BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK BK 1129/04 13 januari 2006
|
|
- Kurt Brouwer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 top-li BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK BK 1129/04 13 januari 2006 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, tweede meervoudige ^ 2 belastingkamer, op het beroep van ^SSSÊ^^Ê te lébbbbi tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belastingdienst/BSBHH^ p ^H^fflBKki ema: de inspecteur), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar Ontstaan en loop van het geding. Aan belanghebbende werd met dagtekening 16 december 2003 voor het jaar 1999 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f ,--, gegrond op de Wet op de inkomstenbelasting 1964, gelijk deze wet voor het onderhavige jaar gold (nader: de Wet EB). Ook werd met dagtekening 12 december 2003 een navorderingsaanslag premie arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen voor het jaar 1999 (nader: WAZ) opgelegd. Op het tijdig ingediende bezwaar van belanghebbende heeft de inspecteur bij de bestreden uitspraak van 14 december 2004 de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen verminderd tot een navorderingsaanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ ,--. Belanghebbende is tegen deze uitspraak in beroep gekomen bij een beroepschrift (met bijlagen), hetwelk op 15 december 2004 is ingekomen en is aangevuld bij schrijven (met bijlagen) van 24 februari Het beroepschrift is mede gericht tegen de navordering van premie WAZ. Nadat de inspecteur zijn verweerschrift (met bijlagen) heeft ingezonden, heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden ter zitting van 21 oktober 2005, gehouden te Leeuwarden, alwaar aanwezig was BRB&de inspecteur \
2 BK 1129/04 2. Namens belanghebbende is verschenen, Ter zitting is namens belanghebbende het beroep tegen de navordering premie WAZ ingetrokken onder toezegging van de inspecteur dat hij de premie ambtshalve zal aanpassen in navolging van een onherroepelijk geworden eventuele wijziging van het belastbaar inkomen. Beide partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en CVXZP>TO'P l 1 P'O'd., _.,, Van alle genoemde (en nog te noemen) stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd. 2. De feiten. Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen vast: 2.1 Belanghebbende was tot en met het jaar 1998 werkzaam als ft ft directeur van HÜB^ B.V. (nader: IIBiBIP of de BV), van welke vennootschap hij middellijk enig aandeelhouder was. fl 2.2 De activiteiten van BBIgBBE bestonden uit de exploitatie van een garagebedrijf en de handel in auto's van het merk BMW. fl 2.3 Per 1 januari 1999 heeft belanghebbende de aandelen infsssi en daarmee het garagebedrijf verkocht aan een derde. Vanaf die datum is hij ook niet meer in loondienst bij de BV, maar verricht nog wel diensten als adviseur voor het garagebedrijf. 2.4 In het onderhavige jaar was belanghebbende directeur en enig $ aandeelhouder van HJMJH Beheer B.V. die alle aandelen bezit van en een fiscale eenheid vormt met enige vennootschappen die onroerende zaken aan- en verkopen en exploiteren (verder te noemen: 2.5 In 1999 heeft de inspecteur in overleg met belanghebbendes gemachtigde het gebruikelijk loon als bedoeld in artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964 bepaald op een bedrag van ƒ ,
3 BK 1129/04 3 c per jaar. Mede bepalend voor deze vaststelling was de door belanghebbende aan werkzaamheden voor ÉBH bestede tijd. - g, 2.6 m kocht tezamen met belanghebbende in 1994 te ü» in tj t 1996 te HHHÉ en in 1999 te SfcH^i steeds een onroerend goed f complex bestaande uit een aantal winkelruimtes met daarboven verhuurde appartementen. Na aankoop werd steeds het complex gesplitst in appartementsrechten, waarvan de winkelruimtes werden toegedeeld aan if en de appartementen aan belanghebbende, die ze tot zijn privévermogen rekende.. _,. -2:7~Betaigh.ebbende- ver-keeht- de -appartementen- steeds-zodra zij-vrij c van huur kwamen. Van de appartementen te ftllfilb r kwam één der appartementen vrij van huur tussen het tijdstip van koop en het tijdstip van levering. De 8 appartementen te HÜP zijn verkocht verdeeld over de jaren 1994 tot en met De 17 appartementen te R, ËS9 zr Jn sinds de aankoop in 1996 tot het tijdstip van de zitting 21 c r ^ oktober 2005 op één na verkocht. Ook van de 6 appartementen te ^JlÉjffi^ was op 21 oktober 2005 nog één in het bezit van belanghebbende behaalde met de handel in onroerende zaken jaar op jaar substantiële winsten. Ook de door belanghebbende verkochte appartementen hebben voor hem steeds aanmerkelijke winsten opgeleverd. 2.9 Zowel belanghebbende als gjgjj maken voor de transacties en het beheer van onroerende zaken gebruik van de diensten van makelaar 2.10 Ter gelegenheid van een boekenonderzoek in 1998 is aan belanghebbende meegedeeld dat zijn onroerend goed transacties tot en met 1997 als vermogensbeheer zouden worden aangemerkt. Op 21 augustus 2003 is een boekenonderzoek gestart dat zich heeft beperkt tot de beoordeling van belanghebbendes onroerend goed transacties Bij de onderhavige navorderingsaanslag heeft de inspecteur, naast een thans niet in geschil zijnde correctie betreffende de aanschaf
