Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "http://www.ndfr.nl/tijdschriften"

Transcriptie

1 pagina 1 van 7 Bredero en de wisselvalligheid van de fiscaliteit Vastgoed Fiscaal & Civiel 2014/01 Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden Wetsartikelen Auteur fbi, herwaardering, herinvesteringsreserve Wet VPB 1969-art. 28 Prof.dr. Tom M. Berkhout MRE MRICS vorig volgend t Kan verkeren was de lijfspreuk van de dichter, toneelschrijver en rederijker Bredero ( ). Zo begint in zijn beroemde gedicht Boeren Geselschap alles op een heel vrolijke toon, maar het tafereel eindigt met een vechtpartij. fiscalisten zullen zich zuchtend kunnen scharen achter deze lijfspreuk als zij de stroom jurisprudentie doornemen, op zoek naar richtinggevende uitspraken met rechtsregels in plaats van doorgehakte-knopen-uitspraken. Maar goed, als partijen er in de praktijk niet uit kunnen komen en de beslissing uit handen geven, neemt er in ieder geval iemand een beslissing en dat is ook wat waard. Uit de gestage stroom vastgoedjurisprudentie heb ik de volgende beslissingen geselecteerd: Er is een uitspraak verschenen over het actuele vraagstuk betreffende de herwaardering van vastgoed zonder realisatie. Vooralsnog krijgt de staatssecretaris van Financiën nog gelijk van de rechters: opwaarderen zonder realisatie is geen goedkoopmansgebruik (par. 1). De bewijslast voor resultaat overige werkzaamheden (ROW) lijkt steeds zwaarder op de inspecteurs te gaan drukken. Niet alleen heeft recentelijk de Hoge Raad scherper verwoord aan welke voorwaarden de factor kennis moet voldoen om succesvol ROW voor het voetlicht te krijgen, de lagere rechters laten zich inmiddels ook niet onbetuigd (par. 2). De herinvesteringsreserve (par. 3) blijft ondanks de crisis een belangrijk fiscale faciliteit voor vastgoedinvesteerders, zowel voor eigengebruikers als beleggers. Er wordt nog heel wat geprocedeerd in het land. Soms tegen beter weten in. De Hoge Raad werd nog weer eens gevraagd te bevestigen dat de herinvesteringsreserve specifiek per object, per belastingplichtige geformuleerd moet worden en niet op concernniveau. Belangrijker is de beslissing dat projectontwikkeling de toepassing van de herinvesteringsreserve niet verhindert, als het te ontwikkelen object tot (kort voor) de levering in de onderneming nog een wezenlijke functie vervult. Met enig gewiekst manoeuvreerwerk is de herinvesteringsreserve in tal van gevallen ook veilig te stellen wanneer projectontwikkelingsactiviteiten worden ondernomen. Voor de fiscale beleggingsinstellingen (fbi s) wordt door middel van een wetswijziging een verdere versoepeling van het beleggingsregime tot stand gebracht (par. 4). Facilitaire diensten kunnen zonder statusverlies worden verleend zonder dat er sprake is van niet-beleggen. Gevoegd bij de mogelijkheid om projecten te ontwikkelen zonder statusverlies (art. 28, lid 3, VPB 1969) is er de afgelopen jaren een behoorlijke verruiming van het fbi-regime gerealiseerd. Laten we eens de actuele stand opnemen. 1 Herwaardering zonder realisatie In het vorige jaaroverzicht[1] schreef ik dat de staatssecretaris van Financiën in 2011 tot tweemaal toe had aangegeven dat hij niets ziet in het vrijwillig opwaarderen van vastgoed om zo verliesverdamping te voorkomen. [2] In een proefprocedure kwam deze kwestie aan bod.

2 pagina 2 van Proefprocedure herwaarderen (Rechtbank Noord-Nederland, 5 september 2013, AWB-12_1013, NTFR 2013/1894, V-N 2013/55.10) Anticiperend op de geluiden dat de landbouwvrijstelling zou worden afgeschaft, sloot een melkveehouder met landbouwgronden zich aan bij een initiatief van de organisatie van zijn gemachtigde om het stelsel van waardering van de gronden te wijzigen naar de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB). In de aangifte IB 2010 waardeerde de melkveehouder zijn landbouwgronden op de WEVAB en paste hij de landbouwvrijstelling toe op de hieruit voortvloeiende winst van ruim 1,4 mln. Rechtbank Noord-Nederland oordeelde dat, hoewel de landbouwvrijstelling van toepassing was, goed koopmansgebruik als uitgangspunt moest dienen. De rechters oordeelden dat het gehanteerde stelsel zozeer in strijd was met het realiteits-, realisatie- en eenvoudbeginsel, dat dit niet in overeenstemming was met goed koopmansgebruik. De rechtbank stelde achtereenvolgens vast dat 1) de landbouwgronden binnen het landbouwbedrijf van de melkveehouder waren en bleven aangewend en 2) dat het niet aannemelijk was geworden dat de gronden voor de verkoop waren bestemd of dat winst op de balansdatum eenvoudig te realiseren was geweest. Het waarderingsstelsel kon ook met zich meebrengen dat winst wordt verantwoord lang voordat deze is gerealiseerd. Daarnaast was het maar de vraag of deze winst in werkelijkheid bij realisatie zou worden behaald. Daardoor werd geen recht gedaan aan de economische werkelijkheid. Bovendien was het stelsel in strijd met het eenvoudbeginsel, omdat voor de waardering op WEVAB een jaarlijkse taxatie van de afzonderlijke landbouwgronden noodzakelijk zou zijn waarbij rekening moest worden gehouden met de concrete omstandigheden van het geval zonder dat aannemelijk was geworden dat dit op een praktische wijze kon worden uitgevoerd. Voorlopig is er nog geen groen licht voor het herwaarderen van vastgoed naar marktwaarde. 2 Resultaat overige werkzaamheden Hoe actief moet iemand nu eigenlijk worden om voor ROW te gaan kwalificeren? Maakt het daarbij uit of en hoe er samengewerkt wordt met anderen? De uitspraken in paragraaf 2.1 en 2.2 maken (weer eens) duidelijk dat de uitkomsten van ROW-zaken lastig te voorspellen en te interpreteren zijn. De rechters nemen uit eerste hand de feiten en omstandigheden in ogenschouw, zien en spreken de partijen, komen tot een oordeel en formuleren daarna de zaak vervolgens aan de hand van allerlei feiten en omstandigheden die zij doorslaggevend achten voor die zaak. Een gewaarschuwd mens telt voor twee: als de inspecteur en de adviseur er in de praktijk niet uit kunnen komen, weten ze waaraan ze beginnen. In paragraaf 2.3 en 2.4 behandel ik twee uitspraken waarbij de oorspronkelijke intentie tot zelfbewoning wijzigt en vervolgens het pand met winst wordt verkocht. Staat dan het eigenwoningregime nog steeds voorop of is door de intentiewijziging het ROW-regime aan de orde? 2.1 Actieve veilinghandelaar blijft onbelast, zware bewijslast inspecteur (Hof Arnhem-Leeuwarden, 16 april 2013, BK 11/00232, LJN: BZ7821, NTFR 2013/1168, V-N 2013/38.16 ) Een voormalig slager ging zijn horizon verleggen, kocht in groepsverband vastgoed op veilingen (waarbij de groep wisselde van samenstelling) en verkocht ze nadien weer. Naast de opbrengsten uit die transacties ontving hij strijk- en plokgelden en uitkoopsommen als hij afzag van deelname als groepslid. Hij was in 2003 betrokken bij tien transacties en in 2004 bij vijf, waarmee hij een winst van en behaalde. De inspecteur stelde dat de belanghebbende met zijn participatie in deze transacties meer arbeid verrichtte dan in het geval van normaal, actief vermogensbeheer. De inspecteur stelde verder dat de belanghebbende kennis van vastgoed had en deze kennis succesvol aanwendde. Het hof oordeelde dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de slager een voorsprong in kennis had, of een bijzondere kennis of daarmee vergelijkbare bijzondere vormen van kennis had aangewend. Het hof verwees naar het arrest BNB 2012/21[3], waarin de Hoge Raad oordeelde dat het uitponden van onroerende zaken niet zonder meer tot belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden leidt, maar dat alleen bijzondere kennis kan leiden tot het aannemen van resultaat uit overige werkzaamheden. Het moet dan gaan om meer dan normaal actief vermogensbeheer in plaats van normaal vermogensbeheer en om bijzondere kennis in plaats van kennis, ervaring en relaties. Volgens het hof gold dit criterium ook in deze. De algemene kennis van de slager over de vastgoedwereld en veilingen was op zichzelf onvoldoende. Hij werkte weliswaar samen met

