkom die uitgeeft op het binnenterrein tussen de verschillende blokken. Onder het podium van de zaal bevindt zich een technisch lokaal met de luchtgroep voor de zaal. Via de grote centrale traphal wordt de verbinding gemaakt met de rest van het gebouw. In de vleugel aan de Nonnemeersstraat bevindt zich op het gelijkvloers de collectieve keuken met bijhorende lokalen, de stookplaats en een conciërgewoning die nu is ingericht om gasten te ontvangen. Op verdieping 1 bevindt zich achteraan nog de vide van de turn- en feestzaal. In de vleugel aan de Nonnemeersstraat bevindt zich de hoofdingang van blok C met het portierslokaal, evenals een TVzaal voor de studenten en de kantoren voor de uitbaters van de studentenhomes. Op verdieping 2 bevinden zich in de achterste vleugel klaslokalen. In de voorste vleugel aan de Nonnemeersstraat bevindt zich de refter en een grote recreatiezaal. Op dit niveau wordt ook de verbinding gemaakt met blok D via een passerelle. Op verdieping 3 bevinden zich klaslokalen in de achterste vleugel en studentenkamers in de voorste vleugel. Op de verdieping 4,5 en 6 bevinden zich enkel nog studentenkamers in de voorste vleugel. Boven de centrale traphal bevindt zich nog een klein niveau met de liftmachinekamer en een ruimte welke vroeger als werkruimte voor de studenten werd gebruikt, maar nu niet meer mag gebruikt worden omwille van veiligheidsredenen. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok C op meerdere punten totaal niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Building Engineering & Consultancy 25/45

26 Dit wordt vooral veroorzaakt door de zeer beperkte compartimentering. Aangezien het volledig aanpassen van het gebouw aan de huidige wetgeving betreffende brandveiligheid onverantwoorde hoge kosten met zich mee zou brengen, benaderen wij de brandveiligheid van blok C vanuit een engineeringstandpunt. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok C te verbeteren: o Algemeen: - De belangrijkste ingreep die wij voorstellen is het plaatsen van een nieuwe autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie, volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de centrale dispatching van de Universiteit Gent en de brandweer van Gent en met optische rookdetectoren in alle lokalen. Het is van het allergrootste belang om een mogelijke brandhaard vroegtijdig te ontdekken. Het is ten stelligste aangeraden om te detecteren in alle lokalen, dus ook in alle studentenkamers. Enkel in circulatieruimtes detecteren zorgt ervoor dat een brand zich volledig kan ontwikkelen in een lokaal en bij het breken van glas of het openen van een deur kan de brand zich dan pijlsnel verspreiden over de omliggende lokalen en de eventuele personen in die lokalen volledig verrassen. Opmerking: Naar onze mening kan de belangrijke kost van het voorzien van brandwerende deuren aan alle studentenkamers worden vermeden, indien branddetectie wordt voorzien in alle studentenkamers en wanneer de vleugels met de studentkamers worden gecompartimenteerd ten opzichte van de rest van het gebouw. Het voorzien van brandwerende deuren aan alle studentenkamers in plaats van het plaatsen van branddetectie in alle kamers, zou een meerprijs betekenen van ongeveer ,00. Wij stellen volgend scenario voor dat geprogrammeerd dient te worden in de centrale: Overdag: bij detectie van rook in één of ander lokaal wordt automatisch een akoestisch en visueel signaal gegeven op de brandcentrale. Dit signaal wordt onmiddellijk doorgegeven naar de dispatching van de Universiteit van Gent. Tegelijkertijd wordt een waarschuwingsalarm gegenereerd op de betrokken verdieping (oproepinstallatie aan te passen aan het scenario). De interventieploeg wordt gewaarschuwd door de persoon in het lokaal van de brandcentrale (portiersloge). Indien wordt doorgegeven dat het ernstig is, activeert deze persoon het evacuatiealarm, eventueel in combinatie met een omroepbericht (snelste reactietijd). In dit geval wordt ook direct een oproep doorgestuurd naar de brandweer. s Nachts of buiten bezettingsuren: bij detectie van rook in één of ander lokaal wordt automatisch het evacuatiealarm geactiveerd, wordt een signaal gegeven naar de dispatching van de Universiteit van Gent en vertrekt onmiddellijk een oproep naar de brandweer. De brandcentrale wordt dus ook verbonden met de centrale dispatching van de universiteit. - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - De signalisatie in overeenstemming brengen met de normen. - Een goed opgeleide interventieploeg (eventueel met studenten) opleiden die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. - Een bijkomende vluchttrap voor de refter en de doodlopende vleugel van het studentenhome op verdieping 3. Building Engineering & Consultancy 26/45

27 - De centrale traphal compartimenteren. Opmerking: Wij stellen voor om de bordessen van de lift niet te compartimenteren ten opzichte van de traphal. Dit zou een grote kostprijs omwille van de belangrijke bouwkundige aanpassingen met zich meebrengen die naar onze mening niet veel bijdragen tot de brandveiligheid van het gebouw. o Gelijkvloers: - Vluchtdeuren laten opendraaien in de vluchtrichting. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de traphallen en langs de vluchtwegen. - Een haspel bijplaatsen in de turnzaal. - Anti-panieksluitingen voorzien aan vluchtdeuren turnzaal - De nodige waarschuwingsknoppen, sirenes, brandblusapparaten bijplaatsen. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de stookplaats, evenals een noodstop voor de gastoevoer. De hoge en lage verluchting van de stookplaats controleren. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de studios voor gasten. - Stookolietank in technisch lokaal onder podium turnzaal saneren. - Brandkleppen plaatsen op kanalen tussen technisch lokaal van de turnzaal en de zaal. o Verdieping 1: - Vluchtdeuren laten opendraaien in de vluchtrichting. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de traphallen en langs de vluchtwegen. - De nodige waarschuwingsknoppen, sirenes, brandblusapparaten bijplaatsen. - Een nieuwe, analoge, geadresseerde branddetectiecentrale plaatsen in de portiersloge (voor blokken C en D). o Verdieping 2: - Vluchtdeuren laten opendraaien in de vluchtrichting. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de traphallen en langs de vluchtwegen. - De leidingenkoker tussen assen 10/11 en M/L compartimenteren. - Een sas voorzien ter hoogte van de passerelle naar blok D. - De liftmachinekamer van de keukenlift mag niet meer gebruikt worden als kuisberging. - Een buitentrap voorzien ter hoogte van assen 19/20 en R/Q als bijkomende evacuatiemogelijkheid voor de refter. o Verdieping 3: - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de traphallen. - De leidingenkoker tussen assen 10/11 en M/L compartimenteren. - Een buitentrap voorzien ter hoogte van assen 19/20 en R/Q als bijkomende evacuatiemogelijkheid voor doodlopende studentenkamervleugel. - Een zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de keuken voor de studenten. - Een opengaand raam voorzien bovenaan de traphal aan de klassenvleugel dat opengestuurd wordt bij rookdetectie in de traphal (en met bedieningsdrukknop voor de brandweer op evacuatieniveau). o Verdieping 4 en 5: - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de traphallen. - De leidingenkoker tussen assen 10/11 en M/L compartimenteren. - Een zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de keuken voor de studenten. Building Engineering & Consultancy 27/45