4 BK 1129/04 4 van een auto, ter zake van het door belanghebbende in het onderhavige jaar behaalde voordeel bij de verkoop van een r appartement te BJB 8 een bedrag van f ,- tot belanghebbendes belastbaar inkomen gerekend Op het tijdig ingediende bezwaar van belanghebbende heeft de inspecteur bij de bestreden uitspraak het bedrag van de bijtelling betreffende de auto verminderd tot f , en de navorderingsaanslag voor het overige gehandhaafd. 3"-Het-gescfatb~ Te dezen is in geschil het antwoord op de vraag of het bedrag van f , al dan niet terecht tot belanghebbendes belastbaar inkomen is gerekend. 4. De standpunten van partijen. Belanghebbende heeft op gronden, gelijk vervat in het beroepschrift en de pleitnota, het standpunt ingenomen dat hij geen arbeid heeft verricht voor de aan- en verkoop van het appartement, dat hij geen specifieke kennisvoorsprong had waardoor hij voordeel kon behalen en dat geen voordeel werd beoogd, omdat onzeker was of voordeel kon worden behaald. Derhalve is volgens belanghebbendes mening geen voordeel te belasten. Bovendien is destijds met de belastingdienst de afspraak gemaakt dat de appartementen in privé zouden worden gehouden. Subsidiair is belanghebbende van mening dat door de voorzienbaarheid van leegkomst aan het onderhavige appartement een hogere kostprijs moet worden toegekend. Meer subsidiair stelt belanghebbende zich op het standpunt dat slechts voordeel zou kunnen worden belast voor zover dit'meer bedraagt dan is toe te rekenen aan normaal vermogensbeheer. De inspecteur heeft daartegenover op gronden, gelijk weergegeven in zijn verweerschrift en zijn pleitnota, de opvatting verdedigd dat het voordeel belastbaar is als andere inkomsten uit arbeid als bedoeld in artikel 22, lid 1, letter b, van de Wet IB, daar belanghebbende arbeid
5 BK 1129/04 5 heeft verricht -waarbij arbeid van door hem ingeschakelde deskundigen ook aan hem kunnen worden toegerekend- en sprake is van deelname aan het economische verkeer waarbij voordeel is beoogd en redelijkerwijs ook was te verwachten. De arbeid bestond uit de werkzaamheden ter zake van aankoop, splitsing in appartementsrechten en uitponden van de appartementen. Het beoogde en verwachte voordeel bestond uit de waardesprong van de verhuurde staat naar de vrij te aanvaarden staat. Belanghebbende heeft bij verschillende gelegenheden laten blijken dat het zijn bedoeling was-derappartementen-te-verkopen-zodr-ar-2^-vrij--van-huur-hzouden-- komen en dat bij geen behoefte had aan particuliere huurders. Dat geen sprake is van gewoon vermogensbeheer blijkt volgens de inspecteur ook uit de omstandigheid dat de appartementen met vreemd vermogen werden gefinancierd. Een afspraak dat de appartementen in privé zouden worden gehouden is volgens de inspecteur niet gemaakt. De controlerend ambtenaar heeft de transacties van de appartementen infuüil en ft wel tot het privé gerekend, maar daarbij meegedeeld in zijn brief van 6 oktober 1999 dat zulks voor de toekomst anders zou kunnen zijn. Belanghebbende heeft zijn subsidiaire en meer subsidiaire standpunt niet gekwantificeerd. Partijen hebben ter zitting hun standpunten gehandhaafd, zonder daartoe nog nadere gronden te hebben aangevoerd. 5. De overwegingen omtrent het geschil. 5.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 22, eerste lid, van de Wet EB zijn inkomsten uit arbeid alle niet als winst uit onderneming aan te merken voordelen die worden genoten als loon uit dienstbetrekking en uit niet in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden en diensten. 5.2 Voor zover te dezen van belang staat vast dat belanghebbende, aanvankelijk naast zijn positie als directeur/enig aandeelhouder van Q Hlflggjfr directeur en enig aandeelhouder was van de fiscale eenheid C waartoe j/fo behoort. Blijkens de als bijlage bij het verweerschrift
6 BK 1129/04 6 gevoegde specificatie van de onroerende bezittingen van JÜ! bezat C fipll in de jaren 1997 tot en met a 12 onroerende zaken, waarvan de samenstelling wisselde door aankoop en (gedeeltelijke) C verkoop. De gezamenlijk met HfijjjjjÉ aangekochte onroerende zaken werden in appartementsrechten gesplitst, waartoe belanghebbende gebruik maakte van de diensten van een makelaar en een notaris. Belanghebbende financierde de door hem gekochte appartementen met vreemd vermogen. Vast staat eveneens dat belanghebbende van de drie door hem gekochte complexen appartementen binnen driejaar 7O%-tot--89 L %-van-de-appartementen-verkocht.- : V'0or--hetbeheer-en-de verkoop van de appartementen maakte belanghebbende eveneens gebruik van de diensten van een makelaar. 5.3 Uit het vorenstaande, mede gelet op het gestelde in de brief van 1 oktober 2001 van belanghebbendes gemachtigde, dat de appartementen verkocht zullen worden als de mogelijkheid zich voordoet, leidt het hof af dat belanghebbendes bezigheden met betrekking tot de appartementen normaal vermogensbeheer te boven gaan. De door belanghebbende aan derden uitbestede werkzaamheden dienen daarbij aan belanghebbende te worden toegerekend. Daarbij dient mede in ogenschouw te worden genomen de herhaling van de activiteiten (ÊBËjÈ, JüHl, tbéjiiié) binnen een relatief korte tijdspanne. 5.4 Uit het gestelde in de hiervoor vermelde brief van 1 oktober 2001 van belanghebbendes gemachtigde leidt het hof voorts af dat belanghebbende met de onderhavige activiteiten voordeel beoogde en verwachtte. Het voordeel viel, objectief beschouwd, ook te verwachten, daar met de activiteiten van belanghebbende op de f onroerend-goedmarkt (mede ten behoeve van JB9») opgedane kennis, en de aan belanghebbende toe te rekenen kennis van door hem ingeschakelde derden, te voorzien viel dat de vrij van huur komende appartementen met winst zouden kunnen worden verkocht. 5.5 Aan het vorenstaande doet niet af dat belanghebbende, naar zijn stelling, geen actief huurbeëindigingsbeleid heeft gevoerd.