3 pagina 3 van 7 anderen, maar waaruit hun bijzondere kennis op het gebied van vastgoed bestond was niet aannemelijk gemaakt, terwijl ook van toerekening van die kennis aan hem niet was gebleken. De inspecteur schoot daarom tekort in zijn bewijslast. Het hof verwees verder naar BNB 1999/249[4], waarin de Hoge Raad overwoog dat koop van vermogensbestanddelen in de wetenschap dat deze met winst kunnen worden verkocht alleen dan leidt tot arbeidsinkomsten, als die koop is geschied met 1) het oogmerk door wederverkoop voordeel te behalen en 2) die wederverkoop daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het hof overwoog dat uit de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting op geen enkele manier bleek wie (mede namens belanghebbende) de aan- en verkoop heeft verricht, noch wat diens intentie en wetenschap was. De inspecteur had verder niet gesteld dat die intentie en die wetenschap aan de slager konden worden toegerekend, en ook niet wat steeds zijn persoonlijke wetenschap en intentie waren voorafgaand aan de participatie in elk van de bedoelde aankooptransacties. Ook anderszins was niet aannemelijk geworden dat de bedoelde transacties nietspeculatieve transacties met voorzienbaar resultaat waren. Vijftien transacties in twee jaar met positieve resultaten leiden niet automatisch tot de conclusie dat er sprake is van ROW. Voor ROW moet een causaal verband zijn tussen arbeid/kennis en het beoogde en verwachte voordeel. Door actieve inspanningen moet waarde toegevoegd worden die niet vanzelf ontstaat. Of er moet sprake zijn van bijzondere, specifieke voorwetenschap. Deze handschoen mag de inspecteur oppakken. 2.2 Transformatie van een kantoor leidt tot ROW (Hof Amsterdam, 12 september 2013, nr 11/00858, V-N 2013/61.1, cassatie) D zocht in opdracht van B een geschikte locatie om een hotel te vestigen. In 2005 bracht D het A-kantoorpand onder de aandacht van B, die echter afhaakte. D zocht vervolgens andere geïnteresseerden en wist onder andere X te enthousiasmeren. Begin 2006 kocht X met enkele andere personen (X c.s.) het A-pand voor 5,3 mln. Kort daarna meldden zich enkele gegadigden om het pand over te nemen. Dit leidde uiteindelijk in maart 2006 tot de verkoop van het pand voor 12,2 miljoen aan de broers W. X realiseerde hierbij een voordeel van ruim 1,2 miljoen. De inspecteur merkte dit aan als ROW. Volgens het hof had de inspecteur aannemelijk gemaakt dat er sprake was van meer dan normaal actief vermogensbeheer. Het hof overwoog hierbij onder andere dat X c.s. het pand hadden aangekocht met de bedoeling om het, na een ingrijpende verbouwing tot hotel, aan een derde te verhuren en door deze te laten exploiteren. Volgens het hof waren dan de aard en de omvang van de in het kader van de verbouwing te verwachten noodzakelijke werkzaamheden zodanig, dat deze buiten een normaal actief beheren van vermogen vallen. Welke werkzaamheden leidden volgens de rechters nu tot deze ROW-kwalificatie? Het hof overwoog dat de volgende werkzaamheden waren verricht om de wijziging van de functie van het pand mogelijk te maken, bovenop de handelingen die waren gemoeid met de aankoop, financiering en verhuur van het pand: de initiatiefnemer, die gelet op zijn achtergrond reeds bekend moest zijn geweest met de mogelijkheid om het pand als hotel te gebruiken, had direct dan wel indirect via zijn kennissenkring of zakelijke contacten de overige participanten in het project betrokken; er was overleg gevoerd met het stadsdeel over de mogelijkheid om binnen het bestemmingsplan het pand als hotel te gebruiken en over het verkrijgen van een bouwvergunning; er waren offertes aangevraagd bij architectenbureaus en ontwerptekeningen gemaakt; er was een architectenbureau ingeschakeld voor de verruiming van de entree van het pand en voor het verkrijgen van parkeerruimte en fietsenstalling; de verkoop geschiedde onder de ontbindende voorwaarde dat uiterlijk 31 december 2006 een bouwvergunning zou zijn verleend; de betaling van een commissie van voor het aanbrengen van een koper voor het pand. Het hof hanteerde vervolgens de volgende toverformule: Genoemde werkzaamheden gaan naar het oordeel van de rechtbank normaal actief vermogensbeheer te buiten. De werkzaamheden van derden, zoals in casu van de door de participanten ingeschakelde architecten, dienen in dit verband mede aan [belanghebbende] te worden toegerekend (N). De kennis en werkzaamheden die zijn verricht door de onderscheiden participanten dienen voorts in onderlinge samenhang te worden

4 pagina 4 van 7 beschouwd en over en weer te worden toegerekend nu zo heeft [de inspecteur] ter zitting onweerspoken gesteld en zo maakt de rechtbank ook op uit de rol die de participanten blijkens de gedingstukken hebben gespeeld bij de onderhavige transacties de participanten hebben samengewerkt bij het verkrijgen van het onderhavige voordeel. In de rechtspraak van de afgelopen jaren zien wij wel vaker dat (her)ontwikkelingsactiviteiten tot ROW leiden.[5] Maar dat was in het verleden lang niet altijd het geval.[6] In dit geval ging het niet om het enkel moderniseren of onderhouden van een gebouw. 2.3 Intentie tot zelfbewoning wijzigt, Ruimte-voor-Ruimte-regeling: doorverkoop van bouwgrond leidt niet tot ROW (Hof Den Bosch , 13/00063, NTFR 2013/2215, V-N Vandaag 2013/2307) Belanghebbende X meldde zich in 2006 aan voor de Ruimte-voor-Ruimteregeling in zijn gemeente. Deze regeling bood de mogelijkheid om, in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen, de bouw van een woning mogelijk te maken. X verkocht in oktober 2006 op basis van de regeling grond en kocht een perceel bouwgrond (voor een eigen woning) terug. Het perceel bood hij via een makelaar te koop aan. Uiteindelijk werd het in januari 2009 aan zijn broer verkocht. Met de verkoop behaalde X een voordeel van Het hof achtte aannemelijk dat X de ver- en (terug)kooptransacties was aangegaan met het oogmerk om op de verkregen grond na bestemmingswijziging een nieuwe woning te bouwen die was bedoeld voor eigen bewoning. Hieraan deed niet af dat belanghebbende in november 2007 een bouwvergunning had aangevraagd met betrekking tot zijn bestaande eigen woning. Dit handelen zei niets over het oogmerk in 2006 en belanghebbende had geloofwaardig verklaard dat de wijziging van zijn bedoelingen te maken had met het feit dat de bank niet bereid was de bouw van een nieuwe woning te financieren (gelet op reeds bestaande financieringsschulden). Het hof achtte dan ook niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende met deze transacties het oogmerk had om (ROW-)voordelen te behalen. Het hof verwees verder naar de uitlating van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (mede namens de staatssecretaris van Financiën) aan de Tweede Kamer: wanneer een particulier op een kavel een nieuwe woning voor zichzelf bouwt, is geen sprake van resultaat uit overige werkzaamheden. [7] De belanghebbende had een geloofwaardige verklaring voor zijn handelen. De bouw van de eigen woning kreeg hij niet gefinancierd. Koop met het oogmerk tot doorverkoop werd niet bewezen. 2.4 Intentie tot zelfbewoning wijzigt, doorverkoop leidt niet tot ROW (Hof Den Haag 28 mei 2013, BK 12/00414, CA2188, V-N 2013/54.9) Belanghebbende X exploiteerde een winkel in een pand dat hij huurde van mevrouw E. Zij woonde in het boven de winkel gelegen appartement/woonhuis. Het pand was juridisch niet gesplitst. In het verleden had de winkelier meerdere keren gesproken met mevrouw E over een mogelijke aankoop van het pand, ook omdat hij met zijn gezin graag boven de winkel wilde wonen. In het voorjaar van 2006 gaf E aan de winkelier aan dat zij de woning ging verlaten. Ze bood het pand voor te koop aan. Na ondertekening van de koopovereenkomst werd duidelijk dat de bank niet bereid was om te financieren voor de aankoop en renovatie van het pand. De winkelier nam daarom een makelaar in de arm om het pand weer te verkopen. Het pand werd aan de winkelier geleverd, waarna hij het aan Z leverde voor Hof Den Haag oordeelde dat de inspecteur onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat de winkelier ten tijde van het perfect worden van de koopovereenkomst het voornemen had om het pand door te verkopen. Gelet op de geloofwaardige verklaring van belanghebbende ter zitting achtte het hof aannemelijk dat hij ten tijde van het perfect worden van de koopovereenkomst de intentie had tot zelfbewoning van de woning en tot gebruik van het winkelgedeelte. De inspecteur had geen feiten of omstandigheden aannemelijk gemaakt die tot de conclusie leidden dat de winkelier al ten tijde van de aankoop van het pand het motief van doorverkoop had. Verder vond het hof dat X een marktconforme prijs voor het pand had betaald. Ook hier een kwestie van bewijslast. De belanghebbende had de intentie om het pand te blijven gebruiken en de bovenliggende woning als eigen woning te gaan gebruiken. Hij had niet het oogmerk door onmiddellijke

5 pagina 5 van 7 doorverkoop een voordeel te behalen. Van extra arbeid of voorkennis was niets gebleken. Ook was er geen sprake van voorkennis, omdat de aankoopprijs de waarde in het economische verkeer representeerde. 3 Herinvesteringsreserve (HIR) In BNB 2008/213 overwoog de Hoge Raad over de balanskwalificatie van vastgoed en de toepasbaarheid van de herinvesteringsreserve:[8] een zaak die de functie van bedrijfsmiddel heeft, verliest die functie pas als zij is verkocht of wordt aangewend voor een nieuwe ondernemingsactiviteit waarin die zaak fungeert als voor de omzet bestemde voorraad. Handelingen die een ondernemer verricht met het oog op de verkoop van een in zijn onderneming als bedrijfsmiddel fungerende zaak, kunnen niet worden aangemerkt als een nieuwe ondernemingsactiviteit, ook niet als het betreft op verzoek en voor rekening van de koper verrichte handelingen waardoor die zaak een aanmerkelijke wijziging ondergaat. Van der Heijden en ik[9] vinden dat de plaats en functie van het bedrijfsmiddel in de onderneming ten tijde van de vervreemding daarvoor bepalend is.[10] Dat betekent dat de plaats en functie in de onderneming van de verkoper op het moment direct voorafgaande aan het moment waarop het bedrijfsmiddel ter verkoop wordt aangeboden, doorslaggevend moet zijn. De feiten en omstandigheden van het geval bepalen uiteindelijk het omslagpunt. 3.1 Projectontwikkeling staat toepassing HIR niet in de weg (Hoge Raad , nr 12/05867, NTFR 2013/ 2437, V-N 2013/61.10) In deze zaak ging het om een perceel grond van een garagebedrijf met een bouwvallige autostalling dat als bedrijfsmiddel te boek stond. Er vonden projectontwikkelingsactiviteiten plaats. Desondanks oordeelden de feitenrechters dat de functie van bedrijfsmiddel niet verloren was gegaan. De zaak was als volgt. Bv X is de moedermaatschappij van een groep bv s die een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vormden. De activiteiten van de fiscale eenheid bestonden uit de exploitatie van een garagebedrijf. Het vastgoed van de groep was ondergebracht in bv A die deel uitmaakte van de fiscale eenheid. Tot het vastgoed van de groep behoorde een perceel grond waarop een bouwvallig koetshuis stond, dat bij het garagebedrijf in gebruik was als autostalling. Omstreeks 2000 verzocht de gemeente bv X om de stallingsruimte te verwijderen om daar woonhuizen te kunnen bouwen. Bv X werkte daaraan mee onder de voorwaarde dat zij voor de stalling van haar auto s vervangende grond kon kopen. Naar aanleiding van het verzoek van de gemeente besloot Bv X het perceel te herontwikkelen en te verkopen. Tussen 2000 en 2005 verrichtte bv X projectontwikkelingsactiviteiten. Begin 2005 deed de gemeente de toezegging dat bv X voor haar onderneming een strook grond naast haar garagebedrijf kon kopen. Bv X kocht deze strook in mei In oktober 2006 kocht zij een tweede stuk grond aan de achterzijde van de in mei 2006 gekochte strook grond. In december 2005 werd het perceel in vier afzonderlijke gedeelten door bv A verkocht aan de (toekomstige) eigenaren van de daarop te bouwen woningen. In de koopovereenkomsten stond dat de sloop van de opstallen op het perceel en de bouw van de vier woningen zou geschieden door een bouwbedrijf. De kopers verplichtten zich in die overeenkomsten tot het aangaan van een overeenkomst van aanneming met het bouwbedrijf voor de bouw van de woningen. De levering van het perceel vond plaats op 6 januari Ter voorbereiding daarvan was het perceel vanaf medio december 2005 ontruimd en hadden er voorafgaand aan de levering asbestverwijderingswerkzaamheden plaatsgevonden, die rond 19 december 2005 waren aangevangen. Tot die datum werd het perceel gebruikt voor de stalling van auto s en de opslag van materialen. Bv X vormde voor de boekwinst een HIR. De inspecteur stelde dat bv X het perceel had verkocht als voorraad in plaats van als bedrijfsmiddel, zodat zij geen HIR kon vormen. De rechters dachten daar anders over. Het perceel was tot aan de levering binnen de onderneming gebruikt als stallingsruimte. Daaraan deed niet af dat kort voor de levering was gestart met de ontruiming en de verwijdering van asbest. Het ongewijzigd voortgezette gebruik van het perceel kon volgens het hof niet als bijkomstig worden aangemerkt. Bv X mocht daarom het perceel tot aan de verkoop en levering ervan als bedrijfsmiddel aanmerken. Daarbij was niet van belang dat het perceel ook was gebruikt ten behoeve van projectontwikkeling. Er was geen sprake van projectontwikkelingsactiviteiten die moesten worden aangemerkt als het aanwenden van het perceel in het kader van een nieuwe ondernemingsactiviteit in BNB 2008/213.

