Besluit. Aan Programmadirectie Ruimte voor de Rivier RWS projecten de heer H.L. Broens Postbus ED ARNHEM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Besluit. Aan Programmadirectie Ruimte voor de Rivier RWS projecten de heer H.L. Broens Postbus ED ARNHEM"

Transcriptie

1 Luttenbergstraat 2 Postbus GB Zwolle Telefoon Fax overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle Aan Programmadirectie Ruimte voor de Rivier RWS projecten de heer H.L. Broens Postbus ED ARNHEM Inlichtingen bij Ria van Leeuwen telefoon r.v.leeuwen@overijssel.nl Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning Zaaknummer Z-HZ_NB Geachte heer Broens, Op 4 februari 2013 hebben wij een aanvraag 1 om vergunning op grond van artikel 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) van u ontvangen. Deze aanvraag heeft u tussentijds gewijzigd 2. Uit de wijzigingen blijkt dat vergunning wordt aangevraagd mede namens gemeente Kampen en Staatsbosbeheer. Deze gewijzigde aanvraag is het uitgangspunt voor deze vergunning. De aanvraag betreft het project Zomerbedverlaging IJssel. In deze brief geven wij onze beslissing weer. Besluit Wij verlenen een vergunning op grond van artikel 16 en 19d in het kader van de Nbwet te voor het uitvoeren van het project Zomerbedverlaging beneden IJssel in het Natura gebied Uiterwaarden IJssel. De motivatie hiervoor hebben we in bijlage 1 weergegeven. Deze vergunning heeft betrekking op de volgende onderdelen van het project: Scherenwelle Aanleggen eenzijdig aangetakte nevengeul door opschonen en graven buitenste hank t.b.v. de Kaderrichtlijn Water (verder KRW) Aanleggen natuurvriendelijke oevers langs nevengeul Natuurvriendelijk inrichten van de ijsbaan Natuurvriendelijke oevers aanleggen langs twee plassen Zalkerbosch Realiseren historische graanakker Realiseren laarzenpad door verbinden bestaande en nieuw aan te leggen paden Bentinckwelle Aanleg meestromende nevengeul t.b.v. KRW Kwaliteitsverbetering plas-dras Behoud geïsoleerde plassen Realiseren laarzenpad met nieuw aan te leggen paden Bijlagen verzending 1 Ons kenmerknummer 2013/ Ons kenmerknummer 2013/ en 2013/

2 Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning; besluit De volgende stukken zijn onderdeel van deze vergunning: Anonymus, Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, Passende beoordeling. HaskoningDHV BV i.o.v. Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, Amersfoort (dossiernr: BA ; registratienr.: LW-AF , versie 4.0) 3 ; Memo aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden (LW-AF van 17 mei 2013) 4 ; Kaart Uiterwaardmaatregelen Beneden IJssel mei 2013 (bijlage F uit rapport Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, Deelrapport 1E: Uiterwaardmaatregelen) De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd. Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: 2 Algemeen 1. De vergunning wordt op naam gesteld van Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, RWS projecten, gemeente Kampen en Staatsbosbeheer regio Oost. De vergunninghouders zijn verplicht alle door of namens het bevoegde gezag te geven aanwijzingen direct op te volgen. 2. Betrokken bedrijven en derden die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de uitvoering van dit project of enig onderdeel daarvan, dienen te handelen in overeenstemming met het in deze vergunning bepaalde. Genoemde partijen ontvangen hiertoe van de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, RWS projecten een afschrift van deze vergunning. 3. De uitvoerder, dan wel aannemer van de werkzaamheden dient tijdens de werkzaamheden een afschrift van de vergunning op verzoek te kunnen tonen aan de daartoe bevoegde toezichthouder. De vergunninghouder blijft verantwoordelijk voor uitvoering van de vergunde werkzaamheden conform de vergunningvoorwaarden. 4. Van opgetreden incidenten, waaronder verstaan wordt alle gebeurtenissen waarbij onbedoeld schadelijke stoffen vrijkomen, dan wel waardoor anderszins schade aan het beschermde natuurgebied kan worden toegebracht, dient direct melding te worden gedaan bij het Meldpunt van provincie Overijssel (telefoonnummer: ). 5. Minimaal een week voor aanvang van de werkzaamheden dient u de datum van de start te melden bij met meldpunt van provincie Overijssel (telefoonnummer: ), onder vermelding van het betrokken Natura 2000-gebied, de naam van het project en het nummer van de vergunning. 6. Wijzigingen in de werkwijze en/of de periode van uitvoering dient de vergunninghouder direct te melden bij het Meldpunt van provincie Overijssel (telefoonnummer: ), onder vermelding van het betrokken Natura gebied, de naam van het projecten en het nummer van de vergunning. Voor deze wijzigingen moeten opnieuw de effecten op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel beoordeeld worden. 3 ons kenmerk 2013/ ons kenmerk 2013/

3 Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning; besluit Uitvoering 7. In Scherenwelle blijft de bestaande geul op de locatie tussen de bandijk en het veld met kievitsbloemhooiland (zoals weergegeven op afbeelding 3-1 in de passende beoordeling) ongewijzigd gehandhaafd. 8. De ontgravingwerkzaamheden in de uiterwaarden ten behoeve van de geulen en natuurvriendelijke oevers worden met klein materieel uitgevoerd. Onder klein materieel worden voertuigen verstaan met een maximale belasting van 15 ton, bijvoorbeeld een kleine dumper of een trekker met aanhanger van 5 á 6 m De inrichtingswerkzaamheden, waar deze vergunning betrekking op heeft, worden uitgevoerd voor 1 april Maatregelen 10. De werkzaamheden ten behoeve van de geulen, de natuurvriendelijke oevers, de grondwal en de sloten in Scherenwelle en Bentinckswelle worden buiten de periode april tot en met september uitgevoerd (broedseizoen kwalificerende vogelsoorten). 11. De werkzaamheden in Scherenwelle en Bentinckswelle, waar deze vergunning betrekking op heeft, worden uitgevoerd in de periode tussen 1 september tot en met 31 oktober, dat wil zeggen na de voortplantingsperiode van de Kleine modderkruiper, maar voor de winterrust. 12. De werkzaamheden aan oevers en watergangen worden zoveel mogelijk uitgevoerd in den droge. Dit kan door tijdelijk het waterpeil te verlagen of door het laten staan van een klein gronddammetje. De gronddammetjes worden op het laatst weggehaald door met de graafmachine de grond weg te trekken naar het gegraven gedeelte. 13. Waar het werken in den droge niet mogelijk is, of als er sprake is van dempen van een watergang, worden, voorafgaand aan de werkzaamheden, Kleine modderkruipers weggevangen met behulp van schepnet en elektrische visserij. De werkzaamheden in deze watergangen worden pas uitgevoerd, nadat de aanwezige Kleine modderkruipers zijn verwijderd. 14. Elektrische visserij is uitsluitend toegestaan met een gelijkstroom (geen pulserend gelijkstroom) apparaat. 15. Het invangen van Kleine modderkruipers vindt plaats in de periode vanaf 1 september tot en met 31 oktober. Het invangen van Kleine modderkruipers mag alleen worden uitgevoerd als de luchttemperatuur lager is dan 25 graden en als het water ijsvrij is. Ingevangen exemplaren worden in dezelfde uiterwaard in geschikte watergangen uitgezet. 16. Minimaal 48 voordat de kleine modderkruipers worden weggevangen dient u dit te melden bij met meldpunt van provincie Overijssel (telefoonnummer: ). Daarbij dient u aan te geven op welke datum, het tijdstip en de locaties dit wordt uitgevoerd, evenals het betrokken Natura 2000-gebied en het nummer van de vergunning. 17. Bij werkzaamheden in de watergangen wordt er richting open water gewerkt, zodat de aanwezige dieren voor de machines uit kunnen vluchten.

4 Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning; besluit 18. Alle werkzaamheden in het watermilieu vinden plaats in overleg en onder intensieve ecologische begeleiding van een ter zake kundige op het gebied van de Kleine modderkruiper. 19. Er dient een ecologisch logboek te worden bijgehouden waarin maatregelen worden vastgelegd die worden genomen om schade aan instandhoudingsdoelen te voorkomen. Daarbij wordt omschreven welke soort betrokken was, welke maatregelen zijn genomen op welke datum en de locatie. Het logboek moet op de projectlocatie kunnen worden ingezien door de toezichthouder. Laarzenpad 20. In de uiterwaard Zalkerbosch worden paden voorzien van duidelijke borden waarop wordt aangegeven op welke paden een aanlijngebod voor honden geldt Op het pad ten noorden van het Zalkerbosch, langs de oever van de IJssel, zijn honden niet toegestaan. Met behulp van borden dient dit duidelijk kenbaar te worden gemaakt. 22. Langs het laarzenpad ter plaatse van de Bentinckswelle en Zalkerbosch is een fysieke barrière aanwezig (bijvoorbeeld door een hekwerk van schapengaas) om te verhinderen dat van de paden wordt afgeweken. Historische graanakker 23. Bij het gebruik van de graanakker wordt geen kunstmest, drijfmest of pesticiden toegepast. Wanneer de houder van de vergunning handelt in strijd met de voorschriften, kan deze vergunning op grond van artikel 43 lid 2 van de Nbwet worden gewijzigd of ingetrokken. Tot slot Heeft u nog vragen naar aanleiding van deze beslissing, dan kunt u bellen met Ria van Leeuwen op telefoonnummer Afschriften Afschriften van dit ontwerpbesluit worden verzonden aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kampen en het ministerie van Economische Zaken. Met vriendelijke groet, namens Gedeputeerde Staten van Overijssel, Lars Wuijster, teamleider Vergunningverlening Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Overwegingen bij het besluit Instandhoudingsdoelen Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel Reactienota Zomerbedverlaging Beneden-IJssel Kaart gewijzigd tracé wandelpad Coördinatieprocedure en beroep

5 Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning; besluit Gezamenlijke voorbereiding van besluiten De besluiten benodigd voor de uitvoering van Zomerbedverlaging beneden-ijssel zijn door betrokken overheden gezamenlijk voorbereid en ook de communicatie daarover is gezamenlijk opgepakt. Om de op handen zijnde besluiten zo goed mogelijk bij betrokkenen en belangstellenden onder de aandacht te brengen en hen daarover te raadplegen hebben er verschillende momenten van informatieverstrekking en raadpleging plaatsgevonden. De informatievoorziening wordt de komende tijd voortgezet. Gedurende de gehele periode is de omgeving bovendien op de hoogte gehouden via nieuwsbrieven en bestaat de mogelijkheid tot het raadplegen van de website 5 Door deze coördinatie volgen alle besluiten de uitgebreide procedure. Dat houdt in dat er eerst ontwerpbesluiten worden afgegeven. Tegen deze ontwerpbesluiten was de mogelijkheid voor een ieder om een zienswijze in te dienen. Deze ontwerpbesluiten worden vervolgens omgezet in een definitief besluit, rekening houdend met de ingebrachte zienswijzen. De mogelijkheden om tegen het definitieve besluit beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn beperkt (zie volgende alinea). Hoe kunt u beroep instellen? In de periode zoals genoemd in de bekendmaking, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Deze rechter beslist in enige instantie over de ingestelde beroepen. Het instellen van beroep is mogelijk voor: belanghebbenden die tijdig hun zienswijzen bij de ontwerpbesluiten naar voren hebben gebracht; belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij daarop geen zienswijzen naar voren hebben gebracht; belanghebbenden die het niet eens zijn met de wijzigingen die zijn aangebracht in de definitieve besluiten ten opzichte van de ontwerpbesluiten, ook wanneer zij geen zienswijzen hebben ingediend. Het ondertekende beroepschrift dient ten minste te bevatten: naam en adres; de dagtekening; een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht (zo mogelijk kopie van het besluit bijvoegen); een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen. Crisis- en herstelwet Zomerbedverlaging beneden-ijssel valt onder de Crisis- en herstelwet (afdeling 2 van hoofdstuk 1). Deze wet richt zich op versnelling van projecten en bevat onder andere bepalingen voor de beroepsprocedure. Voor het instellen van beroep betekent dit: dat de beroepsgronden in het beroepschrift moeten worden opgenomen; het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend en dat na afloop van de beroepstermijn deze niet meer kunnen worden aangevuld.

6 Natuurbeschermingswet; aanvraag vergunning; besluit Inwerkingtreding en verzoek om voorlopige voorziening Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet. Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening, bijvoorbeeld een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd. Griffierecht Voor het indienen van een beroepschrift en een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. 6

7 Overwegingen bij het besluit Bijlage 1 Deze vergunning bestaat uit het besluit en de overwegingen. In deze bijlage zijn de overwegingen opgenomen. Het besluit en de overwegingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De overwegingen zijn als volgt opgebouwd: A WEERGAVE VAN DE FEITEN A1 Vergunningaanvraag A1.1 Projectomschrijving A1.2 project A1.3 Periode A1.4 Relevante ecologische onderzoeken A1.5 Aanvullende gegevens A1.6 Aanvraag en Natura 2000 A2 Bevoegdheid 7 A3 Procedure A3.1 Zienswijzen A3.2 Verlengen beslistermijn A3.3 Coördinatie met andere wetgeving A3.4 Betrokkenheid andere provincie bij Natura 2000-gebied A4 Vergunningplicht B TOETSING B1 Wettelijk kader en beleid B1.1 Natuurbeschermingswet 1998 B1.2 Overig relevant beleid B2 Inhoudelijke beoordeling B2.1 Relevante kwalificerende waarden B2.2 Inhoudelijke beoordeling project c.q. handeling B2.2 Cumulatieve effecten B3 Zienswijzen B3.1 Bespreking van ingediende zienswijzen B3.2 Reactie van de provincie op zienswijzen B3.3 Aanvullende notities C SLOTCONCLUSIE

8 A WEERGAVE VAN DE FEITEN A1 Vergunningaanvraag A1.1 Projectomschrijving Algemeen Als gevolg van klimaatverandering in combinatie met het beperkte afvoerend vermogen van het hoofdwatersysteem wordt de dreiging van overstromingen in Nederland steeds groter. Het kabinet heeft met het besluit Ruimte voor de Rivier in 2001 besloten de bescherming tegen overstromingen uiterlijk in 2015 op het wettelijk vereiste niveau te hebben. Het programma is opgenomen in de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (verder PKB), die door de Eerste Kamer in december 2006 is goedgekeurd, en door het parlement in januari In de PKB Ruimte voor de Rivier is gekozen voor een trendbreuk in de wijze van bescherming tegen overstromingen. Hierdoor wordt zo min mogelijk gegrepen naar dijkversterking. Er wordt zoveel mogelijk ingezet op maatregelen die de rivier meer ruimte geven en hoge waterstanden voorkomen. Met deze keuze is een gedeeltelijke herinrichting van het rivierengebied onontkoombaar (PKB deel 4). In de PKB Ruimte voor de Rivier is een samenhangend pakket aan maatregelen vastgelegd, om in 2015 te voldoen aan het vereiste veiligheidsniveau in het rivierengebied rond de Rijntakken. Dit niveau dient in overeenstemming te zijn met de maatgevende afvoer van m 3 /s bij Lobith. Het waarborgen van de veiligheid is de hoofddoelstelling van de PKB. De tweede doelstelling is het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. In de strategische beleidskeuzen is opgenomen dat de huidige buitendijkse landschappelijke, geomorfologische, natuur- en cultuurhistorische waarden langs de IJssel zo min mogelijk mogen worden aangetast. Een verlaging van het zomerbed van het benedenstroomse deel van de IJssel heeft de voorkeur gekregen. Hiermee kan een waterstandverlaging van 0,21 m bij Zwolle worden behaald en worden de effecten beperkt, volgens de PKB (deel 4). De zomerbedvergraving van de Beneden-IJssel heeft hierdoor de voorkeur gekregen, boven andere mogelijkheden in de benedenloop van de IJssel. Het voorliggende project is een uitwerking van de keuze voor een (verkorte) zomerbedverlaging over een lengte van 7,5 km tussen de Molenbrug bij Kampen en de Eilandbrug bij de monding van de IJssel. Voor het grootste deel van dit project en de daarmee samenhangende maatregelen is, in overeenstemming met het Besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998, het ministerie van Economische Zaken (verder ) het bevoegd gezag voor het verlenen van een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet Het betreffen immers maatregelen en voorzieningen die nodig zijn met het oog op de ontwikkeling, werking en bescherming van de hoofdwateren in de zin van het Waterbesluit. Ons besluit heeft alleen betrekking op onderdelen van het project waarvoor een vergunningplicht geldt en die onder onze bevoegdheid vallen. De overige onderdelen van het project zijn terug te vinden in het besluit van de minister van.

9 Bevoegdheid Een overzicht van de projectonderdelen en de bevoegdheidsverdeling is opgenomen in tabel 1. Tabel 1: projectonderdelen zomerbedverdieping IJssel Locatie Maatregel 9 Zomerbed IJssel rkm 992,9 1000,6 rkm 992,9 996,3 verlaging zomerbed met gem. 1,8 m rkm 996,3 1000,6 verlaging zomerbed met gemid. 2,3 m Eilandbrug Uitbreiden bestaande bodembescherming nabij de strekdam Stadsbrug Aanpassen remmingswerken Kogge Aanbrengen van bescherming van liglocatie Scherenwelle Koppelerwaard Zalkerbosch Op twee plaatsen vervangen meerpalen/steigers door langere buispalen Beheer en onderhoud jaarlijks baggeren Beheer en onderhoud tegengaan van erosie door jaarlijks lokaal terugstorten zand Lokaal verlagen zomerkade voor behoud bestaand kievitsbloemhooiland en ontwikkeling van nieuw kievitsbloemhooiland Creëren kleine open plekken (zeer kleinschalig) om ontwikkeling kievitsbloemhooiland te stimuleren Omvormen agrarisch beheer naar natuurbeheer Kwaliteitsverbetering en uitbreiding bestaand rietmoeras door graven van laagtes en plaatsen duiker in zomerkade Uitbreiding zachthoutooibos in 2 robuuste kernen Opschonen oeverzone IJssel door verwijderen struiken en ondergroei Aanleggen eenzijdig aangetakte nevengeul door opschonen en graven buitenste hank t.b.v. KRW Aanleggen natuurvriendelijke oevers langs nevengeul Natuurvriendelijk inrichten van de ijsbaan Natuurvriendelijke oevers aanleggen langs twee plassen Verwijderen wilgenopslag in rietmoeras en langs de hanken Plaatsen stuw in sloot om lokaal water langer vast te houden t.b.v. kwaliteitsverbetering plasdrassituatie Plaatsen van een kleine (roos)molen om extra water in het gebied te brengen Omvormen agrarisch beheer naar natuurbeheer voor die delen waar hardhoutooibos, stroomdalgrasland, natuurlijk grasland en plasdrassituaties worden gerealiseerd Verwijderen graszoden t.b.v. de ontwikkeling van hardhoutooibos Ontwikkelen hardhoutooibos Reliëfvolgend bouwvoor verwijderen t.b.v. de ontwikkeling van stroomdalgrasland Pilot: Stimuleren zandafzetting t.b.v. ontwikkeling stroomdalgrasland Verwijderen alle bosjes en opgaand groen in het deel waar maaiveldverlaging wordt toegepast Maaiveldverlaging (gemiddeld 30 cm) t.b.v. stroomdalgrasland en plasdrassituatie Struiken en bomen op de zomerkade verwijderen Realiseren historische graanakker Realiseren wandelroute door verbinden bestaande en nieuw aan te leggen paden GS GS GS GS GS GS

10 Bevoegdheid Locatie Maatregel Bentinckswelle Aanleg meestromende nevengeul t.b.v. KRW GS Vreugderijkerwaard Kwaliteitsverbetering plas-dras Behoud geïsoleerde plassen Realiseren wandelroute met nieuw aan te leggen paden maatregelen watergangen ter verbetering bestaand rietmoeras: aanbrengen van drie laagtes. Binnen laagtes worden alle struiken en bomen verwijderd Kleinschalig afplaggen ter verbetering kwaliteit bestaand stroomdalgrasland Pilot: Stimuleren zandafzetting t.b.v. stroomdalgrasland GS GS GS 10 In onze projectbeschrijving nemen we uitsluitend de maatregelen mee, die onder de bevoegdheid van Gedeputeerde Staten van Overijssel vallen. Daarbij gaan we uit van de aanvraag 5 en de wijzigingen hierop van 25 februari en 27 mei 7. In nagenoeg alle gevallen betreffen het maatregelen die worden uitgevoerd ten behoeve van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water (verder KRW). Daarnaast gaat het om het verbeteren van de beleefbaarheid van de natuur in de uiterwaarden (wandelpaden). De locaties van de werkzaamheden zijn terug te vinden op de kaart Uiterwaardmaatregelen Beneden IJssel mei 2013 in het rapport Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, Deelrapport 1E: Uiterwaardmaatregelen. Beschrijving inrichtingsmaatregelen Scherenwelle De maatregelen in Scherenwelle staan weergegeven op afbeelding 3-1 in de passende beoordeling. Onderstaande maatregelen vallen onder onze bevoegdheid. Eenzijdig aantakken nevengeul De structuur van de buitenste hank wordt grotendeels hersteld. Met een nevengeul door het bestaande rietmoeras wordt de hank eenzijdig aangetakt op de IJssel. De nevengeul vormt samen met de opgeschoonde hank één waterlichaam en draagt bij aan de doelstelling voor de KRW binnen deze uiterwaard (paaigebied voor vissen en biotoop voor waterplanten en macrofauna). De eenzijdig aangetakte geul is het gehele jaar watervoerend en staat eenzijdig in verbinding met de IJssel. De nevengeul is door middel van een duiker verbonden met de buitenste hank. De geul voldoet aan de eisen die gesteld zijn vanuit KRW. De daarbij horende profieleisen zijn: Bodemhoogte = -0,40 (20 cm beneden de laagste waterstand van de IJssel); Talud onderwaterberm (tot NAP 0,40) = 1:5; Talud ter voorkoming van wilg (NAP 0,40 NAP 0,60) = 1:1; Breedte van maximaal 10 meter; Talud boven wilg (NAP 0,60 maaiveld) = 1:3. 5 Ons kenmerk 2013/ Ons kenmerk 2013/ Ons kenmerk 2013/

11 11 Aanwezige wilgenstruiken- en bomen binnen het profiel van de nevengeul en de buitenste hank worden inclusief wortels met klein mechanisch materieel verwijderd. Het gaat met name om struiken. De gehele nevengeul is, afhankelijk van de maaiveldhoogte, circa 8 10 m breed. Op de locatie tussen de bandijk en het veld met kievitsbloemhooiland blijft de bestaande geul gehandhaafd en wordt deze niet verbreed en verdiept. De nevengeul wordt met de hank verbonden door middel van een duiker. Met een ander doorstroomprofiel is het nodig de bestaande duiker met schuif te vervangen door een permanent open duiker. De ontgravingwerkzaamheden ten behoeve van de geul en de buitenste hank zullen overwegend met klein en relatief stil materieel worden uitgevoerd om aanwezige kwetsbare natuurwaarden zoveel als mogelijk te ontzien. Onder klein materieel worden voertuigen verstaan met een maximale belasting van 15 ton, bijvoorbeeld een kleine dumper of een trekker met aanhanger van 5 á 6 m 3. Natuurvriendelijke oevers Vanuit landschappelijk oogpunt worden verschillende oevers aangepast tot natuurvriendelijke oevers. Dat wil zeggen dat het profiel van de oevers wordt verflauwd tot een oever met een talud van 1:5. Daardoor ontstaat een gradiënt tussen land en water met riet en andere moerasvegetatie. Uitzondering hierop is de natuurvriendelijke oever die direct grenst aan de kern zachthoutooibos. Hier zal de vegetatie bestaan uit een combinatie van moerasvegetatie en zachthoutooibos. Uitgangspunt is een gevarieerd profiel ten behoeve van moerasnatuurontwikkeling. Er is geen sprake van beschoeiing. De natuurvriendelijke oevers worden aangelegd langs de geul, de buitenste hank, enkele plassen en langs de ijsbaan. Langs de geul en de buitenste hank worden aan beide natuurvriendelijke oevers aangelegd. Het profiel van 1:5 wordt gerealiseerd tussen de bodemhoogte van de geul/hank en de insteek op maaiveldniveau. Langs de gehele oever van de weergegeven plassen op de inrichtingstekening wordt eveneens een natuurvriendelijke oever aangelegd van minimaal 1:5 tussen de bodemhoogte van de plas en de insteek op maaiveldniveau. Op dezelfde wijze wordt ook de gehele oever van de IJsbaan natuurvriendelijke aangelegd. Het talud is minimaal 1:5 tussen de bodemhoogte van de plas en de insteek op maaiveldniveau en varieert tussen de binnenste grens van de oever en de buitenste grens. Beschrijving inrichtingsmaatregelen Zalkerbosch De maatregelen in Zalkerbosch staan weergegeven op afbeelding 3-3 in de passende beoordeling. Onderstaande maatregelen vallen onder onze bevoegdheid. Aanleg historische graanakker Direct ten zuiden van het hardhoutooibos ligt een perceel met cultuurhistorische waarde. Op deze plek werden in het verleden verschillende graansoorten verbouwd. In de huidige situatie

12 bestaat het landgebruik uit grasland voor melkvee. De historische situatie wordt in ere hersteld door het perceel als graanakker te gebruiken. Met deze maatregel wordt bijgedragen aan de plannen van gemeente Kampen. De maatregelen om opnieuw het terrein te kunnen gebruiken als graanakker bestaan uit het verwijderen en omploegen van de graszoden. Dit wordt op een zodanige wijze uitgevoerd dat de grond geschikt is voor het inzaaien en kiemen van graan. 12 Verbinden en aanleggen wandelpaden (laarzenpad) Door de uiterwaard lopen enkele (doodlopende) geasfalteerde wegen voor de toegankelijkheid van het veer en de woningen. Langs het hardhoutooibos loopt een onverhard pad. Met het verbinden en uitbreiden van dit padenstelsel wordt de toegankelijkheid van de uiterwaard vergroot en is het mogelijk de nieuw ontwikkelde natuurwaarden te beleven. De maatregel richt zicht uitsluitend op een wandelroute in de uiterwaard zelf en draagt daarmee bij aan de realisatie van het Laarzenpad van de gemeente Kampen. Een deel van het tracé moet nog nader worden bepaald. Hiervoor is zoekgebied aangeduid. Het streefbeeld is een verbonden padenstelsel dat onderdeel is van een doorgaande wandelstructuur. Na aanleg voldoet het pad aan de volgende eisen: Het sluit aan op het wandelpad in uiterwaard Bentinckswelle; De nieuw aan te leggen paden zijn onverhard en circa 1,5 meter breed; Op locaties waar de route watergangen dan wel drassige gebieden doorkruist zijn voorzieningen getroffen zoals bruggen of vlonderpaden; Op locaties waar de route een afrastering kruist zijn voorzieningen getroffen zoals klaphekjes; De gehele route is duidelijk gemarkeerd en is geschikt voor wandelaars met een normale conditie. Binnen de uiterwaard wordt het Laarzenpad aangelegd door de nieuw aan te leggen paden (zoals aangegeven op afbeelding 3-3 in de passende beoordeling) te verbinden met bestaande paden. Het nieuwe pad heeft een lengte van ruim 2,5 km en bestaat uit een graspad van circa 1,5 meter breed dat wordt aangelegd door te maaien. Ter hoogte van de maaiveldverlaging is de grond een groot deel van het jaar drassig. Hier wordt een vlonderpad aangelegd van circa 1 meter breed over een lengte van 150m. Binnen het aangegeven zoekgebied van 50 meter breed wordt de locatie van het aan te leggen wandelpad nader bepaald in overleg met Rijkswaterstaat, de betreffende grondeigenaar en de beheerder. De gehele route is duidelijk gemarkeerd. Hiertoe wordt de hele route (zowel bestaande paden als nieuw aan te leggen paden) voorzien van routemarkering op bestaande palen. Waar nodig worden extra palen met routemarkering geplaatst om de 100 meter en buiten de beschermingszone van eventuele keringen. Beschrijving inrichtingsmaatregelen Bentinckswelle De maatregelen in Bentinckswellen staan weergegeven op afbeelding 3-4 in de passende beoordeling. Onderstaande maatregelen vallen onder onze bevoegdheid. Aanleg tweezijdig aangetakte nevengeul Tussen gemaal Bentinck-Welle en de doorgestoken kade wordt een nevengeul aangelegd die tweezijdig is aangetakt op de IJssel. De geul voldoet aan de eisen die gesteld zijn vanuit KRW. De nieuw te graven geul verbindt drie bestaande plassen en volgt waar mogelijk bestaande

13 watergangen en natuurlijke laagtes zodat het grondverzet minimaal is Er zijn twee principeprofielen voor de geul opgesteld namelijk: Geul door grasland: waar de geul aan bestaand grasland (plas-drasnatuur / weiland) grenst, wordt uitgegaan van een smalle oeverzone waarin groeimogelijkheden voor oevervegetatie beperkt zijn. Geul langs (riet) moeras: Voor de stukken geul tussen de drie plassen wordt uitgegaan van een accoladeprofiel met een riet- en moerasvegetatie (zie onderste doorsnede). 13 Om in de Bentinckswelle een nevengeul te realiseren moeten er verschillende kunstwerken worden verwijderd of vervangen. Het gaat daarbij om de volgende werken: De duiker ter hoogte van gemaal Bentinck-Wellen wordt vervangen door een duiker die voldoet aan de eisen van Waterschap Vallei en Veluwe en Waterschap Groot-Salland. Op locaties waar de geul een toegangsweg in de uiterwaard kruist, is sprake van een permanent open duiker zodat de weg toegankelijk blijft. Dit houdt in dat op 4 locaties duikers worden vervangen of geplaatst. het gemaal aan de zuidzijde van Bentinckswelle wordt verwijderd. Op deze locatie wordt de nevengeul aangetakt. Hierdoor komt de uiterwaard in directe verbinding met de IJssel te staan waardoor het gemaal zijn functie verliest. De stuw ten noorden van het gemaal wordt verwijderd. Doordat de uiterwaard in directe verbinding met de IJssel komt te staan verliest de stuw zijn functie. Aan de noordzijde, ter hoogte van km-lijn 983.5, wordt de nevengeul eveneens aangetakt op de IJssel. Hiervoor wordt lokaal de zomerkade doorgestoken. De ontgravingswerkzaamheden ten behoeve van de geul zullen overwegend met klein en relatief stil materieel worden uitgevoerd om aanwezige kwetsbare natuurwaarden zoveel als mogelijk te ontzien. Kwaliteitsverbetering plas-dras Door het realiseren van een aangetakte nevengeul komt de hele uiterwaard in directe verbinding met de IJssel te staan. Lager gelegen gronden zijn daardoor langer nat. Op de

14 hoger gelegen gronden is (aangepast) agrarisch landgebruik mogelijk. De kwaliteitsverbetering plas-dras richt zich op het vergroten van het voedselgebied voor steltlopers door natte condities in het voorjaar. In die situatie droogt de bodem niet uit en is voedsel goed beschikbaar. Met het vernatten van de polder verbetert tevens het aanwezige rietmoeras in kwaliteit. 14 Het streefbeeld is natuurlijk grasland met natte condities in het voorjaar dat als foerageergebied gebruikt kan worden door weidevogels zoals grutto, kievit en scholekster. De condities voor plas-dras zijn: Vrijwel jaarlijkse inundatie van de IJssel; Gemiddeld waterpeil van cm onder maaiveld in het voorjaar; Eén à twee keer per jaar maaien waarbij het maaisel wordt afgevoerd en nabeweiding; Open landschap (ter voorkoming van predatoren); Licht voedselrijk; Het maai- en graasbeheer (uitgestelde maaidatum en nabeweiding) wordt zodanig gevoerd dat zo min mogelijk kuikens slachtoffer worden van beheeringrepen. Na realisatie van een aangetakte nevengeul zijn uitsluitend beheermaatregelen nodig. Behoud geïsoleerde plassen Aan de oostzijde van de Bentinkswelle zijn enkele geïsoleerde plassen aanwezig waarin het habitattype Meren met krabbenscheer voorkomt. Door de realisatie van de nevengeul komt de hele uiterwaard onder invloed van de dynamiek van de IJssel te staan. Om te voorkomen dat hierdoor deze plassen te vaak overstromen en de kwaliteit van het aanwezige habitattype achteruit gaat wordt het maaiveld op enkele plaatsen verhoogd. Het streefbeeld is dat de plassen waar nu het habitattype Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden voorkomt, geïsoleerd blijven om het habitat te behouden. Daarom blijft dit gebied een zomerpolder waarin inundatiefrequentie- en duur gelijk blijft aan de huidige situatie. Ook de huidige waterkwaliteit blijft hierdoor gehandhaafd. In dit laagdynamische deel komt (riet)moeras, zachthoutooibos en plas-drasnatuur voor. Om het streefbeeld te realiseren wordt op de aangegeven plekken (zie afbeelding 3.4 passende beoordeling) het maaiveld opgehoogd tot + 1,0 m NAP zodat er binnen de uiterwaard een nieuwe zomerpolder ontstaat. Deze zogenaamde grondwal volgt waar mogelijk het natuurlijk reliëf en sluit aan op hoger gelegen gronden. Hiermee wordt het grondverzet beperkt. De grondwal heeft een kruin van 2 m breed en taluds van 1:3 en is bekleed met gras. Het watersysteem binnen de zomerpolder en het dynamische deel worden van elkaar gescheiden door de sloten die de grondwal kruisen plaatselijk af te dammen ter hoogte van de grondwal.

15 Verbinden en aanleggen wandelpaden (laarzenpad) Het nieuwe gemarkeerde laarzenpad in Bentinckswelle loopt voor circa éénderde (ongeveer vanaf Zalkerdijk 53) via de teen van de dijk aan de buitendijkse zijde. Aan de noordzijde voert het pad naar de IJsseloever. De zuidelijke plas, die het dichtst bij de dijk ligt, wordt zoveel mogelijk buiten de verstoring van recreatief medegebruik gebracht. Hier wordt het pad aan de teen van de dijk aan de binnendijkse zijde gelegd. Het hele pad is onderdeel van een doorgaande wandelstructuur onder andere door de Zalkerbosch. Het traject van het pad ter hoogte van Bentinckswelle wordt weergegeven op afbeelding 3-4 in de passende beoordeling. Het traject van het hele laarzenpad is weergegeven op figuur 1 in de memo aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden van 17 mei Door de verlegging van delen van het pad naar de binnendijkse zijde is er sprake van een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. 15 Het streefbeeld is een verbonden padenstelsel dat onderdeel is van een doorgaande wandelstructuur. Na aanleg voldoet het pad aan de volgende eisen: Het sluit aan op het wandelpad in uiterwaard Zalkerbosch; De nieuw aan te leggen paden zijn onverhard en circa 1,5 meter breed; Op locaties waar de route watergangen dan wel drassige gebieden doorkruist zijn voorzieningen getroffen zoals bruggen of vlonderpaden; Op locaties waar de route een afrastering kruist zijn voorzieningen getroffen zoals klaphekjes; De gehele route is duidelijk gemarkeerd en is geschikt voor wandelaars met een normale conditie Voor een verdere beschrijving verwijzen we naar de tekst onder Zalkerbosch bij hetzelfde onderwerp. A1.2 en project Zomerbedverdieping IJssel De volgende doelstellingen hebben betrekking op die onderdelen van het project, waarvoor wij bevoegd zijn: Invulling geven aan de KRW-doelen door het verbeteren van de ecologische kwaliteit van de rivier door aanleg nevengeulen (scherenwelle en Bentinkswelle) en natuurvriendelijke oevers; Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit gericht op toename van het areaal plas-dras ten behoeve van foerageergebied voor met name steltlopers; Beleefbaar maken van de landschappelijke en ecologische waarden door de recreatieve toegankelijkheid te verhogen. A1.3 Periode De vergunning wordt aangevraagd voor onbepaalde tijd. A1.4 Relevante ecologische onderzoeken Voor de beoordeling van de aanvraag is het volgende ecologisch onderzoek meegezonden: Anonymus, Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, Passende beoordeling. HaskoningDHV BV i.o.v. Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, Amersfoort (dossiernr: BA ; registratienr.: LW-AF , versie 4.0); Aanvulling op passende beoordeling Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, KRW-geul Bentinckswelle, Haskoning DHV BV, 12 februari 2013; Aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden, Royal HaskoningDHV, 17

16 mei 2013 (dossiernr.: BA ; registratienr. LW-AF ) Anonymus, Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, Deelrapport 1E: Uiterwaardmaatregelen. Planstudie SNIP 3. DHV BV i.o.v. Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, Amersfoort (dossiernr.: BA ; registratienr.: LW-AF , versie 4.0); Anonymus, Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, plan en projectmer (deel A). Rijkswaterstaat programmadirectie ruimte voor de rivier. Anonymus, Adviezen Commissie m.e.r. aangaande Zomerbedverlaging en IJsseldelta Zuid inclusief twee memo s met aanvullingen: Cumulatief effect stikstofdepositie en verminderde inundatie (BL-RD ) Robuustheid IJsseldelta-Zuid en Zomerbedverlaging Beneden IJssel (LW-AF ) 16 Verder zijn de volgende stukken bij de beoordeling betrokken: Hut, R.M.G. van der, Terreinkeus van porseleinhoen, snor en baardman in Nederlandse moerasgebieden. Habitatmodellen ten behoeve van inrichting en beheer. Bureau Waardenburg, Culemborg; Voslamber, B., M. Liefting, Standaard rekenmethodiek grasetende watervogels in de Rijntakken. SOVON-onderzoeksrapport 2011/09. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. A1.5 Aanvullende gegevens Tijdens de behandeling van de aanvraag zijn er verschillende wijzigingen geweest ten opzichte van de aanvraag. Het betreft een wijziging in de inrichting van Bentinckswelle (d.d. 25 febr. 2013, ons kenmerk 2013/ ), een wijziging in het tracé van het laarzenpad (d.d. 27 mei 2013, ons kenmerk 2013/ ) en een wijziging in de maatregelen ten behoeve van de Kleine modderkruiper (d.d. mei 2013, ons kenmerk 2013/ ). De wijzigingen zijn verwerkt in de actualisatie van de passende beoordeling. De geactualiseerde versie is bij ons geregistreerd onder kenmerk 2013/ Tevens zijn er aanvullend nog twee rapporten toegestuurd als onderdeel van de aanvraag, te weten: Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, Deelrapport 1E: Uiterwaardmaatregelen en Zomerbedverlaging Beneden-IJssel, plan en projectmer (deel A). Deze rapporten zijn samen bij ons geregistreerd onder kenmerk 2013/ In augustus 2013 zijn de adviezen van de Commissie m.e.r. toegezonden. Daarbij horen twee memo s met aanvullingen naar aanleiding van vragen van de commissie (d.d. 21 augustus 2013, ons kenmerk 2013/ ). A1.6 De aanvraag en het Natura 2000-gebied Uw project vindt plaats in of vlakbij het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel. Op uw aanvraag is daarmee het in bijlage 2 (Gebiedsbeschrijving) vermelde (ontwerp)aanwijzingsbesluit van toepassing. A2 Bevoegdheid Uitgangspunt bij de Nbwet (art. 2) is, dat gedeputeerde staten van de provincie, waarin beschermde natuurmonumenten en/of Natura 2000-gebieden geheel of grotendeels liggen, bevoegd zijn te beslissen over vergunningaanvragen ex art. 16 en art. 19d Nbwet. Daarbij is overeenstemming met gedeputeerde staten van de andere provincies nodig, waarin het beschermde gebied mede ligt, voor zover die vergunning betrekking heeft op delen van het gebied, in die andere provincies.

17 Art. 2a van de Nbwet bepaalt, dat, als de aanvraag betrekking heeft op een handeling of project die hoofdzakelijk gevolgen kan hebben voor een deel van een beschermd natuurmonument of Natura 2000-gebied dat binnen de grenzen van één provincie ligt, dan beslist GS van de provincie waarin dat deel ligt. In art. 16, lid 6, en art. 19d, lid 5 is aangegeven dat bij algemene maatregel van bestuur projecten of andere handelingen of categorieën van gebieden aangegeven kunnen worden waarvoor de minister van vergunningen verleend. Dit is in het besluit vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 nader uitgewerkt. In overeenstemming met art. 2, onder e, in dit besluit is de minister bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen voor het treffen van maatregelen en voorzieningen die nodig zijn met het oog op de ontwikkeling, werking en bescherming van de hoofdwateren in de zin van het Waterbesluit. 17 Het voorliggende project valt grotendeels onder bovenstaande omschrijving uit het Besluit vergunningen. Hierdoor is de minister van voor het grootste deel van het project bevoegd gezag voor de Nbwet. Die onderdelen van dat project, die niet onder deze omschrijving vallen (zie tabel1), liggen volledig op het grondgebied van provincie Overijssel. Voor die onderdelen zijn wij bevoegd om te beslissen op de vergunningaanvraag. A3 Procedure Rijkscoördinatieregeling van toepassing De voorbereiding en bekendmaking van de (ontwerp) besluiten ter uitvoering van Zomerbedverlaging Beneden-IJssel worden gecoördineerd. Deze coördinatie vindt plaats op basis van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 26 april 2011 tot toepassing van de rijkscoördinatieregeling (Staatscourant 2011, nr. 7723, op grond van artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening [verder Wro]). Deze rijkscoördinatie heeft betrekking op besluiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Ontgrondingenwet en de Waterwet. De coördinatie heeft tot gevolg dat op deze besluiten de procedure op basis van artikel 3.35, lid 4, Wro van toepassing is. Dat betekent dat de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is. Dat houdt in dat er eerst een ontwerp-besluit zes weken ter inzage wordt gelegd. Op dit besluit kan een ieder een zienswijze op indienen. Als daar aanleiding toe is wordt op basis van de zienswijzen het ontwerp-besluit aangepast bij het vaststellen van het definitieve besluit. Dit definitieve besluit wordt eveneens zes weken ter inzage gelegd. Als tegen het definitieve besluit geen beroep wordt ingesteld is het besluit onherroepelijk. A3.1 Zienswijze Naar aanleiding van uw aanvraag zijn een afschrift van uw aanvraag, evenals de ontvangstbevestiging, op grond van artikel 44, lid 2, Nbwet, naar het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kampen en het ministerie van Economische Zaken (hierna te noemen ) gestuurd. Op basis van artikel 44, lid 3, Nbwet is het college van burgemeester en wethouders gedurende een termijn van acht weken in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag haar zienswijze kenbaar te maken.

18 In overeenstemming met de uitgebreide procedure is ons ontwerpbesluit gelijktijdig met besluiten op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 (betreffende maatregelen vallend onder de bevoegdheid van de minister), de Ontgrondingenwet en de Waterwet, met de daarbij behorende stukken, voor een ieder ter inzage gelegd van 6 juni tot en met 17 juli Gedurende de ter inzage periode heeft een ieder op de ontwerpbesluiten schriftelijke zienswijzen naar voren kunnen brengen. Onder B3 wordt nader ingegaan op de ingebrachte zienswijzen. 18 A3.2 Betrokkenheid andere provincie De maatregelen, binnen het project Zomerbedverlaging beneden-ijssel, waar deze vergunning betrekking op heeft, hebben alleen effecten op een deel van het Natura gebied dat op het grondgebied van provincie Overijssel ligt. Wij zijn daardoor bevoegd om te beslissen op de vergunningaanvraag. Instemming van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland is niet noodzakelijk. A4 Vergunningplicht Op basis van de aanvraag en de daarbij behorende stukken hebben wij beoordeeld of het door u aangevraagde project en/of handeling schadelijke gevolgen kan hebben voor de natuurlijke kenmerken van het gebied, zoals beschreven in de instandhoudingsdoelstellingen van dit Natura 2000-gebied. Wij hebben geconstateerd dat er geen sprake is van een project of handeling conform een vastgesteld beheerplan. Verder is er geen sprake van bestaand gebruik, in overeenstemming met de wet. Het project kan wel gevolgen hebben voor de instandhoudingsdoelstellingen en significant negatieve effecten zijn op voorhand niet uit te sluiten. Binnen het Natura 2000-gebied ligt het beschermd natuurmonument (verder BN) IJsseluiterwaarden. De aanwijzing als BN is vervallen met de aanwijzing als speciale beschermingszone in het kader van de Europese Vogelrichtlijn. Op basis van het ontwerpbesluit voor het Natura 2000-gebied en art. 19ia in de Nbwet hebben de doelen mede betrekking op de doelstellingen van het vervallen BN. Aangezien onderdelen van het project binnen de begrenzing van delen van het vervallen BN worden uitgevoerd is aantasting van de wezenlijke kenmerken hiervan niet uit te sluiten. In die gevallen geldt een aanvraag voor een vergunning op grond van art. 19d tevens als aanvraag op grond van art. 16. Conclusie Op basis van bovenstaande is het project vergunningplichtig in het kader van art. 16 en 19d Natuurbeschermingswet. Vergunning kan uitsluitend worden verleend op basis van een passende beoordeling.

19 B TOETSING B1 Wettelijk kader en beleid B1.1 Natuurbeschermingswet 1998 Artikel 19d, lid 1, van de Nbwet bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan een dergelijke vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, projecten of andere handelingen te realiseren c.q. te verrichten die, gelet op de instandhoudingdoelstelling, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied kunnen verslechteren of een verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. 19 Artikel 19e van de Nbwet bepaalt dat gedeputeerde staten van de provincie bij het verlenen van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nbwet rekening houden met: a. de gevolgen die een project of andere handeling, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, met uitzondering van de doelstellingen, bedoeld in artikel 10a, derde lid, kan hebben voor een Natura gebied; b. een op grond van artikel 19a of artikel 19b vastgesteld beheerplan, en c. vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, evenals regionale en lokale bijzonderheden. Uit artikel 19f, lid 1, van de Nbwet volgt dat voor nieuwe projecten of andere handelingen, die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, de initiatiefnemer een passende beoordeling opstelt. In overeenstemming met artikel 19g, lid 1, van de Nbwet kan een vergunning slechts worden verleend indien het bevoegd gezag uit de passende beoordeling zich ervan heeft verzekerd dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied c.q. desbetreffende gebieden niet aangetast zullen worden. Beschermd natuurmonument Artikel 16, eerste lid van de wet, bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan die vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, handelingen te verrichten die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis van het beschermd natuurmonument of voor dieren of planten in het beschermd natuurmonument of die het beschermd natuurmonument ontsieren. Als schadelijke handelingen worden in elk geval handelingen aangemerkt die de in het besluit tot aanwijzing als beschermd natuurmonument vermelde wezenlijke kenmerken van het beschermd natuurmonument kunnen aantasten. Conform art. 16, lid 4, is het verbod tevens van toepassing op handelingen die buiten het beschermd natuurmonument kunnen worden verricht en die zijn vermeld in het besluit tot aanwijzing als beschermd natuurmonument.

20 Indien een beschermd natuurmonument voor inwerkingtreding van de Natuurbeschermingswet 1998 is aangewezen geeft art. 65 aan dat het verbod voor het uitvoeren van schadelijke handelingen die buiten het beschermd natuurmonument worden verricht geldt zonder dat deze vermeld zijn in het besluit tot aanwijzing. Als gevolg van artikel 10, eerste lid van de wet, wijst Onze Minister gebieden aan als beschermd natuurmonument. In bijlage 3 is het aanwijzingsbesluit van het beschermd natuurmonument toegevoegd. Hierin worden de redenen voor aanwijzing beschreven. 20 Als een bescherm natuurmonument samenvalt met een Natura 2000-gebied vervalt die aanwijzing met ingang van de aanwijzing als Natura 2000-gebied (art. 15a, lid 2). De instandhoudsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied hebben in dat geval mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen besluit (art. 15a, lid 3). Op grond van art. 19ia is in dat laatste geval tevens art. 16 van toepassing, als een project binnen de begrenzing van het voormalige BN plaats vindt. Deze vervallen doelen kennen geen externe werking. Een aanvraag van een vergunning, als bedoeld in art. 19d, geldt in voorkomende gevallen tevens als een aanvraag van een vergunning bedoelt in art. 16, lid 1. Complementaire doelen De Raad van State heeft in haar uitspraken 8 weergegeven dat complementaire doelen, zoals weergegeven in (ontwerp) aanwijzingsbesluiten als Natura 2000-gebieden, gezien moeten worden als doelstellingen, overeenkomstig art. 10a, lid 3 van de Nbwet. In overeenstemming met art. 19ia is in dat laatste geval tevens art. 16 van toepassing. Een aanvraag van een vergunning, als bedoeld in art. 19d, geldt dan tevens als een aanvraag van een vergunning bedoelt in art. 16, lid 1. In afwijking van de doelstellingen voor beschermde natuurmonumenten kennen deze complementaire doelen geen externe werking. De overige leden van artikel 16 zijn niet van toepassing op de complementaire doelen. B1.2 Overig relevant beleid Vierde Nota Waterhuishouding Handhaven van de veiligheid is één van de belangrijkste doelstellingen van integraal rivierbeheer zoals verwoord in de Vierde Nota Waterhuishouding. Hiertoe zal de komende decennia in het winterbed van de grote rivieren een ingrijpende herschikking van functies en inrichtingsmaatregelen op grote schaal dienen plaats te vinden. Landschap, natuur en cultuurhistorische waarden worden daarbij zoveel mogelijk ontzien en geïntegreerd om het oerhollands karakter van het rivierenlandschap te behouden. Dit komt tot uiting in de door provincies en rijk opgestelde integrale ruimtelijke visie voor het grootste deel van het bedijkte rivierengebied (Nadere Uitwerking Rivierengebied, NURG). NURG vormt het kader waarbinnen al jaren uitwerkingen plaatsvinden. De natuurstreefbeelden voor de grote rivieren blijven van kracht. 8 ABRvS A4 van 14 november 2012

21 Nota Ruimte In zijn algemeenheid is het ruimtelijk beleid voor de Nbwet en EHS-gebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden vindt plaats door toepassing van een specifiek afwegingskader, het zogenoemde «nee, tenzij»-regime. Het rijk wil voorts voldoende veiligheid tegen overstromingen realiseren. Hiertoe richt het rijk zich op het hoofdwatersysteem, waartoe ook de grote rivieren behoren. Het rijk wil in het gebied van de grote rivieren de veiligheid tegen overstromingsgevaar handhaven en de ruimtelijke kwaliteit verbeteren. Waar nodig worden maatregelen genomen om de te verwachten hogere rivierafvoeren te verwerken. De bestaande ruimte voor de rivier wordt behouden. Hiertoe wordt in het zoekgebied voor verbreding van het winterbed, de inrichting als waterbergingsgebied, of voor de versterking van dijken, gedurende een periode van 10 jaar na vaststelling van de Nota Ruimte, gevrijwaard van ontwikkelingen die een inrichting ten behoeve van de bescherming tegen overstromingen kunnen bemoeilijken. 21 Als randvoorwaarde voor rivierverruimende maatregelen wordt gesteld dat deze maatregelen blijven binnen de randvoorwaarden die worden gesteld door de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Hiertoe is specifiek voor het rivierengebied een Strategisch kader Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn opgesteld. De Nota Ruimte wil tevens de specifieke karakteristieken van de verschillende riviertakken handhaven en nader uitwerken. Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier In 2007 is de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier in werking getreden. In deze PKB is besloten tot uitvoering van een Basispakket van maatregelen om de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen op het vereiste niveau te brengen en een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. In het Basispakket is de maatregel Zomerbedverlaging Beneden-IJssel opgenomen. Bij de uitwerking van de planstudie is gebleken dat deze maatregel niet volledig uitvoerbaar is in verband met negatieve effecten op beschermde natuur en op drinkwaterwinning. De PKB is daarom gewijzigd. De Zomerbedverlaging Beneden-IJssel over 22 km is vervangen door een verkorte Zomerbedverlaging Beneden-IJssel over 7,5 km en een beperkte hoogwatergeul bij Kampen (Reevediep). De hoogwatergeul bij Kampen (Reevediep) is onderdeel van de Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid. Beide maatregelen zijn nodig om de vereiste waterstandsdaling in de beneden-ijssel tot aan Zwolle te realiseren. Beleidslijn grote rivieren De Beleidslijn grote rivieren vormt een nadere uitwerking van het ruimtelijk beleid voor het rivierbed zoals dat in de Nota Ruimte is verwoord. De Beleidslijn beschrijft onder meer welke activiteiten kunnen worden toegelaten in het stroombed van de grote rivieren. De IJssel valt onder het stroomvoerend regime. Hierbij mogen alleen specifiek omschreven riviergebonden activiteiten plaatsvinden. Realisatie van natuur wordt hiertoe gerekend. Als voorwaarden worden hierbij onder meer gesteld dat er geen sprake mag zijn van een feitelijke belemmering voor het vergroten van de afvoercapaciteit, en dat er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit, dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is. Omgevingsvisie Op 3 juli 2013 hebben Provinciale Staten van Overijssel de actualisatie van de Omgevingsvisie vastgesteld. In deze omgevingsvisie zijn beleidsambities weergegeven. Onder het thema

22 Soort Eenzijdig aantakken geul Natuurvriendelijke oevers Realisatie meestromende nevengeuel Kwaliteitsverbetering plasdras Behoud geïsoleerde plassen Realisatie wandelroute Gebruik graanakker Realisatie wandelroute water en klimaat is de kernambitie opgenomen dat in Overijssel watersystemen met een goede ecologische en chemische kwaliteit worden nagestreefd, die voor de lange termijn klimaatbestendig en veilig zijn. Hieronder valt de ambitie om voorbereid te zijn op de lange termijn gevolgen van klimaatsverandering. Onder het thema veiligheid en gezondheid valt de kernambitie om veilig, schoon en gezond te kunnen wonen, werken, recreëren en reizen. De bescherming tegen overstromingen is onderdeel van deze ambitie. De provincie wil meewerken aan duurzame oplossingen op het gebied van waterveiligheid. Om nu en de toekomst bestand te zijn teven extreme situaties is het nodig om watersystemen de ruimte te geven. Daarmee wordt de afvoercapaciteit en het opvangvermogen van dergelijke systemen herstelt en vergroot. Vanuit die visie werkt de provincie mee aan projecten die de rivieren meer ruimte geven, zoals bijvoorbeeld de Ruimte voor de rivier-projecten. B2 Inhoudelijke beoordeling 22 B2.1 Relevante kwalificerende waarden De voorgestelde maatregelen voor het project zijn getoetst aan de effecten op de instandhoudingsdoelen, zoals deze zijn weergegeven in bijlage 2. In overeenstemming met de Nbwet toetsen we tevens op de doelstellingen van het vervallen beschermd natuurmonument 9, voor zover deze niet overeenkomen met de doelstellingen van het Natura 2000-gebied. Uit deze toetsing blijkt dat effecten op voorhand niet kunnen worden uitgesloten door de voorgenomen maatregelen op de soorten, weergegeven in tabel 2. De overige instandhoudingsdoelen (zie onderstaand overzicht) ondervinden geen effecten, omdat ze niet voorkomen in de directe omgeving van de hier beoordeelde maatregelen of er niet negatief door worden beïnvloed. habitattypen Grote modderkruiper Kievit (niet broedvogel) Slobeend (niet broedvogel) Bever Rivierdonderpad Wulp (niet broedvogel) Kuifeend (niet broedvogel) Fuut IJsvogel Nonnetje (niet broedvogel) Aalscholver Kamsalamander Wilde eend (niet broedvogel) Tabel 2: soorten waarop negatieve effecten niet zijn uit te sluiten Scherenwelle Bentinckswelle Zalkerbosch 9 Aanwijzing van 8 augustus 1995, staatsnatuurmonument IJsseluiterwaarden, kenmerk N Bij een wijziging van de Natuurbeschermingswet is de naam staatsnatuurmonument later vervangen door het huidige beschermd natuurmonument

23 Soort Eenzijdig aantakken geul Natuurvriendelijke oevers Realisatie meestromende nevengeuel Kwaliteitsverbetering plasdras Behoud geïsoleerde plassen Realisatie wandelroute Gebruik graanakker Realisatie wandelroute Scherenwelle Bentinckswelle Zalkerbosch 23 Natura 2000 Bittervoorn Kleine modderkruiper Porseleinhoen (broedvogel) Kwartelkoning (broedvogel) Zwarte stern (broedvogel) Kleine zwaan Wilde Zwaan Kolgans Grauwe gans Smient Krakeend Wintertaling Pijlstaart Tafeleend Meerkoet Scholekster Kievit Grutto Vervallen doelen Beschermd Natuurmonument Bruine kiekendief (broedvogel) Roerdomp (broedvogel) Rietzanger (broedvogel) Grote karekiet (broedvogel Baardmannetje (broedvogel) Grutto (broedvogel) Tureluur (broedvogel) Meren met krabbenscheer Toelichting kleuren in de tabel: Effecten tijdens realisatie Effecten tijdens realisatie en gebruik Onder B2.2 wordt uw aanvraag getoetst aan de beoordelingskaders vanuit de Natuurbeschermingswet en de (ontwerp)aanwijzingsbesluiten van het Natura gebied Uiterwaarden IJssel. Daarbij worden de effecten besproken die de aanvraagde

24 activiteit kunnen veroorzaken op die soorten en/of habitattypen die negatieve effecten kunnen ondervinden. B2.2 Beoordeling aangevraagd project c.q. handeling In de navolgende beoordeling op basis van de passende beoordeling worden de effecten per instandhoudingsdoel besproken. Voor zover dat mogelijk is op basis van de effecten worden soortgroepen zo veel mogelijk gezamenlijk beoordeeld (bijvoorbeeld broedvogels). 24 Bittervoorn en kleine modderkruiper Deze soorten komen niet in de IJssel zelf voor maar vooral in wateren in de uiterwaarden. Over het gehele gebied bevindt zich geschikt leefgebied in relatief laagdynamische milieus als sloten, brede watergangen, maar ook strangen kolken of putten. De Bittervoorn wordt aangetroffen in stilstaand of langzaam stromend, helder, relatief ondiep water. De Kleine modderkruiper komt voor in laag dynamische wateren met sliblaag en goed ontwikkelde watervegetatie, zoals sloten, watergangen en geïsoleerde plassen en afgesloten meanders. De soort wordt ook aangetroffen in langzaam stromende wateren. Uit inventariserend onderzoek in 2012 is naar voren gekomen dat deze soorten in de uiterwaarden Scherenwelle en Bentinckswelle voorkomen. Bij de aanleg van de eenzijdig aangetakte nevengeul in Scherenwelle en aanleg van de meestromende nevengeul in Bentinkswelle wordt het leefgebied van deze vissoort tijdelijk aangetast, doordat bestaande watergangen deels vergraven worden. De nevengeulen in beide uiterwaarden vormen op termijn geschikt leefgebied voor beide soorten door de beperkte rivierdynamiek in deze geulen. Mitigerende maatregelen De aanvrager geeft aan dat de werkzaamheden in de watergangen in Scherenwelle en Bentinckswelle uitgevoerd worden in de periode september - oktober. Daarmee worden deze werkzaamheden uitgevoerd buiten het voortplantingsseizoen van deze vissoorten. In de aangeleverde informatie wordt aangegeven dat de graafwerkzaamheden zo veel mogelijk in den droge worden uitgevoerd. Als er een nieuwe verbinding wordt gegraven tussen verschillende plassen of oude rivierarmen voorkomt een gronddam tussen het bestaande water en de nieuwe watergang effecten op vissoorten. Pas als het verbindende traject is gerealiseerd worden de gronddammen tussen de onderlinge delen weg gegraven. Daarmee worden negatieve effecten op vissoorten geminimaliseerd. Ook bij het realiseren van natuurvriendelijke oevers of verruiming van het oeverprofiel wordt het werk op vergelijkbare wijze uitgevoerd. Daarbij zijn er twee mogelijkheden: 1) door het waterpeil van het betreffende water tijdelijk te laten zakken, verschuift de waterlijn. Daarmee verschuift ook het leefgebied van de vissoorten. De graafwerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zonder dat dit leidt tot negatieve effecten op de vissoorten. Na uitvoering van de werkzaamheden kan het waterpeil worden hersteld en is er geen sprake van negatieve effecten op de vissoorten; 2) door een klein gronddammetje, aangrenzend aan de watergang, in stand te houden wordt het nieuwe profiel gerealiseerd. Als het nieuwe oeverprofiel is gerealiseerd wordt als laatste het tussenliggende dammetje weg gegraven. Op deze wijze is de invloed op het leefgebied van de kwalificerende vissoorten tot een minimum beperkt. Op locaties, waar het werken in den droge niet mogelijk is of waar watergangen worden gedempt, worden de kleine modderkruipers in de periode vanaf 1 september tot en met 31 oktober gevangen. Het wegvangen wordt alleen uitgevoerd als de luchttemperatuur lager is dan 25 graden en het water ijsvrij is. De gevangen exemplaren worden in de dezelfde

25 uiterwaard in geschikte wateren, waar geen werkzaamheden worden uitgevoerd, terug geplaatst. De vergraving vindt plaats na het invangen van de aanwezige exemplaren van de Kleine modderkruiper. Dit vindt ook plaats in watergangen die moeten worden gedempt. Aanvullend geldt voor deze twee laatste typen van werkzaamheden dat er altijd richting open water wordt gewerkt. Hierdoor kunnen mobiele vissoorten voor de werkzaamheden uit vluchten. In de passende beoordeling wordt gesteld dat door deze maatregelen geen sprake is van een significante verstoring van het leefgebied van deze soorten. Na uitvoering van de werkzaamheden is er op korte termijn sprake van een kwaliteitsverbetering en toename van het oppervlakte geschikt leefgebied. 25 Ons oordeel Wij kunnen ons vinden in deze conclusies. Negatieve effecten zijn uit te sluiten als de beschreven werkwijze wordt gehanteerd. Om de voorgestelde mitigerende maatregelen te formaliseren verbinden we deze als voorschriften aan de vergunning. Daarnaast zijn wij van mening dat een aanvulling hierop noodzakelijk is, aangezien de voorgenomen werkwijzen niet zijn gekoppeld aan uitvoeringslocaties. Wij verwachten niet dat een aannemer voldoende deskundig is om te bepalen welke aanpak op een werklocatie het beste is, gezien de ecologische waarden. Daarom verbinden we aan deze vergunning tevens de voorwaarde dat de werkzaamheden aan de oevers of de watergangen begeleid moeten worden door een deskundig ecoloog op het gebied van vissen. Tevens leggen we in een voorschrift vast dat er tijdens deze werkzaamheden een ecologisch logboek moet worden bijgehouden. Hierin moet worden vastgelegd op welke locatie er volgens één van bovenstaande methoden gewerkt is. Als er niet gekozen is voor het werken in den droge dan moeten de redenen daarvoor in het logboek zijn weergegeven. Tevens wordt hierin vastgelegd op welke locatie vissen zijn ingevangen en waar deze naar toe zijn verplaatst. Een en ander onder vermelding van naam van de uitvoerende en de datum van uitvoering. Broedvogels In de uiterwaarden Scherenwelle en Bentinckswelle komen leefgebieden voor van o.a. Porseleinhoen, Kwartelkoning en Zwarte stern. Het Porseleinhoen is een moerasvogel van open moerassig terrein. De soort leeft van plantendelen, zoals zaden, vruchten en wortels, maar ook van insecten, kleine visjes, wormen, slakken en kikkertjes. Geliefde biotopen zijn nogal ontoegankelijk: natte uiterwaarden, randen van riet-, zegge- en lismoerassen en ondergelopen graslanden. Belangrijk is de aanwezigheid van water met een diepte van minder dan 15 centimeter. Schommelingen in het waterpeil leiden tot veranderingen in de aantallen broedparen 10. Langs de IJssel leiden met name inundaties in de periode mei en juni tot hogere aantallen broedparen. Een broedbiotoop voor één broedpaar bestaat minimaal uit 1-2 ha aan 0,5-1,0 m hoge moeras- en grazige vegetatie. Van deze vegetatie moet in ieder geval m aaneengesloten zijn. Verder moet minimaal 2-10% van het broedgebied bestaan uit ondiep water. Deze soort heeft een voorkeur voor jonge vegetaties, zoals gemaaid riet en hooiland 11. De Kwartelkoning heeft een voorkeur voor half open tot open graslanden en grazige akkergewassen. Ze worden vaak gezien op vochtige terreinen, zoals vochtige hooilanden, maar dat heeft de maken door de combinatie van de relatief hoge (20-30 cm), structuurrijke begroeiing, die pas laat in het seizoen wordt gemaaid. Dichte vegetaties, zoals in bemeste Hut, R.M.G. van der, 2003

26 graslanden, worden gemeden. De stengels staan in die graslanden zo dicht op elkaar dat de vogel moeite heeft om daar doorheen te lopen. Ook akkers met luzerne, karwij of wintertarwe worden wel gebruikt als broedbiotoop 10. Een broedbiotoop voor één broedpaar omvat een gebied van minimaal 3 ha, maar kan tot 30 ha groot zijn (afhankelijk van de kwaliteit van het gebied). In het broedseizoen bestaat het voedsel voornamelijk uit insecten, slakken en andere kleine diersoorten. Deze soort is vooral s nachts actief. Mannetjes roepen ongeveer vanaf middernacht tot het ochtendgloren. 26 De Zwarte stern is voor het broeden gebonden aan zoet water, zoals moerassen, vennen, oude rivierarmen etc. Ze maken onder natuurlijke omstandigheden op drijvende planten of drijvende worstelstokken van gele plomp en waterlelie een nest. Ze accepteren echter ook kunstmatige locaties, zoals nestvlotjes. Ze broeden in groepsverband. Hun voedsel bestaat uit vliegende insecten, visjes en kleine waterdieren. Voor de jacht op visjes en waterinsecten is het nodig dat het water helder is. Ze zoeken voedsel in de wijde omgeving van het nest, maar binnen een straal van 5 km moet in ieder geval voldoende aanbod aanwezig zijn. In Scherenwelle en Bentinckswelle zijn nestvlotjes uitgelegd. De locaties hiervan staan weergegeven in bijlage 2 van de passende beoordeling. Deze zijn in beide uiterwaarden geaccepteerd. In Scherenwelle waren in broedparen aanwezig. In de Bentinckswelle werden 5 broedparen geteld. Effecten uitvoering werkzaamheden De werkzaamheden aan de geulen in Scherenwelle en Bentinckswelle kunnen negatieve effecten hebben op de broedende vogels die aanwezig zijn door optische verstoring. Dat geldt ook voor de werkzaamheden ter realisatie van de natuurvriendelijke oevers in Scherenwelle. Ook voor de realisatie van de grondwal in Bentinckwelle kunnen deze effecten optreden. Na uitvoering van deze maatregelen is er sprake van een kwaliteitsverbetering van de leefgebieden voor de verschillende broedende moerasvogels, waaronder het Porseleinhoen en de Zwarte stern. Mitigerende maatregelen In de passende beoordeling is aangegeven dat de werkzaamheden worden uitgevoerd buiten de periode dat broedvogels aanwezig zouden kunnen zijn. Concreet betekent dit, dat de werkzaamheden ten behoeve van de geulen, de natuurvriendelijke oevers, de grondwal en de sloten buiten de periode april tot en met september worden uitgevoerd. Door buiten deze gevoelige periode de werkzaamheden uit te voeren is er geen sprake van negatieve effecten op broedvogels. Ons oordeel Wij kunnen ons vinden in deze conclusie in de passende beoordeling met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden. Om de voorgestelde mitigerende maatregelen te formaliseren verbinden we deze als voorschriften aan de vergunning. Effecten gebruik laarzenpad Het te realiseren laarzenpad gaat zowel door delen van de Bentinckswelle als delen van het Zalkerbosch. Het tracé, zoals aangevraagd, is weergegeven op figuur 1 van de memo aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden. In beide uiterwaarden is er leefgebied voor kwalificerende broedvogelsoorten aanwezig. In Zalkerbosch gaat het met name om Kwartelkoning. In Bentinckswelle gaat het zowel om Kwartelkoning, Porseleinhoen als Zwarte stern.

27 Deze soorten zijn matig (Kwartelkoning en Porseleinhoen) tot zeer gevoelig (Zwarte stern) voor verstoring door recreatie. Dat wil zeggen dat vanaf de delen, die recreatief worden benut een verstoorde zone aanwezig is van circa 100 m tot meer dan 300 m (Zwarte stern) waarin het leefgebied door de betreffende vogelsoorten minder zullen worden benut of zelfs wordt gemeden. In gebieden, waar de recreatie niet beperkt is tot paden, is de verstoring zo onvoorspelbaar, dat leefgebieden niet in gebruik worden genomen. Er wordt een wandelroute gecreëerd over grotendeels bestaande, deels onverharde, paden, voorzien van bordjes. De wandelroute wordt in twee fases gerealiseerd. De aanvraag betreft uitsluitend fase 1. In de passende beoordeling is aangegeven dat de wandelroute vooral door de lokale bevolking wordt gebruikt. Grote aantallen recreanten worden niet verwacht. Het laarzenpad is onderdeel van een netwerk van wandelpaden. Doordat er een gemarkeerde route komt neemt het gebruik door wandelaars van elders wel iets toe. 27 Maatregelen Zalkerbosch In de huidige situatie is een groot deel van het noordelijk deel van de uiterwaard vrij toegankelijk voor recreanten. Uit de aangeleverde gegevens komt naar voren dat ter plaatse van het Zalkerbosch gekozen is voor zonering van de recreatie. De aanwezige doodlopende paden ten westen van het Veerpad worden onderling verbonden. Daarbij komt er een wandelpad langs de oever van de IJssel. Op dit pad wordt het meenemen van honden verboden. Op de bestaande paden langs de bosrand zijn honden aangelijnd toegestaan. Struinen ten westen van het Veerpad wordt niet meer toegestaan. Het toegestane gebruik wordt met bordjes aan de recreant duidelijk gemaakt. Het gebied ten oosten van het Veerpad wordt gevrijwaard van recreatief gebruik. Uitzondering hierop zijn de sportvissers met een VISpas. Zij hebben officieel looprecht op de oever van de IJssel. In het gebied ten westen van het Veerpad worden wandelaars over het pad langs de IJssel geleid. Hierdoor ontstaat een verstoringsvrij gebied dat één broedpaar van de Kwartelkoning kan herbergen. In dit gebied worden maatregelen genomen om stroomdalgrasland te ontwikkelen. Het beheer dat daarbij hoort is tevens een geschikt beheer voor de Kwartelkoning. Het beheer van deze gronden is onderdeel van de vergunning van het ministerie van. Door het ontzien van het oostelijk deel van de uiterwaard ontstaat er een relatief verstoringsvrij gebied, dat met het voorgenomen beheer geschikt broedbiotoop vormt voor één broedpaar van de kwartelkoning. Bentinckswelle In de huidige situatie wordt er aan de buitendijkse teen van de dijk gewandeld. De uiterwaard is verder niet toegankelijk. Door dit gebruik valt een zone van circa 10 ha binnen de verstoringsafstand van vogelsoorten als Kwartelkoning en Porseleinhoen. Het nieuwe tracé van het laarzenpad ligt ter hoogte van Bentinckswelle voor een deel aan de binnendijkse zijde. Door de aanwezigheid van het dijklichaam, tussen het pad en de uiterwaard, wordt de verstoring verminderd ten opzichte van de huidige situatie. Het nieuwe binnendijkse pad kruist de dijk net ten noorden van de nieuwe geul in de Bentinckswelle. Hier gaat het tracé enkele honderden meters naar het noorden door de uiterwaard. Dit traject is een toevoeging aan de huidige wandelroute. Op het pad geldt een aanlijngebod voor honden.

28 De verstoring die optreedt ten gevolge van het laarzenpad ter plaatse van Bentinckswelle is beperkt tot het traject langs de buitendijkse zijde van de dijk (vanaf Zalkerdijk 53) tot en met het pad naar de oever van de IJssel. De deze verstoorde zone vanaf het laarzenpad is leefgebied aanwezig voor Kwartelkoning en Zwarte stern. Gezien de ontwikkelingen in het gebied is het in de toekomst ook geschikt leefgebied van het Porseleinhoen. Deze soorten zijn matig gevoelig voor verstoring (verstoring afstand < 100 m). Door geleiding van de wandelaars over het binnendijkse pad verminderd de huidige verstoring door mensen in de zone langs de teen van de dijk buitendijks. Er is wel sprake van een toename van verstoring langs het pad aan de noordzijde. Dit betreft echter een veel kleiner gebied. Ten opzichte van de huidige situatie wordt de verstoorde zone tot circa 5 ha gereduceerd. 28 In de aanvulling op de passende beoordeling wordt voor het laarzenpad geconcludeerd dat er met het nemen van de mitigerende maatregelen geen sprake is van een verslechtering van het leefgebied van de beoordeelde vogels. De inrichtingsmaatregelen voor beide uiterwaarden leidt tot een verbetering van de kwaliteit van de aanwezige leefgebieden. De verstoring door het wandelpad leidt tot een kleiner verstoord oppervlakte. Hierdoor is er sprake van een verbetering van kwaliteit van het leefgebied van de genoemde soorten. Ons oordeel We kunnen ons vinden in de conclusie van de aanvulling op de passende beoordeling. Om de mitigerende maatregelen de formaliseren worden deze opgenomen als voorschriften in de vergunning. Gebruik historische graanakker In de passende beoordeling is niet nader ingegaan op het toekomstige gebruik van deze historische graanakker. Wij gaan uit van een gebruik dat het historische karakter van deze graanakker benadrukt. Dat wil zeggen dat er een graanakker wordt gerealiseerd met granen en akkerkruiden, zonder dat daarbij gebruik wordt gemaakt van kunstmest, drijfmest of pesticiden. En dergelijk gebruik van de nieuwe akker leidt niet tot verslechtering van de kwaliteit van habitattypen en leefgebied van kwalificerende soorten. Het kan voor een soort als de Kwartelkoning een positieve bijdrage leveren aan zijn leefgebied. Dat heeft te maken met de soortenrijkdom aan insecten in dergelijke akkers. Om dit te borgen verbinden we aan deze vergunning voorschriften met betrekking tot het gebruik van meststoffen en pesticiden. Niet broedvogels Effectbeoordeling werkzaamheden geulen en oevers De werkzaamheden aan de geulen in Scherenwelle en Bentinckswelle kunnen negatieve effecten hebben op de niet-broedvogels die aanwezig zijn door optische verstoring. Dat geldt ook voor de werkzaamheden ter realisatie van de natuurvriendelijke oevers in Scherenwelle. Ook voor de realisatie van de grondwal in Bentinckwelle kunnen deze effecten optreden. Verstoring van de niet-broedvogels is niet te voorkomen door de beperkte uitvoeringsperiode buiten het vogelbroedseizoen. De hier beoordeelde werkzaamheden in beide uiterwaarden duren echter slechts enkele weken (4 tot 10). In die periode is in de ruime omgeving van deze uiterwaarden alternatief foerageer- en rustgebied voorhanden. De verstoring leidt niet tot een significant negatief effect.

29 De realisatie van de meestromende nevengeul in Bentinckswelle zorgt er voor dat de invloed van de dynamiek van de IJssel meer invloed krijgt in deze uiterwaard. Dit heeft als positieve bijwerking dat in deze uiterwaard een groot gebied plas-dras wordt. Dat wil zeggen dat delen 60 tot meer dan 110 dagen per jaar geïnundeerd zijn. Hiervan profiteren zowel steltlopers als Grutto, Tureluur, Scholekster, maar ook grasetende watervogels als Smient, Slobeend, ganzensoorten en zwanensoorten. Ook de realisatie van natuurvriendelijke oevers in Scherenwelle en oevers van de nevengeul in Bentinckwelle leiden tot een toename van het areaal geschikt foerageergebied. Dit is met name voor de verschillende steltlopers van belang. Na uitvoering van deze maatregelen is er voor de verschillende niet-broedvogels sprake van een uitbreiding van het foerageergebied in zowel Scherenwelle als Bentinckswelle door toename van het areaal aan plas-drasgebied. Voor de 29 Ons oordeel Wij kunnen ons vinden in de conclusies voor deze soortgroepen. Uit het rapport Uiterwaardmaatregelen blijkt dat er overwegend gewerkt wordt met klein en stil materieel. Hiervoor is gekozen om verstoring van de groot gebied om de werklocatie heen zo veel mogelijk te beperken. In combinatie met de korte uitvoeringsperiode die nodig is om de inrichting te realiseren, zal de verstoring zo veel mogelijk beperkt blijven. Om het gebruik van het materieel te formaliseren nemen we dit op in de voorschriften. Effectbeoordeling laarzenpad Het tracé, zoals aangevraagd, is weergegeven op figuur 1 van de memo aanvulling aanvraag Natuurbeschermingswet ZBIJ wandelpaden. Het gebruik van het laarzenpad kan tot verslechtering van het leefgebied van niet-broedvogels leiden. De niet-broedvogels zijn met name in de nattere periode van het jaar aanwezig (steltlopers). Zalkerbosch De inrichtingsmaatregelen ten gevolge van de zomerbedverlaging in het Zalkerbosch realiseren natte laagtes in de uiterwaard die in het voorjaar geschikt foerageergebied vormen voor steltlopers als Grutto, Kievit, Scholekster. Door de verlaging van de waterstand in de IJssel komt dit overeen met de huidige situatie, waarbij dit gebied van belang is voor deze soorten. Steltlopers zijn zeer gevoelig voor verstoring door recreatie. Deze verstoring vindt in de huidige situatie ook al plaats. Het verschil met de huidige situatie wordt gevormd door een meer geleidend pad en een verbod voor honden. Dit zorgt er voor dat de bewegingen door mensen volgens vaste patronen plaats vinden en meer voorspelbaar zijn. Dit vormt een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Door het oostelijk deel van de uiterwaard te vrijwaren van recreatief gebruik ontstaat er ook een rustiger deel. Dit deel bevindt zich in z n geheel wel binnen de theoretische verstoringsafstand van 300 m. De verwachting is echter met de voorspelbare wijze van verstoring langs de bestaande paden dat met name het oostelijk deel van de uiterwaard aan waarde voor steltlopers zal toenemen. Bentinckswelle Bentinckswelle is van belang voor niet broedvogels, zoals steltlopers en grasetende watervogels. Deze soorten kennen een grote verstoringsgevoeligheid (verstoringsafstand van

30 300 m en meer). Dat houdt bij deze smalle uiterwaard in, dat de hele uitwaard binnen de verstoringszone van de niet-broedvogels valt. In de huidige situatie wordt er al langs de buitendijkse zijde van dijk gewandeld. De verstoring vind ook nu al plaats. In de nieuwe situatie ligt het pad ter hoogte van de Bentinckswelle over een afstand van circa 650 m aan de teen van de dijk aan de binnendijkse zijde. Door geleiding van de wandelaars over het binnendijkse pad verminderd de verstoring door mensen in de zone parallel aan de dijk. Ten opzichte van de huidige situatie, waarbij het graspad buitendijks langs de teen van de dijk wordt gebruikt, is er sprake van een vermindering van het verstoorde oppervlakte over een lengte van een kleine 500 m. In de aanvulling op de passende beoordeling wordt voor het laarzenpad geconcludeerd dat er met het nemen van de mitigerende maatregelen geen sprake is van een verslechtering van het leefgebied van de beoordeelde vogels. 30 Ons oordeel We kunnen ons vinden in de conclusie van de aanvulling op de passende beoordeling. Om de mitigerende maatregelen de formaliseren worden deze opgenomen als voorschriften in de vergunning. Gebruik historische graanakker In de passende beoordeling is geoordeeld dat de realisatie van de graanakker, direct ten zuiden van het Zalkerbosch leidt tot een afname van de draagkracht van het Natura gebied voor grasetende overwinterende watervogels met 1,8 ha. Dit is gebaseerd op het huidige oppervlakte aan grasland in agrarisch gebruik. Ons oordeel Wij kunnen ons niet vinden in het oordeel uit de passende beoordeling. In het rapport Standaard rekenmethodiek grasetende watervogels in de Rijntakken wordt aangegeven dat bij de berekeningen tevens rekening moet worden gehouden met elementen in het landschap die leiden tot het niet gebruiken van delen van het geschikte grasland door deze vogelgroep. In de directe omgeving van het beoogde graanakker zijn dat onder andere het bos en de wegen/wandelpaden ten westen en noorden daarvan. Als er geen sprake is van verstoring door mensen dan is een zone van 50 m, parallel aan het betreffende element, die niet zal worden benut. Is er wel sprake van verstoring dan wordt er een zone van maximaal 200 m, parallel aan de bosrand, niet benut door deze vogelgroep. Het graslandperceel, waar in de toekomst de graanakker moet komen, is op z n breedst een kleine 80 m (gemeten vanaf de bosrand). Grote delen van dit perceel zijn veel smaller (circa 40 m). Direct te noorden van dit perceel ligt een pad, dat gebruikt wordt door wandelaars. Door de breedte van het perceel en de aanwezigheid van bos met een pad direct langs de bosrand is het niet aannemelijk dat dit perceel op enige wijze functioneert als voedselgebied voor de grasetende watervogels. Wij zijn van mening dat er geen effecten optreden door de omzetting van dit perceel in een graanakker. Meren met krabbenscheer en rivierfonteinkruiden Deze plantengemeenschap is op deze locatie één van de oude doelen van het voormalige beschermd natuurmonument. Het is goed ontwikkelde plantengemeenschap.

