hbo-bachelor Personeel en Arbeid INHOLLAND Select Studies 14 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "hbo-bachelor Personeel en Arbeid INHOLLAND Select Studies 14 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding"

Transcriptie

1 hbo-bachelor Personeel en Arbeid INHOLLAND Select Studies 14 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies

2 Inhoudsopgave 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording Werkwijze panel Opbouw paneladvies 6 3 Beschrijving van de opleiding Algemeen Profiel instelling Profiel opleiding 8 4 Beoordeling per onderwerp Doelstellingen opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Condities van continuïteit 29 5 Overzicht advies 31 Bijlage 1: Samenstelling panel 32 Bijlage 2: Programma locatiebezoek 33 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 34 Bijlage 4: Lijst met afkortingen 35 pagina 2

3 1 Samenvattend advies INHOLLAND Select Studies (ISS), een onderneming van INHOLLAND, biedt aangewezen en dus onbekostigd onderwijs aan. ISS werkt in Suriname samen met de door haar opgerichte Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (SHBOS). De opzet van deze samenwerking is gebaseerd op de OCW-beleidsnotitie Nederlands hoger onderwijs in het buitenland (HO/BS/07/6123 d.d. 27 maart 2007). De hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid (P&A), voor het eerst aangeboden in het cursusjaar , is met ingang van ingebed in boven beschreven samenwerkingsverband, samen met drie andere opleidingen: Management, Economie en Recht (MER), Bedrijfseconomie en Accountancy. De eerste drie leerjaren worden in Suriname gevolgd onder verantwoordelijkheid van de SHBOS. Het vierde jaar (stage en afstudeeropdracht) wordt onder verantwoordelijkheid van ISS (Rotterdam) aangeboden. De student doet de stage en/of afstudeeropdracht in Suriname en wordt door docenten van ISS begeleid en beoordeeld. Het informatiedossier bij de aanvraag verdient geen schoonheidsprijs: het is slordig geschreven en heeft het panel onvoldoende zicht geboden op cruciale aspecten als het P&A-gehalte van het programma, de mate van oriëntatie op Suriname en de ontwikkelingsfase waarin de opleiding zich bevindt. Aanvullende gegevens die de aanvragende instelling op verzoek van het panel vóór de site visit aanleverde, brachten daar niet substantieel verandering in. Het bezoek aan de locatie te Paramaribo heeft het panel in staat gesteld tot het completeren van het beeld en daarmee tot oordelen. Dat werd mogelijk gemaakt door verhelderende gesprekken met vertegenwoordigers van het management, docenten, studenten en het beroepenveld. Op deze plaats wil het panel de docenten een compliment maken voor de professionaliteit die zij aan de dag legden, voor hun enthousiasme en voor hun kwantitatieve inzet, onder meer in de vorm van extra lessen. De site visit was overigens niet slechts vanwege de gesprekken waardevol. Ook de daar ter inzage gelegde documenten hebben het panel veel opgeleverd, zowel aanvullend als ter verificatie. Dat laatste is voor het panel in methodologisch opzicht van groot belang geweest. Immers, wanneer na kennisname van een zwak informatiedossier een panel op locatie verrast wordt door sterke gespreksbijdragen, is het zaak die beide typen input in een zo goed mogelijke balans tot basis voor oordelen te maken. De ter inzage liggende documenten hebben daarbij geholpen door hun consistentie met mondeling gedane uitspraken. In termen van het NVAO-toetsingskader komt het panel tot de volgende samenvatting. Het panel is tot het oordeel gekomen dat de zeventien opleidingscompetenties, niet Suriname-specifiek als ze zijn, aansluiten bij de eisen van het beroepenveld, dat behoefte heeft aan afgestudeerden met universele competenties. Volgens het panel bezitten de opleidingscompetenties bachelorniveau. Hun relatief lage P&A-gehalte is voor het panel juist nog aanvaardbaar. Bij de vertaalslag van doelstellingen naar programma blijkt het aandeel P&A toe te nemen; het panel vindt dat een goede zaak. Het panel is positief over het geheel van aan het programma te stellen hbo-eisen, uitgezonderd het criterium met betrekking tot vakliteratuur. Die acht het panel onvoldoende toegankelijk, te weinig internationaal en te weinig divers. Dat laatste raakt aan een principieel punt: het panel signaleert een discrepantie tussen de nadruk op het belang van zelfstandig werken en de zeer beperkte beschikbaarheid van bronnen. De relatie tussen de onderwijsdoelstellingen en het onderwijsprogramma is voldoende uitgewerkt. Het didactisch concept is voldoende pagina 3

4 uitgeschreven. Het toetsbeleid zit goed in elkaar. Ook ten aanzien van de als werkvorm volstrekt dominante projecten is het panel uiteindelijk positief. De inhoudelijke samenhang acht het panel verzekerd, al zou die nog versterkt kunnen worden door een bredere menswetenschappelijke basis aan te bieden. De gekozen constructie, waarin werkende mensen in deeltijd studeren met slechts weinig contacturen, draagt risico s in zich voor de studeerbaarheid. Het panel beoordeelt die toch als voldoende, vanwege de aangetoonde beschikbaarheid van studieloopbaanbegeleiding en de tijdens de site visit gegroeide overtuiging dat de vakdocenten een substantiële bijdrage leveren aan de studeerbaarheid. De opleiding richt zich primair op studenten die reeds beschikken over een werkkring. Voor schoolverlaters zonder relevante werkkring wordt een oplossing op maat gezocht. Met iedere student wordt een intakegesprek gevoerd. Procedures zijn goed beschreven en dossiervorming met betrekking tot individuele studenten is adequaat. Met een omvang van 240 ECTS voldoet de opleiding aan de formele eisen. De mate waarin docenten een verbinding weten te leggen met de beroepspraktijk kon het panel op basis van informatiedossier en nagestuurde CV s niet overtuigend vaststellen. Ook hier zorgde de site visit voor aanvulling en verificatie, met name door de concrete wijze waarop docenten over hun onderwijs vertelden. Het panel oordeelt positief over het desbetreffende facet. De vraag of docenten bij de beschikbare formatie het panel vindt die krap - wel in staat zijn tot het verzorgen van de nodige hoeveelheid onderwijs en begeleiding werd bevestigend beantwoord, zowel door henzelf als door studenten. Daarbij werd duidelijk dat docenten dermate veel hart hebben voor hun werk dat zij niet terugschrikken voor inzet van extra uren. Het panel spreekt zijn waardering daarvoor uit. Tegelijkertijd is het met enigszins gemengde gevoelens dat het panel tot de slotsom komt dat er voldoende capaciteit wordt vrijgemaakt voor de opleiding, aangezien dat in formele zin niet overtuigend het geval is. Op basis van vooraf opgestelde criteria - hbo-plusniveau, vakspecialisme en relevante werkervaring zijn docenten zowel extern als intern geworven. Zij hebben trainingen gevolgd in het verzorgen van projectonderwijs. Ter voorbereiding op elk blok komen één of meer Nederlandse docenten van INHOLLAND naar Suriname. Deelname van Surinaamse docenten aan kenniskringen staat nog in de kinderschoenen. Met het houden van functioneringsgesprekken, door de directeur, wordt binnenkort gestart. Het voorgaande, nadrukkelijk in combinatie met de positieve indrukken opgedaan in het gesprek met de docenten, heeft het panel ervan overtuigd dat het P&A-team gekwalificeerd is voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het panel heeft geen tekenen gezien van voldragen beleid op het gebied van competentiemanagement en acht het van belang dat dit ontwikkeld wordt. Het gebouw komt het panel als adequaat voor. De gloednieuwe computervoorzieningen mogen er zijn, al vallen bij de functionaliteiten van het digitale systeem wel kanttekeningen te maken. Studie(loopbaan)begeleiding vormt integraal onderdeel van het didactisch concept en is daarom door het panel beoordeeld, en wel als voldoende, in de context van het opleidingsprogramma, inclusief de personele capaciteit. Ook de informatievoorziening acht het panel aan de maat. Het systeem van interne kwaliteitszorg beoordeelt het panel als voldoende omdat het er in algemene zin goed uitziet en voorziet in borging door het INHOLLAND Validatie Orgaan in opdracht van ISS. Het panel oordeelt positief over de al gerealiseerde betrokkenheid van medewerkers, studenten en met name het beroepenveld, en over de voorgenomen betrokkenheid van alumni. De condities voor continuïteit zijn volgens het panel vervuld: ISS biedt studenten een afstudeergarantie, de investeringen zijn toereikend en er is dekking voor aanloopverliezen. pagina 4

5 Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding Personeel en Arbeid van INHOLLAND Select Studies. Den Haag, 14 februari 2008 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding Personeel en Arbeid van INHOLLAND Select Studies, prof. dr. G.H.M. Evers (voorzitter) drs. F. Mulder (secretaris) pagina 5

6 2 Inleiding en verantwoording Bij brief van 28 augustus 2007 is door de directeur van INHOLLAND Select Studies (ISS) onder aanbieding van een informatiedossier bij de NVAO een aanvraag ingediend voor een toets nieuwe opleiding ten behoeve van de hbo-bacheloropleiding Personeel & Arbeid (P&A), door ISS in samenwerking met de Stichting HBO Suriname (SHBOS) verzorgd te Paramaribo en Rotterdam. 2.1 Werkwijze panel Na bestudering van het door ISS samengestelde informatiedossier heeft het panel op 7 november 2007 een eerste bespreking gehouden, in Tilburg. In die bespreking hebben de panelleden hun individuele bevindingen en voorlopige oordelen uitgewisseld en aan elkaar getoetst. Het panel heeft daar besloten ISS te verzoeken om toezending van aanvullende informatie vóór de site visit. Op 16 januari 2008 heeft het panel een site visit afgelegd op de onderwijslocatie in Paramaribo. In een beraad direct na afloop van de gesprekken met vertegenwoordigers van ISS en SHBOS heeft het panel per facet van het toetsingskader afzonderlijk een beoordeling uitgesproken en vervolgens per onderwerp een oordeel gegeven over de desbetreffende facetten in onderling verband, uitmondend in een voorlopig eindadvies. De secretaris van het panel heeft daarna een concept paneladvies opgesteld dat, na verwerking van de daarop binnengekomen commentaren van de panelleden, is geworden tot het definitieve advies dat hier voorligt. 2.2 Opbouw paneladvies Kern van het achterliggende advies vormt hoofdstuk 4, waarin het panel de kwaliteit en het niveau van de voorgedragen opleiding toetst aan de hand van de zes onderwerpen en de negentien facetten die het Toetsingskader daarvoor aanreikt. De opbouw is daarbij zo, dat het panel - per facet - onder het kopje bevindingen eerst een samenvatting geeft van de door de aanvragende instelling aangeleverde informatie. Het gaat dan om een weergave van feiten en argumenten, voorzover vermelding daarvan naar het oordeel van het panel relevant is. Daarna volgen de overwegingen van het panel. Hierin worden de bevindingen beoordeeld en gewogen, uitmondend in een (per facet) afsluitende conclusie. Ook per onderwerp geeft het panel steeds een samenvattend oordeel. Aan het kernhoofdstuk gaat een hoofdstuk (3) vooraf, waarin de voorgedragen opleiding kort wordt beschreven. In een afsluitend hoofdstuk (5) wordt met behulp van een tabel een samenvattend overzicht van de door het panel uitgesproken oordelen gegeven. Aan het advies zijn vier bijlagen toegevoegd, te weten de samenstelling van het panel, het programma van de site visit, een overzicht van bestudeerde documenten en een lijst met afkortingen. pagina 6

7 3 Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Locaties Variant Sector Nederland INHOLLAND Select Studies Personeel & Arbeid bachelor hbo Paramaribo, Rotterdam deeltijd Gedrag en Maatschappij 3.2 Profiel instelling INHOLLAND Select Studies (ISS) gaat uit van c.q. is een handelsnaam van Commerciële hbo-opleidingen INHOLLAND B.V. en biedt aangewezen en dus onbekostigd onderwijs aan. ISS werkt in Suriname samen met de door haar opgerichte Stichting Hoger Beroepsonderwijs Suriname (SHBOS). Tenminste twee bestuursleden van SHBOS zijn als directeur of bestuurslid verbonden aan INHOLLAND. Een derde bestuurslid is op voordracht van INHOLLAND in het bestuur van SHBOS benoemd. De opzet van deze samenwerking is gebaseerd op de OCW-beleidsnotitie Nederlands hoger onderwijs in het buitenland (HO/BS/07/6123 d.d. 27 maart 2007). Vier hbo-bacheloropleidingen, Personeel en Arbeid (P&A), Management, Economie en Recht (MER), Bedrijfseconomie en Accountancy, voordien al gestart, zijn met ingang van het cursusjaar in boven beschreven samenwerkingsverband ingebed. ISS wil de studenten, die in Suriname woonachtig zijn, in de gelegenheid stellen een in Nederland erkend hbo-bachelorgetuigschrift te behalen. Het gaat volgens het informatiedossier om nieuwe opleidingen die worden vormgegeven met gebruikmaking van de bestaande opleidingen in Suriname en de overeenkomstige bekostigde opleidingen van INHOLLAND. De eerste drie leerjaren worden in Suriname gevolgd onder verantwoordelijkheid van SHBOS. Het vierde jaar (stage en afstuderen) staat onder verantwoordelijkheid van ISS (Rotterdam). De student doet de stage en/of afstudeeropdracht in Suriname en wordt door docenten van ISS begeleid en beoordeeld. Kwaliteitsborging van de opleidingen in Suriname wordt vanuit ISS als volgt gerealiseerd: De examencommissie van de opleidingen van ISS is volledig verantwoordelijk voor de kwaliteit van het uit te reiken diploma/degree en ziet vanuit dat perspectief onder andere toe op de toekenning van vrijstellingen, de kwaliteit en het niveau van de stage en het afstudeerproduct. De kwaliteitsborging van de opleidingen in Suriname voldoet aan dezelfde eisen als de kwaliteitsborging van de opleidingen in Nederland. Jaarlijks wordt de onderwijsontwikkeling in een gemeenschappelijke werkgroep vormgegeven. De directeuren ISS en de projectdirecteur SHBOS zijn verantwoordelijk voor het bewaken van de gemeenschappelijke ontwikkeling. De borging vanuit het werkveld vindt gemeenschappelijk plaats. In Suriname is een beroepenveldcommissie die de context vanuit Suriname bewaakt en waar nodig initiatieven neemt om de opleiding nader te ontwikkelen. pagina 7

8 De Surinaamse student schrijft zich jaarlijks in bij SHBOS. Deze inschrijving is eveneens een inschrijving bij ISS. Bij voltooiing van de propedeuse ontvangt de student een propedeusegetuigschrift van ISS. Voorwaarde voor toelating in het vierde jaar van ISS is volgens het dossier het behalen van de 60 ECTS van de propedeuse en 120 ECTS gebaseerd op de studieonderdelen van het tweede en derde studiejaar bij SHBOS. 3.3 Profiel opleiding Algemeen De hbo-bacheloropleiding Personeel en Arbeid is inhoudelijk en qua opbouw nagenoeg identiek aan de overeenkomstige bekostigde opleiding van INHOLLAND. Het gaat om een deeltijdopleiding, die werkende mensen als primaire doelgroep heeft. De opleiding is competentiegericht, met als basis het competentieprofiel Management. Nieuwe opleiding voor Nederland De opleiding is niet nieuw voor Nederland. Nieuwe opleiding voor de instelling De opleiding is nieuw voor de instelling, INHOLLAND Select Studies. Studieomvang De opleiding heeft een studieomvang van 240 ECTS. pagina 8