28 o Verdieping 6: - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de traphallen. - De leidingenkoker tussen assen 10/11 en M/L compartimenteren. - Een zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de keuken voor de studenten. - Een opengaand raam voorzien bovenaan de traphallen dat opengestuurd wordt bij rookdetectie in de traphal (en met bedieningsdrukknop voor de brandweer op evacuatieniveau). o Verdieping 7: - Zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de liftmachinekamer. Opmerkingen: Om veiligheidsredenen is het aangeraden om een koppeling te realiseren van de vluchtdeuren met de centrale dispatching van de Universiteit Gent, zodat het openstaan van deze deuren wordt gesignaleerd. In afwachting van een effectieve koppeling kan eventueel een akoestisch signaal worden gegeven bij de portier indien de deuren openstaan. In de gangen mogen geen drankautomaten worden geplaatst. Enkel in recreatieruimtes mogen ze geplaatst worden. In najaar 2003 werd een gedeelte van de veiligheidsverlichting in het slaapgedeelte reeds aangepast volgens de nieuwe normen, echter niet op alle verdiepingen. Building Engineering & Consultancy 28/45

29 H) GEBOUW BLOK D Beschrijving gebouw Blok D is een schoolgebouw van de Hogeschool Gent, campus Mercator. Het gebouw is fysisch verbonden met gebouw C van de Hogeschool Gent via een passerelle op niveau +2. Het gebouw bevat een vleugel met leslokalen, maar is vooral gekend als studentenhome. Het gebouw bevat kamers voor ongeveer 115 studenten. Foto 10: passerelle tussen blok C en blok D (links) Het gebouw bestaat uit een gelijkvloers en 9 verdiepingen. Op het gelijkvloers bevinden zich een aantal archieven en bergingen, een personeelslokaal, een technisch lokaal met boilers en een transfo, een grote fietsenberging met kleedkamer, de inkom van het studentenhome met de receptie en gastenkamers, evenals een bureau en sanitairen. Op verdieping 1 bevindt zich de inkom van de klassenvleugel met enkele burelen, sanitairen en enkele klassen. Aan de rechterzijde bevindt zich een niveau met studentenkamers, een zithoek, studentenkeuken en sanitairen met douches. Op verdieping 2 bevindt zich een klassenvleugel met sanitairen en de verbinding met blok C via een passerelle. Aan de rechterzijde bevindt zich een niveau met studentenkamers, een zithoek, studentenkeuken en sanitairen met douches. Op verdiepingen 3 tot en met 7 bevinden zich studentenkamers, een zithoek, studentenkeuken en sanitairen met douches. Op verdieping 8 bevinden zich studentenkamers, een kuisberging, een studentenkeuken, 2 recreatielokalen en sanitairen met douches. Op verdieping 9 bevindt zich een berging en de liftmachinekamer. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en - beveiliging met de wetgeving, blijkt dat blok D op meerdere punten niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Building Engineering & Consultancy 29/45

30 Aangezien het volledig aanpassen van het gebouw aan de huidige wetgeving betreffende brandveiligheid onverantwoorde hoge kosten met zich mee zou brengen, benaderen wij de brandveiligheid van blok D vanuit een engineeringstandpunt. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van blok D te verbeteren: o Algemeen: - De belangrijkste ingreep die wij voorstellen is het plaatsen van een nieuwe autonome, geadresseerde branddetectieinstallatie, volledig volgens de norm S21-100, met een onmiddellijke link met de brandweer van Gent en met optische rookdetectoren in alle lokalen. Het is van het allergrootste belang om een mogelijke brandhaard vroegtijdig te ontdekken. Het is ten stelligste aangeraden om te detecteren in alle lokalen, dus ook in alle studentenkamers. Enkel in circulatieruimtes detecteren zorgt ervoor dat een brand zich volledig kan ontwikkelen in een lokaal en bij het breken van glas of het openen van een deur kan de brand zich dan pijlsnel verspreiden over de omliggende lokalen en de eventuele personen in die lokalen volledig verrassen. Wij stellen volgend scenario voor dat geprogrammeerd dient te worden in de centrale: Overdag: bij detectie van rook in één of ander lokaal wordt automatisch een akoestisch en visueel signaal gegeven op de brandcentrale. Tegelijkertijd wordt een waarschuwingsalarm gegenereerd op de betrokken verdieping (oproepinstallatie aan te passen aan het scenario). De interventieploeg wordt gewaarschuwd door de persoon in het lokaal van de brandcentrale (portiersloge blok C). Indien wordt doorgegeven dat het ernstig is, activeert deze persoon het evacuatiealarm, eventueel in combinatie met een omroepbericht (snelste reactietijd). In dit geval wordt ook direct een oproep doorgestuurd naar de brandweer. s Nachts of buiten bezettingsuren: bij detectie van rook in één of ander lokaal wordt automatisch het evacuatiealarm geactiveerd en vertrekt onmiddellijk een oproep naar de brandweer. De brandcentrale dient ook verbonden te worden met de centrale dispatching van de universiteit. - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - De signalisatie in overeenstemming brengen met de normen. - Een goed opgeleide interventieploeg (eventueel van studenten) opleiden die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. Opmerking: Wij stellen voor om het bordessen van de liften niet te compartimenteren ten opzichte van de gangen. Dit zou een grote kostprijs omwille van de belangrijke bouwkundige aanpassingen met zich meebrengen die naar onze mening niet veel bijdraagt tot de brandveiligheid van het gebouw. o Gelijkvloers: - Vluchtdeuren laten opendraaien in de vluchtrichting. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de technische lokalen. - Sleutelkastjes verwijderen. De deuren automatisch laten ontgrendelen bij brand. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. Building Engineering & Consultancy 30/45

31 - De transfo verwijderen uit het technisch lokaal met de boilers. Een nieuw technisch lokaal voor de transfo creëren. o Verdieping 1: - Zelfsluitende, brandwerende deur en brandwerend raam voorzien aan de studentenkeuken. - Sleutelkastjes verwijderen. De deuren automatisch laten ontgrendelen bij brand. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. o Verdieping 2: - Zelfsluitende, brandwerende deur en brandwerend raam voorzien aan de studentenkeuken. - Sleutelkastjes verwijderen. De deuren automatisch laten ontgrendelen bij brand. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. - Alle belemmeringen op de vluchtwegen verwijderen. o Verdieping 3: - Zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de studentenkeuken. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan traphallen. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. - Rookdetectoren in rookzones ontdubbelen om onnodig alarm te vermijden. o Verdieping 4: - Zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de studentenkeuken. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan traphallen. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. - Rookdetectoren in rookzones ontdubbelen om onnodig alarm te vermijden. o Verdieping 5,6 & 7: - Zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de studentenkeuken. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan traphallen. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. - Rookdetectoren in rookzones ontdubbelen om onnodig alarm te vermijden. o Verdieping 8 & 9: - Zelfsluitende, brandwerende deur voorzien aan de studentenkeuken. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien aan de recreatieruimtes. - Brandwerende verluchtingsroosters in de sanitairen voorzien. Opmerkingen: Om veiligheidsredenen is het aangeraden om een koppeling te realiseren van de vluchtdeuren met de centrale dispatching van de Universiteit Gent, zodat het openstaan van deze deuren wordt gesignaleerd. In afwachting van een effectieve koppeling kan eventueel een akoestisch signaal worden gegeven bij de portier indien de deuren openstaan. In de gangen mogen geen drankautomaten worden geplaatst. Enkel in recreatieruimtes mogen ze geplaatst worden. Aan de achterzijde van blok D dient een vluchtweg te worden gerespecteerd vanaf de vluchtdeur van blok D via het terrein van het Provinciaal Milieucentrum. Building Engineering & Consultancy 31/45