7 BK 1129/04?- 5.6 De door belanghebbende met de verkoop van een appartement te. c in het onderhavige jaar behaalde voordelen zijn door de inspecteur derhalve terecht tot belanghebbendes belastbaar inkomen gerekend. Van een afspraak met de belastingdienst dat de onderhavige voordelen onbelast zouden blijven, gelijk belanghebbende stelt, is niet gebleken. De namens de inspecteur op 6 oktober 1999 aan belanghebbendes gemachtigde gezonden brief wijst met betrekking tot na 1997 te behalen voordelen daarentegen nadrukkelijk op de mogelijkheid van een standpuntwijziging van de fiscus bij een toename van- de-omvang -van--belanghébbendes. - activiteiten-, op- -de onroerend-goedmarkt. 5.7 De inspecteur is bij de berekening van het voordeel uitgegaan van de gemiddelde kostprijs van de 6 appartementen te HHB- Belanghebbende stelt -subsidiair- dat de kostprijs van het onderhavige appartement op een hoger bedrag dient te worden gesteld, doch voert daartoe niet meer dan enige algemeenheden aan, zodat zulks niet aannemelijk is geworden. Het uitgangspunt van de inspecteur komt het hof niet onredelijk voor, nu daarmee het totaal van de met de 6 appartementen te behalen voordeel niet wordt gewijzigd. 5.8 Belanghebbendes meer subsidiaire stelling dat van het voordeel slechts het deel dat normaal vermogensbeheer te boven gaat te belasten valt vindt geen grond in het recht. 5.9 Gelet op het vorenstaande is bij de bestreden uitspraak de navorderingsaanslag niet naar een te hoog belastbaar inkomen vastgesteld, zodat het beroep ongegrond is Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. 6. De beslissing. Het hof verklaart het beroep ongegrond.
8 BK 1129/04 Gedaan op 13 januari 2006 door mr. FJ.W. Drion, raadsheer en voorzitter, mr. G.M. van der Meer, raadsheer, en mr. G.W.B. van Westen, raadsheer-plaatsvervanger, en op die dag ia het openbaar uitgesproken door voornoemde voorzitter in tegenwoordigheid van de griffier, mr. K. de Jong-Braaksma en ondertekend door de voorzitter en de griffier. Op %% JAN, 2ilö afschrift aangetekend verzonden aan beide partijen.! VQ'MX " *'-~ l ""'^'-nm-nn-i"ti-).'n>icj.'l'.i l... to '.=>. u-a^üoc.
9 Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddamm beroep in cassatie instellen bifde Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303,2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd. 2 - bet beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. M het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
10 BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK BK 1130/04 13 januari 2006 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, tweede meervoudige belastingkamer, op het beroep van ISaSSÉlHfllI te IBrtËllg^jil tegen de uitspraak van de inspecteur van de Belas1iagdiem1/Htj nbbfll W$ïËlÊÊÊ$j(jfijÊ (hierna: de inspecteur), gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar Ontstaan en loop van het geding. Aan belanghebbende werd met dagtekening 11 december 2003 voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f ,--, gegrond op de Wet op de inkomstenbelasting 1964, gelijk deze wet voor het onderhavige jaar gold (nader: de Wet). Op het tijdig ingediende bezwaar van belanghebbende heeft de inspecteur bij de bestreden uitspraak van 14 december 2004 de aanslag in de inkomstenbelasting verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van/ ,. Belanghebbende is tegen deze uitspraak in beroep gekomen bij een beroepschrift (met bijlagen), hetwelk op 15 december 2004 is ingekomen en is aangevuld bij schrijven (met bijlagen) van 24 februari Nadat de inspecteur zijn verweerschrift (met bijlagen) heeft ingezonden, heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden ter zitting van 21 oktober 2005, gehouden te Leeuwarden, alwaar aanwezig f ffi8émlillhl de inspecteur W^WSÊSËBÊjËÈÊjÉlilfttÊk % BIH!BP MM *^^ Ba^M%B^pitrtBÉ. Namens belanghebbende is diens gemachtigde WfcdSBjjjjlBiÉjwpgjg^ verschenen, Beide partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd.