9 4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen eveneens per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1 Doelstellingen opleiding De opleiding richt zich op het verwerven van onderstaande zeventien competenties (informatiedossier pp en Bijlage 1). nr. trefwoord De beginnende beroepsbeoefenaar 1.1 Adviseren adviseert klanten over personele, organisatorische en maatschappelijke vraagstukken. 1.2 Plannen opstellen stelt voor klanten een uitvoerbaar en geaccepteerd plan op om personele, organisatorische of maatschappelijke doelen te bereiken. 1.3 Relatiemanagement kan zelfstandig (internationale) relaties verkennen, vormgeven, uitbouwen, beheren en evalueren. 1.4 Customer Service stelt zich in zijn werkwijze klantgericht op en levert daarmee meerwaarde voor de klant en de eigen organisatie. 2.1 Beleid- & Organisatieontwerp maakt bij organisatievraagstukken juridische, financieel-economische en managementaspecten in hun samenhang inzichtelijk, vertaalt deze in de organisatie en kan het totaal van organisatieprocessen beheersen door ze in procedures en regels vast te leggen. 2.2 Projectmanagement toont aan dat hij in staat is om een project te managen. 2.3 Kwaliteit & plant, controleert en stuurt processen. controle 3.1 Samenwerken toont aan dat hij in staat is om effectieve en functionele samenwerkingsrelaties te creëren en daarbinnen als teamspeler functioneert om tot het gewenste resultaat te komen. 3.2 Leiderschap is in staat leiding te geven aan individuele en groepen medewerkers. 3.3 Communicatie kan verschillende aspecten van de communicatie effectief en geïntegreerd mondeling toepassen in meerdere talen. 3.4 Conflicthantering benut gewenste effecten van tegenstellingen die kunnen ontstaan binnen samenwerkingsverbanden en gaat ongewenste effecten tegen zodat die tegenstellingen niet escaleren. 4.1 Onderzoeken signaleert en onderzoekt op een breed terrein sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkelingen en beoordeelt het belang hiervan voor de organisatie. 4.2 Representeren vertegenwoordigt de organisatie in haar externe omgeving en treedt daarbij actief als deelnemer op in de voor de organisatie relevante netwerken. 4.3 Innoveren signaleert veranderingen in de omgeving en vertaalt deze naar kansen voor de organisatie. 5.1 Zelfmanagement demonstreert dat hij in staat is om zichzelf te managen. 5.2 Employability demonstreert dat hij in staat is om zijn (studie)loopbaan vorm te geven (employability). 6.1 Empowerment demonstreert dat hij in staat is een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de beroepsgroep. pagina 9

10 Uitgangspunt voor de opleiding P&A is het competentieprofiel Management, waar P&Acompetenties een verbijzondering van zijn. In het informatiedossier zijn binnen het overzicht van de zeventien opleidingscompetenties P&A-specifieke elementen aangegeven Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De opleiding, aldus het informatiedossier (p. 15), ontleent haar competenties aan het Nederlandse landelijke beroeps- en competentieprofiel P&A, zoals gedefinieerd door het Landelijk Opleidingsoverleg Personeel & Arbeid (LOPA). De opleiding borgt de aansluiting van de competenties bij de eisen als verwoord in dit facet door (informatiedossier p. 22): in het Nederlandse landelijk Opleidingsoverleg P&A te participeren; halfjaarlijks met zowel de Nederlandse als de Surinaamse beroepenveldcommissies te bezien of het opleidingsprofiel geactualiseerd moet worden; het vertalen van de beroepscompetenties in meetbare doelstellingen die richtinggevend zijn voor de vaststelling van programma-inhoud en toetsing; onderwijs in interactie met de beroepspraktijk; een kwaliteitsbeleid waarin een periodiek onderzoek onder alumni en hun werkgevers, met vragen over de beroepsaansluiting, is opgenomen. Overwegingen Naar het oordeel van het panel worden de zeventien opleidingscompetenties gekenmerkt door een laag gehalte aan P&A en reflecteren ze niet zichtbaar de eisen van het Surinaamse beroepenveld. De vertegenwoordigers van het beroepenveld met wie het panel tijdens de site visit sprak gaven naar aanleiding hiervan te kennen het geen probleem te vinden dat managementcompetenties aan de basis liggen van deze nieuwe opleiding. Sterker nog, zij vinden dat passen in het profiel van een moderne P&A-opleiding, die mede daardoor demonstreert zich rekenschap te geven van de transitie van personeeladministratie daar hebben we tegenwoordig computers voor - naar HRM, zoals één van hen het uitdrukte. Over de vraag in hoeverre de opleidingscompetenties Surinamespecifiek dienen te zijn spraken zij zich als volgt uit: De competenties die het beroepenveld nodig heeft zijn zo goed als universeel. Dat neemt niet weg dat nuancering nodig kan zijn, ter afstemming op de cultuur van een bedrijf. Maar vanuit dat perspectief zijn niet primair verschillen tussen landen als Suriname en Nederland relevant, maar verschillen tussen bedrijfsculturen binnen een land, dus binnen Suriname, maar ook binnen andere landen. De vertegenwoordigers van het management van de opleiding lieten zich in dezelfde geest uit. Eén en ander laat onverlet, aldus het management, dat Surinaamse studenten een andere uitgangspositie hebben. Als voorbeeld kwam ter sprake dat het Surinaamse voortgezet onderwijs frontaal van karakter is, met zo goed als geen feedback, hetgeen bepalend is voor houding en gedrag van studenten, ook later in hun werkend leven. Verschillen als dit wil men echter geen implicaties laten hebben voor de opleidingscompetenties (wel voor het programma; daar komt dit aandachtspunt dan ook terug). Het management voegde hier nog aan toe: mocht in de toekomst de Surinaamse beroepenveldcommissie voor een meer lokale c.q. regionale oriëntatie pleiten te denken valt aan Caricom -, dan zal de eventuele implementatie daarvan niet betrekking kunnen pagina 10

11 hebben op de opleidingscompetenties, maar slechts op het programma, al dan niet via een minor. Verwerving van de P&A-competenties die de opleiding hanteert zal studenten zich doen onderscheiden door het vermogen te functioneren in minder hiërarchische omgevingen. Deze verwachting stoelt het management mede op de ervaringen met al langer draaiende opleidingen als Management, Economie en Recht. De vertegenwoordigers van het beroepenveld brachten een enigermate verwant punt naar voren door te signaleren dat in veel Surinaamse bedrijven het gaat in belangrijke mate om MKB communicatie een zwak punt is en de hoop uit te spreken dat daar verbetering in komt nu deze nieuwe opleiding in de nabije toekomst afgestudeerden gaat afleveren. Met inbegrip van de toelichting door de vertegenwoordigers van het management en van de beroepenveldcommissie acht het panel de doelstellingen in overeenstemming met het criterium bij dit facet. Het panel beoordeelt het facet 1.1 Domeinspecifieke eisen als voldoende Bachelor (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen Het informatiedossier behandelt dit facet (pp ) in hoofdzaak door presentatie van een tabel waarin de zeventien opleidingscompetenties, aldus de begeleidende tekst, worden gekoppeld aan de Dublin descriptoren, als ook aan de verwante hbo-kernkwalificaties. Bij nadere beschouwing blijkt de tabel een inzichtelijke allocatie te bevatten van opleidingscompetenties (tabelrijen) aan hbo-kernkwalificaties (tabelkolommen). De relatie tussen opleidingscompetenties en Dublin descriptoren is echter verre van helder, aangezien deze laatste en bloc geplaatst zijn bovenop het geheel der tien kolommen die ieder een hbo-kernkwalificatie vertegenwoordigen, zonder dat zichtbaar is welke Dublin descriptor met welke hbo-kernkwalificatie correspondeert. Overwegingen Ondanks boven besproken uiterst slordige presentatie is voor de geoefende lezer te achterhalen welke opleidingscompetentie men aan welke Dublin descriptor heeft willen koppelen. Uitgaande van die interpretatie is het panel van oordeel dat de allocatie correct is en de distributie van opleidingscompetenties over Dublin descriptoren evenwichtig. Het panel beoordeelt het facet 1.2 Bachelor als voldoende Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor in hbo: De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepencompetenties. Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen, waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. pagina 11

12 Bevindingen De opleidingscompetenties zijn beroepscompetenties. Ze zijn vastgesteld in overleg met een Nederlandse en een Surinaamse beroepenveldcommissie en mede gebaseerd op gegevens uit een werkveldonderzoek (2002), een arbeidsmarktanalyse (Format 2004+) en gesprekken met vertegenwoordigers van Surinaamse ministeries en andere werkgevers. Het niveau van de competenties is dat van een beginnend beroepsbeoefenaar in een breed spectrum van beroepen (informatiedossier pp ): personeelsfunctionaris, personeelsconsulent, personeelsadviseur, Human Resource Manager, personeels- en organisatieadviseur, loopbaanbegeleider, loopbaanadviseur, trajectbegeleider, reïntegratieconsulent, medewerker arbeidsvoorwaarden, vakbondsbestuurder. Overwegingen Veel van wat bij facet 1.1 aan de orde kwam is ook bij dit facet relevant. De vertegenwoordigers van het beroepenveld met wie het panel sprak lichtten belang en aard van de hbo-oriëntatie nog nader toe. Zo zien zij de beoogde beroepsbeoefenaars als mensen die zullen kunnen werken aan opgaven als: hoe meet je prestaties op lager niveau? Bij de mate van complexiteit van vraagstukken als dit achten zij een hbo-oriëntatie passend. Het beroepenveld, aldus deze vertegenwoordigers, kijkt naar het instrumentarium dat een afgestudeerde meebrengt, in termen van kennis, vaardigheden en houdingen. Men verwacht vooral mensen die niet enkel willen denken over HRM, maar ook mee beleid willen omzetten naar de praktijk op het vlak van HRM in organisaties. Niet enkel denkers dus, maar ook uitvoerders. Men vroeg ook aandacht voor het gegeven dat zekere geavanceerde functies in Suriname niet in grote aantallen bestaan. Bijvoorbeeld: HR-strategisch denken wordt veelal bepaald door anderen dan HRM-ers. Ook dit vormt een argument vóór een hbo-oriëntatie. Daarmee wil overigens niet gezegd zijn dat men voorstander is van het opleiden van uitsluitend hboers. Men ziet liefst niet óf-óf, maar én-én, zowel qua oriëntatie (hbo en wo) als qua niveau (bachelor en master). Op grond van het vorenstaande is het panel van oordeel dat de eindkwalificaties voldoen aan de criteria met betrekking tot hun hbo-oriëntatie Het panel beoordeelt het facet 1.3 Oriëntatie hbo als voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding De domeinspecifieke eisen, het bachelorniveau en de hbo-oriëntatie van de doelstellingen beoordeelt het panel als voldoende. Daarmee krijgt het ook onderwerp 1 Doelstellingen als geheel het oordeel voldoende. pagina 12

13 4.2 Programma De opleiding bestaat uit een brede major Management, die voorziet in een basis op het gebied van recht, economie en management (120 ECTS), de specialisatieminor P&A (60 ECTS) en een vrije keuzeruimte (60 ECTS), die de student vult met differentiatieminoren, die verdiepend of verbredend zijn. Elk leerjaar is verdeeld in vier perioden van 15 ECTS. Iedere periode in de jaren 1 en 2 is gewijd aan een thema en is opgebouwd uit een project (5 ECTS) en flankerend onderwijs (10 ECTS). Onderstaand schema geeft de titels van de thema s en projecten. jaar periode thema project 1 1 Studie en beroep Wereldverkenning 2 Organisatie en omgeving Exportplan 3 Producten en processen Kwaliteitsmanagement 4 Mens en organisatie Personeelsmanagement 2 5 Klant en organisatie Beoordelen en belonen 6 Beheer HRM Personeelsbeleid 7 Verandermanagement Verzuimbeleid 8 Globalisering Mobiliteitsbeleid Jaar 3 is gevuld met de differentiatieminoren. Jaar 4 is verdeeld over stage en afstuderen (30 ECTS elk) Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding. Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Actuele vakliteratuur, vaktijdschriften, handouts, artikelen, databases en websites vormen, aldus het informatiedossier (pp ), de basis voor kennisoverdracht aan studenten en voor samenstelling van de literatuurlijsten. In de studiehandleidingen wordt verwezen naar aanbevolen en verplichte literatuur en relevante tijdschriften. Ten behoeve van de ontwikkeling van actuele kennis op het vakgebied en voor casuïstiek wordt gebruik gemaakt van toonaangevende tijdschriften op het vakgebied, welke in de bibliotheek beschikbaar zijn. Tot zover het informatiedossier. Tijdens de rondleiding als onderdeel van de site visit heeft het panel vastgesteld dat de op locatie aanwezige bibliotheek uiterst beperkt is. Het panel heeft ook een demonstratie gekregen van de digitale bibliotheek- en andere voorzieningen van INHOLLAND; deze zijn vanuit Paramaribo toegankelijk. De catalogus oogt heel behoorlijk, maar toen het panel bij wijze van voorbeeld een artikel uit de Journal of HRM probeerde te downloaden bleek dit niet te kunnen. Studenten bevestigden later op de dag dat dit niet mogelijk is. Op de vraag hoe P&A-studenten dan aan zo een publicatie komen luidde het antwoord: opvragen in Nederland, alwaar men het artikel scant en naar pagina 13

14 Suriname opstuurt. Voor de goede orde: die procedure is er ook voor studenten in Nederland, maar die zijn er niet van afhankelijk doordat ze een papieren bibliotheek binnen handbereik hebben. Dat laatste verschil is overigens weer betrekkelijk aangezien Surinaamse P&A-studenten een pas krijgen die hen toegang geeft tot de bibliotheek van de Anton de Kom Universiteit in Paramaribo, die een zekere HRM-collectie heeft. De docenten met wie het panel sprak bevestigden het bovenstaande; deze beperkingen treffen ook henzelf. De docente die tevens coördinator is van de opleiding vertelde het panel dat zij haar studenten adviseert om niet alleen de verplichte literatuur te lezen, maar daarnaast ook vakliteratuur in het Engels. Het gaat dan vaak om webgebaseerde literatuur, vanwege de eenvoudige beschikbaarheid. Ook de leden van de beroepenveldcommissie met wie het panel sprak benadrukten het belang van Engelse literatuur. Zij menen dat Engels geen probleem moet zijn, aangezien jongeren de taal op school leren. Bovendien, zo zeiden zij: Engels zit in onze cultuur. De studenten die het panel ontmoette bleken er wat minder makkelijk over te denken; dat gold zeker voor de wat ouderen onder hen. Zij gaven te kennen dat het lezen van Engelse literatuur bepaald geen vanzelfsprekendheid is. De meesten hebben een basis in Engels waarmee ze boeken en artikelen zouden moeten aankunnen, maar ze ervaren een drempel. Eén van de studenten zei het zo: Als het moet, dan ga ik me wel een beetje forceren. Desgevraagd bleken studenten geen titels van vaktijdschriften in het Engels paraat te hebben. De opleiding ontleent studiemateriaal aan de beroepspraktijk via het relatienetwerk van de docenten met bedrijven, overheden en andere organisaties die de opleiding voorzien van literatuur, rapporten, casuïstiek, sheets en software (informatiedossier p. 30). Bij het gebruik van dit materiaal wordt terdege rekening gehouden met de Surinaamse beroepssituatie. Een voorbeeld is de inkleuring van het vak Arbeidsbemiddeling, waarbij de Surinaamse sociale kaart wordt gehanteerd. Vanaf het begin van de studie vindt kennisontwikkeling in interactie met de beroepspraktijk plaats (informatiedossier p. 30). Hierbij kan het gaan om de eigen beroepspraktijk, maar ook andere kantoren, bedrijven en overheden kunnen fungeren als opdrachtgevers van beroepsauthentieke projecten. Studenten maken verder kennis met de beroepspraktijk door middel van bedrijfsbezoeken en bedrijfsdagen. Tijdens de demonstratie van digitale voorzieningen zag het panel een mooi voorbeeld van realistische educatieve video, over onderhandelen. Studenten zijn actief betrokken bij toegepast onderzoek (informatiedossier pp ). In het eerste jaar leren zij een probleemstelling formuleren, een onderzoeksopzet maken, onderzoek uitvoeren en analyseren. In latere jaren volgen zij onderwijs in methoden en technieken van onderzoek. De afstudeerfase heeft het karakter van toegepast onderzoek. Tevens wordt in toenemende mate onderzoek geïnitieerd vanuit lectoraten en kenniskringen. De docenten zetten nader uiteen waar in het programma M&T een plaats heeft: statistiek in het 2 e jaar: Kansrekening en Wiskunde (K&W); M&T-training binnen de stage; zelfstandig onderzoek doen tijdens het afstudeerproject. Studenten zeiden statistiek lastig te vinden. Je die stof eigen maken kost veel tijd, en die is er eigenlijk niet. De docenten leggen goed uit, aldus studenten, en zijn bereid zelfs extra colleges te geven in statistiek. In studiehandleidingen wordt daar waar dat mogelijk is, verwezen naar websites en andere actuele publicaties. Tijdens de colleges worden deze publicaties behandeld door de docenten en/of gepresenteerd door studenten. Voorts vinden resultaten van overleg met de beroepenveldcommissie over actuele ontwikkelingen en trends hun weg naar het curriculum (informatiedossier p. 31). pagina 14

15 Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepscompetenties door de gehanteerde werkvormen en via de stage en het afstudeerproject (informatiedossier pp ). Regelmatig wordt getoetst op welk niveau de student de beroepscompetenties beheerst. Aan de hand daarvan wordt vastgesteld welke opdracht c.q. stageplaats het meest geschikt is om de student naar het vereiste eindniveau te brengen. Om de studie succesvol af te ronden dient de student aan te tonen de competenties uit het beroepsprofiel op hbo-niveau te beheersen. In het vierde jaar legt de student daartoe een proeve van startbekwaamheid af. Het programma heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk door de inzet van (gast)docenten uit het werkveld. In dat verband maakte één van de docenten melding van het bestaan, in Suriname, van een (nog jonge) vereniging van HRM-ers. Ook worden er samen met het bedrijfsleven differentiatieminoren ontwikkeld, bijvoorbeeld over ondernemen in het Caricomgebied. Overwegingen Wat in het informatiedossier wordt gemeld over vakliteratuur concrete referenties en globale typeringen komt het panel voor als in meerdere opzichten beperkt: weinig P&Aspecifieke literatuur, die bovendien niet over de hele linie actueel is. In veel opleidingsonderdelen die tot het flankerend onderwijs behoren wordt slechts één boek aangereikt. Het panel vindt het belangrijk dat studenten verschillende visies en benaderingen naast elkaar kunnen leggen, en dat zij niet alleen Nederlandse maar ook Engelse literatuur bestuderen. Gezien wat het panel in de verschillende gesprekken te horen kreeg en gegeven de stand van de bibliotheekvoorzieningen valt hier voor de opleiding nog een wereld te winnen. Ook het studiemateriaal in ruimere zin, dat wil zeggen met inbegrip van studiehandleidingen en projectmateriaal, acht het panel, afgaande op het informatiedossier, beperkt: weinig op het Surinaamse P&A-veld toegesneden praktijkvoorbeelden. Daarmee kan het panel niet op basis van het informatiedossier vaststellen of het programma aantoonbare verbanden heeft met actuele ontwikkelingen in het vakgebied en de actuele beroepspraktijk. Ter site visit was het panel in de gelegenheid een ruime hoeveelheid ter inzage gelegd materiaal te bestuderen (opgesomd in Bijlage 3 van dit adviesrapport). De studiehandleidingen bevatten weinig op Suriname toegesneden voorbeelden, maar enkele projectverslagen die het panel grondig bestudeerd heeft bleken volledig Surinaams. Deze discrepantie kon het management desgevraagd niet toelichten. In het gesprek met de docenten heeft het panel dit punt opnieuw aan de orde gesteld en er daarbij op gewezen dat competentiegericht onderwijs bij uitstek een grote vrijheid toelaat in het kiezen van casuïstiek. De docenten stelden dat het een kwestie van ontwikkelingsfasen is: er wordt gewerkt aan bijstelling van de handleidingen met als beoogd resultaat dat ook die meer Surinaamse context bevatten. Juist dit jaar, zo meldden zij, is besloten dat de Surinaamse docenten meer vrijheid krijgen, en dat die zal worden ingezet ter ontwikkeling en implementatie van Suriname-specifieke casuïstiek. Een docente wees er tenslotte op dat het vervangen van een Nederlandse casus door een Surinaamse niet de enige weg is. Je kunt ook eerst een Nederlandse casus behandelen en dan aan studenten vragen: hoe zouden wij dat hier doen? Zelf heeft zij deze aanpak naar tevredenheid gehanteerd bij het onderdeel Trajectbemiddeling. Ook in het flankerend onderwijs streven docenten naar een evenwichtige combinatie van Nederlandse en Surinaamse context. Het Nederlandse curriculum is leidend, zo stelde één van hen, maar waar docenten dat nodig oordelen wordt de context veranderd. Desgevraagd noemde zij drie vakken waarin dit gebeurt: Arbeidsrecht, Personeelsmanagement, Beoordelen en belonen. pagina 15

16 Het panel, sceptisch op basis van hetgeen het informatiedossier ten aanzien van de hboeisen aandraagt, heeft zijn oordeel ten positieve kunnen bijstellen naar aanleiding van documentstudie en gesprekken ter site visit; vooral het gesprek met de docenten heeft daarin een grote rol gespeeld. Het panel komt tot de slotsom dat het programma voldoet aan de criteria bij dit facet, uitgezonderd het criterium met betrekking tot vakliteratuur. Die acht het panel onvoldoende toegankelijk, te weinig internationaal (Engels!) en te weinig divers. Dat laatste raakt aan een principieel punt: het panel signaleert een discrepantie tussen de nadruk op het belang van zelfstandig werken en de zeer beperkte beschikbaarheid van bronnen. Alles afwegende kent het panel aan het geheel van het facet het oordeel voldoende toe. Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen hbo als voldoende Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen Voor alle perioden is gespecificeerd (Bijlage 2 van het informatiedossier) op welke van de zeventien opleidingscompetenties ze betrekking hebben. Voor de afzonderlijke onderwijsonderdelen binnen perioden is die specificering vastgelegd voorzover de onderwijsonderdelen al ontwikkeld zijn, dat wil zeggen voor het eerste en een deel van het tweede leerjaar. De acht thema s zijn direct gerelateerd aan de managementbranche. De acht projecten zijn beroepsauthentieke opdrachten die zijn afgeleid van de competentiekaart en de competentie-indicatoren behorende bij het desbetreffende faseniveau. Op basis van haar visie op competentiegericht onderwijs heeft de opleiding gekozen voor projectonderwijs als leidend principe. Daarnaast maken flankerend onderwijs, studieloopbaanbegeleiding en toetsing deel uit van het didactisch concept. Via de studiehandleidingen worden studenten al aan het begin van een periode geconfronteerd met wat zij concreet aan het einde van de periode moeten kunnen en kennen. Met andere woorden, waar zij op beoordeeld gaan worden. Instromende studenten moeten goed worden voorbereid op het concept van competentiegericht leren. De eerste onderwijsweek van de eerste periode is gericht op een introductie op het onderwijsconcept en een nadere uitleg van projectmatig werken. Al direct in het eerste jaar houdt de student een persoonlijk portfolio bij waarin hij of zij verslag doet van zijn of haar competentieontwikkeling. De studieloopbaanbegeleider neemt de studenten in het begin van het eerste jaar aan de hand, laat hen later in dat jaar gefaseerd los en stelt zich in de hoofdfase steeds meer op als een coach, die onder meer begeleiding biedt bij het maken van keuzes uit de tien beschikbare differentiatieminoren. De opleiding onderscheidt zes toetsvormen: de projecttoets, die betrekking heeft op probleemoplossing, samenwerking, individuele verantwoording en het geïntegreerd toepassen van kennis, vaardigheden en attitudes; de casustoets, een aan de beroepspraktijk ontleende realistische casusbeschrijving waarbinnen zich (kern)problemen afspelen die probleemoplossings- en planningsvaardigheden toetst, evenals analytisch vermogen en het kunnen leggen van verbanden; pagina 16

17 de kennistoets, die duurzame kennis, de Body of Knowledge, toetst waarover iedere beroepsbeoefenaar dient te beschikken; de POP-toets, waarmee wordt beoordeeld of studenten in staat zijn tot reflecteren op en verantwoorden van hun competentieontwikkeling en gedrag, en tot het op basis daarvan opstellen van leerdoelen; de stagebeoordeling, die erop gericht is vast te stellen of studenten hun stagedoelen hebben bereikt; de afstudeerbeoordeling, een proeve van competentiebeheersing op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Het informatiedossier beschrijft hoe de opleiding de kwaliteit van de toetsing borgt. Studenten die al werkzaam zijn in de beroepspraktijk verwerven stagecompetenties veelal op de eigen werkplek. Zij doen een stage op het werk of krijgen vrijstelling op grond van werkervaring. Bij een stage op het werk worden dezelfde criteria gehanteerd als bij een externe stageplaats. Deze criteria zijn duidelijk omschreven. Alle stageplaatsen worden door de examencommissie beoordeeld. Studenten die aanspraak willen maken op vrijstelling in verband met elders verworven competenties (evc) kunnen daartoe een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie. De afstudeeropdracht is doorgaans afkomstig van een organisatie uit de zakelijke branche. De opleiding stelt de beoordeling vast na overleg met de bedrijfscoach. Tot zover het informatiedossier. Op drie punten overtuigt dit het panel niet: het aandeel P&A, de projecten en het geringe aantal contacturen. Tijdens de site visit heeft het panel zich daar een nader beeld van gevormd door bestudering van ter inzage gelegde documenten (zie Bijlage 3 van dit adviesrapport) en in gesprekken. In het navolgende formuleert het panel enkele overwegingen, uitmondend in een conclusie. Overwegingen De acht thema s in de eerste twee jaren zijn direct gerelateerd aan de managementbranche, aldus het informatiedossier op p. 35. Deze uitspaak, in combinatie met het gegeven (diverse vindplaatsen in het informatiedossier) dat 60 ECTS = 25% van het programma P&Aspecifiek is, heeft bij het panel de vraag doen rijzen of het P&A-gehalte van het programma wel hoog genoeg is om het verwerven van de opleidingscompetenties mogelijk te maken. Het panel geeft zich hierbij rekenschap van hetgeen werd opgemerkt over het P&A-gehalte van de opleidingscompetenties bij facetten 1.1 en 1.3. Weliswaar heeft het panel zich door gesprekspartners ter site visit laten overtuigen van de wenselijkheid van een zekere managementbasis, toch blijft het panel het aandeel P&A in de opleidingscompetenties maar net aan voldoende vinden. Tegen die achtergrond zou voor het panel niet aanvaardbaar zijn dat bij de vertaalslag van doelstellingen naar programma het P&A-gehalte nog verder verdund raakt. Uit het informatiedossier meent het panel te moeten vaststellen dat zulks toch het geval is. Daarom heeft het panel zich tijdens de site visit ten zeerste ingespannen om hieromtrent van gesprekspartners nader te vernemen, nadat de beantwoording van een schriftelijke vraag de zorg van het panel niet had kunnen wegnemen. De vertegenwoordigers van het management brachten het volgende naar voren: MER, de major, staat niet helemaal los van P&A. Casuïstiek binnen MER is voor P&A-studenten deels specifiek. Stage en afstuderen hebben betrekking op P&A en die P&A-componenten zitten niet in de 25%. Daarop concludeerde het panel: dus maakt P&A meer dan 25% van het programma uit. Wat is dan de betekenis van die 25% in het informatiedossier? Het management: daarmee wordt bedoeld dat 25% van het programma exclusief voor P&A-studenten is. Dat is een eye opener, al had het panel dit graag helder in het informatiedossier uiteengezet gezien. pagina 17

18 Overigens zag het panel het bijgestelde beeld wel bevestigd in documenten die tijdens de site visit ter inzage waren gelegd. Projecten vormen het dominante arrangement waarin het leren plaatsvindt. Ze worden gekenmerkt door een zeer sterke nadruk op het proces, zoals blijkt uit de beschrijvingen in algemene zin, en uit de mededeling (informatiedossier p. 33) dat de tutor geen inhoudelijke uitspraken doet over het product van de projectopdracht. Wanneer vakinhoudelijke kennis niet ter plekke ook door een inhoudsdeskundige kan worden overgedragen of aangevuld, ontstaat naar het oordeel van het panel een moeilijk hanteerbare formule. Het panel heeft dit punt besproken met docenten en studenten. Wat zij daarop naar voren brachten bevestigt enerzijds de beschrijving in het informatiedossier: zo is het systeem nu eenmaal. Anderzijds benadrukten beide partijen hoezeer in de praktijk vakdocenten beschikbaar zijn. Een andere vraag: hoe groot is het meeliftprobleem in projecten? Studenten waren daar duidelijk over: meeliften komt volop voor. Ze kunnen daarover het nodige kwijt op evaluatieformulieren. En ze praten het uit in de groep: Waar doen wij deze opleiding voor? Meestal leidt zo n gesprek tot een toegenomen gevoel van verantwoordelijkheid en heeft de groep verder geen last meer van meeliften. De studenten met wie het panel gesproken heeft gaven te kennen dat zij het aantal van twaalf ingeroosterde contacturen niet te gering vinden. Om te beginnen kunnen zij zich als werkende mensen niet al te veel contacturen permitteren; de meesten hebben een full time baan. Daar komt bij dat zij de contacturen naar eigen zeggen zeer goed benutten: Je neemt je ervaring mee en die draagt bij tot het bereiken van de leerdoelen en Je móet je voorbereiden en dan kan de contacttijd gebruikt worden voor hoor en wederhoor. Bovendien, zo meldden ze, zijn hun docenten altijd bereid tot het geven van extra colleges. Alles overziende komt het panel tot de volgende slotsom. De relatie tussen de onderwijsdoelstellingen en het onderwijsprogramma is voldoende uitgewerkt. Het didactisch concept is voldoende uitgeschreven. Het toetsbeleid zit goed in elkaar. Het rijkelijk laat verkregen beeld met betrekking tot het P&A-gehalte neemt de zorg van het panel in voldoende mate weg. Ook ten aanzien van de projecten en het aantal contacturen is het panel uiteindelijk positief. Het panel beoordeelt het facet 2.2 Relatie tussen doelstelling en programma als voldoende Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen Het informatiedossier meldt over samenhang het volgende (pp ). De geformuleerde competenties, competentie-indicatoren en leertaken zorgen voor de samenhang binnen een onderwijsperiode. In de studiehandleidingen wordt de relatie duidelijk gemaakt tussen competenties, competentie-indicatoren en leertaken en assessments en flankerend onderwijs. Daarin wordt tevens toegelicht hoe de samenhang is tussen de verschillende onderwijsperioden. Het onderwijs is concentrisch opgebouwd. Na een brede oriëntatie in het eerste jaar vindt in het tweede jaar verdieping plaats als basis voor de beroepsuitoefening in stage en afstuderen. pagina 18

19 Overwegingen Ook vanuit het perspectief van samenhang hecht het panel eraan stil te staan bij het betrekkelijk geringe aandeel P&A in de opleiding. Er wordt slechts een zeer beperkte menswetenschappelijke basis aangeboden, zoals psychologie en sociologie, vakken die voor een opleiding P&A als fundamenteel gelden. Met inachtneming van deze kanttekening acht het panel de samenhang verzekerd. Het panel beoordeelt het facet 2.3 Samenhang programma als voldoende Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen Studenten, aldus het informatiedossier (pp ), zijn in staat deze deeltijdopleiding in vier jaar te doen door het inzetten van werktijd als onderdeel van de studie. Daarnaast wordt de oudere deeltijdstudent, vanwege elders opgedane competenties en eenvoudigweg levenservaring, geacht de opleiding in een kortere tijd te kunnen dan een schoolverlater. Studenten zonder relevante werkervaring kunnen via een maatwerkconstructie de volledige 240 ECTS voltooien. In het eerste studiejaar zoeken zij een stageplaats van minimaal 8 uur in de week en krijgen zij opdrachten waar ze op hun stageplaats mee aan de slag gaan. Het onderwijs wordt verzorgd op de maandag- en donderdagavond en de zaterdagochtend, met in totaal 12 contacturen per week. De duur van iedere periode bedraagt tien weken. Door deze vaste indeling wordt de student in staat gesteld zijn of haar studie evenwichtig te spreiden over de perioden en de studiejaren. In de studiehandleidingen expliciteert de opleiding waar de studielast concreet uit bestaat, zoals het aantal te bestuderen pagina s, de te maken opdrachten, hoeveel tijd daarmee gemoeid is, het collegebezoek, het projectoverleg. Aan het begin van het studiejaar wordt de toetsplanning voor het gehele cursusjaar aan alle studenten bekendgemaakt, zodat studenten op basis hiervan een goede studieplanning kunnen maken. Alle studenten hebben een studieloopbaanbegeleider. Tijdens studieloopbaangesprekken kunnen knelpunten in de studievoortgang voortijdig onderkend worden. SLB-er en student bekijken samen welke acties ondernomen moeten worden, zoals bijstelling van het studieplan. Overwegingen De gekozen constructie, waarin werkende mensen in deeltijd studeren met slechts weinig contacturen, draagt risico s in zich voor de studeerbaarheid. Bij de bespreking van facet 2.2 kwam naar voren dat de studenten die het panel ontmoette geen probleem hebben met het aantal contacturen. Meer in het algemeen maakten ze door hun uitspraken en houding duidelijk het heft in eigen handen te nemen en er voor zover nodig zelf voor te zorgen dat de opleiding studeerbaar voor ze is. Toch vindt het panel het terecht de studieloopbaanbegeleider een centrale rol te geven. De beschrijving in het informatiedossier roept echter de vraag op of de SLB-er voldoende en voortdurende aandacht kan geven. Van studentenzijde kreeg het panel te horen dat het contact met hun SLB-er echt werkt, mede doordat deze op zowel geplande als ongeplande momenten beschikbaar is. In documenten die tijdens de site visit ter inzage lagen heeft het panel kunnen vaststellen dat de toetsplanning inderdaad voor het hele jaar beschikbaar is. pagina 19

20 Een punt van zorg voor het panel is de al eerder bij facet 2.2 gesignaleerde dominantie van het werken in projecten. Studenten die minder goed gedijen in projecten zullen, zo vreest het panel, door de eenzijdige nadruk op deze werkvorm uit de boot dreigen te vallen. In de groep studenten die het panel sprak kwam niemand met opmerkingen in die richting. Het panel kreeg van deze studenten te horen dat zij in hoofdzaak tevreden zijn over de projecten. Daarbij viel op dat zij vaak, sprekend over projecten, refereerden aan het flankerend onderwijs, en dat in positieve zin. Mede hierdoor is tijdens de site visit bij het panel de overtuiging gegroeid dat de vakdocenten een substantiële bijdrage leveren aan de studeerbaarheid van de opleiding. Alles afwegende concludeert het panel dat het programma studeerbaar is, al realiseert het panel zich daar voor het eerste en tweede leerjaar veel concreter zicht op te hebben kunnen krijgen dan voor het derde en vierde leerjaar, aangezien die jaren nog niet in uitvoering zijn. Het panel beoordeelt het facet 2.4 Studielast als voldoende Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen De opleiding richt zich primair op studenten die reeds beschikken over een werkkring. Voor schoolverlaters zonder relevante werkkring wordt een oplossing op maat gezocht. Met iedere student wordt een intakegesprek gevoerd. Daarin wordt geïnventariseerd hoe het opleidingstraject eruit komt te zien. Met studenten die over een werkkring beschikken wordt een studiecontract gesloten. De student overlegt een functiebeschrijving en een werkgeversverklaring. Tijdens het intakegesprek wordt getoetst of de student: taken verricht die op voldoende niveau zijn (taakzwaarte); werk doet dat relevant is voor de opleiding (taakbreedte); voldoende gemotiveerd is om te investeren in de opleiding. Om te borgen dat bovenstaande onderwerpen aan de orde komen worden daarvoor ontworpen formulieren gebruikt. Van studenten wordt niet verwacht dat ze bij aanvang van de studie een hbo-functie hebben. Wat wèl wordt verwacht kan als volgt worden samengevat: jaar 1: werk, minimaal 8 uur per week; jaar 2: relevant werk op niveau mbo+ of junior (uitvoerende taken mogen nog in de meerderheid zijn); jaar 3: relevant werk op niveau mbo+ of junior (adviserende/beleidsmatige/coördinerende taken moeten in de meerderheid zijn); jaar 4: relevant werk op hbo-niveau (uitsluitend adviserende/beleidsmatige/coördinerende taken). Relevant werk kan zowel betaald als vrijwilligerswerk zijn. De opleidingsdirecteur beoordeelt het niveau van het werk. De inhoudelijke coördinator heeft een controlerende en adviserende rol. De afgesloten studiecontracten en eventuele vrijstellingen worden ter goedkeuring aan de examencommissie voorgelegd. Het team van medewerkers van SHBOS organiseert instroomactiviteiten waarbij contacten worden gelegd en onderhouden met bedrijven en toeleverende scholen. De opleiding ziet zich als een schakel in de keten tussen toeleverend onderwijs, werkveld en maatschappij. pagina 20

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

hbo-bachelor Management Economie en Recht INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

hbo-bachelor Management Economie en Recht INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding hbo-bachelor Management Economie en Recht INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies Inhoudsopgave 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording 5 2.1 Werkwijze

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De opleiding Bedrijfskunde MER (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Steeds meer krijgen organisaties te maken met

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

hbo-bachelor Bedrijfseconomie INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

hbo-bachelor Bedrijfseconomie INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding hbo-bachelor Bedrijfseconomie INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies Inhoudsopgave 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording 5 2.1 Werkwijze panel

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management 2013-2014

Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management 2013-2014 Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management 2013-2014 1. Op welke dag wordt lesgegeven? Er is één vaste lesdag per week. Tijdens het cursusjaar 2013-2014 zijn de lessen als volgt: De

Nadere informatie

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten Document / Informatie P = Prettig ; N = Noodzakelijk Algemene input voor schrijven zelfevaluatie 1. (P) Interne rapport tussentijdse audit op onderwijskwaliteit/accre-ditatiewaardigheid Suggesties NQA

Nadere informatie

hbo-bachelor Accountancy INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

hbo-bachelor Accountancy INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding hbo-bachelor Accountancy INHOLLAND Select Studies 13 februari 2008 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies Inhoudsopgave 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording 5 2.1 Werkwijze panel 5 2.2

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING MARIANNE KOK/HERBERT WOLDBERG/HVA Toelichting bij opt opstelellen van eindkwalificaties van een opleiding bij de HvA 1 Het opleidingsprofiel: De beroepspraktijk draagt

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool NVAO, 3 maart 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 5 3 Beoordelingskader 6 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding In de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van bestuur Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Facility

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 B ZWOLLE Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Stageplan. Máxima Medisch Centrum. Marijke Bax / 2142490

Stageplan. Máxima Medisch Centrum. Marijke Bax / 2142490 Stageplan Máxima Medisch Centrum Marijke Bax / 2142490 2 Adresgegevens Naam: Marijke Bax Adres: Kouwbergen huisnummer: 4 Postcode: 6027 NS plaats: Soerendonk Huistelefoon: 0495-495065 Mobiel:06 57 31 12

Nadere informatie

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding. Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen Nieuwe opleiding, d.w.z. voortzetting geaccrediteerde onbekostigde opleiding

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Bijlage A Competenties van de opleiding

Bijlage A Competenties van de opleiding Bijlage A Competenties van de opleiding A.1 Curriculum opleiding Werktuigbouwkunde Bouwstenen Stenden Hogeschool heeft de strategische keuze gemaakt om al haar opleidingen op te bouwen met behulp van (deels

Nadere informatie

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009 Bi Bijlage 2 Protocol toetsing Associatedegreeprogramma door de NVAO 15 december 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toets Associate-degreeprogramma in de hbo-bachelor 4 2.1 2.2 Criteria De status van de bacheloropleiding

Nadere informatie

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Handleiding Assessment Startbekwaamheid Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie

Nadere informatie

Modulebeschrijving FINSLC0108

Modulebeschrijving FINSLC0108 pagina 1 van 5 Modulebeschrijving FINSLC0108 Naam module FINSLC0108 Vakgebied(en) Studieloopbaancoaching Studiepunten 1 EC Voorkennis De vereiste voorkennis van deze module zijn de stagevoorbereidingsactiviteiten

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. {nvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V. datum 29

Nadere informatie

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017 Toetsing realisatie voorwaarden AD-programma Land- en Watermanagement Hogeschool Van Hall Larenstein 8 augustus 2017 NVAO Toets voorwaarden nieuwe opleiding Adviesrapport Inhoud 1 Beschrijving van de opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016 Werken met leeruitkomsten 7 november 2016 Wat zijn leeruitkomsten? Een leeruitkomst is een meetbaar resultaat van een leerervaring op basis waarvan vastgesteld kan worden in welke mate, tot op welk niveau

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN Fontys Hogescholen Raad van bestuur Postbus 347 5600 AH EINDHOVEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Circus & Performance

Nadere informatie

Informatie voor aanbieders van werkplekken voor bachelor- en Associate degreestudenten

Informatie voor aanbieders van werkplekken voor bachelor- en Associate degreestudenten Werkplekleren Informatie voor aanbieders van werkplekken voor bachelor- en Associate degreestudenten Doel van deze brochure U bent benaderd door een student van Aeres Hogeschool Wageningen met de vraag

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING

NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING FEBRUARI 2019 NVAO NEDERLAND Richtlijn panelsamenstelling RICHTLIJN BEHOREND BIJ BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE HOGER ONDERWIJS NEDERLAND 2018 FEBRUARI 2019

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

De Gespecialiseerde Professional

De Gespecialiseerde Professional Top Talent Programma Excellentietraject: Facility Management F-MEX De Gespecialiseerde Professional Academie: HBS Saxion University of Applied Science Auteur: Benedicte de Vries Datum: 13-07-2015 1 Programma:

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

Vacature Business Development & Sales

Vacature Business Development & Sales Vacature Business Development & Sales Functieomschrijving 0 1 20.10. 2016 Vacature Business development &sales 01 Zelfstandige denker, met gevoel voor het ontwikkelen en benutten van commerciële kansen.

Nadere informatie

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP)

Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) Hoofdstuk 18 Extra informatie Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) Het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) is bedoeld om een medewerker persoonlijk in de gelegenheid te stellen in eigen woorden te vertellen

Nadere informatie

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie studiejaar 20172018 Inhoud REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS... 1 1. Positie en benoeming externe

Nadere informatie

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting Studiejaar 2-2 Inhoudopgave Inleiding Samenvatting De enquete vragen De resultaten 7 2 Inleiding De Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE)

Nadere informatie

27 november oktober januari april 2015

27 november oktober januari april 2015 sïwao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Onderwijskunde van de Hogeschool

Nadere informatie

HBO en HBO-niveau in het CAM veld

HBO en HBO-niveau in het CAM veld HBO en HBO-niveau in het CAM veld Voorzitter SNRO: Drs. Johan Boogaars 3 oktober 2013. Inleiding Op dit moment worden er door verzekeraars maar ook beroepsverenigingen en koepels stellingen geponeerd en

Nadere informatie

Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen

Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen 20 september 2013 Inhoud 1 Opzet 3 2 Toetsingskader 4 2.1 Onderwerp 1: Programma/opleidingsprofiel 4 2.2 Onderwerp 2: Inzet van personeel 4

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Format jaarverslag examencommissie. Eigenaar stafafdeling Juridische Zaken

Format jaarverslag examencommissie. Eigenaar stafafdeling Juridische Zaken Format jaarverslag examencommissie Eigenaar stafafdeling Juridische Zaken Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 22 april 2013 Toelichting Met ingang van september 2010 bepaalt de WHW dat de examencommissie,

Nadere informatie

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3 Assessmentprocedure EVC procedure Master opleiding Archeologie 1 Versiebeheer Titel Assessmentprocedure Versie Datum publicatie Auteur 1 19 december 2009 MH/CNe 2 22 januari 2010 MH/CNe 3 04 februari 2010

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

Toetsing realisatie voorwaarde(n) nieuwe opleiding. wo-ma Master in Managing Information and. Sustainable Change. Radboud Universiteit Nijmegen

Toetsing realisatie voorwaarde(n) nieuwe opleiding. wo-ma Master in Managing Information and. Sustainable Change. Radboud Universiteit Nijmegen Toetsing realisatie voorwaarde(n) nieuwe opleiding wo-ma Master in Managing Information and Sustainable Change Radboud Universiteit Nijmegen 12 juni 2017 NVAO Toets voorwaarde(n) nieuwe opleiding Adviesrapport

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De Associate degree Human Resource Management (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Mensen zijn het belangrijkste

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning 83 5.1 Leerdoelen en persoonlijke doelen 84 5.2 Het ontwerpen van het leerproces 87 5.3 Planning in de tijd 89 Inhoud Inleiding 9 1 Zelfsturend leren 13 1.1 Zelfsturing 13 1.2 Leren 16 1.3 Leeractiviteiten 19 1.4 Sturingsactiviteiten 22 1.5 Aspecten van zelfsturing 25 1.6 Leerproces vastleggen 30 2 Oriëntatie op

Nadere informatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie «nvao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie fluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de postinitiële wo-master Marketing van de Vrije

Nadere informatie

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005

(versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005 (versie d.d. 28 september 2005) Protocol toetsing kort programma in de hbo-bacheloropleiding door de NVAO 13 september 2005 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2501 CD The Hague

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs Peter Leisink Opzet van deze leergang Introductie Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs: inhoudelijke verkenning Programma en docenten leergang strategisch

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus 382 2300 AJ LEIDEN College van bestuur Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ LEIDEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Nadere informatie

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING

BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING BEOORDELINGSKADER ERKENNINGSAANVRAAG VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING Toelichting bij het gebruik van het beoordelingskader: Het beoordelingskader is een werkdocument voor opleidingscommissies om zo op

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 28 april 2017 onderwerp Besluit TN Ad-programma Online Marketing en Sales van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (005058) uw kenmerk

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Omschrijving eisen en bevoegdheden

Omschrijving eisen en bevoegdheden Omschrijving eisen en bevoegdheden examinatoren CMD 2018 Inhoud: Aanstellen...2 Module-examinator...3 Modulecoördinator-examinator...4 Afstudeerproject-examinator...5 Stage-examinator...5 Assessor...6

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Informatie over het Afstuderen

Informatie over het Afstuderen Informatie over het Afstuderen In dit document ontvangt u een overzicht van het doel, de verwachtingen, eisen en voorbeelden van afstudeeropdrachten van studenten van de Academie voor Algemeen en Financieel

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 14 maart 2016. Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 4 juli 2016. Deze versie treedt in werking op 1

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg

Nadere informatie

Vormgeving van SLB in de praktijk

Vormgeving van SLB in de praktijk Vormgeving van SLB in de praktijk Inhoudsopgave Inleiding...2 Het eerste leerjaar...2 Voorbeeld Programmering Studieloopbaanbegeleiding (SLB) niveau 3-4...3 POP en Portfolio...8 Vervolg...10 Eisma-Edumedia

Nadere informatie

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk 07-10-2012. De Haagse Hogeschool

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk 07-10-2012. De Haagse Hogeschool POP Persoonlijk Opleidings Plan Tim Tegelaar Lekkerkerk 07-10-2012 De Haagse Hogeschool Naam Tim Tegelaar Studentnummer 12090948 origineel 07-10-2012 update - bedrijfsmentor Dhr. P. den Ouden bedrijfscoach

Nadere informatie

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren Dit document is bedoeld om de opleidings- en werkveldexaminatoren te informeren over de achtergronden van het Startbekwaamheidsgesprek.

Nadere informatie

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832). nvao w nederlands -vlaa m se accreditatieorganisatie sluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Juridisch medewerker van de Hogeschool van

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016. Regeling Externe toezichthouders bij examens Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar 2015 2016 Regeling Externe toezichthouders bij examens Inhoudsopgave 1. Positie en benoeming externe toezichthouders... 3 2. Taak externe toezichthouder

Nadere informatie