32 Het sleutelsysteem van blok D werkt niet. Het is teveel onderhevig aan vandalisme en inefficiëntie. Het beste zou zijn om de deuren permanent te sluiten en enkel te ontgrendelen bij brandalarm. Building Engineering & Consultancy 32/45

33 I) GEBOUW VERTAALKUNDE Beschrijving gebouw Het Vertaalkundegebouw aan de Groot-Brittanniëlaan is een schoolgebouw van de Hogeschool Gent, campus Mercator. Het gebouw is fysisch verbonden met de opslaghal aan de Nonnemeersstraat via een verbindingsgebouw met een hoogte van 2 verdiepingen. Het gebouw Vertaalkunde bevat de leslokalen en de administratie van het departement Vertaalkunde. Het gebouw is recentelijk gerenoveerd. Foto 11: Gebouw Vertaalkunde en verbindingsgebouw met opslaghal Het gebouw bestaat uit een kelderverdieping, een gelijkvloers en 3 verdiepingen. In de kelderverdieping bevinden zich de technische lokalen, enkele burelen en een polyvalente zaal. Ook de hoofdingang voor de studenten via het binnenplein bevindt zich op dit niveau. In het verbindingsgebouw met de opslaghal bevinden zich bergingen. Op het gelijkvloers bevinden zich leslokalen en studentenlokalen aan beide zijden van de centrale traphal. De hoofdingang van het gebouw aan de Groot-Brittanniëlaan bevindt zich op dit niveau. In het verbindingsgebouw met de opslaghal bevindt zich de bibliotheek. Op de eerste verdieping bevinden zich leslokalen aan beide zijden van de centrale traphal en de docentenkamer. Op de tweede verdieping bevinden zich links van de centrale traphal de lokalen van de directie en het secretariaat. Rechts van de traphal bevinden zich de tolkenpractica. Verdieping 3 is de zolderverdieping met bergingen. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en -beveiliging met de wetgeving, blijkt dat het Vertaalkundegebouw over het algemeen zeer goed in overeenstemming is met de wetgeving. De reden hiervoor is dat het gebouw pas enkele jaren geleden volledig gerenoveerd is. De belangrijkste aanpassingen die wij voorstellen is het brandwerend isoleren van het verbindingsgebouw om brandoverslag van de opslaghal naar het gebouw Vertaalkunde te vermijden. Building Engineering & Consultancy 33/45

34 Verder stellen we voor om de veiligheidsverlichting aan te passen aan de meest recente normen en stellen we een inplanting van de branddetectoren voor volgens de normen. Deze inplanting wijkt hier en daar af van de inplanting van de bestaande detectoren. Het lijkt ons ook aangewezen om branddetectoren te voorzien op de zolder. Er is reeds een geadresseerde branddetectiecentrale voorzien in het secretariaat op niveau +2. Er dient een herhaalbord te worden voorzien op het gelijkvloers. Belangrijkste ingrepen Aanpassingen die wij voorstellen om de brandveiligheid van het Vertaalkundegebouw te verbeteren: o Algemeen: - De brandcentrale dient verbonden te worden met de centrale dispatching van de universiteit en met de brandweer van Gent. - Het permanente onderhoud van de installaties en de controle dat er geen inbreuken gebeuren op de brandveiligheid van het gebouw. - De aanpassingen van de veiligheidsverlichting aan de recentste normen en wetgevingen. - De signalisatie in overeenstemming brengen met de normen. - Een goed opgeleide interventieploeg (eventueel van studenten) opleiden die minimaal bij bezetting van het gebouw paraat is. - De lift dient op iedere verdieping voorzien te worden van een sas (Rf1h) met zelfsluitende deuren Rf1/2h. o Kelderverdieping: - Vluchtdeuren laten opendraaien in de vluchtrichting. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien tussen opslaghal en verbindingsgebouw en tussen verbindingsgebouw en gebouw Vertaalkunde. - Aan de haspel in de Polyvalente zaal dient een bijkomende drukknop te worden voorzien. o Gelijkvloers: - Vluchtdeuren laten opendraaien in de vluchtrichting. - Zelfsluitende, brandwerende deuren voorzien in nieuw sas tussen opslaghal en verbindingsgebouw en tussen verbindingsgebouw en gebouw Vertaalkunde. - De dakbedekking van het verbindingsgebouw vervangen door materiaal met een brandklasse A1 om brandoverslag te voorkomen. - Indien mogelijk dient de draairichting van de deuren van de hoofdingang aan de Groot- Brittanniëlaan te wijzigen in de vluchtrichting (beschermde deur). - Er dient een zelfsluitende, brandwerende deur te worden voorzien tussen de berging en hoofdingang aan de Groot-Brittanniëlaan. o Verdieping 1: - Er dient een bijkomende drukknop te worden voorzien aan de haspel in de gang aan de linkerzijde. o Verdieping 2: - Visuele alarmsignalisatie dient te worden voorzien in de tolkpractica. o Verdieping 3: Building Engineering & Consultancy 34/45

35 - Signalisatie op punt te stellen. Opmerkingen: Om veiligheidsredenen is het aangeraden om een koppeling te realiseren van de vluchtdeuren met de centrale dispatching van de Universiteit Gent, zodat het openstaan van deze deuren wordt gesignaleerd. In afwachting van een effectieve koppeling kan eventueel een akoestisch signaal worden gegeven bij de portier indien de deuren openstaan. In de gangen mogen geen drankautomaten worden geplaatst. Enkel in recreatieruimtes mogen ze geplaatst worden. Indien er verbouwings-/afbraakwerken zullen worden uitgevoerd aan het Marsivalgebouw aan de Nonnemeersstraat, dient ervoor gezorgd te worden dat brandweerwagens de achtergevel van het gebouw Vertaalkunde kunnen bereiken. Building Engineering & Consultancy 35/45

36 J) GEBOUW CENTRALE ADMINISTRATIE Beschrijving gebouw Het gebouw op de hoek van de Abdisstraat en de Groot-Brittanniëlaan is een schoolgebouw van de Hogeschool Gent, campus Mercator. In het gebouw zijn de administratieve diensten van de Hogeschool Gent gevestigd. Het gebouw is fysisch verbonden met de opslaghal aan de Nonnemeersstraat via een verbindingsgang. Links van het gebouw bevindt zich een woning die dienst doet als bureelruimte. Foto 12: Administratief gebouw Abdisstraat Het gebouw bestaat uit twee kelderverdiepingen, een gelijkvloers en 4 verdiepingen. Op het dak bevindt zich nog een technische verdieping. In de kelderverdieping op niveau 2 bevinden zich archieven en een stooklokaal. In de kelderverdieping op niveau 1 bevinden zich archieven, burelen en de cursusdienst, evenals de toegang tot het gebouw vanuit de parking en de verbinding met de opslaghal (Gele Zaal). Op het gelijkvloers bevindt zich de hoofdingang in de Abdisstraat en een neveningang op de Groot- Brittanniëlaan. Op dit niveau bevinden zich ook administratieve diensten aan de hoofdingang en een auditorium in het gedeelte aan de Groot-Brittanniëlaan. Op de eerste verdieping bevinden zich vergaderzalen aan de zijde van de Abdisstraat en een auditorium in het gedeelte aan de Groot-Brittanniëlaan. Op de tweede verdieping bevinden zich burelen aan de zijde van de Abdisstraat en auditoria in het gedeelte aan de Groot-Brittanniëlaan. Op de derde verdieping bevinden zich burelen aan de zijde van de Abdisstraat en leslokalen in het gedeelte aan de Groot-Brittanniëlaan. Op de vierde verdieping bevinden zich burelen aan de zijde van de Abdisstraat en auditoria in het gedeelte aan de Groot-Brittanniëlaan. Op de vijfde verdieping bevinden zich bergingen en een stookplaats. Studie brandbeveiliging Vergelijking met wetgeving Na de vergelijking van de bestaande voorzieningen betreffende brandpreventie en -beveiliging met de wetgeving, blijkt dat het gebouw Centrale Administratie op meerdere punten niet in overeenstemming is met deze wetgeving (zie checklist in bijlage). Building Engineering & Consultancy 36/45

ALGEMEEN vervangen leidingen in kelders in verschillende gebouwen blok A - E - F isolatie nissen convectoren ( ) TOTAAL RAMING

ALGEMEEN vervangen leidingen in kelders in verschillende gebouwen blok A - E - F isolatie nissen convectoren ( ) TOTAAL RAMING 2011-0797 Dienstencontract voor aanpasisngswerken in het kader van de brandveiligheid en diverse aanpassingswerken BIJLAGE 10 - OVERZICHT UIT TE VOEREN WERKEN EN RAMING voorzien budget dossier werken =

Nadere informatie

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken Randvoorwaarden Wetgeving brandveiligheid van toepassing op het gebouw? Een wetgeving helpt ons een bepaald brandveiligheidsniveau

Nadere informatie

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deze checklist helpt bepalen aan welke vereisten de mini-crèche op het vlak van brandveiligheid aan het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven Voorstelling Vrijwillig Brandweerkorps Zoersel Brandweertaken Preventie - Lt-dienstchef Yves Sepot - Olt Bart Van Winckel - Bwm Els Haest Wetgeving

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

Brandveiligheid kamerwoningen

Brandveiligheid kamerwoningen Brandveiligheid kamerwoningen dienst Preventie, Brandweerzone Centrum, 14/03/2018 INHOUD 1. Belang brandveiligheid in kamerwoningen 2. Politiereglement op de Kamerwoningen 3. Controle door de brandweer

Nadere informatie

Nieuwbouw en vernieuwbouw Aandachtspunten veiligheid Scholen van morgen

Nieuwbouw en vernieuwbouw Aandachtspunten veiligheid Scholen van morgen Nieuwbouw en vernieuwbouw Aandachtspunten veiligheid Scholen van morgen Gemeenschappelijke preventiedienst GO! GPD Guy Linten Francis Bruelemans Brandveiligheid en evacuatie Strengste norm dient gehanteerd

Nadere informatie

1/06/2012. Studiedag Fire Safety Engineering - KC Bib+ 5 juni 2012 door architect Jo Baeke. Situering TITEL 1 TITEL 2 TITEL 3

1/06/2012. Studiedag Fire Safety Engineering - KC Bib+ 5 juni 2012 door architect Jo Baeke. Situering TITEL 1 TITEL 2 TITEL 3 TITEL 1 TITEL 2 TITEL 3 - KC Bib+ door architect Jo Baeke 1 2 Nivo +0 Tussennivo 3 Nivo +1 Nivo +2 4 Nivo +3 Nivo +4 5 Nivo +5 Technische verdieping 6 Nivo -01 Nivo -02 7 8 Maquettefoto Geldende reglementering:

Nadere informatie

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Parkeergebouwen: De toekomstige aanpassing van KB Basisnormen Brand Toekomstige wijziging van

Nadere informatie

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent)

Fireforum Congress 20/11/2018. Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Maj. Dieter Brants (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) Robby De Roeck (MSc, PgD Fire Safety Engineer UGent) 1 Parkeergebouwen Toekomstige wijziging van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling

Nadere informatie

KB met de algemene bepalingen van de norm NBN inzake brandbescherming in hoge gebouwen

KB met de algemene bepalingen van de norm NBN inzake brandbescherming in hoge gebouwen Informatie en ondersteuning Basisnormen Naar aanleiding van een aantal rampen (dancing in La Louvière, Innovation in Brussel) en verschillende alleenstaande gevallen, werd de wet van 30 juli 1979 opgesteld.

Nadere informatie

- Zelfredzaamheid! - Opvang brandweer (IP) - Brandcommando - CP-OPS - KB 2006 NOODPLANNING

- Zelfredzaamheid! - Opvang brandweer (IP) - Brandcommando - CP-OPS - KB 2006 NOODPLANNING Voormiddag 1 Luik: BRANDWEER - advies & IDPBW - DE brandweer??? - Taken binnen preventie - Wettelijk kader - Brandveiligheid bedrijf - Voorafgaand INTERVENTIEPLAN Namiddag 2 Luik: Calamiteit & IDPBW -

Nadere informatie

Overzicht wetgeving brandpreventie. Ir. Pieter De Munck

Overzicht wetgeving brandpreventie. Ir. Pieter De Munck Overzicht wetgeving brandpreventie Ir. Pieter De Munck Inleiding In België zijn de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten en zelfs de gemeenten in diverse hoedanigheden verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Prev 1. Wat in de vorige hoofdstukken?

Prev 1. Wat in de vorige hoofdstukken? Prev 1 Carlos Schellinck HVZ Zuid-Oost Wat in de vorige hoofdstukken? Reactie bij brand? Weerstand tegen brand? Onafgewerkte vloer, plafond, afgewerkte vloer, verlaagd plafond? Zelfsluitende, bij brand

Nadere informatie

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BV MC Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches Laatste versie: 18 augustus 2005 De Vlaamse

Nadere informatie

Inhoud. Waarom liften gebruiken bij brand? Gebruikers van liften bij brand. Technische eisen

Inhoud. Waarom liften gebruiken bij brand? Gebruikers van liften bij brand. Technische eisen Inhoud Waarom liften gebruiken bij brand? Gebruikers van liften bij brand Technische eisen van naar Waarom? Toepassing (1/2) *** Evacuatie 6 à 10 % v.d. populatie Personen met beperkte mobiliteit * Grote

Nadere informatie

Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen

Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen Rook en warmteafvoerinstallaties in industriegebouwen door Jean Philippe VERITER, 05.10.2017 Inhoudstafel A. Uitvoering van RWA installaties volgens Bijlage 6 2 1 WANNEER DIENT EEN RWA INSTALLATIE VOORZIEN

Nadere informatie

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability Brandpreventie- dossier Caroline Deleu Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability KB 28/03/14 Verplichtingen Werkgever Minimale preventiemaatregelen Brandbestrijdingsdienst Maatregelen

Nadere informatie

Digitale aanvraag: brandweeradvies

Digitale aanvraag: brandweeradvies Digitale aanvraag: brandweeradvies Samenstelling,normering en aandachtspunten algemeen en brandweer. OMGEVINGSLOKET De vier inhoudelijke pijlers van een digitaal dossier > 1. Structuur > 2. Uniformiteit

Nadere informatie

Brandweerzone Centrum

Brandweerzone Centrum Brandweerzone Centrum Politieverordening Publiek Toegankelijke Inrichtingen Regelgeving sinds 2003 en 2007 Wijzigingen => nieuw reglement sinds 1 januari 2016 Brandweerzone Centrum Aanleiding 1 januari

Nadere informatie

Evacuatierichtlijnen

Evacuatierichtlijnen Schooljaar 2017 2018 Evacuatierichtlijnen Evacuatierichtlijnen 2017 2018 v20170825 Toelichting Onze school doet inspanningen om het risico op een noodtoestand te minimaliseren. Risico s kunnen echter nooit

Nadere informatie

BIJLAGE 6: INDUSTRIEGEBOUWEN. Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om:

BIJLAGE 6: INDUSTRIEGEBOUWEN. Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om: 1 ALGEMEENHEDEN 1.1 Doelstelling Deze bijlage bepaalt de eisen waaraan het ontwerp, de bouw en de inrichting van industriegebouwen moeten voldoen om: a) het ontstaan, de ontwikkeling en de voortplanting

Nadere informatie

Brandveiligheid in parkeergarages

Brandveiligheid in parkeergarages Inhoud Reglementering Normen Technische invulling Ontwerpmethodiek Voorbeeldproject - Ontwerp Inhoud Reglementering Normen Technische invulling Ontwerpmethodiek Voorbeeldproject - Ontwerp Voorbeelden van

Nadere informatie

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES

BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES BRAND IN ONDERGRONDSE PARKEERGARAGES Nele Tilley Department of Flow, Heat and Combustion Mechanics www.floheacom.ugent.be Ghent University UGent pag. 1 onderzoek aan de universiteit: ver van mijn bed?

Nadere informatie

Hieronder volgt een voorbeeld van een detectorlijst, deze lijst moet in digitaal formaat aan STB Security bezorgt worden voor de indienststelling.

Hieronder volgt een voorbeeld van een detectorlijst, deze lijst moet in digitaal formaat aan STB Security bezorgt worden voor de indienststelling. 1 Inleiding Deze verkorte handleiding beschrijft de meest voorkomende aansluitmogelijkheden van de GMC+ brandcentrale en bevat de nodige aansluitschema s. De indienststelling van een nieuwe centrale dient

Nadere informatie

Atria en brandveiligheid

Atria en brandveiligheid AKOESTIEK EN BOUWFYSICA LAWAAIBEHEERSING MILIEUTECHNOLOGIE BRANDVEILIGHEID Atria en brandveiligheid ir J.J. Mertens Zoetermeer Mook Düsseldorf Parijs Londen www.peutz.nl Aan de orde komen wat zijn kenmerken

Nadere informatie

Inlichtingenformulier preventie

Inlichtingenformulier preventie Inlichtingenformulier preventie A. Algemene informatie 1. Aanvrager Naam Firmanaam Adres Telefoonnr. E-mail 2. Adres van het project / inrichting Naam Firmanaam Adres Telefoonnr. E-mail 3. Facturatieadres

Nadere informatie

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12 Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof 26.11.12 Agenda Algemeen Vuurdriehoek Brand blussen? Handelingen bij brand Evacuatie van gebouwen Brand in België

Nadere informatie

Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen 1. ALGEMEEN 2

Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen 1. ALGEMEEN 2 Norm NBN S21-204: Brandbeveiliging in gebouwen: Schoolgebouwen INHOUD 1. ALGEMEEN 2 1.1 Doel 2 1.2 Toepassingsgebied 2 1.3 Terminologie 2 1.3.1 Algemene terminologie 2 1.3.2 Terminologie eigen aan de schoolgebouwen

Nadere informatie

NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen

NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen NBN S21-204 - Brandbeveiliging in Schoolgebouwen NBN S 21-204 - 1. Algemeen NBN S 21-204 - 1.1. Doel Deze norm bepaalt de minimum voorwaarden waaraan de conceptie, de constructie, de uitrusting en de inrichting

Nadere informatie

CHECKLIST Brandpreventie

CHECKLIST Brandpreventie CHECKLIST Brandpreventie Uitvoerder: Zone: Datum: - - CONTROLE PUNT 1. Housekeeping 1.1. Rondom de gebouwen a. Geen stapeling brandbare materialen tegen de gebouwen b. Vrije toegang voor hulpdiensten 1.2.

Nadere informatie

EVACUATIE BIJ BRANDALARM. Evacuatieplan bij Brandalarm

EVACUATIE BIJ BRANDALARM. Evacuatieplan bij Brandalarm EVACUATIE BIJ BRANDALARM Evacuatieplan bij Brandalarm TELEFOONNUMMERS BRANDWEER : 112 of 100 of 059 / 70 10 10 1 Verwittigen brandweer De leerkracht die de brand ontdekt: 1) vertrouwt zijn leerlingen toe

Nadere informatie

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN

RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN TO-1001 SCHOLEN RICHTLIJNEN STAD ANTWERPEN VOOR BOUWEN, BIJBOUWEN, AANBOUWEN EN VERGROTEN VAN SCHOOLGEBOUWEN ONAFGEZIEN DE WETTELIJKE BEPALINGEN TERZAKE VAN HET A.R.A.B. EN EVENTUEEL DEZE VAN HET MINISTERIEEL

Nadere informatie

Eurimmo biedt aan, een opbrengst gelegen te: K. V. Hulthemstraat 96 te 9000 GENT

Eurimmo biedt aan, een opbrengst gelegen te: K. V. Hulthemstraat 96 te 9000 GENT Eurimmo biedt aan, een opbrengst gelegen te: K. V. Hulthemstraat 96 te 9000 GENT K. Van Hulthemstraat 96 te 9000 GENT Vraagprijs : 1.050.000,00 + kosten : 59.960,00 Totaal : 1.109.960,00 Bestaande uit

Nadere informatie

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23

Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23 Bijlage 2. Specifieke brandveiligheidsvoorschriften voor groepsopvang als vermeld in artikel 23 Inhoudsopgave 1. Algemene bepalingen 2. Inplanting en toegangswegen 3. Compartimentering 4. Voorschriften

Nadere informatie

Evacuatierichtlijnen

Evacuatierichtlijnen Schooljaar 2018 2019 Evacuatierichtlijnen Evacuatierichtlijnen 2018 2019 v20180828 Toelichting Onze school doet inspanningen om het risico op een noodtoestand te minimaliseren. Risico s kunnen echter nooit

Nadere informatie

Brandpreventieverslag & risicoanalyse: Gebouwen - brandveiligheid straat+ nr postnr. Antwerpen. Geachte heer, mevrouw,

Brandpreventieverslag & risicoanalyse: Gebouwen - brandveiligheid straat+ nr postnr. Antwerpen. Geachte heer, mevrouw, Brandpreventieverslag & risicoanalyse: Gebouwen - brandveiligheid straat+ nr postnr. Antwerpen Geachte heer, mevrouw, Naar aanleiding van uw vraag om een advies op te stellen betreffende de brandveiligheid

Nadere informatie

Lees deze richtlijnen, zodanig dat een evacuatie vlot kan verlopen!