11 BK 1130/04 2 Van alle genoemde (en nog te noemen) stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd. 2. De feiten. Blijkens de gedingstukken en op grond van het verhandelde ter zitting staat als onbetwist, dan wel onvoldoende betwist, tussen partijen vast: 2.1 Belanghebbende was tot en met het jaar 1998 werkzaam als fl ft directeur van na^hfr B.V. (nader: ÜJMHB# of de BV), van welke vennootschap hij middellijk enig aandeelhouder was. ^ HBe-activiteiten-van-^B^B-besteBden--ui ; t- de-exploitatie-vaor-een garagebedrijf en de handel in auto's van het merk BMW. ft 2.3 Per 1 januari 1999 heeft belanghebbende de aandelen in Bljlll en daarmee het garagebedrijf verkocht aan een derde. Vanaf die datum is hij ook niet meer in loondienst bij de BV, maar verricht nog wel diensten als adviseur voor het garagebedrijf. 2.4 In het onderhavige jaar was belanghebbende directeur en enig 0 aandeelhouder van fjgjbjjéji Beheer B.V. die alle aandelen bezit van en een fiscale eenheid vormt met enige vennootschappen die onroerende zaken aan- en verkopen en exploiteren (verder te noemen: c Q9)- 2.5 In 1999 heeft de inspecteur in overleg met belanghebbendes gemachtigde het gebruikelijk loon als bedoeld in artikel 12a van de Wet op de loonbelasting 1964 bepaald op een bedrag van ƒ ,-- per jaar. Mede bepalend voor deze vaststelling was de door C belanghebbende aan werkzaamheden voor üüü bestede tij d. C Q 2.6 Hül kocht tezamen met belanghebbende in 1994 te üfül in n c 1996 te CB $ en in 1999 te llbélfjfjp steeds een onroerend goed complex bestaande uit een aantal winkelruimtes met daarboven verhuurde appartementen. Na aankoop werd steeds het complex gesplitst in appartementsrechten, waarvan de winkelruimtes werden ^ toegedeeld aan 4Q en de appartementen aan belanghebbende, die ze tot zijn privévermogen rekende. 2.7 Belanghebbende verkocht de appartementen steeds zodra zij vrij
12 BK 1130/04 3 van huur kwamen. Van de appartementen te hméj&é kwam één der appartementen vrij van huur tussen het tijdstip van koop en het Q_ tijdstip van levering. De 8 appartementen te HUI zijn verkocht verdeeld over de jaren 1994 tot en met De 17 appartementen te R léült zijn sinds de aankoop in 1996 tot het tijdstip van de zitting 21 oktober 2005 op één na verkocht. Ook van de 6 appartementen te S jftill was op 21 oktober 2005 nog één in het bezit van belanghebbende. C 2.8 JüüfP behaalde met de handel in onroerende zaken jaar op jaar _ sübstantiële~~wmsten. O0k~~de door belanghebbende verkochte- - appartementen hebben voor hem steeds aanmerkelijke winsten opgeleverd. C 2.9 Zowel belanghebbende als -HHH maken voor de transacties en het beheer van onroerende zaken gebruik van de diensten van makelaar 2.10 Ter gelegenheid van een boekenonderzoek in 1998 is aan belanghebbende meegedeeld dat zijn onroerend goed transacties tot en met 1997 als vermogensbeheer zouden worden aangemerkt. Op 21 augustus 2003 is een boekenonderzoek gestart dat zich heeft beperkt tot de beoordeling van belanghebbendes onroerend goed transacties Bij de onderhavige aanslag heeft de inspecteur in afwijking van belanghebbendes aangifte, naast een thans niet in geschil zijnde correctie betreffende de aanschaf van een auto, ter zake van het door belanghebbende in het onderhavige jaar behaalde voordeel bij de verkoop van drie appartementen te I^Mtffci. een bedrag van f ,- tot belanghebbendes belastbaar inkomen gerekend Op het tijdig ingediende bezwaar van belanghebbende heeft de inspecteur bij de bestreden uitspraak het bedrag van de bijtelling betreffende de auto verminderd tot ƒ ,-- en de aanslag voor het overige gehandhaafd. 3. Het geschil.
13 BK 1130/04 4 Te dezen is in geschil het antwoord op de vraag of het bedrag van f , al dan niet terecht tot belanghebbendes belastbaar inkomen is gerekend. 4. De standpunten van partijen. Belanghebbende heeft op gronden, geüjk vervat in het beroepschrift en de pleitnota, het standpunt ingenomen dat hij geen arbeid heeft verricht voor de aan- en verkoop van de appartementen, dat hij geen specifieke kennisvoorsprong had waardoor hij voordeel kon behalen ~èn~ttef] ëeffword^l~werd-be^ kon worden behaald. Derhalve is volgens belanghebbendes mening geen voordeel te belasten. Bovendien is destijds met de belastingdienst de afspraak gemaakt dat de appartementen in privé zouden worden gehouden. Subsidiair is belanghebbende van mening dat de kostprijs van de onderhavige appartementen moet worden gedifferentieerd. Meer subsidiair stelt belanghebbende zich op het standpunt dat slechts voordeel zou kunnen worden belast voor zover dit meer bedraagt dan is toe te rekenen aan algemene prijsstijging van de appartementen. De inspecteur heeft daartegenover op gronden, gelijk weergegeven in zijn verweerschrift en zijn pleitnota, de opvatting verdedigd dat het voordeel belastbaar is als andere inkomsten uit arbeid als bedoeld in artikel 22, lid 1, letter b, van de Wet, daar belanghebbende arbeid heeft verricht waarbij arbeid van door hem ingeschakelde deskundigen ook aan hem kunnen worden toegerekend- en sprake is van deelname aan het economische verkeer waarbij voordeel is beoogd en redelijkerwijs ook was te verwachten. De arbeid bestond uit de werkzaamheden ter zake van aankoop, splitsing in appartementsrechten en uitponden van de appartementen. Het beoogde en verwachte voordeel bestond uit de waardesprong van de verhuurde staat naar de vrij te aanvaarden staat. Belanghebbende heeft bij verschillende gelegenheden laten blijken dat het zijn bedoeling was de appartementen te verkopen zodra zij vrij van huur zouden
14 BK 1130/04 5 komen en daf hij geen behoefte had aan particuliere huurders. Dat geen sprake is van gewoon vermogensbeheer blijkt volgens de inspecteur ook uit de omstandigheid dat de appartementen met vreemd vermogen werden gefinancierd. Een afspraak dat de appartementen in privé zouden worden gehouden is volgens de inspecteur niet gemaakt. De controlerend ambtenaar heeft de _ P transacties van de appartementen in 18BI en Hmü wel tot het privé gerekend, maar daarbij meegedeeld in zijn brief van 6 oktober 1999 dat zulks voor de toekomst anders zou kunnen zijn. Belanghebbende. hë~eft"~zijïï subsidiaire en "meer subsidiaire- standpunt- nietgekwantificeerd. Partijen hebben ter zitting hun standpunten gehandhaafd, zonder daartoe nog nadere gronden te hebben aangevoerd. 5. De overwegingen omtrent het geschil. 5.1 Ingevolge het bepaalde in artikel 22, eerste lid, van de Wet zijn inkomsten uit arbeid alle niet als winst uit onderneming aan te merken voordelen die worden genoten als loon uit dienstbetrekking en uit niet in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden en diensten. 5.2 Voor zover te dezen van belang staat vast dat belanghebbende, aanvankelijk naast zijn positie als directeur/enig aandeelhouder van f) ff^blb* directeur en enig aandeelhouder was van de fiscale eenheid C waartoe ÜÜP behoort. Blijkens de als bijlage bij het verweerschrift C gevoegde specificatie van de onroerende bezittingen van isjblbezat C Üjgll in de jaren 1997 tot en met a 12 onroerende zaken, waarvan de samenstelling wisselde door aankoop en (gedeeltelijke) C verkoop. De gezamenlijk met Ëjfffjfil aangekochte onroerende zaken werden in appartementsrechten gesplitst, waartoe belanghebbende gebruik maakte van de diensten van een makelaar en een notaris. Belanghebbende financierde de door hem gekochte appartementen met vreemd vermogen. Vast staat eveneens dat belanghebbende van de drie door hem gekochte complexen appartementen binnen driejaar 70% tot 87% van de appartementen verkocht. Voor het beheer en de
15 BK Ü3U/U4 6- verkoop van de appartementen maalde belanghebbende eveneens gebruik van de diensten van een makelaar. 5.3 Uit het vorenstaande, mede gelet op het gestelde in de brief van 1 oktober 2001 van belanghebbendes gemachtigde, dat de appartementen verkocht zullen worden als de mogelijkheid zich voordoet, leidt het hof af dat belanghebbendes bezigheden met betrekking tot de appartementen normaal vermogensbeheer te boven gaan. De door belanghebbende aan derden uitbestede werkzaamheden dienen daarbij aan belanghebbende te worden toegerekend. Daarbij dient-mede- in- ogenschouw-te-worden--genomen de- herhaling-van- de- Q -n c activiteiten (881, SSS^, BIBjfgjJIp') binnen een relatief korte tijdspanne. 5.4 Uit het gestelde in de hiervoor vermelde brief van 1 oktober 2001 van belanghebbendes gemachtigde leidt het hof voorts af dat belanghebbende met de onderhavige activiteiten voordeel beoogde en verwachtte. Het voordeel viel, objectief beschouwd, ook te verwachten, daar met de activiteiten van belanghebbende op de onroerend-goedmarkt (mede ten behoeve van Hul) opgedane kennis, en de aan belanghebbende toe te rekenen kennis van door hem ingeschakelde derden, te voorzien viel dat de vrij van huur komende appartementen met winst zouden kunnen worden verkocht. 5.5 Aan het vorenstaande doet niet af dat belanghebbende, naar zijn stelling, geen actief huurbeëindigingsbeleid heeft gevoerd. 5.6 De door belanghebbende met de verkoop van drie appartementen 5 te JBJjjjjBJ^ in het onderhavige jaar behaalde voordelen zijn door de inspecteur derhalve terecht tot belanghebbendes belastbaar inkomen gerekend. Van een afspraak met de belastingdienst dat de onderhavige voordelen onbelast zouden blijven, geüjk belanghebbende stelt, is niet gebleken. De namens de inspecteur op 6 oktober 1999 aan belanghebbendes gemachtigde gezonden brief wijst met betrekking tot na 1997 te behalen voordelen daarentegen nadrukkelijk op de mogelijkheid van een standpuntwijzigmg van de fiscus bij een toename van de omvang van belanghebbendes activiteiten op de
16 BK 1130/04 onroerend-goedmarkt. 5.7 De inspecteur is bij de berekening van het voordeel uitgegaan van de gemiddelde kostprijs van de 6 appartementen te ^fiwhi. Belanghebbende stelt -subsidiair- dat de kostprijs van de onderhavige appartementen dienen te worden gedifferentieerd, doch voert daartoe niet meer dan enige algemeenheden aan, zodat zulks niet aannemelijk is geworden. Het uitgangspunt van de inspecteur komt het hof niet onredelijk voor, nu daarmee het totaal van de met de 6 appartementen te behalen voordeel niet wordt gewijzigd. ~5~. 8~ Belanghebbendes-meer -subsidiaire- stelling dat-van-het- voordeel:- slechts het deel dat de algemene prijsstijging te boven gaat te belasten valt vindt geen grond in het recht. 5.9 Gelet op het vorenstaande is bij de bestreden uitspraak de aanslag niet naar een te hoog belastbaar inkomen vastgesteld, zodat het beroep ongegrond is Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. 6. De beslissing. Het hof verklaart het beroep ongegrond. Gedaan op 13 januari 2006 door mr. F.J.W. Drion, raadsheer en voorzitter, mr. G.M. van der Meer, raadsheer, en mr. G.W.B, van Westen, raadsheer-plaatsvervanger, en op die dag in het openbaar uitgesproken door voornoemde voorzitter in tegenwoordigheid van de griffier, mr. K. de Jong-Braaksma en ondertekend door de voorzitter en de griffier. OP 18,. C-Jfy afsc aangetekend verzonden
17 Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddamm beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303,2500 EH Den Haag. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen: 1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd. 2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en xen minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener; b. een dagtekening; c. een omschrijving van de uitspraak 'waartegen het beroep in cassatie is gericht; d. de gronden van het beroep in cassatie. Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrïft kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHLEE:2004:AR4710 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-10-2004 Datum publicatie 28-10-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 1978/02 Inkomstenbelasting
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In
Nadere informatiede voorzitter van het managementteam van de eenheid Belastinqdienat^ÉI^ van de rijksbelastingdienst, hierna: de Inspecteur,
uitspraak / GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 09/00515 Uitspraak van de eerste meervoudige Belastingkamer op het hoger beroep van de voorzitter
Nadere informatie2.1. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
io~oo6zz hop uitspraak GERECHTSHOF 's-gravenhage Sector belasting Nummer BK-08/00456 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. S januari 2010 op het hoger beroep van de Inspecteur, de voorzitter
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4777
ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieGerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK
Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:1064
ECLI:NL:GHSHE:2017:1064 Instantie Datum uitspraak 17-03-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer 16/00056 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:9611
ECLI:NL:GHARL:2017:9611 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 07-11-2017 Datum publicatie 10-11-2017 Zaaknummer 16/01141 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2016:3790, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:8884
ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00429
ECLI:NL:GHAMS:2008:BD7995 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 02-07-2008 Datum publicatie 23-07-2008 Zaaknummer 07/00429 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:789 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00218
ECLI:NL:GHAMS:2017:789 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer 16/00218 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:8624
ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 07/00490
ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6992 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-12-2008 Datum publicatie 17-12-2008 Zaaknummer 07/00490 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2003:AJ0346 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHLEE:2003:AJ0346 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-09-2003 Datum publicatie 08-09-2003 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 1537/02 Inkomstenbelasting
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1341
ECLI:NL:GHDHA:2017:1341 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 10-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00396
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024
ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619
ECLI:NL:GHARN:2007:AZ6619 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 19-01-2007 Zaaknummer 06-00066 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatietegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieGERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. BELASTINGKAMER 13 juni 1986 Nr. 253/85
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN DERDE ENKELVOUDIGE UITSPRAAK BELASTINGKAMER 13 juni 1986 Nr. 253/85 Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden, derde enkelvoudige belastingkamer, op het beroep namens X te Z
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieGERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1563
ECLI:NL:GHDHA:2017:1563 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00505
Nadere informatietegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 10 november 2010, nummer AWB 10/1037, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Sector belastingrecht Eerste meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 10/00867 Schriftelijke uitspraak op het hoger beroep van BigffiwnrrmBriWiflMI^^^^^ te hierna: belanghebbende,
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Noord/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer: 12/00201 uitspraakdatum: 15 oktober 2013 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amersfoort (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 14/000542 uitspraakdatum: 27 januari 2015 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2015:7800
ECLI:NL:RBDHA:2015:7800 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-07-2015 Datum publicatie 02-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 15_57 IBPVV Belastingrecht Eerste
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.
Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Almere (hierna: de Inspecteur)
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/00631 uitspraakdatum: 18 maart 2014 Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:2681
ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268
ECLI:NL:RBHAA:2006:AY9268 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 22-09-2006 Datum publicatie 13-10-2006 Zaaknummer AWB 06/2133 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614
ECLI:NL:RBSGR:2007:BC0614 Instantie Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 08-02-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 06/8362 IB/PVV Belastingrecht
Nadere informatievan de mondelinge uitspraak op het beroepschrift van X te Z
Gerechtshof te 's-gravenhage twaalfde enkelvoudige belastingkamer 8 oktober 1999 Nr. BK-97/01395 PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak op het beroepschrift van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659
ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-12-1999 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 98/4659 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477
ECLI:NL:GHSHE:2010:BM7477 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 14-06-2010 Zaaknummer 09/00106 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:382 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00712
ECLI:NL:GHAMS:2015:382 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 26-03-2015 Zaaknummer 13/00712 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 04/04123
ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-09-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 04/04123 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:5556
ECLI:NL:RBDHA:2014:5556 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_10120
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2773
ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231
ECLI:NL:GHSHE:2007:BB2231 Instantie Datum uitspraak 28-06-2007 Datum publicatie 24-08-2007 Zaaknummer 06/00183 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieAanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:5327
ECLI:NL:GHARL:2017:5327 Instantie Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00521 en 16/00522 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388
ECLI:NL:GHSHE:2011:BV2388 Instantie Datum uitspraak 06-10-2011 Datum publicatie 01-02-2012 Zaaknummer 11/00219 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:6759
ECLI:NL:GHARL:2014:6759 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 12-09-2014 Zaaknummer 13/01247 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2005:AS3944 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHLEE:2005:AS3944 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 21-01-2005 Datum publicatie 26-01-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 998/03 Inkomstenbelasting
Nadere informatieECLI:NL:RBLEE:2007:BC2679
ECLI:NL:RBLEE:2007:BC2679 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 11-01-2007 Datum publicatie 25-01-2008 Zaaknummer AWB 06/544 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieGERECHTSHOF AMSTERDAM
Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]
Nadere informatieuitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
f,r'- J Wop uitspraak RECHTBAN ARNHEM Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) VM 1 o HAART 2008 inzake \f de erven van
Nadere informatieOverwegende dat de inspecteur het verschuldigde griffierecht tijdig heeft
HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Eerste Enkelvoudige Belastingkamer. Gezien het beroepschrift ingediend door Y te Z namens X te Z, ingekomen ter griffie op 29 april 1982 onder nummer 2344/82 en gericht tegen
Nadere informatieGERECHTSHOF s-hertogenbosch
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00033 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:613
ECLI:NL:GHARL:2017:613 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 16/00072 en 16/00073 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:634
ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatiepagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044
ECLI:NL:RBHAA:2008:BD9044 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 25-07-2008 Datum publicatie 05-08-2008 Zaaknummer 07/6768 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3701
ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2008:BH0220
ECLI:NL:GHSHE:2008:BH0220 Instantie Datum uitspraak 17-10-2008 Datum publicatie 19-01-2009 Zaaknummer 07/00089 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:8725
ECLI:NL:RBZWB:2015:8725 Instantie Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 12-04-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 3746 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/00549
ECLI:NL:GHAMS:2010:BO9334 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 09-12-2010 Datum publicatie 05-01-2011 Zaaknummer 09/00549 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2098
ECLI:NL:GHDHA:2017:2098 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-06-2017 Datum publicatie 14-07-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00015 Belastingrecht
Nadere informatieUitspraak. FutD V-N 2002/ BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK Nr. 1340/98 en 301/99 1 juni 2001
ECLI:NL:GHLEE:2001:AB1961 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-06-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 1340/98 en 301/99 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Uitspraak van 26 maart 2014 [X] te [Z], belanghebbende, de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,
Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/01258 Uitspraak van 26 maart 2014 in het geding tussen: [X] te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00546
ECLI:NL:GHAMS:2017:2886 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 16/00546 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2009:BI1981 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/00054
ECLI:NL:GHAMS:2009:BI1981 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer 08/00054 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:1379
ECLI:NL:GHSHE:2015:1379 Instantie Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/01065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:4673
Rechtspraak.nl Print uitspraak pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBZWB:2013:4673 Instantie Datum uitspraak 31052013 Datum publicatie 25072013 Zaaknummer Rechtsgebieden Rechtbank ZeelandWestBrabant AWB12_1157 Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2005:AT7887
ECLI:NL:GHARN:2005:AT7887 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 12-05-2005 Datum publicatie 21-06-2005 Zaaknummer 04-01163 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BD8513
ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2013:3180
ECLI:NL:GHDHA:2013:3180 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24072013 Datum publicatie 21082013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK12/00764 Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2733
ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AW2040
ECLI:NL:GHARN:2006:AW2040 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 27-03-2006 Datum publicatie 14-04-2006 Zaaknummer 03-01483 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2003:AO5107
ECLI:NL:GHSHE:2003:AO5107 Instantie Datum uitspraak 19-11-2003 Datum publicatie 08-03-2004 Zaaknummer 02/05063 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Belastingrecht
Nadere informatieGerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214
Gerechtshof 's-hertogenbosch, 25-08-2006, 05/00487 Inhoudsindicatie Ingevolge artikel 3.20, lid 5, van de Wet IB 2001is de bijtelling privé-gebruik auto, als bedoeld in dat artikel, niet van toepassing
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901
ECLI:NL:RBGEL:2013:CA1901 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 04-06-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Zaaknummer AWB 13/675 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieNTFR 2010/203 met annotatie van Castelijn FutD V-N 2009/65.1.1
ECLI:NL:GHSGR:2009:BK0392 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 13-10-2009 Datum publicatie 16-10-2009 Zaaknummer BK-07/00550 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2010:BN8729, (Gedeeltelijke)
Nadere informatieDe Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend en concludeert tot bevestiging van de bestreden uitspraak.