6 pagina 6 van 7 De Hoge Raad bevestigde de uitspraak van het hof. Bij zijn beslissing dat bv X het perceel tot aan de verkoop en levering ervan als bedrijfsmiddel mocht aanmerken had het hof zich niet hoeven laten weerhouden door de omstandigheid dat het perceel destijds ook was aangewend ten behoeve van projectontwikkeling. Het hof had dit ook niet nader hoeven te motiveren, omdat het hof had vastgesteld dat het perceel tot (kort voor) de levering, de voor de onderneming van bv X wezenlijke functie van stallingsruimte vervulde. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie van de staatssecretaris ongegrond. De praktijk De praktijk zal zich hier wel mee weten te redden: laat tot levering nog een gebouwtje staan dat een wezenlijke functie vervult, dan lijkt de HIR al snel binnen. 3.2 HIR-voornemen op concernniveau niet voldoende (Hoge Raad 9 augustus 2013, nr 12/05870, NTFR 2013/1567, BNB 2013/213) Bv X behoort tot een groep van vennootschappen die zich bezighoudt met het aan- en verkopen van vastgoed en het ontwikkelen en het exploiteren ervan. Belanghebbende had in 1999 een vervangingsreserve gevormd. In de jaren daarna had het concern met een gemeente onderhandeld over de (terug)koop van een aantal onroerende zaken. De inspecteur stelde dat de vervangingsreserve moest vrijvallen in de winst wegens het ontbreken van een vervangingsreservevoornemen bij bv X. Het hof overwoog dat bv X ultimo 1999, en sindsdien van jaar tot jaar voortdurend, over een (voldoende concreet) herinvesteringsvoornemen beschikt. Bv X stelde dat zij steeds voornemens was geweest percelen grond voor een bepaald project aan te kopen. Zij voerde aan dat bv A, de bestuurder van belanghebbende, de enige groepsvennootschap is die personeel in dienst had dat de dagelijkse werkzaamheden voor de groep verricht. Bv A had nooit voor zichzelf gehandeld en nooit zelf vastgoed verworven; haar personeel trad namens haar op voor de tot de groep behorende vennootschappen. Bv A was bij de onderhandelingen met de gemeente namens bv X opgetreden. Het project zou na ontwikkeling voor een groot deel een horecabestemming krijgen en het was logisch dat dit project zou worden ondergebracht in bv X. Alle horecaprojecten van de groep waren steeds in bv X ondergebracht. In de groep was volgens bv X steeds feitelijk en statutair het investeren in onroerende zaken aan de orde van de dag. De Hoge Raad volgt het hof in haar overweging dat de omstandigheid, dat bv X behoort tot een groep van vennootschappen die zich bezighoudt met de aan- en verkoop, alsmede de ontwikkeling en exploitatie van onroerende zaken, van belang kan zijn bij de beoordeling of sprake is van een (her)investeringsvoornemen. Maar dit houdt niet zonder meer in dat dit investeringsvoornemen aan bv X kan worden toegerekend. Daarvoor zijn bijkomende omstandigheden vereist die aannemelijk maken dat bij realisatie van dit voornemen de investering door belanghebbende zal worden verwezenlijkt. Op zich levert dit arrest geen nieuwe inzichten op. Eerdere uitspraken wezen al deze kant op. Zo is een éénkoppige concernleiding niet voldoende (BNB 2005/322). Voor het hof beriep een bv zich erop dat zij onderdeel is van een vastgoedgoedconcern dat stelselmatig aan haar vervangingsverplichting voldoet. Het hof had geoordeeld dat het hier ging om aanwijzingen die waren gelegen in de sfeer van de aandeelhouder van belanghebbende, en dat dan ook niets was komen vast te staan over het voornemen van de directie van belanghebbende. Het feit dat belanghebbende behoort tot een concern dat zich bezighoudt met de aan- en verkoop alsmede de exploitatie van vastgoed, kan van belang zijn bij de beoordeling of sprake is van een vervangingsvoornemen. Over de wijze waarop de directie eventueel door de aandeelhouder was geïnstrueerd en de vraag of deze instructies ertoe hebben geleid dat ook de directie van de bv voornemens was vervangende beleggingsobjecten te verwerven was niets naar voren gebracht. De belanghebbende had in feite niets méér gedaan dan het stellen van algemeenheden over de praktijken van het concern, maar voor het aannemelijk maken van het concreet op belanghebbende betrekking hebbende vervangingsvoornemen schoot dit tekort. Voor de praktijk is belangrijk dat het bestuur van de bv, waarin de herinvesteringsreserve wordt gevormd, schriftelijk een investeringsvoornemen formuleert. Zo moeilijk is dat allemaal niet te organiseren. Als dat niet gebeurt, resteert alleen nog een noodprocedure: bijkomende omstandigheden moeten dan duidelijk maken dat de bv de investering zal verwezenlijken.

7 pagina 7 van 7 4 Vastgoed-FBI s en bijkomstige activiteiten Het doel en feitelijke werkzaamheid van een fbi moet bestaan uit het fiscaal beleggen van vermogen. Het verrichten van bijkomstige activiteiten kan de status in gevaar brengen, omdat ze als niet-beleggingsactiviteiten kunnen worden aangemerkt. In de Overige fiscale maatregelen 2014[11] wordt hiervoor een versoepeling geboden in art. 28, lid 3, onderdeel e, Wet VPB Motivering versoepeling In de memorie van toelichting lezen wij dat als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen rond verhuurd vastgoed bij vastgoed-fbi s in toenemende mate behoefte bestaat aan het (ook) kunnen aanbieden van bijkomstige activiteiten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het verzorgen van bepaalde facilitaire diensten voor huurders. Toegestaan wordt daarom dat een fbi dergelijke bijkomstige werkzaamheden, voor zover deze rechtstreeks verband houden met het beleggen (aanhouden en verhuren) in vastgoed door de fbi, mag onderbrengen in een belaste dochtervennootschap. De wijziging wordt in de Wet VPB 1969 verwerkt door te bepalen dat onder beleggen mede wordt verstaan het houden van aandelen in een (belast) lichaam dat zich met die bijkomstige werkzaamheden bezighoudt. Deze systematiek is ook gevolgd voor het houden van aandelen in een lichaam dat zich bezighoudt met het ontwikkelen van vastgoed (art. 28, lid 3, onderdeel a, Wet VPB 1969). 4.2 Bijkomstige activiteiten Aan welke activiteiten moeten wij nu denken? De memorie van toelichting noemt het verzorgen van bepaalde facilitaire diensten aan huurders, zoals schoonmaakdiensten, het verzorgen van de catering, receptie of vergaderservice, het uitbaten van een inpandige horecagelegenheid in een kantoorpand gericht op het bedienen van het kantoorpersoneel of de actieve exploitatie van billboards of televisieschermen op of binnen het verhuurde beleggingsobject. In bijzondere gevallen kan onder bijkomstige werkzaamheden ook worden begrepen het leveren van warmte en koude uit een zogenoemde WKO-installatie (warmte- en koudeopslag) aan derden in de directe omgeving of het leveren van overtollige energie uit een PV-installatie (zonne-energie) aan het elektriciteitsnet als blijkt dat dit voor de verhuur noodzakelijk is, bijvoorbeeld in geval van overcapaciteit of in verband met milieueisen. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat deze activiteiten plaatsvinden in een normaal belastingplichtige dochtervennootschap. 4.3 Zakelijke voorwaarden De belastbare vergoeding voor de door de dochtervennootschap verrichte bijkomstige activiteiten moet worden vastgesteld op basis van zakelijke voorwaarden, zoals die ook tussen onafhankelijke partijen zouden worden vastgesteld. Daarbij is ook winsttoerekening aan de dochtervennootschap op grond van een fictieve splitsing van de loonkosten denkbaar zonder dat het personeel van de fbi ook op de loonlijst van die dochtervennootschap staat. [1] Berkhout, T.M., Over tijdig mogen of moeten realiseren, opstekers en dooie mussen, Vastgoed Fiscaal & Civiel 2013, nr. 1, p [2] BNB 2012/98, NTFR 2012/525; Brief staatssecretaris van Financiën, 8 maart 2012, nr. AFP2012/118, V-N 2012/16.3 [3] HR 24 december 2010, nr. 09/02964, LJN: BM9252, BNB 2012/21. [4] HR 17 december 1999, nr , LJN: AA2656, BNB 1999/249. [5] Vergelijk bijvoorbeeld het geval van de stedenbouwkundige die twee kantoorpanden ontwikkelde, HR 24 februari 2012, BNB 2012/120, nr. 09/ [6] Berkhout, T.M., Privé-transactie vastgoedprofessional: ontwikkelende makelaar blijft onbelast, Vastgoedrecht 1999, 5/6, p [7] Kamerstukken II, , , nr. 242, V-N 2009/ [8] HR 6 juni 2008, BNB 2008/213*, FED 2008/84, nr [9] Berkhout, T.M., & Heijden, J.M. van der., (Her)kwalificatie van bouwprojecten (2): tussentijds omkatten van vastgoed, WFR 2009/6800, p [10] HR 14 maart 1990, BNB 1990/127, nr [11] Kamerstukken II, , , nr. 3 (memorie van toelichting), V-N 2013/46.6; Kamerstukken II, , 33753, nr. 7 (nota naar aanleiding van het verslag).