Lees deze richtlijnen, zodanig dat een evacuatie vlot kan verlopen! Aanpassing 01-10-2016 Instructies voor evacuatie 1. Bij elk begin van brand geef je zo vlug mogelijk alarm door in de directe omgeving een alarmdrukknop in te drukken. Met de binnenhuistelefoon de telefooncentrale

Nadere informatie

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen BIJLAGE 1 Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen 0. Indeling van de inrichtingen. De inrichtingen worden ingedeeld in 3 categorieën: - Categorie 1: de lage gebouwen: dit wil zeggen gebouwen

Nadere informatie

BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN

BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN BIJLAGE 6 & ROOK-EN WARMTE AFVOER IN INDUSTRIEGEBOUWEN Inleiding Bijlage 6 voor nieuwe industriegebouwen en opslagplaatsen Op 15 juli 2009 is in het Staatsblad de aangepaste versie van het koninklijk besluit

Nadere informatie

Hulpverleningszone Fluvia ten dienste van bedrijven

Hulpverleningszone Fluvia ten dienste van bedrijven Hulpverleningszone Fluvia ten dienste van bedrijven Samenwerken aan een veilige werk- en leefomgeving Bedrijventerreinmanagement Jukeboxmuseum Menen 21 januari 2012 Voorstelling Delegatie Jan Leenknecht,

Nadere informatie

Wetgeving in stooklokalen

Wetgeving in stooklokalen Wetgeving in stooklokalen Wat wordt er verwacht van U? Welke norm is van toepassing? Waar moet of kan u op letten? Is het een nieuw stooklokaal of renovatie? Stookplaats boven 70kW volgens NBN B61-001

Nadere informatie

Brandveiligheid in schoolgebouwen. Guy Lenaerts Coördinerend preventieadviseur GID KOR Turnhout

Brandveiligheid in schoolgebouwen. Guy Lenaerts Coördinerend preventieadviseur GID KOR Turnhout Guy Lenaerts Coördinerend preventieadviseur GID KOR Turnhout Inhoud: 1. Wetgeving en normen 2. Terminologie 3. Inhoudelijke bespreking basisnorm (KB 7 juli 1994) en revisies 4. Bestaande gebouwen versus

Nadere informatie

De brand van de Innovation- 50 jaar later: is zo n ramp vandaag nog mogelijk?

De brand van de Innovation- 50 jaar later: is zo n ramp vandaag nog mogelijk? De brand van de Innovation- 50 jaar later: is zo n ramp vandaag nog mogelijk? Inleiding Auteurs We gingen op pad en hadden een boeiend gesprek met ir. Xavier Deckers, directeur van het onafhankelijk studiebureau

Nadere informatie

INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7

INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7 INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7 In te vullen door betreffende diensten Brandweerdossiernummer: Bouwdossiernummer: Exploitatienummer: Gebouw Benaming Bestemming I. Persoonsgegevens Eigenaar

Nadere informatie

Branden in parkeergarages Problematiek

Branden in parkeergarages Problematiek 18 oktober 2008 Preventiemaatregelen in ondergrondse parkeergarages Nu en in de toekomst Branden in parkeergarages Problematiek Brandende auto produceert veel warmte en rook - Stijgend gebruik van kunststoffen

Nadere informatie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Korte Checklist 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Er is een logboek aanwezig op het bedrijf / in de stallen. Hierin zijn o.a. certificaten (installaties, brandveiligheidsvoorzieningen)

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

Eurimmo biedt aan, met overdracht van aandelen, 3 opbrengsten gelegen te:

Eurimmo biedt aan, met overdracht van aandelen, 3 opbrengsten gelegen te: Eurimmo biedt aan, met overdracht van aandelen, 3 opbrengsten gelegen te: W. Van Nassaustraat 51 en 53 te 9000 GENT H. Metdepenningenstraat 14 te 9000 GENT W. Van Nassaustraat 51 + 53 en H. Metdepenningenstraat

Nadere informatie

Brandweerzone Centrum

Brandweerzone Centrum Brandweerzone Centrum Roggestraat 70 9000 Gent Tel. 09 268 88 99 Fax. 09 268 88 43 info@brandweerzonecentrum.be www.brandweerzonecentrum.be Stad Gent - departement Facility Management t.a.v. Marjolijn

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID GEBOUWEN VOOR KINDEROPVANG. Ronny Houben

BRANDVEILIGHEID GEBOUWEN VOOR KINDEROPVANG. Ronny Houben BRANDVEILIGHEID GEBOUWEN VOOR KINDEROPVANG Ronny Houben De brandcurve T C 1000 Beginbrand Ontwikkeling Volontwikkelde brand Dooffase 800 Mogelijke Flashover 600 400 200 Tijd Kleine blusmiddelen T Tot hier!!

Nadere informatie

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS

2. KWALITEITS- EN VEILIGHEIDSNORMEN VOOR KAMERS Gids voor kotbazen: Wijzigingen en aanvullingen In de brochure Gids voor kotbazen vindt u heel wat informatie en tips over studentenhuisvesting met een handig overzicht van alle regel- en wetgeving indien

Nadere informatie

Inlichtingenformulier preventie

Inlichtingenformulier preventie Inlichtingenformulier preventie A. Algemene informatie 1. Aanvrager Naam Firmanaam Adres Telefoonnr. BTW of Rijksregisternummer E-mail 2. Adres van het project / inrichting Naam Firmanaam Adres Telefoonnr.

Nadere informatie

Gids voor CE-gekeurde Rook en Warmte Afvoersystemen

Gids voor CE-gekeurde Rook en Warmte Afvoersystemen Gids voor CE-gekeurde Rook en Warmte Afvoersystemen 1 4 Inleiding: Deze gids heeft als doel u wegwijs in Rook en Warmte Afvoer te maken. De Belgische wetgving voorziet een reeks bepalingen over deze problematiek.

Nadere informatie

CONTROLE BRANDVEILIGHEID VOORZIENING VOOR KINDEROPVANG T KLIMOPJE Adres: Jules de Saint-Genoisstraat 91-93, 9050 Gentbrugge

CONTROLE BRANDVEILIGHEID VOORZIENING VOOR KINDEROPVANG T KLIMOPJE Adres: Jules de Saint-Genoisstraat 91-93, 9050 Gentbrugge Departement Brandweer Preventie BRANDPRE Dienst kinderopvang Keizer Karelstraat 1 9000 Gent contactpersoon uw kenmerk ons kenmerk datum arch. Catherine Laeremans Tel. 09 268 88 56 Fax 09 268 88 58 Catherine.Laeremans@gent.be

Nadere informatie

Brandveiligheid in scholen

Brandveiligheid in scholen Brandveiligheid in scholen Krista Dekoning 1 Inhoud 1. Wat is brand? 2. Belangrijkste wetgeving rond brand 3. Preventiemaatregelen 4. Opstellen van evacuatieplannen 5. Opstellen evacuatiescenario en richtlijnen

Nadere informatie

De indienststelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon te worden uitgevoerd.

De indienststelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon te worden uitgevoerd. 1 / 6 1 Inleiding Deze verkorte handleiding beschrijft de meest voorkomende aansluitmogelijkheden van de BMC2 brandcentrale en bevat de nodige aansluitschema s. Indien vragen, opmerkingen of twijfel, aarzel

Nadere informatie

Brandbeveiligingsregels

Brandbeveiligingsregels Brandveiligheid in schoolgebouwen Brandbeveiligingsregels Broers R. Gemeenschappelijke Preventie Dienst GO! 8 december 2016 1 Brandveiligheid in schoolgebouwen 1. Inleiding 2. Brandreglementering 3. Europese

Nadere informatie

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique

Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique Rook-en wamte afvoer in de praktijk L Evacuation des fumées et de la chaleur en pratique 20 10 2011 1 Vanbever Bart 2 RWA in parkeergarages Bart Vanbever bvanbever@vincotte.be Antwerpen, 22 februari Wetgeving

Nadere informatie

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Wat iedere medewerker moet weten over brand Wat iedere medewerker moet weten over brand Inhoud Inleiding 3 Brandmelding 4 Wat te doen bij brand? 10 regels 5 Branddetectie en overige voorzieningen 7 Gebruiksaanwijzing kleine blusmiddelen 9 Brandpreventie

Nadere informatie

Inhoudstafel Tekst Begin

Inhoudstafel Tekst Begin 19 SEPTEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang. Bron : VLAAMSE OVERHEID Publicatie : 21-11-2008 nummer : 2008204070

Nadere informatie

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Wat iedere medewerker moet weten over brand Wat iedere medewerker moet weten over brand Inhoud Inleiding 3 Brandmelding 4 Wat te doen bij brand? 10 regels 5 Branddetectie en overige voorzieningen 7 Gebruiksaanwijzing kleine blusmiddelen 9 Brandpreventie

Nadere informatie

OLR 3. Duurzaamheid verhogen

OLR 3. Duurzaamheid verhogen OLR 3. Duurzaamheid verhogen LR 3.5 Je beoordeelt de brandveiligheid van een gebouw. LR 3.6 Je stelt mogelijke aanpassingen voor om de brandveiligheid van een gebouw te garanderen. Kristof Vercaigne Bachelor

Nadere informatie

Handleiding deel 3: plannen voorbereiden

Handleiding deel 3: plannen voorbereiden Handleiding deel 3: plannen voorbereiden VERSIE April 2019 INHOUD Inhoud... 1 0 Inleiding... 2 1 AutoCAD-bestand... 3 2 Opbouw van de plannen... 3 2.1 Liggingsplan... 3 2.2 Inplantingsplan zoneringsplan...

Nadere informatie

Infosessie bijscholing preventieadviseurs

Infosessie bijscholing preventieadviseurs Infosessie bijscholing preventieadviseurs Hoe stel ik mijn brandpreventiedossier samen? sept-okt 2016 Peter Coninckx Brandpreventiedossier: Wat? (art. 25) Brengt alle documenten samen m.b.t. brandpreventie

Nadere informatie

BRAND- EN INTERVENTIEDOSSIER

BRAND- EN INTERVENTIEDOSSIER BRAND- EN INTERVENTIEDOSSIER Brandpreventiedossier 11 domeinen 12/10/2017 Over Mensura: wie zijn we? 3 organisaties 2 12-10-2017 Mensura Preventie & Bescherming In cijfers 3 12-10-2017 Doelstelling en

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities

HOOFDSTUK I. Definities VI.3.B. BVR brandveiligheid 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 (BS 21 november 2008) houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang 1 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014)

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014) Brandpreventie Project: Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD 17.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD 17.09.2014 Ed. 2 MONITEUR BELGE 73465 Afdeling 2. Bestaande en nieuwe opvanglocaties Art. 65. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit gelden de volgende overgangsperiodes voor de opvanglocaties, vermeld in artikel 62, en voor de opvanglocaties

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID IN PTI S

BRANDVEILIGHEID IN PTI S BRANDVEILIGHEID IN PTI S PTI = WAT? PUBIEK TOEGANKELIJKE INRICHTINGEN PTI = VOORBEELDEN? CAFÉS, FEESTZALEN, RESTAURANTS, JEUGDLOKALEN, KANTINES,. INFOZITTING WOENSDAG 10 JULI 2013 IN CCW 1 WETTELIJKE TAKEN

Nadere informatie

Brandpreventie in het bedrijfsleven

Brandpreventie in het bedrijfsleven Brandpreventie in het bedrijfsleven 1 artikel 52 van het ARAB Art.52.1.1 Onverminderd de andere wettelijke of reglementaire bepalingen ter zake, en onverminderd de bijzondere voorwaarden die bij de vergunningsbesluiten

Nadere informatie

1. Inplanting en toegangswegen

1. Inplanting en toegangswegen Herinnering aan de grote preventieprincipes: 1. Bewaren van het draagvermogen van het bouwwerk 2. Beperking van het ontstaan en de ontwikkeling van vuur en rook binnen het bouwwerk 3. Beperking van de

Nadere informatie

Brandveilig ontwerp en uitvoering van industriële gebouwen

Brandveilig ontwerp en uitvoering van industriële gebouwen Source: SRI Charleroi S. Eeckhout, Senior Hoofdadviseur Departement Technisch Advies en Consultancy 1 Inhoud Wetgeving Toepassingsdomein Klassering (A/B/C) Compartimentsgrootte Structurele elementen Type

Nadere informatie

VRAGENLIJST IVM BRANDVEILIGHEID & COMFORT IN DE BRUSSELSE STUDENTENKAMERS.

VRAGENLIJST IVM BRANDVEILIGHEID & COMFORT IN DE BRUSSELSE STUDENTENKAMERS. Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp Helihavenlaan, 11-15 1000 Brussel - 022088430 VRAGENLIJST IVM BRANDVEILIGHEID & COMFORT IN DE BRUSSELSE STUDENTENKAMERS. INLEIDING.

Nadere informatie

VRAGENLIJST IVM BRANDVEILIGHEID & COMFORT IN DE BRUSSELSE STUDENTENKAMERS.

VRAGENLIJST IVM BRANDVEILIGHEID & COMFORT IN DE BRUSSELSE STUDENTENKAMERS. Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp Helihavenlaan, 11-15 1000 Brussel - 022088430 Q1 VRAGENLIJST IVM BRANDVEILIGHEID & COMFORT IN DE BRUSSELSE STUDENTENKAMERS. INLEIDING.

Nadere informatie

HSE World Event Marc Aspeslagh 27 april 2017

HSE World Event Marc Aspeslagh 27 april 2017 HSE World Event 2017 Marc Aspeslagh 27 april 2017 Agenda 1. KB Brand 24/3/2014 2. Menselijk gedrag als rode draad 3. Risicoanalyse Brand Six Step Assesment Methode Inschatten risico s Bevoegdheid zonale

Nadere informatie

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS BRANDVEILIGHEIDSVOORZIENINGEN

Nadere informatie

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND 0 PLATEN [De platen zijn opgenomen bij de betreffende tekst] Plaat 5.1 - Groendaken 1 VOORWERP De vereisten inzake de reactie bij brand en het gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde die vermeld zijn

Nadere informatie

1617 AMBT VERBOUWING VAN EEN HERENWONING AMBTMANSTRAAT ANTWERPEN HAALBAARHEIDSSTUDIE 7 MAART 2017

1617 AMBT VERBOUWING VAN EEN HERENWONING AMBTMANSTRAAT ANTWERPEN HAALBAARHEIDSSTUDIE 7 MAART 2017 1617 AMBT VERBOUWING VAN EEN HERENWONING AMBTMANSTRAAT 6 2000 ANTWERPEN HAALBAARHEIDSSTUDIE 7 MAART 2017 STUDIO 22 ARCHITECTS BVBA VLAAMSEKUNSTLAAN 39 2020 ANTWERPEN LIGGING OMGEVING INPLANTING PRAKTIJK