Gerechtshof te Amsterdam tweede meervoudige belastingkamer 6 juli 1999 nr. P98/3213 UITSPRAAK op het beroep van X te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van de Inspecteur, P. 1. Loop van het geding
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BP8393
ECLI:NL:GHARN:2011:BP8393 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 01-03-2011 Datum publicatie 21-03-2011 Zaaknummer 10/00433, 10/00439 en 10/00440 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws. HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer.
Uitspraak d.d. 10 januari 1986 MI Griffie 3699/85 Type: ws HET GERECHTSHOF TE s-gravenhage, eerste meervoudige belastingkamer. GEZIEN het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 augustus 1985, no.
Nadere informatieFutD met annotatie van Fiscaal up to Date V-N 2002/ V-N 2002/41.22
ECLI:NL:GHSHE:2002:AE1466 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 08-04-2002 Datum publicatie 16-04-2002 Zaaknummer 98/04888 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2012:BV0713 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHLEE:2012:BV0713 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 10-01-2012 Datum publicatie 12-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK 10/00331 Inkomstenbelasting
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:7457
ECLI:NL:GHARL:2014:7457 Instantie Datum uitspraak 30-09-2014 Datum publicatie 03-10-2014 Zaaknummer 13/01168 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieGERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Leeuwarden nummer: 13/01170 uitspraakdatum: 19 augustus 2014 Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer op het hoger beroep
Nadere informatieUitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423. Uitspraak op het hoger beroep van
Uitspraak GERECHTSHOF 's-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 14/00423 Uitspraak op het hoger beroep van de heer a, wonende te b, hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatieuitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser
Uitspraak Rechtbank DEN HAAG Team belastingrecht zaaknummer: SGR 13/7254 uitspraak van de meervoudige kamer van 13 november 2014 in de zaak tussen [eiser], wonende te [X], eiser (gemachtigde: mr. drs.
Nadere informatieRechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008
Rechtbank Oost-Nederland 14 maart 2013, nrs. AWB 12/1843 en AWB 12/3008 Uitspraak van de meervoudige kamer ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 14 maart 2013 inzake [X], wonende
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:1430
ECLI:NL:GHDHA:2014:1430 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 25-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13-01336
Nadere informatieNu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.
Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2012:BY0157
ECLI:NL:RBARN:2012:BY0157 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 18-10-2012 Datum publicatie 18-10-2012 Zaaknummer AWB 11/2382 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere,
Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Bestuursrecht, belastingkamer locatie Leeuwarden procedurenummer: AWB LEE 13/970 uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 17 september 2013 als bedoeld
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2013:6459
ECLI:NL:RBNNE:2013:6459 Instantie Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 15-11-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland AWB-13_1050
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BI3591
ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieop het beroep van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur, P, betreffende na te noemen naheffingsaanslag en beschikking.
Gerechtshof te 's-gravenhage tweede meervoudige belastingkamer 18 juli 2002 Nr. BK-00/01752 UITSPRAAK op het beroep van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur, P, betreffende na te noemen naheffingsaanslag
Nadere informatieHet gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer;
AK GERECHTSHOF ARNHEM BELASTINGKAMER Nr. 373/1988 Het gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de erfgenamen van X gewoond hebbende te Z, ingekomen op 2 februari
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2010:BO5161
ECLI:NL:GHSGR:2010:BO5161 Instantie Datum uitspraak 17-11-2010 Datum publicatie 26-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage BK-09/00837 Belastingrecht
Nadere informatieAfkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is
Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur).
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummers 13/01158 en 13/01159 uitspraakdatum: 24 februari 2015 nummer / Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
Nadere informatie