Meetrapporten stookinstallaties

Transcriptie

1

2 Bijlage 11 Meetrapporten stookinstallaties

3

4

5

6

7

8

9

10

11 ± Bijlage 12a : Geurimpact (98-P) huidige situatie,5-2 oue/m³ 5-1 oue/m³ 2-3 oue/m³ > 1 oue/m³ 3-5 oue/m³ 25 5 Meters

12 ± Bijlage 12b : Geurimpact (98-P) gewenste reële situatie,5-2 oue/m³ 5-1 oue/m³ 2-3 oue/m³ > 1 oue/m³ 3-5 oue/m³ 25 5 Meters

13 ± Bijlage 12c : Geurimpact (98-P) potentiële uitbreiding,5-2 oue/m³ 5-1 oue/m³ 2-3 oue/m³ > 1 oue/m³ 3-5 oue/m³ 25 5 Meters

14 Bijlage 13 a) Geuraudit 1

15 OLFASCAN nv Industrieweg 114H B Gent België T F E info@olfascan.com KBO RPR Gent IBAN BE BIC KREDBEBB Geurimpressie Pluimveeslachterij Nollens verslagnummer: Verslag FARM13_13_42_v opdrachtgever: Pluimveeslachterij Nollens NV Industriezone Kruishoutem contact: Jef Van Overschelde datum: 19/2/214 contactpersoon/auteur(s): Nico Raes nico.raes@olfascan.com copyright: 214, OLFASCAN nv Aansluitend op het overleg in het kader van de ontheffingsaanvraag voor Pluimveeslachterij Nollens NV, uitgevoerd op vrijdag 7 februari 214, werd een rondgang op het bedrijf uitgevoerd om de luchtzijdige aspecten te evalueren. Tegen het bedrijf zijn een aantal meldingen met betrekking tot geur ingediend. Deze zijn voornamelijk afkomstig vanuit het portiersgebouw bij het nabijgelegen bedrijf. De portier houdt tevens een soort dagboek bij, met notitie van geurwaarneming. Uit deze notities blijkt duidelijk dat er frequent geur waar te nemen is. Tussen beide bedrijven is een tussenruimte aanwezig waar een preferentiële luchtstroming kan optreden. Het is tevens in deze tussenruimte dat de geurbeladen lucht vanuit de slachthal/broeibakken geëmitteerd wordt (via de loods waar gereinigde vrachtwagens buitenrijden). De overheersende windrichting in Vlaanderen (ZW) leidt deze geur naar de portiersloge. portier Emissielucht slachthal / broeibakken Preferentiële luchtstroom ISO 91:28 Erkende MER-deskundigen lucht 1 2

16 De luchtstroom vanuit de slachthal/broeibakken wordt normaliter langs twee kanalen geëmitteerd, enerzijds via het waslokaal (met open poort, zie blauwe pijl op voorgaande foto), en anderzijds rechtstreeks naar buiten via het dak. Bij inspectie op het dak bleek evenwel dat de leiding (die naar de ventilator op het dak leidt) volledig doorgeroest was. Er wordt dan ook geen lucht via het dak geëmitteerd, maar alles verloopt via het waslokaal en de open poort. Om het geurprobleem van de slachthal/broeibakken te reduceren, lijkt het voorstel dat vanuit het bedrijf komt uitermate geschikt. Dit voorstel houdt in dat alle lucht via het dak geëmitteerd zal worden (en niet meer via het waslokaal open poort). Hiervoor zal de doorgeroeste leiding vervangen moeten worden, en wordt ook voorgesteld om een verticale uitlaatopening te voorzien (ter vervanging van de momenteel aanwezige horizontale uitblaasopening). Dit heeft als bijkomend voordeel dat de lucht hoger uitgestoten wordt, en zodoende veel beter gemengd en verdund is vooraleer deze de grond bereikt. Hierbij dient tevens aandacht geschonken worden aan het volledige ventilatiepatroon. Momenteel is aan de zijkant van het bedrijf een rooster aanwezig, en tijdens het bezoek kon vastgesteld worden dat hier een duidelijke luchtaanzuig aanwezig was. Na aanpassing van het ventilatiesysteem bij de broeibakken dient deze luchtaanzuiging ten allen tijde gegarandeerd te blijven, dit om diffuse emissies langsheen dit rooster te vermijden. Op het dak bevinden zich nog een aantal andere potentiële (geur)emissiebronnen. Vanuit de waterzuiveringsinstallatie kon weinig tot geen geur waargenomen worden. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat deze bron tot geuroverlast leidt. Daarnaast kon een duidelijke kippengeur waargenomen worden aan de uitlaat van de stofbak (waar lucht vanuit kippenlosplaats naar buiten geleid wordt), en deze geur kon ook in de omgeving van het bedrijf waargenomen worden. Maar deze geur wordt vanuit onze visie als minder hinderlijk beschouwd t.o.v. de geur afkomstig van de broeibakken. Tijdens de rondgang op het dak werd echter ook nog een onbekende, sterk hinderlijke geur waargenomen. Deze geur werd niet waargenomen op grondniveau, maar was lokaal (op het dak) heel sterk aanwezig. Volgens de medewerker van de pluimveeslachterij was deze geur afkomstig vanuit de vacuümpompen die de organen overpompen. Ook de loods met de diverse opslagtanks (bloed, mest, slib) kan als een potentiële geurbron geïdentificeerd worden. De geur die hier aanwezig was bleek evenwel niet intens te zijn. De poorten blijven tevens meestal gesloten. Deze poorten gaan enkel open bij activiteiten (ophalingen), maar blijven dan wel regelmatig openstaan. Dit kan aanleiding geven tot diffuse geuremissies. Door de locatie van deze poorten t.o.v. de portier (helemaal aan de andere zijde van het gebouw) is het heel onwaarschijnlijk, zoniet uitgesloten dat deze diffuse geuremissies aanleiding geven tot geurhinder. Er zijn geen debietsgegevens van de diverse luchtstromen beschikbaar. Het is echter aangeraden om deze gegevens ter beschikking te hebben. Los van de geurimpact van het bedrijf dienen de stookinstallaties bijkomend afgesteld te worden zodat aan de emissiegrenswaarden voldaan wordt. Momenteel zijn hier duidelijke overschrijdingen waar te nemen. Hopelijk bent u hiermee voldoende geïnformeerd. Met vriendelijke groeten Nico Raes Olfascan nv 2 2

17 Bijlage 13 b) Geuraudit 2

18 OLFASCAN nv Industrieweg 114H B Gent België T F E info@olfascan.com KBO RPR Gent IBAN BE BIC KREDBEBB Verslag bedrijfsbezoeken pluimveeslachterij Nollens te Kruishoutem verslagnummer: verslag NOLL126_14_22_v opdrachtgever: Pluimveeslachterij Nollens NV Industriezone Kruishoutem contact: Jef Van Overschelde datum: 3/6/214 contactpersoon/auteur(s): Nico Raes nico.raes@olfascan.com Toon Van Elst erkend deskundige lucht copyright: 214, OLFASCAN nv Op 7 februari 214 werd een geuraudit uitgevoerd bij Pluimveeslachterij Nollens. Op basis van deze audit werden een aantal aanbevelingen geformuleerd, en op 13 juni 214 werd een opvolgingsbezoek uitgevoerd, aangezien blijvende geurklachten geuit werden door de partner van het naburige bedrijf. Tijdens het eerste bezoek bleek dat de luchtstroom vanuit de slachthal/broeibakken hoofdzakelijk via het waslokaal geëmitteerd werd. De leiding die de luchtstroom naar het dak leidde, was namelijk volledig doorgeroest. Tijdens het opvolgingsbezoek bleek dat de nodige aanpassingen op het dak uitgevoerd werden om de lucht langs hier te emitteren. Ter hoogte van deze ventilator kon een duidelijke geur waargenomen worden. De ventilator tussen de slachthal en het waslokaal was buiten werking gesteld zodat de hoeveelheid geuremissies hier sterk gereduceerd worden. Dit zal er dan ook voor zorgen dat in de tussenruimte tussen de pluimveeslachterij en het bedrijf Beaulieu minder geur aanwezig is. Wel bleek een deur van de slachthal open te staan, en heel lokaal (deuropening) kon hier een sterke geur waargenomen worden. De indruk was dat verse lucht via deze deur in de slachthal geleid werd, maar het is niet uitgesloten dat bij andere windrichtingen uit deze opening ook geuremissies vrijkomen. Daarom wordt aanbevolen om deze deur dicht te houden, zeker bij windrichtingen die vrij spel hebben in de tussenruimte tussen beide gebouwen en een onderdruk creëeren op de zijwand van de slachterij. Nieuwe ventilator op het dak Openstaande deur slachthal ISO 91:28 Erkende MER-deskundigen lucht 1

19 Op het dak werd bij het opvolgingsbezoek geen geur waargenomen uit de vacuümpompen (in tegenstelling tot eerste bezoek). Het slachtproces liep evenwel op zijn einde, waardoor deze mogelijkerwijs niet meer in gebruik waren. Ook vanuit de stofbak (bij aanvoerhal dieren) werd praktisch geen geur meer vrijgesteld. Initieel werd dan ook gedacht dat de geurproblematiek van pluimveeslachterij Nollens sterk verbeterd was, maar navraag bij Beaulieu liet echter uitschijnen dat dit niet het geval zou zijn. Op 17 juni 214 kwam vanuit dit bedrijf de melding dat er sterke geurproblemen optraden, en een medewerker van OLFASCAN is ter plaatse geweest om een inschatting te maken. Op het moment van aankomst was er weinig wind aanwezig, maar kon een duidelijke geur waargenomen worden op de grens tussen beide bedrijven, maar niet ter hoogte van het portiersgebouw. Op het bedrijf Nollens kon deze geur gelinkt worden aan de geuremissies vanuit de vacuümpompen (zwarte schouwtjes). Er wordt dan ook ten sterkste aanbevolen om deze luchtstromen bijkomend te behandelen. Hiertoe is het aangeraden om alle emissiepunten samen te brengen, en op deze luchtstroom één nabehandeling te voorzien. Om te kunnen aangeven welke techniek het meest geschikt is om deze geuremissies te behandelen, is het noodzakelijk om een representatieve samenstelling van deze lucht te hebben. Een chemische componentenanalyses (GC-MS) wordt dan ook noodzakelijk geacht. Olfascan nv 2 2

20 ± Bijlage 14 Omliggende waterlopen Legende Poultry II bevaarbare waterloop categorie 1 waterloop contour 1 km niet-geklasseerde waterloop categorie 2 waterloop categorie 3 waterloop Kilometers

21 BIJLAGE 15 : overzicht in rekening gebrachte effluentgegevens en actuele waterkwaliteit Zaubeek Tabel 1 : waterkwaliteit Zaubeek (gegevens VMM) Punt Nummer 6 Omschrijving Karreweg, afw Beaulieu, opw industriezone Gemeente Zulte Waterloop ZOUBEEK - MALEBEEK - WALEMSEBEEK EC 2 Cl- BZV5 CZV KjN NH4+ NO3- NO2- N t P t opo4 SO4= ZS Punt Nummer Datum µs/cm mg/l mgo2/l mgo2/l mgn/l mgn/l mgn/l mgn/l mgn/l mgp/l mgp/l mg/l mg/l 6 2/2/ /11/ < /9/ /7/ /5/ /4/ /1/ gemiddeld zomerhalfjaargemiddelde maximum doelstellingen kleine beek gemiddeld.1 9 zomerhalfjaargemiddelde P1 te weinig meetwaarden voor beoordeling P1 en P9 sedert 213 slechts 1 meetwaarde beschikbaar mogelijke overschrijding vastgestelde overschrijding waarde lager dan rapportage grens P maximum.2 gemiddelde vracht per jaar (kg/j)

22 BIJLAGE 15 : overzicht in rekening gebrachte effluentgegevens en actuele waterkwaliteit Zaubeek Tabel 2 : in rekening gebrachte meetgegevens effluentkwaliteit (bron VMM) lozingsgegevens Exploitatie Meetput Naam: Nollens Datum Parameter Q ZS BZV5 CZV NH4+ KjN NO2- NO3- N+N N t opo4 P t Cu t Ni t Zn t Cl- Eenheid m³/d mg/l mgo2 /L mgo2 /L mgn/l mgn/l mgn/l mgn/l mgn/l mgn/l mgp/l mgp/l mg/l mg/l mg/l mg/l Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result Result aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat aat 17/2/ /12/ < /9/ < /9/ < /9/ < /9/ < /9/ < /8/ < /4/ < /4/ < /4/ < /4/ < /4/ < /4/ < /4/ < /2/ /9/ < /9/ < /9/ < /9/ <

23 BIJLAGE 15 : overzicht in rekening gebrachte effluentgegevens en actuele waterkwaliteit Zaubeek 9/9/ <.1 8/9/ /9/ /4/ < /4/ /4/ < /4/ /4/ /4/ <.2 6/4/ < max P P gemiddeld < grenswaarde of IC lager dan de rapportagegrens rapportagegrens meetonzekerheid (%) dubbele lozing --> wordt niet meegenomen in berekening "normaal daggemiddelde" overschrijding grenswaarde aantal lozingsdagen/jaar schatting geloosd debiet/jaar 1 m³/ja ar gemiddelde vracht per jaar (kg/j) actuele situatie

24 BIJLAGE 15 : overzicht in rekening gebrachte effluentgegevens en actuele waterkwaliteit Zaubeek Tabel 3 : in rekening gebrachte meetgegevens effluentkwaliteit (bron VMM) lozingsgegevens 213 Exploitatie Meetput Naam: Nollens Parameter Q F- AOX Eenheid m³/d mg/l µgcl/l Datum Aard monstername Lozing Resultaat Resultaat Resultaat 9/12/213 Schepmonster Lozend 4/12/213 Schepmonster Lozend 25/1/213 Schepmonster Lozend 21/1/213 Debietsgebonden Lozend /1/213 Debietsgebonden Lozend /1/213 Debietsgebonden Lozend /1/213 Debietsgebonden Lozend /1/213 Debietsgebonden Lozend /1/213 Debietsgebonden Lozend /1/213 Schepmonster Lozend 9/9/213 Debietsgebonden Lozend /9/213 Debietsgebonden Lozend /9/213 Debietsgebonden Lozend /9/213 Debietsgebonden Lozend.22 3/9/213 Debietsgebonden Lozend /8/213 Schepmonster Lozend 21/8/213 Schepmonster Lozend 5/8/213 Schepmonster Lozend max P9 P1 gemiddeld grenswaarde/ic.9 4 lager dan de rapportagegrens