Nadere informatie

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige Rookbeheersing Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden Ronald Driessens rookbeheersingsdeskundige Inhoud presentatie Rookbeheersing: Wat is rookbeheersing? Wanneer wordt het toegepast? Waaruit

Nadere informatie

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen

Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen Politieverordening inzake preventie van brand en ontploffing van publiek toegankelijke inrichtingen Goedgekeurd in de gemeenteraad van 23 november 2015 Bekendgemaakt op 17 december 2015 In werking getreden

Nadere informatie

ANPI 18/11/2009. NOTIFIED BODY n 1134 RENOVATIE EN BRANDVEILIGHEID ASBL ANPI VZW. Groep n 2 : Overheden Openbare diensten

ANPI 18/11/2009. NOTIFIED BODY n 1134 RENOVATIE EN BRANDVEILIGHEID ASBL ANPI VZW. Groep n 2 : Overheden Openbare diensten NOTIFIED BODY n 1134 003-TEST EN 17025 003-INSP EN 17020 003- PROD EN 45011 RENOVATIE EN BRANDVEILIGHEID ASBL ANPI VZW Statutaire organisatie van ANPI vzw Groep n 1 : Verzekering ondernemingen Groep n

Nadere informatie

De indienststelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon te worden uitgevoerd.

De indienststelling van een nieuwe centrale dient door Argina of een door Argina opgeleid persoon te worden uitgevoerd. 1 / 8 1 Inleiding Deze verkorte handleiding beschrijft de meest voorkomende aansluitmogelijkheden van de GMC+ brandcentrale en bevat de nodige aansluitschema s. Indien vragen, opmerkingen of twijfel, aarzel

Nadere informatie

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht :

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : Infobrief 2: Onderhoud van doorvoeringen Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : In gebouwen dient aan diverse installaties, zoals een lift, een brandmeldinstallatie en een rook-

Nadere informatie

Bijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart Basisnorm KB 7 juli 1999

Bijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart Basisnorm KB 7 juli 1999 Bijlage 6 Industrie gebouwen KB 1 maart 2009 Basisnorm KB 7 juli 1999 Bijlage 6 Kader bijlage 6 binnen de basisnorm Bijlage 1 Terminologie Bijlage 2/1 Lage gebouwen H < 10m Bijlage 3/1 Middelhoge gebouwen

Nadere informatie

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN DIT BRANDWEERREGLEMENT IS ZEER BELANGRIJK ONDERMEER VOOR DE UITBATERS VAN KRAMEN WAAR VERWARMINGSTOESTELLEN WORDEN GEBRUIKT. GELIEVE HIERMEE REKENING TE HOUDEN EN NA TE LEVEN VOORAL DE ALINEA S IN HET

Nadere informatie

Inlichtingenformulier brandpreventie

Inlichtingenformulier brandpreventie Inlichtingenformulier brandpreventie A. PROJECTGEGEVENS 1. Bouwplaats Vul hieronder de gegevens in over het goed. Dit is de plaats waar u de werken of handelingen zal uitvoeren. Naam project / inrichting:

Nadere informatie

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Wat is een veiligheidstrappenhuis? Wat is een veiligheidstrappenhuis? Probleem Het benoemen en hanteren van een veiligheidstrappenhuis en aan de hand van het Bouwbesluit bepalen welke eisen er van toepassing zijn op zo n trappenhuis. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Risicoanalyse Slaapruimte kleuterschool

Risicoanalyse Slaapruimte kleuterschool Vzw Koba Metropool Risicoanalyse Slaapruimte kleuterschool School Adres Datum rondgang Datum verslag Aantal pagina s + bijlage(n) Aanwezig Verslag opgesteld door Inhoud,,,,, Directeur, Lokale Preventieadviseur

Nadere informatie

Brandveiligheid voor zorginfrastructuur in evolutie. Ann Beusen VIPA

Brandveiligheid voor zorginfrastructuur in evolutie. Ann Beusen VIPA Brandveiligheid voor zorginfrastructuur in evolutie Ann Beusen VIPA 1 Verschuiving in typologie 2 Combinatie van verschillende entiteiten/functies lokaal dienstencentrum assistentiewoningen WZC andere

Nadere informatie

BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN

BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN 1/5 BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN DEEL A: Inventarisatie risicofactoren en bestaande preventiemaatregelen 1. Bedrijfsgegevens Naam : Adres : Telefoon: Fax: E-mail: 2. Algemene

Nadere informatie

VLAANDEREN WALLONIE BRUSSEL. Keuring BOSEC of gelijkwaardig BOSEC of gelijkwaardig BOSEC of gelijkwaardig

VLAANDEREN WALLONIE BRUSSEL. Keuring BOSEC of gelijkwaardig BOSEC of gelijkwaardig BOSEC of gelijkwaardig WETGEVING De wetgeving over het gebruik van rookmelders is gewestelijke materie en verschilt bijgevolg in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Dit schema geeft een overzicht van de 3 gewesten: VLAANDEREN WALLONIE

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/654/EEG van de Raad van 30 november

Nadere informatie

Schiphol The Base. Verbinding 3e en 4e verdieping The Base B

Schiphol The Base. Verbinding 3e en 4e verdieping The Base B Schiphol The Base Verbinding 3e en 4e verdieping The Base B Toetsing ontwerp met betrekking tot brandveiligheid ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Rapportnummer GM

Nadere informatie

safety fl@sh ORGANISATIE VAN EEN EVACUATIEOEFENING

safety fl@sh ORGANISATIE VAN EEN EVACUATIEOEFENING safety fl@sh Het koninklijk besluit van 27.3.1998 betreffende het welzijnsbeleid stipuleert in artikel 22 dat de werkgever een intern noodplan moet opstellen naar aanleiding van de vaststellingen gedaan

Nadere informatie

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center MEMO: doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center Doelstelling Aangaande de aanvraag omgevingsvergunning m.b.t. verbouw Business Center (as A-C/1-12 op de 1 e verdieping) van WTC te Rotterdam is

Nadere informatie

NUTTIGE INFO. VSK BRANDCENTRALE.

NUTTIGE INFO. VSK BRANDCENTRALE. 1 Wat te doen bij brandalarm. NUTTIGE INFO. Het Ramada Plaza Hotel heeft 1 brandcentrale. De brandcentrale bevindt zich in het serverlokaal en met een bedieningspaneel in de backoffice. VSK BRANDCENTRALE.

Nadere informatie

KONINKLIJK ATHENENUM KOEKELBERG BIJKOMENDE VRAGEN 16 FEBRUARI 2010 IR.-ARCH. ALAIN BOSSUYT

KONINKLIJK ATHENENUM KOEKELBERG BIJKOMENDE VRAGEN 16 FEBRUARI 2010 IR.-ARCH. ALAIN BOSSUYT KONINKLIJK ATHENENUM KOEKELBERG BIJKOMENDE VRAGEN 16 FEBRUARI 2010 IR.-ARCH. ALAIN BOSSUYT Vraag 1 Hoe kan in het ontwerp tegemoetgekomen worden aan de vraag om voor de basisschool een meer aan de leeftijd

Nadere informatie

VR DOC.0787/4

VR DOC.0787/4 VR 2018 1307 DOC.0787/4 Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van [ ] tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen voor ouderenvoorzieningen en centra voor

Nadere informatie