Professioneel kaderlidmaatschap. CNV Verzorging en Verpleging

Transcriptie

1 Professioneel kaderlidmaatschap CNV Verzorging en Verpleging Verslag kadertraining CNV Verzorging en Verpleging... 2 Opening... 2 Drijfveren... 2 Het ideale kaderlid... 3 Overstijgend denken... 5 Afsluiting... 5 Resultaat van de training... 7 Het vervolg... 7 Evaluatie van de training... 7 Commissie KB V&V... 7 Individuele evaluatiegesprekken... 7 Werving van nieuwe kaderleden... 7 Blik op de toekomst... 7 Bijlage: Competentieprofiel kaderlid CNV Verzorging en Verpleging

2 Verslag kadertraining CNV Verzorging en Verpleging 19 en 20 maart 2010 Opening OP WEG Voor het kennen van de weg Moeten we gewoon op weg Je dingen doen Liefst met plezier Dat hoeft niet daar Dat kan ook hier Heel simpel op je eigen manier Maar ga niet zoeken naar de weg Want je zal zien, dan is hij weg. Ik ben ik En jij bent jij Dat weten we allebei Maar als je nu de dingen doet De dingen die jij kan Dan vind je heus de weg vanzelf En de weg komt achter je an! Uit De Tao van Poeh Benjamin Hoff. Uitgeverij Sirius en Siderius De tweedaagse training van het beroepsinhoudelijk kader heeft zich gericht op professionalisering. De blik naar binnen: kijken naar de eigen competenties, de eigen inzet, de eigen invulling van het werk als vrijwilliger en de eigen ontwikkelwensen met als uitgangspunt ieders SWOT analyse. En de brede blik naar buiten: hoe kun je je eigen sector/werk overstijgen en met brede blik kijken naar ontwikkelingen. Welke onderwerpen horen wel en welke horen niet bij de vakbond. Drijfveren Eerst is ingegaan op ieders drijfveren in het kader van het werk voor de vakbond. Aan de hand van kaartjes moesten mensen over hun eigen drijfveren vertellen om als kaderlid voor de vakbond werkzaam te zijn. Hieruit kwamen diverse drijfveren naar boven. Belangrijke drijfveren voor kaderlidmaatschap bleken: - Verrijking: leren, zelfontplooiing, netwerk opbouwen, kennis vergaren - Beïnvloeden: de mogelijkheid hebben zaken te bepalen/te sturen - Maatschappelijke betrokkenheid: solidariteit, anderen helpen, iets bijdragen 2

3 Het ideale kaderlid Vervolgens werd in groepjes een schets gemaakt van het ideale kaderlid. Wat moet een ideaal kaderlid kennen en kunnen en welke houding moet het ideale kaderlid hebben? Na een creatieve inspanning kwam hier uit dat het ideale kaderlid diverse eigenschappen heeft, zoals: - Kennis van de organisatie van CNV Publieke Zaak en de doelen die deze nastreeft - Kennis van de gezondheidszorg - Inzicht in het (politieke) krachtenveld waar de vakbond zich binnen beweegt - Mogelijkheden verbanden te leggen en over de schutting te kijken - De wil zich in te zetten - Een open houding - Goed kunnen observeren en luisteren - Initiatiefrijk zijn - Kunnen inspireren en verbinden - Kunnen analyseren - Creatief zijn - Rust kunnen nemen en uitstralen - Reëel zijn - Eigen grenzen kunnen aangeven - Kunnen samenwerken - Een duidelijke levensvisie hebben En bovenal: plezier hebben in het werk als kaderlid. 3

4 4

5 In de middag van de eerste dag is iedereen aan de gang gegaan met de competenties die nodig zijn voor het kaderwerk en met zijn of haar eigen competenties. Hier zijn diverse competenties uit voortgekomen die uiteindelijk hebben geleidt tot een compleet competentieprofiel van een kaderlid van CNV Verzorging en Verpleging, onderverdeeld in generieke competenties en specifieke competenties voor het LGB en de verschillende commissies. [Het competentieprofiel is in de bijlage aan dit verslag toegevoegd]. Vervolgens is in kleine groepjes verder gesproken over hoe ieder zichzelf herkent in het competentieprofiel en wat iedereen nodig heeft om zich hier verder in te ontwikkelen. Daarbij is een belangrijk punt het kiezen op welke vlak ieder zich kan en wil ontwikkelen. Overstijgend denken De tweede dag stond in het teken van overstijgend denken en prioriteren. Daarbij is een grote uitdaging te weten welke onderwerpen wel en welke onderwerpen niet door de vakbond opgepakt moeten worden. Iedere groep is aan de slag gegaan met het inventariseren van onderwerpen die de komende periode op ons af gaan komen. Deze onderwerpen zijn vervolgens onderverdeeld in onderwerpen voor de vakinhoud (deze horen niet bij de vakbond maar bij de beroepsverenigingen thuis), onderwerpen voor de beroepsinhoud (deze horen bij CNV Verzorging en Verpleging thuis) en overige onderwerpen (deze horen ofwel bij CNV Publieke Zaak in het algemeen of bij de vakcentrale CNV thuis). Omdat een aantal leden eerder weg moest, is dit onderdeel niet door de commissie Kwaliteit Beroepsuitoefening Verzorging en Verpleging (KB V&V) gedaan. De overige twee commissies (ethiek en onderwijs) en het LGB hebben het onderdeel wel gedaan. Hieruit is een flink aantal onderwerpen gekomen dat het LGB heeft toegedeeld aan zichzelf, de commissies en de bestuurder/beleidsmedewerker beroepsinhoud. Vervolgens is per commissie/lgb/werkorganisatie een selectie gemaakt van die onderwerpen die: - opgepakt worden binnen de kaders van het huidige jaarplan - opgepakt worden ondanks de kaders van het huidige jaarplan 5

6 Afsluiting DE DIERENSCHOOL Op een dag kwamen de dieren uit het bos bijeen en zeiden: Wij moeten een school stichten. Een school voor dieren om een echt dier te kunnen worden. En zij vroegen een klein groepje uit hun midden om een leerplan te maken voor de school. De commissie ging meteen aan het werk. Het konijn stond erop dat hardlopen in het programma werd opgenomen. De torenvalk vond kunstig vliegen het belangrijkste. De karper maakte duidelijk dat geruisloos zwemmen erbij moest, en de eekhoorn maakte zich sterk voor klimmen tegen kaarsrechte stammen van torenhoge bomen. En zo geschiedde. De school werd opengesteld. De schoolleiding zei dat de dieren zich in alle vakken moesten bekwamen. Om een Echt dier te kunnen zijn. Toen ging er iets verschrikkelijk fout. Het konijntje was wereldkampioen hardlopen. Geen dier kon zo snel wegsprinten als hij. De schoolleiding vond dat het voor het konijntje belangrijk was dat hij zich ook bekwaamde in het vliegen. Men zette het konijn op een hoge tak en zei vliegen konijntje. Het arme dier sprong, tuimelde naar beneden, brak zijn achterpoot en viel een gat in zijn hoofd dat nooit meer overging. Zo kwam het dat hij voor hardlopen niet meer dan een 6 haalde, maar voor vliegen kreeg hij een 3 in plaats van een 1, want hij had het toch maar geprobeerd. De schoolleiding was zeer tevreden. Met open mond zagen de dieren hoe de torenvalk zijn acrobatische toeren in de lucht vertoonde. Toch merkte de schoolleiding op, dat het voor een valk van grote waarde was dat hij, net als het konijn, gaten kon graven in de grond. De valk deed zijn uiterste best, brak zijn snavel en kneusde zijn vleugels. Waardoor hij nauwelijks nog vliegen kon en in plaats van een 10 met een 5 eindigde, maar voor holen graven kreeg hij hij een 4, omdat hij het had geprobeerd. En zo verging het alle dieren. En wie haalde tenslotte de beste cijfers? Dat was de hersenloze kwal, die zwibbelend en zwabbelend alle proeven redelijk wist te doorstaan. Botten breken kon hij niet, hij had er immers geen. En zo werd zwibbel zwabbel de kwal, tot de beste van de klas uitgeroepen. Uit: De gekookte kikker, meer dan 200 metaforen voor organisatieverandering. Peter Camp/ Funs Erens Uitgeverij Contact, Amsterdam 6

7 Resultaat van de training Ieder kaderlid dat de training geheel gevolgd heeft, heeft een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld. Ieder kaderlid dat een deel van de training gevolgd heeft, heeft een begin gemaakt met het persoonlijk ontwikkelplan. Zij hebben als opdracht meegekregen het persoonlijk ontwikkelplan af te ronden. Ieder kaderlid dat de training om moverende redenen niet heeft kunnen volgen, krijgt een huiswerkopdracht die uiteindelijk leidt tot een persoonlijk ontwikkelplan. Buiten de persoonlijke ontwikkelplannen, heeft de training een aantal deelnemers geholpen hun positie als kaderlid kritischer te kunnen bekijken, heeft het een enorme positieve boost gegeven aan de kaderleden en aan de bestuurder en beleidsmedewerker en heeft het de groepscohesie sterk verbeterd. Zaak is in het vervolgtraject dit positieve, samenhangende gevoel vast te houden. Het vervolg Evaluatie van de training In mei 2010 wordt de training met de trainster geëvalueerd. Tijdens deze evaluatie wordt bekeken in hoeverre de doelstellingen die we van te voren hadden aangegeven gehaald zijn en wordt teruggeblikt op de trainingsdagen en het proces dat we hebben doorlopen. Commissie KB V&V Omdat de commissie KB V&V het onderdeel van overstijgend denken en keuzes maken gemist heeft, zal in de vergadering dit onderdeel alsnog worden opgepakt. Onder leiding van de bestuurder en beleidsmedewerker zal, in dezelfde werkvorm als tijdens de training gehanteerd is, een selectie worden gemaakt van onderwerpen die wel en onderwerpen die niet tot het domein van CNV Verzorging en Verpleging behoren. Individuele evaluatiegesprekken In de loop van 2010 zal met ieder kaderlid afzonderlijk een evaluatiegesprek plaatsvinden, dat gebaseerd is op het persoonlijke ontwikkelplan dat ieder heeft opgesteld. Dit gesprek vindt plaats tussen het kaderlid, de bestuurder beroepsinhoud en de beleidsmedewerker beroepsinhoud. Doel van dat gesprek is ieder kaderlid helpen bij het vinden van de juiste plek binnen onze organisatie en het vervullen van diens ontwikkelwensen. Daarnaast heeft het als doel scherp te blijven op de verwachtingen over en weer en hierop te anticiperen. Werving van nieuwe kaderleden Naast de persoonlijke evaluatiegesprekken zal gebruik gemaakt worden van het competentieprofiel dat is opgesteld om nieuwe, professionele en competente kaderleden voor CNV Verzorging en Verpleging te werven. Blik op de toekomst Nadat ieder kaderlid gesproken is, wordt een terugkomdag gepland. Op deze dag wordt kort teruggeblikt en vervolgens een voorschot genomen op de toekomst. Een toekomst waarin kaderleden zicht gewaardeerd weten en waar zij (kunnen) worden ingezet op strategische posities die onze vakbond verder helpen. 7

8 Bijlage: Competentieprofiel kaderlid CNV Verzorging en Verpleging Generieke Competenties Affiniteit met kaderlidmaatschap Het vermogen om de belangen van CNV Publieke Zaak breder uit te dragen 1. Regels en structuren binnen CNV Publieke Zaak kennen 2. Aansluiten bij de waarden en normen van CNV Publieke Zaak en deze uitdragen 3. De regels, waarden en normen van CNV Publieke Zaak verweven met je eigen inbreng 4. CNV Publieke Zaak vertegenwoordigen en uitdragen naar buiten de vakbond Sociale vaardigheden Het vermogen om op een optimale manier samen te werken en te communiceren 1. Kunnen luisteren 2. Heldere uitdrukkingsvaardigheden hebben, zowel mondeling als schriftelijk 3. Empathisch zijn 4. Weten hoe feedback te geven en te ontvangen Communicatie Het vermogen om contact met elkaar te onderhouden 1. Verbale en nonverbale signalen herkennen 2. Goede hulpmiddelen (bijvoorbeeld punten in adres of via de telefoon) 3. Inlevend vermogen in de anderen 4. Kwaliteiten van de groepsleden kennen 8

9 Lerend vermogen Het vermogen om zichzelf beroepsinhoudelijk te ontwikkelen 1. Open staan voor ontwikkelingen, zowel op micro- als op meso- en macroniveau 2. Feed-back geven en ontvangen 3. Scholing en trainingen bijwonen 4. Kennis en ervaring overdragen aan de beroepsgroep Initiatiefrijk Het vermogen om initiatieven te ontplooien 1. De wil om je in te zetten voor de kaderwerkzaamheden 2. Planmatig denken in doelen omzetten 3. Mensen aan je kunnen binden 4. Doorzetten en afronden van gestarte initiatieven Inspireren Het vermogen om anderen te stimuleren en enthousiast en actief te maken en houden door een actieve en enthousiaste houding en inbreng 1. Positieve actieve houding 2. Enthousiaste inbreng 3. Aangaan van menselijk contact 4. Ervaringen delen en daarin iets van jezelf kunnen geven 5. Positief labelen en uitdragen 6. Creatief zijn 7. Anderen inspireren en je door anderen laten inspireren 9

10 Samenwerken Het vermogen om gezamenlijk, in teamverband een doel te bereiken/ resultaten te behalen. 1. Naar elkaar luisteren 2. Kunnen inventariseren van ideeën/inbreng 3. Je kunnen schikken 4. Keuzes maken en grenzen stellen 5. De gezamenlijke overtuigingskracht kunnen inzetten om resultaat te behalen en/of te beïnvloeden 6. Werken aan teambuilding: - actief luisteren - de ander aanvullen 7. Betrouwbaar zijn 8. Zelfstandig kunnen werken aan teamtaken binnen de daarvoor gestelde tijd Resultaatgerichtheid Het vermogen om zodanig methodisch te handelen dat een vooraf bepaald doel wordt behaald. 1. Een plan van aanpak kunnen formuleren 2. In staat zijn doelgericht te werken 3. Strategieën kunnen ontwikkelen 4. Afspraken nakomen 5. Anderen kunnen stimuleren en begeleiden in doelen stellen en doelgericht werken 6. In staat zijn processen te bewaken 7. Doelen behalen Netwerken Het vermogen om contacten te leggen en informatie/ kennis te delen, bronnen aan te boren en gebruik te maken van andermans expertise 1. Contacten onderhouden 2. Wederzijds informatie en kennis uitwisselen 3. Themadagen en/of scholingen bijwonen 10

11 Ontwikkelen Het vermogen om verpleegkundigen en verzorgenden te ondersteunen hun beroepsinhoud te ontwikkelen 1. Interessen hebben in actuele ontwikkelingen m.b.t. tot verpleegkundigen en verzorgenden 2. Kunnen signaleren van deze ontwikkelingen 3. Advies uit kunnen brengen 4. Kunnen reflecteren 11

12 Specifieke competenties LGB Besturen Het vermogen om te delegeren, aan te sturen, te ondersteunen en te coördineren 1. Overzicht hebben in wat de commissies doen 2. Goede communicatielijnen onderhouden 3. Strategie vaststellen en benutten 4. Zicht hebben op de mate waarin een commissie aansturing dan wel ondersteuning nodig heeft en hierop kunnen anticiperen 5. Overzicht houden op de activiteiten van de commissies en verbanden kunnen leggen ten bate van het grotere geheel: helicopterview hebben en benutten 6. Contacten kunnen onderhouden De commissies aan kunnen sturen/ ondersteunen in het ontwikkelen van beroepsinhoudelijke activiteiten, al naar gelang de behoefte van de betreffende commissie Overstijgend denken Het vermogen om zaken in een breder perspectief te plaatsen 1. Verbanden kunnen leggen: - micro-meso-macro - commissies-lgb-achterban 2. Relevante vragen kunnen stellen 3. De juiste strategie bepalen en daarop beleid maken 12

13 Analyseren Het vermogen om vraagstukken te overzien, vanuit verschillende invalshoeken te benaderen en verbanden te leggen 1. Probleem kunnen verhelderen, onderzoeken en uitwerken 2. Alternatieven kunnen bedenken en deze beoordelen 3. Gefundeerde besluiten nemen en stappen uitzetten Onderhandelen Het vermogen om het beste resultaat te krijgen om je doel te bereiken 1. Goed kunnen communiceren 2. Helder hebben wat je eigen doel is 3. Weten bij wie je moet zijn bij vragen 4. Assertief zijn 5. Strategisch inzicht hebben Contacten onderhouden en benutten Het vermogen om op een effectieve manier relaties te onderhouden en benutten op verschillende niveaus in de zorgsector 1. Kunnen netwerken 2. Kunnen lobbyen 3. Inzicht hebben in organisatiestructuur en politieke verhoudingen 4. Benutten van communicatiemiddelen/ (nieuwe) media 13

14 Commissie Onderwijs Probleemanalyserend (als voorwaarde voor) overstijgend denken / helicopterview Het vermogen om de complexiteit van onderwijs en zorg vanuit verschillende invalshoeken te benaderen: = vanuit micro / meso / macro = vanuit verschillende gremia / overlegorganen = vanuit verschillende belangen: onderwijs, MBO-raad, Ministerie van onderwijs, werkgevers, etc. 1. Weten dat het complex is 2. Verzamelen van informatie en kunnen ordenen 3. De juiste vragen kunnen stellen op de juiste plaats 4. Actief verbanden kunnen leggen 5. Actief kunnen reageren 6. Inzicht hebben invloed verwezenlijken De samenhang tussen de verschillende belangen moet duidelijk zijn en je moet kennis hebben van je eigen cirkel van invloed en die van de commissie. Kernwoorden: 1. samenwerken 2. resultaat 3. omgeving 4. probleem 5. leergierig 6. communicatief 14

15 Commissie KB V&V Innovatief zijn Het vermogen om nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten die gericht zijn op verbetering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening 1. Bundelen van praktijkervaringen uit diverse werkvelden 2. Analyseren van mogelijkheden en beperkingen 3. Adviezen formuleren Omgevingsbewustzijn Het vermogen om relevante ontwikkelingen te herkennen die invloed kunnen hebben op de kwaliteit van beroepsuitoefening 1. Kunnen onderscheiden van zaken die betrekking hebben op kwaliteit van zorg en zaken die betrekking hebben op kwaliteit van beroepsuitoefening 2. Geïnformeerd zijn over actuele wet- en regelgeving 3. Actief kennis vergaren (vakliteratuur, scholing) 4. Onderkennen en herkennen van belemmerende factoren/weerstanden 5. Haalbare doelen formuleren en adviezen uitbrengen 15

16 Commissie Ethiek Kunnen reflecteren Het vermogen om je bewust te zijn van je eigen en andermans gedrag en van ontwikkelingen 1. Je kwetsbaar opstellen 2. Eigen gedrag kunnen benoemen 3. Een veilige omgeving kunnen scheppen 4. Filteren naar het juiste gedrag reflecteren aan ontwikkelingen Authenticiteit Het vermogen om naar de kern van de zaak te gaan 1. Diepgang bereiken 2. Zoeken naar de dingen die er toe doen 3. Dicht bij jezelf kunnen blijven 4. Zoeken naar de essentie van zaken 16