Uitspraak als bedoeld in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

Uitspraak als bedoeld in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen ECLI:NL:RBSGR:2007:BC9630 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 01-11-2007 Datum publicatie 16-04-2008 Zaaknummer AWB 06/8273 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHSGR:2010:BL5705, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659

ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659 ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-12-1999 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 98/4659 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk: R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337

ECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337 ECLI:NL:RBBRE:2011:BX1337 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 22-07-2011 Datum publicatie 13-07-2012 Zaaknummer 10/2873 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936

CxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936 CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.

Nadere informatie

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed.

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed. 18-14 RvT West 203 ERECODE Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed. Een makelaar (beklaagde) heeft, samen met een derde, een drietal appartementsrechten gekocht voor

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake

Nadere informatie

pagina 2 van 6 23 april 2013, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgem

pagina 2 van 6 23 april 2013, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgem pagina 1 van 6 LJN: CA2188, Gerechtshof Den Haag, BK-12/00414 Datum 28-05-2013 uitspraak: Datum 05-06-2013 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:Inkomstenbelasting.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 17 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 17 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken. Haag < 2 6 FEB 2013 Kenmerk: DGB 2013-322 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00275) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00515, ^ 2 inzake

Nadere informatie

http://www.ndfr.nl/tijdschriften

http://www.ndfr.nl/tijdschriften pagina 1 van 8 Over tijdig mogen of moeten realiseren, opstekers en dooie mussen Vastgoed Fiscaal & Civiel 2013/01 Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden goed koopmansgebruik, verliesverdamping, weilandarrest

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM DE LOOP VAN DE PROCEDURE Voorlichting/belangen niet-opdrachtgever. Ontbreken schriftelijke vastlegging koopovereenkomst. Verkoop aan derde. Bevoegdheid t.a.v. schadevergoeding. Klaagster was geïnteresseerd in een woning die beklaagde

Nadere informatie

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling.

Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Klagers hebben een woning gekocht die beklaagde in verkoop had. Voordat de woning aan klagers verkocht werd, was met andere gegadigden ook al een koopovereenkomst

Nadere informatie

COMMISSIE LIDMAATSCHAPSZAKEN VAN DE NVM, gevestigd te Nieuwegein, klaagster,

COMMISSIE LIDMAATSCHAPSZAKEN VAN DE NVM, gevestigd te Nieuwegein, klaagster, 13-25 RAAD VAN TOEZICHT s GRAVENHAGE Handel (regel 6 Erecode). Aankoop door echtgenoot van makelaar, doorverkoop door de makelaar. De echtgenoot van een NVM-makelaar koopt op de veiling een woning voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 689 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 teneinde beleggingsinstellingen de mogelijkheid te bieden om vastgoed te ontwikkelen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 13664 15 september 2009 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 7 september 2009 Nr. CPP2009/1290M

Nadere informatie

Uitspraak RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht, belastingkamer. procedurenummer: AWB 12/159

Uitspraak RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht, belastingkamer. procedurenummer: AWB 12/159 Uitspraak RECHTBANK LEEUWARDEN Sector bestuursrecht, belastingkamer procedurenummer: AWB 12/159 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 augustus 2012 als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Introductie IB-winst & Tax. Accounting

Introductie IB-winst & Tax. Accounting 9 juni 2015 Introductie IB-winst & Tax PT Finance Accounting Prof. dr. Tom M. Berkhout MRE MRICS 11 juni 2015, Slot Zeist Nyenrode Real estate Center info@nyenrode.nl +31 (0)346-291 291 www.nyenrode.nl

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Risicodragende projectontwikkeling. Nadat klager, een projectontwikkelaar, een object had aangekocht, heeft de verkoper de koopovereenkomst alsnog ontbonden. Vervolgens

Nadere informatie

Rechtbank Gelderland 05-03-2015 06-03-2015 AWB - 14 _ 4451. Belastingrecht

Rechtbank Gelderland 05-03-2015 06-03-2015 AWB - 14 _ 4451. Belastingrecht ECLI:NL:RBGEL:2015:1431 http://d Deeplink Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Gelderland 05-03-2015 06-03-2015 AWB - 14

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ACTUALITEITEN FISCALITEIT 21 januari 2016 dr. A. (Aad) Rozendal

ACTUALITEITEN FISCALITEIT 21 januari 2016 dr. A. (Aad) Rozendal ACTUALITEITEN FISCALITEIT 21 januari 2016 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Update BOF Actualiteiten overdrachts belasting Herinvesterings reserve Renovatie in privé Update BOF Actualiteiten overdrachts belasting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:16718

ECLI:NL:RBDHA:2014:16718 1 van 5 12-3-2015 13:25 ECLI:NL:RBDHA:2014:16718 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-06-2014 Datum publicatie 10-03-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 1201 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden 1 Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven

Nadere informatie

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Rivierenland. Datum: 26 september Rapportnummer: 2011/280

Rapport. Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Rivierenland. Datum: 26 september Rapportnummer: 2011/280 Rapport Rapport van een klacht over de Belastingdienst/Rivierenland. Datum: 26 september 2011 Rapportnummer: 2011/280 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Rivierenland ondanks de uitspraak

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

(Geïnteresseerd en/of vragen, bel 073-6122888 of mail info@vhpaccountants.nl)

(Geïnteresseerd en/of vragen, bel 073-6122888 of mail info@vhpaccountants.nl) Nieuwsitems: Bezwaar maken voor ondernemers: prejudiciële vragen over aftrekbeperking BTW en privé-gebruik auto Uitstel van winstneming voor deel verkoopwinst bedrijfspand Bij herfinanciering eigenwoningschuld

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop

Nadere informatie

Op 27 november 2013 hebben wij, namens en als gemachtigde van fbgab&bbbffl^^j^^

Op 27 november 2013 hebben wij, namens en als gemachtigde van fbgab&bbbffl^^j^^ Edelhoogachtbaar College, Op 27 november 2013 hebben wij, namens en als gemachtigde van fbgab&bbbffl^^j^^ schriftelijke instemming van het Ministerie van Financiën, beroep in cassatie aangetekend tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015

Hoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015 Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:5083

ECLI:NL:GHDHA:2013:5083 ECLI:NL:GHDHA:2013:5083 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 31-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-12/00757 Belastingrecht

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 21 december 2006 DRZ. 2007/256 30 januari 2007

Nadere informatie

GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK 12/00757 Uitspraak van 20 december 2013 in het geding tussen:, belanghebbende,

GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK 12/00757 Uitspraak van 20 december 2013 in het geding tussen:, belanghebbende, GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK 12/00757 Uitspraak van 20 december 2013 in het geding tussen:, belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst Rijnmond, de Inspecteur,

Nadere informatie

^ 2, 09/00344, inzake WIÊÊIÊÊÊÊÊ te mm^^iêê betreffende de aan hem opgelegde

^ 2, 09/00344, inzake WIÊÊIÊÊÊÊÊ te mm^^iêê betreffende de aan hem opgelegde DenHaag, 2 9 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1010 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 11/00701) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 december 2010, nr. ^ 2, 09/00344,

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde. Datum: 1 juli 2013. Rapportnummer: 2013/077

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde. Datum: 1 juli 2013. Rapportnummer: 2013/077 Rapport Rapport betreffende een klacht over de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-IJsselmonde Datum: 1 juli 2013 Rapportnummer: 2013/077 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het bestuur van de Ontwikkelingsmaatschappij

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

MIDDEL I (invloed bedrijfsdoel op 'eenzelfde economische functie')

MIDDEL I (invloed bedrijfsdoel op 'eenzelfde economische functie') ^ ^ i Kc[ MIDDEL I (invloed bedrijfsdoel op 'eenzelfde economische functie') Schending en/of verkeerde toepassing van het recht, meer in het bijzonder van artikel 14 van de Wet op de inkomstenbelasting

Nadere informatie

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR

KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR KWADE TROUW VAN DE BELASTINGADVISEUR IN DE ZIN VAN ARTIKEL 16 AWR Inleiding In artikel 16 AWR is bepaald dat een feit dat de inspecteur bekend was of redelijke wijs bekend had kunnen zijn geen grond voor

Nadere informatie

t twaalfuurtje van deze week 12 november 2014

t twaalfuurtje van deze week 12 november 2014 t twaalfuurtje van deze week 12 november 2014 In het twaalfuurtje van deze week aandacht voor een arrest van het Gerechtshof Den Haag d.d. 9 september 2014. Het is een ongepubliceerd arrest, waarbij ons

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:2681

ECLI:NL:GHARL:2014:2681 ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012

LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012 LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:8624

ECLI:NL:GHARL:2013:8624 ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: ZW 10-516 DE RAAD VAN TOEZICHT ZWOLLE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477

ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Resultaat uit overige werkzaamheden (excl. tbs) Prof. dr. J.P. Boer

Resultaat uit overige werkzaamheden (excl. tbs) Prof. dr. J.P. Boer Resultaat uit overige werkzaamheden (excl. tbs) Prof. dr. J.P. Boer 1 Programma Achtergrond resultaat uit overige werkzaamheden Voorwaarden toepassing ROW: rangorderegeling bronvoorwaarden Toetsing aan

Nadere informatie

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend. io~oo6zz hop uitspraak GERECHTSHOF 's-gravenhage Sector belasting Nummer BK-08/00456 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. S januari 2010 op het hoger beroep van de Inspecteur, de voorzitter

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Klager heeft zijn makelaar (beklaagde) een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van zijn woonboerderij

Nadere informatie

VASTGOED: BOX 3, RESULTAAT

VASTGOED: BOX 3, RESULTAAT Weekblad fiscaal recht. 6879. 28 oktober 2010 1363 VASTGOED: BOX 3, RESULTAAT UIT OVERIGE WERKZAAMHEDEN EN SFEEROVERGANG PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT EN PROF. DR. T.M.BERKHOUT MRE MRICS* 1 Inleiding Voor

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655 ECLI:NL:CBB:2016:168 Instantie Datum uitspraak 06-06-2016 Datum publicatie 24-06-2016 Zaaknummer 15/655 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht

Nadere informatie

Interne rente bij de vaste inrichting

Interne rente bij de vaste inrichting 3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549

ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549 ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBDHA:2015: Uitspraak. Rechtbank DEN HAAG. Team belastingrecht. zaaknummer: SGR 15/4517

Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBDHA:2015: Uitspraak. Rechtbank DEN HAAG. Team belastingrecht. zaaknummer: SGR 15/4517 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBDHA:2015:14738 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/ Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11-12-2015 Datum publicatie 13-01-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond. Rapport Een onderzoek naar de beslissing van de directeur Belastingen van de Belastingdienst op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK BK 1129/04 13 januari 2006

BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK BK 1129/04 13 januari 2006 top-li BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK BK 1129/04 13 januari 2006 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, tweede meervoudige ^ 2 belastingkamer, op het beroep van ^SSSÊ^^Ê te lébbbbi

Nadere informatie

Actualiteiten overdrachtsbelasting

Actualiteiten overdrachtsbelasting Actualiteiten overdrachtsbelasting 26 mei 2011 mr. Harry Corbeek, participant belastingadvies BDO Arnhem Programma Artikel 4 WBR Aanpassing economisch eigendom Mogelijkheden invoering Flex-BV Page 2 Artikel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:6759

ECLI:NL:GHARL:2014:6759 ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Zie ook CR16/2577a Verbod op handel. Resultaat van handel niet van belang. Verantwoordelijkheid van de onderneming De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te gaan.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Bestemming onroerende zaak. Mededelings- en onderzoeksplicht.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Bestemming onroerende zaak. Mededelings- en onderzoeksplicht. Belangenbehartiging opdrachtgever. Bestemming onroerende zaak. Mededelings- en onderzoeksplicht. Klaagster en haar (voormalige) zakenpartner hebben beklaagde in 2012 een opdracht tot dienstverlening bij

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619

ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:5556

ECLI:NL:RBDHA:2014:5556 ECLI:NL:RBDHA:2014:5556 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_10120

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager. Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager. Klager wil een naast zijn woning gelegen strook grond aankopen. Hij bereikt met de eigenaar overeenstemming voor een koopsom van 17.000.

Nadere informatie

Elsevier Belastingcongres 2009

Elsevier Belastingcongres 2009 Elsevier Belastingcongres 2009 Reorganisaties Prof.mr. Gerard Meussen Radboud Universiteit Nijmegen/BDO 26.11.2009 G.T.K. Meussen 1 Inkomstenbelasting, leningen in box 1 of gefacilieerd in box 3 De terbeschikkingstellingsregelingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.

Voor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor. Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie

Nadere informatie

Waardering van op 1 januari 2001 lopende kapitaalverzekering voor het regime ROW

Waardering van op 1 januari 2001 lopende kapitaalverzekering voor het regime ROW Waardering van op 1 januari 2001 lopende kapitaalverzekering voor het regime ROW LJN: BR0289, Gerechtshof Amsterdam, 09/00588 Datum uitspraak: 16-06-2011 Datum publicatie: 06-07-2011 Rechtsgebied: Belasting

Nadere informatie

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad. Eigen belang. Makelaar koopt via rechtspersoon. Belangenverstrengeling. Beklaagde trad op als makelaar voor de verkoopster van een woning. Klager (NVM) verwijt beklaagde dat de woning door een holding

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Net voordat de woonboerderij van klager op verzoek van de bank geveild zou worden, werd alsnog een bod van EUR 400.000,-- ontvangen. Het pand is vervolgens in opdracht

Nadere informatie

Goed koopmansgebruik & HIR

Goed koopmansgebruik & HIR Goed koopmansgebruik & HIR Roberto van den Heuvel Totaalwinst vs. jaarwinst Totaalwinst Art. 3.8 Wet IB 2001 / art. 8 Wet Vpb Totaalwinst bepalen: Vermogensbestandelen vermogensetikettering bezittingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:3059

ECLI:NL:RBDHA:2015:3059 ECLI:NL:RBDHA:2015:3059 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-03-2015 Datum publicatie 10-04-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 7359 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting.

Overdrachtsbelasting. Overdrachtsbelasting. Vanuit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zijn vragen gesteld over de tijdelijke verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen (zie het besluit

Nadere informatie

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen

Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen Fiscale aandachtspunten bij de structurering van Investeringsfondsen 1. Inleiding In dit memorandum gaan wij in op een aantal fiscale aspecten die een rol kunnen spelen bij het opzetten van een (particulier)

Nadere informatie

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008

Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 14 maart 2013 inzake [X], wonende

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.08/16/320 NL:TZ:0000008846:F001 26-07-2016 mr. E. Baldan mr. M.M. Verhoeven Algemeen Gegevens onderneming Hol Vastgoed BV, ingeschreven

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-11-2014 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 14_7761 OB Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste aanleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.

Fiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening. Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed. Taxatie. Boedeltaxatie. Peildatum. Klager en zijn partner hebben in 2006 een woning gekocht. Nadat klager en zijn partner in augustus 2008 uit elkaar waren gegaan heeft hij beklaagde in verband met de

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Opname in koopakte van afkoop leasecontract c.v.. Koopovereenkomst ontbonden en nieuwe overeenkomst gesloten met andere regeling over c.v..

Opname in koopakte van afkoop leasecontract c.v.. Koopovereenkomst ontbonden en nieuwe overeenkomst gesloten met andere regeling over c.v.. Opname in koopakte van afkoop leasecontract c.v.. Koopovereenkomst ontbonden en nieuwe overeenkomst gesloten met andere regeling over c.v.. Klagers kopen een woning via makelaar-verkoper (beklaagde). In

Nadere informatie

Geen recht op stakingslijfrente-aftrek ter gelegenheid van overdracht melkveebedrijf

Geen recht op stakingslijfrente-aftrek ter gelegenheid van overdracht melkveebedrijf Geen recht op stakingslijfrente-aftrek ter gelegenheid van overdracht melkveebedrijf ECLI:NL:GHARL:2013:4448 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-07-2013 Datum publicatie 12-07-2013

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614

ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht

Nadere informatie

Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer.

Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer. Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer. GEZIEN het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 augustus 1985, no.

Nadere informatie

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m

Gegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2013:6459

ECLI:NL:RBNNE:2013:6459 ECLI:NL:RBNNE:2013:6459 Instantie Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 15-11-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland AWB-13_1050

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, regio Zuid te Eindhoven hem niet heeft geïnformeerd over het positieve

Nadere informatie

Taxatierapport. Taxatierapport Moerdijkregeling. Ter bepaling van de marktwaarde per 1 januari 2013 van:

Taxatierapport. Taxatierapport Moerdijkregeling. Ter bepaling van de marktwaarde per 1 januari 2013 van: Taxatierapport Ter bepaling van de marktwaarde per 1 januari 2013 van: Object: te Moerdijk AKKOORD BURGEMEESTER: DATUM: Pagina 1 van 21 INHOUDSOPGAVE 1 OPDRACHT...

Nadere informatie

Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beweerdelijk onjuiste voorlichting aan koper. Persoonlijk gebruiksrecht. Klager is de buurman van het object dat beklaagde verkoopt. Tussen klager en diens buurman zijn destijds afspraken gemaakt over

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie