Natuur- en Milieueducatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Natuur- en Milieueducatie"

Transcriptie

1 Onderzoek naar Natuur- en Milieueducatie Op basisschool de Touwladder Babs Schuurmans Ward Snijders Maart

2 Samenvatting In de visie van basisschool de Touwladder komt het onderwerp natuur sterk naar voren. In het algemeen was het doel van het onderzoek lijn brengen in de natuureducatie van groep 1 t/m 6. Het is de bedoeling dat er gewerkt gaat worden met een krachtige leeromgeving, die gerealiseerd zal worden in de schooltuinen behorende bij de nieuwbouw. Er moest rekening gehouden worden met wat reeds ontwikkeld is, de inbreng van de leerkrachten, met de methodes en met de kerndoelen van natuureducatie. Het is al een tijdje de bedoeling dat er meer met de schooltuinen gewerkt wordt. Er is hier in voorgaande jaren al aandacht aan besteed. De leerkrachten zijn er ook enthousiast over maar toch komt het nog niet goed van de grond. Met deze kennis hebben we een onderzoek opgezet naar de ervaringen, kennis, vaardigheden, wensen en inzichten van de leerkrachten. Wat zouden ze willen, wat zijn hun verwachtingen, hoe beoordelen ze hun eigen vaardigheden en wat zijn de belemmeringen die ze zijn tegengekomen en die het werken in de krachtige leeromgeving tegen hielden? Na het uitwerken van de begrippen die in de onderzoeksvraag naar voren komen (zie bijlage 1, verklarende woordenlijst) zijn we het praktijk onderzoek gestart. Met deze vragen zijn we een interview volgens de Delphimethode aangegaan met enkele leerkrachten. Vanuit de antwoorden die we daaruit kregen hebben we een enquête gemaakt. De uitkomsten hiervan hebben we gebruikt in het maken van een leerlijn voor natuur- en milieueducatie. Op die manier hopen we voor de leerkrachten de mogelijkheid gecreëerd te hebben om in de toekomst op een toegankelijke manier gebruik te maken van de natuurlijke leeromgeving behorende bij de school. De leerlijn, resultaten van het onderzoek en een gedetailleerd verslag zijn te vinden in de hier op volgende hoofdstukken. 2

3 1. Inhoudsopgave Samenvatting Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Doel onderzoek Vraagstelling Omgaan met ethische vraagstukken Theoretisch kader SOP Onderzoeksmethoden Resultaten Betrouwbaarheid en validiteit Conclusie Discussie en evaluatie suggesties Literatuurlijst Bijlagen

4 2. Voorwoord Dit onderzoek hebben we uitgevoerd in de afstudeerfase van onze studie aan de PABO te s Hertogenbosch. Vorig schooljaar zijn we beiden begonnen met onze stage op de Touwladder en hebben we kennisgemaakt met de visie van de school. Het werken in de binnentuinen en de verdere natuurlijke leeromgeving sprak ons hier erg in aan. We zijn beide mensen die kunnen genieten van de natuur en de waarde ervan inzien. Het is natuurlijk geweldig als je een onderzoek uit kunt voeren vanuit je interesse. Vandaar ook dat we beide volledig enthousiast aan de slag zijn gegaan met dit onderzoek. Babs loopt stage in de onderbouw dus zij nam vooral het deel betreffende de groepen 1 t/m 3 voor haar rekening. Ward, die afstudeert in groep 5 heeft dit voor de groepen 4 t/m 6 gedaan. Dit zorgt voor twee onderzoeken die samen heel veel informatie geven over de houding en standpunten van de leerkrachten, maar ook over theorie achter de beiden groepen kinderen. De verschillen in ontwikkeling zorgen voor verschillen in het werken in de krachtige leeromgeving. Het is misschien heel vanzelfsprekend, maar het eerste dankwoord spreken we daarom naar elkaar uit. De steun, ideeën, het kunnen delen van enthousiasme, twijfels en elkaars kritische blik. Het was erg fijn om dit onderzoek samen uit te voeren en af te ronden. Daarnaast willen we de directeur en alle leerkrachten van basisschool de Touwladder bedanken voor hun medewerking. Bedankt voor het delen van jullie meningen, ervaringen en enthousiasme! Een laatste, maar niet minder gemeend dankwoord gaat uit naar A. v. G, J.v. B. en L. K. voor hun feedback in de aanloop naar dit onderzoek. Bedankt! 4

5 3. Inleiding Natuur- en milieueducatie (NME) is een punt dat duidelijk naar voren komt in de visie van bs. De Touwladder. Duurzaamheid en leren in en van de natuur worden nagestreefd. In het schoolplan wordt de gewenste situatie over 4 jaar beschreven ( ). De school wil werken met een krachtige uitdagende leeromgeving die is aangepast aan de visie van de school en optimale mogelijkheden biedt voor ontwikkeling op NME gebied. Deze ontwikkeling gaat echter niet vanzelf. Leerkrachten zijn wel enthousiast maar de stap om gebruik te maken van de natuurlijke leeromgeving lijkt nog iets te groot. Wat is er de afgelopen jaren al precies gedaan aan het vormen van het natuuronderwijs? Om een goede beginsituatie te kunnen schetsen, moet dit in kaart gebracht worden. Daarnaast is het belangrijk dat er een lijn komt in het natuuronderwijs van onderbouw naar bovenbouw. De onderbouw maakt gebruik van de natuurtuinen, groep 4 t/m 6 werken met ontdekdozen, natuur is hier nog niet in geïntegreerd. Er moet dus gezocht worden naar een aansluiting hierop vanaf groep 4. Op dit moment hebben de onderbouwklassen direct toegang tot de schooltuinen, deze zijn ook beschikbaar voor de bovenbouw. Hier wordt echter minimaal gebruikt van gemaakt door de bovenbouw omdat het een ander gebouw betreft. Maar ook in de onderbouw wordt er niet intensief met de tuinen gewerkt. De Krachtige leeromgeving wordt verder door alle klassen enkel sporadisch gebruikt binnen het natuuronderwijs van de Touwladder. Binnenkort hebben alle bouwen toegang tot tuinen op het terrein van de school. Er komt namelijk nieuwbouw. Vanzelfsprekend gaat de organisatie van de natuureducatie een belangrijke rol spelen. Hier ligt dus een belangrijke rol voor het team. Niet alleen moet er gekeken worden naar didactiek, inhoud en planning, vooral is het belangrijk dat het team eigenaar wordt van deze ontwikkeling en hierachter staat. In het volgende hoofdstuk wordt het doel van het onderzoek concreter beschreven. 5

6 4. Doel onderzoek Met dit onderzoek willen we ontdekken en vastleggen wat de wensen, ervaringen en belemmeringen zijn betreft het buiten werken op de Touwladder. Met deze uitkomsten willen we de opzet voor een leerlijn maken voor NME, hoofdzakelijk gericht op buiten werken. E. C. heeft vanuit haar afstuderen eerder onderzoek gedaan naar de invloed van open en gesloten lessen natuur en techniekonderwijs op het welbevinden en de betrokkenheid van kinderen in de onderbouw. We zorgen dat we dit meenemen in ons onderzoek en zeker niet hetzelfde wiel nog een keer uit gaan vinden. We hopen door het uitvoeren van dit onderzoek aan te kunnen tonen dat het werken in de krachtige leeromgeving een ontwikkeling is die niet vanzelf gaat. Daar is tijd voor nodig, enthousiasme, kennis, vaardigheden en een duidelijk opzet, wat wordt er nou eigenlijk verwacht van de leerkrachten? We gaan dit onderzoeken door middel van een interview, enquêtes, documentanalyses en daarnaast een theorie onderzoek naar het belang van NME, kerndoelen, methodes, alles rondom buiten werken en het opzetten van een leerlijn. De daadwerkelijke vraagstelling van het onderzoek zal in het volgende hoofdstuk aan bod komen. 6

7 5. Vraagstelling Hoofdvraag Hoe maken wij voor de groepen 1 t/m 6 van basisschool de Touwladder een leerlijn en praktische opzet voor natuur- en milieueducatie die aansluit bij de methode Leefwereld, de kerndoelen NME en het buitenwerken, waarbij we er voor zorgen dat de betreffende leerkrachten deelgenoot zijn van de ontwikkeling en met als doel dat zij het buitenwerken als laagdrempelig ervaren. Deelvragen (Zie bijlage 2 voor verdeling van deelvragen, bronnen en methodes) 1 Hoe kunnen wij de drempel voor het buiten werken zo laag mogelijk maken voor de leerkrachten? 1a. Hoe is de ontwikkeling van het natuuronderwijs de afgelopen jaren gegaan in de school en wat zijn de ervaringen van de leerkrachten hiermee? 1b Hoe wordt er nu gewerkt aan milieu en natuureducatie op de Touwladder? 1c. Welke ervaringen en inzichten hebben de leerkrachten met betrekking tot het buiten werken? 1d. Wat belemmert de leerkrachten om meer van de natuurmethode af te wijken, en gebruik te maken van de natuurlijke leeromgeving? 1e. Wat zijn de wensen en ideeën van de leerkrachten met betrekking tot het buitenwerken? 2. Hoe maken wij een leerlijn die aansluit bij NME en die aansluit bij de inhouden van de methode Leefwereld en het buitenwerken. 2a. Welke kerndoelen en tussendoelen (TULE) hebben betrekking op NME? 2b Wat zijn de kerndoelen die je wilt bereiken met buitenwerk? 2c. Hoe ziet de leerlijn er op dit moment uit, theoretisch (Leefwereld) en in de praktijk? 2d. Welke uitgangspunten spelen een rol bij het buitenwerken? 3. Om welke vaardigheden van de leerkracht wordt gevraagd tijdens het buitenwerken bij NME? 3a. Welke werkvormen van natuuronderwijs zijn er? 3b. Welke werkvormen sluiten aan bij het buitenwerken? 3c. Welke materialen zijn daarbij vereist? 3d. Welke leerstofinhouden zijn geschikt voor buiten en welke niet? 3e.Welke vaardigheden moeten leerkrachten hiervoor nog leren? 4. Wat is het belang van natuur- en milieueducatie? 4a. Wat is natuur en milieueducatie? 4b. Wat is het belang van natuur- en milieueducatie vanuit maatschappelijk opzicht? 4c. Wat is de invloed van natuur- en milieueducatie op de ontwikkeling van kinderen? Binnen het onderzoek zijn er enkele ethische vraagstukken aanbod gekomen, in het volgende hoofdstuk worden deze beschreven. 7

8 6. Omgaan met ethische vraagstukken Binnen dit onderzoek zijn we minimaal in aanraking gekomen met ethische vraagstukken. Het belangrijkste in dit onderzoek, zo belangrijk zelfs dat het nadrukkelijk in de onderzoeksvraag vermeld werd, is de communicatie naar en met de leerkrachten. Wanneer je je als school wil ontwikkelen moet het team daar achter staan, zij zijn de uitvoerders en zij moeten op de hoogte zijn van wat er van ze verwacht wordt. Sterker nog, ze moeten deelgenoot zijn van die ontwikkeling. Een ontwikkeling gaat leven wanneer iedereen het gevoel heeft deelgenoot te zijn van die ontwikkeling, dan wordt er ook daadwerkelijk iets gedaan om het doel te bereiken. Dit werkt zo met kinderen, kijk maar naar het CAR-principe (L. Stevens), waar het onderdeel relatie erg belangrijk is. Maar dit werkt ook zo bij volwassenen. Om dit te bereiken hebben we de leerkrachten ten eerste zoveel mogelijk op de hoogte gehouden van wat er gebeurde in ons onderzoek, waar we mee bezig waren en wat de plannen waren. Dit deden we op informele momenten, tijdens de pauze of na school, maar ook tijdens vergaderingen. Helemaal aan het begin van ons SOP hebben we een korte presentatie gegeven voor het team in een vergadering, waarin de bedoeling duidelijk werd. Ook hebben we toen benadrukt dat iedereen altijd met vragen of opmerkingen bij ons terecht kon. Daarnaast hebben we zowel op dezelfde momenten om de meningen en inbreng van de leerkrachten gevraagd. Ook hebben we een nauw contact gehouden met de directeur om te bewaken dat ons onderzoek nog wel verliep naar de wensen van de school. Verder is het belangrijk geweest om te waken voor suggestieve vraagstellingen binnen de interviews en enquêtes. Enerzijds omdat het onderzoeksmatig niet professioneel is, anderzijds om de leerkrachten niet het gevoel te geven dat ze door middel van dit onderzoek, beoordeeld worden op hun werk. In het volgende hoofdstuk wordt de theorie achter het onderzoek uiteen gezet, het zo genaamde theoretisch kader. 8

9 7. Theoretisch kader SOP Inhoud 7.1 Natuur en Milieueducatie Samenvatting 7.2 Het belang van Natuur en Milieueducatie Samenvatting 7.3 Kerndoelen Samenvatting 7.4 Onderwijsstijlen bij NME Samenvatting 7.5 De groene competenties Samenvatting 7.6 Methodes op basisschool de Touwladder Samenvatting 7.7 Materialen Samenvatting 7.8 Buitenpracticum Samenvatting 7.9 Het belang van buitenspel Samenvatting 7.10 Natuuronderwijs bij jonge kinderen en kinderen van 8-12jaar Samenvatting 9

10 7.1 Natuur en Milieueducatie In het boek praktische didactiek voor natuuronderwijs (De Vaan en Marell, 2006) staat dat Natuur- en milieueducatie (hierna te noemen: NME) en natuuronderwijs vaak door elkaar worden gehaald en in een verkeerde context gebruikt. Zo hebben zij inderdaad wel iets met elkaar te maken. De inhouden overlappen elkaar voor een deel. Toch leidt natuuronderwijs niet vanzelf tot milieubesef bij kinderen, terwijl NME niet garant staat voor goed natuuronderwijs. De aandacht voor NME op school, zoals bij wel meer educaties op school, een antwoord op een bepaald maatschappelijk probleem. In deze paragraaf wordt de werkelijke inhoud van NME besproken. Wat is NME nou precies? BIJ NME staat het volgende centraal: Het ontwikkelen van waarden, (ervarings-)kennis, inzichten en vaardigheden waarmee betrokkenen (individueel en collectief) weloverwogen handelingskeuzen kunnen en willen maken op het gebied van natuur, milieu en landschap en de gevolgen van deze keuze weten te concretiseren in de dagelijkse praktijk. De achterliggende gedachte hierbij is dat mensen de enige levende wezens die in staat zijn om bewust invloed uit te oefenen op de ecologische processen waarvan ze afhankelijk zijn. Daarmee dragen mensen dus ook een verantwoordelijkheid voor de gevolgen van hun gedrag voor andere mensen alsook voor de (overige) natuur. Men gaat ervan uit dat met consequent ecologisch handelen en denken deze verantwoordelijkheid kan worden waargemaakt. In de rapporten Meadows e.a. (1972 en 1992) is de noodzaak voor een duurzame samenleving aangetoond. In een dergelijke samenleving voorziet elke generatie in zijn eigen behoeften en wordt er niet méér energie gebruikt dan er in dezelfde periode wordt gevormd. In het Brundtlandrapport (1987) is het begrip duurzame ontwikkeling bekend geworden. Ook duurzame ontwikkeling is gebaseerd op ecologisch handelen, te weten zodanig handelen dat natuurlijke hulpbronnen niet onnodig worden aangetast en dat ingrepen van de mens niet leiden tot definitieve verstoringen van ecologische processen. Een belangrijk concept die hierop volgde was Cradle to Cradle. De drie basisregels van Cradle to Cradle zijn: 1. Afval = voedsel 2. Zon is de energiebron 3. Respect voor Diversiteit De kern van Cradle to Cradle (ook wel C2C genoemd) ligt in het concept afval is voedsel. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven van één bepaald product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen optreden en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. Deze kringloop is dan compleet. Afval is voedsel. 10

11 Duurzame ontwikkeling is dan de ontwikkeling waarbij de huidige generatie in haar behoeften voorziet, zonder de mogelijkheden daartoe voor de volgende generatie te beperken. De Cradle to Cradle filosofie gaat verder en wil niet alleen voorzien in onze eigen behoeften, maar ook de toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien. Het motto daarbij is probeer goed te zijn in plaats van minder slecht! Eco-effectiviteit (het vergroten van onze positieve impact op het milieu) is beter dan eco-efficiëntie (het traditionele doel om de negatieve gevolgen van de samenleving en industrie te beperken). "De industrie moet ecosystemen - het biologische metabolisme van de natuur - beschermen en verrijken. Tegelijkertijd moet zij een veilig, productief technisch metabolisme in stand houden door hoogwaardig gebruik en de circulatie van minerale, synthetische en andere materialen." Cradle to Cradle haalt zijn inspiratie uit de natuur. De natuur werkt volgens een ingenieuze kringloop waarin afval niet bestaat. Afval is altijd weer nieuw voedsel. Dit cyclische, biologische systeem heeft miljoenen jaren de planeet van een gevarieerde overvloed aan voedsel voorzien. Cradle to Cradle is in dit opzicht de tegenpool van het zogenaamde Cradle to Grave principe. Bij dit principe worden productieprocessen niet cyclisch maar lineair gezien. Producten hebben een eindige levensduur en komen daarna op de afvalberg terecht. Pas op dat moment wordt er nagedacht over de mogelijke problemen van afval en wordt er naar oplossingen gezocht. Bij het Cradle to Cradle principe gaat men ervan uit dat men bij het ontwerpen van een product de oplossingen voor het einde van de gebruiksfase al zou moeten meenemen. Materiaalstoffen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld: biologische voedingsstoffen en technische voedingsstoffen. Het doel van Cradle to Cradle is om al onze producten effectief te ontwerpen, zodat ze deel kunnen gaan uitmaken van oneindige biologische of technische cycli. Het is in het ontwerp van groot belang beide kringlopen gescheiden te houden. Biologische materialen kunnen na gebruik worden omgezet naar compost. Technische materialen kunnen, als zij vrij van toxines en schadelijke additieven, opnieuw worden verwerkt tot grondstof. Zo kunnen producten ook op de lange termijn een positief effect hebben op zowel de economie, het milieu, als de gezondheid. Cradle to Cradle biedt aan de hand van duidelijke richtlijnen een goed doordacht en praktisch uitvoerbaar economisch concept. Het zou een fundament kunnen zijn voor een nieuwe samenleving: een wereld zonder afval. Al jarenlang is er discussie over NME. Hier volgen enkele verschillende visies hierover. Zo zijn er organisaties die het accent willen leggen op natuureducatie. Daarbij gaat het in de eerste plaats om natuurbeleving; het zelf omgaan met, en zorg dragen voor concrete natuur. Zo ontstaan relaties tussen kind en natuur. Hierbij gaat men ervan uit dat deze relaties niet ontstaan niet uit theorie die een kind leert uit een boekje maar uit direct contact met de natuur. Bovendien zouden kinderen geen inzicht hebben in milieuproblemen die zich op wereldschaal afspelen, laat staan dat ze de gevolgen van maatregelen kunnen overzien. Verantwoord milieugedrag gebaseerd op ecologisch inzicht zien zij voor kinderen dan ook (nog) niet als een haalbaar doel. Hiertegenover staan organisaties die vinden dat je kinderen juist al op jonge leeftijd een goede houding ten opzichte van het milieu moet aanleren. Zij pleiten voor milieueducatie. Kinderen hebben immers te maken met milieuproblemen. Zij worden bijvoorbeeld via de televisie (denk 11

12 bijvoorbeeld aan het jeugdjournaal) geconfronteerd met milieurampen. Je kunt er als leerkracht niet omheen, als ze hier op school mee aankomen. Organisaties uit de natuur- en uit de milieuhoek werken inmiddels samen bij het maken van lesmateriaal voor NME. Bleijerveld (1992) formuleert het aldus: Het is dan ook niet zozeer de vraag of de basisschool aandacht moet besteden aan milieuproblemen, maar veeleer op welke manier dit kan gebeuren Samenvatting NME heeft grote overeenkomsten met natuuronderwijs. Een belangrijk onderscheidend aspect is echter dat bij NME echt het doel centraal staat om met de educatie een bepaald milieubesef te realiseren. Mensen dienen bewust te worden gemaakt van wat hun handelen voor impact heeft op de natuur en hun verantwoordelijkheid hierin. Men wil eigenlijk dat mensen zich door de NME gaan inzetten voor het hogere doel van een duurzame samenleving en ontwikkeling. In bovenstaande tekst staan verschillende voorbeelden over hoe dat consequent ecologisch handelen eruit zou moeten zien. Bijvoorbeeld dat elke generatie in zijn eigen behoeften voorziet en er in een bepaalde periode niet meer energie gebruikt wordt dan er in die periode wordt gevormd. Een belangrijk concept hierbij is Cradle to Cradle. De kern van Cradle to Cradle is dat afval moet worden gezien als voedsel. Het idee hiervan is dat een bepaald product na de eerste levensuur, nuttig kan worden gebruikt voor een ander (technisch of biologisch) product. Men wil niet alleen de effecten van onze maatschappij op het milieu beperken, maar ook aan het begin van een productielijn nadenken over een plaats van het product in een bepaalde technische of biologische cyclus. In het volgende hoofdstuk wordt verder ingegaan op het belang van natuur- en milieueducatie. 12

13 7.2 Het belang van Natuur- en Milieueducatie Er zijn in ons land al tal van organisaties die zich bezighouden met natuur- en milieueducatie. Allemaal leggen ze hun eigen accenten in de educatie. Enkele voorbeelden: Greenpeace richt zich vooral op de bedreiging van het leven in de oceanen, het Wereldnatuurfonds (WNF) houdt zich vooral bezig ben het behoud van het tropisch regenwoud en bedreigde diersoorten en Stichting Veldwerk Nederland zoekt vooral onderwerpen in de nabije groene natuur. Bij al deze verschillende groepen gaat het vooral om het overbrengen van inzicht in de gevolgen van menselijk handelen voor natuur en milieu en om de betekenis van en waardering voor natuur en milieu. Dit bewustzijn en waardering voor de natuur zouden moeten uitmonden in een houding van zorg en verantwoordelijkheid. De volgende inzichten zijn daarbij van belang: Wij zijn als mens een deel van de natuur en kunnen daarbuiten niet bestaan. Uiteindelijk zijn we voor voedsel, beschutting en grondstoffen afhankelijk van de natuur. Het doen en laten van mensen heeft invloed op de natuurlijke gang van zaken. Omgekeerd heeft de natuur invloed op het doen en laten van de mensen. Mensen hebben een dubbelrol; ze maken deel uit van de natuur en ze beslissen erover. Dus mensen en natuur beïnvloeden elkaar wederzijds. In de natuur bestaan evenwichten en kringlopen, die samen voor een min of meer stabiel systeem zorgen. Er zijn verbanden tussen natuur enerzijds, en cultuur, economie en politiek anderzijds. Vaak is er een spanning tussen belangen. Bijvoorbeeld tussen eigen belang en algemeen belang, tussen belangen van de huidige generatie en generaties na ons, tussen de belangen van mensen in de rijke landen en bewoners van de derde wereld. Deze inzichten vormen de basis om in je doen en laten milieubewust te kiezen, maar daar is meer voor nodig: Je moet je betrokken voelen bij natuur en milieu. Pas als die waardevol voor je zijn, vind je het de moeite waard om je ervoor in te spannen. Het besef dat je (mede) verantwoordelijk bent voor jezelf en de manier waarop je met natuur en milieu omgaat. Je moet kunnen kiezen: afwegen wat van belang is in de situatie en dan een besluit nemen. Keuzes maken klinkt veel eenvoudiger dan het in werkelijkheid is. Je krijgt zelden de kans om te kiezen tussen goed en kwaad. Veel vaker gaat de keuze tussen verschillende combinaties van waardevolle alternatieven die gekoppeld zijn aan ongewenste consequenties. NME beslaat een veel breder terrein dan alleen natuuronderwijs. Ondanks de wederzijdse kritische geluiden over milieueducatie groeien de opvattingen naar elkaar toe. Onder andere is men het eens over de noodzaak van waardevorming als voorwaarde voor gedragsverandering. 13

14 Wanneer je NME en de bestaande vak- en vormingsgebieden zoveel mogelijk wilt integreren, kun je bestaande leerinhouden aanpassen en zo nodig aanvullen. Zo vertonen de inhouden en doelen van NME overlap met die van natuuronderwijs, aardrijkskunde en bevordering van gezond gedrag. Daarnaast bestaat milieuzorg op school uit een aantal maatregelen en afspraken met als doel om milieubesparend functioneren van de school te bevorderen en de leerlingen daarbij te betrekken. Bij maatregelen en afspraken kan je bijvoorbeeld voorstellen: - Besparing van gas en elektriciteit (isolatie, spaarlampen) - Beperking van het papiergebruik (tweezijdig kopiëren, kladblokken maken van eenzijdig bedrukt papier) - Kringlooppapier invoeren - Afval gescheiden inzamelen - Composthoop in de schooltuin Milieuzorg geeft kinderen de gelegenheid om in de eigen school al doende en in samenspraak met elkaar, ervaring te krijgen met milieusparend gedrag. Het is de bedoeling dat de milieumaatregelen gedragen worden door het hele team en gekoppeld worden aan het onderwijs. Betrek zoveel mogelijk ouders bij milieuzorg; zo voorkom je dat kinderen thuis en op school tegenstrijdige boodschappen moeten verwerken Samenvatting Het belang voor NME is behoorlijk groot en bekeken vanuit mondiaal perspectief zijn waarde- en attitudevorming erg belangrijk. Maar kinderen van de basisschool hebben hun eigen leef- en belevingswereld. Op de basisschool zou je kunnen werken aan milieuzorg. Milieuzorg geeft kinderen de gelegenheid om in de eigen school al doende en in samenspraak met elkaar, ervaring te krijgen met milieusparend gedrag. Het is de bedoeling dat de milieumaatregelen gedragen worden door het hele team en gekoppeld worden aan het onderwijs. Er zijn verschillen in meningen of kinderen op de basisschool al voldoende inzicht hebben in de complexiteit achter milieuzorg. In ieder geval is natuureducatie een mogelijkheid om kinderen zorg te laten dragen voor de natuur. Over de inhoud van het onderwijs aan de kinderen op de basisschool is altijd veel gesproken, maar nauwelijks iets afgesproken. Op school moest onderwijs gegeven worden in rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis, tekenen, muziek en nog een paar vakken. Maar wat nu precies aan rekenen en taal gedaan moest worden, of aan aardrijkskunde en geschiedenis, is nooit voorgeschreven. De school/de leerkracht was vrij om dat zelf te bepalen. En uitgevers waren vrij om in de onderwijsmethoden daarover op te schrijven wat ze graag wilden. Dat werd door nieuwe vakken, gebeurtenissen, projecten en dergelijke geleidelijk aan zo complex dat scholen verschillende keuzes gingen maken. Dat gaf problemen bij verhuizing en bij de aansluiting op het 14

15 voortgezet onderwijs. Daarom zijn in 1993 kerndoelen ingevoerd. 5 jaar later zijn ze tegen het licht gehouden en - mede door nieuwe inzichten en accenten vanuit de samenleving - bijgesteld. Het is interessant om na te gaan in hoeverre de kerndoelen uitgaan van natuuronderwijs, natuureducatie en milieueducatie. Daar zal in het volgende hoofdstuk naar gekeken worden. 15

16 7.3 Kerndoelen In dit hoofdstuk staat een beschrijving van de relevante kerndoelen met betrekking tot natuuronderwijs en NME. Dit zijn kerndoelen 39, 40 en 41. De gedeelten die niet over groene natuur gaan, zoals bijvoorbeeld het onderwerp het menselijk lichaam zijn weggelaten. Wat zichtbaar zou moeten worden, is welke inhoudelijke verschillen er zijn tussen de verschillende leeftijdsgroepen en in hoeverre de kerndoelen uitgaan van natuuronderwijs, natuureducatie en milieueducatie. Kerndoel 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Toelichting en verantwoording Milieu is alles wat deel uitmaakt van de omgeving van mensen. In die omgeving gaat het zowel om natuur (flora, fauna, gesteente, weer en klimaat, kringlopen) als om (materiële) cultuur, dat wil zeggen alles wat door mensen is gemaakt (gebouwen, infrastructuur, akkers/weilanden, etc.). Er is een wisselwerking tussen mensen en hun milieu: het milieu dat betekenissenheeft voor de mens en mensen die ingrijpen in het milieu. Het milieu heeft betekenissen Het milieu is in allerlei opzichten van betekenis voor mensen. De natuur brengt voedsel voort, vormt een schatkamer voor materialen met het oog op beschutting, energie (voor verwarming, verlichting, voortbeweging), technische producten en gezondheid. Natuur kan een lust zijn voor het oog (een zonsondergang of een bergbeek) maar ook bedreigend (overstromingen, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, een tsunami). De (materiële) cultuur geeft beschutting (huizen), biedt mogelijkheden om je te verplaatsen (auto, trein, etc.), schoonheid (een historische stadskern). Cultuur kan veiligheid oproepen maar ook angstgevoelens (buurt met wel of juist geen overlast).en er zijn ook betekenissen van het milieu, zowel qua natuur als cultuur, die niet direct een bepaald nut hebben voor mensen, maar die een waarde in zichzelf hebben, bijvoorbeeld de waarde van soortenrijkdom en de dynamische evenwichten op onze planeet (bijvoorbeeld de mondiale klimaatsverdeling). Mensen grijpen in in het milieu Mensen plegen allerlei ingrepen in het milieu. Ze verbouwen gewassen en wijden vee, ze bevissen het water, kappen bomen en ontginnen land, halen bodemschatten uit de grond, bouwen fabrieken, lozen afvalstoffen, leggen wegen aan, slopen huizen en bouwen weer nieuwe, produceren afval en 'decibellen' geluid. Het gaat hierbij dus om onttrekkingen en toevoegingen aan zowel de natuur als de (materiële) cultuur. Duurzame ontwikkeling 16

17 De kinderen leren dat ze, in de wisselwerking die er bestaat tussen mens en milieu, kunnen bijdragen aan de bevordering van een duurzame samenleving (hier en daar, nu en straks). Keuzes maken De kinderen worden zich bewust dat ze, bij het maken van keuzes, de ene keer wel en de andere keer niet duurzaam handelen. Inhoud van dit kerndoel Groep 1/2 M I L I E U B E T E K E N I S S E N verwondering schoonheid (natuur is mooi) I N G R E P E N V A N D E M E N S Niet van toepassing K E U Z E S M A K E N Niet van toepassing D U U R Z A M E O N T W I K K E L I N G Niet van toepassing C O N T E X T mogelijk onderwerp: Het bos/park in de eigen omgeving Groep 3/4 M I L I E U B E T E K E N I S S E N Als in groep 1 en 2: verwondering schoonheid (natuur is mooi) I N G R E P E N V A N D E M E N S iets toevoegen: afval, stank, geluid, asfalt iets onttrekken: bos (kappen), dieren (jagen, visserij) ingrijpen met zorg K E U Z E S M A K E N bereidheid tot zorg 17

18 D U U R Z A M E O N T W I K K E L I N G Niet van toepassing C O N T E X T mogelijk onderwerp: Landschappen in Nederland Groep 5/6 I N G R E P E N V A N D E M E N S verstoring van evenwicht in Nederland: mestoverschot luchtvervuiling (door verkeer, fabrieken, intensieve veeteelt) K E U Z E S M A K E N als in groep 3 en 4: bereidheid tot zorg gevolgen van ingrepen (vanuit verschillende perspectieven bekeken) D U U R Z A M E O N T W I K K E L I N G verantwoordelijk zijn voor de omgeving rechtvaardigheid C O N T E X T mogelijk onderwerp: Energieopwekking in Nederland en Europa Groep 1 en 2 - Activiteiten Wat doen de kinderen? De kinderen maken een boswandeling en gebruiken bewust hun zintuigen: ze kijken, ruiken, voelen en luisteren. Ze denken na waarover ze zich het meest verwonderen. Ze vertellen dat aan elkaar en geven daarvoor tevens argumenten. Ze verzorgen de planten en voorwerpen in hun klas. Wat doet de leraar? De leraar maakt een wandeling met de kinderen in het bos. Zij wil de kinderen laten ervaren hoe belangrijk, hoe waardevol natuur voor mensen is. Zij geeft de kinderen de 'opdracht' goed hun ogen, neus en oren te gebruiken. Op een rustig plekje laat ze kinderen over hun ervaringen vertellen. Zij stelt een programma op om samen met de kinderen te zorgen voor planten en materialen waarmee de kinderen werken. Groep 3 en 4 Activiteiten Wat doen de kinderen? De kinderen oefenen met de begrippen betekenis, verwondering, ingrepen en zorg. 18

19 Bij een aantal foto's van Nederlandse landschappen verwoorden ze welke betekenis dat landschap volgens hen heeft en wat voor gevoelens en vragen het bij hen opwekt. Ze vertellen welke ingrepen van mensen ze zien in het landschap. Ze leggen uit welke voor- en nadelen van ingrepen in het landschap ze zien en wat voor zorg zij (of andere mensen) daarbij zouden kunnen hebben. Ze denken na over oplossingen bij een voor hen relevant probleem (dilemma). Ze redeneren over voor- en nadelen van hun oplossing. Ze argumenteren over de gemaakte keuzes en maken hiervan een kort verslag. Ze presenteren hun samenvatting. Ze luisteren naar de verbreding en verdieping die de leraar aanbrengt aan de hand van hun samenvattingen. Wat doet de leraar? De leraar bespreekt kort klassikaal de begrippen betekenis, verwondering, ingrepen en zorg. Zij doet dat naar aanleiding van foto's van landschappen. Zij laat de kinderen daarna in tweetallen hetzelfde doen voor twee andere foto's. Zij daagt de kinderen uit om hun bevindingen over te brengen op de hele groep en elkaar daarop te bevragen. Zij laat hetzelfde nog een keer doen voor nog twee foto's. Per tweetal laat de leraar de kinderen hun bevindingen samenvatten en aan elkaar presenteren. Groep 5 en 6 Activiteiten Wat doen de kinderen? De kinderen worden geconfronteerd met een probleem. Ze brainstormen over mogelijke oplossingen. Ze verdelen de klas in groepjes en elk groepje werkt een mogelijke oplossing uit. Per groepje wordt een voorzitter gekozen. Ze houden eerst een brainstorm over de onderzoeksvragen die onder hun oplossing liggen. De voorzitter bewaakt dat iedereen daarbij aan het woord komt. Zo nodig daagt hij/zij groepsgenoten die weinig zeggen uit, om ook te participeren. Daarna wordt in gezamenlijk overleg vastgesteld wie wat doet. Iedereen gaat, soms in tweetallen, aan de slag. De voorzitter bewaakt de voortgang en roept de groep regelmatig bij elkaar met het oog op tussenrapportages. Elk groepslid schrijft over de uitkomst van die discussie een tekst. De groep discussieert over de vorm van de eindrapportage Ze bereiden hun presentatie aan de hele groep voor. Daaraan voorafgaand besteden ze speciale aandacht voor een discussie over 'duurzame ontwikkeling' en 'keuzes maken', in het perspectief van het onderwerp. Ze maken daarna voor de eindpresentatie enkele dia's in PowerPoint. Ze spreken af wie tijdens de presentatie wat doet. Wat doet de leraar? De leraar geeft de voorzet hoe een project over 'Het opwekken van windenergie in Nederland' eruit kan zien. 19

20 Zij stelt voor dat de kinderen in groepjes gaan werken volgens de fasering: onderzoeksvragen bedenken; vaststellen op wat voor manier(en) ze daar antwoorden op kunnen vinden; beslissen wie op welke manier die antwoorden gaat zoeken; antwoorden bij elkaar brengen in een eerste rapportage; vaststellen hoe de antwoorden uiteindelijk gerapporteerd zullen worden; werken aan eerste rapportages en verder zoeken naar antwoorden; werken aan de eindrapportages; presenteren van hun bevindingen aan elkaar. De leraar vraagt de kinderen om in dit project bij de presentaties aan te geven hoe de begrippen duurzaamheid (uitgedrukt met verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid) en keuzes maken (en de bereidheid daartoe) een rol spelen. Tijdens de verschillende fasen is de leraar: vraagbaak (inhoudelijk deskundige); coach (hulp bij het plannen van het werk); facilitator (zorgen dat alle noodzakelijke materialen beschikbaar zijn); geïnteresseerde 'buitenstaander'; enthousiasmeren (voor zover nodig). De leraar laat de zorg voor de omgeving terugkomen bij onder andere de lessen aardrijkskunde en natuur waar dit relevant is. Kerndoel 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. Toelichting De kinderen krijgen inzicht in welke planten en dieren er in hun eigen leefomgeving zijn en hoe ze er leven. Daartoe gaat de leraar met de groep naar buiten en gaat hij met de kinderen op zoek naar planten (of bladeren en vruchten) en naar dieren (kleine beestjes, huisdieren). Dat kan zijn naar het schoolplein of de schooltuin, het park met de vijver, de kinderboerderij of de dierentuin. Daar kunnen de kinderen planten en dieren ontmoeten. Ter plekke observeren ze waar en hoe de planten en dieren leven en zien of bespreken ze waarvan ze leven. De kinderen kunnen kleine beestjes en planten of zaden ook verzamelen en meenemen naar school. Ze kunnen de meegenomen planten en dieren in de klas verzorgen en de eigenschappen en kenmerken ervan ontdekken en onderzoeken, onder andere met behulp van een loep of microscoop. Aan de hand van kenmerken zoeken ze met behulp van zoekkaarten de namen op van de gevonden beestjes of planten. Na afloop worden de dieren weer naar de plaats gebracht waar ze zijn gevonden. De planten komen op de composthoop. Bij dit kerndoel gaat het ook over de onderlinge relaties tussen dieren en planten: wat betekenen ze voor elkaar in elkaars biotoop? Planten geven bijvoorbeeld woonruimte (vogelnesten) aan dieren, maar planten dienen ook als voedselbron voor dieren en dieren eten elkaar op: eten en gegeten worden. De voedselketen en voedselkringloop komen daarbij ter sprake. 20

21 Verantwoording Bij dit kerndoel komen de kinderen op een speelse, natuurlijke manier in aanraking met relevante biologische concepten als plant, dier en mens. Door in de omgeving (bij de school, hun eigen huis, in het bos, de dierentuin of bij de kinderboerderij) op zoek te gaan naar soorten planten en dieren, ervaren ze de verscheidenheid of (bio-)diversiteit die er aanwezig is in de levende natuur. Door kinderen te laten observeren hoe en waar de dieren en planten leven krijgen ze inzicht in waar bepaalde planten en dieren leven, zoals een weide, het strand, bos of de tuin (biotoop). Ze kunnen ook het gedrag van dieren onderzoeken en wat planten en dieren nodig hebben om te (over)leven: voedsel, water, licht en lucht. Ze leren dat dieren planten en dieren eten en dat er zogenaamde 'voedselketens' zijn. Daarbij beseffen ze dat planten en dieren afhankelijk zijn van elkaar en dat zij een levensgemeenschap vormen. Door in de klas naar de ontwikkeling van dieren te kijken ervaren ze dat er levenscycli zijn die verschillen van de voortplanting bij de mens (zoogdieren). Ook kunnen ze onderzoeken welke eigenschappen dieren nodig hebben om in hun eigen omgeving te overleven: bijvoorbeeld een schutkleur of een stevige snavel om zaden te eten of juist een smalle spitse snavel om naar insecten te zoeken in de grond. Het eigen lichaam van de kinderen kan daarbij steeds uitgangspunt zijn: Hoe leven zij? Hoe zien ze eruit? Wat hebben zij nodig? De concepten die in dit kerndoel zijn verwerkt komen overeen met de concepten die door de Commissie vernieuwing biologieonderwijs (CVBO) in de conceptleerlijn biologie voor 4 tot 18 jaar voor het basisonderwijs zijn opgenomen. Daardoor vormen ze een doorlopende leerlijn met de concepten voor het vervolgonderwijs. Inhoud van dit kerndoel Groep 1/2 V E R SC H E I D E N H E I D E N E E N H E I D er is een verscheidenheid aan organismen: planten, dieren, mensen, schimmels (paddenstoelen) van elkaar verschillende organismen hebben dezelfde functionele onderdelen planten veranderen met de seizoenen I N S T A N D H O U D I N G mensen en dieren hebben voeding nodig mensen, planten en dieren hebben ruimte nodig om te leven mensen, planten en dieren planten zich voort R E L A T I E M E T D E O M G E V I N G mensen, dieren en planten moeten worden verzorgd de omgeving levert organismen voedsel en leefruimte 21

22 Groep 3/4 V E R SC H E I D E N H E I D E N E E N H E I D (delen van) planten en dieren hebben verschillende kenmerken, zoals vorm, kleur, geur dieren zijn op basis van overeenkomstige kenmerken in te delen in de hoofdgroepen: zoogdieren, vogels, vissen, amfibieën, reptielen, insecten en spinnen I N S T A N D H O U D I N G mensen en dieren hebben water, voedsel en beschutting nodig planten hebben voor groei en ontwikkeling voedsel, water, licht en de juiste temperatuur nodig planten en dieren doorlopen verschillende ontwikkelingsstadia planten en dieren passen zich aan aan de seizoenen R E L A T I E M E T D E O M G E V I N G verschillende organismen vormen samen een levensgemeenschap mensen beheren gewassen en huisdieren met een bepaald doel Groep 5/6 V E R SC H E I D E N H E I D E N E E N H E I D planten en dieren zijn op basis van kenmerken in te delen in soorten planten zijn in te delen in de hoofdgroepen: bomen, kruiden, grassen, varens en mossen eigenschappen en kenmerken van organismen passen bij de omgeving waarin ze leven (schutkleur, vorm) I N S T A N D H O U D I N G soortkenmerken worden doorgegeven aan nakomelingen sommige delen van het lichaam hebben een beschermende functie sommige diersoorten vertonen gedaantewisseling onderdelen van een plant kunnen uitgroeien tot nieuwe individuen vorm van verspreiding bij planten hangt samen met omgeving R E L A T I E M E T D E O M G E V I N G mensen, dieren en planten moeten worden verzorgd de omgeving levert organismen voedsel en leefruimte Groep 1 en 2 - Activiteiten Wat doen de kinderen? De kinderen verzamelen in de herfst in park of bos bladeren van verschillende bomen en ordenen ze naar kleur en vorm. Ze verwoorden de verschillen en overeenkomsten die ze waarnemen tussen de (bloem)bladeren, de geur van bloemen en de plaats waar ze groeien. Ze werken in de schooltuin. De kinderen verwoorden de verschillen en overeenkomsten tussen dieren: hun uiterlijk, 22

23 leefplek, geluid en manier van voortbewegen. Ze zoeken regenwormen en verzorgen enkele regenwormen in een glazen huis (wormarium) in de klas. Ze verwonderen zich over de bewegingen en het leven van de regenwormen. Ze ontdekken dat kikkerdril verandert in kikkertjes. Ze verzorgen de kikkertjes in de klas en laten ze, als ze voldoende ontwikkeld zijn, vrij in de natuur. Ze bezoeken een kinderboerderij en ervaren dat dieren verschillend worden verzorgd. De kinderen ontwikkelen het inzicht dat zijzelf en jonge dieren volwassen worden en dat volwassen mensen en dieren jong zijn geweest. Ze praten ter voorbereiding op bijvoorbeeld het paasontbijt over de oorsprong van wat ze bij hun ontbijt eten. Wat doet de leraar? De leraar neemt de kinderen mee naar buiten en zoekt samen met hen naar verschillende bladeren. Zij zoekt samen met de kinderen naar woorden om de verschillen in vorm, kleur, nervatuur en bladrand te benoemen. Zij praat met kinderen over verschillen en overeenkomsten tussen planten (kleur, geur, vorm) en waar ze voorkomen. De leraar praat met kinderen over overeenkomsten en verschillen tussen dieren (kleur, vorm, geluid, leefplek, manier van voortbewegen); ze laat de kinderen de geluiden en bewegingen nadoen. Zij maakt met de kinderen een wormarium en laat hen vertellen wat de regenwormen in het wormarium doen. Zij laat de kinderen kijken naar en vertellen over de veranderingen van kikkerdril in kikkertjes. Ze laat hen de verschillende stadia fotograferen, boetseren en de bewegingen nadoen. Zij bespreekt tijdens een bezoek aan een (kinder)boerderij met de kinderen waar de dieren leven en slapen en wat ze eten. Zij bespreekt met de kinderen wat ze nodig hebben voor het paasontbijt en wat de oorsprong is van deze producten. Groep 3 en 4 - Activiteiten Wat doen de kinderen? De kinderen verzamelen planten die in de schoolomgeving voorkomen. Ze proberen ze te ordenen aan de hand van de bloemkleur, de bladvorm, de nervatuur en de bloemvorm. Na afloop drogen ze de mooiste planten om er een schilderij of boekje van te maken. De kinderen zoeken platen van dieren en delen ze in in de hoofdgroepen van het dierenrijk. Na bespreking maken ze met de platen posters van de hoofdgroepen. Ze zoeken rondom de school naar kleine diertjes en stellen vast waar ze leven. Ze bekijken de gevonden diertjes met een loeppotje. Ze tekenen de diertjes na en bedenken namen die samenhangen met hun uiterlijk. De kinderen onderzoeken aan zaden van bonen of tuinkers onder welke omstandigheden (temperatuur, licht, voeding, vochtigheid) ze ontkiemen en tot plant uitgroeien. De kinderen ervaren dat de verzorging van dieren per soort verschilt. De kinderen ervaren dat kaas en boter van melk worden gemaakt en ontwikkelen het inzicht dat hun eten afkomstig is van planten en dieren. 23

24 Ze ervaren dat het voedsel van vogels bestaat uit zaden en insecten. Omdat deze in de winter schaars of afwezig zijn voeren ze de vogels in de winter bij met zelfgemaakte zaad- en vetbollen. Wat doet de leraar? De leraar geeft de kinderen aanwijzingen hoe en waar ze verschillende planten kunnen verzamelen. Ze laat de gevonden planten ordenen en bespreekt op welke basis de kinderen de planten hebben geordend (bloemkleur, bladvorm en -nervatuur). Ze laat hen de mooiste planten drogen en laat hen er een schilderij of boekje van maken. Zij vraagt de kinderen platen van dieren te verzamelen (internet, tijdschriften) en de dieren in te delen in de hoofdgroepen van het dierenrijk. Nadat de indeling is besproken laat ze de kinderen met de foto's posters maken van de hoofdgroepen van het dierenrijk. Zij laat de kinderen naar kleine diertjes in de schoolomgeving (tuin, heg, bomen, onder tegels) zoeken. Ze laat ze natekenen en namen geven die passen bij het uiterlijk. Zij onderzoekt met kinderen onder welke omstandigheden zaden het best ontkiemen. Zij laat groepjes kinderen uitzoeken hoe huisdieren (vissen, honden, konijnen, cavia's, etc.) worden verzorgd en constateert dat er overeenkomsten en verschillen er zijn. De leraar maakt met kinderen kaas en bespreekt met hen dat hun eten afkomstig is uit de natuur. Groep 5 en 6 Activiteiten Wat doen de kinderen? De kinderen gaan in het voorjaar op zoek naar planten in de schoolomgeving. Ze zoeken met een zoekkaart de soortnaam op. Ze delen afbeeldingen van planten in hoofdgroepen in. Ze onderzoeken aan verschillende planten hoe ze zich beschermen tegen uitdroging, kou en warmte. Ze verzamelen zaden en vruchten en onderzoeken hoe de zaden zich verspreiden. De kinderen bekijken wandelende takken en vlinders en redeneren waarom ze zo moeilijk te zien zijn. Vervolgens praten ze over schutkleuren. Wat is het? Wat zijn de voordelen? Welke dieren hebben een schutkleur? Ze schrijven er een gedicht over. Ze bekijken snavels van vogels en beredeneren welke snavel hoort bij insecteneters, zaadeters en vleeseters. Ze volgen de ontwikkeling van ei tot vlinder en herkennen verschillende ontwikkelingsstadia (gedaanteverwisseling) in de levenscyclus. De kinderen inventariseren in verschillende biotopen in hun omgeving welke planten en dieren er voor komen en constateren dat elke biotoop zijn eigen bewoners heeft. De kinderen weten uit het vergelijken van gebitten van verschillende zoogdieren dat er planteneters, vleeseters en alleseters zijn. Ze gaan na een aantal lessen over planteneters, vleeseters en alleseters (prooidieren en roofdieren) met afbeeldingen van een aantal dieren zelf een voedselketen samenstellen. Wat doet de leraar? De leraar neemt de kinderen mee naar een veldje waar verschillende planten staan. Ze zorgt voor zoekkaarten om de planten te determineren en zo hun soortnaam te achterhalen. Zij bespreekt de hoofdgroepen van het plantenrijk en laat de kinderen daar buiten 24

25 voorbeelden bij zoeken en deze tekenen of digitale foto's ervan maken. De tekeningen of foto's worden verwerkt tot (digitale) posters van de hoofdgroepen. Zij laat de kinderen onderzoeken aan (onderdelen van) planten hoe ze zich beschermen tegen uitdroging en kou. Zij laat kinderen aan de hand van zelf gevonden of meegebrachte zaden en vruchten nadenken over de manieren van verspreiding van planten. De leraar zorgt voor wandelende takken of vlinders in de klas en laat kinderen redeneren over de vorm en kleur van de dieren in relatie tot hun omgeving, waarbij het begrip schutkleur wordt geïntroduceerd. Zij zorgt via een natuur- en milieueducatiecentrum voor schedels van verschillende vogels en redeneert met kinderen welke schedels van zaadeters, planteneters of insecteneters zijn. Zij verzorgt lessen over prooidieren en roofdieren en legt het principe van een voedselketen uit (begint met een planteneter en eindigt met een vleeseter). Zij laat de kinderen de levenscyclus van de vlinder ontdekken en introduceert het begrip gedaanteverwisseling. De leraar vraagt de kinderen plaatjes van dieren uit bepaalde biotopen mee te brengen (bos, sloot, Afrikaanse savanne) en zorgt zelf ook voor plaatjes. Zij inventariseert samen met kinderen verschillende biotopen en ontdekt samen met hen dat elk biotoop eigen bewoners heeft. Kerndoel 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. Toelichting De leerlingen leren over de bouw van planten en dieren en over de vorm en functie van de belangrijkste onderdelen. Welke onderdelen kunnen ze onderscheiden aan hun eigen lichaam? Wat zit er aan de buitenkant? Wat zit er binnen in hun lichaam? Welke vorm hebben die onderdelen en welke functie hebben ze, ofwel wat doen ze? Nadat ze enig inzicht hebben in de bouw en vorm en functie van delen van hun eigen lichaam gaan ze de vergelijking aan met andere organismen. Met hun eigen lichaam als vertrekpunt kijken en vergelijken ze hun bouw met die van bijvoorbeeld boerderijdieren of huisdieren. Welke overeenkomsten en verschillen komen ze tegen in bouw als ze zoogdieren, vogels en vissen vergelijken? En hoe zit het met kleine beestjes als de kruisspin en het lieveheersbeestje? Welke onderdelen zijn bij andere diersoorten te onderscheiden? Hebben zij dezelfde functies? Ook planten worden onderzocht. Welke onderdelen hebben die eigenlijk? En wat is de functie van die onderdelen, wat doen ze? Is dat bij alle planten terug te vinden? Hoe zit het bijvoorbeeld bij grassen, bomen of aardappelen? Bij zowel planten als dieren komt voortplanting aan de orde. Ten slotte denken ze na over de overeenkomsten en verschillen bij planten en dieren. Verantwoording Bij dit kerndoel gaat het om de bouw en voortplanting van planten en dieren. Alvorens de voortplanting van planten behandeld kan worden moet eerst aandacht geschonken zijn aan de verschillende onderdelen van planten en dieren. Dat gebeurt in groep 1/2 en 3/4. Daarna worden in 5/6 de functies van die onderdelen aan de orde gesteld en in 7/8 de functies van 25

26 unieke delen van planten, zoals ranken van klimplanten en doorns. In de lijn van de voortplanting van dieren krijgt ook de gedaanteverwisseling een plaats, maar vanwege de begrippen die daar bij horen pas vanaf groep 5/6. Het lichaam van de mens wordt behandeld van groep 1/2 tot en met groep 7/8 op een steeds dieper niveau. Van de uitwendige vorm en bouw via van buitenaf waarneembare inwendige lichaamsdelen naar de plaats, functie en werking van de organen en de bouw en functie van het skelet. De kinderen leren verschillen en overeenkomsten te zien tussen mensen en tussen mensen en andere zoogdieren. Dat begint met het opmerken van uiterlijke verschillen en loopt door tot het vergelijken van het functioneren. De concepten die in dit kerndoel zijn verwerkt komen overeen met de concepten die door de Commissie vernieuwing biologieonderwijs (CVBO) in de conceptleerlijn biologie voor 4 tot 18 jaar voor het basisonderwijs zijn opgenomen. Daardoor vormen ze een doorlopende leerlijn met de concepten voor het vervolgonderwijs B O U W E N V O O R T P L A N T I N G V A N P L A N T E N vormen van plantenzaden en de manieren van verspreiding de opbouw en het uitlopen (de groei) van bollen en knollen stekken van delen van een plant functie van wortel, stengel en blad van een plant verschillende manieren van voortplanting van planten bloemvormen passen bij de manier van bestuiven functie van andere plantendelen (ranken van klimplanten, doornen) V O O R T P L A N T I N G V A N D I E R E N onderdelen van een plant: bloem, stengel, blad en wortel ontkiemen van zaden eierleggende en levendbarende dieren sommige diersoorten maken een gedaanteverwisseling door tijdens de ontwikkeling verschillende manieren van voortplanting van dieren Groep 1 en 2 - Activiteiten Wat doen de kinderen? Ze bekijken in de klas kamerplanten en nemen waar dat deze stengels, bladeren en vaak ook bloemen hebben. Ook de wortels komen aan bod, want de leraar haalt een plant uit de pot. Ze zien dat de verschillende onderdelen niet bij iedere plant dezelfde vorm hebben (vergelijken). Ze zaaien zaad en volgen de ontkieming van het zaad en de groei van het plantje gedurende enige tijd. Wat doet de leraar? Zij laat de kinderen in aanraking komen met dieren in de schoolomgeving, op de kinderboerderij of in de klas. Groep 3 en 4 - Activiteiten Wat doen de kinderen? Ze vertellen over hun huisdier, de andere kinderen stellen vragen. Ze bekijken hoe zoogdieren er uit zien, hoe ze bewegen en vergelijken dat met hoe zij er zelf 26

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - mens en samenleving. Kerndoel 39. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - mens en samenleving. Kerndoel 39. Toelichting en verantwoording TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD KERNDOEL 39 84 TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - mens en samenleving Kerndoel 39 De leerlingen leren met zorg om te gaan met het

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek. Kerndoel 40. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek. Kerndoel 40. Toelichting en verantwoording TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD KERNDOEL 40 94 TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek Kerndoel 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

1. Inleiding... 3. Doelgroep...3 Doelstelling...3. 2. Relatie met de kerndoelen... 4. 3. Voorbereiding op school... 6. 4. De les op de tuin...

1. Inleiding... 3. Doelgroep...3 Doelstelling...3. 2. Relatie met de kerndoelen... 4. 3. Voorbereiding op school... 6. 4. De les op de tuin... Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 Doelgroep...3 Doelstelling...3 2. Relatie met de kerndoelen... 4 3. Voorbereiding op school... 6 4. De les op de tuin... 6 Introductie leslokaal of overkapping (15 min):...6

Nadere informatie

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken.

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken. K i n d e r b o e r d e r i j Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken. Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen?

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 3de graad Partnerwerk Geef de leerlingen de opdracht om een griezelhuis in te richten. Hun taak is om te bepalen welke dieren er in het huis aanwezig zullen

Nadere informatie

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk

Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk Inhoud 4 e druk Natuuronderwijs inzichtelijk Inleiding 1 PLANTEN 1.1 Indeling van het plantenrijk 1.1.1 De groene wereld van de planten 1.1.2 Wieren (algen) 1.1.3 Mossen 1.1.4 Paardenstaarten 1.1.5 Varens

Nadere informatie

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 2de graad Creepy Griezelbeesten Handleiding en leerdoelen - 2de graad Partnerwerk Geef de leerlingen de volgende opdracht. De leerlingen proberen de onderlijnde woorden op hun werkblad in te vullen als invuloefening.

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 2de graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

~Wijsheid begint met verwondering (Socrates)~

~Wijsheid begint met verwondering (Socrates)~ ~Wijsheid begint met verwondering (Socrates)~ 2 Inhoudsopgave De onderwijstuin; Visie en doelstellingen..:pag. 5 Stappenplan.:pag. 7 Tussendoelen in relatie tot de onderwijstuin per bouw.:pag. 9 Bijlagen

Nadere informatie

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Opbouw van de lescyclus Doelstellingen...

Inleiding Doelgroep Relatieschema Opzet van de lescyclus Opbouw van de lescyclus Doelstellingen... 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Doelgroep... 4 2. Relatieschema... 4 3. Opzet van de lescyclus... 5 3.1. Opbouw van de lescyclus... 5 3.2. Doelstellingen... 5 4. Relatie met de kerndoelen & natuurmethoden...

Nadere informatie

Jeelo staat voor Je eigen leeromgeving.

Jeelo staat voor Je eigen leeromgeving. In deze informatiebrochure kunt u meer lezen over Jeelo. Wilt u naast de inhoud van deze brochure meer weten over Jeelo dan kunt u kijken op de website van Jeelo via www.jeelo.nl. Jeelo staat voor Je eigen

Nadere informatie

Blijde Wei. Lesaanbod

Blijde Wei. Lesaanbod Lesaanbod 2018-2019 Blijde Wei Les *Schooltuinieren loopt door van februari 2019 tot oktober 2019 Gratis les Iedere groep mag zich 1x inschrijven voor een gratis les. Ieder kind mag in zijn basisschoolperiode

Nadere informatie

Blijde Wei. Lesaanbod 2016-2017

Blijde Wei. Lesaanbod 2016-2017 Lesaanbod 2016-2017 Blijde Wei Les groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Beestenboel 1/2 X X Kleine Beestjes 1/2 X X X In de sloot, uit de sloot 3/4 X X X Huisdieren 3/4 X X Amfibieën

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 3de graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 3de graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

Aanbod NME voorjaar 2014

Aanbod NME voorjaar 2014 Aanbod NME voorjaar 2014 Natuur- en milieueducatie (NME) Heemtuin Muntendam biedt een aanvulling op het reguliere schoolprogramma. We richten ons in de lessen vooral op zaken die in de klas minder snel

Nadere informatie

Handleiding lessenserie De verkiezing van de soort van Groningen

Handleiding lessenserie De verkiezing van de soort van Groningen Handleiding lessenserie De verkiezing van de soort van Groningen -Ten behoeve van de pilotles-onder constructie- Inhoud Algemene inleiding... 2 Materialen... 2 Globale beschrijving van de lessenserie...

Nadere informatie

Beestige bundel van: 1

Beestige bundel van: 1 Beestige bundel van: 1 2 Ordening van organismen organisme = een levend wezen, iets wat leeft. Er zijn meer dan anderhalf miljoen soorten organismen. Om een overzicht te krijgen worden deze organismen

Nadere informatie

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek. Kerndoel 41. Toelichting en verantwoording

TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek. Kerndoel 41. Toelichting en verantwoording TULE - ORIËNTATIE OP JEZELF EN DE WERELD KERNDOEL 41 106 TULE inhouden & activiteiten Oriëntatie op jezelf en de wereld - natuur en techniek Kerndoel 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren

Nadere informatie

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn Leerlijn Waar halen ze de ENERGIE vandaan? Inleiding De lesmethode van Solarkids heeft een doorgaande leerlijn voor het basisonderwijs. De leerlijn is gebaseerd op de kerndoelen die zijn opgelegd door

Nadere informatie

Naverwerking BosStratEgo s

Naverwerking BosStratEgo s Naverwerking BosStratEgo s Leerdoelen: Leerlingen kunnen de wet van eten en gegeten worden illustreren aan de hand van minstens twee met elkaar verbonden voedselketens. Leerlingen kunnen illustreren dat

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015 In het leven van alle dag speelt Wetenschap en Techniek (W&T) een grote rol. We staan er vaak maar weinig bij stil, maar zonder de vele uitvindingen in de wereld van

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs Reina Kuiper - SME Advies Inhoud Onderwijsontwikkeling Relevante vakken Kerndoelen Begrippen en concepten Waarde voor het onderwijs Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

Primair Onderwijs. 6 lessen

Primair Onderwijs. 6 lessen Maak je eigen land! Voor de docent Vak(gebied) Schooltype/afdeling Oriëntatie op jezelf en de wereld, Aardrijkskunde Primair Onderwijs Leerjaar Groep 3/4 Tijdsinvestering Vakinhoud Kerndoelen 6 lessen

Nadere informatie

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren. Oriëntatie: Het doel van deze lessenserie is: bestaande foto s zoeken met een eigen verhaal erbij. Dan gaan jullie mensen deze fotoserie voorleggen en vragen welk verhaal zij erin zien. Tot slot gaan jullie

Nadere informatie

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015

Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015 Een midden- en bovenbouwproject van het IVN Veldhoven Eindhoven Vessem najaar 2015 Doelgroep: Midden- en bovenbouw basisonderwijs: groep 5-8 Jaargetijde: Herfst, winter, lente en een stukje zomer. Plaats:

Nadere informatie

Wilgenhof. Lesaanbod

Wilgenhof. Lesaanbod Lesaanbod 2016-2017 Wilgenhof Les groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Alles voor een pannenkoek 1/2 X X Beestenboel 1/2 X X X Melk 3/4 X X In de sloot, uit de sloot 3/4 X X X Amfibieën

Nadere informatie

Thema 2 Planten en dieren

Thema 2 Planten en dieren Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 2 Planten en dieren Samenvatting Eten en gegeten worden Als je de leefomgeving van een plant of dier bestudeert, kijk je naar de levenloze natuur; dus naar

Nadere informatie

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen? In groep 5-6 nemen kinderen steeds vaker werk mee naar huis. Vaak vinden kinderen het leuk om thuis aan schooldingen

Nadere informatie

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Lesaanbod 2016-2017 Bokkesprong Les groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Kleine beestjes 1/2 X X X Alles voor een pannenkoek 1/2 X X Melk 3/4 X X X In de sloot, uit de sloot 3/4 X X

Nadere informatie

Docentenhandleiding. Beestenboel

Docentenhandleiding. Beestenboel Docentenhandleiding Beestenboel Inhoud 1 Inleiding Beestenboel 2 a. Educatief programma 2 b. Leerdoelen 2 c. Doelgroep 2 d. Tijd 2 e. Indeling programma 3 f. Kosten 3 g. Praktische informatie 3 2 Voorbereidende

Nadere informatie

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008 Biologie Over Bloqs Wie is Bloqs? Bloqs is een educatieve uitgeverij die innovatieve producten en diensten aanbiedt. Bloqs staat voor bouwen aan leren. Onze visie is dat u als docent of school zelf het

Nadere informatie

Kooi. Lesaanbod

Kooi. Lesaanbod Lesaanbod 2016-2017 Kooi Les groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Beestenboel 1/2 X X Wauw, t leeft 1/2 X X In de sloot, uit de sloot 3/4 X X Huisdieren 3/4 X X Uitvogelen 5/6 X X Knaagdieren

Nadere informatie

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Lesaanbod 2018-2019 Bokkesprong Les groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Alles voor een Pannenkoek 1/2 X X Wauw 't leeft 1/2 X X Melk 3/4 X X X In de sloot, uit de sloot 3/4 X X Amfibieën

Nadere informatie

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z

ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z ZOO PLANCKENDAEL VAN A TOT Z Handleiding en leerdoelen 2de graad Bekijk met de leerlingen de afbeelding bovenaan op het werkblad. Laat hen hierop reageren. Waarover gaat het? Je vertelt de leerlingen dat

Nadere informatie

Studiedag Duurzame Ontwikkeling

Studiedag Duurzame Ontwikkeling Studiedag Duurzame Ontwikkeling Wanneer je een schip wilt bouwen, breng dan geen mensen bij elkaar om hout aan te slepen, werktekeningen te maken, taken te verdelen en werk te plannen, maar leer de mensen

Nadere informatie

ROVERS EN HUN PROOIEN

ROVERS EN HUN PROOIEN ROVERS EN HUN PROOIEN Handleiding en leerdoelen 3de graad Je vertelt de leerlingen dat ze binnenkort op uitstap gaan naar ZOO Planckendael. Wie werkt er allemaal in de zoo? (dierenverzorger, dierenarts,

Nadere informatie

1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs

1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs 1 Inhoud Inleiding Deel A Achtergronden 1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs 2 Doen en denken 2.1

Nadere informatie

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt.

Doel: Na deze opdracht weet je wat een voedselkringloop is en hoe het leven van planten en dieren met elkaar samenhangt. Thema: Bestaat vrede? Vak: Ruimte, aarde en milieu De ecologische kringloop De voedselkringloop Moeilijkheid: *** Tijdsduur: ** Juf Nelly De kringloop in de natuur Doel: Na deze opdracht weet je wat een

Nadere informatie

CKV Festival 2012. CKV festival 2012

CKV Festival 2012. CKV festival 2012 C CKV Festival 2012 Het CKV Festival vindt in 2012 plaats op 23 en 30 oktober. Twee dagen gaan de Bredase leerlingen van het voortgezet onderwijs naar de culturele instellingen van Breda. De basis van

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing

Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing Educatief pakket duurzame energie Didactische onderbouwing Inhoud Welkom Doelen Profielschetsen Materialen Bijlagen Met het Solly Systeem worden kinderen al op jonge leeftijd geïntroduceerd in de wereld

Nadere informatie

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli

groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Lesaanbod 2018-2019 Wilgenhof Les Alles voor een pannenkoek 1/2 X X X groep aug sept okt nov dec jan feb mrt apr mei juni juli Beestenboel 1/2 X X X Melk 3/4 X X In de sloot, uit de sloot 3/4 X X X Amfibieën

Nadere informatie

Leren hoe het werkt (begrijpen)

Leren hoe het werkt (begrijpen) Afval (inhoudelijke focus) () Kleine beestjes Angst wegnemen Afval sorteren Cirkels Paddenstoelen Afvalgedrag waarnemen Kleine beestjes en wat eten ze? Afvalgedrag Afvalscheiding Wat leeft er in de composthoop?

Nadere informatie

milieu- en natuureducatie

milieu- en natuureducatie algemene informatie milieu- en natuureducatie contact: adres: Natuur Educatief Centrum (NEC) 09 210 32 72 NEC Waterrijk Verlorenbroodstraat 106 A 9820 Merelbeke Praktische info De lessen vinden plaats

Nadere informatie

ROVERS EN HUN PROOIEN

ROVERS EN HUN PROOIEN ROVERS EN HUN PROOIEN Handleiding en leerdoelen 2de graad Je vertelt de leerlingen dat ze binnenkort op uitstap gaan naar ZOO Planckendael. Hier zie je Esther. Esther werkt nog maar pas in de zoo van Planckendael.

Nadere informatie

Lesbrief online gastles. Een bek vol tanden. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8

Lesbrief online gastles. Een bek vol tanden. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8 Lesbrief online gastles Een bek vol tanden Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8 Inhoud lesbrief 1. Introductieles 2. Beschrijving uitzending Online gastles 3. Afsluiting

Nadere informatie

N a t u u r e n t a a l

N a t u u r e n t a a l N a t u u r e n t a a l Thema / onderwerp Deze les staat in het teken van mondeling taalonderwijs: het uitbrengen van een verslag. Het onderwerp is voedsel van dieren. De groepjes bestaan uit 3 a 4 leerlingen.

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Introduceren thema Indeling planten- en dierenrijk. fauna in de wereld. Thema: Indeling planten- en dierenrijk. Dierenrijk.

Introduceren thema Indeling planten- en dierenrijk. fauna in de wereld. Thema: Indeling planten- en dierenrijk. Dierenrijk. Natuur & Techniek indeling planten- en dierenrijk Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Indeling planten- en dierenrijk Introduceren thema Indeling planten- en dierenrijk

Nadere informatie

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM In het FLL World Class SM Project zal jullie team: Een onderwerp kiezen waar jullie enthousiast over zijn of altijd al meer over hebben willen weten. Een innovatieve oplossing

Nadere informatie

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK Handleiding en leerdoelen 2de graad Kai-Mook Vertelmoment en klasgesprek De olifant Bekijk de afbeelding van een Aziatische olifant. Geef de opdracht: Bedenk een woord dat bij de

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE HAVO / VWO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK ELAND Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK Handleiding en leerdoelen 1ste graad Inzicht krijgen in de levenswijze van olifanten Met voorbeelden aantonen dat olifanten aangepast zijn aan hun leefomgeving Het houden en verzorgen

Nadere informatie

Scholenprogramma

Scholenprogramma 1 De school is verantwoordelijk voor: Goede en voldoende begeleiding; Het ordelijk verlopen van de activiteit; Geschikte kleding voor de leerlingen (stevige schoenen, regenpak); Opruimen/meenemen van eigen

Nadere informatie

primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding

primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding Inhoud Een doorlopende leerlijn erfgoededucatie 3 Leerdoelen 6 Voorbereiding op het museumbezoek 7 De museumles Mijn verhaal

Nadere informatie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren

Nadere informatie

Aanbod natuurlessen. schooljaar 2013-2014. Scholenwerkgroep van het IVN de Maasdorpen

Aanbod natuurlessen. schooljaar 2013-2014. Scholenwerkgroep van het IVN de Maasdorpen Aanbod natuurlessen schooljaar 2013-2014 Scholenwerkgroep van het IVN de Maasdorpen Coördinator: Cora Oostendorp Broekeindweg 20, 5971 NZ Grubbenvorst Tel. 077-3270026 E-mail: cora@bourgonjon.nl Inhoudsopgave

Nadere informatie

Visie wereldoriëntatie Als Freinetschool willen wij binnen ons wo onderwijs werken met onderwerpen vanuit een betekenisvolle context, binnen een

Visie wereldoriëntatie Als Freinetschool willen wij binnen ons wo onderwijs werken met onderwerpen vanuit een betekenisvolle context, binnen een Visie wereldoriëntatie Als Freinetschool willen wij binnen ons wo onderwijs werken met onderwerpen vanuit een betekenisvolle context, binnen een interactieve schoolomgeving. Het verbinden van de zaakvakken

Nadere informatie

Didactische achtergronden van natuur- en techniekonderwijs

Didactische achtergronden van natuur- en techniekonderwijs LET OP Deze vragen zijn geen tentamenvragen. Elke pabo bepaalt zelf wat en hoe er getoetst wordt. Op basis daarvan maken zij hun eigen tentamenvragen. De antwoorden en toelichting op onderstaande vragen

Nadere informatie

Maak je schoolplein vogelvriendelijk

Maak je schoolplein vogelvriendelijk Maak je schoolplein vogelvriendelijk Leerlijn: kinderen leren vanuit het perspectief van vogels nadenken over hun omgeving. Wat hebben vogels nodig om te overleven? Schuilmogelijkheden, nestmogelijkheid,

Nadere informatie

ONTDEK HET ZELF...EN LAAT JE NIETS WIJSMAKEN!

ONTDEK HET ZELF...EN LAAT JE NIETS WIJSMAKEN! GOED GROEIEN ONTDEK HET ZELF...EN LAAT JE NIETS WIJSMAKEN! LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT 1&2 Ontdek het zelf UITDAGING ONDERZOEK WAT EEN PLANT NODIG HEEFT OM NOG BETER TE GROEIEN. INLEIDING Een van de leukste

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS PROCESGERICHTE DIDACTIEK leerkracht wie bepaalt het eindresultaat? leerling AMBACHTELIJKE DIDACTIEK PROCESGERICHTE DIDACTIEK VRIJE

Nadere informatie

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling Aardrijkskunde Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen? Hoe leg je de relatie met de beginsituatie?

Nadere informatie

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad Handige Harry s Handleiding en leerdoelen - 1ste graad Van een aantal dieren kunnen aantonen dat ze aangepast zijn aan hun omgeving. De vaardigheden van dieren in verband brengen met hun levenswijze Voorbeelden

Nadere informatie

Bijeenkomst Weidevogeleducatie

Bijeenkomst Weidevogeleducatie Bijeenkomst Weidevogeleducatie In samenwerking met: Conclusie en evaluatie: reacties van de aanwezigen Prima structuur en open houding naar deelnemers. Sommige freaks vallen best mee! Ontspannen avond.

Nadere informatie

UNITING THE ORGANIC WORLD

UNITING THE ORGANIC WORLD International Federation of Organic Agriculture Movements Principles of Organic Agriculture 1 Beginselen van de Biologische Landbouw De Beginselen vormen de wortels, waaruit de biologische landbouw groeit

Nadere informatie

verwerking : wat is een bos?

verwerking : wat is een bos? verwerking : wat is een bos? Leven vestigt zich op plaatsen waar het goed is om te leven. Er zijn verschillende factoren die de leefomgeving vorm geven : levende factoren, niet-levende factoren en menselijke

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Een project van Jeelo gaat zo

Een project van Jeelo gaat zo Handleiding groep 3-8 Een project van Jeelo gaat zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe een project van Jeelo in elkaar zit. Voor groep 3-4 wijzer 2007 Zo gaat een

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Groepjes Duur: ± 30 minuten Doel van de opdracht: Leerlingen leren wat het favoriete voedsel

Nadere informatie

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Les Dieren met een baan, thema vermaak Les Dieren met een baan, thema vermaak Lesvoorbereidingsformulier Doelgroep: groep 6 Beginsituatie: Wat kunnen en kennen de leerlingen al m.b.t. de doelstelling? Kijk in de methode, praat met je mentor,

Nadere informatie

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN

DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN DE HERFST DE HERFST: KLEURRIJK SEIZOEN vanaf 2de graad lager onderwijs. x vak: muzische vorming x duur: halve dag GRIEZELBOS HET KLEINE VIEZE BEESTJES- ONDERZOEK! verloop: x verdeel de klas in verschillende

Nadere informatie

Samen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg.

Samen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg. Samen Inspireren Ontdekken Ontwikkelen Informatiegids IKC de Plattenburg www.deplattenburg.nl Kiezen Het kiezen van een basisschool voor uw kind: een belangrijke stap. Bij de Plattenburg gaat er voor uw

Nadere informatie

Aanbod N.M.E. in Het Groene Woud

Aanbod N.M.E. in Het Groene Woud Aanbod N.M.E. in Het Groene Woud 1. Paddenstoelen/ Herfstsafari In de herfst voor de groepen 1 Tot in de vorige eeuw werden paddenstoelen gezien als geheimzinnige, duivelse wezens. Ze verschenen plotseling,

Nadere informatie

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po. Vincent-stripverhaal Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs Vincent-stripverhaal Een opdracht voor groep 5 of 6 gericht op inleven en maken. Leerlingen maken samen een stripverhaal, gebaseerd

Nadere informatie

Introduceren thema Het menselijk lichaam. Thema: Het (menselijk) lichaam. centraal: 1. Maak een vergelijking tussen het menselijk lichaam en het

Introduceren thema Het menselijk lichaam. Thema: Het (menselijk) lichaam. centraal: 1. Maak een vergelijking tussen het menselijk lichaam en het Natuur & Techniek Het (menselijk) lichaam Omschrijving van de opdracht: Wat doe je als leerkracht? Introductie Thema: Het (menselijk) lichaam Introduceren thema Het menselijk lichaam In deze lessen staan

Nadere informatie

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam. Opdracht 1. Gebruik je ogen goed. In het bos kun je van alles ontdekken! Komen er onder de bomen verschillende soorten insecten en of bodemdiertjes voor? Het beste bos 1. Materiaal tas 1: zoekraam, 1 schepje,

Nadere informatie

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 Inleiding: Het onderwijs op school is er onder meer op gericht de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten. Ook het maken van huiswerk levert

Nadere informatie

Leerervaringen Tijd voor Onder, Midden en Bovenbouw

Leerervaringen Tijd voor Onder, Midden en Bovenbouw Leerervaringen Tijd voor Onder, Midden en Bovenbouw Leren over Tijd 1. Onderbouw Dag en dagen. 1.tijd meten aan de natuur * volgen zon gedurende de dag met schaduw 1.tijd meten aan de natuur * zonnewijzer

Nadere informatie

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK

OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK OP BEZOEK BIJ KAI-MOOK Handleiding en leerdoelen 3de graad Ken je deze dieren? Op het werkblad staan vijf kadertjes met afbeeldingen van Aziatische dieren die je in ZOO Planckendael terugvindt. Er is ook

Nadere informatie

De wereld op zijn kop

De wereld op zijn kop Wonen graad 3 Lesvoorbereiding De wereld op zijn kop Print de boodschap van algemeen nut één maal en steek hem in een envelop. Print de boomkaarten en de huiskaarten zoveel keer als nodig (zie verder)

Nadere informatie

De aarde viert feest

De aarde viert feest Landbouw graad 1 Lesvoorbereiding De aarde viert feest Zoek een mooi potje, vul het met (bos)grond en versier het. Print en knip de vriendenkaartjes 1 keer uit. Print de vriendenverhalen 1 keer uit. Print

Nadere informatie

Ideeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo

Ideeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo Ideeën voor leerkrachten ter voorbereiding op de insectenwandeling door de Natuurtuin 't Loo Om kinderen te interesseren voor kleine kriebelbeestjes is het doen van eigen waarnemingen zeer geschikt. Omdat

Nadere informatie

Roadmap Les voor de toekomst Weten wat je moet doen als je niet weet wat je moet doen.

Roadmap Les voor de toekomst Weten wat je moet doen als je niet weet wat je moet doen. Roadmap Les voor de toekomst Weten wat je moet doen als je niet weet wat je moet doen. Auteur: Guus Geisen, irisz Inleiding Deze uitwerking is een suggestie voor verschillende lessen rondom duurzaamheid.

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

Te veel, te rijk, te weinig. Waterpark Lankheet

Te veel, te rijk, te weinig. Waterpark Lankheet Waterpark Lankheet Erfgoed/NME project voor groep 8 Handleiding leerkracht Opdrachtgever: Waterpark Lankheet en Commissie Culturele Vorming Haaksbergen Bronmateriaal: Waterpark Lankheet/Historische Kring

Nadere informatie

Wat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en

Wat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en Biodiversiteit Cursus Natuur-in-zicht 1 Inhoud Wat is biodiversiteit? Hoeveel biodiversiteit is er (wereldwijd en bij ons)? Waar komt die biodiversiteit vandaan? Waarom is biodiversiteit belangrijk? Hoe

Nadere informatie

Naut, Thema 2; Planten en dieren

Naut, Thema 2; Planten en dieren Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Paula Klijnstra 07 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/92832 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren 1. Inleiding Aan de hand van een concept cartoon verdiepen leerlingen zich in de vraag hoe het komt dat een meisje een meisje is. Een concept cartoon is een visuele

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie