Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit. Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016

Transcriptie

1 Toezicht lucht in het Activiteitenbesluit Rommy Ytsma (InfoMil) 11 februari 2016

2 Inhoud presentatie Voorbereiden bedrijfsbezoek Wat te doen bij onbekende installatie of activiteit Toezicht luchtvoorschriften: verschil H3 en H4 versus afdeling 2.3 Toezicht afdeling 2.3: Controlevoorschriften Controleregime Controle door meting en meetonzekerheid Controleplan en meetplan Rapporteren en bewaren meetgegevens 2 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

3 Voorbereiden bedrijfsbezoek (1) Welke activiteiten moet blijken uit melding of vergunning(aanvraag) Welke luchtvoorschriften gelden doorloop stappenplan bepalen luchtvoorschriften LET OP OVERGANGSRECHT Relevante emissie: emissie > grensmassastroom Geen emissiegrenswaarde bij geen relevante emissie Uitzondering S en so emissies altijd relevant Vrijstellingsgrenzen voor emissies van kleine bronnen 3 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

4 Voorbereiden bedrijfsbezoek (2): waar staan de voorschriften Activiteitenbesluit (AB) Activiteitenregeling (AR) Vergunning: Bij IPPC-installaties als BBT-conclusies gelden Bij IPPC-installaties als AB en AR niet BBT is (Wabo art 2.22) Op basis van overgangsrecht Als AB aangeeft dat afwijken via vergunning moet H5 grote stookinstallaties en afvalverbrandingsinstallaties Maatwerkbesluit: Bij maatwerk op basis van AB en AR 4 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

5 Onbekende installatie of activiteit (1) Bij bedrijfsbezoek onbekende installaties of activiteiten? Indien mogelijk alvast gegevens noteren, zoals: soort installatie, emissiepunten Emissiebeperkende voorzieningen of werkwijzen. Hoe bewaakt bedrijf goede werking. Maximale productiecapaciteit installatie en hoeveel uur in bedrijf Welke grondstoffen. Wat is het verbruik. Bij chemicaliën alvast productnaam en producent noteren. Mogelijk productinformatieblad aanwezig Onderhoud installatie 5 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

6 Onbekende installatie of activiteit (2) Zijn de installaties of activiteiten juridisch gezien gemeld / vergund? Bij onvoldoende gegevens kan toezichthouder na afloop bedrijfsbezoek aanvullende informatie opvragen Toezicht op naleving eisen, meet- en onderhoudsverplichtingen pas mogelijk als eisen, meet- en onderhoudsverplichtingen bekend zijn. 6 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

7 Toezicht luchtvoorschriften Toezicht H3 en H4 activiteiten AB: voldoet bedrijf aan verbod of registratieverplichtingen? AR: past bedrijf voorgeschreven maatregel op juiste manier toe Bij geen of alternatieve erkende maatregelen toetsen aan afdeling 2.3 Toezicht afdeling 2.3 Activiteitenbesluit Artikel 2.5: emissiegrenswaarden Controle vaak met meting Controleregime volgt uit tabel 2.8 Activiteitenbesluit 7 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

8 Controlevoorschriften Artikel 2.8: controlevoorschriften Lid 1 en 2: als geen of alternatieve maatregel wordt toegepast: eenmalig aantonen: geen overschrijding grensmassastroom Bij overschrijding: eenmalig aantonen geen overschrijding emissie-eis Lid 3: emissiegrenswaarde art 2.5? controleverplichting! Lid 4: controle emissies? controleregime op basis van storingsfactor Niet beperkt tot emissie-eisen artikel 2.5! 8 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

9 Controleregime (1) Controleregime geldt alleen als er ook een emissiegrenswaarde geldt Bepalen controleregime 4 stappen: Bepalen storingsemissie Bepalen grensmassastroom Bepalen storingsfactor (F) en controleregime Vaststellen controleverplichtingen 9 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

10 Controleregime (2): storingsemissie Storingsemissie (g/uur) = verschil ongereinigde massastroom en toegestane massastroom Ongereinigde massastroom = emissie (g/uur) bij falen van reinigingstechniek of procesgeïntegreerde maatregel Toegestane massastroom = emissiegrenswaarde x debiet 10 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

11 Controleregime (3): grensmassastroom Grensmassastroom: relevantiedrempel bepaald of emissiegrenswaarde geldt Grensmassastroom staan in tabel 2.5 AB Voor S en so: 200 g/uur artikel 2.5 lid 2 AB 11 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

12 Controleregime (4): storingsfactor Storingsfactor: maat voor ernst falen emissiebeperkende voorziening Storingsfactor F = storingsemissie / grensmassastroom 12 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

13 Controleregime (5) Storingsfactor F Controleregime Mogelijke controlevormen F < 3 0 ERP s cat. B 3 < F < 30 1 Meting eenmalig + ERP s cat. B 30 < F < Meting 1 x per 3 jaar + ERP s cat. B 300 < F < Meting 1 x per jaar + ERP s cat. B Bij sterke fluctuaties: controleregime 4 F > Continue meting of ERP s cat. A of Meting 2 x per jaar + ERP s cat. B 13 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

14 Controleregime (6): emissierelevante parameters Categorie A ERP's: kwantitatief beeld van emissie Bedrijf legt relatie van ERP met emissie goed vast Categorie B ERP's: indruk werking techniek/proces indicatie emissie Bij controlevorm ERP toont bedrijf aan: welke ERP's het bedrijf gebruikt binnen welke grenzen van ERP bedrijf voldoet 14 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

15 Controleregime (7) Afwijken mogelijk via maatwerkbesluit Mogelijke redenen voor lichter of zwaarder controleregime: Bewezen betrouwbare technieken en goed inspectie- en onderhoudssysteem Meethistorie zeer sterke relatie tussen categorie-b ERP's en emissie Onvoldoende inzicht in fluctuaties van proces Geen of weinig fluctuaties in proces Uitvoeren van metingen of gebruik van ERP's technisch onmogelijk blijkt Emissies van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) 15 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

16 Oefening bepalen controleregime Een bedrijf vangt stof af met een elektrostatisch filter. Concentratie voor het filter: 900 mg/nm3 Emissiegrenswaarde: 5 mg/nm3 Afgasdebiet: Nm3/uur De storing duurt minimaal een uur en het proces schakelt niet automatisch af. Bepaal storingsemissie Bepaal grensmassastroom Bepaal storingsfactor Bepaal controleregime 16 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

17 Oefening bepalen controleregime ANTWOORDEN Concentratie voor het filter: 900 mg/nm3 Emissiegrenswaarde: 5 mg/nm3 Afgasdebiet: Nm3/uur Ongereinigde massastroom: 900 x / 1000 = g/uur Toegestane massastroom: 5 x / 1000 = 250 g/uur Storingsemissie: = g/uur Grensmassastroom: 200 g/uur Storingsfactor: / 200 = 224, dus controleregime 2 Dit is meting 1x per 3 jaar en het continu bewaken van ERP's categorie-b. 17 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

18 Controle door meting Vanaf 2016: verplicht Meting door geaccrediteerd meetbureau Afwijking mogelijk via maatwerkbesluit (art 2.8 lid 6 AB) Meting voldoet aan meetnorm lijst in art 2.22 lid 2a AR Meetplaats: representatief monster conform NEN-EN Omrekenen meetresultaten naar standaardcondities metingen van referentiegrootheden nodig Bedrijfsomstandigheden tijdens metingen representatief voor normale bedrijfsvoering Meetduur afzonderlijke meting: drie deelmetingen van half uur 18 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

19 Meetonzekerheid Meetinstantie rapporteert grote van meetonzekerheid of hanteert standaard waarde Maximale meetonzekerheid: 20 40% (art 2.23 AR) de meetonzekerheid wordt berekend als percentage van de grenswaarde Meetonzekerheid neemt af bij toename aantal deelmetingen Dus: meetonzekerheid delen door aantal deelmetingen Meetonzekerheid in voordeel van bedrijf 19 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

20 Oefening Toetsing afzonderlijke meting Een bedrijf vangt stof af met een elektrostatisch filter. De emissiegrenswaarde is 5 mg/nm3. De meetonzekerheid van een stofmeting is 30 %. Er is een afzonderlijke meting uitgevoerd met de volgende resultaten: Deelmeting 1 = 5,6 mg/nm3 Deelmeting 2 = 5,1 mg/nm3 Deelmeting 3 = 4,7 mg/nm3 Wat is de meetonzekerheid van 3 deelmetingen in mg/nm3? Voldoet het bedrijf? 20 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

21 Oefening - ANTWOORDEN Emissiegrenswaarde is 5 mg/nm3; meetonzekerheid 30 %. Deelmeting 1 = 5,6 mg/nm3 Deelmeting 2 = 5,1 mg/nm3 Deelmeting 3 = 4,7 mg/nm3 Meetonzekerheid van 3 deelmetingen: 30% x 5 = 1,5 mg/nm3 1,5/ 3 = 0,9 mg/nm3 Voldoet het bedrijf? Ja, want: Gemiddelde concentratie: (5,6 + 5,1 + 4,7)/3 = 5,1 mg/nm3 Te toetsen waarde: 5,1 0,9 = 4,2 mg/nm3 21 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

22 Controleplan Niet verplicht, wel praktisch Een controleplan bestaat uit De bepaalde controlevorm en frequentie Kwaliteitsborging continue meetapparatuur Meetplan Frequentie werkzaamheden van onderhoud en inspectie Organisatie van onderhoud en inspectie Hoe en wat registreert het bedrijf over onderhoud en inspectie 22 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

23 Meetplan Conform NEN-EN meetplan aanwezig voor start van iedere meting Een meetplan bevat: Meetplaats en in hoeverre deze voldoet aan eisen De te gebruiken meetnormen Kwaliteitsborging van uitvoerder van afzonderlijke metingen Tijdstip en tijdsduur afzonderlijke metingen Bedrijfsomstandigheden waarbij meetinstantie de meting uitvoert Meetonzekerheden van uit te voeren metingen Verwerking, registratie en beschikbaarheid meetgegevens en meetrapportage 23 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

24 Rapporteren en bewaren meetgegevens Rapportage moet voldoen aan NEN Afzonderlijke metingen: Representatieve omstandigheden, datum en tijd meting andere van belang zijnde gegevens over bedrijfsvoering Continue metingen: Perioden van opstarten, stilleggen en andere perioden van niet-normale bedrijfsvoering moeten te identificeren zijn in rapportage Bewaartermijn minimaal 3 jaar 24 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

25 25 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

26 Mogelijkheden voor maatwerk Art 2.7 lid 8: controleren van emissies Art 2.7 lid 9: onderhoud/controle van een emissiebeperkende techniek Art 2.8 lid 4: meetcontrolevorm Art 2.8 lid 6: accreditatieplicht (ontheffing) 26 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit

27 Overzicht: waar staat wat Activiteitenbesluit Afdeling 2.3 Lucht en geur ZZS, Emissie-eisen, vrijstelling, afwijken via maatwerk, geur, meten H5: asfaltmenginstallatie, clausinstallatie, glycolfornuizen, op- en overslag vloeistoffen (>150 m 3 ) waar VOS emissies vrijkomen Bijlage 2: KE-methodiek Bijlage 3: lijst stuifgevoelige stoffen Activiteitenregeling Afdeling 2.6: ZZS Afdeling 2.7: meten H5: asfaltmenginstallatie, op- en overslag vloeistoffen (>150 m 3 ) waar VOS emissies vrijkomen Bijlage 12: stoffenlijst Bijlage 13: lijst MTR waarden Bijlage 14: procedure vaststellen MTR 27 Ozon Toezicht en F-gassen lucht in het regelgeving Activiteitenbesluit