31 De realisatie van de meestromende nevengeul in Bentinckswelle zorgt er voor dat de invloed van de dynamiek van de IJssel meer invloed krijgt in deze uiterwaard. Dat is voor het de plantengemeenschap Meren met Krabbenscheer niet gewenst. Deze plantengemeenschap komt met name voor in weinig overstroomde wateren. Om te voorkomen dat het water, waarin ze voorkomt, vaker overstroomt wordt locaal het maaiveld verhoogd tot 1,0 m NAP. De zo ontstane grondwal, in combinatie met het afdammen van de aanwezige sloten, voorkomt dat de inundatie kan toenemen op het oostelijke deel van de Bentinkswelle. Met deze maatregel blijft de huidige situatie behouden en is er geen sprake van een negatief effect op deze plantengemeenschap. Ons oordeel Wij kunnen ons vinden in de conclusies voor deze soortgroepen. Er is geen noodzaak tot aanvullende voorschriften 31 Duur van de vergunning Er is vergunning aangevraagd voor onbepaalde tijd, omdat er tevens vergunning is aangevraagd voor het in gebruik hebben van een laarzenpad. De werkzaamheden worden uitgevoerd voor 1 april De duur van de vergunning wordt in overeenstemming met de aanvraag voor onbepaalde tijd. De werkzaamheden moeten echter voor 1 april 2017 zijn uitgevoerd. Om dit te formaliseren nemen we dit op in een voorschrift. Conclusie Uit de beoordeling van de voorliggende maatregelen in de uiterwaarden Scherenwelle, Bentinckswelle en Zalkerbosch blijkt dat negatieve effecten door de uitvoering van werkzaamheden kunnen worden uitgesloten. Er worden voldoende maatregelen getroffen om effecten te niet te doen. Deze maatregelen leggen we vast in vergunningvoorschriften. Voor enkele soorten is er na uitvoering sprake van een verbetering van de kwaliteit van het leefgebied. Voor niet broed-vogelsoorten die belang hebben bij plas-drassituaties is er sprake van een uitbreiding van het leefgebied. We kunnen vergunning verlenen voor de aangevraagde maatregelen onder voorwaarden. B2.3 Cumulatieve effecten Er is geen sprake van cumulatieve effecten voor de onderdelen waar deze vergunning op toe ziet. De optredende effecten worden volledig door maatregelen gemitigeerd. Na uitvoering van de werkzaamheden is er sprake een positief effect voor de instandhoudingsdoelen in de hier beoordeelde uiterwaarden door de onderdelen van dit project. B3 Zienswijzen Alle zienswijzen op het ontwerp-besluit, die schriftelijk en mondeling binnen de termijn zijn ingediend, zijn samengevat in de Reactienota en zijn voorzien van een antwoord. Bijlage bij de Reactienota is een overzicht van de wijzigingen die in het vastgestelde besluit zijn aangebracht als gevolg van de zienswijzen en die ambtshalve zijn aangebracht. De Reactienota is als bijlage 3 opgenomen bij dit besluit en maakt daar deel van uit.

32 B3.1 Bespreking van ingediende zienswijze In totaal hebben 10 particulieren en organisaties zienswijzen ingediend. Van deze zienswijzen hebben er twee betrekking op de vergunning op basis van de Natuurbeschermingswet van provincie Overijssel. De uitgebreide reactie op de ingediende zienswijzen zijn terug te vinden in de Reactienota (bijgevoegd als bijlage 3). In deze paragraaf worden alleen de zienswijzen behandeld die hebben geleid tot een wijziging van ons besluit of één van de bijlagen bij het besluit. Op het onderdeel laarzenpad in onze vergunning hebben maatschap Barneveld (zienswijze ) en maatschap W. Barneveld en C. Barneveld-Bastiaan (zienswijze ) een gelijk luidende zienswijze naar voren gebracht. 32 Beide zienswijze geven aan dat het laarzenpad geen toegevoegde waarde heeft. Het gebied is volgens beide indieners al voldoende ontsloten voor recreatief medegebruik. De aanvullende paden doorkruisen of omsluiten de percelen van beide indieners. Zij menen dat er geen ruimtelijke noodzaak bestaat het pad te realiseren. Het introduceren van wandelpaden naast weides voor koeien vormen wel een groot gezondheidsrisico voor de melkveehouder. Dit risico heeft te maken de verspreiding van ziekteverwekkers door hondenpoep in de weiden. Beide indieners verwachten een aantrekkingskracht van het pad op hondenbezitters en hun huisdieren. En daarmee een toename van bovengenoemd risico. B3.2 Reactie provincie Overijssel op de zienswijzen en overige reacties Een onderdeel van het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit is het beleefbaar maken van de landschappelijke en ecologische waarden door de recreatieve toegankelijkheid te vergroten. Hieraan wordt binnen het project invulling gegeven door realisatie van twee nieuwe laarzenpaden in Zalkerbosch en Bentinckswelle. Deze paden sluiten aan op bestaande openbare paden in binnen- en buitendijks gebied. Voor het nieuwe pad in het noorden van Zalkerbosch geldt op grond van deze Nbwetvergunning een hondenverbod om verstoring van de te realiseren natuurwaarden te voorkomen. Daarmee wordt tevens het risico op verspreiding van Neospora nagenoeg uitgesloten. Voor het nieuwe pad in het zuiden van Zalkerbosch / Bentinckswelle geldt op grond van onze Nbwetvergunning een aanlijngebod om verstoring van de natuurwaarden te voorkomen. Wij onderkennen, samen met de andere bevoegde gezagen, dat er met de situering van een wandelpad over agrarisch gebruikte gronden een risico ontstaat op verspreiding van Neospora, ook in geval van een aanlijngebod. Het wandelpad in het zuiden van Zalkerbosch (direct ten noorden van Bentinckswelle) is om deze reden ingekort in het ontwerp. Het gedeelte van het pad in het zuiden van Zalkerbosch, direct ten noorden van Bentinckswelle, is geschrapt. In bijlage 4 bij ons besluit is een kaart opgenomen van het gewijzigde tracé van het wandelpad. Deze wijziging in de inrichting leidt niet tot negatieve effecten op de instandhoudingsdoelen. Aanpassing van voorschriften in het besluit is niet nodig. B3.2 Aanvullende notities Naar aanleiding van vragen vanuit de commissie MER zijn twee aanvullende memo s opgesteld. Eén memo met een nadere beschrijving van effecten van stikstofdepositie in cumulatie met de verwachte verandering in inundatie op habitattypen. De andere memo gaat nader in op de robuustheid van de maatregelen.

33 De nadere beschouwingen in deze memo s leiden niet tot een verandering in de conclusies in de passende beoordeling. Aanpassing van het besluit zijn daardoor niet nodig. C Slotconclusie Uit de beoordeling van de maatregelen, zoals weergegeven onder A.1, blijkt dat negatieve effecten door de uitvoering van werkzaamheden kunnen worden uitgesloten. Er worden voldoende maatregelen getroffen om effecten te niet te doen. Deze maatregelen leggen we vast in vergunningvoorschriften. Voor enkele soorten is er na uitvoering sprake van een verbetering van de kwaliteit van het leefgebied. Voor niet broed-vogelsoorten die belang hebben bij plas-drassituaties is er sprake van een uitbreiding van het leefgebied. 33 De beoordeelde maatregelen brengen de instandhoudingsdoelen voor het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel niet in gevaar. Vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet kan, onder voorwaarden, worden verleend.

34 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving Gebiedsbeschrijving en instandhoudingsdoelen BIJLAGE 2 Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel Gebiedsbeschrijving Het gebied Uiterwaarden IJssel omvat het systeem van de rivier de IJssel, de aanliggende oeverwallen en de uiterwaarden. De IJssel is een zijtak van de Rijn en loopt van Arnhem tot aan het IJsselmeer. Het landschap is ontstaan in een periode dat de rivier een veel groter deel van de waterafvoer verzorgde en de monding nog een echte delta was. De IJssel neemt in perioden van hoge afvoer 1/6 deel van de Rijnafvoer voor haar rekening. In perioden met lage afvoer wordt het water op peil gehouden door de stuw in de Neder-Rijn. Gedurende het winterhalfjaar kunnen grote delen van de uiterwaarden geïnundeerd raken. De overstromingsduur en frequentie variëren sterk van jaar tot jaar. 34 Er zijn grote verschillen in het buitendijkse gebied, verschillen in hoogteligging, afwisseling tussen smalle en brede delen en tussen dichte kleinschalige en grote open delen. Plaatselijk treedt grondwater uit en monden beken uit in het IJsseldal. Zandige kalkrijke oeverwallen en rivierduinen worden afgewisseld met kleiige, vlakke stroomdalen. Bij Arnhem en Dieren snijdt de rivier de stuwwal van de Veluwe aan. Tot aan Olst zijn in het verleden brede meanders (kronkelwaarden) gevormd. In het middendeel stroomt de rivier tussen relatief smalle, hoog gelegen uiterwaarden. Bij Zalk, in het benedendeel, krijgt de rivier een breder bed dat bij Kampen overgaat in een kleine delta. Dit jong gebied is gevormd na de romeinse tijd en voor de afsluiting van het IJsselmeer. Tussen Dieren en Wije liggen veel landgoederen met daarbij behorende oude verkavelingspatronen, heggen en bossen. Het landschap van het noordelijkste deel is open en wordt gekenmerkt door grasland. Een aantal vrijwel onvergraven en reliëfrijke uiterwaarden zoals Cortenoever, Rammelwaard, Ravenswaard en Scherenwelle, vormt een kleinschalig oud cultuurlandschap met daarin stroomdalgraslanden, kievitsbloemhooilanden en glanshaverhooilanden. In reliëfrijke delen komt plaatselijk hardhoutooibos voor. De IJssel verbindt een aantal natuurgebieden met elkaar: de natuurgebieden langs de rivieren, in de Gelderse Poort en bovenstrooms langs de Rijn in het zuiden; de laagveenmoerassen van Noordwest Overijssel in het noorden; de Randmeren en het Ketelmeer met aansluiting op het IJsselmeer in het westen. Aanwijzingen Beschermd natuurmonument Het gebied IJsseluiterwaarden is op 8 augustus 1995 ingevolge artikel 7 van de (oude) Natuurbeschermingswet als staatsnatuurmonument (verder beschermd natuurmonument) aangewezen (kenmerk N , Stcrt. 1995, nr. 166) door het toenmalige Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Per 1 oktober 2005 is de Natuurbeschermingswet 1998 (verder Nbwet) in werking getreden. In artikel 15a, lid 2, geeft de wet aan dat de aanwijzing als beschermd natuurmonument (BN) vervalt als deze deel uitmaakt van een aangewezen gebied als bedoeld in artikel 10a, eerste lid. Dit is voor de Uiterwaarden IJssel het geval. Overeenkomstig artikel 15, lid 3, hebben de instandhoudingsdoelen binnen de voormalige begrenzing van het BN, mede betrekking op het behoud, herstel en de ontwikkeling van het

35 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals vastgesteld in het vervallen aanwijzingsbesluit. Voor zover de doelstellingen van het BN Natura 2000-waarden betreffen, maken deze deel uit van de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied. Indien de doelstellingen geen Natura 2000-waarden betreffen, houden deze doelstellingen, zoals de bescherming van het natuurschoon, hun zelfstandige betekenis, voor zover deze niet strijdig zijn met de Natura 2000-doelen. Als dat laatste het geval is hebben de Natura 2000-doelen voorrang om de Europeesrechtelijke verplichtingen na te komen. 35 Het BN IJsseluiterwaarden is aangewezen om zijn grote botanische en ornithologische waarden. In dit beschermd natuurmonument komen meerdere, specifiek aan het rivierdal gebonden soorten en plantengemeenschappen voor. Veel van deze plantensoorten zijn tevens beschermd (art. 3 Flora- en faunawet). De ornithologische waarden van het rivierdal blijkt uit de grote diversiteit aan broedvogels. Het gebied is met name belangrijk voor zeldzame moeras- en rietvogels en kritische weidevogelsoorten. Ook voor doortrekkende en overwinterende vogelsoorten is het BN van groot belang. Vanuit oogpunt van natuurschoon bieden de IJsseluiterwaarden een afwisseld landschap van droge en natte graslanden, diepe zandplassen en kolken, met moerasbos dichtgroeiende kleiputten en oude rivierlopen. Het geheel wordt aan weerszijden begeleid door slingerende winterdijken. Een nadere omschrijving dan de beschermde waarden is terug te vinden in de toelichting van het aanwijzigingsbesluit als BN (zie eerste alinea onder dit kopje). Richtlijn 79/409/EEG (Vogelrichtlijn) Het gebied IJssel is aangewezen als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste lid, van de richtlijn van de Raad van Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, 79/409/EEG. De toenmalige staatssecretaris van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (thans ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) heeft het aanwijzingsbesluit voor het gebied IJssel op 24 maart 2000 (kenmerk N/2000/302) vastgesteld en gewijzigd op 25 april 2003 (kenmerk DN/2002/1436). Bovenstaand aanwijzingsbesluit geeft aan, dat de IJssel kwalificeert als speciale beschermingszone onder de Vogelrichtlijn vanwege het voorkomen van drempeloverschrijdende aantallen van de Kleine zwaan 12, Kolgans, Smient, Slobeend, Meerkoet en Grutto die het gebied gebruiken als overwinteringsgebied en/of rustplaats. Het gebied kwalificeert tevens omdat het behoort tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden of pleisterplaatsen voor Wilde zwaan, Kwartelkoning, Reuzenstern en IJsvogel in Nederland. Andere soorten van Bijlage I Vogelrichtlijn waarvoor het gebied van belang is, zijn Porseleinhoen, Zwarte stern (broedvogels); Kleine zilverreiger, Nonnetje, Lepelaar, Slechtvalk en Visarend (niet broedvogels). Andere trekkende vogelsoorten waarvoor het gebied van betekenis is als overwinteringsgebied en/of rustgebied: Fuut, Aalscholver, Grauwe gans, Pijlstaart, Krakeend, Wilde eend, Tafeleend, Kuifeend, Grote zaagbek, Scholekster, Kievit, Wulp en Tureluur. 12 De onderstreepte soorten zijn soorten van bijlage I van de Europese Vogelrichtlijn, waarvoor Nederland de verplichting heeft leefgebieden aan te wijzen.

36 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving Richtlijn 92/43/EEG (Habitatrichtlijn) Het gebied Uiterwaarden IJssel is tevens als speciale beschermingszone krachtens de Habitatrichtlijn (92/43/EEG) aangemeld. Op 20 mei 2003 vond de aanmelding plaats en op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie de door Nederland aangemelde Habitatrichtlijngebieden op de communautaire lijst geplaatst. Het Vogelrichtlijngebied IJssel en het Habitatrichtlijngebied Uiterwaarden IJssel worden voortaan aangeduid als Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel (landelijk gebiedsnummer 38). Natura 2000 is het samenhangende Europees ecologisch netwerk bestaande uit de gebieden aangewezen onder de Habitatrichtlijn en onder de Vogelrichtlijn. Dit netwerk moet de betrokken natuurlijke habitattypen, habitats van soorten en de leefgebieden van vogels in een gunstige staat van instandhouding behouden of, in voorkomend geval, herstellen. 36 Ontwerp instandhoudingdoelen Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel Op grond van artikel 10a Nb-wet 98 bestaat de verplichting om in een aanwijzing doelstellingen ten aanzien van de instandhouding van leefgebieden van vogelsoorten dan wel doelstellingen ten aanzien van de instandhouding van natuurlijke habitats of populaties van de in het wild levende dier- en plantensoorten op te nemen. Om die reden zijn voor elk Natura2000-gebied instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd, waarbij per habitattype en per (vogel)soort is uitgegaan van landelijke doelen en de bijdrage die een gebied redelijkerwijs kan leveren voor het bereiken van een gunstige staat van instandhouding op landelijk niveau. In het ontwerp besluit van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel zijn de kwalificerende waarden verdeeld in kwalitatieve instandhoudingdoelstellingen voor vogelsoorten, habitatsoorten, en habitats. Tevens zijn de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis binnen de gebiedsdelen van het voormalige beschermd natuurmonument IJsseluiterwaarden nog van kracht. De doelen van het Natura 2000-gebied zijn in de navolgende tekst weergegeven. In die doelen zijn de oorspronkelijke doelen uit het aanwijzingsbesluit als speciale beschermingszone Vogelrichtlijn opgenomen, met uitzondering van vijf soorten. Het betreft Kleine zilverreiger, Lepelaar, Slechtvalk, Visarend en Grote zaagbek. De IJssel blijkt uit onderzoek van SOVON en CBS 13 de laatste decennia slechts van geringe betekenis voor de landelijke staat van instandhouding van deze soorten. Algemene doelen ontwerpbesluit Natura 2000 Behoud van de bijdrage van het Natura2000-gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie. Behoud van de bijdrage van het Natura2000-gebied aan de ecologische samenhang van het Natura2000-netwerk zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie. Behoud en waar nodig herstel van de ruimtelijke samenhang met de omgeving ten behoeve van de duurzame instandhouding van de in Nederland voorkomende natuurlijke habitattypen en soorten. Behoud en waar nodig herstel van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van de ecologische structuur en functies van het gehele gebied voor alle habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd. 13 Trends van vogelaantallen in het Nederlandse Natura 2000 netwerk. Centraal Bureau voor de Statistiek & SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2006, Beek-Ubbergen.

37 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame instandhouding van de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd. Habitatrichtlijn - habitattypen H3150 Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H3260 Beken en rivieren met waterplanten Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit beken en rivieren met waterplanten, grote fonteinkruiden (subtype B). H3270 Slikkige rivieroevers Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. 37 H6120 * Stroomdalgraslanden Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H6430 Ruigten en zomen Behoud oppervlakte en kwaliteit ruigten en zomen, moerasspirea (subtype A) en ruigten en zomen, harig wilgenroosje (subtype B), uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit ruigten en zomen, droge bosranden (subtype C). H6510 Glanshaver- en vossenstaarthooilanden Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H91E0 * Vochtige alluviale bossen Behoud oppervlakte en behoud kwaliteit vochtige alluviale bossen, H91F0 Droge hardhoutooibossen Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. Habitatrichtlijn: soorten H1134 Bittervoorn Behoud verspreiding, omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. H1145 Grote modderkruiper Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied Voor uitbreiding populatie. H1149 Kleine modderkruiper Behoud verspreiding, omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. H1163 Rivierdonderpad Behoud verspreiding, omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie.

38 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving H1166 Kamsalamander Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied Voor uitbreiding populatie. H1337 Bever Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. Vogelrichtlijn: broedvogels A017 Aalscholver populatie van ten minste 280 paren. 38 A119 A122 A197 Porseleinhoen Uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 20 paren. Kwartelkoning Uitbreiding omvang en/of verbetering kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 60 paren. Zwarte stern populatie van ten minste 50 paren. A229 IJsvogel populatie van ten minste 10 paren. Vogelrichtlijn: niet-broedvogels A005 Fuut populatie van gemiddeld 220 vogels (seizoensgemiddelde). A017 Aalscholver populatie van gemiddeld 550 vogels (seizoensgemiddelde). A037 Kleine zwaan populatie van gemiddeld 70 vogels (seizoensgemiddelde). A038 Wilde zwaan populatie van gemiddeld 30 vogels (seizoensgemiddelde). A041 Kolgans populatie van gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde).

39 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving Achteruitgang in omvang foerageergebied met maximaal 7% is toegestaan, ten gunste van de habitattypen H3270 slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgraslanden, H6510 glanshaver- en vossenstaarthooilanden, H91Eo vochtige alluviale bossen of H91Fo droge hardhoutooibossen of de broedvogelsoorten A119 porseleinhoen of A122 kwartelkoning. 39 A043 A050 Grauwe gans populatie van gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde). Achteruitgang in omvang foerageergebied met maximaal 7% is toegestaan, ten gunste van de habitattypen H3270 slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgraslanden, H6510 glanshaver- en vossenstaarthooilanden, H91Eo vochtige alluviale bossen of H91Fo droge hardhoutooibossen of de broedvogelsoorten A119 porseleinhoen of A122 kwartelkoning. Smient populatie van gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde). Afname in omvang foerageergebied met maximaal 7% is toegestaan, ten gunste van de habitattypen H3270 slikkige rivieroevers, H6120 stroomdalgraslanden, H6510 glanshaver- en vossenstaarthooilanden, H91Eo vochtige alluviale bossen of H91Fo droge hardhoutooibossen of de broedvogelsoorten A119 porseleinhoen en A122 kwartelkoning. A051 Krakeend populatie van gemiddeld 100 vogels (seizoensgemiddelde). A052 Wintertaling populatie van gemiddeld 380 vogels (seizoensgemiddelde). A053 Wilde eend populatie van gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde). A054 Pijlstaart populatie van gemiddeld 50 vogels (seizoensgemiddelde). A056 Slobeend populatie van gemiddeld 90 vogels (seizoensgemiddelde). A059 Tafeleend populatie van gemiddeld 450 vogels (seizoensgemiddelde).

40 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving A061 Kuifeend populatie van gemiddeld 690 vogels (seizoensgemiddelde). A068 Nonnetje populatie van gemiddeld 20 vogels (seizoensgemiddelde). A125 Meerkoet populatie van gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde). A130 Scholekster populatie van gemiddeld 210 vogels (seizoensgemiddelde). 40 A142 A156 Kievit populatie van gemiddeld vogels (seizoensgemiddelde). Grutto populatie van gemiddeld 490 vogels (seizoensgemiddelde). A160 Wulp populatie van gemiddeld 230 vogels (seizoensgemiddelde). A162 Tureluur populatie van gemiddeld 30 vogels (seizoensgemiddelde). Complementaire doelen De instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel hebben mede betrekking op complementaire doelen. De rechtsgrondslag voor complementaire doelen is artikel 10a, derde lid, van de Natuurbeschermingswet Het gaat hier om habitattypen en soorten (van bijlage I of bijlage II van de Habitatrichtlijn) met een zeer ongunstige tot een matig ongunstige staat van instandhouding en tevens een lage landelijke dekking en/of onvoldoende geografische spreiding. Met de complementaire doelen wordt binnen het netwerk van Natura 2000 een bijdrage geleverd aan de realisatie van de landelijke doelen voor de betreffende habitattypen en soorten. De complementaire doelen zijn in dit gebied een toevoeging aan de aangewezen Speciale Beschermingszone in het kader van de Vogelrichtlijn. Alle complementaire doelen hebben een uitbreidings- en verbeteropgave. Voor het Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel zijn de volgende complementaire doelen opgenomen: H3150 Meren met krabbenscheer en fonteinkruiden Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H3270 Slikkige rivieroevers Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit.

41 Bijlage 2: Gebiedsbeschrijving H6120 * Stroomdalgraslanden Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H91E0 * Vochtige alluviale bossen Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit vochtige alluviale bossen (subtype A) H91F0 Droge hardhoutooibossen Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. H1145 Grote modderkruiper Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie. 41 H1166 H1337 Kamsalamander Uitbreiding verspreiding, omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding en verspreiding van de populatie. Bever Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie.

42 Bijlage 3: Reactienota Reactienota Zomerbedverlaging Beneden-IJssel BIJLAGE 3 De reactienota op alle zienswijzen op de besluiten die ter inzage hebben gelegen van 6 juni tot en met 17 juli 2013 met betrekking tot het project Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Deze nota wordt bijlage 3 aan ons besluit toegevoegd. 42

43 Bijlage 4: wijziging tracé wandelpad Kaart met aangepast tracé wandelpad BIJLAGE 4 43 Figuur 1: vervallen deel wandelpad

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221 HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan : Waterschap Vallei en Veluwe Van : Esther van den Akker Kopie : Dossier : BA7927-101-100 Project : KRW Bentinckswelle Betreft : Aanvulling op aanvraag watervergunning

Nadere informatie

Ontwikkelen stroomdalgrasland Object Actie Verantwoordelijk Financiering

Ontwikkelen stroomdalgrasland Object Actie Verantwoordelijk Financiering Ontwikkelen stroomdalgrasland Object Actie Verantwoordelijk Financiering Aanleg Stroomdalgrasland Verwijderen voedselrijke bouwvoor (met 30cm) RWS-PDR RWS-PDR Kuilplaat Verwijderen RWS-PDR RWS-PDR Bedrijfsgebouw

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Stam Brasbeek 90 8326 BR SINT JANSKLOOSTER

Nadere informatie

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: Plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d. 21-3-2013 met bladnummer NB-02.

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: Plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d. 21-3-2013 met bladnummer NB-02. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer H. Valk Hubertsallee 4 8055 PG LAAG ZUTHEM

Nadere informatie

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) : *16-0435795* *16-0435795* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2015-0609 Aanvraagnummer (OLO) : 2068731 Aanvrager : ARCADIS Nederland Onderwerp : het vellen/rooien van houtgewas en het kappen van bomen Locatie

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 22 juni 2016

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 22 juni 2016 O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 557-2016, 22 juni 2016 Op 15 januari 2016 is een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor het verwijderen van vegetatie uit de stroombaan van de IJssel ten behoeve

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid, Overijssel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid, Overijssel STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15335 5 juni 2013 Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en Gebiedsontwikkeling IJsseldelta-Zuid, Overijssel Terinzagelegging

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Postbus 9070 6800 ED ARNHEM Directoraat-generaal Natuur Bezoekadres

Nadere informatie

Wij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door:

Wij vervangen voorschrift 1 van de vergunning van 3 juli 2013 kenmerk 2013/ door: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap A.G.B. Aarnink Enschedesestraat 187 7481

Nadere informatie

Bijlage bij aanvraag watervergunning

Bijlage bij aanvraag watervergunning Bijlage bij aanvraag watervergunning Zomerbedverlaging beneden IJssel LW-AF20122221 Datum 8 februari 2013 Status Definitief Bijlage bij aanvraag watervergunning Zomerbedverlaging beneden IJssel Datum

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 3 augustus 2016

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 3 augustus 2016 O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 2160-2016, 3 augustus 2016 Op 29 februari 2016 is een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen voor het verwijderen van vegetatie uit de stroombaan van de IJssel ten

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; verzoek gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; verzoek gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Pluimveebedrijf Westerhof-Janssen CV Middenweg 2a 7722

Nadere informatie

O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 16 oktober 2015

O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 16 oktober 2015 O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 7856-2015, 16 oktober 2015 Op 28 juli 2015 hebben wij van u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het kappen van ca. 1000 bomen waarvan

Nadere informatie

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking NBwet vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking NBwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Stal De Borgelink De heerg.j. Bronsvoort Borgelinksweg 2 7434 RH Lettele KvK

Nadere informatie

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM > Retouradres Postbus 554 7400 AN Deventer Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus 9070 6800 ED ARNHEM Verzetslaan 30 Deventer Postbus 554 7400 AN Deventer

Nadere informatie

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: de plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d. 10 november 2010.

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: de plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d. 10 november 2010. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer H.H.J. Kip Gammelkerstraat 11 7561 PH DEURNINGEN

Nadere informatie

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. > Retouradres Postbus 554 7400 AN Deventer Rijkswaterstaat Oost Nederland t.a.v. de heer J.M.H. Wille Postbus 9070 6800 ED ARNHEM Verzetslaan 30 Deventer Postbus 554 7400 AN Deventer www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren. #76 Veluwerandmeren Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Veluwerandmeren #76 Veluwerandmeren Inhoudsopgave Procedurewijzer 2 Wat is Natura 2000? 2 Wijzigingsbesluit 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Veluwerandmeren)

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer H.A. Luchtenberg Zuidelijke Kanaaldijk 5 7447

Nadere informatie

Besluit. De heer H. Koersen Bosjessteeg 3 8271 RK IJSSELMUIDEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Koersen,

Besluit. De heer H. Koersen Bosjessteeg 3 8271 RK IJSSELMUIDEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Koersen, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer H. Koersen Bosjessteeg 3 8271 RK IJSSELMUIDEN

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017 O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 9928-2016, 17 februari 2017 Op 28 juli 2016 hebben wij van u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een permanente damwand tpv gemaal

Nadere informatie

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I). > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Rijkswaterstaat De heer D-J. Zwemmer, Projectmanager Boskalis Postbus 164 6700 AD WAGENINGEN Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni T 070

Nadere informatie

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Tijans-Kamphuis Roorderheurneweg 2 7587 LJ

Nadere informatie

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd. > Retouradres Postbus 554 7400 AN DEVENTER Rijkswaterstaat Oost Nederland t.a.v. de heer drs. J.M.H. Wille Postbus 9070 6800 ED ARNHEM Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER www.minlnv.nl

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Aanhef Op 17 januari 2018 heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Provincie Utrecht mevrouw

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen #99 Solleveld & Kapittelduinen Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit

Nadere informatie

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2 Directie en Biodiversiteit Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20

Nadere informatie

Besluit. H.T. Borstlap de heer H.T. Borstlap Schuineslootweg ST SCHUINESLOOT. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning

Besluit. H.T. Borstlap de heer H.T. Borstlap Schuineslootweg ST SCHUINESLOOT. Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl H.T. Borstlap de heer H.T. Borstlap Schuineslootweg 136 7777 ST SCHUINESLOOT

Nadere informatie

De aanvraag inclusief bijlagen maakt onderdeel uit van deze vergunning.

De aanvraag inclusief bijlagen maakt onderdeel uit van deze vergunning. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Ottink- ten Thije t.a.v. de heer M. Ottink

Nadere informatie

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Stal De Hoge Linde de heer G. Meulink Dwarsweg 10 8152

Nadere informatie

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 TenneT TSO de heer L. den Otter Postbus 718 6800 AS

Nadere informatie

Definitieve besluiten voor het project IJsselsprong Fietspad Oude Bandijk

Definitieve besluiten voor het project IJsselsprong Fietspad Oude Bandijk Bestemmingsplan Definitieve besluiten voor het project IJsselsprong Fietspad Oude Bandijk Achtergrond Ten gevolge van de hoogwatersituaties van 1993 en 1995 heeft de regering in 2006 besloten dat de hoogwaterveiligheid

Nadere informatie

veriissel provincie Besluit Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v. de heer J. Veldkamp Krieghuisweg 2a 8102 SV RAALTE

veriissel provincie Besluit Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v. de heer J. Veldkamp Krieghuisweg 2a 8102 SV RAALTE Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121 Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v.

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 45 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 11 Opfokbedrijf Morsink T.a.v. de heer G.H. Morsink Larenseweg

Nadere informatie

Aannemingsmaatschappij De Vries & Van de Wiel De heer N. Samson Postbus AE SCHAGEN. : besluit verlening omgevingsvergunning

Aannemingsmaatschappij De Vries & Van de Wiel De heer N. Samson Postbus AE SCHAGEN. : besluit verlening omgevingsvergunning Aannemingsmaatschappij De Vries & Van de Wiel De heer N. Samson Postbus 218 1741 AE SCHAGEN Brummen : 25 juni 2014 Ons kenmerk : O-002185 Uw kenmerk : Onderwerp : besluit verlening omgevingsvergunning

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning De heer A.G. Grotentraast Ds. E. Kreikenlaa4 7 8124 AP WESEPE Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39

Nadere informatie

Besluit. Klussenbedrijf Smelt t.a.v. de heer J. Smelt Harmsenweg EE VRIEZENVEEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Besluit. Klussenbedrijf Smelt t.a.v. de heer J. Smelt Harmsenweg EE VRIEZENVEEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Klussenbedrijf Smelt t.a.v. de heer J. Smelt Harmsenweg

Nadere informatie

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijk intrekking Nb-wet vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijk intrekking Nb-wet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Maatschap Voort Ganzenmars 3 7683 SB DEN HAM OV KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121

Nadere informatie

Besluit. De heer L.L.M. Kortier Kortenroelefsweg 2 7482 PP HAAKSBERGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Kortier,

Besluit. De heer L.L.M. Kortier Kortenroelefsweg 2 7482 PP HAAKSBERGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Kortier, Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer L.L.M. Kortier Kortenroelefsweg 2 7482 PP HAAKSBERGEN

Nadere informatie

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: plattegrondtekening d.d behorende bij de melding verplaatsen inrichting.

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: plattegrondtekening d.d behorende bij de melding verplaatsen inrichting. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl J.P.M. Fleerkotte Hardenbergerweg 65 7651 LK TUBBERGEN KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : A. Talen Recycling Aangevraagde activiteiten : Het aanleggen van twee in- en uitritten Locatie : Burgemeester Niemeijerstraat

Nadere informatie

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Maatschap van der Vegte Bremmelerstraat 10 8131 PK WIJHE Inlichtingen bij Ben

Nadere informatie

omgevingsvergunning Kampetr Datum omgevingsvergunning: 20 augustus 2013 Dossiernummer: OLO-nummer: Fr-*>u

omgevingsvergunning Kampetr Datum omgevingsvergunning: 20 augustus 2013 Dossiernummer: OLO-nummer: Fr-*>u omgevingsvergunning Datum omgevingsvergunning: 20 augustus 2013 Dossiernummer: 2013-0043 OLO-nummer: 706077 Fr-*>u Kampetr Op 23 januari 2013 heeft Provincie Overijssel een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD VOORBLAD Besluit Op 21 juli 2015 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het verwijderen van bomen en struiken uit de stroombaan (activiteit aanleggen werken/werkzaamheden)

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: tekening aangevraagde situatie, zoals bij de aanvraag gevoegd.

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: tekening aangevraagde situatie, zoals bij de aanvraag gevoegd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 J. Kanis Kamperzandweg 14 8307 RJ ENS Inlichtingen

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017 O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 3126-2016, 17 februari 2017 Op 21 maart 2016 hebben wij van u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het aanleggen van een definitieve wegverbinding

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee #1 Waddenzee Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Waddenzee) - 3 Inzien

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: De technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d. 15 januari 2004.

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: De technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d. 15 januari 2004. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap Ter Braak t.a.v. F. Ter Braak Holthuizerstraat

Nadere informatie

Gezien voor akkoord: Datum: 30 augustus 2017

Gezien voor akkoord: Datum: 30 augustus 2017 > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle Rijkswaterstaat K. van Andel Postbus 24103 3502LA UTRECHT ONTWERP-BESLUIT Gezien voor akkoord: : 30 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag afwijzing

Nadere informatie

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Vergunning Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998 Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer: 2016-600903 Kenmerk: 2016/86141 d.d. 3

Nadere informatie

: KRW-geul Bentickswelle : Aanvulling op activiteitenplan Flora- en faunawet Zomerbedverlaging Beneden- IJssel

: KRW-geul Bentickswelle : Aanvulling op activiteitenplan Flora- en faunawet Zomerbedverlaging Beneden- IJssel HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft Ons kenmerk Datum : 6 februari 2013 Classificatie : Openbaar : Waterschap Veluwe Vallei : Haskoning DHV B.V, Edith Dorsman,

Nadere informatie

MEMO. HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo. : Gemeente Kampen : Royal HaskoningDHV, Janet Olthof : PDR, Peter Jesse

MEMO. HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo. : Gemeente Kampen : Royal HaskoningDHV, Janet Olthof : PDR, Peter Jesse HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft Ons kenmerk Datum : 14 mei 2013 Classificatie : Klant vertrouwelijk : Gemeente Kampen : Royal HaskoningDHV, Janet Olthof :

Nadere informatie

Wat gebeurt er nu? De wet bepaalt dat wij het besluit moeten publiceren en ter inzage moeten leggen.

Wat gebeurt er nu? De wet bepaalt dat wij het besluit moeten publiceren en ter inzage moeten leggen. Het kenmerk: UV 20170852 Behandeld door: A. de Haan Telefoon: 14 0515 TenneT TSO B.V. t.a.v. dhr. J.W. Hoezen Postbus 718 6800 AS Arnhem Onderwerp: beschikking omgevingsvergunning uitgebreide procedure

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Onze referentie Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn;

Nadere informatie

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum evenement : 21 juni 2016 Datum beschikking : 19 april 2016 : Katan Vuurwerk : Vuurwerkevenement

Nadere informatie

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Steggink Akkerbouw B.V. heer/mevrouw J.C. Steggink Van Roijensweg 83 7694 BE

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning

Ontwerp omgevingsvergunning OPENBARE EN GEBOUWDE OMGEVING ons kenmerk 911615 behandeld door de heer PMA Jacobs doorkiesnummer +31 77 3596791 besluitdatum XX-XX-XXXX onderwerp ontwerp omgevingsvergunning Ontwerp omgevingsvergunning

Nadere informatie

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Maatschap J.H. en G. Veltink de heer G. Veltink Jachthuisweg

Nadere informatie

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Rijntakken. #38 Rijntakken

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Rijntakken. #38 Rijntakken Procedurewijzer Voor het wijzigingsbesluit Rijntakken #38 Rijntakken Inhoudsopgave Procedurewijzer - 2 Wat is Natura 2000? - 2 Wijzigingsbesluit - 2 In beroep gaan (wijzigingsbesluit Rijntakken) - 3 Inzien

Nadere informatie

ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERPBESLUIT STROOMLIJN Op 19 december 2014 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het vellen/rooien van houtgewas activiteit aanleggen werken/werkzaamheden

Nadere informatie

Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013

Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013 BESLUIT INGEVOLGE DE WATERWET Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013 1 Onderwerp Toepassen van artikel 4.7, lid 1 van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas met betrekking tot het vrijstellen

Nadere informatie

Wij wijzigen uw vergunning van 27 februari 2013 (kenmerk 2013/ ), zoals u heeft aangevraagd.

Wij wijzigen uw vergunning van 27 februari 2013 (kenmerk 2013/ ), zoals u heeft aangevraagd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Klussenbedrijf Vruwink de heer H. Vruwink Bollenweg 10 7495 RV AMBT DELDEN KvK

Nadere informatie

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Landbouwbedrijf Rotman de heer J.A.H. Rotman Deventerdijk 14 7478 RR DIEPENHEIM

Nadere informatie

Toetsingskader aanvraag

Toetsingskader aanvraag Tauw B.V. De heer R. Korfage Postbus 133 7400AC DEVENTER Inlichtingen bij: Lisette Senger Telefoon: 14 0575 Bijlage(n): div. Ons nummer: 76862 Uw brief dd.: 15 januari 2016 Team: Veiligheid Datum: 1 maart

Nadere informatie

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Landbouwbedrijf Mandemaker de heer G. Mandemaker Smalleweg

Nadere informatie

Ministerie van Economisclie Zaken

Ministerie van Economisclie Zaken i I Ministerie van Economisclie Zaken 'I.1. 'u,r.:r, ::.'T:I V.,.,,-?! «:^r^ > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag ' ' i. Rijkswaterstaat De heer D.J. Zwenfirner Projectmanager Boskalis Postbus

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00110064 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 207 woningen

Nadere informatie

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de omgevingsvergunning.

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de omgevingsvergunning. gemeente Nieuwkoop afdeling Publiekszaken INTERNE POST Gemeente Nieuwkoop A.J. de Rooij Postbus 1 2460 AA TER AAR datum zaaknummer behandeld door betreft datum W-2015-0160 Ernst-Jan Haselhoff ONTWERP Omgevingsvergunning

Nadere informatie

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 Melkveebedrijf Timmerman t.a.v. de heer W. Timmerman

Nadere informatie

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum evenement : 29 augustus 2014 Datum beschikking : 17 juli 2014 : Dream Fireworks B.V.

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Brink Recycling B.V. Aangevraagde activiteiten : Beperken opslag gevaarlijk afval tot maximaal 50 ton Locatie : Haatlandhaven

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wet natuurbescherming hoofdstuk 2 gebieden Datum besluit : 16 februari 2018 Onderwerp : Wet natuurbescherming 2016-003244 - gemeente

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00085026 Burgemeester en wethouders hebben op 8 december 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het gedeeltelijk verleggen

Nadere informatie

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum evenement : 12 september 2015 Datum beschikking : 18 juni 2015 : Katan Vuurwerk : Vuurwerkevenement

Nadere informatie

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1

website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 website - 47-RO-2009015319-ab.doc Pagina 1 Ons kenmerk RO/2009015319 Behandeld door de heer B. Klijs (0592) 36 56 64 Onderwerp: Vergunning artikel 19d van de Natuurbeschermingswet (Nb-wet) 1998 BESLUIT

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum evenement : 3 april 2016 Datum beschikking : 2016/0047625 : Dream Fireworks : Vuurwerkevenement

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Wavin Diensten B.V. Aangevraagde activiteiten : Aanleggen in- en uitrit en vellen van een eikenboom Locatie : J.C. Kellerlaan

Nadere informatie

De motivering voor het toestaan van de wijziging van de uitvoeringsperiode is in bijlage 1 weergegeven.

De motivering voor het toestaan van de wijziging van de uitvoeringsperiode is in bijlage 1 weergegeven. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Rijkswaterstaat Programmadirectie Ruimte voor de Rivier RWS Grote Projecten

Nadere informatie

Let op: wij maken u er op attent dat u geen gebruik mag maken van de verleende vergunning voordat deze onherroepelijk is.

Let op: wij maken u er op attent dat u geen gebruik mag maken van de verleende vergunning voordat deze onherroepelijk is. Retouradres: Postbus 6267, 4000 HG Tiel Krinkels-Cso t.a.v. mevrouw D. van Zandvoort Postbus 1323 6201 BH MAASTRICHT Onderwerp Definitief besluit - Verlening Geachte mevrouw Van Zandvoort, Op 4 december

Nadere informatie

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. Beschikking

VUURWERKBESLUIT. Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit. Beschikking VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager : Wagenvoort Vuurwerk B.V. Aangevraagde activiteiten : Vuurwerkevenement Locatie : Ootmarsumseweg 289 in Fleringen Datum evenement

Nadere informatie

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017

Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk. 26 april 2017 Reactienota gewijzigde aanleg Inlaatsysteem IJsseldijk 26 april 2017 Inhoudsopgave I. Onderwerp... 3 II. Toelichting... 3 III. Zienswijze en beantwoording... 4 IV. Ambtshalve wijzigingen... 8 IV. Bijlage...

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikelen 19d en 19e Datum : 1 augustus 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018427 - gemeente Dronten Activiteit

Nadere informatie

Besluit Watervergunning

Besluit Watervergunning Besluit Watervergunning Deze vergunning is tot stand gekomen via een ISO 9001 gecertificeerd proces 1. Aanvraag Het dagelijks bestuur heeft op 22 mei 2015 een aanvraag ontvangen van Isala delta VOF om

Nadere informatie

Wij wijzigen uw vergunning van 20 februari 2014, zoals u heeft aangevraagd.

Wij wijzigen uw vergunning van 20 februari 2014, zoals u heeft aangevraagd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Melkveebedrijf Kattenberg de heer S. Kattenberg Bisschopswetering 63 A 8044

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 28 juli 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2015-002219 - gemeente Bronckhorst Activiteit

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikelen 2.7 lid 2 en lid 3, 2.8 leden 3 en 9 en 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit natuurbescherming

Nadere informatie

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking

Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking VUURWERKBESLUIT Ontbrandingstoestemming Vuurwerkbesluit Beschikking Aanvrager Aangevraagde activiteiten Locatie Datum evenement : 12 december 2015 Datum beschikking : 19 oktober 2015 : Katan Vuurwerk :

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord'

OMGEVINGSVERGUNNING. werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord' OMGEVINGSVERGUNNING voor: werkzaamheden (realisatie van watercompensatie) ten behoeve van de aanleg en exploitatie windpark N33, Deelgebied 'Vermeer-Noord' activiteiten: werk of werkzaamheden uitvoeren

Nadere informatie

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften: Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 De heer R.J.M. van der Vegt Paasloërallee 4 8378 JG

Nadere informatie

Reactienota Zomerbedverlaging Beneden-IJssel / Scherenwelle. 12 juli 2016

Reactienota Zomerbedverlaging Beneden-IJssel / Scherenwelle. 12 juli 2016 a Reactienota Zomerbedverlaging Beneden-IJssel / Scherenwelle 12 juli 2016 2 Inhoudsopgave I. Onderwerp... 5 II. Toelichting... 5 III. n en beantwoording... 6 IV. Ambtshalve wijzigingen... 14 3 4 I. Onderwerp

Nadere informatie

Dit besluit is genomen op basis van de artikelen 2.1 en 2.2 en paragraaf 2.3 van de Wabo.

Dit besluit is genomen op basis van de artikelen 2.1 en 2.2 en paragraaf 2.3 van de Wabo. DE FRYSKE MARREN De Fryske Marren Postbus 101, 8500 AC Joure Herema State 1, 8501 AA Joure t 14 05 14 e info@defryskemarren.n1 i www.defryskemarren.n1 r Joure, 20 november 2018 Verzonden: 23 NOV. 2018

Nadere informatie

Aan deze vergunning hebben wij voorschriften verbonden. De meegezonden en gewaarmerkte stukken horen bij dit besluit.

Aan deze vergunning hebben wij voorschriften verbonden. De meegezonden en gewaarmerkte stukken horen bij dit besluit. Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. Postbus 28000 9400 HH Assen (nam-vergunningen-nam-lsuiaenl@shell.com) Ons adres: Postbus 13, 9290 AA Kollum Ons telefoonnr: 0519-298888 Ons whatsapp nr: 06-12083046

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning De heer J.B. Kamphuis Kloosterallee 3 8167 LT Oene Zaaknummer : 48503 Behandeld door : Team Ontwikkeling Vergunningverlening Telefoonnummer : 14 0578 Onderwerp : Ontwerp omgevingsvergunning uitgebreid

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 19 september 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-00078 - gemeente Nunspeet

Nadere informatie